Examenreglement VMBO 2013-2014 1.
Algemeen
2.
Begripsbepalingen
1.1 1.2 1.3 1.4
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
2.9 2.10 2.11 2.12 2.13 2.14 2.15 2.16
3.
3.1
Het eindexamenreglement wordt vastgesteld door het bevoegd gezag. Indien daartoe aanleiding is kan het bevoegd gezag het reglement tussentijds wijzigen. Het eindexamen is geregeld in het Eindexamenbesluit VO en is van toepassing. Het examenreglement is noodzakelijk volgens artikel 31 van bovengenoemd besluit. Een exemplaar van het examenreglement ligt ter inzage bij de administratie van de school en wordt verstrekt aan alle examenkandidaten.
Bevoegd gezag:
het bestuur van de Vereniging Ons Middelbaar Onderwijs te Tilburg, gemandateerd aan de directeur; Examencommissie: de commissie op de school ingesteld door de directeur met een aantal taken (zie reglement); Regionale beroepscommissie: hierbij kan men volgens een vastgestelde procedure in beroep gaan (zie artikel 11 van dit reglement); Kandidaat: eenieder die door het bevoegd gezag tot het eindexamen wordt toegelaten; Examen: hiermee wordt zowel het schoolexamen als het centraal examen bedoeld, zowel schriftelijk, mondeling als digitaal; Examinator: degene die belast is met het afnemen van het eindexamen; Toetsen: alle door de kandidaat af te leggen onderdelen van het examen; Examendossier: het examendossier omvat alle onderdelen van het schoolexamen, zoals dit in het voorlaatste en laatste leerjaar van de opleiding wordt opgebouwd, ook van die vakken die hetzij niet centraal worden geëxamineerd, hetzij reeds in het derde leerjaar worden afgesloten; Programma van toetsing en afsluiting: hierin is opgenomen een omschrijving van de inhoud van de toetsen, de beoordeling en weging van het resultaat evenals de stage; Inspectie: de inspectie, zoals bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs; Gecommitteerde: een gecommitteerde zoals bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs; Directeur: de algemeen directeur van het Munnikenheide College, mevrouw C. Reuvers-de Laat; Schooljaar: het tijdvak dat aanvangt op 1 augustus en eindigt op 31 juli van het daaropvolgende jaar; Vakken: vakken, deelvakken, intrasectorale programma’s en andere programmaonderdelen; Sectorwerkstuk: het in artikel 4.1.2 bedoelde sectorwerkstuk; Herkansing: het opnieuw dan wel alsnog deelnemen aan een toets van het centraal eindexamen of het schoolexamen.
Eindexamen
3.4 3.5 3.6
Het bevoegd gezag stelt de leerlingen van de school in de gelegenheid ter afsluiting van de opleiding een eindexamen af te leggen. Het eindexamen bestaat uit een schoolexamen en voor zover dat in het examen programma bepaald is, een centraal examen. De directeur en de examinatoren nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. De directeur wijst één van de personeelsleden aan als secretaris van de examencommissie. De directeur stelt een examencommissie in. De examencommissie regelt alle aangelegenheden die het examen betreffen(zie artikel 4.6).
4.
Schoolexamen
3.2 3.3
4.1 4.1.1
Het schoolexamen wordt afgenomen conform het Eindexamenbesluit VO. Algemeen Het schoolexamen kan bestaan uit de volgende toetsen: a. mondelinge toetsen; b. schriftelijke toetsen met gesloten en/of open vragen; c. praktische opdrachten; d. handelingsopdrachten.
130923 Examenreglement 2013-2014 v2
1
4.1.2 4.1.3 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5
4.2.6
4.2.7
4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.4 4.4.1 4.4.2
4.4.3
4.4.4
4.4.5
Voor kandidaten in de theoretische en gemengde leerweg geldt bovendien een, meerdere vakken omvattend, sectorwerkstuk. Voor kandidaten in de kader- en basisberoepsgerichte leerweg wordt het sectorwerkstuk vervangen door één of meerdere praktische opdrachten. Het schoolexamen wordt gehouden overeenkomstig het voor ieder vak geldend programma van toetsing en afsluiting. Tijden van het schoolexamen Het schoolexamen begint in leerjaar 3 van de opleiding met de opbouw van het examendossier. Voor welke afdelingen, sectoren of leerwegen het onder 4.2.1 gestelde geldt, wordt vastgesteld door de directeur. Het schoolexamen wordt tenminste 3 werkdagen voor de aanvang van het centraal eindexamen afgesloten, in bijzondere gevallen beslist de directeur. Het in 4.2.3 gestelde geldt eveneens indien een kandidaat het centraal eindexamen zal afleggen tijdens het tweede tijdvak, doordat hij niet in staat geweest is het schoolexamen, om een geldige reden, tijdig voor het centraal eindexamen af te ronden. Indien een kandidaat om een geldige reden, dit ter beoordeling van de directeur, is verhinderd het schoolexamen tijdig af te ronden zowel voor de eerste als voor de tweede periode en hij het schriftelijk eindexamen zal afleggen ten overstaan van de staatsexamencommissie, moet het schoolonderzoek tenminste 4 weken voor de aanvang van dit examen zijn afgesloten. De kandidaten ontvangen bij aanvang van het 3e leerjaar het examenreglement met het bijbehorende programma van toetsing en afsluiting (= PTA), waarin vermeld staat: a. een overzicht van de toetsen van het schoolexamen; b. een planning van de toetsen; c. een omschrijving van de te toetsen leerstof; d. de wijze waarop het eindcijfer schoolexamen wordt berekend; e. een overzicht van de herkansingsmogelijkheden. Tenminste 1 week voor aanvang van elke toets ontvangen de kandidaten mededeling van: a. de plaats waar de toetsen worden afgenomen; b. het tijdstip waarop de toetsen worden afgenomen; c. de duur van de toetsen. Toetsen De vakgroepen dienen vóór 1 juni voorafgaand aan het schooljaar, waarin met het schoolexamen wordt aangevangen, bij de directeur een PTA in. De directeur zorgt ervoor, dat deze overzichten bij aanvang van het schoolexamen voor de kandidaten openbaar gemaakt. De opgaven voor de toetsen en de daarbij behorende normering worden door de vakgroepen vastgesteld. Mondelinge toetsen worden afgenomen door de docent (examinator). De informatie en de regels over de schoolonderzoeken en de herkansing van de schoolonderzoeken staan op de site van het Munnikenheide College. Beoordeling Voor de beoordeling van de toetsen van het schoolexamen gebruikt de examinator de cijfers 1 t/m 10 met de daartussen liggende cijfers met één decimaal. De handelingsopdracht wordt niet met een cijfer beoordeeld, maar met de beoordeling voldoende. Indien naar het oordeel van de examinator deze opdracht niet met een voldoende beoordeeld kan worden, wordt de kandidaat in de gelegenheid gesteld alsnog een voldoende te scoren. De gehele cijfers voor het schoolexamen hebben de volgende betekenis: 1 = zeer slecht 6 = voldoende 2 = slecht 7 = ruim voldoende 3 = zeer onvoldoende 8 = goed 4 = onvoldoende 9 = zeer goed 5 = bijna voldoende 10 = uitmuntend Uit de beoordeling van alle toetsen in een vak of programma leidt de examinator het eindcijfer voor het schoolexamen af. Het eindcijfer voor het schoolexamen is het gewogen gemiddelde van de beoordelingen die voor de toetsen van het schoolexamen aan de kandidaat zijn gegeven. Dit gemiddelde wordt afgerond op 1 decimaal. Uitgezonderd maatschappijleer 1: dit vak wordt als eindcijfer op een geheel getal afgerond. Indien een kandidaat in een (onderdeel van een) vak of programma door twee of meer docenten is geëxamineerd, bepalen deze docenten in onderling overleg het cijfer voor het schoolexamen. Komen zij niet tot overeenstemming dan wordt het cijfer bepaald op het rekenkundig gemiddelde van de beoordelingen door ieder van hen.
130923 Examenreglement 2013-2014 v2
2
4.4.6
4.4.7
4.5 4.5.1
4.5.2
4.5.3
4.6 4.6.1 4.6.2
4.6.3
4.6.4
4.7 4.7.1 4.7.2 4.7.3 4.7.4 4.8 4.8.1
In afwijking van het eerste lid, worden het deelvak kv1 en het deelvak lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van elke sector, beoordeeld met voldoende of goed. Deze beoordeling gaat uit van de mogelijkheden van de leerling en geschiedt op basis van het voldoende afsluiten van de desbetreffende deelvakken, zoals blijkt uit het examendossier. In afwijking van het eerste lid wordt het sectorwerkstuk beoordeeld met voldoende of goed. Deze beoordeling geschiedt op basis van het voldoende voltooien van het sectorwerkstuk, zoals blijkt uit het examendossier. De eerste en tweede zin zijn ook van toepassing op het sectorwerkstuk. Mededelingen cijfers Het cijfer van iedere toets wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 2 weken, aan de kandidaat bekendgemaakt. Tijdens deze bekendmaking hebben de kandidaten het recht het door hen gemaakte werk in te zien. Gemaakt schriftelijk werk en de bijbehorende opgaven worden niet aan de kandidaat teruggegeven. De kandidaat noteert de behaalde cijfers in het examendossier. Het eindcijfer voor het schoolexamen wordt voor de aanvang van het centraal eindexamen aan de kandidaat meegedeeld. Zo ook de beoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld en de beoordeling van het sectorwerkstuk. Schriftelijke rapportering aan de kandidaten en hun ouders betreffende de beoordelingen van het schoolexamen geschiedt periodiek op door de directeur vast te stellen momenten en in elk geval in de laatste week voor de aanvang van het centraal examen, waarbij dan tevens de eindcijfers voor het schoolexamen worden gerapporteerd. Examencommissie en beroep De directeur stelt in ieder geval één examencommissie in. De examencommissie heeft (onder andere) de volgende taken: a. behandelen van verzoeken van kandidaten voor bijzondere maatregelen bij een schoolexamen of toets, wegens persoonlijke omstandigheden van de kandidaat; b. behandelen van verzoeken van kandidaten voor vrijstelling of ontheffing; c. behandelen van klachten van kandidaten over een primair besluit van de examinator, waaronder de inhoud of de beoordeling van een schoolexamen of toets; d. behandelen van klachten van kandidaten over de omstandigheden waaronder een schoolexamen of toets is afgelegd. Tegen een primair besluit van de examencommissie - als bedoeld in lid 4.6.2a en 2b - kan de leerling of diens wettelijke vertegenwoordiger, binnen vijf werkdagen nadat het besluit aan de kandidaat is medegedeeld, schriftelijk en gemotiveerd bezwaar maken bij de directeur. Binnen vijf werkdagen nadat het bezwaar is binnengekomen deelt de directeur schriftelijk en gemotiveerd het besluit aan de leerling mede. Tegen het besluit op bezwaar van de directeur kan beroep worden ingesteld bij de regionale beroepscommissie. De directeur maakt geen deel uit van de commissie die het beroep behandelt. De regionale beroepscommissie maakt het besluit binnen 5 werkdagen na ontvangst van het beroepschrift bekend. Indien een zwaarwegend belang dit vereist, kan de termijn met maximaal eenzelfde periode worden verlengd. Tegen een primair besluit van een examinator als bedoeld in 4.6.2c of een omstandigheid als bedoeld in lid 4.6.2d kan de leerling of diens wettelijk vertegenwoordiger, binnen vijf werkdagen nadat het besluit aan de kandidaat is medegedeeld dan wel de omstandigheid zich heeft voorgedaan, schriftelijk en gemotiveerd bezwaar maken bij de examencommissie. De examencommissie vraagt de directeur om een reactie op het bezwaar. Binnen vijf werkdagen nadat het bezwaar is binnengekomen deelt de examencommissie schriftelijk en gemotiveerd haar besluit aan de leerling mede. Tegen het besluit op bezwaar van de examencommissie kan beroep worden ingesteld bij de regionale beroepscommissie. (zie Reglement bezwaar en beroep in leerlingzaken Ons Middelbaar Onderwijs) Herkansing Elke kandidaat heeft het recht om in elke schoolexamenperiode één toets van het schoolonderzoek te herkansen. In geval van reglementaire absentie (art. 7.2 e.v.) en in bijzondere gevallen kan herkansing van een toets of een ander onderdeel van het schoolexamen worden verleend door de examencommissie. De secretaris van de examencommissie beslist over de herkansing school examen zoals bedoeld in 4.7.2. In geval van herkansing geldt het hoogst behaalde cijfer. Afsluiting schoolexamen De leerling heeft het schoolexamen afgerond indien: a. het sectorwerkstuk en de vakken kv1 en lichamelijke opvoeding beoordeeld zijn met voldoende of goed; b. de praktische opdrachten en toetsen van vakken uit het gemeenschappelijk deel als
130923 Examenreglement 2013-2014 v2
3
4.8.2 4.8.3 4.8.4
4.9 4.9.1 4.9.2 4.9.3
5.
5.1 5.1.1 5.1.2
5.1.3
5.1.4 5.1.5 5.1.6
5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.2.5
aangegeven in het programma van toetsing en afsluiting zijn vastgelegd en voor deze vakken een eindcijfer is verkregen; c. de vakken van het door de leerling gekozen sectordeel zijn getoetst als aangegeven in het programma van toetsing en afsluiting; d. de vakken die de leerling in het vrije deel gekozen heeft en die de minister van eindtermen heeft voorzien, zijn getoetst als aangegeven in het programma van toetsing en afsluiting; e. de overige onderdelen, die niet van eindtermen zijn voorzien, met voldoende zijn afgerond; f. alle handelingsdelen naar behoren zijn afgerond. Indien het sectorwerkstuk, kv1 en lichamelijke opvoeding niet met voldoende of goed zijn beoordeeld, mag de leerling wel aan het centraal eindexamen deelnemen, maar kan niet slagen voordat het sectorwerkstuk, kv1 en lichamelijke opvoeding met voldoende of goed beoordeeld zijn. Om voor diplomering in aanmerking te komen dienen het sectorwerkstuk, kv1 en lichamelijke opvoeding uiterlijk een week voordat de uitslag wordt vastgesteld met voldoende of goed beoordeeld zijn. Voor de aanvang van het centraal eindexamen maakt de directeur aan de kandidaat bekend, voor zover van toepassing: a. welke cijfers hij heeft behaald voor het schoolexamen, b. de beoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld, c. de beoordeling van het sectorwerkstuk. Overige bepalingen De resultaten van het schoolexamen behaald in het derde leerjaar, komen te vervallen als de kandidaat niet wordt bevorderd van het derde naar het vierde leerjaar. De schoolexamenresultaten, behaald in het vierde leerjaar, komen te vervallen als de kandidaat niet slaagt voor het eindexamen. Voor de kandidaat die tot het derde of vierde leerjaar wordt toegelaten, nadat in dat leerjaar reeds toetsen zijn afgenomen, stelt de directeur een regeling vast, in overleg met de betrokken docent(en) en de kandidaat.
Centraal examen
Algemeen Het centraal examen wordt afgenomen conform de artikelen 36 t/m 45 van het Eindexamenbesluit VO. Ten minste 14 dagen voor de aanvang van het centraal examen ontvangen de kandidaten het rooster van het centraal examen. In dit rooster staat in elk geval vermeld: a. de plaats waar de toetsen van het centraal examen worden afgenomen; b. het tijdstip waarop de toetsen worden afgenomen; c. de duur van de toetsen. De directeur zendt jaarlijks tenminste drie dagen voor de aanvang van de centrale examens in het eerste tijdvak, aan de inspectie een lijst waarop voor iedere kandidaat vermeld staat in welke vakken hij centraal examen zal afleggen en waarop is aangegeven welke cijfers de kandidaat voor het schoolexamen heeft behaald. Voor de aanvang van het tweede tijdvak worden een lijst met de kandidaten, de in het eerste tijdvak door die kandidaten behaalde cijfers, de voor zover van toepassing, alsnog behaalde cijfers voor het schoolexamen, evenals een overzicht van het vak of de vakken waarin elke kandidaat eindexamen zal afleggen, aan de inspectie gezonden. Onmiddellijk na afloop van het eerste en het tweede tijdvak zendt de directeur aan de DUO een lijst waarop voor ieder vak is aangegeven welke kandidaten aan het centraal examen in dat vak zullen deelnemen in het derde tijdvak. De directeur zorgt ervoor, dat de opgaven voor het centraal examen geheim blijven tot de aanvang van de toets waarbij deze opgaven aan de kandidaten worden voorgelegd. De kandidaat moet er voor kunnen kiezen om zijn recht op herkansing uit te oefenen als zijn definitieve CE-cijfers bekend zijn. Bij het aanbieden van de afnametijdstippen voor herkansingen moet de school hier mee rekening houden. Gang van zaken tijdens het centraal examen De kandidaten maken het schriftelijk werk onder toezicht van door de directeur aangewezen examinatoren. Tijdens een toets van het centraal examen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard ook, aangaande de opgaven, gedaan. Een overzicht van hulpmiddelen waarvan het gebruik door de CVE is toegestaan, zal tijdig aan de leerlingen worden uitgereikt. Tassen, jassen e.d. mogen niet naar het eindexamenlokaal worden meegenomen. Het examenwerk mag niet met potlood worden gemaakt, tekeningen uitgezonderd.
130923 Examenreglement 2013-2014 v2
4
5.2.6 5.2.7 5.2.8 5.2.9 5.2.10 5.2.11 5.2.12 5.2.13 5.2.14
5.3 5.3.1
5.3.2
5.3.3 5.3.4 5.3.5 5.3.6
5.3.7
5.3.8 5.3.9 5.3.10 5.3.11 5.3.12
De kandidaat vermeldt zijn eindexamennummer, zijn naam en de naam van de betrokken examinator. Zonder toestemming van een toezichthouder mag een kandidaat zich gedurende het examen niet verwijderen uit het examenlokaal. Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na aanvang van het centraal examen tot dat examen worden toegelaten. Gedurende een uur na aanvang van het centraal examen is het een kandidaat niet toegestaan te vertrekken. De aan de kandidaten voorgelegde opgaven voor het centraal examen blijven in het examenlokaal tot het einde van het examen. Een kandidaat laat de opgaven op zijn tafel liggen. Vanaf een kwartier voor het einde van het examen mogen de kandidaten het examenlokaal niet verlaten. Aan het einde van een zitting blijven de kandidaten zitten totdat een toezichthouder het sein geeft om te vertrekken. Het is de kandidaten verboden enig papier dat op het eindexamen betrekking heeft op een andere plaats dan op de hun toegewezen tafel te leggen. Indien de afnamecondities van een examen een adequate beoordeling onmogelijk maken kan de directeur contact opnemen met de inspectie. De inspectie kan dan besluiten dat het werk wordt beschouwd als niet gemaakt en niet wordt beoordeeld. Alle kandidaten die aan deze sessie deelnamen hebben dan recht op opnieuw maken/inhalen. Correctie centraal schriftelijk examen De secretaris van de examencommissie zorgt ervoor dat het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven en het proces-verbaal van het eindexamen toekomen aan de examinator in het desbetreffende vak. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past bij zijn beoordeling de normering toe evenals de regels voor het bepalen van de score die zijn voorgeschreven door de CVE. De examinator drukt zijn beoordeling uit in een score. De secretaris van de examencommissie zorgt ervoor dat de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal en de regels voor het bepalen van de score, bedoeld in het eerste lid onverwijld aan de betrokken gecommitteerde toekomen. De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past bij zijn beoordeling de regels voor het bepalen van de cijfers, bedoeld in het eerste lid toe. De Minister kan nadere voorschriften geven voor de uitvoering van de voorgaande leden. De Minister kan bepalen, dat in verband met de aard van de opgaven, ter vermijding van overbelasting van de gecommitteerden dan wel ter versnelling van de examenprocedure wordt afgeweken van de overige leden van dit artikel. De secretaris van de examencommissie zorgt er voor dat bij het maken van het praktisch gedeelte van het centraal examen de examinator in het desbetreffende vak of programma aanwezig is. De examinator beoordeelt de prestaties tijdens het maken van de praktijkopgaven en legt zijn bevindingen van de verrichtingen van de kandidaat schriftelijk vast, volgens daartoe door de CVE vastgestelde richtlijnen bij de opgaven. De examinator beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past daarbij de beoordelingsnormen voor de centrale examens toe. De examinator drukt zijn beoordeling uit in de score, voortvloeiend uit de beoordeling. De gecommitteerde beoordeelt het resultaat van de praktijkopgaven, evenals de verrichtingen van de kandidaat zoals blijkend uit de in het 5.3.6 bedoelde schriftelijke vastlegging daarvan. De directeur overhandigt de gecommitteerde daartoe een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces-verbaal, evenals de regels voor het bepalen van de score, bedoeld in 5.3.6, 5.3.4 en 5.3.5 zijn van overeenkomstige toepassing. De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg de score van het centraal examen vast. Komen zij daarbij niet tot overstemming, zal er niet meer met het rekenkundig gemiddelde gewerkt worden, maar zal er op directieniveau van beide scholen overleg plaatsvinden en eventueel na overleg met de inspectie kan er een extra 2e correctie plaatsvinden. Indien een kandidaat om een geldige reden, ter beoordeling van de directeur, is verhinderd bij één of meer toetsen in het eerste tijdvak tegenwoordig te zijn, wordt hem in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal eindexamen op ten hoogste twee toetsen te voltooien. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal examen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien. De kandidaat meldt zich zo spoedig mogelijk door tussenkomst van de directeur aan bij de voorzitter van de desbetreffende staatsexamencommissie. In dat geval deelt de directeur aan de commissie mede welke cijfers de kandidaat voor het schoolexamen en het eventueel reeds afgelegde gedeelte van het centraal eindexamen heeft behaald, evenals, wanneer dat zich
130923 Examenreglement 2013-2014 v2
5
5.3.13
6.
voordoet, het ten behoeve van de kandidaat toepassing is gegeven aan artikel 6.1, 6.2 dan wel 6.3, en waaruit deze toepassing bestaat. Na afloop van het derde tijdvak deelt de staatsexamencommissie het resultaat mede aan de directeur.
Afwijking wijze van examineren
6.5
Algemeen Een kandidaat mag bij alle theoretische examens een verklarend Nederlands woordenboek gebruiken maar niet bij de beroepsgerichte examens. De directeur kan toestaan dat een lichamelijk of geestelijk gehandicapte kandidaat het eindexamen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de directeur de wijze waarop het eindexamen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. Tenzij sprake is van een objectief waarneembare lichamelijke handicap, geldt ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde aangepaste wijze van examineren dat: a. er een deskundigenverklaring is die door een ter zake deskundige psycholoog of orthopedagoog is opgesteld; b. de aanpassing voor zover betrekking hebbend op het centraal eindexamen in ieder geval kan bestaan uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal eindexamen met ten hoogste 30 minuten; c. een andere aanpassing slechts kan worden toegestaan voor zover daartoe in de onder a. genoemde deskundigenverklaring melding wordt gemaakt. Bovenstaande geldt in ieder geval voor leerlingen met dyslexie en dyscalculie. Het bevoegd gezag kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit, ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie Nederlands niet de moedertaal is. De in de eerste volzin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op: a. het vak Nederlandse taal; b. enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is. De in 6.3 bedoelde afwijking bestaat voor zover betrekking hebbend op het centraal eindexamen slechts uit een verlenging van de duur van de desbetreffende toets van het centraal eindexamen met ten hoogste 30 minuten en het verlenen van toestemming tot het gebruik van een verklarend woordenboek der Nederlandse taal. Van elke afwijking op grond van het derde lid wordt mededeling gedaan aan de inspectie.
7.
Absentie
6.1
6.2
6.3
6.4
7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6
7.7
8.
8.1 8.1.1
Indien een kandidaat zonder geldige reden te laat bij een toets verschijnt, kan hij uiterlijk tot een half uur na het begintijdstip van de toets tot het examenlokaal worden toegelaten. Hij levert zijn werk in op het tijdstip dat voor de andere kandidaten geldt. Als een kandidaat door ziekte of door een andere vorm van overmacht niet in staat is een toets bij te wonen, moet dit schriftelijk voor of telefonisch op de dag van de toets voor de aanvang van de toets gemeld worden aan de secretaris examencommissie. Zodra een kandidaat die door ziekte een toets heeft verzuimd weer op school komt, dient hij een verklaring ondertekend door zijn ouders omtrent zijn verzuim in te leveren bij de secretaris van de examencommissie. Een kandidaat die in gebreke blijft de in 7.3 genoemde verklaring in te leveren, wordt geacht niet reglementair afwezig te zijn geweest. Indien een kandidaat op grond van niet reglementaire afwezigheid een toets niet heeft afgelegd, neemt de directeur maatregelen overeenkomstig het gestelde in artikel 11. Indien een toets van het schoolexamen niet is afgelegd op grond van reglemen taire afwezigheid, treedt 4.7.2 in werking. Indien het een toets van het centraal eindexamen betreft, wordt de kandidaat in het tweede tijdvak de gelegenheid gegeven het centraal eindexamen op ten hoogste twee toetsen te voltooien. Indien een kandidaat in het tweede tijdvak evenzeer verhinderd is, of wanneer hij het centraal eindexamen in het tweede tijdvak niet kan voltooien, wordt hij in de gelegenheid gesteld in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie zijn eindexamen te voltooien.
Uitslag
Eindcijfer eindexamen Voor alle leerwegen geldt dat het eindcijfer van het eindexamen wordt bepaald door de som van 1x het eindcijfer van het schoolexamen en 1x het cijfer van het centraal examen te delen door 2. [(1x SE + 1x CE):2].
130923 Examenreglement 2013-2014 v2
6
8.1.2 8.1.3
8.2 8.2.1 8.2.2
8.2.3
8.2.4 8.2.5
Het SE-cijfer heeft dus hetzelfde gewicht als het CE-cijfer. Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met 10. Indien het volgens 8.1.1 berekende eindcijfer niet een geheel getal is, wordt het, indien het eerste cijfer achter de komma 4 of minder is, naar beneden afgerond, en indien dit 5 of meer is, naar boven afgerond. Vaststelling uitslag De directeur en de secretaris van de examencommissie stellen de uitslag vast met inachtneming van het bepaalde in 8.2.4. De directeur en de secretaris van de examencommissie stellen uit alle eindcijfers van de vakken waarin de kandidaat eindexamen heeft afgelegd een lijst op, zodanig dat de op deze lijst vermelde vakken een eindexamen vormen als bedoeld in de artikelen 11 tot en met 29 van het Eindexamenbesluit VO, dat voldoet aan het bepaalde in 8.2.4. De kandidaat die eindexamen heeft afgelegd, is geslaagd indien het rekenkundig gemiddelde van zijn bij het CE behaalde cijfers tenminste 5.5 is, en dat tevens: a. het eindcijfer voor Nederlands niet lager is dan een 5; b. voor al zijn examenvakken eindcijfers heeft behaald van 6 of meer, of c. voor ten hoogste een van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, of, d. voor ten hoogste een van zijn examenvakken het eindcijfer 4 heeft behaald (niet zijnde het vak Nederlands) en voor de overige examenvakken een 6 of hoger waarvan tenminste een 7 of hoger, of e. voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan tenminste één 7 of hoger, met dien verstande dat het eindcijfer van het afdelingsvak of intrasectorale programma in de basisberoepsgerichte- en de kaderberoepsgerichte leerweg wordt meegerekend als twee eindcijfers, of, f. voor het sectorwerkstuk en de vakken kv1 en lichamelijke opvoeding met voldoende of goed is afgesloten. (zie Eindexamenbesluit VO artikel 49.1c) De kandidaat die eindexamen dan wel deeleindexamen heeft afgelegd en die niet voldoet aan de voorwaarden, genoemd in 8.2.1 t / m 8.2.4, is afgewezen, behoudens de mogelijkheid tot herkansing bedoeld in artikel 8.3. Zodra de uitslag volgens 8.2.4 is vastgesteld, deelt de directeur deze tezamen met de eindcijfers aan iedere kandidaat mede. Hij maakt daarbij melding van het bepaalde in 8.3.
8.3
Herkansing De kandidaat, geslaagd of gezakt op basis-, kader- of gemengd/theoretisch niveau, heeft het recht in het 2e tijdvak deel te nemen aan de herkansing van één vak van het centraal examen. Tevens mag een kandidaat op basis- en kaderniveau het beroepsgericht examen of een onderdeel van dit examen herkansen. Indien een kandidaat na zijn centraal examen herkanst heeft, geldt het hoogste cijfer. De kandidaat doet een schriftelijk verzoek tot herkansing aan de secretaris van de examencommissie.
9. 9.1
Diploma en cijferlijst De directeur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een lijst uit waarop zijn vermeld de cijfers voor het schoolexamen, de cijfers voor het centraal examen, de vakken, het onderwerp of de titel van het sectorwerkstuk en de eindcijfers voor de examenvakken, evenals de uitslag van het eindexamen. Tevens wordt vermeld de beoordeling van de vakken kV1 en lichamelijke opvoeding uit het gemeenschappelijk deel van de leerweg. De directeur reikt op grond van de definitieve uitslag aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit, waarop alle vakken zijn vermeld die bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken. Op het diploma vmbo is de leerweg vermeld die bij de uitslag is betrokken. Duplicaten van diploma’s worden niet verstrekt. Indien een kandidaat eindexamen heeft afgelegd in meer dan het voorgeschreven aantal vakken, worden de eindcijfers van de vakken die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken vermeld op de cijferlijst, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar heeft. De directeur en de secretaris van de examencommissie tekenen de diploma’s en de cijferlijsten.
9.2
9.3 9.4 10. 10.1
Certificaten De directeur reikt aan de definitief voor het eindexamen afgewezen kandidaat van die de school verlaat en die voor één of meer vakken van zijn laatst afgelegde eindexamen een eindcijfer van 6 of hoger heeft behaald, een certificaat uit.
130923 Examenreglement 2013-2014 v2
7
10.2
Het certificaat vermeldt in ieder geval het vak of de vakken waarvoor de kandidaat een eindcijfer van 6 of hoger heeft behaald, het voor dat vak of die vakken behaalde eindcijfer, de cijfers, behaald voor het schoolexamen en voor het centraal examen daarin, als ook de datum en school waarop de uitslag van het eindexamen is vastgesteld.
11. 11.1
Onregelmatigheden De wettelijke bevoegdheid om maatregelen te kunnen nemen indien een leerling zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel ten aanzien van een aanspraak op ontheffing aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, wordt door de directeur binnen de school doorgemandateerd aan de examencommissie. Meer informatie over de regionale beroepscommissie is te vinden op de website van de school in hoofdstuk 4 van het Reglement bezwaar en beroep in leerlingenzaken Ons Middelbaar Onderwijs
11.2
12.
Geheimhouding Eenieder die betrokken is bij de uitvoering van dit besluit en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van dit besluit de noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
13.
Spreiding eindexamen Het bevoegd gezag kan, de inspectie gehoord, toestaan dat ten aanzien van kandidaten die in het laatste leerjaar langdurig ziek zijn en ten aanzien van kandidaten die lange tijd niet in staat zijn geweest onderwijs in het laatste leerjaar te volgen, het eindexamen gespreid over twee schooljaren wordt afgenomen.
14. 14.1
Bewaren examenwerk Het werk van het centraal examen van de kandidaten en de lijsten bedoeld in artikel 5.1.4, worden gedurende tenminste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard, door de directeur, ter inzage voor belanghebbenden. Een door de directeur en de secretaris van de examencommissie ondertekend exemplaar van de lijst, bedoeld in artikel 5.1.4, wordt gedurende tenminste zes maanden na de vaststelling van de uitslag in het archief van de school bewaard. De directeur draagt er zorg voor dat een volledig stel van de bij het centraal examen gebruikte opgaven gedurende tenminste zes maanden na de vaststelling van de uitslag bewaard blijft in het archief van de school.
14.2 14.3
15 15.1 15.2 15.3 15.4
Slotbepalingen In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de directeur, na partijen gehoord te hebben. Waar in dit reglement gelezen wordt: de ouders, kan onder bepaalde omstandigheden ook gelezen worden: de verzorgers of voogden. Waar sprake is van (mede) ondertekening door de ouders van de kandidaat geldt dit voor leerlingen, die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt. Meerderjarigen (18 jaar en ouder) hebben in dezen zelf tekenbevoegdheid. De directeur behoudt zich het recht voor de ouders van meerderjarigen over alle eindexamenzaken inlichtingen te verschaffen, tenzij de meerderjarige schriftelijk kenbaar maakt dat hij dit niet wenst.
Toevoeging: De huidige derdejaarsleerlingen doen mee aan de rekentoets. De uitslag telt niet mee voor de zak/slaagregeling, maar wordt wel op de cijferlijst vermeld. Leerlingen die de rekentoets met een voldoende afronden ontvangen een certificaat. De huidige vierdejaars leerlingen doen ook mee aan de rekentoets. Het cijfer van de rekentoets komt alleen niet op hun cijferlijst.
130923 Examenreglement 2013-2014 v2
8