Redactie: ·Justus van den Berg, Fluitekruidstraat 151, 4461 MG Goes, 0113-271210 Abonnementen: €3,50 per jaar. Voor actieve en beginnende floristen wordt het Blad door FLORON betaald. Oplage 140 exemplaren digitaal in kleur en 70 exemplaren papier (zwart - wit).
INHOUDSOPGAVE Last minute boeking inventarisatieweekend
1
Programma van het inventarisatieweekend 10, 11 en 12 september
2
Vaarschema eilanden in de Grevelingen
3
Voorlopige lijst met deelnemers
4
Groenknolorchis op de Veermansplaat
5
Asterfijnstralen
8
Heemstweken
18
Info FLORON
20
Last minute boeking Inventarisatieweekend FLORON-Zeeland 2010 Dit jaar wordt voor de twaalfde keer een FLORON-inventarisatieweekend in Zeeland georganiseerd. Van vrijdag 10 tot en met zondag 12 september 2010 is er een kamp langs de nieuwe natuur in Zeeland. Dit jaar specifiek gericht op Duiveland, de eilanden in de Grevelingen en Sint Philipsland. De inventarisaties zijn gericht op de natuurontwikkelingsgebieden, het urbane gebied en de overgang zee naar land. Natuurlijk laten we bestaande natuurgebieden niet links liggen. De overnachtingslocatie is Landschapscamping Kijkuit, Rietdijk 12 te Zonnemaire (kilometerhok 55-416). Het aantal bedden is beperkt dus de nadruk ligt op kamperen. Er is een mooie verblijfsruimte. Aanmelding bij Justus van den Berg: 0113-271210 of
[email protected]. De kosten zijn net als de voorafgaande jaren geraamd op €35, - (bij een zeer groot aantal deelnemers wordt de bijdrage mogelijk hoger). Deze lage prijs is mogelijk door een bijdrage van de terreinbeherende instanties. Het kamp begint op vrijdagmiddag 10 september vanaf 12.30 uur en duurt tot en met zondag 12 september circa 16.00 uur. Je kunt natuurlijk ook slechts een deel van het kamp aanwezig zijn. Let op: het tijdstip van het kamp is iets vervroegd, dit in verband met het vertrek van de eerste boot om 13.00 uur (15 mensen) en de tweede boot om 13.45 uur (ook 15 mensen).
Tijdens het kamp ben ik bereikbaar op 06-20991598
Het Blad nummer 69, augustus 2010 – pagina 1
Programma van het inventarisatieweekend 10, 11 en 12 september Vrijdag 10 september 11.30 - 12.30 uur Welkom: koffie/thee met een Zeeuwse bolus staan klaar. 12.30 - 12.45 uur Toelichting op de te inventariseren gebieden en samenstelling groepen/uitdelen lijsten en kaarten. Zoals altijd is er een indeling voor het gehele weekend (improvisaties zijn natuurlijk altijd mogelijk en soms nodig). 12.45 - 18.30 uur Veldinventarisatie. 19.30 - 20.30 uur Eten op de groepsaccommodatie. 20.30 - ??? uur Wat de avond nog verder te bieden heeft (onder andere inleveren streeplijsten, determineren van lastige plantjes, laten zien van leuke vondsten), nog een leuk stukje doen of zoals altijd een mix van bier, wijn en babbels. Zaterdag 11 september 8.00 - 9.00 uur Ontbijt of toch eerder als je naar de Veermansplaat gaat (boot met 15 mensen vertrekt uit de haven om 8.00 uur: vroeger kunnen we het niet maken!) 9.00 - 18.00 uur Veldinventarisatie 19.00 - 20.00 uur Eten op de groepsaccommodatie. Vanaf 20.00 uur Wat de avond nog verder te bieden heeft. Zondag 12 september 8.00 - 9.00 uur Ontbijt. 9.00 - 15.00 uur Veldinventarisatie. 15.00 - 16.00 uur Groepscentrum schoon opleveren, lijsten inleveren en weer vol goede moed en Zeeuwse geneugten naar huis.
Veldwerk in de Yerseke Moer 2009
Meenemen Voor het kamp heb je de normale inventarisatie-uitrusting en overnachtingsspullen nodig. Denk in elk geval aan: flora, loep, schrijfplankje, veldfles, gps: theedoek en tent voor de bedslapers lakens en sloop meenemen; laarzen en regenkleding (al wordt het natuurlijk zeer mooi weer). Voor de maaltijd is alles aanwezig. Tijdens het inventarisatieweekend ben ik telefonisch bereikbaar: 06-20991598 In 2003 en 2008 zijn er ook kampen geweest op Schouwen, maar we zitten nu een stuk oostelijker op Duiveland. Het zoekgebied betreft geheel Duiveland, de Grevelingen en Sint Philipsland. Specifiek betreft het de volgende gebieden:
Het Blad nummer 69, augustus 2010 – pagina 2
-
de eilanden in het Grevelingenmeer. Staatsbosbeheer zorgt voor een bootverbinding; natuurontwikkelingsgebieden van de Zuidkust van Schouwen; het urbane gebied van Bruinisse en Brouwershaven; het natuurgebied Dijkwater; de Grevelingendam, Krammersluizen en Philipsdam; het landgoed De Maire (sinds 1983 niet onderzocht), zowel een voormalige kreek als aangrenzende agrarische gronden; de zilte schorren van Sint Philipsland.
Vaarschema eilanden in de Grevelingen: een uitdaging apart Het lijkt me leuk dat zoveel mogelijk mensen de eilanden van de Grevelingen kunnen inventariseren. Met het programma is het mogelijk dat maximaal 45 mensen op de eilanden kunnen komen. Een en ander vraagt toch de nodige improvisatie en gelukkig is Staatsbosbeheer zeer flexibel. Op vrijdag bezoeken wij de eilanden Dwars in de Weg en Stampersplaat en op zaterdag het grote eiland Veermansplaat. Voor ieder eiland is er een groep van 15 personen. Met Staatsbosbeheer zijn de volgende tijdstippen afgesproken voor het vervoer naar de eilanden in de Grevelingen. Dit is de reden dat we op vrijdag een half uur eerder beginnen en de groep die op zaterdag naar de Veermansplaat gaat op 7.45 uur van de camping moet vertrekken en dan weer om 18.40 terug zal zijn. Op zaterdag hebben de boswachters nog andere verplichtingen vanaf 9.00 uur tot 17.30 uur. Het is gelukkig een groot eiland dus wij kunnen ons wel vermaken, als het weer dat tenminste toelaat (anders word je gewoon nat want er is naast wat struweel en beesten, werkelijk niks). Vrijdag 10 september
13:00 uur in de Haven van Bommenede. Vijf (auto) minuten van de camping, vertrek per boot naar de Stampersplaat voor groep 1 (15 personen); 13:45 uur in de Haven van Bommenede vertrek per boot naar Dwars in de Weg voor groep 2 (15 personen); Groep 2: om 17:45 uur vertrek vanaf Dwars in de weg naar Bommenede. Aankomst haven ongeveer 18:10 uur; Groep 1: om 18:30 uur vertrek vanaf Stampersplaat naar Bommenede. Aankomst haven ongeveer 18:55 uur. Zaterdag 11 september 8:00 uur in de haven van Bommende, vertrek per boot naar de Veermansplaat voor een groep van 15 personen. rond 18:00 uur vertrek vanaf de Veermansplaat naar de haven van Bommenede. Aaankomst ongeveer 18:25 uur.
Veermansplaat Stampersplaat
Dwars in de weg
camping
haven
Het Blad nummer 69, augustus 2010 – pagina 3
Voorlopige lijst met deelnemers Er is al een groot aantal (43) deelnemers en we kunnen uitzien naar een mooi weekend. Zoals al vaker toegezegd is het (bijna) altijd mooi weer tijdens ons kamp. Alle 12 bedden zijn al gereserveerd en de anderen kunnen op de aangrenzende landschapscamping staan. Dus Zeeland is nog steeds niet vol. Onderstaande lijst geeft een overzicht van de deelnemers die zich tot nu toe (donderdag 5 augustus) hebben aangemeld. Mogelijk ben ik er een aantal vergeten die zich mondeling/schriftelijk hadden aangemeld (alvast sorry), maar dat hoor ik dan graag. De lijst is bedoeld voor mensen die mogelijk willen carpoolen. Ik ga daar niet in bemiddelen. Ophalen van het busstation in Zierikzee is te regelen, maar dan tijdig bellen. Er is een goede busverbinding naar het eiland vanaf het treinstation Rotterdam-Zuidplein of Goes. Abrahams, M. Gasteert
[email protected],0592-231715 Ambrosius, L Tholen Bach Kolling, W. Amsterdam
[email protected],020-6260226 Berg, J.J. van den Goes
[email protected],0113-271210 Biemans, C Amsterdam
[email protected],020-4191866 Boersma, Wietze Delden ·· wytze.boersma.hetnet.nl,074-3762711 Bult, R.
[email protected] Bunnik, G. Middelburg 0118-625199 Burgel-Hollander, M. A. Oegstgeest
[email protected] ,071-5172832 Drees, M. Groningen
[email protected],06-30103596 Dijkhuis, E Zuidlaren
[email protected],050-3600155 Heijman, E. Schipborg ·
[email protected],06 10418115 Hibma, J. Engwierum ·
[email protected],06-23377409 Hospers, A. Groningen
[email protected] Houte, J.C.E., van Oud Vossemeer
[email protected],0166-677010 Kester, T. Zoetermeer ·
[email protected],079-3412605 Kleijn, A. Amstelveen ·
[email protected] Kraker, C. de Burgh Haamstede
[email protected],0111-653495 Kralingen, C. van Valkenburg ·
[email protected],071-4016029 Kruis, Bert van der Heemstede ·
[email protected],023-5283827 Kuijs, I. Brielle ··
[email protected],0181-417849 Lammers, W Tholen
[email protected], 0166-663837 Looij, M, Van Apeldoorn
[email protected],055-3550149 Maas, P. Terneuzen ·
[email protected],0115-617004 Meijer, M. Bloemendaal ·
[email protected],023-525197 Mill, G.J. Nijmegen
[email protected],024-3551730 Moorsel, R. van Utrecht ··
[email protected],030-2730145 Moorsel, M. van Utrecht 030-2730145 Pellicaan, J. Wijk bij Duurstede
[email protected] Schurer Schaap, R. H. Drachten ·
[email protected],0512-510304 Schurer, J Drachten ·
[email protected],0512-510304 Slikke, W. v.d. Leiden ··
[email protected],024-7410573 Veer, M. de Valkenburg
[email protected] Ven, I. v.d. Kerkwerve
[email protected],0111-413407 Ven, W. van der Eindhoven ·
[email protected],040-2524457 Vermaas, L. Tholen 0166-604461 Vinkeles Melchers, H.H. Sint Maartensdijk
[email protected],0166-661153 Vos, A. Veendam ·
[email protected],0598-61809 Welgraven, G. Den Helder ·
[email protected],0223-632999 Wetzels, P. C. J. Diemen ·
[email protected],020-6928352 Wiel P. vd Roosendaal
[email protected] ,0165-533059 Wijngaarden, W. van Middelburg ·
[email protected],0118-625199 (tijdens kamp 06-11244273)
Het Blad nummer 69, augustus 2010 – pagina 4
Groenknolorchis (Liparis loeselii) Dit artikel zal nog verschijnen in het verslag van Kees de Kraker over de inventarisaties van de bijzondere flora in de Grevelingen. Omdat wij er gaan kijken hierbij al het overzicht van groenknolorchis. De Groenknolorchis is voor het Natura 2000-gebied de Grevelingen een kwalificerende soort van de Habitatrichtlijn waarvoor Nederland speciale verantwoordelijkheid heeft. De beheerder heeft een instandhoudingsverplichting. Om aan deze verplichting inhoud te kunnen geven, is kennis van de verspreiding en de condities waaronder deze gedijt, onmisbaar. Uit contacten met Arnout-Jan Rossenaar van Floron, bleek enkele jaren geleden dat de populatie van Groenknolorchis op de Veermansplaat momenteel wellicht de grootste van Nederland is. In 2009 werd met Belgische onderzoekers een bezoek gebracht aan alle populaties in de Grevelingen en die in de Buitenverklikker op Schouwen. Van Voorne tot Noord-Frankrijk is materiaal verzameld voor DNA-analyse, zodat de mate van verwantschap, differentiatie en variatie tussen en binnen populaties en deelpopulaties kan worden vastgesteld. Veermansplaat Het areaal waar de Groenknolorchis voorkomt bleek opnieuw verder uitgebreid. Vanwege het in kaart brengen van soorten voor Programma Beheer werd de verspreiding dit jaar wat nauwkeuriger onderzocht. In een aantal Figuur 27 Verspreiding Groenknolorchis op de Veermansplaat in 2009. hectarevakken werd de soort niet teruggevonden, lichtgrijs (30%zwart) = 1-100 ex. grijs (50% zwart) = 100-1000 ex. wat niet altijd wil zeggen dat de soort daar ook donkergrijs (75% zwart) = > 1000 ex werkelijk verdwenen is. Naast vakken waar Populatie in 2009 (schatting): circa 20.000 ex. Groenknolorchis niet meer gevonden werd, werd de soort op veel andere plaatsen voor het eerst vastgesteld. Per saldo resteerde een toename van 21 hectarevakken tot een totaal van 144 voor de Veermansplaten. Wanneer we af- en toename met elkaar vergelijken zien we dat de toename vooral in de oeverzone en op de noordkop heeft plaatsgevonden, terwijl de afname meer landinwaarts en langs de oostoever is te vinden (Figuur 27). Er is nog steeds sprake van een naar de oever opschuivende verzoeting, zodat de brakke soorten geleidelijk het veld ruimen en zich hier een knopbiesgemeenschap (Schoenetum) kan ontwikkelen. In ouder Schoenetum kan de soort weer verdwijnen. Hoe lang Groenknolorchis zich hier zal kunnen handhaven is afhankelijk van het beheer en de vraag of de groeiplaats in voldoende mate gebufferd wordt door kalkrijk grondwater. Voor het beheer is het van belang dat de begroeiing voldoende kort en open blijft. Begrazing en aanvullend maaibeheer zijn daarvoor noodzakelijk. Tijdelijk hogere standen van het Grevelingenpeil zouden in de oeverzone voor openheid en zich steeds weer ontwikkelende pioniersituaties met jonge knopbiesgemeenschap kunnen zorgen, terwijl dan wat meer landinwaarts kalkrijk grondwater omhoog gedrukt wordt. Hiervoor worden elders in dit rapport verschillende aanbevelingen gedaan. Ook saltspray lijkt in de oeverzone een bijdrage te leveren. Door het nauwkeurig tellen van de planten in enkele vakken blijkt dat het aantal bloeiende exemplaren per hectarevak jaarlijks aanzienlijk kan verschillen. Het totaal aantal exemplaren van de drie in Figuur 27 aangegeven vakken bedroeg van 2007 tot 2009 resp. 2560, 2970 en 3600. Op basis van de gemaakte indeling in aantallen per hectarevak komt een schatting van het totaal voor de Veermansplaten op circa 20.000 exemplaren. Het belang en bijzondere karakter daarvan in internationaal opzicht verdient bijzondere bescherming.
Het Blad nummer 69, augustus 2010 – pagina 5
Stampersplaat Op de Stampersplaat gaat het minder goed met de Groenknolorchis, al een reeks van jaren neemt de soort hier af. In voorgaande jaren werden enkele mogelijke oorzaken daarvoor genoemd, zoals verruiging van de groeiplaatsen (met name aan west- en noordkant van de Stampersplaat) en oppervlakkige ontkalking op de oostpunt. Dit seizoen bleek dat vrijwel alle bloeiaren van de Groenknolorchis afgegraasd waren door de Shetlandpony’s (23), waardoor vrijwel geen zaad Verspreiding Groenknolorchis op de Stampersplaat in 2009 gezet kan worden. Mogelijk is de begrazing te lichtgrijs = 1-100 ex. Populatie in 2009 (schatting): 400 ex. intensief. Nu was 2009 bijzonder droog en schraal. Miriam Kleijn die stage liep bij Staatsbosbeheer, bekeek de mogelijkheden voor seizoenbegrazing van de Stampersplaat met enkele runderen om hiermee verruiging (de kruipwilgveldjes met Rode klaver, Grote ratelaar en ruigtekruiden) tegen te gaan en elders door betreding voor een meer open bodem te zorgen. Naar aanleiding hiervan is besloten om in 2010 met enkele runderen op de Stampersplaat te experimenteren. De kudde Shetlandpony’s blijft voorlopig op dezelfde grootte gehandhaafd omdat deze nu een hechte eenheid vormt en een aantal gunstige eigenschappen heeft die men graag wil behouden. Van belang is dat graasgedrag en effect van pony’s en runderen op de Groenknolorchis en omringende vegetatie daarbij goed gevolgd wordt. Een onderzoeksopzet met enclosures lijkt daartoe het meest geëigend.
Het Blad nummer 69, augustus 2010 – pagina 6
Dwars in de Weg Op Dwars in de Weg werd de Groenknolorchis tijdens de vegetatiekartering van 2005 gevonden. Het betrof 1 groeiplaats met 13 bloeiende planten. In 2007 werden ter plaatse 37 ex. geteld. De omvang van de groeiplaats was niet toegenomen (doorsnede < 10 meter). In de verdere omgeving werd geen Groenknolorchis aangetroffen. In 2008 konden hier niet meer dan 25 exemplaren geteld worden, was maar een heel klein plekje. In 2009 werden 31 exemplaren geteld (25 + 2x3 resp. op 20 en 30 meter van grootste groeiplaats). Over het algemeen is de vegetatie hier te dicht en te voedselrijk. Begrazing met paarden (kort) en runderen (trappen de vegetatie open en consumeren ook veel bloeiwijzen, zoals van Grote ratelaar) is gunstig en verdient zeker voortzetting. Mogelijk dat het ontstaan van kleine groeiplaatsen iets verder van de oorspronkelijke plek verwijderd, een gevolg is van de recente runderbegrazing. Hompelvoet De Groenknolorchis werd op de Hompelvoet voor het eerst vastgesteld in 2007. Het betrof een groeiplaats met een doorsnede van circa 30 meter met ruim 70 bloeiende ex. in het NO-deel van de Ganzewei (Amersf. coörd. 55.453422.112). In 2008 werd daar op 9 juni een vergelijkbaar aantal (ca. 80 ex.) bloeiende planten geteld. In 2009 werd op 10 juni de omgeving van de groeiplaats nauwgezet uitgekamd en de aanwezige exemplaren in kaart gebracht (Fig. 29). Met 70 getelde exemplaren was er van toename in elk geval geen sprake, hoewel meer geschikt biotoop aanwezig leek. Het blijft lastig zoeken in deze omgeving vanwege voortdurend alarmerende Grutto’s, speurende meeuwen en schrikachtige koeien. Je moet daar in die tijd van het jaar niet te lang rondlopen. Echt optimaal habitat is het zeker niet, dat is op de Hompelvoet slechts beperkt aanwezig maar daar is de soort nog niet gevonden. Kees de Kraker
Figuur 29. Verspreiding Groenknolorchis op de Hompelvoet in 2009.
Herfstschroeforchis en Kees de Kraker op de Hompelvoet (exemplaar verzameld voor het rijksherbarium)
Het Blad nummer 69, augustus 2010 – pagina 7
Asterfijnstralen (Wim van Wijngaarden) Ook voor de meer gevorderde florist is het niet vreemd wanneer hij bij de naam 'Asterfijnstraal' denkt: "die heb ik nooit gezien". Asterfijnstraal is dan ook niet de benaming van een soort, maar van het geslacht Conyza. Dat wordt sinds de 22e druk van de Heukels'1 onderscheiden van de 'echte' fijnstralen in het geslacht Erigeron. Ook het onderscheid met de asters (het geslacht Aster) is moeilijk2. Toch zijn in de Nederlandse omstandigheden de Conyza's als groep op grond van hun uiterlijk (habitus) goed herkenbaar. De Heukels' gebruikt als formeel kenmerk de lintbloemen (bij asterfijnstralen talrijker dan de buisbloemen, en de plaat ervan hoogstens 1 mm lang, bij de 'echte' fijnstralen minder talrijk dan de buisbloemen, met een plaat van 2-10 mm lang). Foto's van de soorten (fig. 2, 3, 4) geven direct meer duidelijkheid. Maar nu dan de Conyza's. Tot 1998 was in Nederland alleen de Canadese fijnstraal (C. canadensis) bekend, een al halverwege de 17e eeuw vanuit Noord-Amerika binnengekomen neofiet, die inmiddels over de gehele gematigde en warme wereld is verspreid. In Nederland is de soort nu zeer algemeen. Eind vorige eeuw werd de overzichtelijkheid verstoord. In 1998 werd in Rotterdam3 een nieuwe soort gevonden, die later werd gedetermineerd als Gevlamde fijnstraal (C. bonariensis), en in 1999 werd de Hoge fijnstraal (C. sumatrensis) voor het eerst herkend in noord-Limburg. Deze laatste soort bleek al verder verspreid over Nederland, maar was nooit herkend. In 2002 kwam er nog een soort bij: Ruige fijnstraal (C. bilbaoana), weer in Rotterdam voor het eerst gezien. Deze soorten hebben zich inmiddels in die 10 jaar verder over Nederland uitgebreid (zie fig. 1). De Hoge fijnstraal is inmiddels in de Amsterdamse binnenstad op veel plaatsen zelfs al algemener dan de Canadese fijnstraal4. Ook in Zeeland zijn met name de Hoge maar ook de Gevlamde fijnstraal geen onbekenden meer; de Ruige fijnstraal ontbreekt vooralsnog. Goed uitkijken dus naar deze laatste, maar het is ook de moeite waard om de ontwikkeling van de andere soorten in Zeeland te volgen. Remko Andeweg heeft daarom voor het onderscheid van deze soorten een eerder (zie voetnoot) gemaakte tabel uitgebreid met deze soort, en ook een aantal foto's ervan beschikbaar gesteld, waarvoor hartelijke dank. De asterfijnstralen zijn allemaal soorten van het stedelijk gebied en daarbuiten op droge, open, vaak omgewerkte, braakliggende en stenige grond. De Canadese fijnstraal is door heel Zeeland te vinden. De Hoge fijnstraal is daarna de meest algemene, ook buiten de stedelijke omgeving, zoals op steenglooiingen van dijken als de Zandkreekdam. De Gevlamde fijnstraal kent al vele jaren een bolwerk in de Middelburgse binnenstad bij de Stadsschuur. Van de 'echte' fijnstralen kunnen we de Zomerfijnstraal (Erigeron annuus) op soortgelijke plaatsen vinden, maar ook in vochtiger situaties. De Muurfijnstraal (E. karvinskianus) komt vooral voor op zonnige muren (zoals de Rouaanse kaai in Middelburg en op fort Rammekens), en daarnaast op andere stenige, min of meer vochtige plekken in stedelijk milieu. De Scherpe fijnstraal (E. acer) tenslotte is de enige inheemse van al deze soorten. Deze groeit vooral op kalkrijke, lichte en vrij voedselarme bodems; in Zeeland in de duinen in vochtige valleien en kruipwilgstruwelen, op dijken, maar ook op door de mens gecreëerde standplaatsen als spoorwegen en industrieterreinen. En: er zijn nog zo'n 45 andere soorten Conyza; wanneer komt de volgende?
1
Meijden, R. van der, 1996. Heukels' Flora van Nederland. 22e druk. Wolters-Noordhoff, Groningen. Weeda, E.J., c.s. 1991. Nederlandse oecologische flora 4. IVN/VARA/Vewin. P. 42 e.v. 3 Andeweg, Remko. 2006. Fijnstralen in Rotterdam. Natuurlijk Rotterdam 7(1): 5-7. Op internet te vinden op http://www.bureaustadsnatuur.nl/downloads/2006-1.pdf 4 Denters, Ton. 2010. Bijzondere plantenvondsten in de regio Amsterdam 2008 en 2009. http://www.frontlinie.nl/floron/nieuwsbrief/vondst08-09.pdf 2
Het Blad nummer 69, augustus 2010 – pagina 8
Plant vrij kaal met verspreide lange haren. Licht- of donkergroen Bloemhoofdjes (vrijwel) kaal en geelgroen van kleur. Bloemhoofdjes meestal minder dan 5 mm. breed. Canadese fijnstraal Ruige fijnstraal Conyza canadensis Conyza bilbaoana in Bloemhoofdjes in Bloemhoofdjes een lange, een brede pluim met wijd afstaande zuilvormige pluim takken. (“appelboompje”)
Plant kort en dicht behaard. Grijzig Bloemhoofdjes dichtbehaard en grijsgroen van kleur. Bloemhoofdjes meestal breder dan 5 mm. Hoge fijnstraal Conyza sumatrensis Bloemhoofdjes in een brede of ruitvormige pluim.
Gevlamde fijnstraal Conyza bonariensis Bloemhoofdjes in een, meestal slordige, tuil.
Bloemhoofdjes 3 tot Bloemhoofdjes t.o.v. Bloemhoofdjes “smal” Bloemhoofdjes kort 5 mm breed Canadese fijnstraal van vorm. 5 tot 7 mm en breed, tot 10 mm. aan de kleine kant breed. Buisbloemen in het Buisbloemen in het hoofdje meestal met hoofdje meestal met 4 lobben. (loep) 5 lobben. (loep) Lintbloemen Lintbloemen slecht duidelijk buiten het ontwikkeld en niet omwindsel buiten het omwindsel uitstekend. (loep) uitstekend. (loep) Omwindsel van het Omwindsel van het Omwindselbladen van Omwindselbladen hoofdjes van de hoofdjes met uitgebloeide hoofdje uitgebloeide hoofdje de rode top. donkerbruin. eenkleurig. grijzig bruin. diep (Onopvallend licht (Dit beïnvloedt de algemene indruk van van kleur) de plant sterk) Bladrand minstens Haren langs de hele Bladrand dicht bezet met gekromde tot 1/3 met bladrand stug en aangedrukte haren. verspreide, lange gekromd met een dikke basis. afstaande haren Beharing stugger dan bij de andere soorten. Hoogte tot ca. 100 Hoogte tot 150 cm. Vaak groot en fors, tot Hoogte tot ca. 80 cm. cm. (lit.) meest korter. menshoog. Eénjarig Deels overjarig met Eénjarig Eénjarig vaak meerdere hoofdstengels én rozet in het najaar. Tabel voor het onderscheiden van de Asterfijnstralen (Conyza's) - Remko Andeweg 2010
Het Blad nummer 69, augustus 2010 – pagina 9
1a Canadese fijnstraal (C. canadensis)
1c Gevlamde fijnstraal (C. bonariensis)
1b Hoge fijnstraal (C. sumatrensis)
1d Ruige fijnstraal (C. bilbaoana)
FIGUUR 1 Verspreiding van de Conyza-soorten in Nederland (bron: waarneming.nl)
Het Blad nummer 69, augustus 2010 – pagina 10
2a ·
2c
2b
2d
FIGUUR 2 OM OP TE LETTEN! Ruige fijnstraal (Conyza bilbaoana) (foto's: Remko Andeweg) 2a detail 2b hoofdstengel en rozet 2c habitus 2d bloeiwijze
Het Blad nummer 69, augustus 2010 – pagina 11
3a. Hoge fijnstraal (C. sumatrensis)
3b Hoge fijnstraal (C. sumatrensis)
3c Gevlamde fijnstraal (C. bonariensis)
Het Blad nummer 69, augustus 2010 – pagina 12
3d Gevlamde fijnstraal (C. bonariensis)
Het Blad nummer 69, augustus 2010 – pagina 13
3 f Canadese fijnstraal (C. canadensis)
3 e Canadese fijnstraal (C. canadensis ) FIGUUR 3 Ter vergelijking 3a, b Hoge fijnstraal (C. sumatrensis) 3c, d Gevlamde fijnstraal (C. bonariensis) 3e, f Canadese fijnstraal (C. canadensis) (foto's: Grada Menting f, Jaco Walhout d, Peter Meininger e, Remko Andeweg c, Wim van Wijngaarden a, b)
Het Blad nummer 69, augustus 2010 – pagina 14
4a Scherpe fijnstraal (E. acer)
4b Scherpe fijnstraal (E. acer)
Het Blad nummer 69, augustus 2010 – pagina 15
4 c en d Muurfijnstraal (E. karvinskianus)
Het Blad nummer 69, augustus 2010 – pagina 16
4 e Zomerfijnstraal (E. annuus))
4 f Zomerfijnstraal (E. annuus) FIGUUR 4 En de 'echte' fijnstralen (Erigeron) (foto's: Jaco Walhout a, e, Peter Meininger b, f, Wim van Wijngaarden c, d)
Het Blad nummer 69, augustus 2010 – pagina 17
Heemstweken De heemstweken zijn in Zeeland weer begonnen. Dit is het tweede jaar dat we naar deze soort op zoek gaan. We proberen om in drie jaar geheel Zeeland te hebben onderzocht, zodat er een actueel beeld is van deze toch kwetsbare soort. Onderstaande figuur laat het resultaat van het afgelopen jaar zien. Grote delen van de provincie zijn nog niet onderzocht (Zeeuws-Vlaanderen en Walcheren). Tholen en Sint Philipsland zijn wel bijna volledig onderzocht. Ook grote delen van Zuid-Beveland zijn redelijk onderzocht, De verwachting is dat de soort op Schouwen, Noord-Beveland, Walcheren en west Zeeuws-Vlaanderen nauwelijks voorkomt.
Kaartbeeld van de verspreiding van Heemst in Waarneming.nl. De verwilderde/uitgezaaide waarnemingen staan niet in dit kaartbeeld.
Het landelijke beeld van waarneming.nl laat zien dat de soort ook in de Hollandse delta goed wordt waargenomen. Buiten de delta zijn er maar weinig waarnemingen doorgegeven. Veelal betreft het dan stedelijke gebieden en zal het vaak om verwilderde exemplaren gaan. In Zeeland komt heemst in de stedelijke gebieden nauwelijks voor.
Het Blad nummer 69, augustus 2010 – pagina 18
Het Blad nummer 69, augustus 2010 – pagina 19
ADRESSEN voor informatie over FLORON Zeeland Centrale coördinatie; Justus van den Berg, Fluitekruidstraat 151, 4461 MG Goes, tel 0113-271210. e-mailadres:
[email protected]. De volgende werkgroepen leveren een belangrijke bijdragen aan het verzamelen van flora gegevens in Zeeland: Plantenwerkgroep van de Natuur- en vogelwacht Schouwen-Duiveland; Plantenwerkgroep Natuurvereniging Tholen; Plantenwerkgroep KNNV Walcheren; Plantenwerkgroep KNNV Bevelanden; Plantenwerkgroep van natuurvereniging ’t Duumpje; Plantenwerkgroep van de Steltkluut.
Het Blad nummer 69, augustus 2010 – pagina 20