Tijn Touber
Verlichte Gedachten Columns
Tijn Touber Alles al zijn Elke dag Lowland Twee columns © Tijn Touber, 2013 Deze twee columns verschenen eerder in het tijdschrift Happinez
Alles al zijn
Niet lang geleden ging ik op bezoek bij een sjamaan in de binnenlanden van Bali. Op weg naar zijn ashram vertelde de taxichauffeur me over de wonderen die deze Ratu Bagus allemaal verrichtte, waaronder genezingen en het vermogen om op meerdere plekken tegelijk te zijn. ‘Goh, bijzonder,’ mompelde ik enigszins sceptisch. Vlak voordat we aankwamen, zei de chauffeur: ‘Het kan er soms een beetje heftig aan toe gaan, maar laat je niet van de wijs brengen als mensen gaan gillen, boeren, trillen, lachen, huilen of kotsen wanneer Ratu met ze aan de slag gaat.’ ‘Had je dat niet wat eerder kunnen zeggen,’ dacht ik, terwijl ik mijn bagage uit de achterbak haalde en overwoog om rechtsomkeert te maken? Maar ik slingerde de plunjezak dapper over mijn schouder en liep door de poort de ashram – wel met de ferme intentie om me tijdens de dagelijkse dynamische ‘shake’ sessies op de achtergrond te houden en de kat uit de boom te kijken. Het laatste waar ik zin in had was kotsend en boerend over de grond te rollen. Ik was echter nog maar net over de drempel of ik liep in de armen van Ratu Bagus. Hij keek me aan en zei plechtig: ‘Ik wacht al twee jaar op je.’ Niks incognito katten uit de boom kijken dus. Toch lukte het me om tijdens de eerste shake sessie, waaraan zo’n zestig mensen meededen, op de achtergrond te blijven. Het was inderdaad behoorlijk indrukwekkend. Het leek erop alsof de deelnemers door een energie werden overgenomen, waardoor hun lichaam begon te trillen en spontaan energetische ontladingen plaatshadden. Het zag er behoorlijk heftig uit, maar Ratu leek precies te weten wat er ge
beurde en wat hij aan het doen was. Zo nu en dan gaf hij iemand een ‘zetje’ door met zijn hand langs hun lichaam te strijken. Toen de shake was afgelopen en we op de grond zaten om uit te hijgen, keek Ratu mij aan. ‘Come here,’ zei hij. ‘Oh nee,’ dacht ik, maar mijn voeten bewogen al richting het midden van de kring. Toen ik voor hem stond, blies hij zachtjes naar me en… viel ik achterover. Hij had me letterlijk omver geblazen! Een beetje beduusd stond ik op, terwijl iedereen hartelijk lachte. Vervolgens nodigde hij een man uit om een demonstratie te geven van oude Chinese zwaardvechtkunst. Met een ongelooflijke souplesse en snelheid bewoog de man zijn ’zwaard’ (een lange stok) heen en weer, tussen zijn been, achter zijn rug, enzovoorts. Toen hij klaar was en applaus had gekregen, keek Ratu weer naar mij: ‘Now you!’. ‘Me? But I don’t know how!’ Ratu was duidelijk niet onder de indruk en gaf me de stok. Ik had hem nog niet in mijn handen of ik bewoog als een professionele zwaardvechter door de ruimte. De stok leek een eigen leven te leiden en vloog heen en weer, tussen mijn benen, achter mijn rug… ongelooflijk! Ik ben sindsdien goede vrienden met Ratu geworden. Hij demonstreerde me in de weken die volgden, dat we in feite alles kunnen en alles zijn en dat het alleen onze overtuigingen zijn die ons ervan weerhouden om vanuit ons volledige potentieel te leven.
Elke dag Lowlands
Ieder jaar kijk ik uit naar het Lowlands festival, een vrijplaats voor kunst, cultuur, fantastische muziek en een bezielde sfeer. Er zijn mensen die hun polsbandjes het hele jaar dragen om het Lowlands gevoel levend te houden. Voor hen zijn die drie dagen in Biddinghuizen het ware leven en de andere 362 slechts een hinderlijke onderbreking daarvan. Zo erg is het bij mij nu ook weer niet, maar ik verheug me er wel op om weer meditatiesessies te organiseren op de Lowzone – de plek op Lowlands waar je kunt chillen en stilte ervaren. Omdat het elk jaar drukker werd op de Lowzone en we steeds grotere tenten kregen toebedeeld, zeiden we vorige jaar voor de grap tegen elkaar: ‘Als dat zo doorgaat, draait het binnenkort om en wordt de stilte minstens zo belangrijk als het geluid. Dan staan wij in de Alfa tent en de bandjes op de Lowzone.’ Be careful what you wish for zong Eminen, want enkele maanden later werd ik gebeld door Dick van Zuijlen, de directeur van Mojo Concerts en organisator van Lowlands. Hij wilde een spirituele versie van Lowlands maken, een festival waar de stilte net zo belangrijk is als het geluid en waar net zoveel aandacht is voor de binnenkant als voor de buitenkant. We gingen aan de slag en nog deze zomer zal het eerste Inspire festival het licht zien. Ik denk nog wel eens met weemoed terug aan de tijd dat ik mijn best moest doen om spiritualiteit salonfähig te maken. Toen ik eind jaren tachtig ging mediteren, had ik constant het gevoel me te moeten verdedigen en iedereen uit te moeten leggen dat spiritualiteit niet hetzelfde was als je oma oproepen met een Ouijabord of met een klodder boter op je hoofd in een grot zitten en je teennagels nooit meer knip
pen. Bovendien: wie zat er te wachten op de innerlijke schatten die ik aanprees? Materialisme en consumentisme vierden hoogtij. De internetzeepbel was nog niet gebarsten en de sky was niet eens meer de limiet. Hoezo innerlijke schatten? We zijn toch al rijk? Tegenwoordig kan ik straight to the point komen. Het is voor iedereen wel duidelijk dat er een einde is gekomen aan een tijdperk waarin we met goedkope luxe een gemis aan bezieling dachten te kunnen compenseren. The times they are a-changing, zong uncle Bob. Hij heeft gelijk gekregen. Boeddha is de nieuwe tuinkabouter geworden, onbezielde structuren (zoals banken, religies en andere machtsbolwerken) storten in en bezieling krijgt structuur. Als dat zo doorgaat, hoeven we geen festival meer te organiseren. Dan zal het elke dag Lowlands zijn.