Thematisch werkatelier Nieuwe arrangementen: informeel-formeel bijeenkomst 2 Datum 25 maart 2013 Gemeentehuis Oosterhout Deelnemers Naam Stef de Vreede Anja Hartmans Lineke van Beekhuizen Carolien Gaakeer Bram Koolstra Gerrie Bouwman Ilonka de Waal Jacques Uitterhoeve Marleen Hemmer Gertie Linssen Christel van Drunen Wilma Pennings-Jansen Cees Smitsman Cees Broeken Jan de Laat Hilde van Xanten Anne-Marie van Bergen Margaux Vermeer
Opmerkingen WMO platform Drimmelen Surplus Welzijn Gemeente Werkendam De Riethorst Stromenland Projectleider Woudrichem Projectleider Geertruidenberg Altenastaete Woon- en thuiszorg HOOM Samen voor Oosterhout GGz Breburg Zorgorganisatie Het Hoge Veer WMOraad Oosterhout WMOraad Woudrichem WMOplatform Drimmelen Buro Maks Movisie Movisie Gemeente Werkendam
Agenda 1 Terugblik op de resultaten van het vorige werkatelier en de uitkomsten van de enquête 2 Introductie van de verder uit te werken onderwerpen en toelichting van het proces (mindmap in groepjes en een stille discussie) 3 Inventarisatie van de uitkomsten van de mindmap en de stille discussie 4 Aanvullen van mogelijk onderbelichte onderwerpen 5 Afsluiting
1. Terugblik op de resultaten van het vorige werkatelier en de uitkomsten van de enquête Iedereen wordt welkom geheten bij de tweede bijeenkomst van het werkatelier Informeelformeel. Er wordt een kort voorstelrondje gedaan. Het doel van de thematische werkateliers is het leveren van input voor de Dongemond gemeenten om een duurzaam en inhoudelijk beleid te formulieren dat financieel houdbaar is. N.a.v. Verslag Bijeenkomst 1 Informeel-formeel In het verslag zijn op pagina 2 kerk en moskee benoemd als instantie. Het noemen van de kerk en moskee is niet als instantie, maar juist de persoonlijke contacten die mensen daar hebben. Dus een kerk of moskee is een onderdeel van het persoonlijke netwerk.
1
N.a.v. Uitkomsten van de enquêtevragen Het verslag is samen met twee enquêtevragen verstuurd naar een brede doelgroep binnen de Dongemond. Een overzicht van de antwoorden is opgenomen als bijlage. Er zijn totaal 72 mensen die de enquêtevragen hebben ingevuld, dit is een grotere groep dan aanwezig kan zijn bij de werkateliers. Dus ook buiten de direct betrokken groep doen mensen mee! Stelling 1: Iemand die ondersteuning nodig heeft bij zelfredzaamheid en participatie is in vrijwel alle gevallen heel goed in staat samen met zijn persoonlijk netwerk passende oplossingen te bedenken. Eens: Enigszins eens: Enigszins oneens: Oneens:
27% 19% 27% 27%
Stelling 2: Beroepskrachten uit zorg en welzijn dienen volgend en aanvullend te zijn bij de aanpak die iemand zelf bedacht heeft, zij moeten niet de sturing overnemen. Eens: Enigszins eens: Enigszins oneens: Oneens:
50% 33% 13% 4%
2 Introductie van de verder uit te werken onderwerpen en toelichting van het proces (mindmap in groepjes en een stille discussie) De opdracht zal worden uitgevoerd aan de hand van een mindmap. Een mindmap is een notatievorm die creatief denken ondersteunt. Het thema staat centraal op het vel. Door gebruik te maken van de ruimte op het vel, pijlen, verbindingslijnen, tekeningen enzovoorts kunnen steekwoorden over het thema zo worden neergezet dat ook structuren en onderlinge verhoudingen in één oogopslag zichtbaar zijn. Er zijn vier verschillende onderwerpen waar een mindmap over gemaakt gaat worden: - Gebruik maken van sociale netwerkstrategieën; - Ruimte bieden aan/stimuleren van initiatieven voor samenredzaamheid; - Het vinden en binden van “nieuwe” vrijwilligers; - Gebruik maken van ICT en/of sociale media. De verschillende onderwerpen worden toegelicht aan de hand van enkele voorbeelden. Vervolgens verspreiden de deelnemers zich over de vier onderwerpen om een mindmap te maken. Hierbij zijn er vier deelvragen die aan de groepjes worden meegegeven: - Hoe zou de praktijk er over twee jaar uit moeten zien? Wat gebeurt er (anders)? - Welke partijen zijn daarbij betrokken? Denk aan: cliënt/bewoner- netwerk - aanbieder (generalist/specialist) – gemeente. - Hoe draagt die praktijk bij aan zelfredzaamheid en participatie van de cliënten/ bewoners en hun sociaal netwerk? - Wat zijn de randvoorwaarden? Denk bijvoorbeeld aan: menskracht, organisatie, budget, regels, kwaliteit, privacy. De mindmaps worden door de groepjes gepresenteerd. Naar aanleiding van de presentatie ontstaat er een discussie en worden onderdelen toegelicht. Vervolgens is er een ronde stille discussie. Een stille discussie houdt in dat alle deelnemers vrij rond lopen en in stilte nog reacties aan de onderwerpen toevoegen.
2
3 Inventarisatie van de uitkomsten van de mindmap en de stille discussie Gebruik maken van sociale netwerk strategieën Uitgangspunt:
Door gebruik te maken van de sociale netwerkstrategie wordt de vraag beter opgehaald en kan de zelfredzaamheid van de cliënt en mogelijkheden van het sociale netwerk in kaart worden gebracht.
Kernpunten van de mindmap: - Er komt veel kijken bij het organiseren en coachen in het kader van een sociale netwerkstrategie, Dit vraagt daarop aansluitende vaardigheden. Dit kan worden uitgevoerd door diverse typen professionals, mits hierin getraind. - De volgende onderwerpen zijn genoemd die iemand moet kunnen en kennen om met een sociale netwerkstrategie te werken: o de methodische manier van vragen (open vragen, doorvragen); o beschikken over kennis van de sociale kaart; o vragen naar de geschiedenis van de cliënt en het netwerk: hoe heeft u met elkaar eerdere problemen opgelost? Wie hebben toen geholpen?; o de eigen mogelijkheden van de cliënt inventariseren; o de regie bepalen: is coördinatie nodig? Is de cliënt of iemand uit zijn netwerk in staat om die coördinatie uit te voeren? Of moet dat toch een professional zijn? Wie zal namens betrokken professionals de eerste contactpersoon zijn/de coördinatie ondersteunen of uitvoeren?. - Er is winst te behalen in preventie. Het in een vroeg stadium inzetten van een sociale netwerkstrategie zorgt ervoor dat mensen zich bewust worden van eventuele problemen in de toekomst en het belang om daarom nu al het netwerk te onderhouden; - De zelfredzaamheid van de cliënt samen met zijn netwerk wordt op deze manier bepaald. Waar de zelfredzaamheid ophoudt moet er toegang zijn naar professionele steun of zorg; - Een goede vraagverheldering is belangrijk. Deze bestaat uit drie onderdelen: de vragen signaleren, vervolgens inventariseren en ten slotte prioriteren (wat moet voorrang krijgen); - Bij het in kaart brengen van de mogelijkheden van het netwerk moet er rekening gehouden worden met de mobiliteit van het netwerk; - Het instrument is bemoeizorg +, wanneer de volksgezondheid in geding komt.
Aanvullingen van stille discussie: - Er is vaker benadrukt dat de sociale netwerkstrategie een hele sterke methode is. Wanneer het goed uitgevoerd wordt zijn er grote voordelen. Het uitvoeren kost wel veel tijd en energie. Er zou een eenvoudiger instrument ontwikkeld kunnen worden. Ruimte bieden aan/stimuleren van initiatieven voor samenredzaamheid Uitgangspunt:
Door het wonen anders te gaan organiseren is het mogelijk om over 4 jaar 90% van de begeleiding op te vangen door samenredzaamheid. Daarbij de samenredzaamheid in de wijken stimuleren onder mensen die “dezelfde taal” spreken, via een sportclub of vereniging.
Kernpunten van de mindmap: - Het oprichten van woongroepen voor ouderen of ouderinitiatieven. In een woongroep is er veel onderling contact en iedereen helpt elkaar een beetje, maar mocht er specialistische zorg nodig zijn dan weten ze de professional wel te vinden. Om dit te
3
-
-
-
realiseren moet de gemeente wel bestemmingsplannen aanpassen zodat groepen in huizen bij elkaar mogen wonen; De praktische dagelijkse dingen worden door de burgers zelf geregeld. Deze praktische oplossingen zijn voor en door elkaar. Hier hoeven zouden buitenstaanders zich niet mee moeten bemoeien, maar juist laten gaan en koesteren; Voor het starten van een netwerksysteem van een wooncomplex op wijkniveau moet er geld vrij gemaakt worden. Er moet namelijk ook geld beschikbaar zijn als er geen indicatie is. Het opstarten kan aan de hand van bestaande goede voorbeelden. Daarbij moeten talenten uitgewisseld worden. Om burgerinitiatieven te stimuleren: een prijs in het leven roepen. Elk jaar per kern een prijs uitreiken. Mensen bij elkaar brengen die dezelfde taal spreken zoals via een sportclub, kerk of carnavalsvereniging; Kerken verleiden tot het oppakken van hun diaconale taak; Kangoeroewoningen (of tandemwoning) dat mensen zelfstandig wonen maar dat dit deel uit maakt van de woning van de mantelzorger. Hiervoor moeten belemmeringen in de wettelijke kaders weggehaald worden. Bijvoorbeeld moeten er aanpassingen worden gedaan in het ruimtelijke ordeningbeleid. Ook moeten deze mogelijkheden gestimuleerd worden door goede voorlichting om naamsbekendheid te krijgen.
Aanvullingen van stille discussie: - Verenigingen faciliteren om buurtinitiatieven vorm te geven; - Niet allen oplossingen zoeken in woonsfeer, ook in samenredzaamheid door middel van werk en participatie. Het vinden en binden van “nieuwe” vrijwilligers Uitgangspunt:
Bijna iedereen wil en kan wel een vorm van vrijwilligerswerk doen. Het is de kunst om door middel van goede matching en flexibele opzet de vrijwilligers niet te overbelasten waardoor ze het langer vol houden.
Kernpunten van de mindmap: - De huidige regelgeving werkt belemmerend voor het aantrekken van nieuwe vrijwilligers. Er zouden verschillende vormen van vrijwilligerswerk moeten kunnen bestaan met een zelf gekozen vergoeding daarvoor; - Vrijwilligerswerk is niet gratis; er zijn altijd kosten aan verbonden (verzekering, toerusting, begeleiding, (onkosten)vergoedingen). In praktijk staat er meestaleen kleine vergoeding tegenover, dit zou ook flexibeler moeten kunnen (voorbeeld: geef mensen zelf de keus: een kerstpakket of een gezamenlijke feestelijke kerstbijeenkomst); - De ondersteuning van de vrijwilligers moet beter georganiseerd worden; - Ook de vrijwilligers moeten gekanteld worden: sommigen zijn ook heel zorgzaam en betuttelend, net zo erg of nog erger dan professionals; - Samenwerking met mensen die aan het re-integreren zijn; zij kunnen in dat kader vrijwilligerswerk doen om arbeidsvaardigheden en dagritme op te bouwen; - Er zou een digitaal platform ontwikkeld moeten worden dat op lokaal niveau de vraag en aanbod bij elkaar brengt; - Vrijwilligers kunnen ook een specialisatie hebben op basis van talent of uitgeoefend beroep; - Voor vrijwilligers zou een maatjessysteem ontwikkeld kunnen worden. Een ervaren vrijwilliger die een “starter”helpt en adviseertals zij tegen dingen aan lopen of vragen hebben. Hierdoor worden de vrijwilligers langer vastgehouden.
4
Aanvullingen van stille discussie: - Op het moment dat je gebruik maakt van een vrijwilliger dan moet je zelf ook een vorm van vrijwilligerswerk doen (voor wat hoort wat); - Gebruik maken van vrijwilligers uit de sociale dienst of studenten in opleiding; - De huidige netwerken van mensen gebruiken bij het zoeken van nieuwe vrijwilligers; - In nieuwe woonvormen worden mensen van elkaar de ondersteuning en elkaars vrijwilligers. Gebruik maken van ICT en/of sociale media Uitgangspunt
Bestaande groepen of netwerken (zoals verenigingen, scholen of de kerk) krijgen een online omgeving. Deze online omgeving van bijvoorbeeld het voetbalteam hebben al contact met elkaar om te weten wie bardienst heeft of moet rijden. Op deze bestaande online omgeving aansluiten en daar vraag en aanbod in de buurt uitzetten.
Kernpunten van de mindmap: - Het aanhaken op bestaande netwerken zorgt ervoor dat iedereen elkaar al kent en daardoor een vraag makkelijker opgepakt wordt dan via open media zoals facebook; - Hierdoor ontstaat een soort marktplaats waar dingen voor elkaar gedaan worden; - Door de bestaande netwerken te gebruiken kun je in de buurt de “onvindbare” vrijwilligers vinden; - Door middel van hulp van sponsors kan de site bestaan zonder subsidie. Aanvullingen van de stille discussie: - Er kan ook een vorm van professionele begeleiding gegeven worden via social media; - Er kunnen relaties gezocht worden met bestaande initiatieven, zoals HOOM, Rode Kruis, de zonnebloem en marktplaats; - Het uitzetten van de vraag op een digitale marktplaats is de mogelijkheid voor de cliënt om zelf de regie te behouden; - Hoe bereik je mensen die niet werken met een computer en social media? 4 Aanvullen van mogelijk onderbelichte onderwerpen Onderwerpen die niet vergeten moeten worden voor de uitgangspunten notitie: - Persoonlijke verzorging moet niet vergeten worden. Het is lastiger om vrijwilligers in te zetten voor de persoonlijke verzorging van cliënten. In de toekomst zal ook dit onder vrijwilligerswerk kunnen gaan vallen; - Het is belangrijk dat bij het schrijven van de uitgangspuntennotitie goed op het taalgebruik gelet wordt. Bijvoorbeeld het klinkt heel anders voor een persoon om te zeggen dat hij ergens anders gaat wonen of dat hij opgenomen wordt in een tehuis. Daarbij zijn begrippen als participatie en samenredzaamheid niet begrijpelijk genoeg. Jargon vermijden! 5 Afsluiting Het verslag zal met een opiniërende vraag verstuurd worden. Alle verslagen met alle enquêteuitslagen samen zullen de basis zijn voor de uitgangspunten notitie van de Dongemond gemeenten. Deze zal besproken worden op de afsluitende dag conferentie op 27 mei. Hier wordt nog informatie en uitnodigingen voor verstuurd.
5