Datum : Maart 2013

ONTRUIMINGSPLAN

ONTRUIMEN DOEN WE SAMEN!!

Refnr. : Datum : Opdrachtgever : Bezoekadres : Postadres : Telefoon : Fax : Contactpersonen :

10/1187jajb/43619.1 Maart 2013 Ziekenhuis Amstelland Laan van de Helende Meesters 8 Postbus 328 1180 AH AMSTELVEEN (020) 755 70 00 (020) 755 69 50 HBHV (6881) EV (6795) WAN-hoofd (6294/6774)

Adviseur : Adres : Telefoon : Fax : E-mail : Contactpersoon :

Mul BV ontwerpers & adviseurs Zwolleweg 10, 2803 PS GOUDA (0182) 53 88 20 (0182) 53 89 63 [email protected] de heer J. Monhemius

Gecontroleerd en goedgekeurd :

Commandant van de Brandweer te Amstelveen

Contactpersoon : Paraaf : N.D. : Sector :

Ontruimingsplan Ziekenhuis Amstelland Datum: Maart 2013 Versie 1

Blad 2 van 31

Inhoudsopgave 1

INLEIDING EN TOELICHTING ...................................................................................4

2

Situatietekening (aanvalsplan) ....................................................................................5

3

GEBOUW-, INSTALLATIE- EN ORGANISATIEGEGEVENS ......................................6 3.1 Organisatie.........................................................................................................6 3.2 Brandmeldinstallatie ...........................................................................................7 3.3 Brandblusinstallatie FM200 (blusgas).................................................................7 3.4 Overige brandbestrijdingsvoorzieningen.............................................................7 3.5 Personenzoekinstallatie......................................................................................7 3.6 Noodstroomvoorziening......................................................................................8 3.7 Olietank ..............................................................................................................8 3.8 Nood- en transparantverlichtingsinstallatie .........................................................8 3.9 Luchtbehandelingsinstallatie ..............................................................................8 3.10 Hoofdafsluiters ...................................................................................................9 3.11 Liften ................................................................................................................10 3.12 Compartimentering...........................................................................................10 3.13 Milieu/Gevaarlijke stoffen .................................................................................10 3.14 Alarmering........................................................................................................11 3.15 BedrijfshuIpverleningsorganisatie.....................................................................11 3.16 Communicatiemiddelen....................................................................................12 3.17 Ontruimingsploeg .............................................................................................12

4

ALARMERINGSPROCEDURE INTERN EN EXTERN ..............................................13 4.1 Interne alarmering ............................................................................................13 4.2 Externe alarmering ...........................................................................................13 4.3 Stroomschema alarmering ...............................................................................15

5

WIJZE VAN ONTRUIMING EN ONTRUIMINGSINSTALLATIE .................................16 5.1 Ontruiming........................................................................................................16 5.2 Zone-indeling ...................................................................................................17 5.3 Bijlagen: fase 1 gedeeltelijke ontruiming...........................................................18 5.4 Bijlagen fase 2 (totale ontruiming) ....................................................................19

6

WAT TE DOEN BIJ BRAND- OF ONTRUIMINGSALARM DOOR PERSONEEL ......20 6.1 Bij het ontdekken van brand .............................................................................20 6.2 Hoe te handelen bij brand- of ontruimingsalarm ...............................................21

7

TAKEN RECEPTIE ...................................................................................................22 7.1 Taak bij een telefonische c.q. mondelinge brandmelding..................................22 7.2 Taak bij een brandmelding via een handbrandmelder ......................................22 7.3 Taak bij een brandmelding door middel van een rookmelder............................23

8

TAKEN HOOFD BEDRIJFSHULPVERLENING (HBHV/EV) .....................................24 8.1 Taak bij een handbrandmelding .......................................................................24 8.2 Taak bij een brandmelding door middel van een rookmelder............................24

9

TAKEN BEDRIJFSHULPVERLENER .......................................................................25 9.1 Taak bedrijfshulpverlener bij een brandmelding ...............................................25

10 TAKEN PERSONEEL ...............................................................................................26


Blad 3 van 31

11 TAKEN AFDELINGSHOOFDEN BIJ OPDRACHT TOT ONTRUIMEN ......................27 11.1 Het afdelingshoofd ...........................................................................................27 11.2 Taken afdelingshoofd bij het ontdekken van de brand………………………......27 12 TAKEN RAAD VAN BESTUUR/MT-LID BELAST MET VEILIGHEID ........................28 12.1 Raad van Bestuur/MT-lid belast met veiligheid.................................................28 12.2 Algemeen.........................................................................................................28 13 LOGBOEK ONTRUIMINGSPLAN .............................................................................29 14 BIJLAGE I .................................................................................................................30 15 BIJLAGE II ................................................................................................................31


1

Blad 4 van 31

INLEIDING EN TOELICHTING In ieder gebouw, dus ook in ons ziekenhuis, kunnen zich situaties voordoen die het noodzakelijk maken dat bezoekers en personeel het gebouw zo snel mogelijk moeten verlaten. Deze situatie kan zich voordoen bij: -

brand;

-

wateroverlast;

-

stormschade;

-

bommelding;

-

gaslekkage;

-

opdracht van bevoegd gezag;

-

andere voorkomende gevallen.

Hiervoor is naast de genomen preventie- en preparatiemaatregelen een ontruimingsplan nodig. Voorwaarde voor een goede ontruiming is dat de opzet van dit plan bij alle medewerkers bekend moet zijn. Door middel van instructie en minimaal één jaarlijkse oefening zal dit ontruimingsplan aan de praktijk worden getoetst en zo nodig worden bijgesteld. Toelichting a)

Van het ontruimingsplan moeten alle medewerkers inclusief de onder-huurders het hoofdstuk "Wat te doen bij brand- of ontruimingsalarm door personeel" kennen.

b)

Alle leden van het directieteam en het bedrijfshulpverleningsteam moeten het ontruimingsplan goed kennen.

c)

Alle medewerkers moeten opdrachten en commando's van het Hoofd Bedrijfshulpverlening (HBHV)/eerstverantwoordelijke (EV) en het bedrijfshulpverleningsteam opvolgen.

d)

In situaties waarin niet is voorzien zal naar bevinding van zaken moeten worden gehandeld.

e)

Raad van Bestuur/MT-lid belast met veiligheid is verantwoordelijk voor de bedrijfshulpverleningsorganisatie in het gebouw volgens de Arbo-wet, artikel 15.

De directie: Datum:


2

Blad 5 van 31

Situatietekening (aanvalsplan) Naam bouwwerk Adres Pc/Gemeente

: Ziekenhuis Amstelland : Laan van de Helende Meesters 8 Postbus 328 : 1186 AM AMSTELVEEN


3 3.1

Blad 6 van 31

GEBOUW-, INSTALLATIE- EN ORGANISATIEGEGEVENS Organisatie Gegevens van het bedrijf Naam Adres Pc/Gemeente Telefoonnummer Fax

: Ziekenhuis : Ziekenhuis Amstelland : Laan van de Helende Meesters 8 Postbus 328 : 1186 AM AMSTELVEEN : (020) 755 70 00 : (020) 755 69 50

Het gebouw bestaat uit een begane grond en 3 verdiepingen. De bedrijfsbezetting van Ziekenhuis Amstelland is 24 uur per dag, alle dagen van het jaar. De receptie wordt door 2 personen bezet, op alle dagen van 09.00 tot 18.00 uur. In de avond/nachtsituatie wordt de receptie door 1 persoon (van 18.00-09.00 uur) bemenst. Op de afdeling Clustertechniek zijn ca. 10 personeelsleden van maandag t/m vrijdag van 07.30 tot 16.30 uur aanwezig. De bezetting/aanwezigheid van het verzorgend personeel is op alle dagen van 00.00 tot 24.00 uur. De dagdelen van het verzorgend personeel op werkdagen (ma - vrij) zijn: Dag: 07.00 t/m 16.00 uur circa 200 personeelsleden; Avond: 15.00 t/m 23.15 uur circa 60 personeelsleden; Nacht: 23.00 t/m 07.45 uur circa 30 personeelsleden. Overzicht aanwezigen, klinische patiënten (niet meegeteld zijn de patiënten op de poli, scopie etc.) personeel en bezoekers. Maandag - vrijdag 07.00 - 16.00 uur: 16.00 - 18.00 uur: 18.00 - 20.00 uur: 20.00 - 23.00 uur: 23.00 - 07.00 uur:

250 (patiënten) + 300 (personeel) + 100 (poli) 250 “ + 60 “ + 100 (poli) + 300 (bezoekers) 250 “ + 60 “ + 300 “ 250 “ + 60 “ + 300 “ 250 “ + 30 “

Weekend, zon- en feestdagen 07.00 - 16.00 uur: 16.00 - 18.00 uur: 18.00 - 20.00 uur: 20.00 - 23.00 uur: 23.00 - 07.00 uur:

250 (patiënten) + 60 (personeel) 250 “ + 60 “ 250 “ + 60 “ 250 “ + 30 “ 250 “ + 20 “

+ 50 (poli zaterdag) + 300 (bezoekers) + 300 “


3.2

Blad 7 van 31

Brandmeldinstallatie Het gebouw beschikt over een Honeywell brandmeldcentrale type XLS80E en is geplaatst in de technische ruimte op de 3e verdieping. De drie nevencentrales (gekoppeld aan de hoofdcentrale) bevinden zich nabij de werkplaats van cluster techniek en in de technische ruimte 1e verdieping bouwdeel Y en in de technische ruimte interim bouw. Het brandweerpaneel bevindt zich bij de receptie (hoofdingang) op de begane grond t.p.v. de brandweeringang. De brandmeldcentrale beschikt over een viertal meldingscategorieën, te weten: alarmen; storingen; systeemdeel uit; informatie gekoppeld aan Honeywell Gebouw Beheer Systeem (GBS). Op de brandmeldcentrale zijn zowel (multi)rookmelders, thermische melders, handbrandmelders, als slow whoops (niet in patiënt gerelateerde bouwdelen) aangesloten. Alle ruimten beschikken over een nevenindicatielamp op de vluchtweg. In de receptie bevindt zich een brandweerkastje met daarin sleutels met generale sleutels (sleutelkast receptie) en de overige bescheiden t.b.v. de brandweer.

3.3

Brandblusinstallatie FM200 (blusgas) In zowel de computerruimte in bouwdeel F’ alswel de computerruimte in het facilitair centrum bouwdeel V, is een FM200 blusgasinstallatie aangebracht door Chubb Lips Brandbeveiliging. Het bedieningstableau is in dezelfde ruimte geïnstalleerd en de installatie kan handmatig of automatisch door rookmelders aan het plafond en onder de vloer worden geactiveerd. Voor activering worden de aanwezige personen door middel van een belsignaal gealarmeerd zodat zij de ruimte zo snel mogelijk kunnen verlaten.

3.4

Overige brandbestrijdingsvoorzieningen Op de begane grond en de verdiepingen bevinden zich verspreid over de gangen handbrandmelders/brandslanghaspels/handblussers. In patiënt gerelateerde trappenhuizen zijn evacuatie matrassen aanwezig. In de satelliet keuken zijn ten behoeve van de vetpannen extra handbrandblussers en branddekens geplaatst. In het laboratorium zijn nood- en oogdouches aangebracht. Aan de buitenzijde rondom het gebouw bevinden zich een aantal ondergrondse brandkranen (zie verder aanvalsplan brandweer en de vluchtplannen).

3.5

Personenzoekinstallatie De leden van het BHV-team van ZHA krijgen de BHV oproepen op hun draadloze telefoontoestel binnen. De receptie belt nummer 2222 om deze te activeren. Aan de hand van de onderstaande stappen kunnen deze gebruikers de BHV oproep beantwoorden. Stap 1: BHV oproep komt binnen op draadloze telefoontoestel. In het display verschijnt < BHV oproep> en links onderin de button


•

•

Blad 8 van 31

Stap 2: Door het indrukken van de toets onder de button wordt de BHV oproep geaccepteerd. Let daarbij op dat het toestel aan je oor wordt gehouden. Stap 3: Nadat een BHV team medewerker het ingesproken bericht eenmaal volledig heeft afgeluisterd, dient deze de verbinding te verbreken door de einde gesprek toets in te drukken en vervolgens in actie komen. Attentie: Mocht per abuis een verkeerde toets worden ingedrukt, dan komt het toestel na enkele seconden weer in rust en wordt de BHV oproep opnieuw ontvangen. Opmerkingen: Een BHV oproep heeft een hogere prioriteit dan een ‘normaal’ gesprek: het staande gesprek zal worden verbroken om de BHVoproep af te kunnen handelen. BHV-oproepen kunnen NIET worden geweigerd. Er zijn vier portofoons aanwezig in de BHV-kast.

3.6

Noodstroomvoorziening Ziekenhuis Amstelland beschikt over een noodstroomaggregaat waardoor het grootste deel van de benodigde stroomvoorziening wordt overgenomen. Het aggregaat staat opgesteld in ketelhuis 2 op de begane grond (bouwdeel B), waar ook het besturingspaneel is geplaatst.

3.7

Olietank De benodigde brandstof voor de dieselmotor van het aggregaat is opgeslagen in een ondergrondse olietank ingegraven in het straatwerk (zie aanvalsplan) met een inhoud van 20.000 liter dieselolie. Deze olievoorraad kan tevens gebruikt worden om de stoomketels in bouwdeel U in gebruik te houden.

3.8

Nood- en transparantverlichtingsinstallatie Het gebouw is van een decentrale noodverlichting en transparantverlichting voorzien. Tijdens een stroomstoring wordt via de ingebouwde accu de verlichting 60 min. van spanning voorzien.

3.9

Luchtbehandelingsinstallatie De 'centrale technische ruimte' met luchtbehandelingskasten en de regelkasten met diverse besturingen bevinden zich op de 3e verdieping in de technische ruimte. De afzuigventilatie is in hoofdzaak geregeld door afzuigventilatoren op het dak.


Blad 9 van 31

In de luchtkanalen van het ventilatiesysteem zijn brandkleppen aangebracht die worden dicht gestuurd bij een brandalarm. Bij een automatische brandmelding zal alle ventilatie naar hoog toeren schakelen. Vervolgens is de luchtbehandelingsinstallatie op het synoptisch tableau te bedienen na vrijgave middels de sleutelschakelaar. Sleutel hiervan zit aan de sleutelbos van de brandweer (in de sleutelkast receptie). 3.10

Hoofdafsluiters Hoofdafsluiters van het Water bevinden zich: in de watermeterkast in de ambulancehal. Hoofdafsluiters van het Gas bevinden zich: in het gasreduceerstation buiten naast de hoofdingang en in de schacht tussen de 2e en 3e verdieping in bouwdeel U. Hoofdschakelaar Elektriciteit bevindt zich: in de laagspanningsruimte in het energiecentrum (bouwdeel B). De Laagspanningsruimte is te bereiken via ketelhuis 2.


3.11

Blad 10 van 31

Liften Er zijn zes liften, te weten: in bouwdeel B twee liften, twee liften in de centrale hal bij de hoofdingang, een lift in het facilitair centrum en een lift t.b.v. commerciële ruimte boven behandelcentrum. Alle liften gaan naar de begane grond en worden met geopende deuren geblokkeerd. In noodgevallen is er een spreek/luisterverbinding met de receptie en is de moedersleutel bij de receptie verkrijgbaar. Tevens zijn de tornvoorschriften in de liftmachinekamers aanwezig.

3.12

Compartimentering Het gebouw is voorzien van 30/60 minuten brandwerende compartimentering, waarin zijn opgenomen separatiedeuren, voorzien van kleefmagneten, die bij een brandmelding de deuren automatisch dicht sturen. In de ventilatie zijn brandkleppen aangebracht daar waar een brandscheiding doorsneden wordt. Voor brandscheidingen, zie brandweervoorzieningen tekeningen. De bouwdelen zijn door middel van hoofdletters op het aanvalsplan aangegeven.

3.13

Milieu/Gevaarlijke stoffen Nr. naamgeving Lasapparatuur Gasflessen Medische gassen Diversen Diversen Zuurstof Diesel Explosieveilige kasten - laboratorium - magazijn

Hoeveelheid 10 l. argon, 10 l. acetyleen 100 l. acetylaan, 50 l. zuurstof ca. 80 flessen ca. 75 liter ca. 75 liter 3000 liter 20000 liter

Locatie in object Werkplaats bouwdeel V Opslag nabij magazijn V Medisch gassenhok B 2 plofkasten magazijn logistiek V 2 plofkasten laboratorium J Zuurstoftank terrein Terrein


3.14

Blad 11 van 31

Alarmering Een brandmelding kan plaatsvinden hetzij door middel van een handbrandmelder, hetzij automatisch door het in werking treden van een automatische melder. Handbrandmelders en automatische melders geven hun signaal aan de brandmeldcentrale. Dit heeft tot gevolg dat het stuurprogramma van de brandmeldcentrale de volgende sturingen verricht: het ontgrendelen van elektrische deuren en van de brandweeringang; het sturen van de liften naar de begane grond, openen deuren en blokkeren liften; het ontkrachten van de deurvastzetinrichtingen en het ontgrendelen van alle kleefmagneten van de separatiedeuren in het gehele gebouw; op het brandweerpaneel (synoptisch tableau) bij de receptie wordt de juiste plaats van de brandmelding aangegeven; sturing van het Gebouw Beheer Systeem (GBS), daarop is te zien in welk bouwdeel en in welke ruimte het brandalarm is gesignaleerd; de ventilatiesystemen worden bijgeschakeld (toe- en afvoer, recirculatie blijft uit); de brandkleppen in de luchtkanalen worden dicht gestuurd; er wordt een brandmelding automatisch verzorgd naar de betreffende teletracers; er wordt een doormelding naar de brandweercentrale gerealiseerd; flitslicht; optische signaalgevers (slow whoops) bij niet gerelateerde patiënt afdelingen; ventilatie gaat bij brandalarm op volle toeren en is schakelbaar op het synoptisch tableau; bij brandmeldingen wordt in overleg met Hoofd Bedrijfshulpverlening of eerstverantwoordelijke (HBHV/EV) en de brandweer het gebouw gedeeltelijk of geheel ontruimd; de brandweeringang is 24 uur per dag geopend en is tevens de hoofdingang. Bij een brandalarm wordt het ventilatiesysteem bijgeschakeld en kan door de brandweer op het brandweerpaneel (synoptisch tableau), indien nodig, in gedeelten af- of bijgeschakeld worden. De brandmeldcentrale heeft een directe doormelding naar de brandweercentrale te Amstelveen. De melding is ook mogelijk via de noodtelefoon bij de receptie. Bij het activeren van een handbrandmelder zal altijd een directe automatische doormelding volgen naar de Regionale Brandweer te Amstelveen. Bij het activeren van een rookmelder in de WAN situatie zal een directe automatische doormelding volgen naar de Regionale Brandweer en in de dagsituatie (tussen 08.00 uur en 16.30 uur) 1 minuut acceptatietijd waarna een onderzoekstijd ingaat van 5 minuten, daarna volgt een brandmelding.

3.15

BedrijfshuIpverleningsorganisatie -

De operationele verantwoordelijkheid voor de bedrijfshulpverlening is neergelegd bij het Hoofd Bedrijfshulpverlening (HBHV). Bij afwezigheid van HBHV worden de taken in de dagsituatie gedelegeerd naar de eerstverantwoordelijke (EV) zijnde de werktuigbouwkundige van het Bedrijfsbureau en in het weekend, avond-, nachtsituatie het WAN-hoofd.

-

Vanuit het MT is het besluit genomen om iedere medewerker na opleiding te laten fungeren als BHV-er.

-

De toekomstige bedrijfshulpverleningsploeg met volledige opleiding bestaat totaal uit circa 250 medewerkers.


Blad 12 van 31

Momenteel in de dagsituatie ca. 30 (exclusief verplegend personeel) in de avondsituatie ca. 30 (inclusief verplegend personeel) in de nachtsituatie, 18 medewerkers (inclusief verplegend personeel) met BHV opleiding. 3.16

3.17

Communicatiemiddelen -

De bedrijfshulpverleningsorganisatie, HBHV/EV en WAN-hoofd, krijgen de BHV oproepen op hun draadloze telefoontoestel binnen. De receptie belt nummer 2222 om deze te activeren.

-

De bedrijfshulpverleningsorganisatie beschikt over 4 portofoons/semafoons voor de onderlinge communicatie.

Ontruimingsploeg -

Een ontruimingsploeg t.b.v. begeleiding ontruiming kan op elke verdieping worden opgeroepen en ingezet.

Het ontruimingsplan ligt bij de receptie en is opgenomen in het bedrijfsnoodplan.


4

Blad 13 van 31

ALARMERINGSPROCEDURE INTERN EN EXTERN

4.1

Interne alarmering Interne alarmering is bedoeld om de aanwezigen in het gebouw te waarschuwen en de bedrijfshulpverleningsorganisatie op te starten. Bij een calamiteit werkt de alarmering als volgt: De leden van het BHV-team van ZHA krijgen de BHV oproepen op hun draadloze telefoontoestel binnen. De receptie belt nummer 2222 om deze te activeren. Aan de hand van de onderstaande stappen kunnen deze gebruikers de BHV oproep beantwoorden. Stap 1: BHV oproep komt binnen op het draadloze telefoontoestel. In het display verschijnt < BHV oproep> en links onderin de button

•

•

Stap 2: Door het indrukken van de toets onder de button wordt de BHV oproep geaccepteerd. Let daarbij op dat het toestel aan je oor wordt gehouden. Stap 3: Nadat een BHV team medewerker het ingesproken bericht eenmaal volledig heeft afgeluisterd, dient deze de verbinding te verbreken door de einde gesprek toets in te drukken en vervolgens in actie komen. Attentie: Mocht per abuis een verkeerde toets worden ingedrukt, dan komt het toestel na enkele seconden weer in rust en wordt de BHV oproep opnieuw ontvangen. Opmerkingen: Een BHV oproep heeft een hogere prioriteit dan een ‘normaal’ gesprek: het staande gesprek zal worden verbroken om de BHVoproep af te kunnen handelen. BHV-oproepen kunnen NIET worden geweigerd. 3)

4.2

Via toestelnr. - 5555 - intern alarmnummer (receptie) kunnen bijzonderheden worden gemeld.

Externe alarmering Externe alarmering is bedoeld om de hulpdiensten ter plaatse te krijgen. Bij een calamiteit werkt de alarmering als volgt: 1)

Met de brandmeldinstallatie door het inslaan van een handbrandmelder of het aanspreken van een rookmelder.


2)

Blad 14 van 31

Anders dan bij brand, door het alarmnummer - 112 - te bellen. Vraag aan de telefoniste om politie, brandweer of ambulance.

Aan de betreffende centralist moet worden verteld: -

naam van de melder;

-

naam en adres van het gebouw;

-

welke plaats, gemeente;

-

aard van het incident en eventuele bijzonderheden;

-

of er slachtoffers zijn, waar en hoeveel.


4.3

Stroomschema alarmering

Blad 15 van 31


5 5.1

Blad 16 van 31

WIJZE VAN ONTRUIMING EN ONTRUIMINGSINSTALLATIE Ontruiming Bij een calamiteit als brand, bommelding e.d. kan een gehele of gedeeltelijke ontruiming van het gebouw nodig zijn. Instructies voor de ontruiming van fasen 1 en 2, worden gegeven door: a)

het commandoteam (HBHV/EV);

b)

het bevoegd gezag (bevelvoerder brandweer/hoofd politie);

c)

het beleidsteam (RvB/MT-lid belast met veiligheid, HBHV/EV).

Fase 1 - de boven, onder en tegenover de calamiteit gelegen verdieping ontruimen -

de tegenoverliggende etage wordt ontruimd; vervolgens wordt de bovenliggende etage ontruimd; daarna de etage onder de getroffen etage.

Fase 2 - indien nodig het gehele gebouw ontruimen -

de verdiepingen ontruimen; de laagbouw ontruimen; het gehele gebouw ontruimen.

Bij een gedeeltelijke ontruiming wordt deze begeleid door de bedrijfshulpverleningsorganisatie en de leden van de ontruimingsploeg op de desbetreffende etage. Bij gehele ontruiming volgens het ontruimingsplan (alle leden van de ontruimingsploeg en de bedrijfshulpverleners). Verzamelplaats bij gedeeltelijk ontruimen fase 1: -

Bij het ontruimen worden de aanwezigen naar een verzamelplaats in het gebouw verwezen, naar een ander brandcompartiment (zie zone-indeling, punt 5.2).

Verzamelplaats bij totale ontruiming fase 2: -

Bij totale ontruiming zijn de verzamelplaatsen op de parkeerterreinen voor/naast het ziekenhuis (zie aanvalsplan punt 2).

-

Op de verzamelplaatsen wordt appèl gehouden door de leidinggevende van de afdeling. Vermissing van personen wordt direct doorgegeven aan HBHV.


5.2

Blad 17 van 31

Zone-indeling Zone I

Bouwdelen R/S/T/U

Zone II

Joodse vleugel Bouwdelen K/J

Zone III

Radiologie, satelliet keuken Bouwdelen B/C

Zone IV Oogheelkunde, Urologie, Kaakchirurgie, Administratie Bouwdelen E/F Zone V

Verpleegafdeling Bouwdelen A/D

Zone VI Restaurant, Fysiotherapie, Poliklinieken, Facilitair centrum Bouwdelen V/W/X/L


Bijlagen: fase 1 (gedeeltelijke ontruiming) (binnen verzamelplaatsen)

Blad 18 van 31


5.3

Bijlagen fase 2 (totale ontruiming) (buiten verzamelplaatsen)

Blad 19 van 31


6 6.1

Blad 20 van 31

WAT TE DOEN BIJ BRAND- OF ONTRUIMINGSALARM DOOR PERSONEEL Bij het ontdekken van brand -

BLIJF KALM

-

Meldt de brand: -

door het glaasje van de dichtstbijzijnde handbrandmelder in te slaan

-

en/of direct aan de receptie: toestel - 5555 - intern alarmnummer.

-

Aanwezigen veiligstellen, mogelijk met eigen personeel. Denk aan uw patiënten en uw eigen veiligheid.

-

Breng direct in gevaar verkerende personen direct achter de eerstvolgende brandwerende deuren (ander brandcompartiment).

-

Uitbreiding voorkomen door: -

ramen en deuren te sluiten;

-

indien mogelijk, zelf te blussen (bij beginnende brand) IS DE BRAND MET TWEE HANDBLUSSERS NIET UIT? STOP DAN MET ZELF BLUSSEN!

-

GEBRUIK NOOIT DE LIFT

-

Maak gebruik van de dichtstbijzijnde (nood)uitgang.

-

Volg de instructies van de HBHV/EV, de ontruimingsploeg (herkenbaar aan het gele hesje met opschrift BHV), het beleidsteam, het bedrijfshulpverleningsteam en/of het bevoegd gezag op.

-

Blijf bij rookontwikkeling laag bij de grond.

-

Begeef u naar de verzamelplaats, dit is het parkeerterrein voor en naast het ziekenhuis.

-

Verlaat nooit zonder toestemming de "verzamelplaats".


6.2

Blad 21 van 31

Hoe te handelen bij brand- of ontruimingsalarm -

U wordt gewaarschuwd door de bedrijfshulpverlening.

-

Pak zo nodig uw waardevolle papieren.

-

Sluit ramen en deuren.

-

Instrueer uw patiënten/bezoekers, u bent verantwoordelijk voor hen.

-

Verlaat direct de etage of het gebouw.

-

GEBRUIK NOOIT DE LIFT

-

Maak gebruik van de dichtstbijzijnde (nood)uitgang.

-

Volg de instructies van de ontruimingsploeg op (herkenbaar aan het gele hesje met opschrift BHV).

-

Blijf bij rookontwikkeling laag bij de grond.

-

Begeef u naar de verzamelplaats, dit is het parkeerterrein voor en naast het ziekenhuis.

-

Verlaat nooit zonder toestemming de verzamelplaats.


7 7.1

7.2

Blad 22 van 31

TAKEN RECEPTIE Taak bij een telefonische c.q. mondelinge brandmelding -

Neem melding aan en noteer gegevens van de melder.

-

Bij een mondelinge of telefonische brandmelding slaat u de dichtstbijzijnde handbrandmelder in voor een directe doormelding naar de brandweer. (Dit moet ALTIJD gebeuren i.v.m. nevenfuncties van brandmeldcentrale)

-

Alarmeer HBHV/EV via de personenzoekinstallatie (PZI, pieper). Deze komt direct naar de receptie.

-

Informeer de HBHV/EV over de plaats en de aard van de melding.

-

Blokkeer alle telefoonverkeer van buiten.

-

Ontruim de hal en zorg voor vrije toegang voor de brandweer.

-

Volg instructies van het HBHV/EV of de bevelvoerder van de brandweer op. De receptiemedewerker draagt zijn taken over aan de telefonist.

-

Laat geen bezoekers meer toe in het gebouw.

Taak bij een brandmelding via een handbrandmelder -

Lees melding. Schakel akoestisch signaal op GBS-systeem. Let op: INSTALLATIE NIET RESETTEN (Alleen na toestemming van de brandweer of HBHV/EV)

-

HBHV/EV wordt via de personenzoekinstallatie (PZI, pieper) gewaarschuwd.

-

Informeer de HBHV/EV over de plaats en de aard van de melding.

-


-


-

Volg instructies op van het HBHV/EV of de bevelvoerder van de brandweer.

-



7.3

Blad 23 van 31

Taak bij een brandmelding door middel van een rookmelder -

Lees melding uit en schakel akoestisch signaal op GBS-systeem uit. Let op: INSTALLATIE NIET RESETTEN (Alleen na toestemming van de brandweer of HBHV/EV)

-

Het HBHV/EV wordt via de personenzoekinstallatie (PZI, pieper) gewaarschuwd.

-

Informeer het HBHV/EV over de plaats en de aard van de melding.

-


-


-

Volg instructies van het HBHV/EV op.

-



8 8.1

Blad 24 van 31

TAKEN HOOFD BEDRIJFSHULPVERLENING (HBHV/EV) Taak bij een handbrandmelding Het Hoofd Bedrijfshulpverlening (HBHV)/Eerstverantwoordelijke (EV)

8.2

-

begeeft zich bij alarmering middels de personenzoekinstallatie naar de receptie en stelt zich op de hoogte van de aard en de plaats van de melding;

-

neemt middels de portofoon (kanaal 3) contact op met de dienstdoende BHV-ers en stuurt deze indien nodig naar de plaats van de melding

-

laat nadere informatie betreffende het incident doorgeven aan de hulpdiensten;

-

maakt zich herkenbaar als ontruimingsfunctionaris en coördineert de ontruiming;

-

zorgt voor opvang en begeleiding van de hulpdiensten (stelt sleutels en vluchtplannen ter beschikking);

-

hanteert de checklist en geeft de verstrekte informatie door aan de bevelvoerder van de brandweer.

Taak bij een brandmelding door middel van een rookmelder Het Hoofd Bedrijfshulpverlening(HBHV)/Eerstverantwoordelijke(EV) -

begeeft zich bij alarmering middels de personenzoekinstallatie naar de receptie en stelt zich op de hoogte van de aard en de plaats van de melding;

-

stuurt binnen 1 minuut acceptatie en 5 minuten vertraging twee dienstdoende BHV-ers naar de plaats van de melding en deze geven de ernst van de melding door aan HBHV/EV;

-

slaat bij beslissing tot brandalarm handbrandmelder in;

-

laat bij beslissing "brandalarm niet nodig" de brandmeldinstallatie resetten (mag alleen binnen vertragingstijd 5 minuten);

-

handelt melding zelf of met behulp van bedrijfshulpverleners af;

-

slaat bij beslissing tot ontruimen alsnog handbrandmelder in;

-

begeeft zich naar de receptie voor taken als vermeld bij 8.1.


Blad 25 van 31

Checklist Hoofd Bedrijfshulpverlening/Eerstverantwoordelijke

9 9.1

-

Zijn brandweer of andere hulpdiensten al gewaarschuwd?

-

Is de bedrijfshulpverleningsploeg ingezet?

-

Wordt de brandweer opgevangen?

-

Krijgt de brandweer informatie, sleutels en plattegronden?

-

Is begeleiding brandweer geregeld?

-

Loopt de ontruiming goed (krijg ik terugkoppeling)?

-

Zijn de liften naar beneden gehaald en geblokkeerd?

-

Zijn de verdiepingen gecontroleerd op achterblijvers (toiletten/garderobes)?

-

Zijn er bordjes opgehangen met de tekst “deze verdieping is ontruimd”.

-

Informeer de BHV’ers over status bij de opstelplaats

TAKEN BEDRIJFSHULPVERLENER Taak bedrijfshulpverlener bij een brandmelding De bedrijfshulpverlener -

wordt gealarmeerd en begeeft zich naar de receptie;

-

krijgt verdere instructies van het HBHV/EV;

-

treedt handelend op onder leiding van het HBHV/EV;

-

volgt, als brandweer ter plaatse is, instructies bevelvoerder op.


10

Blad 26 van 31

TAKEN PERSONEEL De ontruimingsploeg bestaat uit minimaal één persoon per uitgang of vluchtweg per verdieping Een lid van de ontruimingsploeg -

ontruimt na het ontruimingsalarm het hem of haar toegewezen gedeelte via de voor dit gedeelte beschikbare uitgangen (zie vluchtplannen);

-

ziet er op toe dat er geen liften worden gebruikt;

-

sluit ramen en deuren van het toegewezen gedeelte en controleert dit gedeelte op achterblijvers;

-

bij bommelding ramen, deuren en kasten openen;

-

begeeft zich na het ontruimen van het toegewezen gedeelte naar de hem of haar toegewezen uitgang;

-

wacht op de collega-ontruimers van de bovenliggende verdiepingen;

-

begeeft zich na ontruiming naar de onderliggende verdieping en wacht daar op de ingeschakelde collega-ontruimers;

-

gaat met alle collega-ontruimers naar de onderliggende verdieping en wacht daar op de op die verdieping ingeschakelde collega-ontruimers enz.;

-

verzamelt zich met alle collega-ontruimers bij de receptie en rapporteert aan het HBHV/EV het resultaat van de ontruiming.

Alle leden van de ontruimingsploeg verlaten het gebouw en begeven zich naar de verzamelplaats. OPMERKINGEN -

Indien u lang moet wachten op uw collega's, dan meldt u dit aan het HBHV/EV. Ga op onderzoek uit en biedt eventueel hulp.

-

Minder validen moet u, indien mogelijk, via de hoofdtrap vervoeren.

-

Het vervoer zult u ter plaatse moeten improviseren.


11 11.1

11.2

Blad 27 van 31

TAKEN AFDELINGSHOOFDEN BIJ OPDRACHT TOT ONTRUIMEN Het afdelingshoofd -

begeleidt zijn/haar patiënten naar de aangewezen uitgangen of trappenhuizen; Let op: persoonlijke spullen mogen niet worden meegenomen, dit werkt vertragend op de ontruimingstijd.

-

begeeft zich met de patiënten naar het verzamelpunt;

-

meldt eventueel vermiste personen bij HBHV/EV;

-

blijft op het verzamelpunt.

TAKEN AFDELINGSHOOFD BIJ ONTDEKKEN BRAND -

Bij het ontdekken van een brand wordt 5555 gebeld en wordt de dichtstbijzijnde handmelder ingedrukt. Aanwezige afdelingsbhv’ers plegen de eerste inzet volgens het afdelingscalimiteitenplan. De afdelingsmanagers verzamelt relevante informatie en communiceert deze met het HBHV De afdelingsmanagers geeft op effectieve wijze leiding aan de medewerkers, waarbij de communicatie- en de verbindingsmiddelen op een juiste wijze worden ingezet en draagt de leiding over aan HBHV.


12 12.1

12.2

Blad 28 van 31

TAKEN RAAD VAN BESTUUR/MT-LID BELAST MET VEILIGHEID Raad van Bestuur/MT-lid belast met veiligheid -

begeeft zich bij een calamiteit na een oproep met telefoon (GSM) of semafoon naar de receptie;

-

houdt contact met het HBHV/EV dan wel de bevelvoerder van de brandweer/politie;

-

heeft de eindverantwoordelijkheid van de totale ontruiming;

-

draagt verantwoordelijkheid voor het optreden van de eigen organisatie;

-

informeert zonodig de Raad van Toezicht en de overige MT-leden;

-

informeert zonodig het Bestuur Medische Staf;

-

draagt zorg voor het inlichten van de familie bij eventuele slachtoffers;

-

informeert de nieuwsmedia (in overleg met de brandweer/politie).

Algemeen Het HBHV draagt zorg voor de naleving van de instructies en voorschriften met betrekking tot de veiligheid, voorgeschreven door onder meer de brandweer en de Arbowet. Het HBHV is verantwoordelijk voor de geoefendheid van het gehele personeel bij: brand; -

hulpverlening;

-

ontruiming enz.

Hij is tevens verantwoordelijk voor regelmatige controle van: -

blusmiddelen;

-

installaties;

-

bereikbaarheid van het bouwwerk (ook bij sneeuw en ijzel).


13

Blad 29 van 31

LOGBOEK ONTRUIMINGSPLAN

Mutaties ontruimingsplan Datum

Reden

Omschrijving

30-05-‘12

Paragraaf 3.5 procedure wijziging

Eitjes zijn veranderd in handsets

30-05-‘12


Eitjes zijn veranderd in handsets

12-12-‘12


12-12-‘12


12-12-‘12


12-12-‘12


12-12-‘12

Paragraaf 7.1 wijziging

Ascom gewijzigd in draadloze telefoon toestel Ascom gewijzigd in draadloze telefoon toestel Ascom gewijzigd in draadloze telefoon toestel Ascom gewijzigd in draadloze telefoon toestel Taken beter omschreven

12-12-‘12

Paragraaf 8.1 wijziging

aanvulling

12-12-‘12

Paragraaf 8.2 Checklist HB/EV

aanvulling

12-12-‘12

Paragraaf 9.1

Tekst aangepast

12-12-‘12

Taken afdelingshoofd

toegevoegd

Ontruimingsoefeningen Datum

Bijzonderheden


14

BIJLAGE I VLUCHTPLAN PLATTEGRONDEN

Blad 30 van 31


15

BIJLAGE II TEKENINGEN BRANDWEERVOORZIENINGEN

Blad 31 van 31

Datum : Maart 2013

Recommend Documents