Titel Doorstroomnormering vmbo Sectorleiding vmbo september 2014 1
Auteur:
Sectorleiding vmbo
Beknopte toelichting inhoud:
Doorstroomnormering vmbo Sectorleiding, DV, MR
Routing in school: Vervangt:
eerdere versie doorstroomnormering
Vastgesteld door de rector: 8 oktober 2014
Sectorleiding: Vmbo-Pro
Directie vergadering:
Medezeggenschapsraad:
☒ voor besluitvorming
☒ voor besluitvorming
☒ ter instemming
Datum: 15 september 2014
Datum: 24 september 2014
Datum: 7 oktober 2014
Communicatie:
Netwerk: R-schijf Website
2
Inhoud 1. Inleiding ............................................................................................................................................................... 4 Visie ..................................................................................................................................................................... 4 Leergebieden ....................................................................................................................................................... 4 Intersectoraal ....................................................................................................................................................... 4 Doorstroom .......................................................................................................................................................... 4 Onderliggende documenten ................................................................................................................................. 4 2. Verklaring van termen ......................................................................................................................................... 5 Doorstroom .......................................................................................................................................................... 5 Afwijzing ............................................................................................................................................................... 5 Voortschrijdend gemiddelde ................................................................................................................................ 5 Onvoldoende ........................................................................................................................................................ 5 Tekorten ............................................................................................................................................................... 5 3. Doorstroom .......................................................................................................................................................... 6 Uitgangspunten bij doorstroom ............................................................................................................................ 6 Algemene regels voor doorstroom en afwijzen ................................................................................................... 6 4. Leerjaar 1 ............................................................................................................................................................ 7 Bevorderingsnormen leergebieden klas 1 bb/kb/gt .............................................................................................. 7 Rekenvoorbeelden: .......................................................................................................................................... 7 Eisen voor bevordering bb → kb / kb → gt / gt→ havo ....................................................................................... 7 5. Leerjaar 2 ............................................................................................................................................................ 8 Bevorderingsnormen leergebieden bb/kb/gt ........................................................................................................ 8 Rekenvoorbeelden: .......................................................................................................................................... 8 Eisen voor bevordering bb → kb / kb → gt en gt → havo ................................................................................... 8 6. Leerjaar 3 ............................................................................................................................................................ 9 Bevorderingsnorm klas 3 ..................................................................................................................................... 9 Klas 3 gt ........................................................................................................................................................... 9 Klas 3 bb/kb.................................................................................................................................................... 10 7. Slaag-en zakregeling ..................................................................................................................................... 11 Slaag- en zakregeling t.b.v. examenkandidaten ............................................................................................ 11
3
1. Inleiding Dit document is gebaseerd op de onderwijsvisie van het Carmel College Salland, sector vmbo. Hierin wordt beschreven hoe wij ons onderwijs vorm willen geven en hoe hieruit voortvloeiend de wijze is waarop wij met de doorstroom van onze leerlingen omgaan.
Visie De “V” in vmbo staat voor “voorbereidend”. Doel van het onderwijs op het vmbo is leerlingen zo goed mogelijk voorbereiden op hun toekomst. De maatschappij van vandaag - maar zeker die van morgen - vraagt om breed opgeleide jongeren, die hun kennis en vaardigheden optimaal ontwikkeld hebben. Omdat geen twee kinderen precies dezelfde talenten hebben, bieden wij onze leerlingen keuzemogelijkheden. Zo kunnen zij een onderwijspakket samenstellen, dat bij hen zelf past en dat hen de beste mogelijkheden biedt in hun verdere ontwikkeling. Door de lesstof aan te bieden in betekenisvolle gehelen willen we onze leerlingen de kans geven zich breed en stevig te ontplooien. In de onderbouw doen we dit door te werken met leergebieden, in de bovenbouw door intersectoraal onderwijs.
Leergebieden Een leergebied bestaat uit verschillende vakken die logisch met elkaar samenhangen. Daardoor krijgen de leerlingen een bredere en meer gefundeerde kennis van de stof. Er ontstaat inzicht en een beter begrip.
Intersectoraal Leerlingen volgen in de bovenbouw een intersectoraal programma, dat in het derde leerjaar vanwege een pilot waaraan wordt deelgenomen, Diensten en Producten (d&p) wordt genoemd. Dit programma is breed, praktisch en heeft een oriënterend karakter. In de opdrachten is niet alleen sprake van een verbinding tussen meerdere sectoren, er is ook aandacht voor de integratie van het beroepsgerichte deel in het algemeen vormende deel (denk aan vakken als Nederlands, Engels, wiskunde) en omgekeerd. De leerling heeft de gelegenheid om daarnaast zelf een keuze te maken uit een aantal vakken. Door brede programma’s samen te stellen kunnen leerlingen hun beroepskeuze uitstellen en zich beter voorbereiden op toekomstige keuzes. Loopbaanoriëntatie en –begeleiding (LOB) is een vast onderdeel van het lesprogramma.
Doorstroom Met ‘doorstroom’ bedoelen we alle momenten waarop een leerling overstapt, van het ene leerjaar naar het volgende of van de ene leerweg naar de andere. Ook hierbij geldt dat onze zorg gericht is op de leerling en zijn mogelijkheden. Wij willen het mogelijk maken dat kinderen het beste uit zichzelf halen en hen daarvoor de optimale voorwaarden bieden. Bij doorstroom speelt de wens van leerling en ouders een rol. Belangrijk zijn hierbij de behaalde resultaten, maar ook de het advies van de mentor - die de leerling kent - en de visie van de overige docenten tellen mee. Tenslotte worden nog de leerlingkenmerken gehanteerd om een zo zorgvuldig mogelijk advies te geven. Bij doorstroom kunnen we niet zonder regels. De cijfernorm, vastgelegd in deze doorstroomnormering, garandeert dat in elk geval op het gebied van resultaten is voldaan aan de minimumeisen om in een bepaald leerjaar en/of op een bepaald niveau de opleiding te vervolgen. In dit document vindt u een en ander zorgvuldig uitgewerkt.
Onderliggende documenten Meerjarenbeleidsplan Carmel College Salland 2012-2016 Groeidocument “Onderwijs en Organisatie” 2011 en later Doorstromen binnen het vmbo; De leerwegen naast elkaar, 2008-2009
4
2. Verklaring van termen Doorstroom Iedere manier van voortzetting van de leerweg in een ander leerjaar of op binnen een andere leerweg.
Afwijzing Geen doorstroom.
Voortschrijdend gemiddelde Het gemiddelde cijfer voor een vak/leergebied op een bepaald moment in het schooljaar. Dit gemiddelde verandert in de loop van het schooljaar telkens als er nieuwe cijfers aan worden toegevoegd. Dus alle behaalde cijfers tot een bepaald moment tellen mee. Rapportcijfers op rapport 1, 2 en 3 zijn afgerond op één decimaal. Aan het einde van het schooljaar is zo het gemiddelde over het gehele jaar afleesbaar en dit is dan het eindcijfer voor dat vak voor dat schooljaar. Eindcijfers worden tenslotte voor het laatste rapport afgerond op hele getallen.
Onvoldoende Ieder afgerond cijfer lager dan 6.
Tekorten Een vijf = 1 tekort Afgeronde cijfers lager dan vijf = 2 tekorten
5
3. Doorstroom Uitgangspunten bij doorstroom
Het belang en de mogelijkheden van de leerling zijn leidend Resultaten, de wens van ouders en leerling, het advies van de docentenvergadering en leerling kenmerken bepalen de mogelijkheden voor doorstroom Bij voldoen aan de cijfernorm voor doorstroom is het advies van de docentenvergadering niet bindend Bij niet voldoen aan de cijfernorm is het advies van de docentenvergadering bindend Een verzoek voor doorstroom kan worden ingediend door de ouders, de mentor of een lesgevend docent. Onderling overleg hierover vinden wij vanzelfsprekend Doorstroom vindt in principe plaats aan het eind van het schooljaar of zoveel eerder als geaccordeerd door docentenvergadering en schoolleiding.
Algemene regels voor doorstroom en afwijzen 1. De doorstroomnormen zijn van toepassing op alle bij de leerweg genoemde vakken/ leergebieden. 2. De doorstroom vindt in principe plaats op basis van de cijfers van het eindrapport. 3. Bepalend voor het al of niet doorstromen zijn: a) het aantal getelde onvoldoendes/tekorten b) het totaal aantal behaalde punten in alle vakken/leergebieden. 4. Rechtvaardigheidsclausule. a) Indien naar het oordeel van de meerderheid van de docentenvergadering de toepassing van de regels tot een onrechtvaardige beoordeling van de leerling zou leiden, heeft de vergadering het recht van de regels af te wijken. De revisievergadering biedt gelegenheid tot afwikkeling van deze uitzonderingsgevallen. b) In sommige gevallen kan de docentenvergadering een taak opleggen. De leerling rondt de taak voor het begin van de zomervakantie af. De docent die het vak geeft waar de taak voor gegeven wordt, beoordeelt voor het begin van de zomervakantie of de taak naar behoren is vervuld. Is de taak niet in orde, dan kan de leerling niet doorstromen naar de gewenste leerweg.
6
4. Leerjaar 1 Bevorderingsnormen leergebieden klas 1 bb/kb/gt Leergebied Nederlands wiskunde m&m m&g mvt n&t k&c
Weging 1 1 1 1 1 1 1
Totaal aantal punten voor bevordering minimaal 41 Toelaatbaar aantal onvoldoendes: van de 7 leergebied cijfers mag er maximaal 1 onvoldoende zijn, waarbij deze onvoldoende niet lager mag zijn dan 4
Rekenvoorbeelden: 1. Ne 6; wi 4; m&m 6; m&g 7; mvt 6; n&t 6; k&c 6: bevorderd (41 punten, 2 tekorten binnen één leergebied en compensatie van de 7 voor m&g) 2. Ne 5; wi 6; m&m 5; m&g 7; mvt 6; n&t 6; k&c 7: niet bevorderd ( 42 punten, maar 2 tekorten in 2 verschillende leergebieden) 3. Ne 6; wi 5; m&m 6; m&g 6; mvt 6; n&t 6; k&c 6: bevorderd (41 punten, 1 tekort)
Eisen voor bevordering bb → kb / kb → gt / gt→ havo
Geen tekorten Totaal aantal punten voor de 7 leergebieden minimaal 54 Totaal aantal punten voor leergebieden Ne, wi en mvt minimaal 23
7
5. Leerjaar 2 Bevorderingsnormen leergebieden bb/kb/gt Leergebied Nederlands wiskunde m&m m&g mvt n&t k&c
Weging 1 1 1 1 1 1 1
Totaal aantal punten voor bevordering minimaal 41 Toelaatbaar aantal onvoldoendes: van de 7 leergebied cijfers mag er maximaal 1 onvoldoende zijn, waarbij deze onvoldoende niet lager mag zijn dan 4.
Rekenvoorbeelden: 1. Ne 6; wi 6; m&m 4; m&g 7; mvt 6; n&t 6; k&c 6: bevorderd (41 punten, 2 tekorten binnen één leergebied en compensatie van de 7 voor m&g). 2. Ne 5; wi 6; m&m 5; m&g 7; mvt 6; n&t 6; k&c 7: niet bevorderd ( 42 punten, maar 2 tekorten in 2 verschillende leergebieden) 3. Ne 6; wi 5; m&m 6; m&g 6; mvt 6; n&t 6; k&c 6: bevorderd (41 punten, 1 tekort) NB:
examens worden nog altijd in vakken afgenomen in plaats van in leergebieden. Om die reden geven docenten voor de doorstroom naar klas 3 gedegen informatie en advies afgestemd op de onderliggende vakken uit het leergebied die de leerling kan kiezen.
Eisen voor bevordering bb → kb / kb → gt en gt → havo
Geen tekorten Totaal aantal punten voor de 7 leergebieden minimaal 54 Totaal aantal punten voor leergebieden Nederlands, wiskunde en moderne vreemde talen minimaal 23
8
6. Leerjaar 3 Bevorderingsnorm klas 3 Leerlingen gaan het examenjaar in. Dat betekent dat de bevorderingsnorm verregaande overeenkomst heeft met de exameneisen. Klas 3 gt
Categorie 1: CSE-vakken+ LO2 Nederlands Engels wiskunde sectorvak (bi/ec/na) vak (gekoppeld aan CC) d&p vrije keuzevak vrije keuzevak
CSE-vakken en LO2 maximaal 2 tekorten zonder compensatie CSE-vakken en LO2 maximaal 3 tekorten met compensatie Nederlands, Engels, wiskunde minimaal 16 punten Nederlands > 5 Op rapport geen cijfers < 4
Categorie 2: SE-vakken ckv lmv lo
Weging 1 1 1
ckv moet met ‘voldoende’ afgesloten zijn overige vakken: bij 1 of meer tekorten of bij niet naar behoren afgesloten: bespreekgeval
Categorie 3 Carmel class
Weging 1 1 1 1 1 1 1 1
Beoordeling o/v/g
Carmel Class vormt onderdeel van het portfolio Beoordeling telt nog niet mee
Categorie 4 Rekenen (rekentoets 2F)
Beoordeling Cijfer heeft nog geen consequentie
9
Klas 3 bb/kb
Categorie 1: CSE-vakken Nederlands Engels wiskunde sectorvak (bi/ec/na) extra vak D&p
CSE-vakken maximaal 1 tekort zonder compensatie CSE-vakken maximaal 2 tekorten met compensatie Nederlands, Engels, wiskunde minimaal 16 punten Nederlands > 5 Op rapport geen cijfer < 4
Categorie 2: SE-vakken ckv lmv lo
Weging 1 1 1
ckv moet met ‘voldoende’ afgesloten zijn. overige vakken: bij 1 of meer tekorten of bij niet naar behoren afgesloten: bespreekgeval.
Categorie 3 Carmel class
Weging 1 1 1 1 1 2
Beoordeling o/v/g
Carmel Class vormt onderdeel van het portfolio Beoordeling telt nog niet mee
Categorie 4 Rekenen (rekentoets 2F)
Beoordeling Cijfer heeft nog geen consequentie
10
7. Slaag-en zakregeling Slaag- en zakregeling t.b.v. examenkandidaten 1. De kandidaat die eindexamen vmbo heeft afgelegd, is geslaagd indien het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 is, hij tenminste een 5 als eindcijfer heeft behaald voor Nederlands en hij tevens: a) voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, of b) voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 4 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, of c) voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger De rekentoets/rekenen is geen eindexamenvak en maakt geen onderdeel uit van het centraal examen. 2.
Voor de toepassing van het eerste lid, onderdelen a, b en c, wordt het eindcijfer van het afdelingsvak of het intrasectorale of intersectorale programma in de basisberoepsgerichte en de kaderberoepsgerichte leerweg meegerekend als twee eindcijfers.
3.
In aanvulling op het eerste lid geldt tevens dat voor de vakken lichamelijke opvoeding en het kunstvak uit het gemeenschappelijk deel en in de gemengde en de theoretische leerweg voor het sectorwerkstuk de kwalificatie ‘voldoende’ of ‘goed’ is behaald.
4.
In afwijking van het eerste en derde lid, is de kandidaat die eindexamen vmbo heeft afgelegd ter afsluiting van een leerwerktraject als bedoeld in artikel 10b1 van de wet, geslaagd indien hij zowel voor het vak Nederlandse taal als voor het beroepsgerichte programma het eindcijfer 6 of hoger heeft behaald. Indien de vakken waarin examen is afgelegd, tezamen een eindexamen vormen van de basisberoepsgerichte leerweg, bedoeld in artikel 10b van de wet, zijn het eerste tot en met derde lid van overeenkomstige toepassing.
11