■
-
r.
j[ m &
VDI ni/
-
1
TH EATER liste
Jaargang
No. 37-4 OCT. 1941
S » O M
g
133 BESCHADIGDE TEKST OF VERKEERD GEBONDEI DAMAGED TEXT OR WRONG BINDING
X MARIANNE HOPPE en HANS ^ÖHNKER in de film „TOT ZIENS.. FRANZISKA".(':o«o r^,.)
AFBEELDING IN KLEUR MULTICOLOUR PICTURE
1
ft
'y-..^ .«
• >
-,;. i *>►■.. «
•
.
-
<■•
■.,
SPEL UIT DEN BAROK-TIJP MARIKA RÖKK EN HAAR NIEUWE UFA-FILM
„DER TANZ MIT DEM KAISER"
Maria Ei. in de rol
van keizerin Maria Theresia (foto Ufa I Klitsch)
Wolf Albach-Retty. (foto Ufa f Goldsch'e)
Axel von Ambesser in de rol van keizer Jozef li.
(foto Ufa I Klitsch)
De zomer is vooral de tijd, waarin de Ufa „op reis" gaat, dit wil zeggen, dat zij met haar staf van personeel trekt naar die plaatsen, waar verscheidene van haar rolprenten den natuurlijken achtergrond en het plaatselijk decor krijgen, dat zij behoeven. Dan tijgt menige filmexpeditie naar schoone landschappen en historische merkwaardigheden voor een reeks van bulten-opnamcn. Ook de nieuwe groote Ufa-film „Der Tanz mit dem Kaiser", waarin de populaire ster Marlka Rökk de veelbelovende hoofdrol vertolkt, Is op reis geweest. Want dit charmante gegeven uit den tijd van het barok, dat opgenomen is naar de bekoorlijke comedie van Nikolaus Asztalos „Die Nacht In Siebenbürgen", speelt zich voor een niet klein deel af In de betoove'rende sfeer van vervlogen pracht en praal, zooals wij die kennen uit de klassieke pronkgebouwen van het Weenen uit den tijd van Maria Theresia. Hoe geraffineerd de fllmarchitect ook gebouwen en decors kan weergeven, de werkelijk kunstzinnige film heeft het nog nooit versmaad om, waar het historische kunstwerken en beroemde landschappen betreft, zooveel mogelijk de werkelijkheid op de filmstrook vast te leggen. Weenen . en het Hongaarsche Zevenburgen zijn in dit gevel het doel van den tocht geweest. Het is een goed teeken, dat bij deze alleraardigste muzikale film weer drie vooraanstaande persoonlijkheden hebben samengewerkt, die reeds op het- succes van vele goede rolprenten
dergelijke films; zij geldt dan ook voor de beste Dultsojie actrice op het gebied van zang- en dansfilms, waarbij muzikaliteit en temperament een eerste vereischte zijn Dit is de zesde film, die Pfeiffer-RSkk-Jakoby tezamen niaken en zonder twijfel bevat ook deze rolprent alle genoemde elementen. „Der Tanz mit dem Kaiser" leidt ons binnen in de wereld van een afgelegen landgoed in Zevenburgen, waar de jonge, beeldschoone weduwe Christine von Alvins den scepter zwaait, tot zij op een dag den knappen adjudant van keizer Jozef II, den zoon van keizerin Maria Theresia, ontmoet, hetgeen van besllssenden invloed Is op haar verder leven. Ten gevolge van een vermakelijke verwisseling van personen onUtaan er situaties, waarvan het jonge paar in de verste verte niet heeft kunnen droomen. De handeling wisselt van Zevenburgen naar het keizerlijke hof te Weenen en vindt haar climax in een schitterend „ feest in Schönbrunn, waar na vele en hardnekkige misverstanden eindelijk de ontknooping komt van deze grappige comedie. Georg Jakoby kan beschikken over een reeks voortreffelijke spelers: Wolf AlbachRetty en Axel v. Ambesser (als keizer Jozef 11) zijn de partners van Marika Rökk. Maria Els van het Burgtheater te Weenen is een wijze, begrijpende Maria Theresia, wier verschijning geheel afwijkt van « fl«" bruikelljke voorstelling. Hilde v. Stolz heeft een rol, die ten volle recht doet wedervaren aan haar grilligen aard. Lude Englisch en Rudolf Carl, belde bekend en populair als humoristische spelers, Hans Lelbelt en Hertha Mayen mogen evenmin vergelen worden. Franr Grothe heeft voor deze film de muziek gecomponeerd, die, als In alle films van Marlka Rökk, niet weinig zal bijdrage.i tot het succes, dat men ook deze rolprent veilig kan voorspellen. »
' 'S ^m
7"
Jlk heb niets met hem te besprekeiOlsp hjj..*->. ■ * „Misschi^nV- 4" begon zij voorzichtig, „wilde hij önfs het geld geven . . . .• voor de hypotheek. Walther. Hij kan het gemakkei"k doen>V W . Dr. Doe|éSn,lachte spottend. „Denk je .&& ? Natuurlijk kan hij het. ar ik wil he* niet. Begrijp je. Ik sla zijn , lp heel beslist af. Voor eens en voor altijd. En ik wensch niet. . . ." „Hij wilde vanmorgen " viel Dusa hem in de rede. ■ „Misschien nog eens hier komen ? Ja ? jii) kan toch wéten, dat ik 's,morgens niet ^ thuis ben. ot. ..." „Hij wilde je in de kliniek opbellen," zei . ze beheerscht. maar koel en wendde zich om ten einde weg te gaan. „Ik zal er voor zorgen, dat men hem zegt hoe ik er over denk." Hij hoorde de deur dichtslaan en keerde «zich nog eens vluchtig om. JDusa had de ? slaapkamer verlaten. Hij begon het apparaat over zijn gezicht te halen, maar sneed zich, want zijn hand beefde. Een oogenblik "" ef hörnet gebogen hoofd en de handen den^waschbak gesteund, staan. Ag Gordon voor zich. Deze geslepen inen Zuidamerikaanschen zakenman r_.€nergiek, goed gevormd gezicht, fchalante maar elegante kleeren, de regingen van zijn gespierd lichaam ittende flikkering in zijn lichtgrijze meer hij door de nauwe straten stad slenterde of zijn nieuwen Markt langs het bronzen standIn middeleeuwschen Markgraaf _;h stuurde. Wat voerde hij hier eigenlijk nog uit ? Oogenschijnlijk was hij toch slechts overgekomen om de muziekuitvoeringen in Bayreuth bij te wonen. Daar ^hadden zij elkander des zomers leeren kennen. Dusa was dol op muziek. Toen was hij te&ar Pregwitz gekomen en was er blijven hangen. Zooals hij voorgaf wegens zaken. Maar wat voor zaken dan ? Men mocht aannemen dat hij makelaar was, en zooals hij voorgaf, moest hij zelfs uit de omgeving hier geboortig zijn. Komiek. Zou hij misschien een van de oude burchten in de buurt willen koopen ? Dat zou hem vandaag den dag niet gemakkelijk vallen. Onzin 1 Hij, Dr. Doeren, wilde het geld van Gordon niet, hoe zeer hij het ook noodig mocht hebben. Hij mocht dien man niet, en zou hem dat duidelijk genoeg aan zijn verstand brengen. Maar Dusa ? Hij had zich daarnet heel dom gedragen, en dat speet hem. Hij haastte zich nu om klaar te komen. Ze zou beneden reeds met het ontbijt op hem wachten. En het geld ? Hoe moest hij aan het geld komen, die onnpözele zevenduizend mark, die voor Gordon klaarblijkelijk niets beteekenden ? Hij was zoo in gedachten verdiept, dat hij heelemaal niet merkte, dat zijn vrouw weer in de slaapkamer terugkwam, zich verder kleedde en toen een kleine cassette uit de ■linnenkast haalde en weer zachtjes de kamer verliet. Toen Dr. Doeren eenige minuten later de huiskamer betrad,;#aar zij aan een kleine tafel naast'de sofa gewoon waren te ontbijten, merkte Jhij direct dat zij iets onder een der kussens van de sofa stopten Maar hij deed, alsof hij er geen erg in had. Hij ging tegenover haar zitten en ze schonk hem zijn koffie in. Dr. Doeren nam bet ochtendblad en wierp een blik op de kopregels der eerste-pagina ?n legde het blad toen weer neer. Het was de vijfde October. Hij had reeds den eersten
♦>♦
^
-
Men kon werkelijk niet zeggen, dat de praktijk van Dr. Doeren slecht ging, of dat hij misschien geen goede dokter was. Integendeel ; hij had genoeg patiënten, zij het dan ook voor het meerendeel onder de minder met aardsche goederen gezegende inwoners van het kleine stadje waar hij gevestigd was. Wel is waar had hij ook wel eenige gegoede patiënten, doch die waren verre in de minderheid. Daar hij echter de arme menschen, die zich door hem lieten behandelen, nooit maande maar hen liever als het noodig was. voor niets hielp — en hij hielp hen niet alleen op medisch gebied ! — en zijn beter gesitueerde schuldenaren ziin rekeningen dikwijls naast zich neerlegden om ze" slechts dan te betalen wanneer het in hun kraam te pas kwam, bevonden Dr Doerens eigen financiën zich nu juist niet m een rooskleurigen toestand. Vooral bij den aanvang van deze geschiedenis waren zij vrij hopeloos. Maar Dr. Doeren had daar zelf slechts zelden erg in ... . „Ik maan niemand en wil zelf'ook niet gemaand worden," placht hij te zeggen „Een dokter is geen koopman." Maar dat zei hij slechts tegen zijn vrouw. Tegenover anderen bewaarde hij een hardnekkig stilzwijgen ; het zou beter voor hem geweest zijn, indien hij althans datgene gezegd of geschreven had, dat blijkbaar noodzakelijk was om de menschen op hun natuurlijke plichten tegenover hun dokter te wijzen De menschen zeiden van hem, dat hij een goeden kop had, maar dat hij niet met geld ' kon omgaan. Ze namen daarbij aan dat hij wat geld bezat, hetgeen echter zelden en nooit voor langen tijd het geval was. Merkwaardig genoeg was hij evenwel ondanks zyn financieele catastrophe bemind, ja zelfs geacht. Hoe zou dat ook eigenlijk anders kunnen met een man, die er blijkbaar heelemaal niet aan dacht, zich om het allernood.zakehjkste in het leven te bekommeren namelijk om geld, bezit, en een veilig bestaan ? Zulke menschen zou men dwaas kunnen noemen, maar men mocht ze niet veroordeelen omdat men moest aannemen dat zij bepaalde capaciteiten bezaten dié hen tot een soort zonderlingen maakten En inderdaad scheen Dr. Doeren deze bepaalde capaciteiten te bezitten, evengoed als een zekere onbekendheid met het leven Maar dat was dan. ook ongeveer alles wat hij.bezat behalve een klein huis en een allerliefste vrouw. Het huis bezat hij echter ook slechts met bepaalde beperkingen : het was wel is waar heel aardig, doch zeer hoog belast, en de tweede hypotheek was bovendien opgezegd. Hij was dus niet bijster te benijden. En Dusa Doeren, de slanke, donkerblonde vrouw met de lachende, saffierblauwe oogen ? Kon hij van haar zeker zijn ? Misschien .... Maar de menschen vroegen zich af, of zij als vrouw van zoo'n man niet al te veel moeilijkheden had te overwinnen Ze was jong en knap. Kinderen hadden zij nog met. Ze was tegen de dertig, en hij even dertig, en drie jaar geleden waren ze getrouwd
Indien Dr. Doeren zich om iets anders zorgen maakte dan om zijn patiënten, dan was het om haar, zijn vrouw. Ze was naar een uit Italië stammende grootmoeder Dusolina genoemd. Hij zag heel goed, dat haar oogen den laatsten'tijd slechts zelden meer lachten, maar integendeel dikwijls een ernstigen, afwezigen blik vertoonden. Maar als z.j zijn diepen, stillen blik ■ ontmoette lachte zij toch. al was het alleen met haar mond. Ze had haar ochtendjas aan, toen zij met een klem presenteerblaadje in de hand waarop een kop koffie stond, in de slaap-
„Was hij weer zoo dronken ?"' vroeg zii zachtjes. , . , 1 „Ach kom .... Die kerel kan heel wat 1 verdragen Maar Ik moet nu werkelijk" opstaan, kindje." „Hebben jullie nog gespeeld ?" ^ Haar vraag was in ieder geval niet zonder reden, want Wallrode stomLjo^fend als een drinker, speler en boemelSa^Hij was architect, maar vond vdor zijn bijna monumentale begaafdheid in Pregwitz weinig geJegenhei^. om ze in practijk te brengen en hoyyiaiM ook weinig waardeering. Verder wa gezel en de eenige zoon van den r gk rde Zacht es ""tL ^ ?f J ging ze naar eigenaar van den burcht Hohenst« zyn bed. Dr. Doeren sliep nog. Ofschoon zij ^»rt van Bodenberg. Maar niet hem direct moest wekken, bleef zij een pooshad Dr. Doeren hem met zijn auto & je stil bij hem staan, boog zich voorover en want daar kon men hoogstens noi keek hem aan. Het donkerblonde haar hing zomer wonen, zóó vervallen was hetf verward over zijn voorhoofd : het was een slot; te verwarmen waren de groote mooi. glad en streng voorhoofd. Onder zijn ken reeds sinds langen tijd nietned oogen lagen nog donkere kringen van verherfst trok Wallrode regelmatig if^sw moeidheid, maar om zijn mond speelde een witz. waar hij een kamertje had gehuu! beminnelijk lachje. Zijn mond zelf was fijn af en toe ook iets te doen vond. Desneden. stevig en energiek. „Gespeeld ?" herhaalde Dr. Doeren , „Ik heb het al geroken." mompelde hii een poosje. In geen geval laA waJ erkennend dat hij dus al wakker was gewas reeds laat I" W^' weest, en tegelijkertijd sloeg hij zijn oogen op. „Ik weet het." antwoordde zij je Ze zette den kop op het tafeltje naast zijn immers pas om over tweeën thuisgekom^ bed en ging zelf op het voeteneinde zitten Je moet niet denken, dat ik je niet waï' Dr Doeren richtte zich op. wierp een blik afleiding gun — maar is het voor jou wel op de klok. streek met zijn hand over zijn een genoegen met Wallrode samen te zijn '" haar en greep naar de koffie. Ze stond op. en Dr. Doeren sprong uit bed. „Dank je wel. liefste." zei-hij en begon „Ja, ik vind het werkelijk een genoegen, ' te drinken. „Ik moet mij haasten; ik zei hij. „En een ontspanning. Hij mag zijn ™lJ*T.UWd hoe die Jon8e v*0™ het wat hij wil. maar hij is in ieder geval geen maakt. Het was vannacht een tamelijk zware spitsboef En als hij. wanneer we écarté bevalling." spelen, werkelijk eens een'paar mark van me, De roUW van den • ': 3 «T electricien, is het s$ wint, mijn lieve hemel, hij heeft het mis-i' met ? Waar ligt zij ? Hoe laat ben je thuis schien nog meer noodig dan ik. Dat is eigengekomen ?" vroeg Dusa, lijk wel zéker." „Heb je mij niet gehoord ? Tegen twee Hij liep met lailge passen naar de badkameri uur zoowat. Ja, ik ben ook nog een oogenen wreef daar voor den spiegel zijn gezichtt bhkje naar „De Adelaar" geweest." merkte met crème in. omdat hij zich wilde scheren. hij als terloops op en plotseling nam zijn Hij zag in den spiegel zijn vrouw. Ze stond gezicht een zorglijke en geërgerde uitdruknog steeds daar, waar ze had gestaan toen king aan. „Later. — Mevrouw Köhler ligt hy de slaapkamer had verlaten, en keek thuis. Ze wil niet weg, omdat ze nog twee voor zich uit. Ze zei niets kleine bengels heeft, weet je. Maar er is ..Wat ik zeggen wilde. Gordon zou er ook _j een verpleegster." geweest zijn," zei hij. „Heb jij er voor gezorgd, dat ze die kreeg ?'.' ë „Ik had hem gezegd, dat hij je misschien „Natuurlijk." m „De Adelaar" kon treffen. „Heb je Gordon nog gesproken ?" vroeg Met een ruk draaide Dr. Doeren zich om. Dusa en ze keek naar haar handen, die samen„Is hij dan hier geweest ?" gevouwen in haar schoot lagen In De „Ja." , Adelaar" bedoel ik." " „Gisteravond ?" Dr. Doeren fronste zijn voorhoofd ■ zijn „Hij wilde jol spreken." blik bleef aan de teer gewelfde lijn vaA den „Mij ? Waarom ?" ;.3 hals zijner vrouw hangen ; zacht en glooiend Dr. Doeren keek zijn vrouw strak aan leidde deze van de halsopening der ochtend * en omdat zij dit wel merkte, hief zij met een jas naar den krullenden haardos^ vastberaden, bijna trotsch gebaar haar „Ik heb even met Wallrode zitten prahoofd op, zoodat hun blikken elkaar ontten antwoordde hij. „Hij vertelde mij een moetten. Secondenlang stonden zij zoo, en merkwaardige geschiedenis, die kerel De keken elkaar Techt in de oogen. Dusa beburcht Bodenstein en de burcht Hohenstein heerschte zich, maar ze kon desondanks niet hebben vroeger allebei aan de Waflrodes voorkomen, dat het, bloed naar haar wanbehoord ; ongeveer honderd jaar geleden gen steeg. Dr. Doeren aag dat zij kleurde ; Dat heb ik nooit geweten. Ik héb hem naar hij keenje zich om en greep naar zijn scheerhuis gereden .. . ." gerei.
<" **
^^
*
'■■
't
de zevenduizend M; voor de tweede h theek aan Loren moeten betalen. Hij had den man geschreven, inderdaad. En nu bleef hem niets anders over dan op antwoord te wachten. Heel veel hoop had hij niet. want Lorenzen, de bouwondernemer, had het geld noodig. Dr. Doeren wist dit heel goed. „Hoe laat kun je vandaag eten ?" vroeg Dusa plotseling. Dr. Doeren, die snel en gedachteloos zooals altijd een sigaret had opgestoken, zoog den rook diep in, en antwoordde oogenschijnlijk onverschillig : „Hoezoo ? Heb je bijzondere plannen ? Ik weet het nog niet precies." „Ik zou na het eten graag den auto willen hebben," zei ze, nam met spitse vingers een paar kruimels van het tafellaken op en legde ze voorzichtig op haar bord. „Natuurlijk als je hem missen kunt 1" „Waar wil je dan heen ?" vroeg hij verbaasd. „Ik heb een boodschap te doen." „Zoo," mompelde hij. Ze wilde hem dus klaarbhjkeiijk niets zeggen en hij zag er van af verder te vragen. „Goed, wat mij betreft. Vooropgesteld ten minste dat er niets bijzonders gebeurt, waardoor ik den auto noodig heb." „Dank je. Zorg dan als je kunt, dat je om twee uur thdis bent." Df. Doeren knikte, stond op, ging naar zijn bufeau, keek een paar brieven door. die nog niet geopend waren en rekeningen bleken te bevatten. „Bhjf je vanmorgen thuis ?" vroeg hij. Dusa. die bezig was de kopjes op het blad te zetten, aarzelde even en zei toen : „Ja. alleen moet ik een paar inkoopen voor het eten gaan doen. Hoe zoo ?" „Kun je Dora niet. sturen ? Misschien wordt er voor mij opgebeld. Het zou niet onmogelijk kunnen zijn. dat Lorenzen opbelt." ■ „Goed." zei ze, en ging naast hem staan. ,,Ik zal zorgen thuis te zijn." Dr. Doeren wendde zijn hoofd om en keek haar aan en aan haar gezicht zag hij, dat zij bereid was de lichte ontstemdheid, die er sinds het gesprek tusschen hen heerschte, stilzwijgend te overbruggen. „Nog iets," zei hij. „Je kunt mij een plezier doen. Hier is een attest van professor Bertram. Dat moet overgeschreven worden. Ik heb het hier ingedaan, zie je .... Je weet, dat dergelijke dingen streng geheim zijn. Wiljjij het overschrijven ?" „Natuurlijk, Walther " „Dank je. Ik laat de sleutels dus hier." • Hij gaf axaär.$de sleutels ^n greep haar hand, trok haar tegen zich aan en gaf haar een afscheldälbs. Hij vermoedde niet, dat het.de laatste kus was,, dien hij zijn vrouw zou geven. 'Voor langen tijd althans . . . .
OUDE GEVELS
(Foto H. Nieuwenhuys)
Ook zij wist het niet, maar zij keek hem met een eigenaafdigen, raadselachtigen blik aan. Ze was nog de geringe, doch smartelijke verdenking niet vergeten, die alleen daarom zoo zwaar woog omdat zij zooveel van hem hield en hem ondanks alles zoo volkomen vertrouwde. Misschien begreep hij haar zwijgenden blik. zij het wellicht ook slechts ten deele. en beantwoordde hem met een geringe beweging van zijn oogleden, waardoor zoowel een verzoek om toegevendheid én vergiffenis, als de wensch, haar troost en bemoediging te schenken, kon worden uitgedrukt. Het was een der beminnelijkste eigenschappen van Dr. Doeren om op onopvallende wijze heel veel te kunnen uitdrukken. Even later zag Dusa hem met den bruinen auto uit den voortuin rijden. Ze bleef nog een poosje voor het raam staan en staarde in gedachten verzonken naar de stille en verlaten straat. Toen nam zij het ontbijtblad om het zelf naar de keuken te brengen, want ze hoorde hoe Dora, het meisje, boven op de slaapkamer bezig was. In de gang trok zij haar mantel en handschoenen aan, en zette haar hoed op. „Dora," riep zij naar boven, „als de telefoon gaiat, zeg dan als je wilt, dat.ikom tien uur weer hier ben, ja '" Dora kwam naar de trap en zei met haar jonge en heldere stem, dat zij er voor zorgen zou. Toen keerde Dusa nog een keer naar de huiskamer terug, haalde de kleine cassette onder het kussen van de sofa uit, leegde den inhoud in haar handtaschje en schoof de cassette weer op de oude plaats terug. (Wordt vervolgd)
■
r- '-n
"' 'M,
% m r-- i
H E f BS Ë S L U It
EN MAN DOET DEHIHSHOUDING
.
Een complEEt verhaal door Harald Werner Vittorio Federico. . . Met haar voorhoofd tegen het koele glas var» het hotelraam gedrukt, dacht Karin Winberg dezen naam. Ze zag niet den wïnderlgen dag bulten, de snel voortzeilende dikke, grauwe wolkengevaarten, de papperige, glasachtige sneeuwdeken, N^aartusschen het dooiwater gejaagd stroomde en kolkte; maar ze zag een traag-blauwe zee met moeden^ golfslag; heet, grijs zand, daarop een gewemel van bronskleurige menschenlichamen, en daar tusschen zij en Vittorio I Ze waren kamerhuren in het hotel aan zee in het Zuiden geweest en men had hen, daar het overvol was, aan één tafeltje in de eetzaal bij elkaar gezet - de blonde Karin Winberg en den schilder Vittorio Federico. Toen waren er zomerdagen gevolgd van intense zaligheicf, waarin Karin alles had afgeschud wat haar bedrukte: de school, waarop zij leerares was; haar collegafs, die vaak hatelijk tegen haar waren, omdat zij zooveel. jonger was dan zij; en dan de kinderen, ieder van hen anders van geaardheid . . . hoe zou men dan altijd rechtvaardig kunnen zijn, bij zooveel verschillende karaktersl Daar tusschen door dook ook af en toe het gezicht van Herbert Framberg op, den vriend uit haar jeugd, die haar ieder jaar wèèr hand en hart had aangeboden en die maar niet begrijpen kon,'dat zij boven zijn smaakvol ingerichte vijfkamer-woning de voorkeur aan haar vrijheid gaf. Ook haar moeder zette leder jaar groote oogen van verbazing op. In haar tijd, zei zé, was het het grootste geluk voor een meisje geweest een goeden man te vinden. Ach, die lieverd. . . Ze had wel Is waar niets tegen den nieuwen tijd met zijn stofzuigers en zijn bioscopen, maar als het In haar programma te pas kwam, dan liet zij toch den ouden tijd den besten van alle tijden zijn. . . Karin opende haar oogen. Eigenlijk had zij zich deze winterreis niet mogen veroorloven: 'n Jonge leerares aan een hoogere burgerschool voor meisjes zit niet zóó dik in de verdiensten, dat zij maar direct kan toegeven aan ieder verlangen naar verre verten.. . Maar een kleine erfenis van vaders kant had haar de drie weken in dit kleine nest van de Dolomieten mogelijk gemaakt. Ze moest.. . möèst beslist weer eens alleen zijn, weg van alles. . . Van moeders verwijtende gezicht; van de bedachtzame terughoudendheid van haar vriend - het was haar allemaal onverdraaglijk geweest. Onafgebroken had
zij zich moeten beheerschen, had zij haar kom- 1 wijngaarden. Dit was het Zuiden en et Zuiden mer heimelijk door de dagen en weken heen was - Vittorio! moeten dragen. Zonder veel te zeggen zat Karin achter in Op de gelukkige weken met Vittorio waren den auto. Mevrouw Treffner keerde zich Om en er uit de stad in het Zuiden, waar hij woonde, - keek haar onderzoekend aan. nog een paar vluchtige prentbriefkaarten ge„Kindje, Je bev*lt me niet. Scheelt j« iets?" volgd, en toen was er niets meer gekomen. Hoe „O neen..," stotterde Karin. „Allejin... >lk had hij het ook weer gezegd1, toen zij afscheid voel mij wat duizelig, omdat wij zop flauw van' van elkaar genomen hadden, en zij hem'bedankt de bergen naar het dal gereden zijn. .> de overhad voor de heerlijke dagen? „Carissima, denk gang, denk ik..." V „ je nu wérkelijk, dat alles afgeloopen is? Dat wij Later dronken zij In een cafetaria staande een elkaar niet zuHen terugzien? Zeg eens, geloof espresso en aten er - het was intusschen vijfi Je dat nu wérkelijk?" Dringend had hij het haar uur geworden uit de hand pas gebakken gevraagd, haar toen snel tegen zich aangedrukt pizza bij, kleine, pikant smakende eierkoeken. en haar wild gekust... „Kijk die twéé eens," zei mijnheer Treffner. Toen was zij gaan wachten In het kleine stadterwijl hij at en met zijn hoofd onmerkbaar In 'n Je, waar haar alles van a tot z bekend was: de richting wees waar, aan een klein marmeren- tastraten, de boomen, de huizen, de school. feltje, een jonge man met een blond meisje^, Droomend had zij vaak over de meisjesstonden. „Hoe hij haar met zijn oogen J < T hoofden gestaard en niét meer geweten wat eert... ledere Italiaan wordt bijna gek als „_ zij zoojuist gevraagd had, als een der kinderen vrouw of meisje blond haar heeft. *■ voor de klas kwam en antwoord gaf. Had zij gevergeet haar daarom niet minder si wacht tot er wèèr een der gekleurde prentbriefKarin gaf geen antwoord. Ze sloeg kaarten kwam, waarop niets meer stond, tot ook Jonge menschen gade. Teeder streelde dié weggebleven waren en vijf weken zaligheid de op het tafeltje liggende handen niets meer dan een herinnering geworden meisje; strafend keek zij naar hem waren. .. gon hij druk en overtuigend tegen h Karin keek op haar horloge. Om twee uur zou ten; ze stonden op, hij gooide een zij jnet het echtpaar Treffner, oudere menschen, het tafeltje en zij gingen weg... die zij op haar reis naar de bergen had leeren Karin spoelde met een laatsten kennen, met een auto naar Bozen gaan. Ze de vettige pizza weg. Eigenlijk had deze moest zich haasten, als zij op tijd klaar wilde heelemaal niet gesmaakt. Moeders panneko zijn. Gejaagd liep zij tusschen kleerenkast en thuis waren veel lekkerder. toilettafel heen en weer, stopte In de groote De belde Jonge menschen, die zoojuist weghandtasch van krokodillenleer de noodzakelijkste gegaan waren, hadden Karin en Vittorio kunnen reisbenoodigdheden, haalde uit haar koffer een zijn. Zoo herhaalde zich »lies; voor den schilder lichtblauw zijden nachthemd en duwde het, tot zou het avontuur met haar zich nog verscheieen bal ineengefrommeld, ook in de tasch; ook dene keeren herhalen. Men moet droomen nehaar credietbrief stak zij er nog tusschen. Dit men voor hetgeen ze zijn - alleen dan zijn zij allemaal voor een paar uur in Bozen, Karin? mooi... Ja, hield zij zichzelf koppig voor den gek, en Resoluut nam Karin haar handtasch op. voor de reis naar de stad in het Zuiden, naar „Zullen wij nog een eindje gaan loopen?" Vittorio — misschienI Ik kan niet meer; ik* moet vroeg zij het echtpaar. „Ik zou voor moeder weten of hij mij vergeten heeft.. . graag een paar zakdoeken als herinnering aan Korten tijd later suisden zij met een vaart Bozen meenemen.. . Overmorgen ga Ik naar van honderd kilometer door de haarscherpe huis." bochten van den weg naar Bozen. Zoodra zij In „Dan al? Dat is Jammer. .." zei mijnheer het dal waren, zagen zij weer blauwen hemel. Treffner spijtig. De eerste cypressen stonden langs de hellingen „Ach... eigenlijk ben ik blij, weer naar hui; der bergen. Grijze muren waren door hangende te gaan. Het was misschien mijn laatste vacantie, forsythia met knalgeel beplekt. In wei-verzorgde die Ik alleen doorbreng, weet u. Thuis wacht tuinen stonden koninklijke ceders. Kaal lagen de iemand er op, dat Ik eindelijk „Ja" zeg..."
■
Als het erg druk is in 't distributiekantoor, valt het niet mee om in de rij te staan.
Er is een gure wind en menigeen staat te hoesten.
„U hebt het leelijk te pakken, mijn\eer Smit", eegt zijn huurvrouw, „neemt V meteen een Wybertje." •
■
M'
„Ik ga in dezen tijd nooit de deur uit zonder Wybert-tabletten. Die hebben «i# al menige verkoudheid bespaard."
Vindt U ook niet, dat ik heel tevreden over mijzelf kan zijn?
sr^ ■ '
t
Uv
HOE MARIANNE HOPPE BIJ DE FILM
KWAM.
dÄ "eb0eiï d00r d* »•«Pakken en de geISï! Van ^"^"""fl« menschen, die zij ontmoette wanneer zij ergens werd ultgenoodigd SP J!en. t0njert
Werd
haarvinoi; S "i
Mananne Hopp«, die de titel. roi speelt in de Term-füm „Tot ziem, Franziska I" {Teekening SchaUjTtrra) Nu, Marianne, ga maarl J. kunt rekenen dat A- t
... ,'
D#utïch
« Theater te Berlijn
Hoppe -T.^hM^
tl
X'
Zij
kna PP I J*
te
" - *fc- Marianne flr 0
J« *"W». Bij de .erste
fl-''wam,ston5Jxi?'stireoe
duwde däf in Jl ee.n .mUntSt^k ^^Chijn en L .aat in de Oleuf van de automaat llr
t'nnte0etre0na0de"e,"S?rMüWde '« **"*'« v.neden0dnr..de".,JdCeh ""
den
Je
wat
S Preek l0ch L
^^
*"*
"CÏ««!" J '«hier, kindl" „Geëngageerd ben ik, verstart u mi ? Met flafle en alles wat er bij hoortl" M«" J'^'
d n
'
L
een5
'
ho
*
d
«t flesaan 1,7"
^-^biïrü!door B^ -"d-^ äkktrt" akkers, den
fleZien dan zwaren
^" b,-^enwaarop hemï zli d^
Oldenburger,
k Ën Jerde6 k^nde'0"6n,etï ^^ °»°™P*™™. dan v,n Zl.1 'J' •«" Paar verren van Shakespeare die haar vader op lange winteravonden placht te citeeren en de door Sar ,ie van6!' kTank^d ^ren
school ,n We^ar. Zij moest een uniform drade rij'loorn5 haar mTde1!eerlin»e"- Zii -oesffn m„«l M P J ~ I?0als haar medeleerlingen. Zij
Kestn' h^ettr" "^ ^ ^ AAuï Aren'-Ï 'finfe^ blauwe jurkje met het witte kraagje droTg zoo hatehjk was haar de schooldracht ^ ha^r teuad St zfch60^ het ^-""'0* kind van Ä da zich schuw afsloot van al het nieuwe en object
0eVin0
9ade$,Oe0
alj
Marlanne Hoppe Is thans de meening toeget0t d
künit is
éTj/V "i ,"■•!. * fl^om«'. maar hf J . J5' '" £** •«"»<>«»•* »1« het wire tot o dr< B n H#t mei M ri Sat ?r * -van een »i* " «""a. dat in™iH?r inmiddels r leerling, handelsschool
ieK^oirT "^ ']
0€xlcM
hAnhC:Lï* ^ij
°artitu"r mrt
van DUB, ^^ "^ ?. - Een opvoering t 0n M e,,,na oree lan da ,? J' P haar "o 1 fl n lanB Van 0nder d n in druk was. j * * -
'
c
liep
meegXpt doo
was geworden en dal, met haar groote voofMeWe voor orde en regelmaat, vele cijfer, In
w Ä tijd. e,ge e;.bnov'i scho ., »rr^deï" ,-^ J" o r u Uwburo
I00
Voor
Van flaoe heb JIJ toch geen verstand " rt
zij
We,dr a ln da 1 bijw eï
-n »»"*•"
Weimar is een echte kunst-stad. En het be-
Ve n e in lok u „l 1' s>er Yan da rtad
0ptelde
' ^"P'« * "ch"
onder den nvloed van al die geestdrift voor de kunst een klein boekdeeltje uit haar kart haal* rr-Tk'-T^' 0P Jden rand van h«"- bed, ü^ Di R d*clameerde of de rol van Isabella u.tD.e Braut von Messina". En zij deed het
moid bthikr"'6'waarover On0
hand IS leer,in0e
haar jauodio
liet xich do
»-
neS?ni *U. ! " or deze ne.gmg echter niet van haar werk afhouden Daarvoor was zij veel te plichtsgetrouw. Maar d at de gedachte, eens aan het tooneel te kómen, meer en meer vasten vorm aannam, kon
' fn h«, •"•JtaWI«'' •"
Deze
op8aYe
'» Marianne
i?*r,ï.1ï• •n ,,"r Partner Man» Söhnkar in da nieuwe fllm. welke door Helmut Kautner It («refltieard. (Tetkening StenjTtrra)
Lenin 1941. - Een buiten gevecht gestelde sovjel-pantserwagen aan den voel van hel Lenin-standbeeld in een door de Duitsche troepen veroverde stad. (The Ass. Press / Redo)
Onze foto toont Duitsche troependeelen, die met veeren over den breeden stroom gezel worden. {The Ass. Press I Recla)
o (de vrienden Lepk« en M«x (Theo Lingen ^
Wij schrijven 31 December 1899. Het is de dag, waarop de operette „Frau Luna" van Paul Lincke opgevoerd zal worden in het Berhjnsche Apollo Theater. De opgewekte stemming, die des morgens bij de generale repetitie heerscht onder alle betrokkenen, is in een minimum van tijd in het tegendeel veranderd, want een hooge politiebeambte is plotseling de repetitie komen onderbreken, aangezien de kostuums der dames hem te frivool voorkwamen. Directeur Knoppe trekt vertwijfeld aan zijn haren want het feit, dat de première heden niet kan doorgaan, beteekent voor hem een enorm financieel verlies. Iedereen vraagt zich af, hoe hij kan helpen - en plotseling krijgt Iemand het reddende idee: de hoofdrolvertolkster Vera Waldner, die dien avond de titelrol zat spelen moet den president van den Thusnelda-zedelijkheidsbond, met wien zij zeer bevriend is, er toe zien te krijgen, zijn invloed aan te wenden bij de politie. Directeur Knoppe is dadelijk vuur en vlam voor het idee, want hij Is er van overtuigd, dat de politie zeer zeker toegankelijk zal zijn voor de interventie van de commissie der deugdzaamheid. Hij verzoekt Vera dadelijk den vooriitter, den heer Lüdecke, te tetefoneeren. Hijzelf zal nog den uitgever van de operette, Paul Kudmger, opzoeken, aangezien hij weet, dat deze eveneens bevriend is met Lüdecke. De heer Lüdecke is echter op dat oogenbllk niet te spreken, hij bevindt zich namelijk' met geheimraad Schmidt bij den prefect van politie. De geheimraad deelt hem mede, dat hij" zooals ' ijr i!aaj de ':>eschermvrouwe van den Thusnelda-bond, prinses Thusnelda, een uitvoerig rapport moet uitbrengen over het particuliere leven van verscheidene leden van de politieprefectuur en dat hij helaas niet In staat is om iets bijzonder gunstlgs te berichten, speciaal over heml Het is Schmidt namelijk ter oore gekomen, dat Lüdecke betrekkingen onderhoudt met de operettezangeres Vera Waldner van het Apollo Theater in de Friedrichstrasse, wat men niet zou vermoeden van een president van een zedelijkheids-bondl Lüdecke poogt te ontkennen, wat hem ten laste wordt gelegd, maar op hetxelfde moment gaat helaas de telefoon en
Vroolijk Oudejaaravondfeest bij Lutter en Wegener, waar Vera zich na afloop van de premfère met haar vrienden amuseert.
E GESCHIEDENIS VAN EEN PERETTE-PREMIÈRE OP OUDEJAARSAVON VAN HET JAAR 1899 TE BERLIJ Vera Waldner verlangt van hem, dat hij het doorgaan van de première onvoorwaardelijk zal steunen. Lüdecke stottert wat en beweert dat wanneer de politie een dergelijk-' verbod heeft uitgevaardigd, hij geen enkelen invloed kan doen gelden. Maar i r'aaktwdaardfo>' «Ün eigen positie nog maar slechter. Vera dreigt hem. dat zij de pers een interview zal toestaan, waarin zij hem als voorxitter van den zedelijkheidsbond voor heel Berijn te schande zal maken. Dit heeft succes. Ludecke belooft ten minste, dat hij al het mogelijke in het werk zal stellen. Geheimraad Schmidt komt hem daarbij te hulp, want hij draagt de aangelegenheid met „Prau Luna aan hem over onder het voorwendsel, dat de politie niet hoeft in te grijpen wanneer de bond niets heeft in te brengen tegen de kostuums. Lüdecke neemt deze taak verheugd op zich. Omdat hij echter wil voorkomen, dat Schmidt zal gelooven, dat hij dit alleen maar doet terwille van Vera, verzoekt hij zijn vriend Paul Rudmger, dien avond met Vera Waldner uit te gaan en wel naar dezelfde gelegenheid, waar 5chmidt met eenige vrijgezellen den Oudejaarsavond zal doorbrengen. Paul moet daar doen alsof hij de officieele vriend van Vera is en op deze wijze Schmidt zand In de oogen strooien. BIJ dit onderhoud komt fiüdinger er achter, dat Ludecke voor zijn galante avonturen altijd gebruik maakt van zijn, Rüdlngers naam en zelfs een huis heeft gehuurd onder diens naaml Nu begrijpt Paul, waarom hij in de oogen van zijn verloofde en zijn toekomstige schoonmoeder zoon slechte reputatie heeftl Het liefste zou Paul maar dadelijk naar zijn Gerda gaan en haar alles vertellen, maar Lüdecke is zoo handig geweest hem den pas af te snijden, door hem te laten beloven, dat hij over deze aangelegenheid niet zal spreken. Bovendien heeft Paul er als uitgever belang bij, dat de première van „Frau Luna" kan doorgaan. Om deze reden vertelt hij zijn verloofde, dat hij 's avonds
" , * éAy
\ ^
.1 ##"
*
een zakelijke bespreking heeft en hij begeeft zich na afloop van de voorstelling Inderdaad met Vera Waldner naar het bewuste restaurant Alles zou goed terecht gekomen zijn. Schmidt, die Vera nu persoonlijk leert kennen, is tot het Inzicht gekomen, dat hij Lüdecke onrecht heeft gedaan. Maar dan haalt Gerde, die tot de ontdekking komt, dei Paul OudeJ heeft gevierd met een endere vrouw, een streep door de rekening. Daardoor komt ook Schmidt er achter, dat Lüdecke hem om den tuin wil leiden en hij is er nu van overtuigd, dat deze bij de nog steeds allesbehalve deugdzame kostuums alleen een oogje heeft toegeknepen om zijn vriendin Vera Waldner terwille te zijn. De door Lüdecke zoo slim bedachte truc heeft dus niet alleen tot resultaat gehad, dat Schmidt thans alle verdere opvoeringen van „Frau Luna" laat verbieden, maar ook, dat de verloving van zijn vriend afgeraakt 1$. Want Paul voelt zich van zijrj kant evenzeer bedrogen, aangezien hij Gerda, die hem alleen maar wilde bespionneeren, in gezelschap ven een heer heeft gezien en nu gelooft, dat zij met dezen in het geheim den Oudejaarsavond wilde vieren. W' *9 'laar den volgenden
Vera (Llzzi Waldmüller) laat ziel op het Oudejaarsavondfeest tei dans voeren.
Theo Lingen behoort tot devo< naamite spelers In deze film,
*m
Wat Peter Walden niet wist £EN COMPLEET VERHAAL
'm
/ -
In de werkkamer van zijn oom onderzochtPeler Walden de sponningen der ramen met de grootste nauwkeurigheid. „Ze passen alsof ze gegoten waren," zei hij tevreden, en begon toen zijn aandacht te besteden aan de ventilatoren, die in het oude houtwerk waren aangebracht Tot zijn voldoening ontdekte hij, dat, wanneer ze eenmaal aangetrokken en de ouderwetsche trekkoordèn losgemaakt waren, de Ijzeren vinnen, die de lucht buitensloten of doorlieten, zoo vast zaten als 'n muur. „Prachtig," mompelde hij. „Geen ziertje lucht kan er In of uit!" Vergenoegd wreef hij zich in de handen en keek onderzoekend om zich heen. Hij was tot de gevolgtrekking gekomen, dat alles even gemakkelijk ging. Ramen, ventilatoren, en slechts één deur. Ja, dat waren de eenige wegen waardoor de lucht kon binnentreden. Met de beide eerste had hij al in zijn plan rekening gehouden. Alleen de deur bleef nog over. Die baarde hem zorgen. Hij ging naar de eetkamer om daar de zaak nog eens rustig te overdenken. De oude man, zijn oom, droeg al zijn sleutels bij zich aan een ring, dien hij aan zijn bretelknoop had vastgemaakt. De groote sleutel, die van de deur der werkkamer was, zag Peter altijd langs de beenen van zijn oom vóóraan bengelen als deze door het huis schuifelde. Ja, de moeilijkheid wai om de deur te sluiten. Peter fronste zijn wenkbrauwen en schonk zich een whisky in, dien hij in één teug ledigde. Een tweede en derde glas goot hij op dezelfde wijze naar binnen. . . Terwijl zijn verbeelding' door de whisky hevig was aangewakkerd, verliet hij de eetkamer, terwijl hij de manier, waarop hij te werk zou gaan, nu duidelijk voor zich zag. Verbaasd vroeg hij zich af, waarom hij niet eerder op het idee gekomen was. Natuurlijk was er eenig persoonlijk risico aan verbonden, maar dat hoefde slechts gering te zijn voor iemand, die zoo handig was als hij. Hij neuriede een bekend wijsje, toen hij van den huisknecht de middagpost in ontvangst n«m,. Terwijl hij de brieven doorkeek, kwam er weer
VERBOUWT
een diepe from in zijn voorhoofd. Al de brieven waren voor zijn oom bestemd. — allema»! voor D. Walden, en allemaal waren het rekeningen, behalve één brief, die van de bank afkomstig was. „Gierige, ouwe vrek," mompelde Peter in zichzelf, terwijl hij de brieven op het bureau van zijn oom legde, als wiens secretaris hij fungeerde. „Hij betaalt geen cent, zoo lang hij er van buiten kan. Hij misgunt iemand nog de melk in zijn koffie, die ouwe gierigaardl Betaalt zijn bedienden te weinjg, laat den kruidenier en den bakker en den melkboer op hun geld wachten, om een paar centen rente te verdienen, en laat mij werken voor een hongerloon, waarvan ik me amper kan kleeden. .." Toen hij de werkkamer, die gelijkvloers was gelegen, verliet, wierp hij een blik op de gaskachel en de beide gasarmpjes boven het schrijfbureau van,zijn oom. Er kwam een grijns van voldoening op zijn gezicht. Het testament van zijn oom was geheel in Peters voordeel gemaakt. Dat wist deze absoluut zeker. Afgezien van Jiet feit, dat er geen enkel ander familielid was, aan wien zijn oom iets zou kunnen nalaten, wist Peter van 'zijn oom zélf, dat hij de eenige erfgenaam zou zijn van alles wat de oude man bezat. De jongeman grijnsde begeerig bij de gedachte aan het fortuin, dat hem wachtte. Hemel, het zou hem goed te pas komenl Toen hij dien avond laat wéér bij een whisky zat, was hij er van overtuigd, dat hij zijn medemenschèn werkelijk een weldaad zou bewijzen, door zichzelf zoo spoedig mogelijk van zijn ooms bezittingen meester te maken. Hij zou den bedienden een behoorlijk salaris betalen. Hij zou den leveranciers niet op hun geld laten wachten. Hij zou. . . Hij dronk nog meer whisky en zag zichzelf als een soort weldoener der menschheid, die hij bevrijden zou van de tyrannie van een ouden gierigaard. Hij stak zijn borst vooruit en genoot bij voorbaat van de populariteit, die zijn deel zou zijn. Hij zou het geld laten rollen. Hij zou partijen geven, altijd gasten om zich heen hebben... Peter trok een nieuwe fUsch whisky open... Als hij niet tusschenfceide kwam, zou die oude
MEER HAKVRUCHTEN
OOGST IN MILL .TONNEN 1935
AARDAPPELEN
SUIKERBIETEN
VOEDERBIETEN
Een der veelzeggende illustraties op de tentoonstelling „Productieslag 1941" in Pulchri Studio te 'S-Gravenhage. Foto Polygoon I v. Bitsen
vrek natuurlijk jaren lang levenl Peter dachtcaal i de arme zakenlieden, de bedienden, aan al del genen, die van de gierigheid van zijn oom Je! lijden hadden. Het zou misdadig zijn, hen nog langer aan de gevolgen van zijn schraperigheid bloot te stellen, dacht hij In zijn verhitte, ziekelijke fantasie. Zij mochten niet langer wachten.'. Neep. hij *ou er voor zorgen, dat dit niet gebeuren zou... Opnieuw schonk hij zich een glas whisky in. Wat zou het geld goed aan* hem besteed zijn! Hij lachte met een dikke tong en wankelde toen hij zich naar boven, naar zijn slaapkamer ^egaf. In het donkere vertrek klonk er een holle dronkemanslach uit het bed. Peter dacht aan de gaskachel en de beide gasarmpjes in de werkkamer van zijn oom. Het was een gril (*«n den ouden man, dat hij in zijn werkkame^gas had gehouden, terwijl hij overal elders in huis electriciteit had laten aanleggen. , „Zachter licht, en gemakkelijker vuur," had hij» verklarend tegen zijn neef gebromd. En het was bekend, dat zijn oom soms aanvallen van zwaarmoedigheid had... Peter sliep in. .. , !
Het was precies twee uur den volgenden miq dag; toen Peters oom moeilijk opstond J«n dj tafel, waaraan hij de lunch had gebrulk^jg' met zijn volle gewicht leunend op den arn^fc zijn neef, naar zijn werkkamer ging om daarV rest van den dag tot het diner door te brengetl Zooals gewoonlijk had hij aan tafel een flink gl»l port gedronken - iets wat de dokter hem had voorgeschreven - en hij sliep al bijna half toen zij de werkkamer bereikten. Hetgeen overigens niet geheel en al aan den wijn lag, wa-1 »r had een slaappoeder in het glas van den o«. .« man gezeten. Peter had de gelegenheid te baat genomen, toen hij zijn oom voor den laatsten keer uit de karaf had ingeschonken. Zijn oom zou in een diepen slaap vallen. En nooit meer ontwaken. .. i ir Er was een glurende, gespannen uitdrukking in de oogen van den neef, toen hij zijn oom met een zucht van verlichting in den diepen, gemakkelijken stoel bij het bureau liet vallen. " „Kan ik nog iets voor u doen?" vroeg hij zachtjes, zich voorover buigend en intens luisterend. De oude man gaf geen antwoord. Zijn hootd zonk in zijn slaap op zijn borst. Zijn ademhaling klonk zwaar en gelijkmatig. Vijf lange minuten stond Peter naast den ouden man en luisterde aandachtig. Eén keer trok hij ruw aan den arm van zijn oom, maar deze werd er niet wakker door. Peter rechtte zich. Er speelde een triomfantelijk lachje om zijn lippen. „Die. is ver weg," mompelde hij. Snel en geruischloos als een kat, begaf hij zich naar de ventilatoren en trok deze precies in de sluitende opening. Den sleutel van de deur van den naast den ouden man bengelenden bos halend, liep hij op zijn teenen naar den anderen kant van het vertrek en sloot de deur, er wél op lettend, dat hij geen enkel geluid maakte. Een goed sluitend koperen plaatje, dat voor het sleutelgat hing, zooals in veel ouderwetsche hulzen het geval is, maakte het overbodig dit nog met een prop of iets dergelijks af te sluiten. Peter ging nu weer naar den slapenden ouden man toe en deed den sleutel opnieuw aan den bos, waarna hij hem zorgvuldig met zijn zakdoek afveegde, ten einde te voorkomen, dat er afdrukken van zijn vingers op zouden blijven zitten.
ï.. •'--,, , ''' .. : v Hij wild« geen risico loopenl Telken;- weer liet hij zijn blikken door het verè-dc gaart om tt zien of er nergens meer een kleine opening was, waardoor lucht naar binnen en gas naar buiten zou kunnen treden. Maar er was nietsCvap dien aard te ontdekken. Hij had dit van te vb*en we< geweten, want hij had de vo' 'ge dagen reeds telkens een grondig onderzoek ingesteld, maar hij wilde zich toch nóg êns overtuigen I V Terwijl hij midden in de kamer stond, ging hij 'alle bijzonderheden wederom aandachtig na. Het' sleutelgat was volkomen dicht door het koperen plaatje, dat er voor zat, en dat zijn oom had laten aanbrengen om niet bespipnneerd ie kunpen worden. Goedl De deur, die uitstekend sloot, had alleen aan den onderkant een kier, maar Peter had zorggedragen, die zoo goed als geheel dicht te stoppen, door er de mat, die er vóór lag, stijf tegen te drukken. Daardoor kon het gas niet naar buiten dringen. De deur was gesloten. En dit was aan den binnenkant gebeurd, hetgeen heel duidelijk zou ' zijn; omdat er maar één sleutel was en deze aan den bos van zijn oom zatl Hij kon niets beden1 ken, waardoor zijn overtuiging, dat men aan zelfmoord zou gelooven, niet bevestigd zou worden. De oude man was even bekend om zijn ■allen van zwaarmoedigheid als hij het was f. . de-moeite, die het hem kostte, van zijn geld e scheiden. Prachtig — er was nergens een zwak punt of een fout, die hem zou kunnen verraden I Peter ging er nu toe over om de laatste hand agn zijn werk te leggen. Hij ging naar het raam en keek naar bulten. Het raam bevond zich bo* ven een kleiiyttukje grasveld, dat precies inge^sloten lag tusschen de twee vooruitgebouwde vleugels va/ het huis. Hij ondOTzocht de sponningen opnieuw. Hij had ze al wel tien keer bekeken en bevonden, at ze uitstekend sloten, maar hij wilde voor zijn oom' geen enkele mogelijkheid openlaten om aan' zijn noodlot te ontkomen. Het resultaat stelde hem volkomen tevreden. Wanneer het raam eenmaal goed gesloten was, zou er geen handvol lucht meer door kunnen. Peter wierp een langen blik op den slapenden man, schudde hem opnieuw ruw door elkaar en bespeurde geen zweem van bewustzijn. Het hoofd viel slechts dieper op de borst en de ademhaling scheen nóg zwaarder te worden. Voorzichtig sloop hij naar de gaskachel en draaide den kraan open; daarna zette hij de kraantjes open van de beide gasarmpjes boven tiet bureau... Met drie korte stappen was hij toen bij het raam, schoof het op, klom op de vensterbank, sprong naar bulten en duwde het raam stevig achter zich dicht. Vlug, met een snellen blik om zich heen, ten einde er zich van te vergewissen, dat niemand hem had gezien, en de tuin verlaten was, stak hij het grasveldje over naar de schuur, die gebruikt werd om er allerlei ouden rommel in op te bergen. Daar klopte hij zijn kleeren af en was na drie minuten weer in huis, zonder dat een levende ziel hem had gadegeslagen. Op zijn teenen liep hij naar de gang, waar de werkkamer van zijn oom op uitkwam. Toen een van de meisjes de eetkamer verliet, waar zij de tafel van de lunch had afgenomen, had een minzame, opgeruimde Peter juist de deur van zijn ooms kamer achter zich dichtgetrokken. .. „Hoor eens, Anna," zei hij opgewekt, „oom wenscht vanmiddag niet gestoord te worden. Ik ben ook weggestuurd, en moest het aan jullie zeggen. Hij zei, dat hij niemand kon ontvangen en dat alle bezoekers moesten worden afgepoeierd. Hij heeft weer een van zijn zwaarmoedige buien, geloof ik, en hij heeft nogal veel gedronken aan de lunch. — Wil ■ je den anderen ook zeggen, dat ze hem niet storen mogen? - Dank je." Toen stapte hij op zijn fiets om met deze en gene in het dorp een praatje te gaan maken. Dat zou hem een prachtig alibi geven — als hij het eens noodlg hadl Verzadigd van sterken drank — hij had een heelen tijd in het café „De Witte Zwaan"
Lé
zitten praten en drinken begaf Peter zich naar huis toen de klok van den nabijen kerktoren vier uur sloeg. „Twee uur heeft hij er In gezeten," mompelde hij in zichzelf. „Lang genoeg om er twaalf, zooals hij, naar de andere wereld te helpen!" Met kloppend hart opende hij de huisdeur. In zijn hoofd zoemde en bonsde het. Hij moest bijna lachen, toen hij Jacht aan den ouden man in diens werkkamer. De gaskraan wagenwijd openl Hij dacht aan het fortuin, dat van hem was - zoodra de officieele formaliteiten achter den rug zouden zijn. Hij stelde zich het leven voor, dat hij zou gaan leiden, zag zich reeds als gastheer zitten aan het hoofd der tafel bij de diners, die hij zou geven. Hij zag de vertrekken van het groote huis reeds gevuld met de lachende, vroolijke gezichten der jongelui, die hij zou uitnoodigen. Het leven was goed, héél goed... Mei breede, zwaaiende stappen betrad hij de ruime hal. Daar stond een man. Een man in een blauwe uniform. Anna, het meisje, kwam naar hem toe. „Hij wilde uw oom spreken, mijnheer," zei ze tegen Peter. „Maar omdat u zei, dat hij niet gestoord mocht worden, heb ik.. ." Peter richtte zich met eenige moeite recht op. „Heel goed, Anna," zei hij met een dikke tong. En toen tegen den man: „Wat is er? Wat heb je voor een boodschap voor mijn oom?" „Neem me niet kwalijk, mijnheer," zei de man, „majr Ik kom 't weer in orde maken. De rekening is vanmorgen per giro betaald, en..." „Wat kom je in orde maken?" vroeg Peter verward. „En welke rekening is er betaald?" „Van het gas, mijnheer. U moet weten, mijnheer, dat mijnheer zijn laatste gasrekening nog niet had betaald, zoodat eergisteren de toevoer is afgesloten. Ik wilde mijnheer nu graag spreken, om hem te zeggen, dat we het weer willen aansluiten. — Wat is er, mijnheer? Bent u niet goed?" Maar Peter gaf geen antwoord... Bleek als een docde wankelde hij weg...
"4711" Tosca poeder! Bevat een rijk gehalte aan ingrediënten, die de huid goed doen en haar tegen schadelijke invloeden beschermen. Schoonheidsmiddel en huidverzorgingsmiddel gecombineerd! Twaalf bekoorlijke, tinten ... voor iedere teint de juiste, natuurlijke nuance. Hoogste graad van fijnheid . . . toch goed „hechtend" en prachtig „dekkend". Met den edelen, zachten geur van het wereldberoemde „Tosca"-parfum. Voor ieder type de juiste nuance t
EEN
V
wet een . »ring yan ^"
d!!
S
nd
*?
' ^ronlt,
m,t
r^-we^^kl''6'1 ^.V ruste, bljnfl ï,a loozen «acht, en ze beo "I'V*"
Oerdood zouden mrete^strr' *? ß
de,
P-
* h«»-
flewerkT de riM^h"
mWdel wisten te "Sn Z?™' 'l**" z« »«•" b"« te maken. V,Ä ^ ^^ of *><>*
ten xij 0p zJrjT^* «»0rt9.dr.yen. Ln. Ad«^. df.'Sf 2* •»•" tn zond«: 'rschitlende keeren S?^ «•w««t. flaf '" "• te sprint;'" 'J" fernen U fce^:,,, ondreaolijk lüden een Ind"»' "1 ^ *chi*' wist hem daar ecC y^J* Tk*n- O'^en «o verfll. „ dtdawn L!. B te1.h,>ud«". «n
^n"^u«na
hon;e- :nL'\0T£?n
nachts de wacht hl.M r ; ■di# m«*«tel des «hok, die oT AÄ A!""" ••" h-luen hem toeriep zich ni^te ver L-n n^ zi^^ goed mogelijk ya*t L \ L * * ^ 'oo onderzoeM^V^or z:o vÄJ .^ duhii •kon vaststeNen, waren ,!! OP '" ^ W«mis v,akk
dt9* kust geworpen
^
*•"
«. «n-
« '••. W-k bij de kïrt\:Hs0mman ,ij " hadde P"0^
en
vert" g^y.^^, ^»os. Toen zij
-^o££SH--Ä T0e,ten
dat hetgeen zin W
k(j,,Een
'een rc^**™ J ^n"balP,'rf?ABinfl a,? eenzaam tusschen hét n-!? ?k 1ontd*k«an, die V^^'Ut^^ ^ Adams. „Land... Door met rteen.n te IS*** "^ ** d^'«"een -nloopT d. JLM!"' ^ ^0r '•'kens het^strÄ Unkenijne„ma,t,ter ^ dft d- «»P "•men, slaagde h|jw ï^"" T»" *•» dier te Zich hun voorstelling tot ndarennLhUr'n' d,e '" iaoen naar „' top yJ"' i l^4 hoo«ar to k«n, daagde eindelük £ !?'". uit t# r«fc"let meer kon ontkomln 7 .^-vanwaar het den de beide mannen »- OC.htend Nu ^O"" merkte, waar hrt om t! /(>0dra de ^k «chter na9 , w-t voor omgevTng "zT zS bT^ -" ' '" Paar y*ry,o^2 u™ai' *" "F *•** hii -" r d en Z »n op een eiland aevormd "T * w'J hem bijna xijnleven hadden'J^ ^ die «•" vulkaan, ongeveer dr^. ^Z **" t0p van op het beslissende o^-nWii. i ^aP ,oe'vproot, en om en nabT dr Iw ^ ^ lc,lo''et«r arm om Olafsens sfho.!? ' S,0*B Adams ««" 'n het midden bevond ih^^ Z*" ho0fleen van zijn" Wp^t'trÄt*''" ^J* op den grond onT h-T w i "** woeste dier -n één kant verbin^ng had met T'"1"''«^ Bok ^n konijnen, ratten en wilde tJ. '" dood te Vke^G:Ue|Ä, ^ d* ^ rtten om hen heen. Vooe). «UT »Pensen •enige dagen althans ^ Ann ,mng ^ hun hoofd. En op h.t U?!"*! ,Wermen om bronwater, dat uit J-„ -T !? ' "aar het 8 $trand ïisten »toom, die ui? de „rd. ! ^'^n een "aren smaak h^"0;^^.?^'^ en dat P eZen -Het moet St Paul XIJn ° ' conclude --dat zij moesten nuttfóen k Lha,,raUwe v,*Mch. dams. i."« ,,W. Kunnen ku„n.„ L ' ■ «i>_ i «rde Ahier w» <«t.l. uitwerking öp8hun hum; ^J0** -" van een week hadden zlï o^ W " ^ Ver,00P
te hebb
- >n led«- i.y "'een'r ^^ "0f a"-
Oer te spitten.
Van8en «1 daarom al hun a-Ä. ' m dat moesten besteden Z. Ä """ d* bol(ka" andere tartlek t«« il '»«'oten nu ook een
L"an'KOédL
d
fleen snoer of haak, nZhfJu ?'" " 2« probeerden het m^Tora, * ? * ma,cen0ra, mflar •n knapte af wann-!, V ^ was bros doorzochten heT hTJe ^U^ aanraakten. 2. vonden zij een stuk wraÄ ' "?' nerflens ker of iets deroeliL ?.. Ü' *.'"*'*' *•" «PÜ«« «'ch op BtnLar W^O#d*,0W ^aven , konijn of bok te y^no.n M^" POfl'n8en -" Toen drong hel tot h° w«k5n yruch^oos. 'ouden zijn, indien zif „i"' ^ 2ij ^««n . ^Pasten. Ze SsteJ "•*" and«-a Methode krüoen, wilden ^ door JT".f9 ^ U **" fledwongen xijn, z ch op h.K^ ""* Wft'dra P »en om te sterven * $trand nw *• '«fl-
oA^r:a;v: :xut ^^dat •»
d0
zij
De onde hoed is al een paar jaren bij de mode ten achter, maar het vilt is nog wel de moeite waard om verwerkt te worden. De combinatie van vflt en velours-chiffon is hypermodem en deze gaan we dan ook in toepassing brengen.
«"kennen.
Uw vriendinnen zullen niet uitlen gelooven, dnt dit hoedje eigen maaksel is!
«peens oegon hij y|uo.
kirt, Adam.1" ri^, hfj opg.wond.n. „Een
hij
niaheid hoogloopend. Szl^ N* 0rln95,e kl•,■ spraken zijnet "me^ t,/^ ««aar. jJaar^T. 7^ den zich voor Ur>o-„ «IJ Ze sehe d-
Sn^eg^n"!1" fn?
Vr0,fl n XiJ
'
"ch
rf
-
1
k'st er Türe ; ^ .Xn'dë ÜrntT" ^ heen, terwill d. k-u. vlammen er om
^ xrten^aL -het^m hrTe^^ ^S «choon zij in hun omstandigheden Ä w.T an
0el
e
lt
ond:*n scÏÏt ::
de
hUn
EEN MOD
■A-
sr;£Bf* n
We trekken een krijtlijn om den bol op 5 cM. hoogte vanaf den rand en knippen het bovenste gedeelte van den bol af. Onder een natten doek wordt de bol plat geperst.
Vr,Uad
*
OW
d
—n
•en kant v^ Äa^n?" ^"^ ^ '^^ derzoeken. ^"^ "•'T,*nd om dit te on-
Boome
Pf struiken waren TnL"^^'"" wilde katten hielden ook d! tek"rM,<,n- En de k 0n,,nen wild »chuw. De bokken "~n . •" -■sof zij Wogkene\^r:enn'-^"' d-t het I^k 0 k door wrlde katten kwam ° de
beseHen, dat er aan het m l^*. maflen h«" Ietï hapert, wanneer di" den sWid m0 ^/^^ met dieren, die eeuwen J *t "^'"den hebben geleefd. Te wilde ZZ™ '" ** Wild woest als de konijntn schuw Äämr^^" een paar keer een wilde kaT w«, Te Probeerde een konijn, dat hij met een ste^woJT^ Van dood, maar de kat scheurde SfrZ^w'6 0e" stukken en maakte zelfs M»n*il 1 b,jna aan vallen, zoodat hii h-f. aanstalten hem aan te dat hij wegkwam! ' ^ kop mo«t ^^. r*n.Zd?J> kon^K0 ^ ^ a,S '" Plaats zoeken waar de !?M T 2°****" ** -" konden kome^. De eeni« l^u" "** ** he" Scheen op of het water te z jn *! ön^UU '" ten In het AJ^^^^''^^ - '-den er ^roogd^asTp.'Sf tl^"y^
kre^ dre^sen0^:"! W*.
Adams
hii"hledflteer sS ÜTr"; 'V*
0l h
-"
en him zoo Wua moa.^0fheldJdeed ^t«".
LtnJu: Uit knippen we lengte. Het onder een leggen we
' ^«
een half ver?oeie s^ L "zat D^^t' *"*" voorzichtig uit het hout g^d tf"" ^ mers ijzer, en du< uu 9*naald- "et was imkostbaarsTloën olnJr« •■ omri?"d'oh.den Iets ,n d hoop een «"" rtuk van van '" .h^ Werk « een""plank te zullen
het gedeelte van den bol, dat aan den rand is blijven ritten, op 5 cM. onderlingen afstand pontjes van 1 cM. breedte en 3 cM. vilt wordt daarna met kleine steekjes tegen elkaar genaaid en vochügen doek uitgeperst. Midden: In den middenvoorrand een plooi. Deae loopt in den bol door, doch valt. in den
buitenrand weg. We njgen de plooi even in, totdat hij er goed in geperst ^4 « ?lj{ i*M. k,uPPen we dan het puntboUetje. De ronde lijn is 44 cM., de rechte hjn 26 cM. Dezelfde vorm wordt nog eens van voermg geknipt. Hechts: Den rand middenachter knippen we ongeveer 12 cM schuin in.
Ch d r bam nlng'^an^het bnoo't. ^ V^axln0toen * zil -"h-i3?tJe voorstellen, de belde mannen plotseling zoo hard zil kond«? «gen wegrennen. Dit was echte' .eï krS«lfst terd dïm-flkeWeeSt:Jhij had 0l«'«n InS-
Ang^rkÏVe^ n^^.& u^., ~ . . ■,"'* *• .»»men. /\aams ^™
°P : »en ïaat zich onbehi^mt ^ «"ehoopen rtoh vaak met een ontezonS Siirïï* voe061 Ien. niet fit meep corpulentie. Zi^ mênA^ ^T «^ °elgln» tot nemen. Krosohen hondr^ K?0!^^ ^machen Salts ( verende OI Jong. onznlverhlden °n het hl^ ïa «»">OT het (restel, omdat ie ^tofttS11«^1?18*11 ««e11 Tat »P wear worden *ftrev<£M?Nlrt ^J?,1*"^ ^tinrllJkei sehen over de heetewreld «r£ï?f^ 't0611 wor
6 andere 0ndÄr klëeren HJÏ k^fc '«" •!«•" ! L^" "Hef hee,t 0*en zin ze hier té lat»." 'ei hij tegen zijn makker. „Nu kri o.n wf lm m.rs eindelijk de kans ze u'it "e Ä ' ,m"
het daa^Ä knaandr|0het ^8nd ^ •" *•*•" ban
« waren , dezen kwalllk ^„J J redders. Daar .rkuL L ■ kond«n vermoeden, dat de belde
.' -.e Links: De rechte kant van het lapje gaas, dat voor den bol bestemd is, leggen we dubbel en naaien het tegen elkaar. Het is nu een spits toeloopende bol geworden. Aan den onderkant werken we hem af met een stukje band om uitrekken te voorkomen. Daarna wordt de bol aan den opstaanden rand van het vilt gespeld en met kleine steekjes vastgemaakt. De naad van den
8 bol komt middenachter. Ten slotte voeren we hem aan den binnenkant. Midden: De buitenrand wordt afgewerkt met een schuingeknipte bies van velours-chiffon. Rechts: Van dezelfde stof knippen we een reep van 1 M. lengte en 25 cM. breedte. De schuingeknipte lap wordt om den bol gedrapeerd en hier en daar op het gaas vastgehecht. 0 Eigen opnamen/Rooden&urg
."v IS.
MIJNHEER BA^CLf
I -.
EEN COMPLEET VERHAAL Een jonge schilder, die in het midden y.n de vorige eeuw in de stad D. leefde, heeft de zonderlinge geschiedenis, die hier y "laf «* « opgeteekend en van eenlge vluchtioe aantee ken.ngen voorzien - en staat voor de WMÄ Wel .s waar blijkt het gebeurde,
bij nader in
hL/\ T .'antaDSti$ch' maar onvvwrschijnmk "s het toch nlèt. Bij het uitwerken van hetaeen m.jn vnend opteekende, heb ik mijn eigen fan6 en b peke"'^ ; 0houden, Kk .nlet 9ehee, de Perken kunnen maar over-' het°"n oeh«! genomen, heeft de geschiedenis zfch toch voof
DOOR aangekomen, dan dacht men xoowaar meteen reeds op het dak te zijn beland! Zoo vrij en
sTert^n too!n " *** snerten tegen ^ de muren.
wa ?heenidn0te t0d waarheid
Zijn
keiiir^r'f ,dt ruaao'ot ** *»**" *<>£*£ Äe^eXe'n •• ^ ** ™h'"'"h Enfin. . . De schilder die hier bedoeld wordt had niet bnzonder vee fj>Un» _ •»■«", nea niet
«* ^
ging
edaa ^ het « hem " in 0"i dezen
2,jn e,ende
r
Pl0,s«lin9 veel
o'LTne6: ^"T^ ^ la', "^V l.nflt 0nt brak WaS nW een vX buL '0°"L een volle buldelI 'T of een kring vroolljke vrienden
S
,e0en
WaS:
Lina
die
h
oen d^' ?! ' « ^s m^J brTch» Jre,k en d*S avonds de """"» h"d gebracht, alleen maar om bewonderend met hem
e e r
r
a 'ia" •" schelen to Una was weg en ze zou
-
erU
ënm oeTt d aar
hi,d
en, H, had
^r
.
l
'"" "*>""
over haar had bekommerd, dan zou zij ten sloHe nog aan een sleepende ziekte zijn 'gestorven 1
had
de
hee,a
da
geJa^'l:' "! " " « ">ets *X, kelder vdaM0aret\en^raaien '" een donk^" Kelder van de naaste dwarsstraa,, hetoeen haar gezondheid op den duur dreigd; te onSerm" Vend,en
0a
het
s|
aWK t ." achtoffervan de onafgebroken verwijten van haar tante - de verdachte weduwe, waarover wij het al hadden en tot wier woning ook het tweede dakkamertlë behoorde - vond zij alleen maar wat y'Tugd. r,Jn met den Schllder d
Alleen het huls reeds, waarin de arme ioAe
maa„LTr
-- ^ï"es en
P
n
200
me,kl,chtl
en
Dan"virn" "t ^ L " **"» «""hulde vóór de0d' * V^, de k,W>«nl.dd.r af, tot vóór de deur van haar kamertje, waar zij elkanJo'h-nT* een ir;ni5en blik flO'dennacht 'zeiden Johannes was altijd bang geweest, da, een Z de Vier dochterS
|
^ "- "-
maarTmltTA"" 20U kun™ verdwalen, maar t meisje had hem verzekerd, dat alleen al de jaloezie der vier meisjes dit absoluuV onmo
aes nachts zich zat dronken en een halseh l> waa. maakten. Indien van het lallen en herrie'
1 0 llLdJï: J ^, > le.0k met ü„-'f it l,ch teinnr
reed$ de fledachte
e
toestanden
AeVennen^^ be ri
Ondin0
In
-"-" verband hij
m«r nóo *'" ' *" sTecht» L a iPen. hoe zij met deze slechte menschen verwant kon zijnl ^oo was het voor Lina beslist een geluk te noemen, dat zij wegging, al stonden dan ook nen ln haar 00aen u ' toen '« voorgoed af scheid van haar vriend nam. Ze schreef hem 0 0 k d r e Ct U n i n fl een :en h '\de ning bnefje
P,aat
Va
T^! ' " ^ dat hij intusschen, na ^0vier weken nog steeds niet had beantwoord! daar *jn eigen hopeloosheid hem ontmoedigde en hl l h wa SrsnhMZlienn'ddWatoekomst ï' V0Or t
het meiS
^'
dat a
""
Met trappenhuis was beneden vochtig en olibberig naar bov werd he, des zomers t steeds warmer en bedompter. De stof van, vele
dln *L '' L* "og anders kon zijn, & iZ/T ' een mlsschie" mogelijk huweliik binds ZIJ was weggegaan leefde hij zoo ver-
.9e1dnerdat,eS lhaud liCh tUSSchen de baLn genS teld, die, as het weer veranderde, gevaarlijk begonnen ,e kraken en te buigen.
S L'lf': ^^t der, dat het hem vaak was,
Was men
eindelijk,
na
allerlei
halsbrekende
ooTt' iT'l?
IJ
lend of bij wel juist gelezen had, bradft hij zijn gezicht wat dichter bij het naambord^ en w.S 11" i00' t'
Ju,$t
9en
ïoote^*
„Salute!" riep de oude man en verlangde dat Johannes met de pop zou klinken. Maar door een plotseling gevoel van afschuw overvallen, schoof de schilder den Italiaan opzij en drong naar de deur. Hij wierp hierbij de pop omver, die met een verschrikkelijk gekraak op den grond viel. Nog terwijl de pop Mei, hoorde hij hoe de oude man met een jammernde stem de „mia bellissima poverina" betreurde in beklaagde, en zag hij met een laakten schuwen 'lik' den wijn over het op den grond liggende houten fchaam vloeien, alsof he, bloed was.
0
P«"Oaande deur op kr«h-
"^
nieuws
8i^»an
"'.us ge-
„Hihihi. .. ha... dlavolo maledettel Stijgt St. Johannes van zijn troon om den bekenden Bartolh zijn opwachting te maken?" En eer Johannes er op verdacht was, werd hl] door den nog steeds lachenden onbekende haardos dro maä; LT met »r^ru" «9 *"In ^ maar steeds St. Johannes aansprak, de
Sinds dezen avond vermeed de schilder het, om, jls hij langs de kamer van professor Bartolli kwam, daar stil te houden; hij hoorde ook nooi, meer giebelen en lachen achter de gesloten deur, zoodat aMes hem eindelijk ten slotte als 'n nachtelijke spóokgeschiedenis voorkwam en alleen het naambordje, dat niet van zijn plaats kwam, hem nog overtuigde, dat inderdaad een onbekende de kamer van de verdachte weduwe had gehuurd.
waomndrer?f0uTn- ^ *'* "'"^ ^'^ * oeZZn' ^-"^i" voornaam te weten was
Är^ s, ^ «v^t t;
roÏg-eiiiSd.^^ ^ ^ ^ ^ ^ reeEdni"li,fdt-and!riJScheen h*m *• kenh.n, wist reeds dat hij schilder was en liet zich zelf ,en We i no 1 vaTen "0ntr0i: ' '"" heb^ vallen. To^ Toen zou T. Johannes beslist' *afscheid
daar het hem h m'et «"stond"' .*• "|a"'aa' niet aanstond in rr de kamer en de persoon van
werd, als h.j maar de kans had gekregen uit den hem opgedrongen stoel heelemaal achtor VT* De Mte"*!" hn0*kKbij de kach*1' "P «• staan! sleeoto de TJ?9 huPpelend om hem heen en ze J^Lnn.. f T?^'11546 voorwerpen aan om ie Johannes te laten zien: horloges met ingebouwde dansende en draaiende figuurtjes, die mtt ten ten
le'de?" UreLhun Sierlijke buJ«ln«*n «"aakverder een boer met een opgezette pape-
had
schBM
- ...n „„.., onb^i'Lï'.srr.;
de Sen taï *"'^ ** »^'T** Ä«« naam „ili professore Bartolll" droeg. Twijfe-
d
vaak voor zijn ^ ' open '" ''^ " •™'** vaak voor raam en ''>keken samen Roomend uit over de daken der huizen, to, dë
hVnameeJrtiVan
kwam He? k«^' "* "'* h*t ^^f" '«"nertie Kwam. Het begin van een koude rlllino lien langs zijn rug en hij dacht reeds, dal cTgeesten zMn no'od01"1* n Ui!i 'ich Vr00liik -aató0n ot'er zijn nood en ellende, toen hij op de deur een
m
, stard w« ? ^ien Z,jn hart althans niet vere0O,S e wfle n?0 KI • T -. eiflen,iJk om harentwilie nog b om zijn: indien zich niet eindelijk
pen, de brug zou overkomen, om den wen f. gaan vragen in het warnet v^ donkere boch tlge en nauwe straitjes?
s^^a^Ä'tderav^ds^^ OrutX^oerch 'Z^M "" ^< vreemd'
X MÄ i"-CA'
t
HF-""—-ää
%
V 0e len .ZhL / L ' en hem iederen ochtend aan he vergeefsche van al zijn hopen en olan-
kunnen V kunnen droomen
wege zijn rijkdom ongetwijf^d «n de„ oVerkS
ö/ïüf ^i06 f* arme J?^9n.« '«deren d op den onbekenden grooten Maecenas, die>aê klppenladder 0p zou komen Wbiben. er.'hM,! dvde Intusschen zijn nachtlandschappen en C raven omvlogen ruïnes op den achterCÄ, zijn vroegere schilderijen, want hij hacKJf" geW meer om nieuw linnen te kunnefl/k009D^n Op 'n keer, toen hij na langen tij,S k^ tie weer eens verlaten e^-.de kippAdTrf
hlH ^^ J"** S,echter o* beter dan in de .nge,ereVdÓeÓnr9aHand!; maar ^ ™ -" verandêrin;
nVOlto0,de
pandjeshuizen in de buur, uitgezond -'hem ooi, aan zijn adres kunnen helpen? Maar Jaar nog v.n afgezien - hfTzoU toch wel zeer ver
Ar Wdteb.ra Mh
intrede h
zeggen,
"'t
te laten Jr. beloo,d had ze aalf, vreemdelingen to laten zien en ze hun aan te priizerf.
m
Ondanks dit alles had on,e schilder - wii «Men hem maar Johannes noemen - ^ ^ deze luchtig* behuizing tamelijk wel gevoeld o, „jn grootste en oogenschijnlijk ntet meer ,e
Ker dj'6
wordt oehe' ^ "'^^ ^er nadenken" dat wordt geheel aan zijn beleefdheid of aan ziin aanleg overgelaten. In ieder geval zit er wël M, ■n, waarover men kan nadenken wan dalr
W,nters
HEDwMiRHODE
derij te bestellen? Ook stondii er nog verschil
en
eUW
(ppen ...ilge flinke bewegingen had hij de armen en boenen' in'dentisten stand gebogen, zoodat' zij nu in' een *«er ijatmirlijke houding, werkelijk als een meisje, dat zoojuist de kamer had betreden, met licht gebogen hoofd en tot een groet uitgestoken rechterhand, .ypór'Johannes stond. Het fijne houten lichaam was gehuld in een licht gewaad van prachtig gebloemde zijde, de voeten waren echter bloot en toonden de liefelijkste welvingen, die men zich kon "oorstellelh., ,-'j3JDe schilder slaakte een uitroep van verrassing, en de oude/nan scheen hierdoor kinderlijk ontroerd. Hij merkte wel, dat de gast door dit kunstwerk geheel en al In verrükkWigraWs geraakt, en bood hem nu een vurigen, bijna X^/arien wijn aan, welke in een buikige ^met stroo4 OrpvrbcKten flesch op de tafel had gestaan. Johannes, die geheel in gedachten naar het glas greep en däsrctoor wat te dicht bij de pop was gekomen, schrok: mef-een licht knappend geluid was de hand iets naar beneden gezakt, tegelijkertijd wendde het hoofd zich nafcrx hem • toe, precies zooals bij een levend wezen! Eerst nü zag hij, hoe ook haar gezicht, dat slechts door de kleur van het hout, waaruit het was gesneden, bruinachtig donker glansde, buitengewoon liefelijk en vol uitdrukking was! Ja, het was hem alsóf het gezicht zich pas nb, nu het hem zag, tot zijn volle schoonheid ontwikkelde, en tegen hem lachte. Bartolli, die zijn verwarring wel bemerkte, had snel een derde glas van den donkeren wijn ingeschonken en gaf ze de pop in de hand, de vingers sloten zich waarlijk - ieder lid er van was beweegbaar - om he, glas en het leek wel alsof de pop het glas naar den schilder ophief. . .
nzaaJheid veralsof hij eigenlijk
6 een einde lijn bestaan ko ken doo "'I "^a ken door "een sprong uit het raam naar de" don-
hfeld l?,nnenplaats »• "•™n. Een geringe hoop hield hem daar echter nog van terug; op een tontoonrtel ng had hij indertijd een koopër voor een ZJZ^J*"*". ^T6^ e" "" "" ml„ kif j 66k"'ei 0P d« gedachte kunnen komen bij denzel^en schilder een dergelijk schN^
alsof hi'6!'"6* J* VlaUfle,S s,oe0 e" schreeuwde alsof h.j levend was; eindelijk twee katten, die malste iTepen
LutWen' Waarna zij "duwend en de bokkes r n P o Oan makend over den grond
Het begon
den schllder voor
de
oogen
te
de oude man met zinnia';:;■ Mennog ?^ zinnig gezicht een groote kist ••" aansleepte
Z7 h't u"1' Ddat 1J10hannes nu -"s aoht zou z.en, wat hij. Bartolll, met zijn „duivelskunst"
Hi e oewich i :: ZTT v^ * « ^ d:icsenop en vroeg den schilder te bukken. Deze deed toen end flevoel van b k mlT.» rdS verzocht r werd. a 'a'"CS Wat hij zag, was aanvankelijk nfets anders dan wt" kina etlen50roote hO"ten pop, welker beweegbare ledematen zeer fijn en bijna menschelijk volmaakt schenen. Hij wilde den ouden man daarover juist een compliment maken waarmede hij tegelijkertijd afscheid hoopte elttn"^" denH*. Jlu
nemen ' pop
'»«r de", zonder op h.m'te .«'"dar het momp9|en van d
TT*?
^««oorende
woordjes,
voor-
den schild de. kiSt *% en •en,8ft P«««" voor den schilder los op den grond neerzette. Met
l
Weer terug' op zijn dakkamertje scheurde hij eindelijk het achtergelaten en dubbel gevouwen vel papier open en vond hierin een tamelijk nauwkeurige beschrijving van hetgeen de opdrachtgever van het schilderij verwachtte. Er was weer van een ruïne in den maneschijn sprake en Johannes had er daarvan reeds een stuk of zes gemaakt, zoodat hij zich over het welslagen van he, schilderij geen zorgen hoefde te maken, maar toch was er één punt in de omschrijving, dat hem groote en onverwachte moeilijkheden dreigde te berokkenen. De onbekende opdrachtgever, die me, twee ineengeslingerde letters onderteekende, verlangde namelijk, da, er op den voorgrond een vrouwelijke gedaante zou staan, „gesluierd of ongesluierd, dat bleef aan de fantasie van den kunstenaar overgelaten, maar in een teer en soepel gewaad, zoodat men de bewegingen van haar lichaam — zij moest den indruk wekken, dat zij op Iemand wachtte — duidelijk kon zien en de schoonheid van haar figuur vermocht te vermoeden." Steeds somberder werd he, gezicht van den schilder, terwijl hij di, las en toen de jongen ui, de kroeg hem zijn maaltijd boven bracht, was zijn trek reeds bijna geheel verdwenen. De voorwaarde leek hem met ieder oogenblik moeilijker en zwaarder, ten slotte bijna onuitvoerbaar te worden. Dit mag bevreemdend klinken; wij moeten echter niet vergeten, da, figuur-schilderen niet de sterkste zijde van Johannes' talen, was, ja, da, hij eigenlijk nooit iets me, de weergave van he, vrouwelijk lichaam- te maken had willen hebbenl Wel is waar was hij natuurlijk bereid genoeg, ook hierin zijn onbekenden opdrachtgever ter wille te zijn, maar hij wist niet, wie er voor hem poseeren moest, bij he, schilderen van de gedaante op den voorgrond van zijn schilderij. Vol weemoed herinnerde hij zich zijn Lina, die beslis, bereid gewees, zou zijn, hem als model te dienen. De tien daalders voorschot waren snel aan achterstalligen huur en de allernoodzakelijkste levensmiddelen uitgegeven, zooda, hij nauwelijks genoeg overhield om eenige meters nieuw linnen ,e koopen; zoo kon hij er ook nie, aan denken, een betaald model bij zijn vroegere schildersschool te bestellen, hetgeen hem echter toch tegen de bors, zou hebben gestuit, daar hij wist, wat voor vrouwen zich in deze stad daarvoor leendenl Hij probeerde vergeefs volgens zijn fantasie een wezen te schetsen, da, aan de beschrijving beantwoordde. Vooral het lichamelijke van de verschijning zou hij op die manier, daar was hij vas, van overtuigd, nooit bereiken. Zoo naderde de dag, dat hij zijn schilderij moest afleveren steeds meer, zonder dat1 hij de mogelijkheid zag, zijn opdracht, wat de hoofdzaak betreft, uit te voeren. Op een dag, da, hij met gebogen hoofd over de plaats liep, zag hij den zonderlingen Italiaanschen professor ui, de deur komen; de man zag er nu volkomen normaal en heelemaal niet meer als een gedaante uit een spookgeschiedenis ui,. Hij scheen met zijn soort van helderziendheid weer direct te weten, waar de schoen bij den schilder wrong, verklaarde dat hij hem wilde helpen en zei, da, hij di, nog den avond van dienzelfdén dag zou doen.
Spoedig daarna gebeurde echter nog ie,s ongewoners, zooda, hij weer bijna aan wonderen begon te gelooven: op een stormachtigen ochtend namelijk werd er drie- keer krachtig en plechtig op de deur van zijn atelier geklopt en op' het narrige „binnen" van den bij dezen kouden, tochtigen wind nog in zijn bed liggenden schilder, betrad een forsche, dikke man in een fluweelen rok en met een met goud beslagen stok in de hand de kamer. Johannes, die niet wis, wat hem overkwam en die toch tegelijkertijd door al zijn reeds lang verlaten hoop en verwachtingen werd overvallen, verontschuldigde zich duizend keer en Heel laat, toen Johannes al niet meer verwachtte, vernam nu, dat hij wel is waar niet met den lang dat hij nog zou komen, klonken er verscheidene harverwachten maecenas zélf te doen had, doch met de slagen op de deur van het atelier. De schilder den intendant van een buitenlandschen graaf, welke deed open, en bevond zich tegenover een gesluierde afgezant hem in allen ernst een groot, voor een dame. Rustig en liefelijk stond ze op den drempel van ontvang-salon bestemd, schilderij bestelde. De bode zijn kamer, en de maan, die haar lieh, door he, schuides hemels, zooals de arme Johannes den dikken ne venster en door hel atelier op het portaal wierp, man met den me, goud beslagen wandelstok reeds scheen haar etherische gestalte le streelen en deed bij zichzelf noemde, maakte niet veel omslag, toen de vormen van haar lichaam onder het witte kleed de arme schilder iets begon te stotteren over de vermoeden. noodzakelijke ui,gaven aan linnen én verven, maar Als in een'visioen zag de schilder achter deze hebetaalde hem als voorschot direct ,ien blanke daal- melsche verschijning zijn ruïne-landschap opdoemen. ders uit, waarna hij een met een kroon en zegel Hij moest zichzelf bekennen, dat zóó en nie, anders voorzien gevouwen vel papier achterliet en toen, noè 'de verschijning, die den indruk moes, maken, dat zij steeds hijgend van de ongelukkige kippenladder, de op iemand wachtte, op he, schilderij moes, worden kamer weer verliet. weergegeven. Om te beginnen deed de alleen achtergebleven Schuchter vroeg hij de onbekende, of de oude projongeman een luchtsprong, zooda, de vermolmde fessor Bartolli haar naar hem toe had gestuurd, en of planken en wanden kraakten, toen stormde hij den hij haar dan werkelijk, zooals zij daar voor hem man der Voorzienigheid na, om beneden in de stond, mocht schilderen? Ze zweeg echter, en als kroeg, waarvan de slechte roep hem in dit oogenblik antwoord hoorde hij weer het bekende en afstootende onverschillig liet, een overvloedigen maaltijd, be„hihihil" van den Italiaan beneden aan de trap. Nu nevens een flesch bourgogne, te bestellen. Hij verwerd het Johannes duidelijk, dat er slechts een pop wonderde er zich terloops over, dat hij den niet van tegenover hem stond, en het duurde nog geruimen tijd zwaartekracht ontblooten intendant noch op de trap, eer hij begreep, dat Bartolli hem haar in allen ernst noch beneden voor het huis had ingehaald, ofschoon als model aanbood. hij toch zeker tien maal sneller was dan de ander.
(Zie vervolg elder* in dit nummer)
'
■■
^
Huidverzorging thans in het teeken van
vitamine F Duizenden vrouwen, die zich afvragen, wat er toch aan haar teint schort, ontvangen thans antwoord van de weienschap. Vetarm voedsel heeft een gebrek aan vitamine F teweeg gebracht, en zonder vitamine F verlept de huid. U lijdt toch niet reeds aan de eerste waarschuwende symptomen: brosse nagels, dof wordende haren? - Neem tijdig Uw maatregelen. Ga over op Dobbelman's Castella crèmes. Iedere tube bevat 2000 eenheden vitamine F. Zij hergeven de weefsels hun vitaminenrijkdom, hun jeugd en hun veerkracht!
VITAMINE
CRÈMES
GOLD CRÈME VANISHING CRÈME
Maak je niet zoo bezorgd over je leitit, Vüomine F helpt!
Bet lijkt of je tien jaar jonger bent gen-orden !
Weer zoo'n goed O&BOELM^H -product!
Herkent U ze?" is de «iel van deze pagina's.'waarop wij vijf vrouwelijke en vijf mannelijke filmsterren afbeelden. De uitstekende grime, de verschillende kapsels, een snor of een baard, dat alles maakt van een filmster een geheel ander mensch. Probeert U eens uit te zoeken wie de hier afgebeelde filmsterren voorstellen. Met een klein beetje moeite zal hef U misschien wel gelukken. Kunt U het werkelijk niet raden, draait U dan het blad om en U ziet de oplossingl
(putnij-smx otof) '„^ajeui -sig" u| UUVUDJCH lied 01 Utupun-D/n op/) •.(UBUJÏB8 9Q" I im »p ui uucuim»! zui^H 9zoo|»Mnoj9 »Q« )u»jd -|OJ ap ui u»Su|i 09i|X
'11*9 apu9i|3tncj suia j»M sg" u| «)|mca incd (Bmiutf-s/qox OfoJ) ■..jaopuej «p '>iuajj." aim »p u| sjaqiv SUCH {noqjVH -/t-vfn 0(0/) u|
•MXJJ»X WOJI" «HCM
j»i9i{uaddo)|
'S
-ejado" u| iioq^uag «»|d {fSum/MiyBi^BUBg oio/) •„«uipIjJAag' )U9jd|OJ »p uj XaujoH »mSiJa l*wioi-'>/n oio/) (<)q3ifuadujeu LUI ssnqas"
U|
jaioqj»AeW
»ma
{Bm>U0-tiqoj. 0(o/) ■•.M»0)| uaqoy" uijy ap u|o)iie||ea UOA «|JO))||A 'l
%
DE POP VAN MIJNHEER BARTOy.1
P,,; P^Wi
uitvallen, toen er weer heel zwaar op zijn deur echter ook probeerde, er bleef steeds eeiï1 v^?werd geslagen. De intendant trad binnen, leunde dachte schaduw om het beeld en hij ävas bang, op zijn met goud beslagen stok en zei, dat de In zijn eerste opwelling van toorn wilde hij dat het gansche schilderij daardoor een'iivolen graaf bevolen had, dat het schilderij, waarop hij xgn deur dichtslaan; toen bedacht hij echter, Indruk maakte, dien hirijdoit bedoeld Ivhadl •ft nu lang,genoeg gewacht had, binnen drie dagen hoe hij zelf door den levenswaren indruk was pok met zijn reine kunstopvatting nooit had gereed en gelijst in zijn hotel op den anderen bedrogen en besloot, omdat hij geen anderen kunnen weergeven| , , > i "^ oever der rivier bezorgd moest worden. uitweg zag het met de pop te probeeren. Hij Op den der» avond v«n van «^tyJiden döS; tw^den daö, dag, toen hit' hii Johannes had den termijn, die hem gesteld nog sL. nam haar dus in zijn armen en droeg haar naar lechts één nlicH*-*bor x^t: had^om deze/ was, in zijn nieuw-ontwaakten ijver wel !» waar fout goed zijn model-podium, waar hij haar weer In deeed te maken, ijlde onziTyertwtyilde sch1f\ overschreden, maar hij hoopte dat het zien van zelfde houding neerzette. Het was hem echter der naar lar beneden, naar de !&*•«, kfoi«, „om zich metl zijn schilderij, waarvoor hij nog minstens een alsof het houten wezen zich bij zijn aanraking een paar glazen goedkoopen brandewijn wat op week noodig had om het te voltooien, den afeventjes had bewogen, en alsof twee wonderlijkte monteren. Hij hoopte zijn vermoeiden geest gezant van zijn opdrachtgever zou overtuigen, schitterende oogen hem van onder den sluier met alcohol in nieuwe banea te kunnen lelden, ] en daarom bracht hij den man naar zijn doek, vragend aaftkeken, zoodat hij den geheelen en nam staande, omdat hij zich onder de schip- • waarop zich reeds samen met de kleuren der nacht van de levend geworden pop droomde. pers niet lang wilde ophouden, een behoorlijk ^ door het maanlicht overgoten ruïne de liefeUen volgenden ochtend nam hij zijn teekenkwantum brandewijn to* zich. - . lijke gestalte van Eveline afteekende, op den gerei en begon naar het houten model zijn Toen hij weer naar boven klom, was H hem, sluier en het gezicht na, prachtig uitgevoerd en schets te ontwerpen. Af en toe gaf hij de pop alsof er eenige treden voor hem uit een zwegeslaagd. .. een andere houding; haar ledemater, en gevende gestalte op lichte voeten naar boven De Intendant wierp echter slechts één enkewrichten waren kleine wonderwerken, die aan ging. Hij deed zijn best haar In te haJen, maar len blik op het schilderij en verklaarde, dat zijn den geringsten greep of druk gehoorzaamden, zijn voeten leken wel van lood; zij bleef hem heer van de drie dagen als uitersten termijn niet en steeds namen zij direct zoo'n natuuriijke steeds even veel voor/en hij kón In het halfzou willen afwijken. Wat de schilder ook zei, houdmg aan, dat hij reeds den eersten dag een duister de gracieuze bewegingen slechts^ verhoe hij ook smeekte, de afgezant liet zich niet moeden, maar niet zien, met wie hij te doen heele reeks welgeslaagde teekenlngen In zijn vermurwen en zoo moest Johannes uit angst, map kon opbergen. .._..».w zij aij uiiKsciiiauci _ ^*n. 1<eer wendde bliksemsnel naar haar n' hoofd de prachtige opdracht nog op het allerlaatste Nu had hij moed gevat en begon het geval om, hij meende Una's trekken te herkennviinm. oogenblik te zullen verliezen, wel beloven, ook van zijn schildersstandpunt te bekijken. Toen maar was te verbaasd om haar aante-oeperi dat het schilderij op tijd gereed zou zijn. Bij de merkte hij, dat de bruinachtige kleur van het en volgde haar slechts zwijgend van bocht tot deur gekomen, wendde de onverblddellljke afhout deze onbeschrijfelijke glans over het bocht, terwijl duizenden gedachten In zijn brein gezant zich nog een keer naar de houten, als evenlooze, maar als het ware geheimzinnig woelden. Dan weer was het, alsof het slechts altijd levenloos staande pop om en het was den levende wezen, vermoedens wekte, alsof zij Eveline kon zijn, wier zwijgende houten bestaan schilder - al moest hij er zelf bijna om lachen reeds in het maanlicht stond, dat hij op zijn hem steeds als de ban van een duivel was vooralsof de dikke man en de pop elkander een schilderij moest weergeven. Was het de schijn, gekomen, die op een goeden dag door een of kmpoogje van verstandhouding gaven. die magische werkelijkheid was geworden; was ander tooverwoord geslaakt zou worden, om Hij wilde nu . met vernieuwden ijver aan het het slechts het vermoeden, dat alle mahaar ware, bezielde natuur tevoorschijn te bren4fc werk gaan en probeerde nu vóór alles Eveline's, terie zich in het on-aardsche kon vervluchtigen. Hij deed bij deze gedachte-ean nieuwetöï'^ ach, eigenlijk veel meer Line's liefelijk gelaat, gen, zoodra men het slechts in zijn gedachten poging de gedaante, di eindelijk volkomen natuurgetrouw weer te geden zoom van haar rok vorm gaf - precies, zooals de slaapwandelaar yen, doch tot zijn onuitsprekelijke teleurstelling valt, indien iemand hem bij den naam noemt dween al weer om lukte hem niets van hetgeen hij zich had voorgenoeg, de betoovering, die de pop van mijnhem ontkomen, eer ., genomen. Hij stelde het uit tot den volgenden heer Bartolh weldra op den armen Johannes uiteigen kippenladder gekomen was. Al had hij er morgen heel vroeg, waarop hij niet meer geoefende deed ook hem voor 't zonlicht vlieden ook geen eed op durven doen, het was hem woon was te werken, wachtte nog den avond en dreef hem steeds diep,r In de armen van toch alsof hij een deur had hooren kraken. Dat af en zat daarna nog den geheelen nacht tot het den nacht, zoodat hij nauwelijks meer voor het moest dus de deur van professor Bartolli zijn eerste morgengrauwen over het schilderij geeerste hanengekraai op zijn bed kwam en ten en in zijn opwinding sloeg hij zoo hard hij kon bogen. Maar het leek wel alsof satan er mee slotte reeds op klaarlichten dag zijn raam met op het koperen naambord. speelde: zijn penseelen wilden hem niet meer een donkeren doek afsloot. Binnen bewoog zich echter niets, en ook na gehoorzamen en vertwijfeld over den tijd, die Hij ging bijna niet meer uit, liet beneden uit heel langen tijd bleef alles stil en als uitgestorongebruikt voorbij snelde en die het voltooien de kroeg zijn eten en drinken brengen - oveven. De schilder ontdekte aart den onderkant van zijn werk niet nader bracht, wierp hij zijn rigens voelde hij weinig honger en verbaasde van zijn mouw, waarmee hij de deur had aanschildersgerel neer. zichzelf vaak genoeg over zijn gevoel van geraakt, draden van spinrag, en hij begreep Het ongewoonste was, dat de pop nog steeds groote voldaanheid - en kreeg ook den ouden maar niet, dat die dieren daar ooit zoo rustig op Lina leek, maar een geheel ander karakter man, die hem zijn pop klaarblijkelijk zonder zouden hebben kunnen voortweven, als er scheen te hebben. Van het wat boosaardige eemg eigenbelang had geleend, nooit meer te niet een heel lange tijd voorbij was gegaan knipoogje van verstandhouding met den dikken zien. Wie hem in dien tijd zou hebben gadesinds er Iemand deze deur in- of uitgegaan wasl afgezant was een leelijk spoor op het fijn gegeslagen, zou waarschijnlijk geschrokken zijn Opeens, terwijl hij nog besluiteloos voor de modelleerde gezichtje achtergebleven, en hoe van zyn bleek spookachtig gezicht, terwijl hij deur stond, hoorde hij het gerulsch van vroubeter hij haar bekeek, hoe meer deze bij Lina met somber flikkerende oogen en met een wenrokken en zag zijn witte dame een tweede nooit vermoede trek tevoorschijn trad. Dit bracht ronden stoppelbaard om zijn kin, de lange hakamerdeur, die hij zich niet herinnerde ooit den armen Johannes geheel in de war. Hij had ren wild en warrig over de schouders neervaleerder gezien te hebben, van bulten voorzichtig tot nu toe in Lina niets anders dan reine trouw lend, met snelle, heftige bewegingen In het afsluiten. Zijn hart klopte geweldig, toen zij gevonden, nooit had hij aan haar getwijfeld, verduisterde atelier rondliep, vaak brokstukhaar gezicht heel rustig naar hem toewendde zooals hij nu opeens, de hemel mag weten ken van zinnen In zichzelf mompelend, en met en hem zelfs „■Goedenavond" zei. Maar het was waarom, begon te doen. Ze was, zooals hij zich het houten model 'gefluisterde samenspraken slechts de oudste der vier dochters van de weplotseling herinnerde, vaak des avonds slechts hield. HIJ voelde zich echter uitstekend en ging duwe, een niet meer jonge vrouw met afgeleefhèèl even verschenen, omdat zij in de woning rustig met zijn werk verder, ja, vaak had hij de, driest geverfde trekken. Daar hij geen'antvan haar tante bij dè voorbereidingen van «>en een trotsch gevoel van verrassing, dat zijn mooiwoord gaf en haar slechts ontstemd en kwaad liefdesmaal of zoolets te doen had gehad. Hoe, ste en ook zijn moeilijkste werk zoo boven alle aanstaarde, begon de vrouw schril te lachen en als zij tóch, nader dan hem lief en voor haar verwachting lukte. ging met wiegende heupen naar beneden, naar onschuld goed geweest kon zijn, met die gehate Op een nacht, dat hij weer heel lang had de woning van haar altijd-koppelende moeder. menschen in aanraking was gekomen? Wat, als geschilderd en, volgens zijn gewoonte, weer Johannes, wien het plotseling in het verlaten al haar kinderlijke onschuld, haar tot het schoomet de schaduwen en spelende kaarsvlammen, en sombere trappenhuis angstig te moede werd, ne geneigde ziel slechts bedrog geweest v as, evenals met de pop, die hij den naam „Eveline" haastte zich naar boven en stak zoo gauw moen zij In waarheid nog verdorvener dan haar had gegeven, gesproken, zag hij voor het eerst gelijk op zijn atelier de kaarsen aan. Daar familie was, die ten minste zich niet anders dat een trek om haar mond deed denken aan stond de pop, die hij beslist in afwachtende voordeed dan zij in werkelijkheid was? Wat, zijn verdwenen Lina. Hij werd den volgenden houding, zooals hij haar voor zijn schilderij als zij een afschuwelijk dubbelspel gespeeld had ochtend door vreemde droomen achtervolgd en noodig had, had verlaten, met uitgestrekte aren misschien achter zijn rug met haar tante en gekweld, wakker en ging, na het zwarte doek men voor hem, alsof zij hem omhelzen wilde en nichten over zijn lichtgeloovigheid had gevoor het raam een eindje te Jiebben weggetrokde sluier was onbehoorlijk ver naar omlaag gelachen? ken, voor de bewegingloos wachtende pop gleden, zoodat een gedeelte van haar blooten Dergelijke gedachten kwamen er nu voor den staan. Werkelijk geloofde hij, sterker nog dan schouder zichtbaar was... eersten keer in hem op, maar ze moesten toch bij het kaarslicht, steeds nieuwe gelaatstrekken Johannes, die door dezen aanblik bulten reeds langen tijd In zijn ilel gesluimerd hebben. van de verre vriendin aan de pop te ontdekken zichzelf was, wierp zich gekleed en al op zijn Hij begon tegen de pop Eveline een slrafpredien hij begreep niet hoe hij dit niet eerder had bed en was, ondanks al zijn voornemens om te katie te houden voor Line's mogelijke en vergezien. Van dit oogenblik af, sprak hij nog liegaan werken, binnen één minuut In diepen moede zonden, en werd zelfs kwaad toen het slaap gevallen. ver met zijn mechanisch model en begon de hem leek alsof zij voor al zijn verwijten slechts pop ook voordat hij zich ter ruste begaf, zacht Of hetgeen er'volgde aan den Invloed van een spottend lachje over had.. . en schuchter te liefkoozen. den brandewijn, aan de fantasie van den schilHij schilderde Intusschen verder en probeerde der of aan allerlei warrige droomgezichten toe Hij was bijna gereed met de compositie van eindelijk den sluier gereed te krijgen, waaronder te schrijven was, of aap al deze dingen tezazijn schilderij, dat werkelijk heel mooi en gehij het gezicht van zijn wachtende figuur op 't men, dat weet niemand te zeggen. Wij moeten heel naar den zin van zijn opdrachtgever moest schilderij bijna geheel verdwijnen deed. Wat hij hetgeen er volgde, beschrijven alsof het werkeVervolg
.
' lijkheld was, erf >ie weet of dit ook niet het geval Isk. ■?, . . *€ Nauwiiïijks had deY»hWder zijn eerste en •#epste Vermoeidheid^ ferwonnen en was hij reeds wtter een weinig tot zichzelf gekomen, of Ihij hoorde, pen zacht gefluister en gerulsch, een ' leen- en weerloopen W' het anders zoo stille
lérlrek en geleidelijk W|y>n Jhij
afzonderlijke
temmen «n wdbrden te onderscheiden, waaran hij de beteekeräs in zijn toestand echter nog niet verinpcht te. begrijpen. Eerst hWde hij de b«kende stem van den [f ouden BSrtóIli, dit keer echter door geen .„hihihil" Onderbroken, en ook sprak hij veel duidelijker dan de Italiaan anders gewoon was. Niemand anders dan Una gaf hem antwoord met hair zoet en onbeschrijfelijk verleidelijke stem. Dan was er nog een derde persoon te hooren, wier stem de schilder niet dacht te kennen. Ze liepen echter allemaal op hun teenen rond,' alsof de nog sluimerende schilder niets van hun doen en laten mocht merken, en daarom bleef hij dan ook heel kalm liggen en luisterde slechts, tot hij eindelijk iets begon te .begrijpen van hetgeen er gesproken werd. Het ging om iemand, dien zij voor den groot■) sten domkop en idioot verklaarden, waarbij Lina de eenige was, die soms ook als van „den Heven en armen man" sprak, met wien zij af en toe medelijden zei te voelen. Dan was er sprake van een Hotel de Blauwe Lucht, waar h iets zeer potsierlijks gebeurd moest zijn, daar ze \ er alle drie over moesten lachen I Overigens scheen de oude man Lina en Eveline voortdurend te verwisselen, en sprak ze nu eens als Eva, dan weer als Lina en soms zelfs als Lie- ^ nelce aan. Daarom nam Johannes aan, dat de 90p wefkelijk uit haar ban was verlost en dat Ie derde, zeer sierlijke en fijne stem dus aan rtet houten meisje behoorde. Terwijl hij zich fafvroeg hoe dit allemaal te rijmen viel - zooeven had hij Lina hooren zeggen, dat het nu wel genoeg was en dat aan alles eeti einde moest komen - hoorde hij een veel rustiger tred van iemand, die vergeefs probeerde niet te sloren. De deur werd vrij onzacht geopend, en er kwam iemand binnen, waarin Johannes direct, ook zonder zijn oogen te openen, den dikken Intendant herkende. Hij werd door de aanwezigen met gejubel begroet. || Nu begon het er op het atelier van den schilder pas recht vroolijk en opgewekt toe te gaan. In alle hoeken zoemde en snorde het, de overmoed van de meisjes scheen geen einde te willen nemen en Johannes meende zelfs, dat hij Lina met den dikken afgezant, en Bartolli met zijn pop zag dansen! Eindelijk klonk er vlak bij zijn bed een geluid dat hem aan een hartelijken kus dééd denken. Daar hij zooeven Lina nog zachtjes had hooren lachen, kwam de schilder overeind en zag 'nu hoe al de menschen, wier aanwezigheid hij had vermoed, in het licht der kaarsen rondwalsten - in het volgende oogenblik klonk er echter een kreet, omdat zij hem gezien hadden en het werd opeens aardedonker, alsof iemand snel de kaarsen had uitgeblazen. .. Johannes hoorde hoe vlugge voeten haastig wegvluchten; hij vermande zich en wilde de ongewenschte bezoekers volgen, maar hij viel languit op den grond, daar hij in zijn opwinding den sprong uit zijn bed te kort had genomen. Toen hij buiten kwam, was alles al lang weer rustig, alleen hoorde hij beneden in het huis nog iemand heel lief lachen. Hij boog zich over de leuning en riep „Lina?" naar beneden. Maar er kwam geen antwoord meer. Hij ging op den tast terug naar zijn bed en sliep, hoewel onrustig, tot den ochtend. Het eerste wat zijn nuchtere blik zocht, was de pop Eveline. Doch zooals hij niet anders had verwacht, was zij verdwenen en geen splintertje was er van haar achtergebleven. Met een gevoel van schrik viel het hem in, dat hij gisteren zijp schilderij wèèr niet had afgemaakt, toen hij er echter heen snelde, kon hij zijn oogen niet gelooven: daar praalde het schilderij, geheel gereed en schitterend geslaagd, in een kunstvol gesneden vergulde lijst en er bleef hem niets anders over dan te veronderstellen, dat 't schilderij hel werk was van een geest of van den duivel. Bij nader Inzien bezat de vrouw op den voorgrond nog altijd Line's, JeUatstrekken,
'F"
trof, een engel of alleen maar een lichtzinnig liefhebbend meisje zijn. . . Hij begaf zich treurig naar boven, naar zijn atelier en zag dat het koperen naambordje van professor Bartolli niet meer op zijn plaats hing. Maar ïlles was hem onverschillig als een booze droom en hij bezwoer zichzelf nooit meer een ruïne of een maanlandschap te schilderen, en den volgenden morgen zoo vroeg mogelijk bij helder daglicht een eenvoudig portret te gaan schilderen van zijn verdwenen geliefde. . . Hij betrad zijn atelier en merkte dat het, hoewel hij het stoffig en met bedekte ifamen had verlaten, tot zijn verbazing keurig netjes opgeruimd en schoongemaakt was. Door het wijd openstaande raam kwam de wind naar binnen en speelde met het nieuwe, schoone behang; In de kachel brandde een helder vuur, ja, er was zelfs door een onbekende hand linnen op zijn spieraam gespannen en de uitgewasschen penseelen lagen klaar, zoodat hij slechts hoefde te beginnen, waartoe zijn vingers jeukten. . . Nadat hij wat rondgekeken en zich voldoende verwonderd had, werd er zachtjes op de deur LAATSTE HOOP VAN EEN OPTIMIST. ; geklopt. „Nu is het echter genoeg met die too„Dames en fteeren, die u misschien - en verij," bromde hij en deed argwanend op een waarom n/et? — onder destoefen hebt verstopt..." kier open. En hij wilde de deur weer direct (Das ///. Blali) dichtslaan, omdat hij buiten de pop Eveline herkende. f, „Ik kom je weer eens goedendag zeggan, maar het schelmsche lachje, dat er nu op haar riep Line's vroolijke, aardsche stem en reeds was zij gezicht lag, stond baar zóó goed, dat Johannes binnen, omhelsde en kuste hem, zoodat hij bijna geen oogenblik aarzelde, maar het •schiläerij, geen adem kon halen. Toen liet zij hem los om zooals het daar stond, onder zijn arm nam om het raam te sluiten en naar de kachel te kijken. het naar het hotel te brengen. Precies op den „Ik blijf nu bij je, om alles netjes te houden," tijd dat het klaar moest zijn... verklaarde zij onbevangen. „En geel me nu een Hij liet den wind niet ongaarne langs zijn paar daalders, ik moet nog inkoopen gaan doen, kloppende slapen suizen en begon zich reeds te want vanmiddag komt oom op bezoek, en dan verheugen op het geld, dat hij voor zijn langmogen wij ons niet laten lompen. En trek nu durlgen arbeid zou krijgen. Toen hij echter aan ook eindelijk je jas eens uit, zoodat ik ze kan den andbren oever Informeerde naar „Hotel afborslelen, want liev? hemel, wat ziet die er Don Ouichotte", dat de afgezant van "den buiuitl Ik zal direct water brengen, dan kun je tenlandschen graaf hem had genoemd, wist niejezelf scheren." mand hem te zeggen, waar het zich bevond. „Lina," stamelde de schilder verward, zoodra Alleen een oud moedertje scheen zich te herhij een woord kon uiten, „Lina, wat beteekent inneren, dat er hier jaren geleden een paleis dit alles? Is je oom misschien mijnheer Bartolli, van dien naam had gestaan, dat echter reeds en waar is de pop gebleven? En waren jullie sinds lang afgebrand en vergeten was. De menwerkelijk allemaal vannacht bij me en wisten schen hielden hém voor een grappenmaker, en jullie het al, dat ik het hotel en den graaf niet ten slotte voor een idioot, toen hij ernstig bezou vinden? Lina, ik had nooit gedacht. . ." weerde, dat hij er vandaag ontboden was door „Sst," zei ze, en ze lachte zoo schelmsch, een buitenlandschen graaf. Ze dreven nu ongedat zelfs haar bekoorlijke beeltenis op het schilgeneerd den spot met hem en iemand, die het derij van dien ochtend er door in de schaduw goed meende, nam hem terzijde en fluisterde werd gesteld, "$st- ■ • en verbaas je nu eindelijk hem toe, dat men hem voor den gek moest eens niet meer. Mannen, die zóó hun geluk in hebben gehouden. den steek laten en de handen in den schoot Ten slotte begaf Johannes zich, van alle hoop leggen, en niet eens met één regeltje op den verlaten, weer de brug over en naar den anbrief van een lieve vriendin antwoorden, dien deren oever, en het liefst zou hij in zijn vertwijmoet men voor straf een beetje voor den gek feling het vermaledijde schilderij in het schuihoudenl Dat zegt althans mijn oom, die echter mende water van de rivier hebben gegooid. nóch de Itallaansche professor, nöclj do afgeDoch hij bedacht, dat hij in ieder geval aan zant van den buitenlandschen graaf is, maar die geld moest zien te komen en daarom begaf hij wèl samengewerkt heeft met professor Barzich in de bitterste stemming naar den winkel tolli van wiens tooverkunsten je nu van een kunsthandelaar, bij wien hij, zooals zeker wel een indruk hebt, en die bovendien men. zich zal herinneren, reeds eenige schildeal je verschrikkelijke schilderijen van ruïnes rijen van ouderen datum had verkocht. heeft gekocht. Opdat je naam echter voor het Hoe geheel en al veranderde zijn stemming, nageslacht niet bedorven zal worden, heelt hij toen de anders niet zoo bijster tegemoetkomenze allemaal verbrandl" de handelaar hem met veel vertoon van eer„Ook dat laatste?" vroeg Johannes verschrikt. bied ontving, hem met een van vreugde stra"Ook dat laatste. Je zult nog genoeg gelelend gezicht vertelde dat hij al zijn schilderijen genheid hebben je Lina te schilderen, al zal het had verkocht — waarvan hij Johannes zonder dan in mijn bruidssluier moeten zijn. . ." chicanes zijn aandeel betaalde' - en het nieuHier werd het opgewekte meisje echter zélf we kunstwerk met talrijke uitroepen van bein de rede gevallen, want Johannes, die zich wondering als het beste van den schilder In ontnu hij zijn schildersboeien van het verleden had vangst nam. „Voor dit schilderij," zoo sprak hij, afgeschud, zoo vrij als een vogel voelde om „heb ik reeds een kooper, en deze zal het, als een nieuw leven te beginnen, dacht bij zichzelf alle voorteekenen mij niet bedriegen, vandaag dat hij met Line's bruidssluier toch niet zóó'n nog komen halenl" haast had, dat hij haar eerst niet eens behoorlijk Johannes, die er nu niets meer van begreep, zou kunnen kussen.. . zei niet veel en stak het geld in zijn zak. Het Wat er verder gebeurde, heeft hij zijn studiewas meer dan hij in al de jaren aan zijn broovriend niet verteld, maar wij kunnen er toch delooze kunst had verdiend en hij dacht, hoe aan toevoegen, dat Una's oom inderdaad op gelukkig hij geweest zou zijn, indien Lina bij bezoek gekomen is, dat het een zeer vroolijk hem was geweest en hoe hij er haar een beter samenzijn werd en dat Lina en Johannes een bestaan mee had kunnen geven, zonder dat zij paar werden; dat Johannes onder haar vroozoo ver bij hem vandaan en naar vreemde falijke en opgewekte leiding langzamerhand een milie had hoeven te gaan. Hij had in zijn plotsegoed en bescheiden schilder Is geworden, maar lingen rijkdom al het wantrouwen, dat hij tegen een nog beter teekenaar en bedenker van wonJiaar gekoesterd had, reeds vergeten, maar verderlijke verhalen, waarvoor hij zijn leven lang langde slechts dat zijn vriendin evenals vroeger dien spookachtigen mijnheer Bartolli en diens alle lief en leed van zijn kunstenaarsbestaan met houten pop dankbaar Is gebleven. ... hem mocht deelen. Ze mocht dan, wat hem be-
' *
#*
■
r.
.
H
U
H^t ftóderlanclsch Tooneel
O
s :' li HOU VAN VIER VROUWEN >t. „Je kunt beter wat beweging nem.nl Weet Je niet, dat dit hei beste middel tegen vetzucht i$7"
t
^«^
EEN
Met een grappig blijspel van den Honöaarschen schrijver Johann von Bokay heeft Cor van der Lugt Melsert zijn Haagsch 'tooneelselzoen geopend In den Stadsschouwburg. 'Ik hou van vier vrouwen" Is de wel veelbelovend» titel van het stuk, waarvoor Jan van Ees een Nederlandsche bewerking maakte en dat door de ^dst van het gegeven en zoowel door den^eertiO«" dialoog als door het uitstekende spel een genoeglijken avond verschaft. Gabor Dobay Is een arm, maar vindingrijk ingenieur, die met zijn hem „leeder beminnende" Magdi zeer gelukkig, maar zeer eenvoudig en vernuftig leeft. De eene kamer, die zij bewonen, heeft Gabor door eigen ^ vondsten omgetooverd In een allercomfortabelste woning. Men drukt op een knop en de bibliotheek verandtrt In een waschgelegcnheld en kast, een knik wordt omgegooid en een compleet twee plts-gascomfort, van pannen voorzien, komt uit een schrijfbureau omhoog en een handbeweging aan den wand toovert een twee-persoonsbed naar voren. Hier leven zij gelukkig, doch... geld ontbreektl Dan komt eindelijk de kansl Er wordt Gobar Dobay een goede positie aangeboden, maar alvorens een besluit te nemen wil de eigenaar van het bedrijf meer van zijn privéleveh weten. En wanneer Georg Vallay, de man, die hem deze positie aanbood, een bezoek komt brengen, is alles In seine gezet om de ontvangst zoo luisterrijk mogelijk te doen zijn. Zelfs bezit de straatarme Gabor behalve zijn vrouw, een dienstbode, een secretaresse en zelfs een maltressel En het is zijn eigen Magdi, die hem dit alles voortoovert. Hoe Gabor zijn nieuwe betrekking krijgt en
„Nou, schommel me dan maar een beetje." (Das Hl. Blatt)
t. "|k ,7" »Iwhts een |h*èl klein pleatsje In Je hart, Marietje." (Toonder)
met
NIEUW SUCCES VOOR ANNIE VAN
Gabor (Jan van Eet) moet afacheld nemen van zijn maitresso (Annie van der Lugt Melsertvan Ees), omdat Georg Vallay (Cor Hermus) dat wil. weer ontslagen wordt, hoe hij zijn maltresse verliest en bijna zelfs zijn eigen vrouw, aan wie hij alles te danken heeft, zullen wij U niet verklappen. .. Het eerste bedrijf is ongetwijfeld het sterkst.
„Wat is er van uw dienst?" „Polijstenl" {DitWocM)
„Merkwaardig, hè vrouwtje, de ceremonie is zoo kort en het geluk duurt zoo lang." (Toondtr)
"'ÄTirri^r^Ärirr »• - •—-
„Schei uit, schatl Dat is geen booml" (Oas lil. Blatt)
EES
Na da ontdekking door Vallay (Cor Hermut) wordt door Magdi (Annie van der Lugt Melaertvan Ees) en Gabor (Jan van Ees) het unieke bureau-gasstel gedemonstreerd. ' ' (Foto's Thurmg)
maar ook In de volgende valt er nog genoeg te beieven om te boeien. Ook de dialoog is geestig. Cor Hermus heeft het blijspel in hel juiste tempo gebracht en wanneer men nog wat meer ingespeeld is en de rollen er nog beter In zitten, zal dit het geheel nog ten goede komen. Annie van der Lugt Melsert-von Ees krijgt door hel typeeren der vier geheel verschillende vrouwen alle gelegenheid haar gaven op dit gebied te toonen. We weten niet welke uitbeelding wij het meest moeten waardeeren, die van het lieftallige dienstmeisje, van de demonische maltresse, van de leelijke typiste met het spraakgebrek of van de echtgenoole, in welke rol zij bovendien nog gelegenheid krijgt in II en III een gevoeligen toon te leggen. Het is alles even knapl Kostelijk is eveneens de typeering van Cor Hermus als de bijziende vrijgezel-eigenaar van het meubelbedrijf. Met fijne mimiek en plastiek, nooit grof wordend, teekent hij raak en allergeestigst de figuur van Vallay. Jan van Ees Is de vindingrijke ingenieur-zonderbaan, een rol met minder speelgelegenheid, maar door Van Ees alleraannemelijkst en vaak, waar dit moet, geestig gebracht, in de kleinere rollen zien wij Ellen de Thouars, een stenotypiste, en Guus Hermus als Magdi's broer, belden debuteerend na hun eind-examen tooneelschool en zij doen het in deze voor hen nieuwe omgeving heel goed, terwijl Jenny van Maerlant en Chris van der Haak de rollen van het hulspersoneel op zich namen. Het geheimzinnige decor van Kerel Bruckmann was zeer geslaagd. Er waren fraaie bloemen voor verschillende spelers, die zeer zeker verdiend waren. Henri A. van Eijsden Jr.
%■
■
■
^^—
I
■
■
-'
JOACHIM BRENNECKE
(Foto LHm-Hrnhn)
PAULETTE COLLAR ,
;
^
■-
"-■•
'
■^''■■-
'■
(foto Tobil-Cln»m» Quick)
:
3r
I..' •
,
't 'I
-
*■*
r-,^_
S-k -.
IK
■'^
:N ^
DE N K G Y
OPLOSSINGEN ZOEK EN VIND 24 SEPTEMBER 1941
VOOR
w
N
KRUISWOORDPUZZLE
'GAVEN
OPLOSSING PUNTENRAADSEL • * - 3. hetzelfde Borixootaal! !■ lecreUrii van een *■ muzieknoot rechterlijk college 5. elkeen «■ lijrivier v. d. Po, 6. afkorting op N.-It.Ui viiitekaartje« 9. jemeente in Gel7. dierenverblijf derland 10. lengtemaat 10. en dergelijke iß. rund (afkoriinj) T3. deel van een voet 11. voorzcliel 13a. meiijemaam 2- jonüeninaam U. viering van een 3. muzieknoot heuglijk feit 5. kookgerei 15. afkorting van een 6. penoonlijk voormuxiekterm naamwoord (zachter) ^■ hoofddekicl IS- met dank (afk.) ». lyriech gedicht 18. mciijeanaam ). voegwoord Ifelongjntnaam • hoofd van een 22. uitroep f klooetcr 23. vogelbekleeding ■ nieuwe teaUmeni 24. afkorting indien (afkorting) men onbekend i. boom wenacht te blij'• voegwoord ven ' >• muzieknoot 2». afkorting van den • gemeente in naam ' van een Gelderland windatreek ** • waar iet« eindigt 27. vogel . klaarmaken 28. weefael
'^M''
OPLOSSING PYRAMIDE-PUZZLE
NT
%
WA DC A
T Hi H Of N£ DC|S L AP C I &{ £ no
c
brandbare itof eerwaarde heer (Lat. aik.)
CIRKELRAADSÉL
OPLOSSING INVULRAADSEL
E M D £ R E 6 £ M S P £ L T DERDE E 6 A AU
1. 23. 4. 5-
vervoermiddel deel van een boom traag muziekinstrument strak
6.
genoeg gekookt
8. 9. 10. 11.
vin"« '" ^ gereedschap aanloop hemellichaam voornemen
12.
vogel
kerk
'
''
r r- r* r- r- r- r" r TT T" r 5
v
33. voedael
34. lidwoord
W
"r ^ »"««" *** «»•
£ d^r^,,^ " ™™'" 1 v
}j;
FILMSTER-INVULRAADSEL
.ADDERRAADSEL
%
#d>|
Te beginnen bij en in de richting van de pijltje» woorden in te vullen van de volgende betcekcnU: 1. «childeren 2. kromhout (zeew.) 3. scherp zijn 4. iemand aan gevaar onttrekken 5. ter leen geven 6. in parten verdeelen 7. licht voorover buigen 8. {ongenanaam 9. rente opbrengen 10. aanhoudend trillen 11. onwaarheid spreken 12. knorrig
•'-•Uftt.
EEN TWISTAPPEL
OPLOSSING OM2ETRAADSEL led., - ,1., . ro.f . t,ap . tram . krat pter
DE PRIJSWINNAARS HONINGRAATRAADSEL
30. klein j««er in de heide* 32. lidwoord
Verticaal:
C I HD I &B5 TAP£ L
;
j^«* vooruitstekend gebergte
:f:
HEKWERKRAADSEL
bejegening reppen ambt : uitstekend in pakhuizen opbergen
De te gebruiken letters: a, a, a, a, a, a, e, e, e, «, e, e, h, h, i, i, k, 1, I, 1, ft, m, n, n, n, n, o, o, o, o, p, p, p, s, s, t, t, t, t, t, z.
1 •
1. 2. 3. 4. 5.
Op de stijlen, leest men een bekend gezegde.
■
1. Z.-Amerikaansche panter 2. dialect 3. bevallen 4. door inspanning verkrijgen 5. een oude kennis 6. de verpersoonlijking van het recht 7. verhaal van zeer twijfelachtige waarheid 8. praten 9. hoogmoedig 10. versterkte plaats 11. spiermassa 12. vreemdeling 13. spoed maken In de met zwart aangegeven hokjes ontstaat de naam van een filmster. De te gebruiken letters: a, a, a, a, a, b, b, b, c, c, c, d, d, d, e, e, e, e, e, e, e, e, e, e, e, e, e, e, e, e, e, e, e, e, e, e, e, g, g, g, g, g, g, h, h, h, h, h, i, j, k, k, 1, 1, 1, 1, 1, f, m, n, n, n, n, n, n, n, n, n, o, o, o, p, r, r, r, r, r, s, s, s, s, s, t, t, t, t, t, v, v, v, v. Wij stellen een hoofdprijs van ƒ 2.56 en tien filmfoto's beschikbaar om te verdeelen onder de goede oplossers. Antwoorden in te zenden vóór 15 Oct. aan Dr. Puzzelaar, Noordeinde 8, Leiden. Op de enveloppe of briefkaart a.u.b. duidelijk vermelden: Filmpuzzle 15 Oct. Deze puzzle kan tegelijk met de andere ingezonden worden, doch liefst op een apart velletje papier.
Horizontaal:
DX ^tM^TXIJ'R-DXTXCTIVX
8. die in kristallen graveert
Verticaal)
Noordelnde B, Lelden. Op brlelkeert ol enveloppe vermelden : Amafaur-Deloetive 15 October.
1. kruipende tarwe (plantk.) 2. mondstuk eener orgelpijp
OPLOSSING VERBINDINGSRAADSEL oofl - perk - g,ond . • i • lamp - deur - doek - oven - emmer - naald OPGELD DOEN
3. 4. 3. 6. 7.
OPLOSSING FILMSTERVERGELIJKINGSRAADSEL k 1. -" edel -". •■ et - el -- *'*•*' brom-■ beer - om - beer euveldaad - vel - daad
toestaan dat iets geschiede vergelijkend voegwoord aansporen uittrekken verdrogen
De te gebruiken letters: ». •• «, •. b, d, d, e. e, •• «. i. i, i. t. k. k, 1. ". n, n, n, n, o, o, r, r, ». «. t, t, u, n, w, ij.
SIEGFRIED BREUER
Da oplossing van het voorlaatste foto-probleem.
a, e. 1, r,
Wljpleeltendeioto nogmaals, doch nu zonder det er Iets Is weggemeekt.
(Foto Vfa)
», a, a, ,, ,, ,, 1, J, „, s, s, s,
Ditmaal gaven wij weer eens een gedeelte ven een foto. Wie van onze «peurden kan ons zeggen, wal dit voorstelt? (.Foto foits-Cintma) Wij sullen weer een prijs ven f. 2.50 benevens twee troostprijzen verdeelen onder hen, dte ons een goed antwoord zenden. De verdeeling der prijzen gesohtedt op een manier. waarbij alle inzenders ven goede oplossingen gelijke kanten hebben op het verkrijgen ven een der prijzen. U gelieve Uw antwoord In Ie zenden vóór f 5 October een Mr. Detective,
, . .
De hoofdprijs vsn i. 2.50 viel tan deel aan den heer M. Spltters, Eindhoven. De troostprijzen konden worden toegekend aan de beeren: P. W. Glesen, Nijmegen; KMöllholi. Schiedam.
De hoofdprijzen werden deze week verworven door: mejuffrouw Venderbos, Rotterdam; mejuffrouw Millecan, Schiedam; mejuffrouw Graalland, 's-Gravenhage; den heer J. Korver, Arnhem; den heer M. J. Franssen, 's-Gravenhage. De troostprijzen konden worden toegekend aan: mevrouw M. Rosierse, Rotterdam; mevrouw D. Morel, 's-Gravenhage; mevrouw F. v. d. Bosch-Y. Es, 's-Gravenhage; mejuffrouw L. Oosiermeljer, Amsterdam; mejuffrouw A. C. v. Drunick, 's-Gravenhage; mejuffrouw A. M. Woeiders, Amsterdam; den heer H. Brugman, Rotterdam; den heer H. F. Geiger, Amsterdam; den heer L. J. v. d. Meer, Warmond; den heer H. Koster, 's-Gravenhage; den heer D. L. Tuyl, Schiedam; den heer F. Otter, Glanerbrug; den heer L. C. Oosterhuls, Voorburg; den heer L. J. Heljstek, 's-Gravenhage; den heer G. v. d. Wiel, Nijmegen; den heer F. P. Harte, Rotterdam; den heer J. Wajer, Amsterdam; den heer H. Jager, Tweilo; den heer G. H. Peerbolte, Rotterdam; den heer D. Krook, Schiedam. Den hoofdprijs van de „Filmpuzzle" de heer C. A. Rijnties, Rotterdam.
verwierf:
De troostprijzen vielen ten deel aan: mevrouw P. v. Dijk, utrecht; mejuffrouw C. E. Dankelman, Gouda; mejuffrouw F. Feddema, 's-Gravenhage; mejuffrouw T. Tims, Schevenlngen; mejuffrouw R. Hessellng, Rotterdam; den heer P. v. d. Zwaan, Amsterdam; den heer H. G. Hogendoorn, Rotterdam; den heer H. D. Wlllebrand, Rotterdam; den heer J. C. Verheul, Amsterdam; den heer J. P. de Ruiter, 's-Gravenhage.
ONZE PRIJZEN. Voor goede oplossingen van iedere puzzle, stellen wij een prijs van ƒ2.50 benevens vier troostprijzen beschikbaar. In totaal dus deze week 7 prijzen van ƒ2.50 elk, 22 troostprijzen en 10 filmfoto's. DE OPLOSSINGEN op de in dit nummer voorkomende puzzles, enzoovoort, gelieve men voor 15 Oct. 1941 in te zenden aan Dr. Puzzelaar, Noordeinde 8, Leiden. Op enveloppe of briefkaart vermelde men duidelijk: Oplossingen Zoek en Vind 15 Oct 1941
» ^
*»-z
, I
KLEINE GESCHIEDENISJES.
• M
{ annen zijn vaak komische lui. Zoo vroeg mijnheer Vis aan mijnheer Verver: „Hoe heet u?" „Verver," zei mijnheer Verver natuurlijk. „En wat bent u?" „Kleermaker." Mijnheer Vis moest daar hartelijk om lachen. „Wat idioot," gierde hij, „u heet Verver en bfent kleermaker. . ." „Wat is daar nou voor grappigs aan?" vroeg mijnheer Verver geërgerd. „Bij u is het toch precies zoo. .." „Bij mij?" vroeg mijnheer Vis, opeens ernstig. „Hoe zoo?" „Nou, u heet Vis en u bent een ezell" ^A evrouw Muggevet jammerde: „Vroeger streek je mij ten minste nog eens onder mijn kin. . ." • Waarop mijnheer Muggevet antwoordde: „ Vroeger had je ook maar één kin. . ." ^ ijn dochter studeert in het buitenland voor zangeres," vertelde de moeder „Dat is zeer tactvol tegenover de buren," meende de gast. f*\ p uw welzijn," zei de feestredenaar en hief zijn glas op voor het bruidspaar. „En dat wij dezen dag nog maar vaak mogen vieren." „'Nou, nou," protesteerde de bruidegom geërgerd. ,,lk heb het niet over u, maar over uw bruid," zei de feestredenaar.
MET OPZET ONVOLTOOID.
Dr. H. NANNINQ'a
werken piinatillcnd ra geaezra in korten lijd de ontstoken «lijoiTliezen.
maakt het inbrengen teer gemakkelijk. Verkrijgbaar bij alle Apotheken en Drog. i f 1.50 per dcoaje van 12 stuk«
DE GRAAF OP ZIJN KASTEEL (Een denkopgave)./
•■v
Ik hoef maar één zin tè lezen, om té weten,"dat er van je heele opstel niets deugt," zei de vader verwijtend tegen zijn zoon. En hij had gelijk;'t was werkelijk klinkklare onzin, wat er In 't schrift van zijn spruit stijnd te lezen. Namelijk: ... „de krankzinnige graaf Xander md 't slot van vijf in zijn kasteel achter elkaar liggende kamerdeuren zóó nauwkeurig laten aanbrengen, dat hij door de vijf achter elkaar liggende sloten In het park kon kijken. Maar hij deed, zooals den volgenden dag bleek, ook nog iets anders dan naar. buiten kijken. Hij schoot namelijk door de vijf deursloten en door het raam van de laatste kamer in de roos van een schijf, die hij tevoren aan den ouden lindeboom had laten.- ophangen. .." „Zie Je," zoo had hij daarop triomfeerend tegen graaf Bolbeek gezegd, „zoo schiet Ik..." Maar graaf Bolbeek... y - Weet u ook, waaraan de vader zag, dat het onzlr» was, wat zijn zoon had geschreven? Antwoord: '{usejqeSues USJBM e^Booif «p)|«zap do sapajd ijoo »\p s\a 'ueSeijA uoy ua}0|s 9pua6|OAU8aja^3B JHA ap joop 'spjeeAuooA uaaB jepuo snp |«D03| u93 ispooz 'ufji uaCoqaC uee speels JHUI 'uri| a|e) -uozjjoif '3}ipaj ue» uoou s| ')6e|)e pBo>| uaa sip 'ueeq eg
GEEN VRIEND VAN BRIEVEN.
Evenals verscheidene groote kunstenaars, zooals Leonardo da Vinci, Goethe, Schiller, heeft ook Schubert eenige werken slechts onvoltooid nagelaten, en wel, behalve de onvoltooide h-mol-symphonie, een strijkkwartet in c-mol, waarvan slechts de eerste maten bestaan, de Paaschcantate „Lazarus" en de opera „Der Graf von Gleichen", waarvan slechts de eerste schetsen voorhanden zijn. De prachtige „Unvollendete" Is niet om uiterlijke, doch om innerlijke beweegredenen onvoltooid gebleven. Het lastige muzikale vormprobleem, dat de voltooiing verhinderde, drukt de muziek-aesthetica ongeveer zoo uit: een muzikale romanticus
Zetpillen tegen Aambeien
f": "«il-worstelt tevergeefs om de eenheid vandBte. klassieken vorl Wat „vorm" wórden moest, |s Slechts ÖitOMSkking, zij het sd|^ ook betooverende uitdrukking, gebleven. De thematische kracht werd door het zangerige, melodieuze thema overweldigd. En dat heeft waarschijnlijk ook Schubert zoo gevoeld, reden waarom hij het werk niet, voltooid zal hebben. V
Annonces betreffende
GENEESMIDDELEN EN GENEESWIJZEN worden In dit blad tlechli opgenomm. indien zij vooraf vooralen zijn van hat itampal „GEEN BEZWAAR" tagan da plaatsing, afgagevan door da Commltila van Contrila op da aanprijzing van Ganaaimlddalan an Ganaaiwijzan, waarvan hat Sacratarlaat Is gavastlgd:
rieven bevatten over het algemeen slechts verdrietige zaken," 'beweerde de dichter Christoph Martin Wieland, die in zijn laatste levensjaren - daaruit het practische besluit trok, geen enkelen brief meer te openen. Na zijn dood vond men in een kamer van zijn huis een groote kist, die meer dan tweeduizend ongeopende brieven bevatte. Op die manier was hij consequent alle geschreven verdrietelijkheden uit den weg gegaan. ..
B
SLECHTS ÉÉN INTERESSEERDE ZICH VOOR GOETHE'S WERK. In het Jaar 1787 werd er een inschrijving opengesteld op de eerste verzamelde werken van Goethe. Daaronder bevonden zich onder andere: Het lijden van den jongen Werther; Clavigo en Torquato Tosso. Te München was er maar één, die inteekende, en dat was... de Pruisische gezantl
ROCKEN MOEILIJK GEMAAKT. Nog in het jaar 1700 moest men in het hertogdom Jülich-Berg een bewijs koopen, indien men zich het vreedzame genot van een pijp tabak ongestraft wilde veroorloven. a
SEGBROEKLAAN 33, 'i-GRAVENHAGE
DE VLOO IS EEN FIJNPROEVER. menschenvloo, die in 'beschaafde landen bezig is uit te sterven, maar in Zuidelijke streken nog steeds een ware landplaag vormt, heeft zich gedurende den loop van zijn aardsche bestaan zoo op zijn onvrijwillige gastheeren en gastvrouwen ingesteld, dat hij nog slechts van menschenbloed leven en zich voortplanten kan. leder ander voedsel, bij voorbeeld dierlijk bloed, kan hij niet verdragen of verteren.' Zonder menschenbloed is hij gedoemd binnen korten tijd te sterven. ..
D'«
§
^//c de verkoudheidchronisch JUJ wordthelpen
meermalen perdog
DIEREN, DIE NOOIT DRINKEN. In de Libysche en Egyptische woestijn komen talrijke hagedissen voor, die tot dertig centimeter lang worden en uiterlijk veel op een krokodil lijken. Ze drinken nooit water, maar nemen de voor hun voortbestaan noodzakelijke vochten door middel van hun huid tot zich. Deze zuigt den des nachts rijkelijk vallenden en bijna als regen werkenden dauw op.
Vergroote opname van een vlinderkop.
Deze vreemde vormen zijn kristallen van Ureniumnitraat, in sterk vergroote opname. Wit mocht denken In de film „Wonderen der Natuur" wonderen in de beteekenis van mirakelen te zullen zien, zal bedrogen uitkomen. Of-misschien ook verrast. Imners, de natuur bevat zooveel wonderen, dat wij telkens weer 4 oor nieuwe staan. En terwijl eenerzijds de mensch steeds meer an de natuur afgroeit, maakt anderzijds de vooruitgang van de echniek het mogelijk, dat wij wonderen der natuur aanschouen, die wij anders nooit zouden zien. Ook de film kan hierbij leen belangrijke rol spelen. Al geeft zij ons dan niet de innige 'aanraking met de natuur, verbonden aan het zélf buiten zijn, aan het zélf waarnemen, zij kan ons toch. het natuurgebeuren toonen in een zoo gunstigen vorm, als het den waarnemer, die niet over buitengewoon veel tijd en ervaring beschikt, slechts zelden kan gebeuren. Wij denken hierbij onder anderen aan de vertraagde en de versnelde film. En dan heeft de film nog het onschatbare voordeel, dat zij een vrijwel onbeperkt aantal menschen kan bereiken. Deze cultureele beteekenis van de film is lang op den achtergrond gebleven en, al is zij groeiende, ook tegenwoordig is de kring van belangstellenden voor de documentaire film nog zeer klein naar verhouding tot die voor een speelfilm. Daarom zijn de menschen, die documentaire films maken, altijd een soort pioniers. Eén van die pioniers is onze landgenoot J. C. Mol. Uit zijn schier onuitputtelijken voorraad opnamen op natuurhistorisch gebied is door de N.V? Multi-Film een nieuwe serie samengesteld, die evenals enkele vroegere series weer „Wonderen der Natuur" is genoemd. Zij licht hier en daar een tipje op van den sluier, die voor den gewonen waarnemer over veel wonderlijks in de natuur ligt. Wanneer de lente In aantocht is, ontwaakt bij menigeen weer de liefde Voor de natuur. Met vreugde zien we hoe de eerste bloemen zich ont'plooien. En al gauw komen dan de insecten. Tot dank voor den honing, dien zij als voedsel krijgen, bevruchten zij de bloemen. Ook in het insectenleven is er strijd, hetzij om een wijfje, hetzij om voedsel. Na enkele van die vechtpartijen te hebben bijgewoond, brengen we een bezoek aan het Aquarium van Artis. Deze filmbeelden zijn opgenomen met een bijzondere verlichting, waardoor de sprookjesachtige sfeer van het onderwater-leven geheel is bewaard gebleven. Goudzeelten, riet- en ruischvoorns, koraal- en maanvischjes glijden aan ons oog voorbij. We zien visschen, die we niet anders kennen dan van onze tafel, zooals tarbotten, kabeljauwen en ponen. Maar behalve de weterbewoners, die we met het bloote oog kunnen zien, herbergt het water nog een onnoemelijk aantal wezens, die we alleen door het microscoop kunnen waarnemen. We stellen ons voor, dat onze afmetingen tienduizend maal zoo klein zijn als in werkelijkheid en dalen af in een vijver tusschen eendenkroos. We maken kennis met pantoffel- en klokdiertjes, met kogel- en raderdiertjes. Dit zijn allemaal eencellige wezentjes, dit wil zeggen al hun levensfuncties, zooals zich voeden, zich voortbewegen en zich voortplanten, worden door die ééne cel verricht. Sommige kolonies klokdiertjes zitten op een gemeenschappelijken steel vast. Dan kunnen zij meer voedsel verzamelen en zijn zij beter beschut tegen vijanden. Zoo'n kolonie reageert in haar geheel op gevaar: een oervorm dus van de gemcenschapsgedachte. We ontmoeten ook Daphnia, de heelemaal doorzichtige watervloo, die maar liefst twintig,
Een bloeiende meidoorn, eerste phase.
In het hart van een lelie. \
(FOTO'S
MuHi.FUm)
op een bol gerangschikte, oogen heeft. In de broedruimte op haar rug maakt een jong zwemoefeningen, wat moeder danig schijnt te kriebelen. Of nu een cel alle levensfuncties moet verrichten, zooals bij de bovengenoemde wezentjes, of dat hij gespecialiseerd is, zooals bij de hooger ontwikkelde wezens, toch zijn alle cellen in principe gelijk. We zien cellen van de meeldraden van de Tradescantia, van de waterpest en van de kikkerbeet. Soms komen we op onze zwerftochten bewegingen van doode stof tegen, die een treffende gelijkenis vertoonen met die van levende wezens. Zoo bouwen zich bij het uitkristalllseeren van sommige chemische stoffen patronen van waarlijk sprookjesachtige schoonheid voor onze oogen op. Merkwaardige bewegingen laten ons de vloeibare kristallen zien en één'daarvan doet ons weer denken aan een wezentje, dat op de grens leeft tusschen plant en dier. In het voorjaar en in den zomer leeft dit eencellige wezen op zichzelf en beweegt zich voort door voort te vloeien. Maar in den herfst weet het door een onverklaarbaar instinct soortgenooten te vinden en dan smelten zij tot de slijmzwam samen. Ongeveer gelijk in gedaante aan dit merkwaardige diertje is het witte bloedlichaampje van ons eigen bloed. Dit vloeit om een voorwerp, dat niet in ons bloed thuishoort, heen en verteert het. Nu we toch mei ons bloed bezig zijn — de film laat ons ook de ontwikkeling van de malaria zien, de gevreesde ziekte, die de roode bloedlichaampjes aantast. We zien de ontwikkeling van de mug en we hooren welke muggen gevaarlijk zijn en welke niet. En dan komen er weer opgewekter beelden. We zien knoppen zich ontvouwen tot bloemen en bladeren; een seringenknop gaat open en vertoont daarbij merkwaardige groeibewegingen. Hetzelfde zien we bij een varen, die haar bladeren ontrolt. Zeer interessant is de wijze, waarop de heggerank zich een houvast schept. Stoot een hechtspriet tegen een takje aan, dan hecht zij zich daaraan vast, doordat haar buitenste cellen harder gaan groeien dan de binnenste. Dan komt er een dubbele spiraal in de spriet en zoo wordt de rank naar het takje toegetrokken. Nog een laatste wonder, de ontwikkeling ven rups tot vlinder, en we zijn aan het einde van onzen zwerftocht gekomen. En het aanschouwen van deze wonderen, al waren het er dan ook maar enkele uit een oneindig aantal, heeft er toe bijgedragen onzen blik op de natuur en het leven om ons heen te verruimen.
— *.
***&: ■ä
/
: 1 '' 'i Alm &! , t
lm
é
.^ -.
11N
^
.-^y •ah^
.*-^l
•«^ WtiÊB
O M
1-
\V
I O •o O w
■\
- •
"1
» O M
3w
É
Ë
■
* i