MHC De Warande
Tips voor het geven van training Door: Sjoerd Alvers Inleiding Zoals een speler in het veld leert van zijn fouten, zo moet ook een trainer dit doen. Training geven is een vak apart en dit vak is op onvoorstelbaar veel manieren te beoefenen. Er is naar mijn mening geen beste manier aan te wijzen, maar goede manieren zijn er wel. Dit artikel is bedoeld als een handvat om een goede training te kunnen verzorgen, de eisen voor een gediplomeerd Jeugd Hockeytrainer in het oog houdend. “Waarom nou toch?” Er is niets vervelender dan een training die niet lekker verloopt. Na afloop van een dergelijke training verlaat zowel de spelersgroep als de trainer met een rotgevoel het veld. Totaal voorkomen dat een training niet lekker verloopt, is onmogelijk. Als de spelersgroep duidelijk geen zin heeft om te trainen is het voor een trainer onbegonnen werk. Echter is dit meestal niet het geval en dus moet de trainer in eerste instantie de oorzaak van het niet lekker lopen ergens anders zoeken, namelijk bij zichzelf én bij de aangeboden training. De trainer Een trainer heeft een voorbeeldfunctie voor een team. Zijn gedrag en uitstraling heeft veel invloed op de spelersgroep die hij traint. Enkele belangrijke aandachtspunten voor een trainer zijn: 1. Een trainer dient uit te stralen met sport bezig te willen zijn met zijn trainingsgroep. Het niet in sportkleding maar in bijv. een spijkerbroek verschijnen, maar zeker ook het roken en snoepen op het veld straalt naar de spelers niet echt uit dat een trainer echt een sportmens is. Dit is een verkeerd signaal naar de groep toe. 2. Een trainer dient ± 15 minuten voor aanvang van de training aanwezig te zijn. Te laat komen wordt van spelers niet geaccepteerd door trainers en dus vanuit een voorbeeldfunctie dient de trainer zelf zeker op tijd te zijn. Ook komt dit een goede organisatie van de training ten goede, indien het veld al betreden kan worden. 3. Een trainer dient de training goed voorbereid te hebben. Improvisatie kan best tot een goede training leiden, echter is hetgeen goed en wenselijk uitgangspunt voor iedere training. Hoe een goed voorbereide training opgebouwd kan worden komt later nog aan bod. 4. Een trainer dient zich te realiseren welke leeftijdscategorie hij traint en hierop zijn manier van communicatie af te stemmen. De benadering van een speelster van zes jaar is totaal anders dan de communicatie met een speler van zeventien jaar oud. Ook is er een enorm verschil tussen de benadering van jongens en meisjes. 5. Een trainer dient zich ervan bewust te zijn dat een passieve houding op het veld niet inspirerend werkt op een spelersgroep. Dit wil niet zeggen dat een trainer moet rennen en springen gedurende oefeningen, maar hij moet zich wel realiseren dat tegen een hek
MHC De Warande leunen nu ook weer niet echt gedrevenheid en veel positieve energie uitstraalt. Een lijst met punten van aandacht voor een trainer is nooit compleet. De punten geven echter een kapstok voor een trainer om zijn gedrag en houding te evalueren en daar waar mogelijk te verbeteren. TIP: Indien je niet in staat bent of denkt te zijn, jezelf te evalueren kun je uiteraard altijd de trainerscoõrdinator van je vereniging vragen je hierbij te helpen. Vraag deze persoon eens te komen kijken als je training geeft en evalueer deze na afloop eens samen. De training Een goede training kenmerkt zich door het feit dat hij goed voorbereid is door de trainer, er een goede opbouw in zit en dat de oefeningen en accenten hierin goed zijn afgestemd op het niveau van de spelersgroep. 1. De voorbereiding van een training Iedere training is bedoeld om zowel de spelersgroep in zijn geheel als individuele spelers beter te laten hockeyen dan dat ze voor die training deden. Om dit te realiseren dient een training aan 3 criteria te voldoen. De training moet: - LEKKER De spelersmoeten lekker bezig zijn (intensiviteit) - LEUK De spelersmoeten de training leuk vinden (goede sfeer) - LEERZAAM De spelersmoeten ietskunnen leren van de training zijn. ◊ Randvoorwaarde is uiteraard dat iedere training veilig moet zijn. Een trainer moet goed voor ogen hebben wat er binnen zijn team beter kan en moet. Op basis van een vastgestelde beginsituatie voor aanvang van het seizoen is de voortgang van zowel individuele spelers als het gehele team goed in beeld te krijgen. Deze voortgang is nu precies waar het om gaat. Een trainer moet de trainingen zodanig inrichten en plannen dat de verbeterpunten gerealiseerd worden. Wat ik hier nu uitlicht is het plannen van de trainingen. Zoals gezegd beoogt iedere training een vooruitgang. Deze vooruitgang moet waarneembaar worden voor een trainer om te kunnen concluderen dat hij er ook daadwerkelijk is. Dit kan gedaan worden door voor iedere training een duidelijke doelstelling te formuleren. Op basis van deze doelstelling worden de oefeningen van de training dusdanig gemaakt en op elkaar afgestemd dat de gewenste vooruitgang in ieder geval voor de trainer controleerbaar wordt. Wat dus enorm van belang is voor een goede training is een vooraf bepaalde doelstelling die als een rode draad door de training loopt. Om trainers te helpen met het voorbereiden van een training is een voorbereidingsformulier aan te raden. Tevens kan bij de evaluatie na de training dit formulier erbij gepakt worden om mogelijke fouten door de trainer te bezien en hiervan te leren.
MHC De Warande 2. De opbouw van een training Zoals gezegd is de opbouw van de training een belangrijk aspect voor het slagen van de training. Over het algemeen wordt de volgende opbouw van een training voorgeschreven: - WARMING-UP De warming-up heeft een tweeledige functie. Ten eerste worden te spieren van de spelers opgewarmd waardoor de kans op blessures door de trainingsinspanningen afneemt. Dit geldt overigens met name voor de oudere jeugdspelers (A-B). Ten tweede wordt in de warming-up de toon voor de rest van de training gezet. Als je hier de zaak al laat versloffen is het moeilijk de aandacht van de groep terug te winnen. Probeer, zeker bij de jongere jeugd, bal en stick te gebruiken bij de warming-up. Het is dan ook al goed mogelijk de warming-up een deel van de gehele training te laten worden, ofwel: hij past in de doelstelling voor de training. Let wel op: alle spelers moeten bezig zijn!! Zorg er voor dat de spelers na de warming-up direct aan de gang kunnen met Kern 1. Dit wil dus zeggen dat die oefening al uitgezet moet zijn of dat de organisatie van de warming-up direct bruikbaar is. - KERN 1 Dit gedeelte van de training richt zich specifiek op het aanleren en verbeteren van hockeyvaardigheden, met een duidelijk accent op techniek. Het feit dat er een duidelijk accent op techniek ligt wil dan ook zeggen dat technische aanwijzingen gegeven moeten worden. Bereidt als trainer deze aanwijzingen dan ook goed voor. Deze technische aanwijzingen dienen ook betrekking te hebben op juist die zaken waar het accent in de oefenvorm op ligt. - KERN 2 In Kern 2 worden de in Kern 1 aangeleerde vaardigheden verder beoefend. Kern 2 onderscheidt zich echter van Kern 1 door duidelijk accent te leggen op herkenbare wedstrijdsituaties. Probeer door wisselende situaties te creëren, spelers uit te lokken datgene te gebruiken dat ze in Kern 1 hebben aangeleerd. De technische aanwijzingen kunnen uiteraard ook in deze Kern herhaald worden, echter ligt er ook een taak tot het geven van tactische aanwijzingen. - SLOT Iedere training wordt afgesloten met een lekkere eindpartij. Hierin kunnen de spelers zich uitleven en de behandelde stof kan door de opzet van de partijvorm door de trainer teruggehaald worden. Zorg er in ieder geval voor dat de training met een spetterende eindpartij eindigt, want het gevoel waarmee spelers weggaan is veelal bepalend voor het gevoel over de hele training!
MHC De Warande
3. De oefeningen van een training ”Een leuke oefening gezien bij een ander trainer: gebruiken” Dit wordt net zo veel gevraagd als dat het klakkeloos gedaan wordt. Is het overnemen van oefeningen van een andere trainer goed, of eigenlijk juist niet?Hier kom ik later nog op terug. De vraag die hier namelijk eigenlijk aan voorafgaat is de vraag wat nu precies een goede oefening is. Ook deze vraag kan niet goed beantwoord worden zonder van een oefening te weten wat de trainer ermee beoogd had. Een oefening is een middel om de bepaalde trainingsdoelstelling te bereiken. Zo kan, om het nog makkelijker te maken, oefening A in training 1 een goede oefening zijn, maar in training B een slechte. Ofwel: de doelstelling van de training is bepalend voor de soort oefeningen voor die training. Is er voor oefeningen op zichzelf dan geen beoordeling te geven, los van de doelstelling van de betreffende training?Uiteraard is dit wel het geval. De criteria voor een goede training zijn ook richtlijn voor een goede oefening: LEKKER:
spelers hoeven niet lang stil te staan en zijn actief bezig in de oefening
LEUK:
een oefening bevat afwisselende elementen (bijv. aannemen, open draaien, passen, afronden) waardoor hij niet snel saai wordt. De duur van de oefening is hierin ook enorm van belang!
LEERZAAM: de oefening stelt spelers voor een uitdaging van hun kunnen. Ze zijn dus aangepast aan het niveau van de spelers. ◊ Ook hier is veiligheid een randvoorwaarde! Als je als trainer eenmaal een oefening hebt gemaakt die aan deze criteria voldoet, kun je met deze oefening volop variëren. Indien namelijk een bekende oefenvorm niet uitdagend genoeg meer is voor de spelers kun je hem aanpassen met behulp van het zogenaamde TRAD-principe. Door de volgende factoren aan te passen kan een oefenvorm ineens weer nieuwe uitdagingen gaan bieden: TEMPO RICHTING AFSTAND DRUK
Hoe leg je een oefening op de training nu uit? Plaatje: Laat de oefening een keer zien of voordoen en geef duidelijk de accenten aan Praatje: Geef nu aanwijzingen over zaken als doorwisselen en wijs nogmaals op accenten Daadje: Laat de spelers de oefening doen en corrigeer op de aangegeven accenten.
MHC De Warande
BELANGRIJK: mocht om wat voor reden dan ook (waarschijnlijk fout van jezelf) een oefening niet lopen…wacht niet af en doe iets! Een niet lopende oefening frustreert alleen en zou tot een vervelende training kunnen leiden en dat was nu juist wat we niet wilden. Tot slot wil ik nog even terugkomen op de vraag of het overnemen van oefeningen van andere trainers nu verkeerd is of niet. Als een oefening van een andere trainer lekker loopt in dat team, wil dit niet zeggen dat deze oefening ook lekker loopt in je eigen trainingsgroep; oefeningen waren immers afgestemd op het niveau van de groep. Daarnaast moet in de gaten gehouden worden dat in eerste instantie het doel van de training en dus van de oefening bepalend is voor de bruikbaarheid ervan. Indien dus de bruikbaarheid van de oefening voor je doelstelling er is en de oefening is afgestemd op het niveau van je spelersgroep zie ik geen enkel probleem om een oefening van een andere trainer (in aangepaste vorm waarschijnlijk) te gebruiken. Het wiel hoeft immers niet twee keer uitgevonden te worden. Evaluatie van de training Nadat een goed voorbereide training afgerond is, is het zeer aan te bevelen de training te evalueren. Was de training: - LEKKER - LEUK - LEERZAAM
Waren de spelerslekker bezig (wasde training intensief?) Vonden ze de training leuk (wasde sfeer goed?) Hebben de spelersvooruitgang geboekt door de training?
Indien op al deze vragen volmondig “ja” geantwoord kan worden, mag gesproken worden van een totaal geslaagde training. Mocht dit echter niet het geval zijn, en ben hier dus eerlijk in tegenover jezelf, zal de trainer na moeten gaan of hij er alles aan gedaan heeft om de training te laten slagen. De stelling: door evaluatie evolueert de trainer!