Thema-avond Traumatologie 30 juni 2014 Sportletsel: De keerzijde van de medaille Bewegen is gezond voor lichaam en geest. Je voelt je fitter, blijft er slanker en jonger uitzien en het heeft een positief effect op stress. Maar er is een keerzijde van de medaille. Dagvoorzitter Niels Schep, traumachirurg AMC, neemt de proef op de som. ‘Wie van u heeft wel eens een sportblessure gehad?’ Het merendeel van de ruim 200 aanwezigen in de zaal steekt zijn hand op. Een van de weinige onderwerpen waar hulpverleners blijkbaar ook zelf vaak een slachtoffer van zijn. En dat maakt deze avond wel zo speciaal. Ambulance op het sportveld – wat is de tactiek? De aftrap wordt genomen: een jongetje van 10 voetbalt op het podium in de collegezaal, struikelt, heeft een dikke knie en veel pijn. 112 wordt gebeld. Het is 17.05 uur. Jeffrey van de Werf, ambulanceverpleegkundige en docent Ambulance Amsterdam en Ron Sitek, ambulancechauffeur, ontvangen de melding en maken zich klaar. ‘Sportletsel is iets waar we vaak op rijden en wat vraagt om een goede voorbereiding. Je komt op de meest gekke plekken, op drassige sportvelden, bij schaatsongelukken op afgelegen meertjes, in bossen voor een mountainbike-ongeluk. Het is soms lastig de patiënt te bereiken. Je moet creatief zijn, we hebben wel eens een brommertje gekaapt en de brandweer ingeschakeld. En wat moet je meenemen? Spalk, zuurstof, life pack?’ Ron en Jeffrey overleggen met elkaar wat ze kunnen verwachten, Pre Arrival Preparation (PAP) genoemd. Met brancard en benodigd materiaal komen ze aangesneld. ‘Kijk, daar ligt ie. Hoe heet je? Kay… Ok Kay, vertel eens rustig wat er is gebeurd. We gaan eventjes wat dingetjes onderzoeken? Stond je trouwens voor? Druk de pijn die je hebt eens uit in een getal van 1 tot 10? Een 9, dan geven we je eerst wat pijnstilling. Volgens het nieuwe LPA 8 kan gekozen worden tussen Fentanyl of Esketamine, aangevuld met paracetamol.’ Kay ligt er oncomfortabel bij, maar hij heeft een gezonde gelaatskleur en een rustige ademhaling. ‘Vroeger heette dat ‘gewoon effe kijken’, maar tegenwoordig spreken we van een Patiënt Assessment Triangel (PAT)’, aldus Ron. Kay bleek een patella luxatie te hebben en kreeg, na repositie, een brace voor zes weken. De prehospitale behandeling in geval van een knieschijf uit de kom bestaat uit de volgende stappen: pijnstillen, reponeren, spalken en dan vervoeren naar het ziekenhuis. Elleboog uit de kom Dagvoorzitter Niels Schep neemt de presentatie ‘racefietsen – niet te kort door de bocht’, over van spreker Dr. Eefje de Vries, AIOS Chirurgie AMC. ‘Voor Eefje heel vervelend, maar gezien 1
het thema van vanavond sportblessure bizar om te melden dat zij geblesseerd is geraakt tijdens het racefietsen. Iedere traumachirurg heeft een ‘gekke hobby’ en de mijne is de elleboog en polsen en ik ga het hebben over de elleboog uit de kom. Wie kent niet de Koreaan Sa Jae-Hyouk waarbij tijdens Olympische Spelen in Londen bij zijn poging om 162 kilo te liften, zijn elleboog uit de kom schoot, hij neerzeeg op de grond en het uitschreeuwde van de pijn.’ Niels laat het filmpje zien en de zaal gruwelt bij de beelden; dat ziet er pijnlijk uit. Hij vertelt eerst wat over de anatomie van de elleboog en gaat vervolgens in op de ernst van het letsel. ‘Wanneer je de elleboog terugzet (reponeert), kun je hem goed bekijken en vervolgens constateren of het om een simpele elleboogluxatie gaat of om een complexe, waarbij een of meerdere fracturen aanwezig zijn. Vervolgens wordt de stabiliteit getest, omdat die de behandeling bepaalt. Bij de stabiliteitstest doe je als het ware het ongevalsmechanisme na. Voor de patiënt is dit angstig, omdat je eigenlijk wil testen of de elleboog weer uit de kom schiet. Om kennis over de meest effectieve behandelmethode te vergaren heeft onderzoek plaatsgevonden waar 26 ziekenhuizen aan hebben deelgenomen en waar het resultaat getest werd, na reponeren, van immobilisatie (gips of spalk) versus functionele behandeling (drukverband). De functionele behandeling scoorde beter; er was minder sprake van stijfheid, de revalidatietijd was korter en de behandeling werd door de patiënt als minder belastend ervaren. Belangrijke resultaten die in een protocol verwerkt zijn.’, besluit Schep.
Sporten na een trauma Dan is het tijd voor een speciaal intermezzo dat perfect aansluit bij het thema van de avond. Waar de rest van de avond in het teken staat van trauma bij sporten, gaat het bij intermezzo aan de hand van het verhaal van Chris Vos, Paralympisch atleet, om sporten ná trauma. Terug in de tijd: 2004 Traumachirurg Vincent de Jong blikt terug: In Noordbeemster wordt een jongen van 5 overreden door een graafmachine. De ambulance is snel ter plaatse en inventariseert volgens de ABCDEmethodiek: het ziet er niet goed uit. Eerste prioriteit: pijnstilling, het stoppen van de bloeding en ervoor zorgen dat het rechterbeen weer doorbloed wordt, voordat het af zou sterven. Het jongetje, Chris Vos geheten, wordt snel naar het AMC vervoerd en er worden diverse foto’s gemaakt en onderzoeken uitgevoerd; een thoraxfoto, bekkenfoto, aanvullend buikonderzoek, angiografie, pijnstilling, stoppen van bloeden, retrograad urethrogram… Diagnose: ernstig gedeformeerd bekken, bloeding vanuit het bekken, zenuwletsel en urethra- en andere problemen. Negen maanden lag de kleine Chris in het AMC. Hij heeft een zogeheten plexuslaesie; vele zenuwen in zijn bekken werken niet meer, zijn rechterbeen is daardoor grotendeels verlamd. 2
2014 Diezelfde Chris Vos heeft afgelopen winter deelgenomen aan de Paralympische Spelen in Sochi. Met zijn (toen) 15 jaar was hij de jongste deelnemer. Door middel van een orthese (een orthese ondersteunt een lichaamsdeel/-functie waar een prothese een lichaamsdeel vervangt) is hij uitgegroeid tot een fanatiek snowboarder. Volgens de kenners met een enorm potentieel! ‘Op mijn snowboard vond ik mijn vrijheid terug. Ik hou van elke dag, want bijna was ik er niet meer. Ik doe de gaafste dingen die normale mensen niet zouden doen en ik ga heel veel weg naar de coolste plekken van de wereld. Door het sporten ben ik veel sterker geworden en kan ik veel meer in het dagelijkse leven. Ik voel me echt een sporter en niet iemand die een beperking heeft’. Het sporten was voor Chris niet mogelijk zonder een orthese, of in het geval van Chris meerdere orthesen. Frank Jol, ook wel de koning van de ortheses/protheses genoemd, maakt ‘alle benen voor Chris’. Frank: ‘Chris sloopt zoveel, hufterproof is voor hem niet genoeg. Ik moet de orthesen voor hem Chrisproof maken. Chris kwam als mannetje van 10 bij me en zat in een rolstoel, wat hij helemaal niet wilde. Mijn eerste vraag was: wat wil je bereiken? Hij wilde naar het plaatselijke fitnesscentrum, want hij wilde trainen. Ik maakte voor hem vier orthesen; een voor dagelijks gebruik, voor het zwemmen, voor wakeboarden en voor snowboarden. In totaal heeft Chris al 31 orthesen versleten, dus hij houdt mij lekker bezig. Het is mijn taak om te kijken wat iemand met een beperking nog wel kan en dat heeft alles te maken met een bewustzijnsproces. Onderzoek richt zich op de restfuncties, want deze zijn van groot belang voor de orthese of prothese die ik ga maken. Met elkaar gaan we uitgangspunten creëren voor de mogelijkheden. Er is altijd meer mogelijk dan dat je gehandicapt blijft. Ik doe wat ik kan, maar Chris moet de prestatie neerzetten en het is uniek wat hij samen met zijn familie en het hele team eromheen bereikt op deze jonge leeftijd.’ Voetballen - verrekte moeilijk Tijdens het WK Voetbal in Brazilië mag een presentatie over voetbalblessures natuurlijk niet onderbreken. ‘We laten alleen geen voetbalfilmpjes zien, want dat brengt ongeluk’, volgens Prof. Dr. Gino Kerkhoffs, orthopedisch chirurg AMC. Gino laat een heel aantal voetbalblessures de revue passeren; verschillende soorten knieletsel, spierletsel, zoals het scheurtje in de liesspier van Nigel de Jong, enkelletsel met en zonder kraakbeenschade. Gino is uitgesproken en hanteert een aantal uitgangspunten in zijn werk. ‘Mijn eerste vraag is altijd: ‘wat verwacht je van het (sport)leven? Belemmert een hamstringblessure je in het realiseren van je doelstellingen? Geef het eens aan met een percentage: bij een antwoord van 50% zou ik niet gaan opereren en bij 90% wel. Wat ik ook belangrijk vind is dat je de diagnose moet kunnen stellen puur door te luisteren naar de patiënt en goed te voelen op de plaats van het letsel. Lang niet alles kan worden aangetoond op een echografie of een CT-scan. En natuurlijk de gouden regel bij alle blessuren die 3
ik heb laten zien: RICE: R = rust, I = ijs, C = compressie, E = elevatie.’ Kerkhoffs neemt de zaal vervolgens mee met verschillende operaties. Tussen de regels door merk je dat deze chirurg de lat hoog legt. Vele chirurgen kunnen protocollair heel goed opereren, maar er zijn er maar weinigen die verder dan het protocol denken om het resultaat of de behandeling voor de patiënt te verbeteren. Kerkhoffs is zo iemand die zichzelf en zijn team als maatstaf neemt. ‘Wil je zelf zo’n behandeling ondergaan?’ Is het antwoord ‘nee’, dan gaan ze vanuit creativiteit, professionele kennis en gedrevenheid op zoek naar een betere oplossing. Het zijn deze mensen die binnen de orthopedische chirurgie het verschil maken. Paardrijden – de teugels in handen? Het laatste onderwerp van de avond is Paardrijdletsel. Opvallend aan de cijfers is dat, hoewel paardrijdletsel op de vierde plaats staat bij het aantal sportblessures, de ernst van het letsel op de tweede plaats staat. De kans om in het ziekenhuis terecht te komen is 2½ keer zo groot als bij voetballetsel. Dr. Pieter Boele van Hensbroek, AIOS Chirurgie, licht toe waar dat mee te maken heeft; de schofthoogte is hoog (1.57 tot 2.00 m) en het gewicht van een paard is zwaar (500-700 kilo). Een val van een paard of het in contact komen met een paard (vertrapt worden) geeft al snel ernstig inwendig letsel voornamelijk aan rug, romp en hoofd. Pieter behandelt twee casus. Een 18-jarige patiënt die achter een paard stond en in haar rechterflank werd getrapt en een 30jarige patiënt die een trap midden bovenin de buik kreeg. ‘Mensen moeten zich realiseren dat het omgaan met paarden niet zonder risico is. Het is weliswaar een edel dier, maar zijn reacties blijven onvoorspelbaar en kunnen tot gevaarlijke situaties leiden. Hoewel een paard ook zijwaarts kan trappen kunnen met name de achteruit trappen leiden tot ernstig letsel. Als rijder heb je de teugels in handen, maar blijf bedacht op onvoorzienbare situaties.’ Petje op – petje af Met deze praktische toelichting kwam de thema-avond ten einde. Een avond waarbij de onderdelen een goede mix vormden tussen wetenschap, human interest, anatomie, uitwisseling van professionele kennis en ervaring, protocollen en de bloedstollende strijd om de winnaar van de kennisquiz, ‘Petje op, Petje af’, aan het eind van de avond. Indrukwekkend was het verhaal van Chris Vos. Voor alle aanwezigen in de zaal is het mooi om een patiënt terug te zien en getuige te zijn van de ontwikkeling die iemand na het verlaten van het ziekenhuis heeft doorgemaakt. Het jongetje met vele beperkingen die uitgroeide tot de jonge man met vele mogelijkheden. Dan weet je weer waarom je voor dit vak gekozen hebt.
4
Enkele reacties:
Superinteressant, zowel voor mij als mens als voor mij als professional. Goede mix tussen praktijk en theorie.
Laagdrempelige informatie-overdracht, voor elk wat wils.
Mooi thema. Het is voor ons een grijs gebied, terwijl het erg vaak voorkomt.
Verrassend interessant. De indrukwekkende verhalen, beelden en casuïstieken dragen bij aan kennisverrijking. Een mooie mix van informatie-overdracht.
Geweldig georganiseerd. Kijk er altijd naar uit!
Voor in uw agenda: Thema-avond LPA 8: Hoe, wat en waarom? Op woensdag 17 september staat de volgende Thema-avond gepland. Dan staat de invoering van het nieuwe Landelijk Protocol Ambulancezorg (LPA 8) centraal. Er wordt onder andere ingegaan op de wervelkolom immobilisatie en het gebruik van Tranexaminezuur bij verbloeding. Kijk voor meer informatie op: www.TraumaNetAMC.nl/LPA8.
5