TIJDRAPPORT BIJLAGE BIJ DE TIJD ■ WOENSDAG 5 MAART 2008
DOSSIER MILIEU
3 AUDIT
SCAN JE HUIS OP ENERGIELEKKEN
5 BELEGGEN
ZONNEDAK RENDABELER DAN SPAARBOEKJE
HET MILIEU SPAREN, IS CENTEN SPAREN Investeren in groene oplossingen werd lange tijd beschouwd als een pure uiting van goede wil en groen engagement. Bedrijven en particulieren deden het omdat ze bekommerd waren om de leefomgeving van de toekomstige generaties. Maar door subsidies, premies en andere aanmoedigingen van overheden op alle niveaus zijn milieusparende maatregelen in huis en kantoor, zonnepanelen op de daken van bedrijven en een bedrijfswagenpark dat minder verbruikt en dus minder CO2 uitstoot, steeds rendabeler. En naarmate het volume van die energiebesparende remedies stijgt, dalen ze uiteraard in prijs. Waardoor ze nog rendabeler worden. Groene investeringen leveren niet op, maar ook een centje extra.
SHUTTERSTOCK
alleen een schoner milieu
2
TIJDRAPPORT l MILIEU
DE TIJD
WOENSDAG 5 MAART 2008
EUROPESE INVESTERINGSBANK
Eerste hulp bij groene projecten
FOTO: LIEVEN VAN ASSCHE
Op de bouwbeurs Batibouw vieren de promotiecampagnes voor duurzaam en energiezuinig bouwen hoogtij.
Subsidies en fiscale korting helpen gezinnen en ondernemingen te investeren in energiebesparing
Overheidssteun: maak uw keuze ■ (tijd) - Investeren in energiebesparing is niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor de portemonnee. Zeker nu de energieprijzen al verscheidene jaren de hoogte ingaan en alles erop wijst dat ze dat zullen blijven doen. De federale overheid, de gewesten en de gemeenten helpen gezinnen en ondernemingen te investeren in energiebesparing. Het probleem met energie is dat men vaak veel geld moet uitgeven alvorens de investering dankzij een lichtere factuur begint te renderen. Geen nood, de overheid - de federale regering, de gewesten en sommige gemeenten - biedt gezinnen en bedrijven allerlei soorten steun aan. Een goede raad: neem de tijd om rustig te ‘shoppen’ in de overvloed aan premies en subsidies. Meestal kan de steun gecumuleerd worden, zodat de investering heel snel loont. Op federaal niveau gebruikt men
vooral het fiscale instrument. Zo krijg je belastingvermindering voor de vervanging van een oude ketel, het onderhoud van een ketel, de installatie van een zonneboiler, zonnecellen of dubbel glas, de isolatie van een dak, de plaatsing van thermostatische kranen of de uitvoering van een energieaudit. De belastingvermindering komt overeen met 40 procent van de gedane investering, met een maximum van 2.650 euro per woning (voor het aanslagjaar 2009). Nog altijd voor particulieren is er
een milieukorting bij de aankoop van een schoon voertuig. Ze wordt direct afgetrokken van de aankoopprijs bij de concessiehouder. De korting bedraagt 15 procent van de aankoopprijs (met een maximum 4.3450 euro) voor een auto die minder dan 105 gram CO2 per kilometer uitstoot. Voor auto’s met een emissie van 105 tot 115 g CO2 per kilometer krijg je 3 procent korting op de aankoopprijs (met een maximum 810 euro). Als de auto een dieselmotor heeft die minder dan 130 g CO2 per km uitstoot en geleverd wordt met een roetfilter die maximaal 5 mg deeltjes afgeeft, bedraagt de korting 200 euro. PREMIES BIJ DE VLEET De gewesten geven ook premies voor isolatiewerken, de aankoop
van energiezuinige elektrische toestellen of verwarmingsinstallaties, en voor de installatie van systemen met zonne-energie. Ze financieren bovendien energieaudits en het gebruik van duurzame energie. Er bestaan allerlei premies, meestal beperkt tot 50 procent van de totale factuur, voor particulieren maar ook voor ondernemingen, zelfstandigen en mede-eigenaren. Alle vormen van steun opsommen, is onbegonnen werk, want elk gewest heeft een twintigtal formules. Enkele voorbeelden. In Brussel krijgt een particulier die een diepvries van energieklasse A++ koopt tot 150 euro terug. Voor de installatie van een warmtepomp voor sanitair warm water wordt tot 2.500 euro steun gegeven.
Een bedrijf krijgt voor de thermische isolatie van een dak 20 euro subsidie per vierkante meter. In Vlaanderen geeft de vervanging van enkele door dubbele beglazing met hoog rendement recht op 10 euro premie per m², in Wallonië is dat 40 euro. De installatie van een zonneboiler wordt eveneens gesubsidieerd, net als de vervanging van het verlichtingssysteem in de woning (de subsidie is afhankelijk van de aard van de werken). De productie van fotovoltaïsche zonne-energie, die vooral in het zuiden van het land sterk wordt aangemoedigd met het plan ‘Solwatt’, om de meter te doen teruglopen. Bedrijven kunnen in Vlaanderen rekenen op een ecologiepremie en genieten van de federale inves-
teringsaftrek (tot 13,5%). Ook de distributienetbeheerders Eandis en Infrax bieden een waaier aan premies aan en ook provincies springen bij voor sommige investeringen. Om die verschillende vormen van steun te ontvangen, moet men binnen een bepaalde termijn na de uitvoering van de werken de nodige stappen ondernemen. Enkele formaliteiten volstaan meestal: een paar formulieren invullen, een aankoopbewijs inleveren en alles is geregeld. ANx i Meer weten? ■ Ministerie van Financiën: www.minfin.fgov.be Vlaanderen: zie kader pagina 3 Leefmilieu Brussel: www.ibgebim.be Het Waalse energieportaal: www.energie.wallonie.be
(tijd) - Behalve bij Europa en de nationale overheid kan men voor de financiering van groene projecten ook aankloppen bij de Europese Investeringsbank (EIB). Het dan wel om leningen, niet om subsidies. De EIB heeft zich tot doel gesteld minimaal 800 miljoen van de 45 miljard euro die ze jaarlijks aan leningen toekent, te reserveren voor leningen aan projecten voor duurzame energie. Het grootste gedeelte van de investeringen gaat naar duurzame energie voor de elektriciteitsproductie. De investeringen in het domein van de verwarming, de koeling en de biomassa vormen slechts een relatief klein aandeel (ongeveer 20%). De EIB kan bepaalde projecten in het kader van de klimaatverandering tot 75 procent financieren, terwijl dat vroeger maximum 50 procent was. Dat geldt onder meer voor onderzoeks- en innovatieprogramma’s voor groene technologie. De Bank heeft bovendien aangekondigd dat ze werkt aan financiële instrumenten specifiek voor de sector van de duurzame energie. Doordat bepaalde technieken voor de opwekking van groene energie nu volwassen zijn - waterkracht, biomassa, windkracht - kan de EIB bij haar beoordeling van de aanvragen meer belang hechten aan de economische voordelen die zij bieden op het vlak van milieubescherming en de zekerheid van de bevoorrading. Ze doet dat door de ‘hypothetische’ economische kosten van de met fossiele brandstoffen geproduceerde elektriciteit te verhogen. Daardoor komt een groot aantal projecten in de duurzame energie nu in aanmerking voor financiering, terwijl ze vroeger als marginaal beschouwd werden. RISICO Ter ondersteuning van onderzoek en de innovatie in Europa, ook in schone energie, heeft de EIB samen met de Europese Commissie een mechanisme voor de financiering en het delen van de risico’s in het leven geroepen. Dankzij dit instrument moet er ongeveer 10 miljard extra financiering voor onderzoek en innovatie vrijkomen. OG
ADVERTENTIE
EU effent pad naar echte Europese onderzoeksruimte www.ikaros-solar.com
Power-up with the Solar Experts! Kwaliteit is voor ons heel belangrijk. Een zonnestroomsysteem heeft drie pijlers: het ontwerp, de producten en de installatie. Elk van deze pijlers heeft binnen Ikaros een eigen afdeling. Systematisch verleggen deze drie afdelingen de grenzen van hún pijler. Zo bereikt Ikaros het hoogste kwaliteitsniveau, keer op keer. Zonne-energie is de toekomst Fossiele brandstoffen zijn de zwakke schakel van de huidige elektriciteitsproductie. Een stijgende vraag en geopolitieke factoren zetten de energieprijzen sterk onder druk. Om dit risico te beheersen wordt er steeds meer geopteerd voor een alternatief: zonne-energie.
Ikaros Solar, dé specialist die
zonnestroom door
Sinds kort moedigt de overheid zonne-energie sterk aan. Ikaros kan u als geen ander aangeven welk rendement u op uw investering zal halen voor uw specifieke situatie. Vervolgens nemen we de verantwoordelijkheid voor het volledige projectverloop in handen.
en door beheerst.
Ikaros staat voor:
alle aspecten van
een doorgedreven expertise in zonnestroom een ontwerp door gespecialiseerde ingenieurs de aanwending van de beste producten een professionele installatie maximale after-sales-service uitgebreide ervaring
Net daarom is Ikaros Solar uw partner voor een
service.
4963 - www.fbd.be
perfecte totaalDuwijckstraat 17 - 2500 Lier - Tel. 03 443 19 60 - Fax 03 443 19 70 -
[email protected]
Ikaros Solar: één aanspreekpunt voor een perfecte service
Europa vereenvoudigt toegang tot subsidies ■ (tijd) - Bijna 1,9 miljard euro voor de post milieu, meer dan 2,3 miljard voor energie, 4,1 miljard voor transport en 3,4 miljard voor nanotechnologie: het eind 2006 gelanceerde Zevende Europese Kaderprogramma voor Onderzoek heeft ook heel groene trekjes. Het Kaderprogramma is het belangrijkste instrument voor de structurering van het Europees onderzoek. Het vormt de op twee na grootste post op de begroting van de Europese Unie, na de landbouw en de structuurfondsen. Het Zevende Kaderprogramma bestrijkt, de periode 2007 tot 2013 en voorziet in 54 miljard euro voor die jaren. Dat is niet slecht vergeleken met het vorige budget van ‘slechts’ 17,5 miljard euro. Maar dat Zesde Kaderprogramma liep over een veel kortere periode en gold slechts voor het Europa van vijftien lidstaten. Een beetje relativering is trouwens op zijn plaats: het Europese onderzoeksbudget vertegenwoordigt nog altijd maar een minuscuul deel - ongeveer 5 procent - van de openbare uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling (O&O) die grotendeels door de lidstaten gecontroleerd worden. Volgens de meeste deelnemers of kandidaten die het niet hebben gehaald - is de toegang tot de Europese onderzoeksfondsen een ingewikkelde zaak. De participatie- en financieringsprocedures lijken vaak een lijdensweg, al valt niet te ontkennen dat de opeenvolgende kaderprogramma’s een cultuur van wetenschappelijke en technologische samenwerking in Europa tot stand hebben gebracht, die het pad effent naar een echte Europese onderzoeksruimte. Het Zevende Kaderprogramma houdt in grote mate rekening met de kritiek op de vorige uitgaven, onder meer met betrekking tot de continuïteit van de subprogramma’s en de moeilijkheid voor veel projecten om een kritieke massa te
bereiken. Men heeft dus een grote inspanning geleverd voor de bevordering van de participatie van de kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s), die vaak afgeschrikt werden door een te omslachtig administratief parcours. EEN ONMOGELIJKE TERMIJN Stel u een universitair laboratorium voor, dat nieuwe, milieuvriendelijke methoden ontwikkelt voor de verwerking en de recyclage van verf. De leiding van het laboratorium heeft de oproepen voor de indiening van projecten bestudeerd en zoekt nu een bedrijfspartner om het nieuwe procedé op de markt te brengen. Om aan de selectiecriteria voor een financiering van het Zevende Kaderprogramma te voldoen, moeten ze waarschijnlijk een administratieve organisatie creëren die ze aanvankelijk niet hadden. Vroeger verstreken soms niet minder dan 18 maanden tussen de indiening van de aanvraag en de ondertekening van het contract. Die termijn was vaak onwerkbaar: een baanbrekend project was vaak al voorbijgestreefd voor het concreet kon beginnen. Men moet ook rekening houden met het ‘multiculturele’ aspect van het avontuur. Terwijl de universiteiten vooral belangstelling hebben voor publicaties en de wetenschappelijke reputatie die ze opleveren, willen kmo’s praktische innovaties die geld opbrengen. Het is evenmin altijd gemakkelijk om ondernemingen uit verschillende landen met elkaar te laten samenwerken. Sommige bedrijven aarzelen, trekken zich
terug of gaan zelfs over de kop. Daarnaast is er het probleem van de intellectuele eigendomsrechten wanneer de resultaten van de samenwerking te gelde worden gemaakt. Toch heeft de inspanning van de Europese Commissie om een en ander eenvoudiger te maken vruchten afgeworpen, ook omdat de nationale overheden en (voor België) de gewestelijke regeringen hun best doen om de kandidaten te helpen. Zo heeft men de voorbije jaren nationale contactpunten opgericht (National Contact Point, NCP) om de ondernemingen, universiteiten en onderzoekscentra wegwijs te maken in het doolhof van de Europese steun voor O&O. De NCP’s bezitten niet alleen expertise in het opstarten van projecten, ze beschikken ook over databanken die helpen bij het vinden van buitenlandse partners. MOBILITEITSBEURZEN Los van de financiering van samenwerkingsprojecten, Europese netwerken en de coördinatie van nationale onderzoekprogramma's, zijn er nog meer subsidiemogelijkheden in het Kaderprogramma: de ‘Marie Curie-beurzen’, een programma voor steun aan de opleiding, de mobiliteit en de loopbaanontwikkeling van onderzoekers. De beurzen stimuleren - vooral jonge - mensen om voor een loopbaan in het onderzoek te kiezen, door Europese onderzoekers aan te moedigen in Europa te blijven en door de projecten van onderzoekers die naar Europa terugkeren te financieren. Op die manier wordt Europa aantrekkelijker gemaakt voor potentiële onderzoekers uit de hele wereld. Het programma heeft geen specifiek thema en richt zich tot alle onderzoekers, ook in het domein van de ecologie. Olivier GOSSET
3
TIJDRAPPORT l MILIEU
DE TIJD
WOENSDAG 5 MAART 2008
Energiescan van een doorsnee-eengezinswoning
Iedereen kan energie besparen
Nuttige links
■ (tijd) - Het gezin Depestele uit het West-Vlaamse Damme zal dit jaar tientallen tot honderden euro’s minder uitgeven aan zijn energiefactuur. Met enkele kleine ingrepen (spaarlampen en tochtstrips) en het aanbrengen van isolatie wordt het elektriciteits- en aardgasverbruik teruggedrongen. Dat is het resultaat van de energiescan die het distributienetbedrijf Eandis in de woning liet uitvoeren. Een felle winterzon schijnt over de Damse Vaart. De gepensioneerde Georges Depestele loodst de energiescanner van de firma Imtech naar een authentieke woning in het historische centrum van Damme. Buiten is het 13 graden, veel te warm voor een voormiddag in februari, maar achter de eerste deur in de Corneliestraat loopt het kwik dubbel zo hoog op, zal later blijken. Om de historische woning behaaglijk warm te krijgen betalen Georges en zijn vrouw een erg hoge rekening. De missie van de energiescanner is daar zoveel mogelijk proberen af te krijgen. Bij het binnengaan, botsen we bijna letterlijk op een luster met vijf kaarsvormige gloeilampen. De energiescanner is onverbiddelijk. Gloeilampen moeten eruit. Een spaarlamp verbruikt een pak minder om dezelfde hoeveelheid licht te produceren. Een spaarlamp van 20 watt bijvoorbeeld geeft evenveel licht als een gloeilamp van 100 watt. Spaarlamp kosten vooralsnog wat meer dan gloeilampen, maar de hogere aankoopprijs is snel terugverdiend. Een straffe gloeilamp van 100 watt in de woonkamer die elke dag 8 uur brandt, verbruikt 233 kilowattuur per jaar meer dan een gelijkaardige spaarlamp. Dat komt overeen met ruim 35 euro minder op de elektriciteitsfactuur. Behalve voor verlichting die nauwelijks wordt gebruikt (bijvoorbeeld op zolder of in een cv-kelder) komt de
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Superisolerende beglazing, een hoogrendementsketel en de thermostaat een graadje minder zetten helpen allemaal om de energiefactuur terug te dringen.
duurdere spaarlamp vaak goedkoper uit, temeer omdat een spaarlamp jaren langer meegaat dan de gloeilamp. Bovendien kan je bij de distributienetbeheerder een deel van de aankoopprijs van een spaarlamp terugvragen in de vorm van een premie. De vijf gloeilampen van Georges worden vervangen door vijf spaarlampen die speciaal ontworpen zijn voor lusters. Spaarlampen bestaan in verschillende vormen en maten en passen in de meeste armaturen. De nieuwste modellen zijn ook stukken beter dan de eerste generatie spaarlampen die ongezellig licht uitstraalden of wat tijd nodig had-
Premies voor rationeel energieverbruik in Vlaanderen in euro Verlichting Spaarlamp Isolatie Radiatorfolie (m²) Buisisolatie (m) Buitenzonwering (m²) Buitenmuurisolatie (m²) Dakisolatie (m²) Kelderisolatie (m²) Vloerisolatie (m²) Superisolerende beglazing (/m2) Ventilatiesysteem met warmterecuperatie Verwarming Condensatieketel op aardgas Warmtepomp Thermostaatkraan Zonneboiler Warm water Zonneboiler (m²) Keukengeiser Spaardouchekop Andere Domoticasysteem Aardgaswasdroger Halen energieprestatiepeil =<30
Eandis
Infrax
2,5 1 0,5 10 2-4 2-4 10 150
1 2-4 2-4 2-4 2-4 *10 150
125 850-1.680 5 525-1.500
125 tot 1.680 5 525-1.500
min 525 100 7
-
150 250 2.000
250 2.000
* Enkel bij vervanging van enkel glas / Noot: Deze gegevens zijn van toepassing voor bestaande woningen. Voor nieuwbouwwoningen gelden iets andere regels.
den voor ze op volle lichtsterkte brandden. Energie besparen komt vaak neer op eenmalig investeren om lang de vruchten te kunnen plukken, maar soms is het gewoon een kwestie van gedragsaanpassing. Dat merken we als we de woonkamer binnenstappen. Meteen valt de enorme hitte op. De enorme vlammen van de aardgashaard spuwen massaal warmte de kamer in. Een blik op de thermometer aan de muur leert dat het liefst 25 graden is. ‘Dat is toch vrij warm’, begint de energiescanner voorzichtig. ‘Ja, ik vind het ook te warm en loop ’s avonds vaak in ontbloot bovenlijf rond omdat het te warm is’, beaamt Georges. De reden voor de subtropische temperatuur is mevrouw. Zij is moeilijk ter been en koestert het warme plekje in de zetel tussen het raam en de stevig brandende gaskachel. De energiescanner begint aan zijn gebruikelijke uitleg: per graad dat de thermostaat lager staat, bespaar je 7 procent op de stookkosten. Hier zou je ruim een derde van de verwarmingsfactuur kunnen wegsnoeien. Maar de behaaglijke warmte is heilig voor de vrouw des huizes en de thermostaat één of enkele graden lager zetten, is geen optie, maakt Georges duidelijk. Zelfs het omrekenen van de besparing in duizenden franken kan het gezin Depestele niet overtuigen. Jarenlange gewoontes veranderen, is een van de moeilijkste opdrachten, weet de energiescanner. Hij stelt een oplossing voor die wel aanvaard wordt: dertig minuten voor het slapengaan wordt de gaskachel al uitgezet. De aanwezige warmte in de woonkamer moet volstaan om het laatste halfuur van de dag door te komen. Elektrisch sluipverbruik, stiekem
energieverbruik door toestellen die schijnbaar niets verbruiken, is nauwelijks te vinden ten huize van de familie Depestele. Het televisietoestel en de radio worden na gebruik keurig uitgezet en blijven niet in de stand-byfunctie. Een uitzondering, want sluipverbruik loopt bij sommige gezinnen op tot een tiende van het verbruik. Ook op kantoor doen niet-uitgeschakelde beeldschermen, computers, fotokopieerapparaten en koffiemachines de energierekening ’s nachts ongemerkt oplopen. SLUIPVERBRUIK Bij Georges zijn geen oplaadbare toestellen aanwezig. Elders zijn zij een bron van verbruik waar niemand bij stilstaat. Het bekendste voorbeeld is de oplader voor de mobiele telefoon. Zelfs als de telefoon niet aangekoppeld is, maar de lader wel in het stopcontact zit, wordt stroom verbruikt. Dat principe geldt ook voor vele andere elektronicaproducten met een transformator: opladers van draagbare computers, batterijen… Maar ook in de badkamer (de elektrische tandenborstel), in de keuken (de kruimeldief ) of in de garage (oplaadbare zaklantaarn), vinden we bronnen van sluipverbruik. Bij een uitgebreidere energieaudit wordt gebruikgemaakt van energiemeters die het verbruik van elk toestel gedurende een periode opmeten, maar dat is bij dit gezin niet nodig. De energiescanner heeft de authentieke enkele beglazing ontdekt. Die past bij de stijl van het huisje in de Corneliestraat, maar om de warmte binnen te houden, is superisolerende beglazing vele malen beter. Georges ziet het niet zitten om de ‘goede’ ramen te vervangen, zelfs niet als dat een fikse besparing op de aardgasfactuur zou opleveren.
Met enkele zeer eenvoudige ingrepen worden dan maar andere warmteverliesposten aangepakt. Een tochtstrip aan de voordeur doet wonderen. In luttele minuten en voor nog minder euro’s wordt de spleet van anderhalve centimeter tussen de deur en de vloer vakkundig gedicht. Dakisolatie is een ingreep die een gigantisch effect heeft op de verwarmingsfactuur. Omdat de zolder niet gebruikt wordt, raadt de energiescanner aan de zoldervloer te isoleren in plaats van het dak. In de kelder worden de buizen van de verwarming geïsoleerd. Ook daar bereikt men een direct resultaat met een kleine investering. De verwarmingsketel is vrij recent en goed onderhouden. ‘Als je ooit een nieuwe koopt, neemt dan een hoogrendementsketel’, raadt de energiescanner aan. Die gebruikt meer dan 90 procent van de warmte die in het aardgas aanwezig is. Een klassieke ketel haalt meestal maar een rendement van 75 procent.
FOTO’S: PHOTONEWS
Een hoogrendementsketel heeft dankzij de elektrische ontsteking geen waakvlam meer nodig. Dat kleine vlammetje verbruikt nodeloos aardgas op momenten dat de ketel niet intensief gebruikt wordt. ‘Wist je dat de factuur hiervan oploopt tot 75 euro per jaar’, vraagt de energiescanner. A-LABEL Ook in de keuken krijgt Georges aankooptips: ‘Koop altijd toestellen met het energiezuinige A-label.’ Ook de koelkast en diepvriezer goed onderhouden, drukt de energiefactor. IJs aan de wanden van de diepvriezer moet je meteen weghalen. ‘En als je af en toe talk aanbrengt op de rubberdichting, gaat die veel langer mee en blijft de deur beter gesloten’, zegt de energiesnoeier. Diepvriesspullen kan je beter in de koelkast laten ontdooien. Dat duurt iets langer, maar door de koude die de diepvriesproducten in de koelkast afgeven, moet de koelkast-
www.energiesparen.be Overheidswebsite over rationeel energieverbruik www.premiezoeker.be Overzicht van alle premies www.bouwwijzer.be/ energieaudit Doe-het-zelf energieaudit www.mineco.fgov.be/ energy/ Belastingvermindering voor energiebesparende investeringen www.weerdepeer.be Promotie van de spaarlamp www.eandis.be Distributienetbeheerder (80% van het Vlaamse grondgebied) www.infrax.be Distributienetbeheerder (20% van het Vlaamse grondgebied) www.sibelga.be Distributienetbeheerder (Brussel) www.vlaanderen.be/ ecologiepremie De Vlaamse ecologiepremie www.ode.be Organisatie voor duurzame energie
motor iets minder snel aanslaan. De wasmachine, een model van het Oost-Vlaamse bedrijf Olympia, draait al 25 jaar zonder problemen. ‘Een toestel dat niet stuk te krijgen is’, zegt Georges trots. Maar daar staat wel een hoog energieverbruik tegenover, want het verouderde model is zonder twijfel van de energieverslindende E-klasse. De speurtocht eindigt in de badkamer, waar zich het enige raam met dubbel glas bevindt. Het staat open en tot grote verbazing van de energiescanner is dat de hele dag zo. ‘Ze hebben me altijd gezegd dat je goed moet verluchten’, verklaart Georges. De energiescanner is onverbiddelijk: ‘Het raam een kwartiertje volledig openzetten geeft voldoende verluchting. Een hele dag is echt niet nodig.’ Georges geeft het niet op: ‘En in de zomer dan?’ De kerk wordt in het midden gehouden: ‘Als het buiten warm is, mag het langer’, beaamt de energiescanner. DA
WAT IS EEN ENERGIESCAN? (tijd) - Bij een energiescan komt een specialist ter plaatse en wordt de woning grondig doorgelicht op energielekken. De energiescanner stelt dan oplossingen voor. Dergelijke energieaudits komen overgewaaid uit het bedrijfsleven, waar het management de oplopende energiekosten onder controle wil houden. Bij de energie-intensieve industriële bedrijven is energiemanagement intussen een onderdeel van de dagelijkse bedrijfsvoering, maar bij kleinere
ondernemingen en de gezinnen zijn nog grote besparingen mogelijk. Energieadvies of een audit door een specialist kost al gauw enkele honderden euro’s, maar daarvoor krijgt je meestal een waaier aan voorstellen waarmee je dat bedrag relatief snel terugverdient. Voor sommige groepen - veelal ouderen of kansarme gezinnen is dat echter een ver-van-mijnbedshow. Toch kunnen net die groepen met kleine ingrepen soms grote besparingen doen.
ADVERTENTIE
Als geld de oorzaak is van alle kwaad, dan is het ook de oplossing. Triodos Bank investeert uw geld enkel in bedrijven die sociaal en ecologisch aan de hoogste normen voldoen. Ontdek hoe u voor hetzelfde geld, dezelfde opbrengst en dezelfde service ook 100% duurzaam kunt beleggen op triodos.be.
Om energiebesparing dichter bij de bevolking te brengen laat de Vlaamse overheid ruim 50.000 gratis energiescans uitvoeren. Energiescanners, in opdracht van de distributienetbeheerders Eandis en Infrax, komen bij de mensen thuis een doorlichting doen die te vergelijken is met de doorlichting door een commerciële energieadviseur. In de woning van de het gezin Depestele in het West-Vlaamse Damme voerde Eandis onlangs zijn 4.000ste energiescan uit. DA
4
TIJDRAPPORT l MILIEU
DE TIJD
WOENSDAG 5 MAART 2008
Vooral centen en expertise ontbreken nog
Kmo’s zien nut van milieumaatregelen
”
■ Verwarming en koeling, het persluchtcircuit en het waterverbruik; bij de groep Vink, de distributeur van plastics, weten ze waar ze kunnen besparen. Geen uitzondering, maar toch schrikken veel kmo-bedrijfsleiders terug voor de kosten die gepaard gaan met milieubesparende maatregelen. Ook al besparen ze daarmee op middellange termijn op de kosten. ‘You’d better start now!’ Dat is de grote conclusie van de studiedag van Eurochambres - de Europese Vereniging van Kamers van Koophandel en Nijverheid - over energie-efficiëntie en het gebruik van duurzame energie in de ongeveer 23 miljoen kmo’s die Europa rijk is. De Europese Unie heeft al duidelijk de weg gewezen door doelstellingen te bepalen voor de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen tegen 2020. Eric Muys van Vink heeft dat eerder dan veel van zijn collega’s begrepen. De topman van de groep Vink voor West-Europa kwam uitleggen hoe hij zijn bedrijf - een distributeur van plastics - milieubewust gemaakt heeft. ‘Toen een milieuadviseur mij een evaluatie van de impact van onze activiteiten op het milieu voorstelde, vond ik dat eerst niet nodig,’ vertelt hij. ‘De adviseur bewees snel het tegendeel: we overtraden niet alleen enkele wettelijke normen, maar produceerden ook 300 ton afval per jaar en verbruikten vier keer meer leidingwater dan normaal. Wie was verantwoordelijk voor die verspilling? Ik, als zaakvoerder. Ik besliste snel te reageren.’ De ondernemer ging op verscheidene fronten tegelijk aan de slag. ‘Wij hebben de verlichting van onze lokalen volledig aangepast
We overtraden niet alleen wettelijke normen, maar produceerden ook 300 ton afval per jaar.
met onder meer daglicht, betere en zuiniger lampen. Alleen al met de installatie van optische schakelaars bespaarden jaarlijks we 3.000 kWh,’ vertelt de topman van Vink. PERSLUCHT Het gebruik van perslucht werd eveneens herbekeken: ‘Wij lieten het hele circuit aanpassen om de energieprestaties te verbeteren. We stelden vast dat we geen behoefte hebben aan de 10 bar druk die we altijd hadden gebruikt. Zes was voldoende.’ Ten slotte werden de verwarming en de koeling verbeterd. ‘De klimaatregeling in onze lokalen was verantwoordelijk voor 60 procent van ons verbruik van leidingwater. We verbeterden niet alleen de isolatie van de gebouwen maar ook de oude airco is vervangen. Dat verminderde ons waterverbruik met 80 procent! De verwarming wordt nu alleen gebruikt als dat echt nodig is. En alle deuren en vensters blijven dicht.’ ‘Al die aanpassingen hebben natuurlijk geld gekost’, zegt Eric Muys, ‘maar een ding staat vast: uiteindelijk verdienen we eraan, al kunnen we moeilijk inschatten hoeveel.’ Naast de return op middellange termijn van die investeringen, benadrukt Eric Muys het belang van het milieubewustzijn
Eric Muys, topman groep Vink
FOTO: LIEVEN VAN ASSCHE
Topman Eric Muys: ‘Het waterverbruik in ons bedrijf daalde 80 procent na de ingrepen.’
van de onderneming. ‘Onze filosofie evolueerde en dat nieuwe besef helpt ons het beheer van het bedrijf te verbeteren en de organisatie rationeler te maken. Onze nieuwe energie-efficiëntie verbetert onze competitiviteit.’
OBSTAKELS Het voorbeeld van de onderneming Vink is natuurlijk geen uitzondering. Toch vinden sommige waarnemers dat er meer moet worden gedaan: ‘Europa moet zijn concurrentievermogen vinden in
een low carbon economie,’ zegt Didier Herbert, lid van het directoraat-generaal Ondernemingen en Industrie van de Europese Commissie. Waarom stappen de kmo’s niet massaal op de trein van de duurza-
me ontwikkeling? ‘Er zijn nog veel obstakels,’ zegt Gareth Elliott, adviseur voor energie- en milieubeleid bij de Britse kamers van koophandel . ‘De ondernemers hebben te weinig tijd en middelen. Ze missen ook expertise: ze weten vaak
niet wat ze kunnen doen om de energie-efficiëntie van hun bedrijf te verbeteren, en evenmin waar ze advies kunnen krijgen.’ Niet alle sectoren vertrekken uiteraard op gelijke voet. Sommige maken zich zorgen over de gevolgen van de Europese beslissingen voor de concurrentiekracht van hun bedrijven. De Duitser Martin Iffert, van Trimet Aluminium, onderstreept het gevaar van de export van werkgelegenheid: ‘Mijn collega’s in Brazilië begrijpen ons niet, ze hebben heel andere zorgen.’ De meeste sprekers stellen hoe dan ook vast dat het de hoogste tijd is om in actie te komen. De Brit Gareth Elliott doet dat ook: ‘De stijging van de energieprijzen is onontkoombaar en zal steeds meer bedrijven stimuleren hun energieefficiëntie onder de loep te nemen.’ Wie snel in actie komt, ongeacht de sector, neemt een lengte voorsprong op zijn concurrenten. FR
ADVERTENTIE
Gezinnen die fotovoltaïsche panelen installeren, kunnen elektriciteit aan het net verkopen
De zon draait de elektriciteitsmeter terug
P LU K T U G R A AG S O R TE E R P R E M I E S VO O R BE D R IJ FS M ATI G VE R PAKKI N GSAF VAL?
Elke burger kan voortaan elektriciteitsproducent worden en zijn meter doen teruglopen. Hij moet dan wel fotovoltaïsche panelen of zonnepanelen op zijn woning monteren en een overeenkomst sluiten met zijn netwerkbeheerder. Daarna kan men de energie die de zonnepanelen produceren ofwel zelf gebruiken, ofwel, als er een overschot is, naar het elektriciteitsnet sturen. Dat laatste zal waarschijnlijk overdag gebeuren, wanneer er veel licht is en iedereen de deur uit is. Aangezien de stroom niet kan worden opgeslagen, gaat hij naar het net. Hij wordt vergoed tegen de prijs van de klassieke kilowatt, aangezien elke aan het net geleverde kilowatt een opgenomen kilowatt ongedaan maakt. Het eerste winstpunt is dus de vermindering van de factuur met het aantal kWh dat de zonnepanelen geproduceerd hebben. Het tweede voordeel is de mogelijkheid om groenestroomcertificaten (GSC) te ontvangen, op basis van de productie. Ze zijn bedoeld om
de producenten van duurzame energie financieel te belonen. De forse ondersteuning van de productie van elektriciteit via zonlicht is nodig omdat de technologie anders niet rendabel is, zonnepanelen zijn nog erg duur. De verschillende regio’s in ons land hebben eigen ondersteuningsmaatregelen voor groene stroom en daardoor verschillen ook de groenestroomcertificaten. NIET INWISSELBAAR De eigenaar van zonnepanelen krijgt voor elke 1.000 kilowattuur die geproduceerd wordt door zonnepanelen in Vlaanderen een GSC dat 450 euro waard is. Ter vergelijking, de groothandelsprijs voor de aankoop van 1.000 kilowattuur klassieke elektriciteit bedraagt amper een tiende van dat bedrag. Wallonië neemt warmte-krachtkoppeling mee in het klassieke groenestroomcertificatensysteem. Mede daardoor zijn GSC’s tussen Vlaanderen en Wallonië niet inwisselbaar. De steunmaatregelen wor-
den geleidelijk afgebouwd naarmate de prijs van zonnepanelen zakt en het rendement verbetert. Om de elektriciteit te meten die een huishoudelijke installatie produceert, wordt een meter geplaatst bij de transformator die de geproduceerde energie in stroom van 220 volt omzet. Een klassieke installatie van 1,5 kW-piek geeft een vermogen van 1 MW per jaar. Volgens de berekeningen moet een gemiddeld gezin dat 3.600 kWh elektriciteit per jaar verbruikt 32 m² fotovoltaïsche panelen installeren om geen euro elektriciteit te betalen. Dat komt overeen met een vermogen van de panelen van 4 kW-piek. Nu kost de installatie van een kW-piek ongeveer 8.000 euro. Dat is relatief duur, maar de verschillende premies en belastingaftrekken vergulden de pil. Een dergelijke installatie zou in principe na tien jaar rendabel kunnen zijn. En ze zal de uitstoot van heel wat kilo’s CO2 in de atmosfeer voorkomen. J-ML
ADVERTENTIE
L A AT VAL - I - PAC DAN E E N H A N D J E H E L P E N .
In vele bedrijven vallen er vandaag de dag sorteerpremies te rapen. Dus misschien ook wel in het uwe. Kijk allereerst eens na wat er juist gebeurt met alle verpakkingsafval. Wordt karton, hout of kunststof bij u gesorteerd? Prima, dat drukt alvast uw ophaalkosten. En laat u dat gesorteerde afval vervolgens wegbrengen voor recyclage door een ophaler?
Dat is gewoon perfect. Want dan komt u in aanmerking voor die welverdiende sorteerpremies van VAL-I-PAC. Plukt u die sorteerpremies nog niet? Praat er dan eens over met uw ophaler, die kan u meer info geven. En contacteer vervolgens VAL-I-PAC op 02/456 83 10 of neem een kijkje op www.valipac.be.
E E N PA K VA N U W H A R T
Ook als u de krant stilhoudt, blijven de koersen in beweging. Volg de beursberichten in realtime op tijd.be
6
TIJDRAPPORT l MILIEU
DE TIJD
WOENSDAG 5 MAART 2008
Vlaanderen alleen maakt voor 3,33 miljard euro aan CO2-rechten vrij
CO2-rechten zijn voor bedrijven een puur financieel instrument ■ (tijd) - Vlaanderen heeft onlangs voor de periode 2009 tot 2012 voor 166,5 miljoen ton CO2-emissierechten toegekend aan de industrie. Tegen 20 euro per recht zet Vlaanderen voor 3,33 miljard euro certificaten in de markt. Ieder bedrijf gaat er anders mee om. Er zijn twee strategieën. Sommige bedrijven verkopen de rechten en beheren de opbrengst als spaargeld, andere houden ze bij tot ze ze moeten inleveren. Steeds meer grote bedrijven maken hun CO2-rechten onmiddellijk te gelde en beheren die spaarpot als bankiers. Het voordeel van die werkwijze is dat de spaarpot rente opbrengt. Het beheer van die CO2spaarpot gebeurt door de financiële afdeling van het bedrijf, die daarbij alle klassieke financiële instrumenten inzet. Als de CO2-certificaten op de markt duurder of goedkoper worden, schrijft men call- of putopties uit om zich in te dekken tegen al te grote schommelingen. Elk jaar moet het bedrijf immers een deel van zijn verkregen rechten weer inleveren. Om de rechten op dat moment niet duurder te moeten aankopen dan de marktprijs op het ogenblik dat ze toegekend werden, dekken bedrijven zich in. Die categorie bedrijven creëert zo een Europese CO2markt die gevoelig is voor het weer, technologische evoluties en vooral voor de energieprijzen. Een zeker zo groot aantal bedrijven beschouwt de pot CO2-emissierechten die het van de overheid krijgt als een exploitatievergunning. De rechten zijn dan inherent verbonden aan de productie en worden niet verkocht of verhandelt. Die bedrijven proberen uiteraard ook te besparen. Ze zorgen ervoor dat ze aan het einde van de rit nog voldoende rechten in huis hebben om opnieuw in te leveren, zonder het risico te lopen dat de kostprijs ervan verandert. Insiders zeggen dat in Europa weinig handel in CO2-certificaten zou bestaan, als alle bedrijven zo
Extra CO2-rechten verdienen door energiebesparende investeringen in het buitenland is in Vlaanderen niet de regel, maar het blijft wel mogelijk. De Vlaamse regering heeft die optie beperkt tot maximaal 7,5 procent van de totale rechten die een bedrijf moet inleveren aan het einde van het jaar. Het gaat om emissierechten in het kader van het Clean Development Mechanism (CDM) in ontwikkelingslanden en om CO2-rechten in het kader van Joint Implementation-projecten in Oost- en in Centraal-Europa. Door die uitwijkmogelijkheid sterk in te perken, worden de bedrijven aangemoedigd tot energiezuinige investeringen in eigen land, wanneer blijkt dat ze door een verhoogde activiteit te weinig rechten hebben.
zouden omgaan met hun rechten. In alle Europese landen worden de CO2-rechten toegekend per bedrijfseenheid. De ondernemingen beheren de pot CO2-rechten die ze bij al hun fabrieken bijeengesprokkeld krijgen als één geheel. In het universele Europees handelssysteem - het Emission Trading System of ETS - zijn de emissierechten bovendien internationaal onderling inwisselbaar. DISTORSIES De handelsmarkt voor emissierechten in Europa mag dan uniform zijn, de regels voor de toekenning van de rechten zijn dat allerminst. Die verschillen van land tot land, omdat de Europese Unie oordeelt dat niet elk land hetzelfde besparingspotentieel heeft. Daardoor krijgen gelijkaardige producties in verschillende landen soms een verschillend besparingspotentieel opgelegd. Vlaanderen en Nederland staan erom bekend strenge criteria te hanteren voor het toekennen van rechten. In Duitsland gaf de rationalisering van de oude Oost-Duitse fabrieken heel wat potentieel tot CO2-reductie. Dat is al een eerste distorsie of verstoring van de concurrentieverhouding tussen bedrijven in Europa, afhankelijk van de plaats waar de fabrieken staan. Een tweede distorsie in het systeem is dat energiebedrijven hun CO2-kosten doorrekenen aan de consument. Zij krijgen de rechten gratis, maar uit de prijszetting blijkt duidelijk dat ze rekening
Arcelor Mittal Gent, het vroegere Sidmar, heeft voor de bouw van zijn derde hoogoven nieuwe CO2-emissierechten nodig, boven op de 9 miljoen ton die de fabriek al krijgt. RV
houden met de CO2-kosten. Dat betekent dat energie-afhankelijke bedrijven die CO2-kosten toch doorgerekend krijgen, ongeacht of ze zelf energiezuinig werken. De CO2-prijs op de markt volgt dikwijls de populariteit van de brandstof van het ogenblik. Stappen de elektriciteitsproducenten over naar aardgas, dan zullen de CO2-kosten dalen. Draaien de centrales op steenkool, dan wordt de
prijs hoog. De rest van de industrie heeft op die evolutie geen vat, maar ze draagt er wel de gevolgen van. BESPAREN Een puur financieel beheer van de emissierechten is niet alleenzaligmakend. Een bedrijf investeert of bespaart of doet overnames. Dat beïnvloedt het aantal CO2-certificaten die men aan het einde van de
rit moet inleveren. Besparen op energie heeft nu een dubbel voordeel. Men spaart niet enkel brandstof uit, men moet ook minder CO2-certificaten inleveren, waardoor men er meer op de markt kan brengen. Een fabriek sluiten kan op die manier indirect aanzienlijke winsten opleveren. Zo kreeg het Franse chemiebedrijf Rhodia veel rechten tijdens een saneringsfase. De opbrengst van de verkoch-
te CO2-rechten heeft het bedrijf uit een diep financieel dal geholpen. Maar dat soort misbruik van emissierechten is nu in de EU uitgesloten. Het Vlaams allocatieplan gaat er principieel van uit dat de bedrijven zich engageren te investeren tot ze inzake energieverbruik tot de beste 10 procent van de wereldmarkt behoren. In dat geval krijgen ze de certificaten die ze nodig hebben.
GEHEIM ‘Er zijn nauwelijks bedrijven, die de strategie die ze hanteren voor hun CO2-rechten openbaar willen maken, omdat ze zich dan kwetsbaar opstellen in de markt’, zegt een kaderlid dat een industriële portefeuille beheert. De omvang van de portefeuille aan CO2certificaten zet vele bedrijven aan tot een actief beheer ervan. Zo brengt de portefeuille aan CO2rechten nog rente op. Het bedrijf kan ook rechten bijkopen als de prijs laag is of overschotten te gelde maken. Die actieve trend lijkt het nu stilaan te winnen van de groep bedrijven, die hun rechten bewaren tot het moment van afgifte. Maar ook die laatste groep moet wel oog hebben voor de markt, wanneer ze door productie-uitbreiding dreigen CO2-certificaten te kort te komen. Zo ontkomt niemand aan een actief beheer van zijn CO2-portefeuille. Guy VAN DEN BROEK
ADVERTENTIE
ONS ADVIES
De Belegger? Kopen? Absoluut kopen! VITO technologie voor ecologie en economie VITO is een toonaangevend Europees, onafhankelijk onderzoeks- en adviescentrum, dat innovatieve technologieën en wetenschappelijke kennis praktisch toepasbaar maakt voor overheden en industrie. VITO is actief in milieu-, energie- en materiaaltechnologie, industriële productie- en procestechnologieën en aardobservatie. VITO levert intelligente en kwalitatieve oplossingen waar grote en kleine bedrijven concurrentieel voordeel uithalen, en objectief onderzoek, studies en adviezen, die industrie en overheden in staat stellen hun toekomstbeleid te bepalen. VITO’s onderzoek vindt zijn toepassing in nieuwe, efficiënte en goedkopere productietechnologieën, verminderd energieverbruik, biomaterialen, gezondheidszorg, milieuzorg enz., alsook het in kaart brengen en monitoren van de effecten van klimaatswijziging. Hierbij zijn het vrijwaren van het leefmilieu en het duurzaam gebruik van energie en grondstoffen steeds prioritair. VITO’s onderzoekscentrum is gevestigd in Mol, met satellietkantoren in Berchem en Oostende. VITO telt circa 500 hooggekwalificeerde medewerkers uit diverse specialismen en werkt samen met sectorfederaties en hun onderzoekscentra, universiteiten en hogescholen, Europese onderzoeksinstituten, ...
Bent u op zoek naar betrouwbaar advies voor uw beleggingsbeslissingen? Neem een abonnement op De Belegger. Als abonnee krijgt u elke week 20 pagina’s beleggingsadvies in de bus. Objectief, overzichtelijk, geargumenteerd. Met De Belegger ontvangt u duidelijke analyses, gedetailleerde dossiers, concrete tips (kopen, houden of verkopen) en een aandelenselectie van een team van professionele analisten. U volgt er elke week de evolutie van onze unieke, reële beleggingsportefeuille. Leest u graag meer dan dit advies? Vraag dan vandaag nog 2 gratis proefnummers aan en sla ook munt uit onze andere adviezen.
Belegger De
Meer hoeft u eigenlijk niet te weten Voor meer informatie, neem contact op met: Karen Vanderstraeten - Greenbridge Incubator Wetenschapspark I - Plassendale I - 8400 OOSTENDE Tel. + 32 59 24 27 60 - Fax + 32 59 24 27 69
[email protected] - www.vito.be
Voor twee gratis proefnummers, surf naar www.belegger.be of bel 0800/50 156
5
TIJDRAPPORT l MILIEU
DE TIJD
WOENSDAG 5 MAART 2008
Ook institutionelen beleggen nu massaal in zonnedaken
ben een dubbele bron van inkomsten. Enfinity sluit zoveel mogelijk contracten af met de eigenaars van de daken voor afname van de stroom. Zo verzekert het bedrijf zich van een vaste elektriciteitsprijs op lange termijn. Bedrijven die al in die formule zijn gestapt zijn Mc Bride met 60.000 vierkante meter dak, maar ook de bedrijven Willy Naessens, Weba, BX Textiles en de Groep Christophe Desimpel. Zij zijn betrokken in het eerste fonds. Die inkomsten schommelen tussen de 40 en de 50 euro per 1.000 kwh. Met een geplande productie van 20 miljoen kwh per jaar komt dat neer op 1 miljoen euro per jaar. Een tweede nog belangrijker inkomen vormt de opbrengst van de groenestroomcertificaten. Vlaanderen heeft toegezegd om via de distributienetbeheerders voor elke 1.000 kwh zonne-energie 450 euro uit te keren. Voor het eerste Fonds van Enfinity met 20 miljoen kwh productie, komt dit neer op een inkomen van 9 miljoen euro per jaar, waarmee het fonds de externe bankleningen kan aflossen. Er wordt rekening gehouden met een terugverdienperiode van 7 tot 10 jaar. Essentieel is dat de prijs van de certificaten in die periode stabiel blijft.
Zonnepanelen rendabeler dan een spaarboekje ■ (tijd) - Beleggen in zonne-energie is geen utopie meer. Het milieubedrijf Enfinity uit Gent richt fondsen op, waarin enkel de institutionelen, zoals pensioenfondsen, investeren. De formule is uniek. Met het geld worden zonnedaken aangelegd. De Enfinity-fondsen dragen integraal het ondernemings- en financiële risico voor de aangelegde zonnedaken. ‘We wilden iets nuttig doen voor het milieu en beslisten in 2005 zonne-energieconstructies te installeren bij bedrijven. Dat leek niet eenvoudig, omdat de terugverdientijd van de installaties van zeven tot tien jaar voor industriële bedrijven te lang is’, zeggen Patyrick De Cuyper en Gino Van Neer, de twee oprichters van Enfinity. Om hun bedrijf toch uit de startblokken te krijgen, gingen de oprichters dan maar zelf op zoek naar financiers. De formule van de investeringsfondsen leek de beste oplossing. Sindsdien groeit Enfinity razendsnel. De groep telde in 2006 2 werknemers, vandaag zijn dat er 40 en eind dit jaar zullen dat er 80 zijn. Zijn eerste fonds, Enfinity 1, heeft het Gentse bedrijf al afgesloten. Het heeft 17 miljoen euro in kas, bijeengebracht door het Pensioenfonds Oost-Vlaanderen, de Voorzorgskas voor apothekers en de Gemeentelijke Holding. Met dat kapitaal en 100 geleend geld zal voor 117 miljoen euro geïnvesteerd worden in zonnedaken vooral op daken van Vlaamse bedrijven. In twee jaar tijd zal Enfinity met dat
fonds 650.000 vierkante meter zonnedak aanleggen. Dat komt overeen met een vermogen van 22 MWpiek of voor 20 miljoen kWh groene stroom per jaar. Dat is voldoende om 5.500 gezinnen van elektriciteit te voorzien. Enfinity breidt het fondsensysteem uit met een tweede fonds voor 10 MWpiek en nog een derde voor 20 MWpiek, zodat in totaal meer dan 50 MWpiek geïnstalleerd zal zijn de volgende jaren. Ook voor Spanje, Italië en voor Griekenland worden nu dergelijke fondsen opgericht en zoekt het bedrijf ter plaatse naar geschikte mogelijkheden om zonnedaken te bouwen volgens dezelfde formule als in België. Enfinity is nu permanent op zoek naar financiers en naar bedrijven die bereid zijn hun dak af te staan. ‘Met die formule wint iedereen’, zegt Gino Van Neer. De taak, de functie en ook het risico van de initiatiefnemer Enfinity is goed omschreven en afgebakend. Enfinity sluit megacontracten met de producenten van fotovoltaïsche cellen en krijgt door zijn grote aankopen scherpe prijzen. Het bedrijf zoekt naar cellen met het hoogste rende-
ment. Ten tweede zoekt Enfinity stad en land af naar geschikte daken en eigenaars. Zij moeten een recht van opstal verlenen voor 20 jaar. Bovendien is het interessant dat het bedrijf een akkoord sluit met het fonds, dat de eigenaar is, om de opgewekte energie direct af te nemen. Zo worden dure transportkosten voor energie vermeden. Zowel hoogspanningsnetbeheerder Elia als de distributienetbeheerders (DNB’s) verdienen hier niets aan. Op de klassieke energiefactuur maken ze samen bijna de helft van de totale kostprijs voor elektriciteit uit, blijkt uit recente cijfers. Enfinity beschikt over een eigen net van installateurs om die zonnedaken te installeren. Met die formule loopt Enfinity weinig financieel risico. De fondsen betalen Enfinity een vergoeding voor alle bewezen diensten. Ook de omzet van het bedrijf is relatief beperkt in verhouding tot het investeringsvolume. In 2007 haalde de groep 8 miljoen euro omzet en realiseerde een beperkte bedrijfswinst. Enfinity werd in 2005 opgestart en zit nu met een eigen vermogen van 18.000 euro, dat weldra wordt opgetrokken. GROENE CERTIFICATEN Cruciaal voor het succes is de hoge prijs voor groenestroomcertificaten in Vlaanderen en dat op vrij lange termijn. De fondsen heb-
Het snijpunt waarop zonne-energie commercieel rendabel wordt, valt wellicht nog voor 2020.
RV
GEEN EEUWIGE SUBSIDIES Nadat de externe leningen zijn afgelost, worden de fondsen bijzonder rendabel. Maar de oprichters De Cuyper en Van Neer rekenen niet op eeuwige subsidies. Zij gaan ervan uit dat de elektriciteitsprijs op termijn stijgt, terwijl de kostprijs van de installatie met zo’n 10 procent per jaar daalt. Het snijpunt waarop zonne-energie commercieel rendabel wordt, valt wellicht nog voor 2020, zegt Van Neer. Tot dan blijven groene stroomcertificaten noodzakelijk. Massale toepassing van zonnedaken, maar ook van windenergie en biomassa, luidt een periode in van decentrale productie van elektriciteit, zonder veel transportkosten. Die transportkosten nemen in de toekomst sterk toe, zeker al in 2008, maakte de toezichthouder CREG onlangs bekend. Dat maakt decentraal opgewekte elektriciteit nog interessanter. Guy VAN DEN BROEK
ADVERTENTIE
Onzichtbare bijdrage – De voordelen van onze innovatieve bouwmaterialen zijn eerder voelbaar dan zichtbaar. Ze maken een betere isolatie en een efficiënter materiaalgebruik mogelijk. Zo helpen ze energie te besparen en dragen ze bij tot een duurzame toekomst voor onze planeet. Zichtbaar succes – In tal van industrietakken is BASF een belangrijke partner. Samen met onze klanten werken wij aan de ontwikkeling en optimalisering van nieuwe oplossingen. De resultaten van die samenwerking mogen er zijn: verbeterde processen, een verhoogde kwaliteit en een daling van de kosten dragen bij tot het succes van onze klanten. En tot een betere levenskwaliteit voor iedereen.
Onzichtbare bijdrage. Zichtbaar succes.
www.basf.be
CHEMISCHE PRODUCTEN
KUNSTSTOFFEN
VEREDELINGSPRODUCTEN
GEWASBESCHERMING EN VOEDING
OLIE EN GAS
7
TIJDRAPPORT l MILIEU
DE TIJD
WOENSDAG 5 MAART 2008
Milieubewustzijn vooral financieel geïnspireerd
De autorijscholen sluiten charter voor ecologisch rijden
Fiscale maatregelen maken leasewagenpark groener
Anders gaan rijden
del dat net onder de fiscale grenswaarden blijft. Het gaat dan vooral om middenklassenauto’s. ING Car Lease is bereid daarom de contracten voor zo’n 3.000 leasewagens open te breken.
KBC Lease noemt zijn milieuvriendelijke programma GREENlease, Leaseplan noemt het Greenplan, D’Ieteren Lease heeft een ‘6wielen’-contract voor de milieuen mobiliteitsvriendelijke combinatie van een auto en een scooter en een soortgelijke formule heet bij ALD Autolease dan weer 7 Wheel Lease omdat de aangeboden scooter een driewieler is. De leasingmaatschappijen in ons land lijken massaal een groen offensief te zijn gestart. Fiscale maatregelen en de hoge brandstofprijs hebben die impuls een duw in de rug gegeven. De hevige concurrentie op de bijna verzadigde Belgische leasemarkt, maakt dat de prijsdruk enorm is. Leasingmaatschappijen zoeken extra marges in tienden van procenten die in de kapitaalintensieve leasesector al snel honderdduizenden of miljoenen euro’s vertegenwoordigen. AFTREKBEPERKING Naast het onmiskenbare imagoeffect dat de groene formules van de leasingmaatschappijen hebben, zijn de voordelen vooral van financiële aard. ING Car Lease startte eind januari een actie waarbij de contracten van sommige relatief vervuilende auto’s kunnen worden opengebroken als er vervolgens een milieuvriendelijker model wordt
Bijna de helft van de ruim 500.000 nieuwe auto’s die elk jaar in ons land worden ingeschreven, is een bedrijfswagen. FOTO: SOFIE VAN HOOF
geleased. De oude auto moet dan wel een gemiddelde uitstoot van koolstofdioxide van meer dan 145 gram per kilometer hebben en de uitstoot van de nieuwe leaseauto moet daaronder liggen. Die voorwaarde is er enkel en alleen als gevolg van een wijziging in
de fiscale regels voor leasingauto’s vanaf 1 april. Vanaf volgende maand kan een bedrijf immers alleen nog aanspraak maken op de maximale fiscale aftrek van 75 procent van de leasewagen als de auto minder dan 145 gram CO2 per kilometer uitstoot. Het fiscale voordeel
op auto’s met een hogere uitstoot wordt beperkt tot 70 procent of zelfs 60 procent. Er zijn nogal wat auto’s waarvan de uitstoot net boven de grenswaarde van 145 gram per kilometer ligt, waardoor het aantrekkelijk wordt die auto in te ruilen voor een gelijkwaardig mo-
ADVERTENTIE
Sommige investeringen hebben meer resultaat. Milieutechnologie is een sector met toekomst, zoveel is zeker. Ondernemingen gespecialiseerd in nieuwe energievormen en water-, lucht- of bodembehandeling hebben dan ook gezonde financiële perspectieven. Daarom stelt Delta Lloyd al ruim 10 jaar portefeuilles samen met daarin de meest veelbelovende bedrijven. Hun diversiteit en uitstekende prestaties zijn een goede zaak voor úw portefeuille. Investeren is dus rendabeler dan protesteren. Doe het nu. Surf naar www.planeetinvest.be, mail ons op
[email protected] of bel 02/229.76.42.
ALTRUÏSTISCH Het vervangen van de relatief vervuilende leaseauto's door ING Car Lease is minder altruïstisch dan het lijkt. De sector verwacht dat de markt voor tweedehandswagens vanaf april overspoeld wordt met voormalige leasingwagens met een CO2-uitstoot van meer dan 145 gram per kilometer, waardoor de tweedehandsprijzen voor die modellen zullen zakken. Door de verversing van het wagenpark te vervroegen ontloopt de leaseklant zo veel mogelijk de extra fiscale belasting vanaf 1 april en kan ING zijn einde-contractwagens nog doorverkopen voor de prijzen dalen. Het is die motivatie uit kostenoverweging die ook bij de meeste andere leasingmaatschappijen overheerst. Uit een onderzoek van het de studiedienst CVO van leasingmaatschappij Arval blijkt dat wagenparkbeheerders wel zeggen dat ze de milieuaspecten belangrijk vinden bij de samenstelling van het wagenpark, maar dat zonder financiële stimuli niet in daden omzetten. De meeste leasemaatschappijen richten zich dan vooral op een zo efficiënt mogelijk beheer van het wagenpark van de klanten. Daarin speelt het milieu een steeds grotere rol, maar dat is vooral ingegeven door de steeds stringentere fiscale maatregelen en de brandstofprijs die de afgelopen jaren explosief gestegen is en daardoor een steeds belangrijkere plaats inneemt in de begroting van het bedrijfswagenpark. Het gemiddelde verbruik van de leasingwagens is daardoor ook steeds belangrijker geworden bij de leasingwagens die bedrijven hun werknemers aanbieden. De enige terughoudendheid daarbij is de angst voor de ontevreden werknemer. De bedrijfswagen is in ons land uitgegroeid tot een van de belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarden voor bedienden en kaderpersoneel. En kariger bedrijfswagenbeleid zou de aantrekkelijkheid van een bedrijf als werkgever aantasten, redeneren veel leasebedrijven. Daarom bieden bijna alle leasingmaatschappijen hun klanten ondertussen ook rijvaardigheidslessen aan. Met deze zogenaamde ecodrivingcursussen kan het brandstofverbruik van vooral ‘sportieve’ leasewagenrijders met tot wel 20 procent naar beneden worden gebracht. Voorts bieden een aantal maatschappijen ook nog CO2-compensatieplannen. BaK
Ecologisch rijden verlengt de levensduur van een motor en doet het brandstofverbruik met 10 of zelfs 20 procent dalen. Het werd achtereenvolgens bepleit door verscheidene actoren. De eerste was Febiac, de Belgische automobielen tweewielerfederatie. Die zag er een aanvulling in van de door de autosector gerealiseerde technologische verbeteringen, in het kader van een geïntegreerde benadering van de vermindering van de CO2uitstoot. Daarna kwamen er campagnes van de verzekeringsmaatschappijen, die het aantal ongevallen willen zien dalen: ecologisch rijden is immers defensief en veilig rijden. En nu is er een nieuw initiatief van vijf partners: de Vlaamse Stichting Verkeerskunde, de Bond Beter Leefmilieu (BBL), de Groepering van Erkende Ondernemingen voor Autokeuring en Rijbewijs (GOCA), Federgon Opleiding Erkende Rijscholen en Inter-Environnement Wallonie (IEW). ‘Wij vinden dat ecologisch rijden niet alleen een zaak van de autosector is. Ook de autorijscholen kunnen een belangrijke rol spelen om het te bevorderen en de bevolking ervan bewust te maken. De rijopleiding is immers hun kernactiviteit,’ vertelt Pierre Courbe, speciaal afgezant Mobiliteit bij Inter-Environnement Wallonie.
Het initiatief is eerst in Vlaanderen gestart, waar de Bond Beter Leefmilieu het gelanceerd heeft in het kader van het Europese project ‘Intelligent Energy for Europe’. Het resultaat is het Ecodrivingcharter. De autorijscholen die het ondertekenen, verbinden zich ertoe hun leerlingen een ecologische, zuinige rijstijl bij te brengen. 75 van de 109 Vlaamse en 30 van de 98 Waalse rijscholen hebben het charter al ondertekend. Federgon en Cefora verzorgen een opleidingsprogramma voor ecologische rijden van twee halve dagen voor alle instructeurs, eerst in Vlaanderen en later in 2008 in Wallonië. Het initiatief werd op 29 januari boven de doopvont gehouden door federaal minister van Mobiliteit Yves Leterme (CD&V). Tegelijk met de invoering van het charter wordt een campagne gelanceerd om de jeugd gevoelig te maken voor Ecodriving. Men zal verschillende media gebruiken (flyers, Boomerang-kaarten enz.). Er is ook een website opgezet (www.ecodriving.be). ‘Voor de partners in dit project - IEW, BBL, GOCA, Federgon en de Vlaamse Stichting Verkeerskunde - moet Ecodriving geen vrijwillige stap zijn, maar een integraal onderdeel worden van de rijopleiding en het rijexamen’, zegt Pierre Courbe. FA
De autorijscholen kunnen een ecologische, zuinige rijstijl aanleren.
FOTO: PHOTO NEWS
TIPS VOOR EEN ZUINIGER ENERGIEVERBRUIK
Zonder een euro uit te geven... (tijd) - De beste manier om geld te besparen op energie is... ze niet te verbruiken. Eenvoudig. En doeltreffend. Makkelijk gezegd? Er bestaan massa’s trucs die niets kosten en waarmee gezinnen en ondernemingen hun verbruik kunnen beperken. Samen leveren ze een fikse besparing op. Een overzicht. We beginnen in de woning of het kantoor. Eerste voorbeeld: door de verwarming een graadje lager te zetten (19 in plaats van 20°C), spaart u 6 tot 7 procent op uw energiefactuur zonder aan comfort in te boeten. In dezelfde geest is het verstandig de verwarming ’s nachts te verlagen (naar 16°C) en ze uit te zetten als u lange tijd afwezig bent (bijvoorbeeld in het weekend, in bedrijven waar dan niet gewerkt wordt). Een goede regeling van de thermostatische kranen, de radiators regelmatig ontluchten, ze niet afdekken en er geen meubelen voor plaatsen: ook dat zijn slimme trucs om verspilling tegen te gaan. Om warmteverlies te voorkomen, sluit u de deuren naar niet-verwarmde ruimten (bijvoorbeeld gangen). Doe ’s avonds de rolluiken, gordijnen of luiken dicht. Gebruik zo weinig mogelijk airco, die we in ons Belgische klimaat niet echt nodig hebben: de installatie
verbruikt tweemaal meer elektriciteit dan een wasmachine die drie keer per week draait. Ze kan de jaarlijkse factuur met 25 procent verhogen. Verluchten, gewoon door de vensters te openen, is een stuk goedkoper. ELEKTRISCHE TOESTELLEN Andere energievreters - alle elektrische toestellen zoals computer, printer, televisie, dvd-speler, stereo, koffiezet enzovoort - zet u thuis en op kantoor helemaal uit met de aan/uit-knop. Laat ze niet in stand-by staan, want dat is pure energieverspilling. Het spreekt voor zich dat het geen zin heeft een lege kamer te verlichten, zeker niet met klassieke gloeilampen. Als u langer dan 20 minuten de kamer uit bent, is het zinnig ook neonverlichting te doven. Gebruik die schakelaar! En wat als u de deur uit gaat, thuis of op kantoor? Ook dan kunt u met de juiste aanpak veel besparen. De rode draad: laat de auto in de garage of op het parkeerterrein staan. Natuurlijk kan dat niet altijd. Maar wel veel vaker dan het lijkt. In Brussel, bijvoorbeeld, is bijna de helft van de trajecten korter dan 3 kilometer. En precies die korte ritten vervuilen het meest en verbrui-
ken de meeste energie. Stappen, fietsen of het openbaar vervoer zijn in veel gevallen een efficiënt alternatief. Als u toch de auto gebruikt, kunt u tot 20 procent minder brandstof verbruiken door ‘zen’ te rijden. Zachtjes optrekken, de juiste bandenspanning, de airco niet te veel gebruiken: het helpt allemaal. A.Nx
FOTO: PHOTO NEWS
■ (tijd) - Het heeft even geduurd, maar het belang van milievriendelijkheid van de leasewagen wordt ondertussen niet alleen meer met de mond beleden. Alle zichzelfrespecterende leasingmaatschappijen en fleetmanagers hebben inmiddels speciale groene lease-pakketten. De doorslaggevende factor daarvoor was geen idealisme, maar keihard financieel gewin. ‘Groen’ is daarmee niet alleen hip, maar vooral lucratief.
■ (tijd) - Een aangepaste rijstijl kan het brandstofverbruik drastisch doen dalen. Een aantal actoren heeft een charter getekend om zuinig rijden te promoten.
Een goed werkende thermostatische kraan gaat verspilling tegen.
DE TOEKOMST IS HYBRIDE... EN LEXUS RIJDT VOOROP.
KRACHTIG ÉN GELUIDSARM
HET SUMMUM VAN BENZINE-ELEKTROTECHNOLOGIE
ONGEZIEN STERKE PRESTATIES
VERBAZINGWEKKEND LAAG BRANDSTOFVERBRUIK
MEER EFFICIËNTIE MET MINDER CO2-EMISSIE
GS 450h ‘S WERELDS EERSTE HYBRIDE LUXE SEDAN
LS 600h ’S WERELDS EERSTE HYBRIDE LUXE LIMOUSINE MET VIERWIELAANDRIJVING
CONTACTEER UW LEXUS DEALER VOOR EEN HYBRIDE TESTRIT. www.lexus.be
RX 400h De RX 400h combineert het geraffineerd vermogen van een V6-benzinemotor met 2 krachtige elektromotoren. Dit intelligent trio staat garant voor een ongezien soepele, naadloze acceleratie. En levert meer dan 270 DIN pk op, of het vermogen van een V8-motor. Een uitermate sterk gereduceerde CO2-emissie maakt van de RX 400h bovendien de meest milieubewuste wagen van zijn klasse. Deze technologie van morgen is er vandaag al.
LEXUS HYBRID DRIVE Gemiddeld verbruik en CO2-uitstoot: RX 400h (8,1 l/100 km en 192 g/km), GS 450h (7,9 l/100 km en 186 g/km), LS 600h (9,3 l/100 km en 219 g/km) Lexus Antwerpen Tel.: 03 – 355 36 50 • Lexus Brussels Tel.: 02 – 721 11 89 • Lexus Waterloo Tel.: 02 – 384 50 00 • Lexus Latem Tel.: 09 – 242 90 70 • Lexus West Flanders Tel.: 056 – 72 59 09 • Lexus Hasselt Tel.: 011 – 85 11 66 • Lexus Liège Tel.: 04 – 340 03 40 • Lexus Luxembourg – GGL Tel.: +352 – 45 57 15 333 • Segers (Lexus Service Center - Wezemaal) Tel.: 016 – 58 24 24 • Stoops (Lexus Service Center - Oostende) Tel.: 059 – 70 24 72 • Ets. Nachsem – Lejoly (Lexus Service Center - Malmedy) Tel.: 080 – 31 00 20