Tijd van jagers en boeren Prehistorie
Tijd van monniken en ridders Vroege Middeleeuwen
- 3000 v C
500 - 1000
Tijd van Grieken en Romeinen Oudheid
Tijd van steden en staten - Hoge en Late Middeleeuwen
-3000 v C - 500 n C
1000 – 1500
Tijd van ontdekkers en hervormers Renaissancetijd
Tijd van pruiken en revoluties Eeuw van de Verlichting
1500 - 1600
1700-1800
Tijd van regenten en vorsten Gouden Eeuw
Tijd van burgers en stoommachines Industrialisatietijd
1600 - 1700 1800-1900
Tijd van wereldoorlogen 1900-1950
Tijd van televisie en computer 1950 – heden
Uit verre streken komen soms groepen mensen om te jagen. Later gaan mensen aan akkerbouw en veeteelt doen en blijven ze dus vaker voor langere tijd op één plek wonen. Er ontstaan dorpjes. In het noorden van het land worden hunebedden gebouwd.
Rondom de Middellandse Zee ontstaat het Romeinse rijk. De Rijn wordt de grensrivier tussen het Romeinse Rijk en Germaanse gebieden. Hierlangs ontstaat een verdedigingslinie van wachttorens, forten en stedelijke nederzettingen. Zo konden de Romeinen hun rijk verdedigen. Er ontstaan steden op plekken waaruit later Maastricht, Nijmegen en Utrecht groeien.
Uit fossielen die zijn gevonden kan worden opgemaakt dat hier rond twee miljoen jaar geleden al mensachtigen rondliepen. Men leefde van landbouw, een beetje veeteelt en ook jacht. De mensen leefden in groepen samen, dit noem je stammen. Ze waren vaak nomaden: met hun koeien of geiten trokken zij rond, op zoek naar water en eten.
De naam Afrika was in de oudheid eerst bedoeld voor het gebied van het huidige Tunesië. De Romeinen hadden de kustgebieden van (nu) Tunesië en Libië veroverd. Dit vormde de provincie Afrika. Ghana behoorde niet tot het Romeinse Rijk. Hier leefde men veelal nog als nomaden, al waren er ook al dorpjes met veeteelt.
Uit de Franken ontstaat langzaam een nieuw en machtig rijk. De belangrijkste heerser is Karel de Grote. Er ontstaat een standenmaatschappij waarin adel ('ridders'), geestelijkheid (de mensen die bij de kerk horen) en 'burgers, boeren en buitenlui' verschillende rechten en plichten hebben. Het was vooral afhankelijk van de familie waarin je geboren was, tot welke stand je behoorde.
Door heel Noordwest-Europa zijn er grote plundertochten door de Vikingen. Er komen allerlei kleine gebiedjes met ieder hun eigen baas. Zo’n gebied noemde je een graafschap. Het graafschap Holland wordt steeds belangrijker. Het varen op zeeën en rivieren levert geld en dus ook macht op voor gebiedsuitbreiding. In Nederland begint men met allerlei grote werken om het water te beheersen met sloten en dijken.
In het gebied dat nu behoort tot Senegal en Mali, werd een koninkrijk gesticht. Dit koninkrijk had veel macht en was rijk: door de ligging aan zee was het een belangrijk handelspunt. Goud, ivoor, zout en dadels werden verhandeld over de oceaan en door de Sahara. Nomadenstammen als de Tuaregs vervoerden de producten in grote karavanen.
Na de val van het rijk migreerde een deel van de Akanvolken, zoals de Ashanti en de Fante, naar het zuiden. Het grootste deel van het gebied werd verenigd onder de Ashanti-confederatie. Het eerste contact tussen de plaatselijke volksstammen en de Europeanen vindt plaats. De Portugezen waren geïnteresseerd in de handel van vooral goud. De Europeanen noemden het gebied daarom de ’Goudkust’.
Willem van Oranje ontwikkelt zich tot leider van de opstand tegen de Spaanse overheersing. Deze opstand gaat over in een oorlog die 80 jaar duurt. Uiteindelijk leidt dit tot een onafhankelijke Nederlandse staat die bestaat uit Holland, Utrecht, Zeeland, Gelderland, Overijssel, Groningen en Friesland. De nieuwe staat heeft een grote handelsvloot en vaart naar verre gebieden, onder andere Ghana.
Het land is in deze periode erg rijk en heeft veel macht. De West-Indische Compagnie (WIC) wordt opgericht, die slaven uit West-Afrika naar ZuidAmerika vervoert om te werken op suikerplantages. Dan verdrijven de Nederlanders de Portugezen uit Ghana en nemen hun handel in slaven over. Omdat het zo goed gaat met Nederland noemen we deze periode de Gouden Eeuw.
Nederland had geld nodig om de oorlog tegen Spanje te kunnen betalen. Goud was niet genoeg, daarom werd er ook gehandeld in slaven. Deze werden gekocht aan de kust in Ghana en per schip over de oceaan gebracht naar Brazilië, en later Suriname en de Antillen. De Europeanen kregen hulp van slavenhandelaren. Dit waren mensen van de lokale bevolking. Zij gingen het land in en ‘ontvoerden’ hele dorpen.
De Nederlanders verdrijven de Portugezen uit Ghana. De Europese handel via de oceaan is voordelig voor de Ashanti, één van de volken. Zij zijn verhuisd naar de belangrijkste plek van de handelsroutes: de stad Kumasi. Vanuit hier hebben zij de leiding over de handel, ook die in slaven. De Ashanti zijn dan het machtigste volk van alle binnenlandse volkeren.
Deze periode wordt steeds meer beheerst door de Verlichting - een periode waarin nieuwe ideeën opkomen over godsdienst, burgerschap en wetenschappen. Er komen grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap. Verder is er de uitbouw van de Europese overheersing op andere landen, met name in de vorm van plantagekoloniën, slavenhandel, en slavernij.
De eerste koning wordt gekroond: Willem I. Nederland wordt steeds meer een democratie, er komt een verbod op kinderarbeid en de leerplichtwet wordt aangenomen waardoor alle kinderen naar school kunnen gaan. Ook worden er steeds meer koloniën gesticht. Dat zijn gebieden die worden veroverd, omdat men er geld mee kan verdienen en meer macht van krijgt. De bevolking van die landen wordt onderdrukt.
De Britten dagen de Nederlandse bezetters uit en willen hun positie in de Afrika-handel overnemen. Hoewel Nederland deze oorlog wint, blijven de Britse bedrijven hun belangen nastreven en ontwikkelen ze een bloeiende slavenhandel. Jaarlijks worden er zo’n 10.000 slaven weggevoerd. 76 slavenforten staan er nu langs de kust van Ghana: iedere 6 km is er wel één gebouwd.
De slavenhandel heeft eeuwenlang geduurd: nu wordt hij echter officieel afgeschaft. De verkondiging van het Christendom speelt een belangrijke rol in het afschaffen van de illegale slavernij. De Britten kopen de Deense forten en 20 jaar later ook de Nederlandse nederzettingen. Het kustgebied van Ghana, ondertussen volledig onder Britse controle, wordt een Britse kolonie. .
In de Eerste Wereldoorlog blijft Nederland neutraal. Dit lukt niet in de Tweede Wereldoorlog: het is oorlog! Er is sprake van racisme en discriminatie die leiden tot volkerenmoord, in het bijzonder op de Joden (Holocaust). Anne Frank was een Joods meisje dat was ondergedoken; zij schreef hier een dagboek over. Na de oorlog komt er binnen de Nederlandse koloniën steeds meer verzet tegen de onderdrukking.
De toenemende welvaart en sociaal-culturele veranderingen betekenen voor velen een beter leven. We krijgen steeds betere apparaten, zoals televisie, (mobiele) telefoon, wasmachine en computers. Ook ontstaat er de multiculturele samenleving zoals wij die nu kennen, doordat er bijvoorbeeld gastarbeiders in ons land komen werken en blijven wonen, of mensen die op de vlucht zijn voor oorlog in hun land hier mogen blijven.
Het zuiden van het land is al in Britse handen. Na vier mislukte pogingen lukt het hen om het Ashantikoninkrijk te veroveren. De koning van het Ashantivolk wordt gevangen genomen en verbannen. Na de Tweede Wereldoorlog vinden er snelle ontwikkelingen plaats. De Ghanezen laten steeds vaker horen dat ze zelf het land willen besturen en de Britten geven hen steeds meer ruimte voor zelfbestuur. Langzaam wordt Ghana onafhankelijk.
Ghana wordt, als eerste West-Afrikaans land, onafhankelijk verklaard. Dit zorgde wel voor economische problemen. Na veel jaren veranderde het land van een militaire dictatuur in een democratie. Het land heeft nu een president en is, in tegenstelling tot andere Afrikaanse landen, politiek stabiel, dat wil zeggen dat er geen oorlog of ruzie is tussen bevolkingsgroepen. Ghana is een voorbeeld voor andere Afrikaanse landen.
Antwoordblad Tijdslijn
Tijd
Nederland
Ghana
Tijd van jagers en boeren
Tijd van Grieken en Romeinen
Tijd van monniken en ridders
Tijd van steden Tijd van en staten - Hoge ontdekkers en en Late hervormers Middeleeuwen
Tijd van regenten en vorsten
Tijd van pruiken en revoluties
Tijd van burgers en stoommachines
Tijd van wereldoorlogen
Tijd van televisie en computer