VAKBLAD OVER KWALITEITSBORGING BIJ PRODUCTEN, HANDHAVING EN REGELGEVING
THEMA’S: • Private kwaliteitsborging • Isolatie
Nr. 1/2 • Jaargang 1 • januari/februari 2015 www.nbd-online.nl en www.omgevingindepraktijk.nl
Inhoud
6
22
Private Kwaliteitsborging 6 Kwaliteitsborging vraagt conceptdenken
Isolatie En verder 5 Column 22 Cono Kaasmakers bouwt kaasmakerij onder architectuur 17 Bestuursrechtelijke handhaving
9 CE-markering roept veel vragen op
26 Built 4U ontleed
13 Contouren private kwaliteitsborging steeds duidelijker
30 Productnieuws Uitgelicht
28 Productnieuws
31 Octrooi
bij private kwaliteitsborging 19 Afscheid stedenbouwkundige bepalingen Bouwverordening 32 Vraag en antwoord 34 Bouwrecht 37 Nieuws 40 NEN Nieuws 45 Verenigingsnieuws VBWTN
VAKBLAD OVER KWALITEITSBORGING BIJ PRODUCTEN, HANDHAVING EN REGELGEVING
Voorpagina
Col ofon HOOFDREDACTIE Ing. Frank de Groot Katja van Roosmalen REDACTIE Wico Ankersmit (directeur Vereniging BWT Nederland) Mr.drs. Hans Damen (Rho adviseurs voor leefruimte) Drs. Bart Dunsbergen (Ministerie BZK, Wonen en Bouwen) Ir. Hajé van Egmond (Instituut voor Bouwkwaliteit) Ir. Annet van der Horn (NEN Bouw) Ing. Gert-Jan van Leeuwen (Instituut voor Bouwkwaliteit) Drs. ing. Harry Nieman (Instituut voor Bouwkwaliteit) Dr. ir. C.C.A.M. (Caspar) van den Thillart (adviseur CE-markering en industrieel bouwen) Alle bijdragen worden op persoonlijke titel geschreven. UITGEVER Marcel Jille (
[email protected])
VORMGEVING De Opmaakredactie, Wehl ABONNEMENTEN BIM Media Klantenservice, Postbus 16262, 2500 BG Den Haag, tel (070) 304 67 77;
[email protected] Abonnementen: € 203,- (excl. btw), losse nummers € 27,50 (excl. btw) Verschijnt 10 maal per jaar. Een abonnement geldt steeds voor een jaar en kan op elk gewenst tijdstip ingaan. Het abonnement wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij BIM Media Klantenservice. Vanwege de aard van de uitgave, gaat BIM Media uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht.
Ontwerp: Bastiaan Jongerius Architecten Het ontwerp en de
ADVERTENTIE-ACQUISITIE Rob Koppenol (
[email protected]), 070- 399 00 00
duurzaamheids gedachte komen
www.omgevingindepraktijk.nl | www.nbd-online.nl
samen in de
THEMA’S: Private kwaliteitsborging p. 20
Wij verwerken uw gegevens voor de uitvoering van de (abonnements) overeenkomst en om u van informatie te voorzien over BIM Media bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Als u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij BIM Media Klantenservice, postbus 16262, 2500 BG Den Haag. Voor informatie over onze leveringsvoorwaarden kunt u terecht op www.bimmedia.nl/leveringsvoorwaarden. ISSN: 1382-4937
EINDREDACTIE Ingrid de Zwart-Schaap (
[email protected])
CONO Kaasmakerij
Leden van de Vereniging BWT Nederland dienen met betrekking tot wijzigingen/opzegging lidmaatschap contact op te nemen met de ledenadministratie van de Vereniging BWT Nederland tel. 0318-438340.
© BIM Media 2015 Alle rechten voorbehouden. Behoudens de door de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd (waaronder begrepen het opslaan in een geautomatiseerd gegevensbestand) en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. De bij toepassing van art. 16b en 17 Auteurswet wettelijk verschuldigde vergoedingen wegens fotokopiëren, dienen te worden voldaan aan de Stichting Reprorecht, Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp, telefoon (023) 799 78 10. Voor het overnemen van een gedeelte van deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken op grond van art. 16 Auteurswet dient men zich te wenden tot de Stichting PRO, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, telefoon (023) 799 78 09. Voor het overnemen van een gedeelte van deze uitgave ten behoeve van commerciële doeleinden dient men zich te wenden tot de uitgever. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, kan voor de aanwezigheid van eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden de auteur(s), redacteur(en) en uitgever deswege geen aansprakelijkheid voor de gevolgen van eventueel voorkomende fouten en onvolledigheden. Aangeleverde artikelen kunnen worden hergebruikt voor elektronische doeleinden.
Isolatie p. 36
Jaargang 1 • januari/februari 2015 www.nbd-online.nl en www.omgevingindepraktijk.nl
colonnade van CONO Kaasmakerij.
Adverteerdersindex AT Osborne 47 NEN42 Troelstra & de Vries 48
| Bouwkwaliteit in de Praktijk | nr. 1/2 januari-februari 2015 | 3
Column
Van Bouwregels naar Bouwkwaliteit De bouw kent het laatste decennium een heel nieuw woordenboek. Samenwerkingsverbanden, kluswoningen, pop-up stores, blokverkaveling, private kwaliteitsborging en bimmen zijn slechts enkele voorbeelden. De veranderingen in de vraag, de regelgeving, aansprakelijkheden en het bouwproces vragen om een nieuwe benadering. Daarom komt er wat ons betreft een nieuwe naam bij: Bouwkwaliteit in de praktijk. Het is de titel van ons nieuwe magazine, maar staat voor veel meer…
D
e bouwsector heeft zware jaren achter de rug: doorgaan op de oude aanbodgestuurde wijze heeft geen toekomst meer. De bouw wordt volledig vraaggestuurd. Dat betekent meer aandacht voor bouwkwaliteit, aansprakelijkheid, verzekerbaarheid, energiezuinigheid, duurzaamheid en industrialisatie van het bouwproces. De verantwoordelijkheid voor de geboden kwaliteit wordt nadrukkelijker bij de markt gelegd: daar waar die verantwoordelijkheid ook hoort. Het wetvoorstel Wet Kwaliteitsborging neemt hierin het voortouw. Dat betekent dat de bouwsector nu aantoonbaar kwaliteit moet gaan leveren.
afname van de – nog altijd hoge – faalkosten in de bouw en een verhoging van de bouwsnelheid. Kwaliteit en bouwregelgeving zijn niet los van elkaar te zien. Deregulering dwingt de markt tot innoveren en kwaliteitsborging. Uitgever en redactie bieden met Bouwkwaliteit in de praktijk een uniek vakblad voor private en publieke partijen om samen de bouwkwaliteit en bouwregelgeving naar een hoger plan te tillen en iedereen wegwijs te maken in nieuwe ontwikkelingen op dit gebied. Wij wensen u veel leesplezier!
De wil om kwaliteit te leveren is er. We zien dat leveranciers hierop inhaken door duurzame producten en productiemethoden te ontwikkelen. En ook architecten tonen zich kwaliteitsbewust. Was het tien jaar geleden nog de esthetiek die in het oog sprong, nu zien we dat zij hun signatuur afgeven door alle aspecten op het terrein van duurzaamheid mee te nemen in hun ontwerp. Architecten zijn ook niet langer primair als ‘bouwheer’ aanwezig op de bouwplaats. Hun nieuwe rol is die van ‘bouwmaat’ en partner die ervoor zorgt dat opdrachtgevers niet voor verrassingen komen te staan. De toenemende vraag naar kwaliteit en duurzaamheid leidt ook tot complete renovatie-, schil- en zelfs woningconcepten die worden ontwikkeld door bouwbedrijven en toeleverende industrie. Er wordt hard gewerkt aan certificatie van die complete concepten. Dat biedt meer zekerheid voor de afnemer. Zo krijgt hij de kwaliteit die hij verwacht. Industrialisatie van het bouwproces leidt daarnaast tot een
Katja van Roosmalen Frank de Groot Hoofdredactie Bouwkwaliteit in de praktijk | Bouwkwaliteit in de Praktijk | nr. 1/2 januari-februari 2015 | 5
Handhaving
Bestuursrechtelijke handhaving bij private kwaliteitsborging Deel 3: Handhavingsverzoeken
De invoering van private kwaliteitsborging in de plaats van gemeentelijke toetsing en toezicht zal gevolgen hebben voor de bestuursrechtelijke handhaving. Kern van de stelselwijziging is, dat het voldoen aan het Bouwbesluit geen toetsings- en weigeringsgrond meer is bij de verlening van de aangevraagde omgevingsvergunning. Daarnaast behoort het niet meer tot het toezicht op de naleving van die vergunning. Het stelsel zal gefaseerd worden ingevoerd, te beginnen met gevolgklasse 11 . In voorgaande afleveringen van deze serie (Bouwregels in de praktijk 2014, nummers 5 en 6) is uiteengezet op welke wijze de bestuursrechtelijke handhaving zal veranderen. Dit deel gaat over de respons op een verzoek tot handhaving.
→
Tekst Ing. Gert-Jan van Leeuwen, m.m.v. mr. Hans Barendregt en ir. Hajé van Egmond | Bouwkwaliteit in de Praktijk | nr. 1/2 januari-februari 2015 | 17
D
e eerste vraag die het bevoegd gezag moet stellen als een handhavingsverzoek binnenkomt luidt: A) maakte bij de vergunningverlening het Bouwbesluit deel uit van het toetsingskader of B) valt het voldoen aan het Bouwbesluit geheel onder de private verantwoordelijkheid? In geval A vraagt het handhavingsverzoek een inhoudelijke respons op vermeende strijdigheid met het Bouwbesluit, als daarvan althans sprake is in het verzoek of de onderbouwing. In geval B komt het bevoegd gezag pas na de gereedmelding toe aan zo’n inhoudelijke rol. Volledigheidshalve geeft schema 1 weer welke onderwerpen in het huidige respectievelijk in het nieuwe stelsel deel uitmaken van het toetsingskader voor een vergunning. Bij die aspecten heeft het bevoegd gezag dus een toezichthoudende en handhavende taak. Gemakshalve wordt het huidige stelsel hier ‘publiek’ genoemd en het nieuwe ‘privaat’. Feitelijk is in beide gevallen sprake van een mix, maar verschuift – zodra de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen wordt ingevoerd – een deel van de toets naar de private kant. De essentie van de stelselwijziging is, dat privaat wordt geborgd dat bouwwerken ten minste voldoen aan de technische voorschriften uit het Bouwbesluit. De andere toetsingsaspecten wijzigen niet. Wel krijgt het bevoegd gezag er een toetsingsaspect bij: de ‘systeemvereisten’2. Deze zijn voor het bevoegd gezag eerder administratief dan inhoudelijk.
Een ‘handhavingsverzoek’ is niet altijd als zodanig herkenbaar. Een neutrale vraag of een klacht kan ook een handhavingsverzoek inhouden, zonder dat de afzender zich daarvan bewust is. Het kan een signaal zijn, dat er ‘iets mis is’. Voor een formeel, als zodanig benoemd ‘handhavingsverzoek’ geldt in elk geval de beginselplicht tot handhaving. De jurisprudentie zal uitwijzen in welke gevallen in het nieuwe stelsel en de overgangsfase daarnaartoe sprake is van een impliciet verzoek, waarop het bevoegd gezag ook de beginselplicht had moeten toepassen.
Maakt het uit op welk moment om handhaving wordt verzocht? Schematisch zijn bij de reguliere volgorde de volgende momenten voorstelbaar: A. Voorafgaand aan de vergunningverlening. B. Tussen vergunningverlening en start bouw. C. Tijdens de bouw. D. Bij gereedmelding. E. Na ingebruikname. Bij de momenten A en B kan formeel geen sprake zijn van handhaving, want er is nog geen ruimtelijke ingreep of bouwactiviteit en dus kan er geen sprake zijn van een overtreding. In geval A gaat het mogelijk om een vraag, een punt van aandacht of een zienswijze. In geval B gaat het om hetzelfde of om bezwaar en beroep. Moment C is in dat opzicht principieel anders. Er wordt nu immers
daadwerkelijk gebouwd en aan de hand daarvan kan aannemelijk zijn of dit bouwen wel of niet resulteert in een bouwwerk dat voldoet aan het Bouwbesluit. Bij private kwaliteitsborging (PKB) overlegt de vergunninghouder bij de gereedmelding de verklaring van de kwaliteitsborger, ‘dat het bouwwerk naar zijn oordeel voldoet aan de bouwtechnische voorschriften.’3 Een signaal op moment C kan leiden tot het vermoeden dat er – jawel… – ‘iets mis is’. Afhankelijk van de ernst van het signaal en de nadere onderbouwing, is het wenselijk om als bevoegd gezag het signaal onder de aandacht van de vergunninghouder – de enige partij aan private kant, met wie het bevoegd gezag een functionele relatie heeft – te brengen. Daarbij kan worden gewezen op de mogelijke consequenties na gereedmelding. Strijdigheid met het Bouwbesluit is op dit moment van de bouwplanontwikkeling in het nieuwe stelsel echter geen reden om het werk stil te leggen of een andere sanctie op te leggen. Uiteraard is dit anders indien de omgevingsveiligheid in het geding komt, maar daarover zal in een afzonderlijk artikel worden ingegaan in een volgend nummer. Als het bevoegd gezag constateert dat feitelijk toezicht ontbreekt binnen de vorm van private kwaliteitsborging (PKB) is dat natuurlijk wel een handhavingsgrondslag, aangezien dan niet wordt voldaan aan de wettelijke eisen.
‘Je bent ervan of je bent er niet van’ Met de gereedmelding ofwel moment D eindigt, afgezien van garanties en verzekeringen, de private kwaliteitsborging. Zolang de verklaring van de kwaliteitsborger aan zijn opdrachtgever niet bij het bevoegd gezag is ingediend, is de gereedmelding niet compleet en mag het bouwwerk niet in gebruik genomen worden. De formele grondslag is de strijdigheid met de omgevingsvergunning. Het nieuwe stelsel impliceert de toepassing van een toegelaten instrument door een daartoe gerechtigde kwaliteitsborger. Deze verklaart bij de oplevering aan de vergunninghouder dat naar zijn oordeel volgens het Bouwbesluit is gebouwd. (Het bouwwerk zelf en het ‘as built’-opleverdossier vormen daarvan het ‘bewijs’.) De vergunninghouder legt deze verklaring bij de gereedmelding over aan het bevoegd gezag. Als er een verklaring is, maar het bevoegd gezag ‘gerede aanleiding’ heeft om te betwijfelen of aan de voorschriften wordt voldaan omdat hij een signaal van een derde heeft gekregen, geeft hij dit door aan de vergunninghouder/opdrachtgever. Daarbij kan worden gewezen op ernstige consequenties als na in18 | www.nbd-online.nl en www.omgevingindepraktijk.nl |
Handhaving gebruikname zou blijken, dat het Bouwbesluit niet in acht genomen is. Het bevoegd gezag komt echter ook bij de gereedmelding niet toe aan een eigen inhoudelijke beoordeling van het al dan niet voldoen van het bouwwerk aan de technische voorschriften.
Wie zwijgt stemt toe In het nieuwe stelsel vormt het Bouwbesluit immers geen deel meer van het toetsingskader en van het overheidstoezicht op de naleving van de vergunning. Voor gereedmelding kan het bevoegd gezag alleen via een signaal van een derde vermoeden dat er ‘iets mis is’? Een ‘ingebruiknamevergunning’ – al was het maar door toepassing van de lex silencio positivo (wie zwijgt stemt toe) – werkt averechts op de beoogde heldere verantwoordelijkheidsverdeling. Dat kan negatieve gevolgen hebben voor de gewenste kwaliteitsverbetering. Zo’n gemeentelijke rol zou bovendien kostbare expertise vergen, terwijl er geen legesinkomsten als dekking meer tegenover staan. Die expertise is ook nodig voor de beoordeling van de situatie na ingebruikname van het bouwwerk, maar een belangrijk verschil is, dat daarbij de heldere verdeling van verantwoordelijkheden niet wordt aangetast. Bestaande bouw Vanaf ingebruikname is sprake van ‘bestaande bouw’, moment E. Net als voor vergunningvrije bouw geldt voor ‘onder PKB’ gerealiseerde bouwwerken, dat ze illegaal zijn als ze in strijd zijn met het Bouwbesluit zoals dit luidde ten tijde van de realisatie.4 De vergunninghouder is zelf verantwoordelijk voor de eventuele strijdigheid, maar is wellicht zonder zich van deze strijdigheid bewust te zijn overgegaan tot ingebruikname. Mochten hierover geschillen bestaan tussen de vergunninghouder/opdrachtgever en de aannemer of kwaliteitsborger dan kan dit op grond van het privaatrecht (geschillenbeslechting of burgerlijke rechter afhankelijk hoe dit per instrument geregeld is). De bij moment D genoemde vragen nemen die verantwoordelijkheid niet weg; deze zijn een vorm van zorgvuldig handelen. Laat de vergunninghouder een passend antwoord op de vragen en eventuele ‘reparatie’ van het bouwwerk echter achterwege, dan draait hij zelf op voor de gevolgen. Naarmate meer tijd verstrijkt tussen gereedmelding en moment E, ontstaat een andere situatie qua onderbouwing en sancties. Er kunnen immers na de oplevering van het ‘onder PKB’ gerealiseerde bouwwerk door verbouwingen en veroudering strijdigheden ‘ontstaan’ ten opzichte van het moment van eerste realisatie. Dergelijke aspecten maken
het geleidelijk aan lastiger om het bouwwerk na lange tijd nog als illegaal aan te merken indien niet meer aan de nieuwbouweisen wordt voldaan: veroudering is immers toegestaan en daarmee moet rekening worden gehouden. De eerste inspectie die het bevoegd gezag uitvoert bij een bestaand bouwwerk dat vergunningvrij of ‘onder PKB’ is gerealiseerd, is mede hierom van groot belang. Dit geldt zowel als de inspectie volgt op een handhavingsverzoek als wanneer deze onderdeel uitmaakt van thematisch of gebiedsgericht toezicht op bestaande bouw of brandveilig gebruik. Als eenmaal zo’n inspectie heeft plaatsgevonden zonder dat daarbij strijdigheden zijn opgemerkt ten aanzien van het Bouwbesluit tijdens de ‘eerste realisatie’ en daarop herstelsancties zijn ingesteld, wordt het daarna steeds moeilijker tot onverdedigbaar om in de handhaving verder te gaan dan niveau ‘bestaande bouw’.
Wettelijke handhavingsgrond De wettelijke handhavingsgrond na oplevering is en blijft artikel 1b van de Woningwet: het verbod op bouwen in afwijking van de nieuwbouw of verbouwvoorschriften van Bouwbesluit 2012. Wordt direct na oplevering geconstateerd dat een bepaald bouwwerk niet aan die voorschriften voldoet dan kan hieruit worden afgeleid dat sprake moet zijn geweest van een overtreding van dat verbod. Een geconstateerde strijdigheid zal dus moeten worden teruggekoppeld richting toepasser en beheerder van het toegepaste instrument vanwege een mogelijke strijdigheid met de regels die voor het toepassen van het instrument gelden. Maakt het uit wie een handhavingsverzoek indient? Handhavingsverzoeken komen meestal van derden-belanghebbenden en vallen onder de beginselplicht tot handhaving. Ze worden door het bevoegd gezag afgewogen tegen de beleidsmatig vastgestelde handhavingsprioriteiten. Dat geldt ook voor observaties van het bevoegd gezag zelf, bijvoorbeeld als ‘bijvangst’ van hun toezicht op de overige aspecten van de omgevingsvergunning of op de bestaande bouw. De eerste vraag is steeds: moeten geconstateerde gebreken volgens de prioriteiten leiden tot actie of niet? Een derde speler die met de stelselwijziging op het toneel komt, is de private kwaliteitsborger. Als deze er niet uitkomt met bouwer en/ of opdrachtgever, moet hij (ook) aan het bevoegd gezag melden dat hij zich terugtrekt of dat althans tijdelijk de kwaliteitsborging niet functioneert. De melding op zich – het bou-
wen in strijd met de wettelijke stelseleisen – is voldoende reden om het werk stil te leggen voorzover de vergunninghouder dit ernstige gebrek niet onmiddellijk herstelt. Het bevoegd gezag betrekt in zijn onderbouwing niet de strijdigheid met het Bouwbesluit. In deel 2 van deze reeks (Bouwregels in de praktijk, juni 2014) is deze situatie beschreven onder stap 4, geval E. Of zo’n geval (on)waarschijnlijk is, komt in deel 5 van deze artikelenreeks aan de orde. Als het voorkomt is de hier beschreven vorm van systeemtoezicht de juiste respons. Prikkels binnen het stelsel en binnen de afzonderlijke instrumenten moeten ervoor zorgen dat wanneer het nodig is de kwaliteitsborger wel degelijk bij het bevoegd gezag aan de bel trekt. En dat het bevoegd gezag vervolgens handhavend optreedt.
Vervolg In de komende twee nummers zal de auteur ingaan op de vorm van publiekrechtelijke en private sancties. In het zesde en laatste deel van de reeks worden de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de instrument beheerders en de Toelatingsorganisatie belicht, die ook tot doel hebben, dat kwaliteitsborgers doen wat er in het stelsel van hen wordt verlangd.
1 Zie: http://www.stichtingibk.nl/wp-content/uploads/2014/12/Beschrijving-Gevolgklassen-en-definitie-Gevolgklasse-1.pdf 2 Wordt gebruik gemaakt van een geschikt toegelaten instrument door een daartoe gerechtigde kwaliteitsborger? 3 Advies nr. 8 van de kwartiermakers (over toelatingscriteria voor instrumenten) gaat uitgebreider op deze verklaring in en bevat als bijlage een format hiervoor. 4 In de volgende aflevering van deze reeks komt aan de orde hoe om te gaan met eerder opgedane kennis omtrent de kwaliteit van het bouwwerk.
↘ Informatie over de auteur
Ing. Gert-Jan van Leeuwen is kwartiermaker voor de Toelatingsorganisatie, die in het kader van de komende Wet kwaliteitsborging voor het bouwen wordt ingesteld om instrumenten voor kwaliteitsborging toe te laten en toe te zien op de toepassing daarvan. Hij schreef dit artikel met medewerking van ir. Hajé van Egmond, medekwartiermaker en Mr. Hans Barendregt werkzaam bij de Dienst Stadsontwikkeling van de Gemeente Rotterdam.
| Bouwkwaliteit in de Praktijk | nr. 1/2 januari-februari 2015 | 19
←
Built4U ontleed
In vijf dagen werden zestien woningen in Heerenveen energieneutraal. Woningcorporatie Accolade werkte hiervoor samen met het Built4U-team. Door de renovatie zijn de woningen gestegen naar een energielabel beter dan A++ en hebben ze een gezond binnenklimaat. Tekst Katja van Roosmalen
B
uilt4U is een samenwerkingsverband van leveranciers Kingspan Unidek, Doorwin en Zehnder – J.E. StorkAir en adviseurs Trecodome, The Source Group en Van Aken Architecten. Met een innovatieve renovatie-
26 | www.nbd-online.nl en www.omgevingindepraktijk.nl |
methode leveren zij een totaalproduct dat betaalbaar is en opschaalbaar naar grotere woningaantallen. De woningen in Heerenveen zijn voorzien van een nieuwe prefab buiten gevel, nieuwe kozijnen met triple glas, vloerisolatie, ComfortVentilatie met
warmteterugwinning en een geïntegreerde dakoplossing met isolatie en PV-panelen. Behalve een heel nieuw uiterlijk kregen de bewoners ook meer wooncomfort.
Isolatie
Ramen en deuren Doorwin leverde de passief houten kozijnen en deuren. De KegaPro+-deuren realiseren door de unieke opbouw met zeer goede isolator en geoptimaliseerde deur-kozijnaansluiting een U-waarde van 0,59W/m² én de hoogst mogelijke luchtdichtheidsklasse 4.
ComfortVentilatie De comfortventilatie met warmteterugwinning is verwerkt in de schil. Comfortventilatie resulteert in een continue toestroom van frisse lucht. Dankzij de warmteterugwinning en gebalanceerde luchttoevoer en -afvoer ervaart de bewoner geen ‘tocht’ en warmte- en koudevlekken.
Geïntegreerde dakoplossing met isolatie Unidek SolarPower combineert dakisolatie en energie opwekking in één prefab dakelement. Het element bestaat uit een geïntegreerd PV-bevestigingssysteem met PV-panelen dat prefab in de fabriek wordt aangebracht op Unidek Aero (voor nieuwbouw) of Unidek RenoAero (voor renovatie). Unidek SolarPower heeft het meeste weg van een indak-systeem.
Prefab buitengevel Aan de kant van de oude muur wordt isolatiemateriaal aangebracht. De prefab wand bestaat uit 100 procent recyclebaar eps, met een dikte van 226 millimeter. De wand wordt aan de fundering opgehangen door hoekstaal. In de wand is de ComfortVentilatie met warmteterugwinning verwerkt. Het geïsoleerde dakelelement wordt gemonteerd op de nieuwe gevelwand.
| Bouwkwaliteit in de Praktijk | nr. 1/2 januari-februari 2015 | 27
Productnieuws Isolatie Massief-passief-methode In het Twentse Vroomshoop verrees één van de eerste woonzorgcomplexen die volgens de ‘massiefpassief’-methode van Recticel Insulation zijn gebouwd. Er is gebruikgemaakt van isolatieplaten van Recticel Insulation. De PUR- en PIR-platen staan bekend als Eurowall en Eurofloor. Ze zijn voor hun hoge isolatiewaarde ultradun, zodat geen muren van kasteeldikte nodig zijn om de passiefhuisnormen te bereiken. www.recticelinsulation.nl
Profiteren van de muurwarmte Het nieuwe FOAMGLAS® gevelisolatiesysteem FoamLime combineert de eigenschappen van FOAMGLAS®-isolatie met die van natuurlijke hydraulische kalk. FoamLime biedt een grote mate van ontwerpvrijheid. Het heeft een lange levensduur en is vochtongevoelig, onbrandbaar en 100% mineraal. De lage warmteverspreiding en de sterk warmtegeleidende eigenschappen van FoamLine maken het mogelijk om maximaal te profiteren van het vermogen van de muren om warmte op te slaan. www.foamlime.com
Platform Gevelisolatie Buitengevelisolatie kan het warmteverlies van de gevel met maximaal 75% beperken. Buitengevelisolatie is volgens het Platform Gevelisolatie hét aangewezen middel voor Nederland om de EU-eisen ten aanzien van CO2reductie te halen. ‘Als we de EU-eisen CO2-reductie willen halen, zullen we veel ingrijpender met energiebesparende renovatie aan de slag moeten’, aldus voorzitter Anton van Kruistum. ‘Buitengevelisolatie is daar hét bewezen middel voor.’ Om opdrachtgevers, particulieren, architecten en andere partijen van juiste en betrouwbare informatie te voorzien, is het Platform Gevelisolatie opgezet. Dit is een samenwerkingsverband tussen de Branchevereniging Producenten Gepleisterd Bouwen, Technisch Bureau Afbouw, NOA en Stichting Garantiefonds Gevelisolatie. De missie van het Platform is om de politiek, ambtenaren en particulieren te laten zien welke duurzame bijdrage buitengevelisolatie biedt. www.platformgevelisolatie.nl
Meer creativiteit bij transformatie Het PreWall-systeem isoleert de gevel en creëert een nieuwe uitstraling. Uniek aan het systeem van Aberson Smartbuild is de mogelijkheid om individuele keuzes te maken. Zo kunnen behalve steenstrips ook Eternit, plastica en ArGeTon op de isolatieplaten verlijmd worden. Isolatiemateriaal en steenstrips vormen de basis van het systeem. De isolatieplaten van geëxpandeerd hard polystyreenschuim (EPS) met een hoge dichtheid worden op zowel beton als metselwerk verlijmd en met kunststof pluggen aangebracht. Het systeem is volledig vrij van koudebruggen, voorkomt indringing van water en is leverbaar in diktes tussen 40 en 300 mm. Op de isolatieplaten worden prefab steenstrippen verlijmd. www.abersonsmartbuild.nl
Nieuwe lichtgewicht gevelisolatie Het DUO-Systems® gevelisolatiesysteem garandeert een eenvoudige, schone en betaalbare combinatie van isolatie en metselwerk. Het gevelisolatiesysteem biedt duurzame bescherming en veel mogelijkheden om gebouwen een eigen verschijningsvorm te geven. Er is keuze uit diverse isolatiediktes en een breed assortiment steenstrips en tegels. DUO-Systems® is bovendien uitgebreid getest en gecertificeerd. www.duo-systems.nl 28 | www.nbd-online.nl en www.omgevingindepraktijk.nl |
De redactie van dit blad aanvaard geen verantwoordelijkheid voor de juistheid van de op deze pagina’s aangegeven eigenschappen van de besproken producten.
Productnieuws Isolatie N D nieuwsB brieven Op de hoo gte
blijven va productnie n al het uws kan o ok via de nieuwsbri themaeven van NBD-onlin thema’s va e. De n komend e maand: 17 februari 2015 BIM
Overheaddeuren met een hoge isolatiewaarde Voor het Nationaal Militair Museum in Soesterberg produceerde Protec Industrial Doors inbraakwerende overheaddeuren met een weerstandsklasse 4 en een hoge Rc-waarde van 5.0 m2K/W. De inbraakwerende overheaddeuren hebben een afmeting van circa 16.000 x 6.500 mm (bxh). Protect Industrial Doors kan hoge isolatiewaarden op de complete deurconstructie behalen, op zowel hangardeuren als overheaddeuren. Afhankelijk van de gewenste of vereiste isolatie-eis is het mogelijk het deurconcept hierop aan te passen. www.protecindustrialdoors.com
Hellend dak na-isoleren met beperkt budget IsoBouw breidde haar assortiment renovatieproducten uit met het RecaPan® na-isolatiesysteem. Met RecaPan® kan een bestaand pannendak op een verantwoorde en bouwfysisch veilige wijze geïsoleerd worden. Snel en voordelig verhoogt u het isolerend vermogen van het dak met een Rc-waarde van circa 3.0 m2K/W. Het gepatenteerde RecaPan® systeem is de ideale oplossing voor renovatieprojecten met een beperkt budget. Een belangrijk voordeel is dat bestaande pannen niet van het dak af hoeven. Na het leggen van de eerste rij RecaPan® elementen kunnen de pannen direct herplaatst worden op de isolatie. www.isobouw.nl
Optimale binnenluchtkwaliteit Knauf Insulation ontving voor haar glaswolproducten het Eurofins GOLD certificaat. Het bedrijf produceert al haar glaswolproducten met het bindmiddel ECOSE® Technology. Dit is een door de fabrikant ontwikkelde gepatenteerde technologie op biologische basis, gebaseerd op duurzame grondstoffen ter vervanging van petro chemische derivaten. Hierdoor voldoet de glaswol aan de hoogste kwaliteitsklasse voor gezonde binnenlucht. www.knaufinsulation.com
26 februa ri 2015 Glas
Gevelplank voor duurzame toepassing Gevelbekleding is geschikt als finale laag voor het afwerken van een buitenmuur. In combinatie met isolatiemateriaal kan het ook deel uitmaken van een totaalisolatieconcept zodat er tot 20% minder energie verloren gaat. Deceuninck heeft aan het assortiment planken (in pvc-hardschuim voorzien van een pvctoplaag) de Potdeksel 167-plank toegevoegd. Deze wordt overlappend geplaatst, heeft een aantrekkelijke nerfstructuur en is verkrijgbaar in acht duurzame kleuren. De Potdeksel 167-gevelplank heeft een hoge densiteit. Door toepassing van koud pigmentatie reflecteert het infraroodlicht van de zon in plaats van deze te absorberen. www.deceuninck.nl
Eisen zijn aangescherpt Vanaf 1 januari 2015 zijn de eisen voor woningnieuwbouw aangescherpt. De EPC-eis is nu 0,4. Ook de EPC-eis voor utiliteitsgebouwen daalt, afhankelijk van de gebouwfunctie. Daarnaast gaan de thermische isolatie-eisen (Rc) gedifferentieerd omhoog. De minimum Rc-eis voor gevels gaat naar 4,5 m2.K/W en voor daken naar 6,0 m2.K/W, terwijl de Rc-eis voor vloeren gelijk blijft op 3,5 m2.K/W. Wilt u weten wat er precies is veranderd? Op de site van Isover staat het duidelijk omschreven. www.isover.nl/epcwijzer
Nieuwe inblaastechniek Knauf Insulation ontwikkelde een nieuwe gecertificeerde inblaastechniek met Supafil inblaaswol. De inblaastechniek is geschikt voor het na-isoleren van spouwmuren met smalle voegbreedtes tussen de buitengevelstenen. Hierdoor is het mogelijk om te boren met een boordiameter van 14 mm. De boortechniek voor smalle voegen brengt geen schade toe aan de buitengevelstenen en verandert het uiterlijk van de woning niet. Supafil voldoet aan de hoogste binnenlucht kwaliteitsklasse voor een gezonde binnenlucht. Dit komt doordat er geen kunstmatige kleurstoffen of chemicaliën zijn toegevoegd. www.knaufinsulation.nl | Bouwkwaliteit in de Praktijk | nr. 1/2 januari-februari 2015 | 29