Teylingen Dorp Voorhout
bestemmingsplan
rboi adviseurs ruimtelijke ordening
Teylingen Dorp Voorhout
bestemmingsplan
identificatie
planstatus
identificatiecode:
datum:
status:
NL.IMRO.1525. BP2008VHT08001-0401
24 april 2008 11 mei 2010 26 november 2010
concept voorontwerp ontwerp vastgesteld
projectnummer:
R.008/04
203.13399.00 opdrachtleider:
Opdrachtgever:
mw. mr. C.T. Ploeger
Gemeente Teylingen
gecertificeerd door Lloyd’s conform ISO 9001: 2000
aangesloten bij:
RBOI - Rotterdam bv Delftseplein 27b Postbus 150 3000 AD Rotterdam telefoon (010) 201 85 55 E-mail:
[email protected]
© RBOI-Rotterdam bv Niets uit dit drukwerk mag door anderen dan de opdrachtgever worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder toestemming van RBOI-Rotterdam bv, behoudens voorzover dit drukwerk wettelijk een openbaar karakter heeft gekregen. Dit drukwerk mag zonder genoemde toestemming niet worden gebruikt voor enig ander doel dna waarvoor het is vervaardigd.
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Inhoudsopgave
Toelichting
5
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Inleiding 1.2 Aanleiding 1.3 Ligging plangebied 1.4 Vigerende bestemmingsplannen 1.5 Planvorm 1.6 Leeswijzer
5 5 5 5 7 7 7
Hoofdstuk 2 Gebiedsvisie 2.1 Beleidskader 2.2 Ruimtelijk-functionele structuur 2.3 Gebiedsvisie
9 9 15 30
Hoofdstuk 3 Juridische planbeschrijving 3.1 Algemeen 3.2 Inleidende regels 3.3 Bestemmingsregels 3.4 Algemene regels 3.5 Overgangs- en slotregel
31 31 32 32 37 38
Hoofdstuk 4 Onderzoek 4.1 Bedrijven en milieuzonering 4.2 Externe veiligheid 4.3 Kabels en leidingen 4.4 Verkeerslawaai 4.5 Luchtkwaliteit 4.6 Archeologie en cultuurhistorie 4.7 Bodem 4.8 Ecologie 4.9 Water 4.10 Duurzaam bouwen
39 39 40 43 43 45 47 49 49 54 60
Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid 5.1 Economische uitvoerbaarheid 5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 5.3 Handhaving
63 63 63 64
Bijlagen Bijlage 1 Bedrijveninventarisatie Bijlage 2 Toelichting op de aanpak van milieuzonering met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' Bijlage 3 Toelichting op de Staat Horeca-activiteiten Bijlage 4 Akoestisch onderzoek Bijlage 5 Inspraak- en overlegnota Bijlage 6 Bezonningsstudie Park Overbosch Bijlage 7 Akoestische aspecten wijzigingsbevoegdheden Herenstraat Bijlage 8 Notitie ontsluiting Park Overbosch
65 66
2
67 68 69 70 71 72 73
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Regels
75
Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2
Inleidende regels Begrippen Wijze van meten
Hoofdstuk 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19
Bestemmingsregels Bedrijf Centrum Gemengd - 1 Gemengd - 2 Groen Kantoor Maatschappelijk Sport Tuin Verkeer Verkeer - Verblijfsgebied Water Wonen - 1 Wonen - 2 Wonen - 3 Waarde - Archeologie Waterstaat - Waterkering
93 93 95 98 102 105 106 107 108 109 111 112 113 114 117 120 122 124
Hoofdstuk 3 Artikel 20 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23 Artikel 24
Algemene regels Antidubbeltelregel Algemene bouwregels Algemene afwijkingsregels Algemene wijzigingsregels Overige regels
125 125 126 127 128 130
Hoofdstuk 4 Artikel 25 Artikel 26
Overgangs- en slotregel Overgangsregels Slotregel
131 131 132
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' Staat Horeca-activiteiten
133 134 135
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
77 77 90
3
bestemmingsplan Dorp Voorhout
4
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Toelichting Hoofdstuk 1 1.1
Inleiding
Inleiding
Dit hoofdstuk bevat informatie over het plangebied, de aanleiding voor de actualisering, de vigerende plannen, de planvorm en de leeswijzer.
1.2
Aanleiding
Het bestemmingsplan Dorp Voorhout is opgesteld in het kader van het door het college vastgestelde Programma actualisering bestemmingsplannen 2007-2012. De gemeente Teylingen wil minder bestemmingsplannen, maar die wel een uniforme regeling en vormgeving kennen en klaar zijn voor digitale toepassingen. De gemeente Teylingen speelt daarmee in op de Wet ruimtelijke ordening (Wro), die op 1 juli 2008 in werking is getreden. In de Wro is de bestaande actualiseringsplicht aangescherpt en heeft het digitale bestemmingsplan bindende status ten opzichte van de papieren weergave ervan. Digitaal werken stelt daarbij nieuwe eisen aan standaardisering van 'verbeelding en regels' als een set geografisch begrensde objecten met bepaalde kenmerken. Daarnaast zijn in het plangebied in de loop der jaren veel bouwplannen gerealiseerd en hebben zich andere (beleids)ontwikkelingen voorgedaan die de noodzaak van een nieuw bestemmingsplan onderstrepen. De bevolking in de kern Voorhout groeit door woningbouwprojecten als Hooghkamer en Nieuw Boekhorst de komende jaren door naar circa 18.700 inwoners. Dit stelt nieuwe eisen aan de voorzieningen in het centrum. Daartoe is een herijking van de Structuurvisie Centrum Voorhout 2001 door middel van een stedenbouwkundige visie opgesteld, waarin de ontwikkelingsmogelijkheden aan de Herenstraat opnieuw zijn beoordeeld. Deze visie is meegenomen in het voorliggende bestemmingsplan Dorp Voorhout.
1.3
Ligging plangebied
Het plangebied betreft globaal de kern Voorhout tussen de spoorlijn Haarlem-Leiden en de Leidsevaart en het Broederhuis (thans Buitenplaats) Nieuw Schoonoord en het Teylingencollege locatie Voorhout aan de westzijde van de Leidsevaart. Het zuiden van het plangebied wordt begrensd door het sport- en recreatiegebied Elsgeest. De exacte begrenzing van het plangebied is weergegeven in figuur 1.1.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
5
bestemmingsplan Dorp Voorhout
6
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
1.4
Vigerende bestemmingsplannen
Voor het plangebied vigeren de volgende bestemmingsplannen: Tabel 1.1 Vigerende bestemmingsplannen bestemmingsplan
vastgesteld
goedgekeurd
Bestemmingsplan Dorp 1959
18-09-1959
05-09-1960
Bestemmingsplan Dorp 1973
18-01-1973
19-09-1973
19-04-1979
30-09-1980
Bestemmingsplan Spoorlaan II, 1 herziening
15-11-1990
16-04-1991
Bestemmingsplan Landelijk Gebied 1992
15-10-1992
08-06-1993
Uitwerkingsplan Schoonoord
08-02-1984
20-03-1984
Bestemmingsplan Dorp 1978 e
1.5
Planvorm
Dit plan is voornamelijk gericht op beheer van de bestaande situatie. Daarnaast wordt een nieuwe ontwikkeling mogelijk gemaakt bij Park Overbosch en zijn vier wijzigingsbevoegdheden opgenomen ten behoeve van de reconstructie van het gebied rond de Herenstraat. Tot slot is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om in afwijking van de verleende bouwvergunning voor 4 woningen, ten hoogste 7 woningen te realiseren ter plaatse van de nieuwbouwlocatie aan de Boerhaavestraat.
1.6
Leeswijzer
Het bestemmingsplan Dorp Voorhout bestaat uit een toelichting, de planregels en een verbeelding. De toelichting is als volgt opgebouwd: In Hoofdstuk 2 komt de gebiedsvisie aan de orde. Er wordt ingegaan op de conclusies van het beleidskader. Ook wordt een samenvatting gegeven van de ruimtelijke en functionele bouwstenen voor het plan. Deze twee tezamen leiden tot de ruimtelijk-functionele gebiedsvisie voor het behoud en beheer van de ruimtelijke kwaliteit in het plangebied met ruimte die aan autonome ontwikkelingen kan worden geboden. In Hoofdstuk 3 wordt dieper ingegaan op de planvorm en de achtergrond bij de regels die zijn opgenomen voor de verschillende bestemmingen. Vervolgens wordt in Hoofdstuk 4 het onderzoek op het gebied van milieu, ecologie, archeologie en cultuurhistorie en water besproken. Tot slot wordt in Hoofdstuk 5 de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan aangetoond en wordt ingegaan op de reacties uit het artikel 3.1.1 Bro-overleg.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
7
bestemmingsplan Dorp Voorhout
8
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Hoofdstuk 2
Gebiedsvisie
2.1
Beleidskader
2.1.1
Rijksbeleid
Realisatieparagraaf nationaal ruimtelijk beleid (2008) In juni 2008 heeft het kabinet de Realisatieparagraaf Nationaal ruimtelijk beleid vastgesteld welke is toegevoegd aan de Nota Ruimte. Deze paragraaf geeft inzicht in welke nationale belangen het kabinet heeft gedefinieerd en op welke wijze het Rijk deze wil verwezenlijken. In het bijzonder welke belangen zullen worden gewaarborgd in de AMvB Ruimte. De Realisatieparagraaf beschrijft enerzijds voor de Nota Ruimte hoe het beleid van de PKB-teksten worden gerealiseerd en anderzijds voor de andere vigerende ruimtelijke nota's hoe de PKB-teksten, die zijn bedoeld door te werken tot op lokaal niveau, worden gerealiseerd. Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten in steden en dorpen maakt het mogelijk functies bij elkaar te brengen waardoor het draagvlak voor voorzieningen en arbeid, zorgtaken en ontspanning beter te combineren zijn. Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten vereist een in onderlinge samenhang optimale benutting van het bestaande bebouwde gebied en tegelijk nieuwe bebouwing daar buiten. Volgens de Realisatieparagraaf dient in bestaand stedelijk gebied optimale benutting van bestaand bebouwd gebied plaats te vinden om verrommeling een halt toe te roepen. Hierdoor neemt de noodzaak af om open ruimte te gebruiken voor bebouwing. Het wordt moeilijker gemaakt om nieuwbouw in het buitengebied te realiseren. De bundelingsdoelstellingen uit de Nota Ruimte blijven actueel. Het Rijk toetst of provincies het bundelingsbeleid voor verstedelijking en economische activiteiten in het provinciale en regionale ruimtelijke beleid opnemen. Het ontwikkelingsperspectief is erop gericht de ruimtelijke, culturele en economische diversiteit van de ruimtevraag binnen de Randstad, waar de kern Voorhout deel van uitmaakt, op te vangen. In de Randstad moet tussen 2010 en 2030 rekening worden gehouden met een vraag naar 360.000 tot 440.000 woningen. Een deel van de woningen kan worden gebouwd door 'verdichting' in bestaand stedelijk gebied. Het streefgetal voor de realisatie van woningen en arbeidsplaatsen in het bestaand bebouwd gebied van stedelijke netwerken is 40% van het totale uitbreidingsprogramma, hoewel het Rijk rekening houdt met 25% op basis van de tegenvallende praktijk. Een optimale benutting van het bebouwd gebied blijft van groot belang. 2.1.2
Provinciaal beleid
Provinciale Structuurvisie provincie Zuid-Holland (2010) Een concurrerend, aantrekkelijk internationaal profiel, een duurzame en klimaatbestendige deltaprovincie, divers en samenhangend stedelijk netwerk, stad en land verbonden en een vitaal, divers en aantrekkelijk landschap, dat zijn de vijf integrale ruimtelijke hoofdopgaven die de basis vormen voor de structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland'. Deze zijn door Gedeputeerde Staten vastgesteld in de nota 'Provinciaal Belang'. De structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland' vervangt het interimbeleid op basis van de huidige vier streekplannen in Zuid-Holland. Met de vaststelling van de provinciale structuurvisie en de provinciale Verordening Ruimte wordt aansluiting gezocht bij de instrumenten uit de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Het ontwerp is vastgesteld op 29 april 2009 en gewijzigd vastgesteld op 20 april 2010. In de Structuurvisie wordt onder meer de realisering van een hoogwaardig openbaarvervoernet beschreven waarbij de kern Voorhout onderdeel uitmaakt van de Stedenbaan. De Stedenbaan bestaat uit de spoorlijnen Haarlem - Leiden - Den Haag - Delft - Rotterdam - Dordrecht, alsmede Den Haag Gouda en Rotterdam - Gouda. Bestaande en geplande stations aan deze railverbindingen vormen samen met het Zuidvleugelnet (bovenregionaal openbaarvervoernet) een belangrijke motor voor de ruimtelijke differentiatie in woon- en werkmilieu's. Het plangebied wordt dan ook op de kwaliteitskaart aangegeven als een dorps-/stadsgebied met een hoogwaardig openbaarvervoersnet, zie figuur 2.1.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
9
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Figuur 2.1 Uitsnede kwaliteitskaart OntwerpProvinciale Structuurvisie Verordening Ruimte (2010) De Ruimtelijke Provinciale Verordening is vastgesteld door GS op 20 april 2010.De Verordening is een beleidsmatige vertaling van structuurvisie naar verordening waarin onder andere is vastgelegd dat er in principe geen verstedelijking buiten bebouwingscontouren (geen nieuwe vestiging of uitbreiding van stedelijke functies, intensieve recreatieve functies of bebouwing voor extensieve recreatieve functies) mag plaatsvinden. Alleen onder bepaalde voorwaarden kunnen bebouwingscontouren worden aangepast. Tevens mag er geen nieuwe detailhandel en niet meer dan 10% uitbreiding van bestaande detailhandel buiten centra gerealiseerd worden. Voor de Duin- en Bollenstreek is er een specifieke uitzondering gemaakt met betrekking op de bebouwingscontouren (artikel 2, lid 5). Hieruit blijkt dat er in het kader van het Pact en Offensief van Teylingen ruimte gereserveerd is voor een in te voegen bepaling over de bouw van 600 woningen in de genoemde regio. 2.1.3
Regionaal beleid
Regionale Structuurvisie Holland Rijnland 2020 Op 24 juni 2009 is de Regionale Structuurvisie Holland Rijnland vastgesteld door het Algemeen Bestuur van Holland Rijnland. Deze bestaat uit de gemeenten Alkemade, Hillegom, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude.
10
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Figuur 2.2 Uitsnede RSV 2020 Met de Regionale Structuurvisie kiezen de Holland Rijnland-gemeenten koers voor de ruimtelijke inrichting van de gelijknamige regio. In de visie zijn een aantal keuzes gemaakt die de samenhang tussen de grote deelgebieden van de regio verbeteren: de Bollenstreek, de kustzone, het stedelijk gebied en Veenweide en Plassen. In de Regionale StructuurVisie van Holland Rijnland wordt inzicht gegeven in de ruimtelijke ontwikkelingen tot 2020 (met doorkijk naar 2030). Op basis van deze visie worden de volgende zeven kernbeslissingen geformuleerd. Deze kernbeslissingen geven de belangrijkste keuzes weer. 1. Holland Rijnland is een top woonregio. 2. Leiden vervult een regionale centrumfunctie. 3. Concentratie van stedelijke ontwikkeling. 4. Groenblauwe kwaliteit staat centraal. 5. De Bollenstreek en Veenweide en Plassen blijven open. 6. Twee speerpunten voor economische ontwikkeling: Kennis en Greenport. 7. De verbetering van de regionale bereikbaarheid.
Intergemeentelijke structuurvisie Greenport Bollenstreek De raden van de zes greenportgemeenten hebben op 10 december (Hillegom) en op 17 december 2009 (Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen) de Intergemeentelijke structuurvisie Greenport Bollenstreek vastgesteld. De structuurvisie vervangt het 'Pact van Teylingen' en het 'Offensief van Teylingen'. De ISG is voor de greenportgemeenten van de Duin- en Bollenstreek een wettelijk zelfbindend kader voor gewenste ruimtelijke ontwikkeling in het buitengebied tot 2030 en geldt als toetsingskader voor toekomstige bestemmingsplannen. De onlangs opgerichte Greenport Ontwikkelingsmaatschappij (GOM) B.V. zal samen met de aandeelhoudende greenportgemeenten verder vormgeven aan de inhoud en uitvoering van het meerjarenprogramma, dat voortvloeit uit de ISG. De ISG is gericht op het creëren van een vitale Greenport met een vitaal landschap. Hiervoor zijn de volgende ambities en uitgangspunten opgesteld: de economische herstructurering van de Greenport centraal staat; de gemeenten de herstructureringsopgave zullen combineren met landschapsverbetering; de gemeenten verdergaande verrommeling van het landschap tegengaan; met het uitvoeren van de woningbouwopgave, zoals in de Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek overeen is gekomen, de maximale woningbouwbijdrage van de Duin- en Bollenstreek bereikt is; e de gemeenten het areaal aan 1 klas bollengrond van 2.625 ha duurzaam moeten handhaven, hoewel zij met het herstructureringsproces tijdelijke krimp onder nader te bepalen voorwaarden (waaronder harde tijdgebonden compensatiegaranties) toestaan;
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
11
bestemmingsplan Dorp Voorhout
primaire greenportfuncties, zoals bollencluster, vaste planten, bloemencluster en toerisme (inclusief greenportgerelateerde handel en dienstverlening), krijgen bij conflicterende ruimteclaims prioriteit boven niet primaire greenportfuncties, zoals overige landbouw en veeteelt.
Programma van Afspraken Toekomst Duin- en Bollenstreek en Leidse regio (2002) De Leidse Regio, de Duin- en Bollenstreek en de provincie kiezen voor een behoedzame en duurzame ontwikkeling op alle gebieden. Dit houdt een koerswijziging in wat betreft het ruimtebeslag van infrastructuur, wonen en werken: van 'groei door meer ruimtebeslag' naar 'groei door slim, intensief, meervoudig en duurzaam gebruik van de ruimte'. In deze optiek is een groter ruimtebeslag hiervoor slechts bespreekbaar indien mogelijkheden tot betere benutting van bestaande locaties uitgeput zijn. Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek (2006) Tussen 2020 en 2030 moeten in de hele regio Holland Rijnland circa 14.000 woningen worden gebouwd waarvan 4.000 in de vijf bollengemeenten. In de Gebiedsuitwerking wordt ten aanzien van het wonen een viersporig beleid voorgesteld. Het eerste spoor is bouwen binnen de rode contouren. Een tweede spoor is het intensiveren van het Offensief van Teylingen. Het derde spoor is ontwikkeling van stationslocaties in lijn met de Stedenbaangedachte. Als vierde spoor ten slotte bestaat de mogelijkheid om te komen tot uitleglocaties aan de rand van bestaande kernen. 2.1.4
Gemeentelijk beleid
Toekomstvisie (2008) Op 13 maart 2008 is de Toekomstvisie Vitaal en Vernieuwend voor de gemeente Teylingen door de gemeenteraad vastgesteld. Om de vitaliteit van Teylingen ook op lange termijn te behouden en zo mogelijk te versterken zijn de volgende speerpunten in het beleid van belang: streven naar zoveel mogelijk behoud van de identiteit van de kernen; stimuleren van de leefbaarheid met een accent op sociale cohesie in de drie kernen. Hieronder valt ook het versterken van het aanwezige winkelbestand; het afstemmen van de onderwijsvoorzieningen binnen de gemeente aan de behoefte. Het bevorderen van de totstandkoming van ontmoetingsruimten voor alle inwoners van de gemeente met een accent op ouderen en mensen met een lichamelijke en of psychische beperking; benutting van woningbouwmogelijkheden in de kernen, met name met het oog op de instandhouding van voorzieningen; ter bevordering van de zelfstandigheid van ouderen moeten er betaalbare levensloopbestendige woningen worden gebouwd, zo mogelijk in woonzorgzones en dichtbij voorzieningen; stimuleren van een goede samenwerkingsstructuur in de zorg, waarbij onder meer op maat gesneden arrangementen van wonen, welzijn en zorg worden aangeboden; zorg dragen voor voldoende beschikbare en betaalbare woonruimte voor jongeren. Specifiek voor de Herenstraat in het centrum van Voorhout zijn de volgende doelstellingen opgenomen: opwaardering van het kernwinkelgebied; onderzoek naar het ontwerp voor het Dorpsplein (evenementen); selectief hoger bouwen op zorgvuldig gekozen locaties.
12
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Figuur 2.3 Kaart Toekomstvisie Vitaal & Vernieuwend Woonvisie Teylingen 2008-2020 Parallel aan de Toekomstvisie is een Woonvisie opgesteld als een belangrijke uitwerking om de doelen uit de Toekomstvisie te concretiseren en te realiseren. Gemeente Teylingen wil een gemeente zijn waarin het goed wonen is in een dorpse sfeer met voldoende voorzieningen voor verschillende leeftijdsgroepen. Daarbij is bereikbaarheid voor huishoudens met verschillende inkomensniveau's van belang en dienen identiteiten van de drie kernen behouden en versterkt te worden waarbij ook ruimte op eigen grondgebied beschikbaar blijft voor recreatie, natuur en bedrijvigheid (waaronder de bollenteelt). Voor de bestaande woningvoorraad moet de kwaliteit op peil blijven en verbeteren. In de nieuwbouwstroom wil de gemeente zo gericht mogelijk woningen toevoegen, met als doel meer balans in de totale woningvoorraad aan te brengen. Daarbij is flexibiliteit een belangrijk begrip: woningen die gebouwd worden moeten voldoen aan de huidige woningbehoefte, maar ook aan die op de middellange en lange termijn. Dit vraagt om een lange termijnvisie bij de commerciële en maatschappelijke ontwikkelaars. De Woonvisie schetst de gemeentelijke kijk op het wonen voor de periode tot 2020. Voor de toekomstige ontwikkeling staan de volgende beleidsdoelstellingen centraal: 1. Het inzetten van instrumenten om het gat tussen huur en koop te verkleinen. 2. Het bouwen voor jonge starters, gehandicapten en senioren op de woningmarkt. 3. Het bouwen van sociale en middeldure huurwoningen en goedkope en middeldure koopwoningen. 4. Het faciliteren van de vraag naar dure huur- en meergezinswoningen (senioren) en ruimere eengezinswoningen. 5. Het verbeteren van de kwaliteit van de woonomgeving in de bestaande woningvoorraad. 6. Bij woningbouw het maximaal en kwalitatief goed benutten van de mogelijkheden die de uitbreidingslocaties binnen de rode contouren bieden. Bovendien het transformeren en mogelijk daarbij verdichten binnen de bestaande bebouwde gebieden. Stedenbouwkundige visie Herenstraat, herijking Structuurvisie centrum 2001 (2010) In de Stedenbouwkundige visie Herenstraat waarmee de gemeenteraad op 4 februari 2010 met wijziging van de in de visie genoemde maximale bouwhoogte heeft ingestemd (en dat een herijking is van de Structuurvisie Centrum 2001) zijn de ontwikkelingsmogelijkheden aan de Herenstraat opnieuw beoordeeld zodat het gebied tussen beide nieuwe centrumcomplexen (ten oosten en westen van de spoorlijn Leiden-Haarlem) werkelijk de brugfunctie zoals bedoeld in de structuurvisie zowel ruimtelijk als functioneel zal kunnen gaan vervullen. Deze visie geldt als onderlegger voor het bestemmingsplan Dorp Voorhout.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
13
bestemmingsplan Dorp Voorhout Haltermodel Het streven is er op gericht om het centrum van het dorp herkenbaarder te maken en de bestaande en nieuwe publiektrekkende functies in een compact gebied te bundelen. Uitgangspunt voor de ruimtelijke visie op het centrumgebied is het ‘haltermodel’, zoals dit is beschreven in de structuurvisie 2001. Dit model gaat uit van twee bronpunten die verbonden zijn door een ruimtelijk-functionele lijn/strip. De beide bronpunten liggen op een loopafstand van elkaar en de afstand is aantrekkelijk genoeg voor winkelend publiek om van het ene punt naar het andere te gaan. De route wordt het beste daarom geflankeerd door publiektrekkende functies. In de structuurvisie wordt vooral ingezet op de realisatie van de beide bronpunten die destijds in 2001 nog niet bestonden. Nu deze beide centrumcomplexen gerealiseerd zijn dient de aandacht gericht te worden op de volgende fase, namelijk de kwalitatief goede verbinding tussen de beide bronpunten. Ontwikkeling detailhandelsstructuur Het winkelaanbod in het centrum van Voorhout moet verder uitgebreid worden om vooral de centrumfunctie te behouden met het oog op de groei van het aantal inwoners de komende jaren. Er zullen niet alleen nieuwe winkels bij moeten komen, ook bestaande vestigingen moeten kunnen groeien. De uitbreiding van de winkelmeters in Voorhout moet voornamelijk in het centrum plaatsvinden. Een ruim aanbod aan winkels in niet dagelijkse goederen profiteert van de aantrekkende werking van het winkelaanbod in dagelijkse goederen. Deze wisselwerking tussen beide detailhandelssectoren werkt versterkend voor het functioneren van het centrumgebied als geheel. Door nieuwe winkelunits te realiseren in het centrumgebied, ontstaat fysieke ruimte voor bestaande aanbieders om te verhuizen naar een grotere winkel en kunnen nieuwe aanbieders de gaten opvullen. Dit betekent nieuwe dynamiek in het centrum van Voorhout. Deelgebieden In het stedenbouwkundig plan worden twee deelgebieden onderscheiden, namelijk het gedeelte tussen Herenstaete en de spoorlijn (het kernwinkelgebied) enerzijds en het gedeelte tussen Herenstaete en de Schoonoord (het aanloopgebied) anderzijds. Voor beide deelgebieden van de Herenstraat zal getracht worden om stijlkenmerken, materiaalgebruik en sfeer van de panden die enige authenticiteit hebben te verzamelen en toe te passen in de nieuwe bebouwing, juist om het karakter van de Herenstraat te behouden en zelfs te verbeteren. Het beeldkwaliteitskader voor herontwikkelingslocatie is opgenomen in paragraaf 2.2.3. Voor het kernwinkelgebied zijn de volgende beleidsdoelstellingen opgesteld: uitbreiding van publiektrekkende vestigingen en van het etalagefront aan beide zijden van de Herenstraat waarbij winkels in dagelijkse goederen en winkels die belang hebben bij passanten zich met name in het kernwinkelgebied vestigen; publiektrekkende functies op 'strategische zichtlocaties' in de Herenstraat, zoals de locatie rond de Prins Bernardstraat (tegenover de kerk); de locatie rond Prins Bernardstraat (veld 3a en 3b) per veld integraal ontwikkelen zodat een sterke functionele én ruimtelijke verbinding tot stand komt. Hierbij zijn kleine losse pandjes niet gewenst vanwege het missen van vloeroppervlak en flexibiliteit voor indeling van de plint. Tevens zal parkeren adequaat opgelost moeten worden om bij te dragen aan intensiever grondgebruik in het centrum van Voorhout en overloop in de bestaande openbare ruimte tegen te gaan; woonfunctie op verdieping aanmoedigen waardoor de Herenstraat ook op tijden dat winkels gesloten zijn zal ogen als een vriendelijke straat en de sociale veiligheid gewaarborgd blijft; indeling openbare ruimte Herenstraat als voetgangersgebied en voor winkelend publiek makkelijk oversteekbare straat; terrassen en andere verblijfmogelijkheden in de openbare ruimte; inpassing bus en doorgaand autoverkeer Herenstraat; bij nieuwe planologische ontwikkelingen zullen parkeerplaatsen in het openbaar gebied zoveel mogelijk verdwijnen, waarbij in eigen parkeerbehoefte voorzien dient te worden en parkeren geclusterd opgelost moet worden op strategische plekken (met name ondergronds); maximale bouwhoogte vier bouwlagen, waarvan de vierde laag onder een individuele dwarskap of als een set-back op 3 m uit de bouwgrens langs de Herenstraat, met een goothoogte van 10 m en een bouwhoogte van 14 m, waarbij een accent tot 15 m, geen bouwlaag zijnde is toegestaan. Deze hogere wanden zorgen voor een echter centrumstraat met een dorpse allure; maximale bouwhoogte van drie bouwlagen aan de Prins Bernardstraat en de Irenestraat;
14
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
bouwgrens aan de openbare ruimte van de Herenstraat.
Voor het aanloopgebied zijn de volgende beleidsdoelstellingen opgesteld: naast wonen zijn ondersteunende functies, zaken voor specifieke diensten en producten, toegestaan; detailhandel in bestaande winkelpanden in dagelijkse goederen is toegestaan om het kernwinkelgebied aan te vullen, evenals horeca mits dit geen overlast voor de omgeving oplevert; bestaande centrumvoorzieningen langs de Herenstraat mogen gehandhaafd worden, detailhandel in de tweede linie (PLUS) zal verdwijnen; omzetting van de centrumvoorziening naar wonen of kantoor (zonder baliefunctie) is toegestaan; het aanloopgebied hoeft niet te bestaan uit een sterk aaneengesloten winkelfront; handhaven van individuele (dorpse) karakter van de bebouwing; handhaven van bebouwing die kenmerkend en exemplarisch is voor de tijd waarin deze is gerealiseerd; maximale bouwhoogte twee bouwlagen met een kap of de bestaande situatie als deze hoger is; indeling van de openbare ruimte van de Herenstraat is gericht op autoverkeer in twee richtingen, waar mogelijk gestoken parkeren of langsparkeerplaatsen.
Figuur 2.4 Ruimelijke en functionele analyse
2.2
Ruimtelijk-functionele structuur
In deze paragraaf wordt de ruimtelijke en de functionele opbouw van Dorp Voorhout beschreven. Historisch ruimtelijke opbouw Voorhout is ontstaan rond het jaar 1000 met de bouw van een christelijke kapel. Het lag in een weids en bebost gebied dat zich uitstrekte van Lisse tot Rijnsburg/Oegstgeest en van Katwijk/Noordwijk tot Sassenheim. De enkele malen herbouwde en verbouwde N.H.-kerk vormt het oudste bouwwerk van Voorhout.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
15
bestemmingsplan Dorp Voorhout e
Lange tijd was van een echt dorpscentrum geen sprake. Het dorp kwam pas in de loop van de 19 eeuw tot ontwikkeling door een concentratie van lintbebouwing rond de huidige Herenstraat. De Herenstraat e kende aan het einde van de 19 eeuw slechts één zijstraat met enige bebouwing: de Dinsdagse Wetering. Later kwam er een tweede zijstraat bij: de Boekhorstlaan. Het dorp groeide vanuit deze twee concentraties: enerzijds vanaf de Leidsevaart langs de Herenstraat, verder langs de Dinsdagse Wetering en anderzijds vanaf de N.H.-kerk langs de Herenstraat in de richting van de Boekhorstlaan. In e e de loop van de 19 en 20 eeuw verdichtte de bebouwing zich tot een lint van boerderijen, herenhuizen, arbeiderswoningen en winkels langs de Herenstraat, met als meest in het oogspringende bouwwerk de r.k.-kerk uit 1881. De bevolking groeide in 1880 langzaam naar ongeveer 1.100 inwoners. e Vanaf de jaren 50 van de 20 eeuw zijn, onder invloed van de groei van het centrum, veel oude woningen en boerderijen gesloopt om plaats te maken voor moderne winkelpanden. Desondanks is in het bestaande lint van bebouwing langs de Herenstraat nog steeds sprake van panden met een uiteenlopende bouwgeschiedenis. e Langs de Boekhorstlaan zijn nog relatief veel woonhuizen en panden van begin 20 eeuw aanwezig. Ook het gebied langs de Herenstraat tussen de Boerhaavestraat en de Dr. Kuyperlaan en het begin van de Dinsdagse Wetering kent bebouwing uit deze periode. e In de jaren 50 van de 20 eeuw startte men met de bouw van het Kievitspark. Vanaf 1960 werd een deel van de polder Boekhorst bouwrijp gemaakt. Na 1980 is de stap over de spoorlijn genomen. Na het plan 'Spoorlaan' kwam in 1983 de wijk 'Oosthout' met 1.600 woningen van de grond, 10 jaar later gevolgd door de wijk 'Hoogh Teijlingen' met nog eens 1.600 woningen. Door de ontwikkeling van de VINEX-bouwlocaties Hoogh Teijlingen, Hooghkamer en Nieuw-Boekhorst, groeit Voorhout de komende jaren naar 18.700 inwoners in 2020. Knooppunten/oriëntatiepunten Als knooppunten kunnen de entrees van Voorhout worden genoemd. Met name die in het westen bij de Leidsevaart/Haarlemmertrekvaart en in het zuiden bij de aansluiting van de Oosthoutlaan op de zuidelijke randweg. Belangrijkste oriëntatiepunten zijn de toren van de kerk aan de Herenstraat en de toren van het bestuurscentrum (het oude gemeentehuis van Voorhout). Minder zichtbaar maar zeer beeldbepalend zijn het Boerhaavehuis en het torentje van de voormalige brandweergarage in de Boerhaavestraat. Andere oriëntatiepunten zijn het station of in elk geval de overweg en de Nagelbrug.
16
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
17
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Gebieden In het plangebied komen gebieden voor met een verschillende ruimtelijke opbouw. In figuur 2.5 is een overzicht van de gebieden weergegeven. 1. Herenstraat De Herenstraat vormt het historische centrum van Voorhout en ligt tussen de Leidsevaart in het westen en het spoor in het oosten. De straat heeft aan weerszijden individuele en afwisselende bebouwing (zie figuur 2.5). Dat de bebouwing langs de Herenstraat varieert is te verklaren uit het feit dat de straat heel lang een landelijk karakter heeft gehad. Langs een groot deel van de Herenstraat is sprake van een lang lint van bebouwing, dat grotendeels in dezelfde rooilijn is gebouwd en op die manier deze doorgaande weg begeleidt. Voor de r.k.-kerk loopt door een onderbreking in de bebouwingsstructuur de ruimte echter weg. Door de verbrokkelde bebouwing aan de zuidzijde is er geen sprake van echte pleinvorming. De beleving van de Herenstraat wordt beheerst door de negatieve invloed van het doorgaand verkeer; de hoge verkeersbelasting beïnvloedt de verblijfskwaliteit van deze winkelstraat sterk negatief. Langs de Herenstraat is slechts één belangrijk stedenbouwkundig accent te vinden: de r.k.-kerk. De kerktoren is door zijn hoogte een beeldbepalend object en fungeert als oriëntatiepunt in het centrum van Voorhout. Rond de open ruimte voor de kerk zijn twee belangrijke (historische) zichtassen te onderscheiden. Niet alleen is een vrij uitzicht aan de voorzijde van de kerk van belang, dit geldt evenzeer voor de zichtas die leidt tot het historisch gezien belangrijke Boerhaavehuis. Even verderop geeft een brede groenstrook een onbelemmerd uitzicht op de voormalige boerderij Klein Boekhorst aan Beukenrode. De bebouwing langs de Herenstraat heeft een sterk individueel karakter. De sterke afwisseling in bouwjaar en functie zorgt ervoor dat er een divers beeld ontstaat van bouwstijlen, kapvormen en aantal bouwlagen. Het meest voorkomende aantal bouwlagen, is twee bouwlagen met kap, gevolgd door één bouwlaag met kap. Over het algemeen geldt dat hoe recenter het bouwjaar, hoe meer bouwlagen. Het zijn met name de lage panden van één bouwlaag met kap in het centrum van Voorhout, die nog doen herinneren aan de landelijke oorsprong van het dorp. De nieuwbouw van de afgelopen circa 25 jaar heeft zich lang niet altijd gevoegd naar dit beeld met een gemiddelde bouwhoogte van 'twee lagen met kap'. De individuele uitstraling van de bebouwing langs de Herenstraat wordt voor een belangrijk deel bepaald door de diversiteit in de dakvormen.
18
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
19
bestemmingsplan Dorp Voorhout 2. Tuinwijk Het gebied tuinwijk dat is gelegen tussen de Herenstraat, Boerhaavestraat, Mgr. Broerestraat en Ter Haar Romenystraat kan worden getypeerd als een vooroorlogse tuinwijk. De bebouwingsstructuur is gebaseerd op herhaling van de woning als basiseenheid, waarbij verbijzonderingen in de openbare ruimte vertaald worden in accenten in de massa en vormgeving van hoeken en kappen. De bebouwing bestaat zowel uit vrijstaande, twee-onder-een-kapwoningen als korte rijtjes en vormt een samenhangende compositie rondom de openbare ruimte. De straten hebben een groen karakter door voortuinen gecombineerd met openbaar groen.
3. Herenstaete en Boerhaavekwartier Het gebied rond Herenstaete maakt onderdeel uit van het gebied 'nieuwe centrum'. Het nieuwe centrum ligt ook gedeeltelijk buiten het plangebied en ten oosten van de spoorlijn. De Herenstraat is het koppelstuk tussen deze gebieden. Voor het gebied zijn plannen gerealiseerd voor het toevoegen van woningen, winkels en andere voorzieningen. In het Boerhaavekwartier zijn kleinschalige woonbuurtjes in een groene setting gerealiseerd. Direct achter Herenstaete is het centrum van Voorhout uitgebreid met een appartementenblok waarin wonen en winkelen is gecombineerd door onder meer het plaatsen van een supermarkt in de plint en woningen op de verdiepingen en begane grond. Het complex vormt een overgang tussen de Herenstraat en het Boerhaavekwartier. De genoemde ontwikkelingen zijn via artikel 19 WRO (oud) vrijstellingen mogelijk gemaakt en gelden voor dit bestemmingsplan als bestaande situaties.
4. Rechte wijken De twee uitbreidingswijken aan weerszijde van Herenstraat kunnen worden getypeerd als rechte wijken en worden bepaald door rechte rijen woningen met een eenvoudige opbouw in een heldere structuur. Naast rijenwoningen komen hier en daar ook twee-onder-een-kapwoningen voor. De wijken vormen herkenbare eenheden binnen de kern en hebben een ruim en groen karakter. Dit karakter wordt versterkt door de ruime voor- en achtertuinen van de woningen. De voorgevels van de woningen zijn georiënteerd op de straat. De woningen hebben eenvoudige opbouw van twee lagen met een kap, meestal een zadeldak.
20
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
5. Meanderwijk Het gebied aan de noordzijde van het plangebied kan worden getypeerd als een meanderwijk. Deze planmatig opgezette woonwijk bestaat uit clusters en rijen woningen langs meanderende straten of gegroepeerd rond woonerven. Door wisselende plaatsing van geschakelde woningen of rijen ontstaat een gevarieerd beeld. Door de aanwezigheid van veel kleine groenelementen heeft deze wijk een groen uiterlijk.
6. Zorgcomplexen Aan weerszijden van de Leidsevaart zijn zorgcomplexen gelegen. De grootschalige gebouwconcentraties bestaan uit samengestelde blokvormige volumes met veel herhaling in de gevels. De gebouwen zijn vrijstaand of geschakeld. De bebouwing is gericht op de belangrijkste weg of op de parkachtige omgeving.
7. Thematische uitbreiding Nieuw Schoonoord Aan de uiterste westzijde van het plangebied op de buitenplaats Nieuw Schoonoord is er een kleinschalige thematische uitbreidingslocatie gelegen. De architectuur van de woningen is gebaseerd op herhaling in clusters. De woningen zijn gericht op de belangrijkste openbare ruimte. Per cluster is de
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
21
bestemmingsplan Dorp Voorhout rooilijn in samenhang en verspringt niet. Appartementengebouwen staan in het algemeen vrij op de kavel. De woningen zijn seriematig gebouwd. De architectuur is gebaseerd op herhaling en een afwisselend beeld.
8. Sport- en recreatiepark Elsgeest In het zuiden van het plangebied ligt het sport- en recreatiepark Elsgeest. Hier bevinden zich de sportvelden van de diverse sportverenigingen waaronder de ijsclub, voetbal-, handbal-, hockey- en tennisvereniging. De bebouwing bestaat uit een hoofdgebouw met enkele bijgebouwen, die geclusterd op het terrein staan. Ten zuiden van de sportvelden liggen de volkstuinen van volkstuinvereniging de Voorruiters.
2.2.1
Ruimtelijk functionele bouwstenen
Rijksmonumenten In het plangebied zijn twee rijksmonumenten aanwezig, waaronder Kerkweg 11, Boerhaavehuis (N.H. Pastorie) en Dr. Aletta Jacobslaan bij 9 (Baarhuisje en verbindingsmuur). Functies De meest voorkomende functie in het plangebied is die van het wonen. Daarnaast is een aantal andere functies aanwezig. In deze paragraaf komen de geïnventariseerde functies aan de orde. Maatschappelijke voorzieningen Verspreid over het plangebied is een aantal aanwezige onderwijsvoorzieningen gelegen. Het gaat om de volgende scholen: Teylingen College, school voor middelbaar onderwijs (Leidsevaart 4); Openbare Basisschool De Achtbaan (Beukenrode 7); RK Basisschool Andreas (Rembrandtlaan 14). Daarnaast is er een aantal maatschappelijke voorzieningen aanwezig gericht op de zorgfunctie. De meeste van deze voorzieningen zijn geconcenteerd op Buitenplaats Nieuw Schoonoord. Hier bevindt
22
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout zich onder andere Woonzorgcentrum Gerto en een dokterspost met dienstapotheek. Aan de Sportlaan is de verzorgingsflat ‘Park Overbosch’ gelegen. In de 'Herenstaete' aan de Herenstraat is een multifunctioneel woonzorgcentrum gevestigd en de Aloysius Stichting Onderwijs Jeugdzorg is gevestigd aan de Leidsevaart. Tot slot is aan de Breugelhof het buurthuis Spelewey gevestigd. In het plangebied zijn twee kerken aanwezig: de r.k.-kerk en de N.H.-kerk. Bedrijven In het plangebied zijn verspreid diverse bedrijven aanwezig, waaronder aannemers- en bouwbedrijven, een transportbedrijf, loodgieter, schildersbedrijf, autobedrijf en een taxibedrijf. Detailhandel Vrijwel alle winkels in het plangebied zijn gelegen aan de Herenstraat en deze vervult hiermee het belangrijkste voorzieningencentrum van de kern Voorhout. De commerciële activiteiten zijn grotendeels aan de noordzijde van de straat te vinden. Aan de zuidzijde is meer een afwisseling van woonhuizen en winkelpanden. Het aanbod varieert van een supermarkt tot kleinschalige detailhandelsbedrijven, soms gecombineerd met bedrijven. Horeca Het horeca-aanbod in het plangebied bestaat uit enkele restaurants, snackbars, café en zaalverhuur. Deze zijn allemaal gevestigd aan de Herenstraat. Kantoren In het plangebied zijn een aantal kantoren aanwezig. Het belangrijkste kantoorpand is gelegen aan de Rijnsburgerweg 2. Groen Het opvallendste kenmerk van de groenstructuur binnen Dorp Voorhout wordt gevormd door de groene enclave rond het Boerhaavehuis. Behoud van deze belangrijke groenstructuur is gewenst vanwege de historische waarde ervan. Het in het zuiden van het plangebied gelegen Kievitspark vormt daarnaast een belangrijke groenvoorziening. Sport- en recreatiepark Elsgeest is tevens wandelpark. 2.2.2
Verkeer
Verkeersontsluiting Autoverkeer Het plangebied wordt ontsloten via de Herenstraat. De Herenstraat is gecategoriseerd als erftoegangsweg met een maximumsnelheid van 30 km/h, maar heeft een verzamelfunctie voor het plangebied. De Herenstraat sluit in zuidelijke richting aan op de Leidsevaart (N444). Deze provinciale weg faciliteert de verbinding tussen de N206 (De Zilk - Leiden) en de A44 (Amsterdam - Den Haag). De N444 is een gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom en kent ten zuiden van Voorhout een maximumsnelheid van 60 km/h. Tussen Voorhout en Noordwijk bedraagt de maximumsnelheid 80 km/h. Ter hoogte van de Nagelbrug (aansluiting met de Herenstraat) is de snelheid 50 km/h. De interne 30 km/h-wegen binnen het plangebied sluiten aan op de Herenstraat. Al deze wegen zijn gecategoriseerd als erftoegangsweg en hebben een verblijfsfunctie. Richting het noorden gaat de Herenstraat over in de Jacoba van Beierenweg en sluit middels een rotonde aan op de Componistenlaan/Schoutenlaan. Via deze wegen wordt het oostelijk deel van Voorhout (Oosthout) bereikt en kan de Zuidelijke Randweg worden bereikt. Als gevolg van de verdere ontwikkeling van Voorhout en de autonome groei in de toekomst zal het verkeer tussen 2005 en 2020 sterk toenemen. Op de meeste wegen wordt dan ook duidelijk een toename van de verkeersintensiteit geconstateerd. In 2007 heeft de gemeenteraad van Teylingen op 1 basis van het rapport "Verkeersstructuur Voorhout 2020" een nieuwe verkeersstructuur vastgesteld. Gekozen is voor de zogenaamde "variant 6". Deze variant is met het verkeersmodel van Teylingen nader doorgerekend . De gevolgen van variant 6 voor het wegennet van Voorhout en de verkeersstromen zijn in die rapportage nader onderzocht.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
23
bestemmingsplan Dorp Voorhout In 2010 is het gemeentelijk verkeers- en vervoerplan (GVVP) van de gemeente Teylingen vastgesteld. Hierin wordt aangegeven dat capaciteitsverruimende maatregelen noodzakelijk zijn om het verkeer in de toekomst op een verkeersveilige en duurzame wijze af te wikkelen. In het GVVP wordt genoemd dat, 2 in lijn met de maatregelen voorgesteld in de genoemde "variant 6" , op termijn de realisatie van de Noordelijke randweg Voorhout noodzakelijk is. De ontsluiting voor autoverkeer is redelijk en wordt op basis van het in het GVVP vastgestelde beleid in de toekomst verder geoptimaliseerd. In onderstaande tabel zijn de verkeersintensiteiten van de belangrijkste wegen binnen het plangebied weergegeven. De verkeersgegevens zijn ontleend aan de RVMK met als prognosejaar 2020 (bron: Goudappel Coffeng, januari 2010). Het betreft weekdagintensiteiten. Tabel 2.1: Verkeersintensiteiten weekdag op basis van het RVMK, peiljaar 2020 Wegvak
RVMK 2020
Maximum snelheid
Leidsevaart-Schoonoord
8.290
30
Schoonoord-Beukenrode
6.010
30
Schoonoord
1.960
30
Boekhorstlaan
620
30
Beukenrode
2.960
30
Churchilllaan
1.070
30
N444-noord (ten zuiden van Randweg)
19.600
50/80
N444-zuid (ten noorden van aansluiting Churchilllaan)
20.690
50/60
Herenstraat tussen:
Langzaam verkeer Het langzaam verkeer richting het centrum van Voorhout wordt afgewikkeld via de Herenstraat. Op deze weg wordt conform de Richtlijnen van Duurzaam Veilig het langzaam verkeer gemengd met het gemotoriseerde verkeer afgewikkeld. De provinciale weg N444 is voorzien van vrijliggende fietspaden. De inrichting voldoet hiermee aan de vormgeving conform Duurzaam Veilig. Verder bevinden zich binnen het plangebied enkele solitaire fietsroutes, zoals naar de sportvelden en een fietstunnel onder het spoor. De ontsluiting voor het langzaam verkeer is goed te noemen. Openbaar vervoer De kern Voorhout wordt primair ontsloten via het treinstation Voorhout. Dit station bevindt zich centraal in het dorp en kent een P+R-voorziening. Vanaf het station vertrekken stoptreinen richting Leiden en Den Haag en richting Haarlem. De frequentie bedraagt 2x per uur per richting. Verder is het station aangewezen binnen het project Stedenbaan. Stedenbaan richt zich op het beter benutten van de railinfrastructuur. Binnen het project zal in de toekomst mogelijk frequentieverhoging van de bediening worden gerealiseerd. Verder wordt het gebied aangedaan door een buslijn vanuit Noordwijk via Voorhout naar Sassenheim en Nieuw-Vennep. De frequentie van deze buslijn is 1x per uur per richting. Vanuit het gehele gebied is het station Voorhout echter binnen 1.000 m te bereiken. De ontsluiting per openbaar vervoer is derhalve goed. Locatie Park Overbosch In de kern Voorhout op de hoek van de Herenstraat en de Leidsevaart ligt het seniorencomplex 'Park Overbosch'. Het seniorencomplex wordt uitgebreid en herontwikkeld. Het complex wordt in de huidige situatie hoofdzakelijk ontsloten via de Professor Nolenslaan/Dr. Schaepmanlaan. Tevens is er een ontsluiting via de Herenstraat. De Professor Nolenslaan en Dr. Schaepmanlaan zijn erftoegangswegen binnen de bebouwde kom van Voorhout met een maximumsnelheid van 30 km/h. Op de Professor Nolenslaan geldt eenrichtingsverkeer vanaf de Herenstraat. In omgekeerde richting wordt de Herenstraat via de Dr. Schaepmanlaan en de Dr. Kuyperlaan bereikt. De Herenstraat sluit in zuidwestelijke richting aan op de Leidsevaart (N444) richting Noordwijk en Leiden en biedt aansluiting op de A44 (Amsterdam - Den Haag). In noordelijke richting voert de Herenstraat richting het centrum
24
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout van Voorhout. Voor de ontwikkeling van Park Overbosch wordt uitgegaan van een verkeersgeneratie van circa 600 tot 700 mvt/etmaal op basis van publicatie 256 van het CROW. De werkelijke verkeersgeneratie zal naar verwachting lager liggen, omdat seniorenwoningen doorgaans een lagere verkeersgeneratie kennen dan reguliere woningen. Voor de ontsluiting van Park Overbosch wordt uitgegaan van inrijdend verkeer vanaf de Leidsevaart/Sportlaan en uitrijdend verkeer via de Doctor Schaepmanlaan/Doctor Kuyperlaan. Inrijdend verkeer heeft geen significant effect op de verkeersafwikkeling op de Leidsevaart en vindt niet meer plaats via de oostzijde van het terrein, waardoor de verkeersintensiteit op de Prof. Nolenslaan zal afnemen. Wel zal als gevolg van het uitrijdend verkeer de verkeersintensiteit op de Doctor Schaepmanlaan en de Doctor Kuyperlaan beperkt toenemen (160 mvt/etmaal). De toename leidt echter niet tot een overschrijding van de maximaal aanvaardbare intensiteit voor dergelijke wegen. De verkeerstoename vanwege het inrijdend verkeer op de Sportlaan is eveneens relatief gering (350 mvt/etmaal, maximaal 35 mvt/spitsuur). Verder zijn de provincie en de gemeente gestart met het ontwikkelen van een visie op de herinrichting van het kruispunt rondom de Nagelbrug en de Sportlaan. De Sportlaan kan in die toekomstige (definitieve) situatie naar verwachting worden ingezet voor zowel in- als uitrijdend verkeer vanaf Park Overbosch. Voor het onderzoek en de onderbouwing van de verkeersontsluiting van Park Overbosch wordt verwezen naar de notitie "Verkeersontsluiting Overbosch korte termijn", RBOI, 21 april 2011, zie Bijlage 8. Parkeren In overeenstemming met het gemeentelijke beleid wordt het aantal benodigde parkeerplaatsen bepaald aan de hand parkeerkencijfers van het CROW (publicatie 182, 2008). Deze cijfers en de berekening zijn weergegeven in navolgende tabel. Voor het bepalen van de parkeerbehoefte is uitgegaan van een ligging in matig stedelijk gebied en rest bebouwde kom. Tabel 2.2: Overzicht benodigd aantal parkeerplaatsen Functie
Kencijfer
Per
Aantal
Behoefte
Verpleeg/ zorgappartementen
0,6
App.
55
33
Pg-plaatsen
0,6
App.
30
18
Verpleeg/ zorgappartementen
0,6
App.
20
12
Appartement goedkoop segment
1,5
App.
20
30
5,0
100 m bvo
- Activiteit
- WST vooruitgang
- Bontekoe Grand Café Totaal
2
2
400 m bvo
20 113
Rondom het complex zijn op eigen terrein 113 parkeerplaatsen geprojecteerd: 25 aan de Herenstraatzijde, 57 aan de noordzijde en 20 aan de zijde van de sportvelden, aan deze zijde komen ook 11 plaatsen in een garage. De parkeerbehoefte bedraagt ook 113 parkeerplaatsen. Het aantal aanwezige parkeerplaatsen is derhalve toereikend. Binnen het complex bestaat de mogelijkheid dat (para)medische voorzieningen ook toegankelijk worden voor bezoekers van buiten het complex. Voor deze bezoekers dient parkeergelegenheid beschikbaar te zijn. Op basis van de parkeernota van de gemeente Teylingen bedraagt de parkeernorm voor dergelijke functies 1,8 pp/behandelkamer. Er wordt uitgegaan van circa 10 behandelkamers, gezien de oppervlakte van deze functies van 480 m2. Derhalve dienen overdag maximaal 18 parkeerplaatsen beschikbaar te zijn voor deze functies door middel van dubbelgebruik van de beschikbare parkeerplaatsen. Op basis van de parkeernota van de gemeente geldt voor woningen overdag een aanwezigheidspercentage van 50%. Gezien het type woningen van Park Overbosch zal dit percentage echter hoger liggen. Er wordt uitgegaan van een aanwezigheidspercentage van 80 tot 85% voor de woningen en het grand café. De parkeerbehoefte op een werkdag overdag bedraagt hierdoor 90 à 95 parkeerplaatsen. Aannemelijk is dan ook dat overdag 18 parkeerplaatsen beschikbaar
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
25
bestemmingsplan Dorp Voorhout zijn voor eventuele externe bezoekers aan de (para)medische voorzieningen en dat de parkeerbalans sluitend is. Verkeersgegevens De verkeersgegevens voor het akoestisch onderzoek voor de verschillende wegen zijn afkomstig uit de RVMK Holland Rijnland 2020 (Goudappel Coffeng), zie tabel 2.1. De overige gegevens in het akoestisch onderzoek zijn opgenomen in Bijlage 4. 2.2.3
Ontwikkelingen centrumgebied
Voor het gebied Herenstraat is het bestemmingsplan er op gericht voor een aantal mogelijke ontwikkelingslocaties voldoende flexibiliteit te bieden. In de stedenbouwkundige visie Herenstraat zijn een viertal ontwikkelingslocaties opgenomen (zie figuur 2.8). De bebouwing langs de Herenstraat heeft een sterk individueel karakter. De sterke wisseling in bouwjaar zorgt voor een divers beeld en een stijlmix. Het meest voorkomende aantal bouwlagen is twee met een kap. Op enkele locaties staan lagere gebouwen van één laag met een kap of op strategische plekken juist hogere gebouwen tot vier bouwlagen. De nieuwbouw van de afgelopen 30 jaar heeft zich niet altijd gevoegd in het beeld oorspronkelijke 'dorpse karakter' met een beperkte bouwhoogte tot twee bouwhoogten, een kapafdekking en een duidelijke parcelering, maar toont een afspiegeling van de tijd waarin de bebouwing werd gerealiseerd. Om de nieuwbouw voor wat betreft het beeld in te passen in de Herenstraat en een hoge beeldkwaliteit te waarborgen zijn voor de locaties 1 tot 3 wijzigingsgebieden opgenomen waarvoor een aantal aanvullende beeldkwaliteiteisen zijn gesteld, zie figuur 2.9 en 2.10. Voor de herinrichting van de openbare ruimte is het niet noodzakelijk dit in het bestemmingsplan op te nemen omdat dit past binnen de bestemmingsregeling Verkeer - Verblijfsgebied.
Figuur 2.8 Ontwikkelingsopgaven uit Stedenbouwkundige visie Herenstraat 1. Wro-zone - wijzigingsgebied-1 en 2, herontwikkeling rond Prins Bernhardstraat (velden 3a en 3b) De opgave voor de locatie ter weerszijden van de aansluiting van de Prins Bernardstraat op de Herenstraat bestaat uit sloop en herontwikkeling: extra winkelvloeroppervlak in combinatie met een nieuw winkelfront en appartementen;
26
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
bij ontwikkeling zijn kleine losse pandjes niet gewenst, zodat ingezet kan worden op vloeroppervlak en flexibiliteit voor indeling van de plint; mogelijkheid voor horecaonderneming met terras; maximale bouwhoogte vier bouwlagen, waarvan de vierde laag onder een individuele dwarskap of als een set-back op 3 m uit de bouwgrens langs de Herenstraat (goot- en bouwhoogte mogen respectievelijk ten hoogste 10 en 14 m bedragen, met accent tot 15 meter, conform raadsbesluit van 4 februari 2010). Mogelijkheid om eerste bouwlaag tot 4 m te bouwen ten behoeve van detailhandel; maximaal drie bouwlagen (bouwhoogte ten hoogste 9 m) voor bebouwing langs de Prins Bernardstraat en de Irenestraat; een bebouwingsgrens direct aan het openbaar gebied; benodigde parkeerruimte ten behoeve van woningen dient op de locatie te worden opgelost, zodat intensiever ruimtegebruik mogelijk is en geen overloop naar bestaande openbare ruimte plaatsvindt.
2. Wro-zone - wijzigingsgebied-3, ontwikkeling Scharnier, Herenstraat 92-108 (veld 2) Voor de locatie Scharnier aan de Herenstraat 92-108 ligt een opgave waarbij de volgende aspecten zullen moeten worden meegenomen: functieverandering naar detailhandel gewenst (nummers 96, 100 en 108 a/b); herdefiniëring van het gebied tussen de bebouwing en de openbare ruimte als een gebied met een openbaar karakter; ter plaatse is herontwikkeling mogelijk waarbij aandacht gevraagd wordt voor een in het ensemble passende architectuur. Hierbij wordt aangesloten bij de inventarisatie van waardevolle objecten in de gemeente Teylingen; maximaal drie lagen met een dwarskap of setback (goot- en bouwhoogte mogen respectievelijk ten hoogste 10 en 14 m bedragen). Het beeldkwaliteitskader voor de ontwikkeling Scharnier en de herontwikkeling rond de Prins Bernardstraat omvat: Situering en oriëntatie: Voor wat betreft de situering en oriëntatie geldt dat de voorgevel in de rooilijn wordt gezet en de gebouwen direct aan het openbaar gebied staan. Belangrijk is dat de gebouwen sterk georiënteerd worden op straat door bijvoorbeeld de woonkamers aan de Herenstraat te situeren. Massa: De gebouwen hebben maximaal drie bouwlagen waarbij aan de Herenstraat een terugliggende vierde laag of een kap is toegestaan. De gevelopbouw is geleed en geparceleerd waarbij de architectuur een individuele pandenstructuur benadrukt. Architectonische uitwerking: De architectonische uitwerking dient gevarieerd en zorgvuldig te zijn met een sterke aaneenrijging van het winkelfront op de begane grond. De architectuur is een hernieuwde interpretatie van herkenbare, traditionele Hollandse bebouwing met herkenbare individualiteit binnen een gemeenschappelijk patroon. Gevelopeningen zijn voornamelijk staand en overige geleding in de gevel overwegend verticaal. Materiaal en kleurgebruik: Er wordt gebruikgemaakt van moderne materialen binnen een meer traditionele vormgeving waarbij het kleurgebruik in harmonie is met de omliggende panden. De gevels zijn van baksteen metselwerk, eventueel voorzien van siermetselwerk; schuine daken zijn gedekt met keramische pannen. Bij toepassing van kunststof kozijnen wordt gebruikgemaakt van een op hout gelijkende uitvoering met daarbij passende detaillering en profilering. 3. Wro-zone - wijzigingsgebied-4, herontwikkeling locatie PLUS (veld 1) Voor de ontwikkeling van deze locatie zijn verschillende structuren denkbaar waarbij zal moeten worden gekozen voor een ontwikkeling in relatie met de Herenstraat, de Magrietlaan of beide (met doorsteek). Het parkeerterrein wordt bij herontwikkeling in ieder geval opgeheven. Mogelijkheden voor herontwikkeling van de locatie zijn: mogelijkheid voor behoud van een deel van de openbare parkeergelegenheid in combinatie met woningbouw langs de rand; mogelijkheid voor appartementen met onderdoorgang en openbare parkeergelegenheid achter de appartementen voor bewoners en bezoekers van de Herenstraat; het dichtzetten van de Herenstraat met grondgebonden woningen met grote achtertuinen
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
27
bestemmingsplan Dorp Voorhout eventueel in combinatie met kantoorruimte zonder baliefunctie; ruimte ten behoeve van maatschappelijke doeleinden; eventuele gecombineerde ontwikkeling met het perceel van Fortis Bank. In het bestemmingsplan zijn in het zogenaamde aanloopgebied naast de bestemming 'Wonen' ook de functies 'maatschappelijke voorzieningen', 'dienstverlening' en 'kantoren' mogelijk gemaakt. Het beeldkwaliteitskader voor de herontwikkeling op de locatie PLUS omvat: Situering en oriëntatie: Voor wat betreft de situering en oriëntatie geldt dat de voorgevel in een duidelijke rooilijn wordt gezet en de gebouwen in de eerste linie in ieder geval georiënteerd worden op de Herenstraat. Massa: Bij ontwikkeling is de aansluiting van de massa en hoogte op de directe omgeving van belang. Er wordt uitgegaan van twee lagen en een kap of een derde, iets terugliggende laag. De nok ligt haaks of evenwijdig aan de Herenstraat. Aan- en uitbouwen zijn ondergeschikt en vormgegeven als herkenbaar toegevoegd element of geheel opgenomen in de hoofdmassa. Op het binnenterrein dient voldoende afstand te worden gehouden met de bestaande woningen, waarbij in de architectonische vormgeving rekening wordt gehouden met privacy op de bestaande omliggende percelen. Architectonische uitwerking: De architectonische uitwerking dient gevarieerd en zorgvuldig te zijn met representatieve gevels aan de Herenstraat. Materiaal- en kleurgebruik: Het materiaal- en kleurgebruik is traditioneel en in harmonie met de omliggende bebouwing. Gevels zijn van baksteen metselwerk. Schuine daken zijn gedekt met keramische pannen.
4. Herinrichting openbare ruimte (veld 4) Aanpassing en opwaardering van de openbare ruimte is van belang voor het gebruik van de ruimte voor rijdend verkeer en winkelend publiek. Bij herinrichting zal veel rekening worden gehouden met de voetganger om het winkelen aantrekkelijker te maken. Door adequatere parkeeroplossingen toe te passen zal intensiever ruimtegebruik mogelijk worden en geen overloop plaatsvinden in de bestaande openbare ruimte.
Figuur 2.9 Randvoorwaarden wijzigingsgebieden
28
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Figuur 2.10 Doorsnede bouwhoogte langs de Herenstraat 2.2.4
Overige ontwikkelingen
Park Overbosch Voor de uitbreiding en de herontwikkeling van het Park Overbosch is een schetsontwerp opgesteld, zie figuur 2.11. In dit schetsontwerp wordt voorgesteld het bestaand casco zoveel mogelijk te handhaven en aan één zijde uit te breiden zodat volume kan worden gecreëerd voor een dubbele bewoning per verdieping (corridor-model). Het korte, noordelijke bouwdeel zal een verdieping extra krijgen, echter zonder verhoging van de bouwmassa, maar door een andere indeling van de beganegrondlaag. Het lange, oostelijke bouwdeel zal wel in de hoogte worden uitgebreid met twee 'dunne' (terugspringende) verdiepingen. Aan de zuidelijke kop van het lange bouwdeel zal een uitbreiding komen die even hoog zal worden als het (vernieuwde) lange bouwdeel, namelijk zes bouwlagen. In Bijlage 6 is de bezonningsstudie opgenomen die ten behoeve van deze ontwikkeling is uitgevoerd. In totaal zal Park Overbosch 95 appartementen gaan bevatten plus 30 psychiatrisch-geriatrische 2 plaatsen en ondersteunende zorgfuncties met een omvang van circa 500 m . Tevens wordt een paviljoen gerealiseerd die als ontmoetings- en activiteitenruimte voor senioren zal dienen. Het plan Park Overbosch is opgenomen in het bestemmingplan Dorp Voorhout.
Figuur 2.11 Plan Park Overbosch
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
29
bestemmingsplan Dorp Voorhout
2.3
Gebiedsvisie
De visie op het plangebied valt uiteen in twee onderdelen. Voor het gedeelte van het plangebied dat is gelegen buiten de Herenstraat ligt de nadruk op beheer. Hierbij is het voor de woonfuncties noodzakelijk om een erfbebouwingsregeling te hanteren die aansluit op het overgrote deel van de gemeente. Daarnaast dient het plan voldoende flexibiliteit te bieden voor de verdere centrumontwikkeling zoals omschreven in de stedenbouwkundige visie Herenstraat. Hiervoor zijn een viertal wijzigingsbevoegdheden opgenomen (zie paragraaf 2.2.3). Voor de ontwikkeling van Park Overbosch is een gedetailleerde bestemmingsregeling opgenomen die aansluit bij het opgestelde schetsontwerp. De bestemmingsregeling in het plangebied is ontwikkeld op basis van de onderliggende verkavelingsstructuur en bestaat voornamelijk uit woongebied met verspreid bedrijven en maatschappelijke voorzieningen. Het centrumgebied heeft een veelal gemengde structuur. In het zuiden van plangebied liggen de sportvelden en de volkstuinen. De belangrijkste uitgangspunten voor het plangebied zijn behoud en zo mogelijk versterking van de ruimtelijke structuur van het woon- en leefklimaat. Behoud van de ruimtelijke structuur De in het plangebied aanwezige en duidelijk herkenbare verkavelings- en wegenstructuur dient behouden en waar mogelijk versterkt te worden. Daarbij dient voldoende aandacht te zijn voor de groenstructuur. Handhaving van het woon- en leefklimaat In het plangebied is wonen de belangrijkste functie. Uitbreiding van het woongebied is alleen nog beperkt mogelijk op enkele inbreidingslocaties. Mogelijke inbreidingslocaties voor woningbouw in de kern dienen dan ook zorgvuldig te worden benut. Het beleid van de gemeente is gericht op behoud en versterking van bestaande groen- en recreatiegebieden. Daarnaast streeft de gemeente naar een verkeersveilige kern en dient rekening te worden gehouden met de belemmeringen die door diverse milieuaspecten aanwezig zijn. Conclusie beleidskader Daarnaast sluit het consoliderend bestemmingsplan, waarbij actuele ontwikkelingen worden meegenomen, aan op het rijks- en provinciaal beleid doordat een optimale benutting van het bebouwd gebied van groot belang blijft. Geconcludeerd kan worden dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening.
30
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Hoofdstuk 3
Juridische planbeschrijving
In dit hoofdstuk wordt een toelichting gegeven op de planvorm voor het bestemmingsplan. Tevens wordt uiteengezet welke gedachten aan de juridische regeling ten grondslag liggen en welke regeling wordt voorgesteld.
3.1
Algemeen
De Wet ruimtelijke ordening (Wro) bepaalt dat ruimtelijke plannen analoog en digitaal beschikbaar moeten zijn. Dit brengt met zich mee dat bestemmingsplannen digitaal uitwisselbaar zijn en op vergelijkbare wijze moeten worden gepresenteerd. Met het oog hierop stellen de Wro en de onderliggende regelgeving eisen waaraan digitale plannen moeten voldoen. Zo bevatten de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP) bindende afspraken waarmee bij het maken van bestemmingsplannen rekening moet worden gehouden. SVBP kent (onder meer) hoofdgroepen van bestemmingen, een lijst met functie- en bouwaanduidingen, gebiedsaanduidingen en een verplichte opbouw van de planregels en het renvooi. Planvorm Het bestemmingsplan biedt voor de bestaande woonbebouwing en de voorzieningen in het plangebied een consolidatie en beheersfunctie en staat geen nieuwe grote ontwikkelingen toe. De juridische planvorm is afgestemd op de hoofdlijnen van het beleid dat erop gericht is de aanwezige functies te behouden. Gezien het gewenste behoud van de ruimtelijke en functionele structuur van de kern, is gekozen voor een gedetailleerde planvorm. Deze planvorm maakt het mogelijk alle aanwezige functies in het plangebied te voorzien van een gedetailleerde bestemmingsregeling waardoor de ruimtelijke kwaliteit in het gebied als zodanig kan worden beheerd en behouden. Verbeelding en regels Uitgangspunt is dat de digitale verbeelding zoveel mogelijk informatie geeft over de in acht te nemen maten en volumes. De regels geven duidelijkheid over de bestemmingsomschrijving, de bouwregels en de specifieke gebruiksregels. In de regels zijn eventuele afwijkings- en wijzigingsregels opgenomen. Bestemmingsvlak en bouwvlak Elke bestemming bestaat doorgaans uit twee vlakken: een bestemmingsvlak en een bouwvlak. Het bestemmingsvlak geeft aan waar een bepaald gebruik toegestaan is. Het bouwvlak is een gebied dat op de plankaart is aangeven waarvoor de mogelijkheden om gebouwen te bouwen in de regels zijn aangegeven. Bouwvlakken worden op de plankaart doorgaans voorzien van aanduidingen die betrekking hebben op de maatvoering. Soms komt het voor dat het bestemmingsvlak en het bouwvlak met elkaar samenvallen. Op de plankaart is dan uitsluitend een bouwvlak te zien (het bestemmingsvlak ligt hieronder). Welstand Het bestemmingsplan bevat een duidelijke regeling die aansluit op het vergunningsvrij bouwen op grond van de Woningwet en de Welstandsnota van Teylingen en geeft aan de achter- en zijkant van de woning voldoende ruimte voor burgers. Om het straatbeeld intact te houden en daarmee de ruimtelijke kwaliteit te waarborgen, zijn voor de voorzijde van de percelen en gebouwen restricties opgenomen. Ditzelfde geldt voor zijkanten die grenzen aan (belangrijke) openbare ruimten. Aanduidingen Op de digitale verbeelding is een onderscheid gemaakt in verschillende aanduidingen. Alle aanduidingen die betrekking hebben op afmetingen, percentages en oppervlakten, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn maatvoeringsaanduidingen, waaronder de gooten bouwhoogte, het maximumbebouwingspercentage en het maximumaantal wooneenheden. Een aantal functieaanduidingen is gebruikt om de gebruiksmogelijkheden binnen een bestemming of een gedeelte daarvan nader te specificeren. Het kan hierbij gaan om een nadere specificatie van de gebruiksmogelijkheden, een expliciete verruiming daarvan of juist een beperking.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
31
bestemmingsplan Dorp Voorhout Alle aanduidingen met betrekking tot de wijze van bouwen en de verschijningsvorm van bouwwerken, worden bouwaanduidingen genoemd. De voorkomende bouwaanduidingen in het plangebied zijn ‘gestapeld’ en ‘onderdoorgang’. Alle aanduidingen die betrekking hebben op afmetingen, percentages en oppervlakten, zowel ten aanzien van het bouwen als ten aanzien van het gebruik, zijn maatvoeringsaanduidingen. Een gebiedsaanduiding is een aanduiding die verwijst naar een gebied waarvoor bij de toepassing van het bestemmingsplan specifieke regels gelden of waar nadere afwegingen moeten worden gemaakt. In het plangebied zijn vier gebiedsaanduidingen opgenomen voor de gebieden langs de Herenstaat, waarbij een wijzigingsbevoegdheid kan worden toegepast. Opbouw planregels De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen: Inleidende regels; Bestemmingsregels; Algemene regels; Overgangs- en slotregel.
3.2
Inleidende regels
Begrippen (Artikel 1) Dit artikel definieert de begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen. Wijze van meten (Artikel 2) Dit artikel geeft aan hoe de lengte, breedte, hoogte, diepte en oppervlakte en dergelijke van gronden en bouwwerken wordt gemeten of berekend. Alle begrippen waarin maten en waarden voorkomen worden in dit artikel verklaard.
3.3
Bestemmingsregels
In het hoofdstuk Bestemmingsregels zijn in de planregels alle bestemmingen opgenomen met de daarbij behorende bestemmingsomschrijving. Waar noodzakelijk is gebruikgemaakt van aanduidingen om toegestaan gebruik nader te specificeren. In het bestemmingsplan komen de volgende bestemmingen voor. Bedrijf (Artikel 3) In het plangebied is een aantal bedrijven aanwezig. Deze hebben de bestemming 'Bedrijf'. De in het plangebied voorkomende bedrijfsactiviteiten zijn ingeschaald op basis van de categorieën uit de Staat van Bedrijfsactiviteiten ‘functiemenging’ (zie Bijlage 1 bij de regels en de toelichting in Bijlage 2 van de toelichting). De inventarisatie is terug te vinden in Bijlage 1 van de toelichting. Eén bedrijf dat reeds aanwezig is in het plangebied valt in een hogere categorie dan algemeen toelaatbaar is. Dit bedrijf is voorzien van een functieaanduiding. Bij bedrijfsbeëindiging of verplaatsing kan zich daar alleen nog een gelijksoortig bedrijf vestigen, of een bedrijf dat past binnen de algemene toelaatbaarheid. De gemeente Teylingen staat prostitutiebedrijven niet toe. Deze zijn dan ook uitgesloten in dit bestemmingsplan. Overigens zal de gemeente beleid ontwikkelingen om deze bedrijven alsnog toe te staan met een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid in bestemmingsplannen. Dit zal echter niet gaan gelden voor het onderhavige plangebied, maar voor de bedrijventerreinen.
32
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout Centrum (Artikel 4) De bestemming 'Centrum' is toegekend aan de gronden gelegen in het zogenaamde 'kernwinkelgebied' zoals toegelicht in paragraaf 2.1.4 'Stedenbouwkundige visie Herenstraat'. Deze gronden zijn bestemd voor verschillende functies, waarbij het wonen (met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten) uitsluitend op de verdiepingen is toegestaan. Binnen de bestemming 'Centrum' zijn horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1c van de Staat van Horecabedrijven toegestaan en ter plaatse van de betreffende aanduiding ten hoogste categorie 2. Daarnaast zijn binnen de bestemming diverse functieaanduidingen die gebruiksmogelijkheden verruimen of beperken. Gemengd - 1 (Artikel 5) De bestemming 'Gemengd - 1' is toegekend aan de gronden gelegen in het zogenaamde 'aanloopgebied' zoals toegelicht in paragraaf 2.1.4 'Stedenbouwkundige visie Herenstraat'. Binnen de bestemming 'Gemengd-1' zijn de gronden bestemd voor verschillende functies, waaronder wonen met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten. Binnen de bestemming 'Gemengd-1' zijn horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1c van de Staat van Horecabedrijven toegestaan. Op de locatie van de oude Plusmarkt aan de Herenstraat is de 'Wro-zone wijzigingsgebied-4' opgenomen ten behoeve van de herinrichting van het gebied. Voor de visie op de gewenste ontwikkeling zie paragraaf 2.2.3. Gemengd - 2 (Artikel 6) De bestemming 'Gemengd-2' is toegekend aan de bestaande winkel en bovenwoning in de Monseigneur Broerestraat. Aangezien deze detailhandelsvestiging zich buiten het centrumgebied van de Herenstraat bevat is er voor gekozen om geen andere functies toe te laten. Groen (Artikel 7) De bestemming 'Groen' is gegeven aan beeld- of structuurbepalend groen. Het gaat dan om gronden die in gebruik zijn als parken, plantsoenen, bermen, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden. Kantoor (Artikel 8) Het bestaande kantoorpand aan de Rijnsburgerweg 2 is voorzien van de bestemming 'Kantoor'. Maatschappelijk (Artikel 9) Maatschappelijke functies, waaronder de kerken, scholen, zorginstellingen en het mortuarium, zijn voorzien van de bestemming 'Maatschappelijk'. In het bestemmingsplan zijn de gronden voor de schoolgebouwen en schoolterreinen dus ook bestemd als 'Maatschappelijk'. Aangezien de gemeente Teylingen haar medewerking wil verlenen aan multifunctioneel gebruik van de schoolgebouwen en de schoolterreinen (deze worden immers steeds vaker voor bredere activiteiten dan louter scholing gebruikt), is de bestemming zo ruim en flexibel mogelijk gehouden zonder specifieke functieaanduidingen, zoals 'school'. Op deze manier wordt gegarandeerd dat het gebruik van het schoolgebouw en het schoolterrein ook buiten de reguliere schooltijden mogelijk is door medegebruikers. Bovendien sluit deze wijze van bestemmen aan bij recente uitspraken van de Raad van State inzake het (multifunctioneel) gebruik van schoolpleinen. Voor de locatie Park Overbosch is ter plaatse van het wooncomplex de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 1' opgenomen. Naast het wooncomplex zijn hier ook bijbehorende voorzieningen en gezondheidszorg (tevens voor derden) toegestaan. Sport (Artikel 10) De gronden aangewezen voor 'Sport' zijn bestemd voor sportvoorzieningen in het zuiden van het plangebied. Ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' zijn tevens volkstuinen toegestaan.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
33
bestemmingsplan Dorp Voorhout Tuin (Artikel 11) De op de plankaart voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor de voortuinen of zijtuinen bij de woningen. Binnen de bestemming is een regeling opgenomen met betrekking tot erkers aan voor- en zijgevel van woningen. Onderstaand figuur geeft een toelichting op de planregel Tuin.
Verkeer (Artikel 12) Daar waar een weg een stroomfunctie heeft, zijn de gronden bestemd als 'Verkeer'. Binnen het plangebied betreft dit uitsluitend de Leidsevaart (N444). Binnen deze bestemming is een aantal daarin passende gebruiksvormen toegestaan zoals parkeren, groen- en waterpartijen, nutsvoorzieningen en dergelijke. Verkeer - Verblijfsgebied (Artikel 13) Daar waar het openbaar gebied een verblijfs- en verplaatsingsfunctie heeft, zijn de gronden bestemd als 'Verkeer - Verblijfsgebied'. Binnen deze bestemming is een aantal daarin passende gebruiksvormen toegestaan zoals parkeren, groen- en waterpartijen, nutsvoorzieningen en fiets- en voetpaden. Water (Artikel 14) Waterpartijen, structuurbepalende watergangen en locaties die van belang zijn voor de waterberging zijn bestemd voor 'Water'.
34
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout Wonen (Artikel 15, Artikel 16, Artikel 17) De woningen zijn voorzien van de bestemming 'Wonen'. Het beleid is erop gericht de kwaliteit van de woonomgeving te behouden. Naast de bestaande situatie en de bestaande mogelijkheden die voortvloeien uit de vigerende regeling, is bij het toekennen van de bestemmingen het bieden van voldoende erfbebouwingsmogelijkheden voor de bestaande woningen het uitgangspunt. De basis voor de regeling van de bestaande woonfunctie wordt gevormd door een regeling bestaande uit bouwvlakken. Bouwvlakken hoofdgebouwen Bij de opstelling van het bestemmingsplan is voor alle woningen bepaald waar in de huidige situatie het hoofdgebouw (de woning zelf) en waar het bijgebouw (bijvoorbeeld garage) staat. Deze bestaande situatie is het uitgangspunt. Rekening houdend met karakteristieke voorgevelverspringingen en rooilijnen, zijn op de digitale verbeelding (plankaart) bouwvlakken opgenomen waarmee de plaats van hoofdgebouwen juridisch is vastgelegd. De bebouwingsregeling bevat verder bepalingen met betrekking tot de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens, de breedte, diepte en hoogte van de hoofdgebouwen. Erfbebouwing De gronden achter en deels naast het hoofdgebouw c.q. de woning zijn te gebruiken voor uitbreiding van het hoofdgebouw of voor de bouw van bijgebouwen. De regeling bevat bepalingen met betrekking oppervlakte, diepte en hoogte van erfbebouwing. Op deze manier worden er voldoende erfbebouwingsmogelijkheden geboden, terwijl de ruimtelijke kwaliteit niet onevenredig wordt aangetast. Ten aanzien van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen is onderstaand figuur een toelichting gegeven behorend bij de planregels onder Wonen - 1, Wonen -2 en Wonen -3.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
35
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Aan-huis-gebonden beroepen Binnen de woonfunctie is het uitoefenen van aan-huis-gebonden beroepen in hoofdgebouwen mogelijk, mits de woonfunctie blijft prevaleren, geen hinder optreedt voor de woonomgeving en wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid. Om te garanderen dat de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft, mag ten hoogste 30% van het vloeroppervlak worden benut ten behoeve van de kantoor-, praktijkof bedrijfsruimte met een maximum van 50 m².
36
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout Waarde - Archeologie (Artikel 18) Een groot gedeelte van het plangebied heeft een kans op archeologische sporen (zie voor een toelichting ook paragraaf 4.6). Om deze waarde te waarborgen, is een bestemming 'Waarde Archeologie' opgenomen en de verschillende archeologische verwachtingswaarden op de verbeelding aangeduid door middel van de functieaanduiding 'specifieke vorm van waarde 1 t/m 3'. De bestemming Waarde - Archeologie fungeert als dubbelbestemming. Bouwwerken op gronden met samenvallende bestemmingen kunnen weliswaar worden gerealiseerd, maar dan met inachtneming van de in de planregels opgenomen voorwaarden. Daarvoor zijn regels opgenomen om bij een omgevingsvergunning af te wijken. Is er blijkens onderzoek geen sprake van archeologische waarden, dan kunnen de werken en bouwwerken met afwijking worden gerealiseerd. In het kader van de bescherming van de archeologische waarden is voor een aantal werken, niet zijnde bouwwerken, en werkzaamheden een aanlegverbod opgenomen. Archeologische waarden kunnen ook worden bedreigd door grondwerkzaamheden die samengaan met de aanleg van bijvoorbeeld wegen, bebouwing en watergangen. Ook ingrijpende agrarische werkzaamheden (diepploegen, onderbemalen) kunnen het bodemarchief onherstelbaar beschadigen en de daarin opgeslagen informatie verloren doen gaan. Deze gronden worden derhalve mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de aanwezige archeologische waarden. Bouwen ten behoeve van samenvallende bestemmingen is bij een omgevingsvergunning alleen toegestaan voor zover de archeologische waarden niet worden geschaad. Genoemde werken en werkzaamheden zijn zonder omgevingsvergunning niet toegestaan. Waterstaat - Waterkering (Artikel 19) Deze bestemming is toegekend aan de waterkeringen (kernzone inclusief beschermingszones) in het plangebied. Deze gronden hebben een waterkerende functie of zijn van invloed op de waterkering. Er is sprake van samenvallende bestemmingen, waarbij de met 'Waterstaat - Waterkering' samenvallende bestemmingen ondergeschikt zijn. Dit uitgangspunt is vertaald in de betreffende bouwregels. Langs de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' zijn beschermingszones aanwezig waarop de Keur van het Hoogheemraadschap van Rijnland van toepassing is. Voor het uitvoeren van werkzaamheden binnen de bestemming 'Waterstaat - Waterkering' en in de beschermingszones is ontheffing vereist van het hoogheemraadschap. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2. Deze vergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.
3.4
Algemene regels
In dit onderdeel van de regels komen algemene regels aan de orde die gelden voor alle bestemmingen in het bestemmingsplan. De algemene regels bestaan uit de volgende artikelen. Antidubbeltelbepaling (Artikel 20) Een antidubbeltelbepaling wordt opgenomen om te voorkomen dat, wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld. De formulering van de antidubbeltelbepaling wordt bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro). Algemene bouwregels (Artikel 21) Overschrijding bouwgrenzen Dit artikel bevat een algemene regeling voor een geringe overschrijding van bouwgrenzen door ondergeschikte onderdelen van gebouwen. De overschrijding van de bouwgrenzen dient wel beperkt te zijn.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
37
bestemmingsplan Dorp Voorhout Ondergronds bouwen en aanleggen Dit artikel bevat een algemene regeling voor het uitvoeren van ondergrondse werken tot een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 4 m. Hiervan kan worden afgeweken middels een omgevingsvergunning. Algemene afwijkingsregels (Artikel 22) In dit artikel wordt omschreven in welke gevallen op basis van een omgevingsvergunning kan worden afgeweken. Het gaat hierbij om de bevoegdheid om omgevingsvergunning voor afwijken te verlenen van regels die gelden voor alle bestemmingen in het plan. Afwijken van een omgevingsvergunning is overigens alleen mogelijk wanneer hiermee geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan aspecten als de woon- en milieusituatie van aangrenzende percelen. Algemene wijzigingsregels (Artikel 23) In dit artikel wordt een opsomming gegeven van de regels waarmee door middel van een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 3.6 Wro het mogelijk is enige flexibiliteit in het plan aan te brengen. Het gaat hierbij om een bevoegdheid en houdt geen verplichting in. Deze bevoegdheid mag nadrukkelijk niet worden gebruikt om zodanig aanzienlijke wijzigingen van bestemmingen te bewerkstelligen, dat daarmee de essentie van het plan wezenlijk wordt veranderd. Ter plaatse van de 'Wro-zone wijzigingsgebied - 1, 2 en 3' is het mogelijk de bestemmingen te wijzigen ten behoeve van de herinrichting van het gebied. Het betreft een zone in het kernwinkelgebied langs de Herenstraat en de Prins Bernhardstraat. Het gebied is in drieën gesplitst om de integrale ontwikkeling (en centrale parkeervoorziening) beter te kunnen reguleren. Voor een beschrijving van de gewenste ontwikkeling, zie paragraaf 2.2.3. Ter plaatse van wro-zone wijzigingsgebied - 4 is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de herontwikkeling van de PLUS locatie (zie ook paragraaf 2.2.3). Tot slot is ter plaatse van de Boerhaavestraat wro-zone wijzigingsgebied - 5 opgenomen. Hier kan het bestemmingsplan worden gewijzigd om ten hoogste 7 woningen te bouwen, in plaats van de eerder vergunde 4 woningen. Dit in verband met de onzekere marktsituatie en de wens om enige flexibiliteit aan te brengen in het plan. Werking wettelijke regelingen (Artikel 24) In de regels van een bestemmingsplan wordt in een (toenemend) aantal gevallen met verwijzing naar een (andere) wettelijke regeling een procedure, begrip en/of functie uit die andere regeling van toepassing verklaard. De van toepassing verklaarde wettelijke regeling geldt zoals deze luidt op het moment van de vaststelling van het plan. Wijziging van de wettelijke regeling na de vaststelling van het bestemmingsplan zou anders zonder Wro-procedure een wijziging van het bestemmingsplan met zich mee kunnen brengen.
3.5
Overgangs- en slotregel
In het afsluitende onderdeel van de regels komen de overgangs- en slotregel aan de orde. Overgangsregels (Artikel 25) De formulering van het overgangsrecht is bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.1 Bro). Slotregel (Artikel 26) Deze regel bevat de titel van het plan.
38
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Hoofdstuk 4
Onderzoek
4.1
Bedrijven en milieuzonering
4.1.1
Toetsingskader
In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen: ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefmilieu kan worden gegarandeerd; rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven. Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en gevoelige functies met betrekking tot milieu in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit bestemmingsplan gebruikgemaakt van een milieuzonering. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' (SvB 'functiemenging'). Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. De SvB 'functiemenging' is gebaseerd op de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009). In het gebied zijn naast woningen nog andere functies (zoals bedrijven, kantoren, detailhandel , scholen en andere maatschappelijke voorzieningen) aanwezig. Daardoor kan het plangebied worden beschouwd als een gebied waar functiemenging aanwezig is en wordt nagestreefd. Voor het gehele plangebied wordt de SvB 'functiemenging' toegepast. Om de toelaatbaarheid van milieubelastende activiteiten te bepalen wordt hierbij niet uitgegaan van aan te houden afstanden, maar van activiteiten die toelaatbaar zijn naast of onmiddellijk boven woonbebouwing. Voor een nadere toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de SvB 'functiemenging' wordt verwezen naar bijlage 2. Toelaatbaarheid De activiteiten die in het gebied worden toegelaten zijn weergegeven in de SvB 'functiemenging' die is opgenomen in bijlage 1 van de regels. Voor al deze activiteiten is naar aanleiding van hun milieubelasting een categorie bepaald. Door middel van het opnemen van de categorieën op de plankaart en in de regels worden de toegestane activiteiten bepaald. Lagere categorieën dan aangegeven zijn ook toegestaan. Binnen het plangebied worden bedrijven van categorie B1 algemeen toelaatbaar geacht. 4.1.2
Inventarisatie bestaande bedrijven
De in het plangebied voorkomende bedrijfsactiviteiten zijn geïnventariseerd en ingeschaald op basis van de categorieën uit de SvB 'functiemenging' (zie bijlage 1 van de regels). Eén bedrijf dat reeds aanwezig is in het plangebied valt in een hogere categorie dan algemeen toelaatbaar is. Het betreft een transportbedrijf aan de Herenstraat. Dit bedrijf valt in categorie C van de SvB 'functiemenging' en is voorzien van een maatbestemming. Bij bedrijfsbeëindiging of verplaatsing kan zich daar alleen nog een gelijksoortig bedrijf vestigen of een bedrijf dat past binnen de algemene toelaatbaarheid. Het bedrijf aan de Herenstraat is op ongeveer 50 m van Park Overbosch gelegen. Op deze locatie maakt het bestemmingsplan de uitbreiding van een woon-/zorginstelling mogelijk. Een woon-/zorginstelling is te beschouwen als een milieugevoelige functie. Gezien de afstand tussen de beoogde ontwikkeling en dit bedrijf zal er geen sprake zijn van onaanvaardbare milieuhinder. Geconcludeerd wordt dat er ter plaatse van de woon-/zorginstelling sprake is van een goed woon- en leefklimaat. Tevens belemmert de beoogde ontwikkeling het bedrijf aan de Herenstraat niet in zijn bedrijfsvoering. Afwijking Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bedrijfsactiviteiten uit de milieucategorie die 1 stap hoger ligt dan de algemene toelaatbaarheid (dus B2), toe te laten. In geval van omgevingsvergunning dient wel te worden aangetoond dat deze bedrijfsactiviteiten (als gevolg van de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of door een milieuvriendelijke werkwijze) naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de bedrijfsactiviteiten genoemd in de lagere algemeen toegelaten milieucategorieën.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
39
bestemmingsplan Dorp Voorhout 4.1.3
Wijzigingsbevoegdheid
De gronden die door middel van een wijzigingsplan een woonbestemming kunnen krijgen, liggen langs de Herenstraat, een straat die gezien kan worden als het centrum van dit deel van de kern Voorhout. Ook na realisatie van de wijzigingsbevoegdheid zullen hier naast woningen centrumvoorzieningen aanwezig zijn. Hier zal dan ook na de beoogde wijzigingen sprake zijn van een gebied waar functiemenging aanwezig en gewenst is. Ter plaatse zijn bedrijven uit categorie B1 van de SvB functiemenging toelaatbaar. De bedrijven in de directe omgeving van de wijzigingsgebieden vallen binnen deze algemene toelaatbaarheid. Er zal daarom geen sprake zijn van onaanvaardbare hinder ter plaatse van de beoogde woningen. Behalve woningen maakt de wijzigingsbevoegdheid ook lichte horeca mogelijk. Dergelijke horeca is binnen een gemengd gebied direct naast woningen toelaatbaar. Ook deze wijziging zal daarom niet tot onaanvaardbare milieuhinder leiden. 4.1.4
Conclusie
Er wordt geconcludeerd dat het aspect bedrijven en milieuzonering de vaststelling van het plan niet in de weg staat en geen belemmering vormt voor het gebruik van de wijzigingsbevoegdheid. Door het toepassen van een milieuzonering wordt een goed woon- en leefklimaat gegarandeerd.
4.2
Externe veiligheid
4.2.1
Normstelling en beleid
Bij ruimtelijke plannen dient ten aanzien van externe veiligheid naar verschillende aspecten te worden gekeken, namelijk: bedrijven waar opslag, gebruik en/of productie van gevaarlijke stoffen plaatsvindt; vervoer van gevaarlijke stoffen over wegen, spoor, water of leidingen. In het externe veiligheidsbeleid wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). Het PR is de kans per jaar dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen, indien hij 3 onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven. Het PR wordt weergegeven met risicocontouren rondom een inrichting of langs een vervoersas. Het GR drukt de kans per jaar uit dat een groep mensen van minimaal een bepaalde omvang overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Inrichtingen Op 27 oktober 2004 is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (hierna: Bevi) in werking getreden. Met het besluit wordt beoogd een wettelijke grondslag te geven aan het externe veiligheidsbeleid rondom risicovolle inrichtingen. Het doel van het besluit is de risico's waaraan burgers in hun leefomgeving worden blootgesteld vanwege risicovolle inrichtingen tot een aanvaardbaar minimum te beperken. Op basis van het Bevi geldt voor het PR rondom een risicovolle inrichting een grenswaarde voor kwetsbare objecten en een richtwaarde voor beperkt kwetsbare objecten ). Beide liggen op een niveau van -6 per jaar. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan moet aan deze normen worden voldaan, 10 ongeacht of het een bestaande of nieuwe situatie betreft. Het Bevi bevat geen grenswaarde voor het GR; wel geldt op basis van het Bevi een verantwoordingsplicht ten aanzien van het GR in het invloedsgebied rondom de inrichting. De in het externe veiligheidsbeleid gehanteerde norm voor het GR (zie hieronder) geldt daarbij als buitenwettelijke oriëntatiewaarde. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties. Ook bedrijven waarop het Bevi niet van toepassing is, kunnen risico's voor de omgeving met zich 4 meebrengen. Voor nieuwe situaties geldt voor het PR, op basis van de nota Omgaan met risico's , in -6 -5 principe een norm van 10 per jaar en voor bestaande situaties 10 per jaar. Voor het GR noemt deze nota als norm: -5 10 voor een ongeval met meer dan 10 dodelijke slachtoffers; -7 10 voor een ongeval met meer dan 100 dodelijke slachtoffers; -9 10 voor een ongeval met meer dan 1000 dodelijke slachtoffers; enzovoort (een lijn door deze punten bepaalt de norm).
40
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Vervoer van gevaarlijke stoffen In december 2009 is de aangepaste Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RVGS) gepubliceerd. In deze circulaire is het externe veiligheidsbeleid voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over water, wegen en spoorwegen opgenomen. Op basis van de circulaire geldt voor bestaande situaties de grenswaarde voor het PR ter plaatse van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten van -5 -6 10 per jaar en de streefwaarde 10 per jaar. In nieuwe situaties is de grenswaarde voor het PR ter -6 plaatse van kwetsbare objecten 10 per jaar. Voor beperkt kwetsbare objecten geldt deze waarde als een richtwaarde. Op basis van de circulaire geldt bij een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR of een toename van het GR een verantwoordingsplicht. Deze verantwoordingsplicht geldt zowel in bestaande als nieuwe situaties. De circulaire vermeldt dat op een afstand van 200 m vanaf het tracé in principe geen beperkingen hoeven te worden gesteld aan het ruimtegebruik. 4.2.2
Onderzoek en conclusie
Inrichtingen In en rondom het plangebied bevindt zich een aantal risicovolle bedrijven die van invloed zijn het plangebied (tabel 4.1). Deze gegevens zijn ontleend aan de provinciale risicokaart. Tabel 4.1 Inrichtingen in en rondom het plangebied met risicovolle activiteiten bedrijf
risicovolle activiteiten
PR -6 10
Teylingen College
Opslag gevaarlijke stoffen
20 m
Nvt
0
240 m
215 m
Van Gent & Van opslag gevaarlijke der Meer stoffen
20 m
nvt
850 m
1.800 m
1.230 m
nvt
500 m
600 m
1.000 m
1.170 m
Akzo Nobel Coatings
opslag gevaarlijke stoffen
invloedsgebie afstand Afstand tot Afstand tot d GR tot BP ontwikkelin wijzigingszones g
Teylingen College Aan de Leidsevaart 4 te voorhout ligt (binnen het plangebied) het Teylingen College. Hier worden chloorbleekloog en zoutzuur opgeslagen. Op de inrichting is het Bevi niet van toepassing en er geldt voor deze inrichting geen invloedsgebied voor het GR. Een deel van het plangebied ligt binnen de PR -6 10 -risicocontour. Binnen deze contour bevinden zich echter geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten. Ook de beoogde ontwikkeling en de gronden waarop een wijzigingsbevoegdheid ligt, liggen buiten deze contour. van Gent van der Meer Nuyens Aan de Jacoba van Beierenweg 128c te Voorhout is (buiten het plangebied) het bedrijf Van Gent van der Meer Nuyens gevestigd. In deze inrichting vindt opslag van bestrijdingsmiddelen en kunstmest plaats. Op de inrichting is het Bevi van toepassing. De afstand tussen het plangebied en deze inrichting bedraagt ongeveer 860, de afstand tussen deze inrichting en de beoogde ontwikkeling bedraagt ongeveer 1.800 m en de afstand tussen deze inrichting en de wijzigingsgebieden ongeveer 1.230 m. Het plangebied ligt en dus ook de beoogde ontwikkeling -6 liggen buiten de PR 10 -risicocontour. Binnen dit plangebied liggen dus geen kwetsbare of beperkt 5 kwetsbare objecten binnen de PR 10-6-risicocontour. Uit informatie van de milieudienst blijkt dat het bedrijf als gevolg van maatregelen in de milieuvergunning geen invloedsgebied meer heeft en geen groepsrisico veroorzaakt. Dit bedrijf vormt daarom geen belemmering voor de vaststelling van dit bestemmingsplan. Akzo Nobel Coatings Aan de Rijksstraatweg 31 te Sassenheim is op ongeveer 600 m ten zuiden van het plangebied Akzo Nobel Coatings gevestigd. Dit bedrijf produceert verfproducten en beschikt daarvoor over gevaarlijke stoffen. Het bedrijf valt onder het Besluit risico's zware ongevallen (BRZO) en is daarom verplicht een
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
41
bestemmingsplan Dorp Voorhout veiligheidsrapportage op te stellen. Provincie Zuid-Holland is bevoegd gezag op grond van de Wet milieubeheer. Op Brzo bedrijven is ook het Bevi van toepassing. Het plangebied ligt buiten de PR -6 10 -risicocontour en buiten het invloedsgebied van het GR. Dit bedrijf vormt daarom geen belemmering voor de vaststelling van dit bestemmingsplan. Vervoer van gevaarlijke stoffen Ten oosten van het plangebied ligt, op minder dan 200 m afstand, de spoorlijn van Leiden richting Haarlem. Over dit traject werden in 1998 nog structureel gevaarlijke stoffen vervoerd. De meest recente gegevens van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor staat in de publicatie van ProRail Spoorontwikkeling 'Marktverwachting van het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor; een verwachting voor de middelange termijn' van 26 september 2007. Dit stuk is door de minister van Verkeer en Waterstaat aan de Tweede Kamer aangeboden en heeft daarmee officiële status gekregen. Uit de ProRail-prognose voor vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor blijkt dat via Leiden nu en in de toekomst incidenteel vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Gezien de zeer beperkte omvang van -6 dit vervoer zal de PR 10 -risicocontour niet buiten het spoor liggen. Ook wordt er ruimschoots aan de oriëntatiewaarde van het GR voldaan. De beoogde ontwikkeling ligt op meer dan 600 m van het spoor en dus buiten het invloedsgebied van het GR. Vaststelling van dit bestemmingsplan heeft daarom geen effect op de hoogte van het GR. In dit bestemmingsplan kan een uitgebreide verantwoording van het GR daarom achterwege blijven. Een deel van de wijzigingsgebieden ligt echter wel op minder dan 200 m van deze spoorlijn. Omdat de wijzigingsbevoegdheid slechts voorziet in herstructurering en geen grootschalige ontwikkelingen mogelijk maakt, zal het effect van het gebruik van deze wijzigingsbevoegdheid op de hoogte van het GR beperkt zijn. De oriëntatiewaarde zal in ieder geval -gelet op de hoogte van het GR in de huidige situatie- niet worden overschreden. Het incidentele vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor staat het gebruik van de wijzigingsbevoegdheid daarom niet in de weg. Wel dient het GR in het wijzigingsplan verantwoord te worden. Van belang daarbij is dat deze gebieden ook na gebruik van de wijzigingingsbevoegdheid goed te bereiken en van de bron af te ontvluchten zijn via de Herenstraat. Ook zijn in dit deel van het plangebied zowel in de huidige situatie als na het gebruik van de wijzigingsbevoegdheid geen verminderd zelfredzame personen aanwezig. Uit informatie uit bovengenoemde Circulaire risiconormering vervoer van gevaarlijke stoffen blijkt dat in de omgeving van het plangebied geen gevaarlijke stoffen over de weg of over het water worden vervoerd. Wel zijn in de omgeving van het plangebied drie buisleidingen gelegen (beheerd door de Nederlandse Gasunie NV). Informatie over deze leidingen staat in tabel 4.2. Tabel 4.2 Vervoer van gevaarlijke stoffen door leidingen nabij het plangebied Volgnummer
druk (bar) uitwendige afstand PR Inventarisatie- Kortste -6 10 afstand (m) afstand tot diameter contour (m) GR het (inch) plangebied (m)
Afstand tot Afstand tot beoogde wijzigingsontwikkelin zones g
W535-01
40
13
0
150
315
510
735 m
A560 KR 053
66,2
36
0
430
680
1070
1.055 m
W535-12
40
6,6
0
70
415
1200
980 m
Uit bovenstaande tabel blijkt dat het plangebied (en daarmee ook de beoogde ontwikkeling en de -6 wijzigingsgebieden) niet binnen de PR 10 -risicocontouren van deze leidingen of de inventarisatie-afstanden voor het GR ligt. Vervoer van gevaarlijke stoffen door deze buisleidingen vormt daarom geen knelpunt met de realisatie van het bestemmingsplan. In het plangebied vinden geen overschrijdingen plaats van de grenswaarde voor het PR. Binnen de PR -6 10 -risicocontouren van de relevante inrichtingen of transportassen liggen in het plangebied geen kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten. Daarnaast ligt de beoogde ontwikkeling buiten de verschillende invloedsgebieden voor het GR. Hierdoor neemt het GR ter plaatse van het plangebied niet toe als gevolg van de realisatie van het bestemmingsplan. Aangezien er in de huidige situatie ook geen sprake is van een overschrijding van de oriëntatiewaarde voor het GR kan een verdere verantwoording van dit aspect achterwege blijven.
42
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
4.3
Kabels en leidingen
In het plangebied zijn geen planologisch relevante kabels of leidingen gelegen. Wel liggen in de omgeving van het plangebied enkele aardgasleidingen. Deze zijn besproken in de paragraaf externe veiligheid. In de omgeving van het plangebied liggen geen hoogspanningslijnen, straalpaden of telecomverbindingen. Er wordt geconcludeerd dat het aspect kabels en leidingen geen belemmering oplevert voor de uitvoering van het plan.
4.4
Verkeerslawaai
Er is akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de locatie Park Overbosch. Op deze locatie worden nieuwe geluidsgevoelige functies mogelijk gemaakt, waardoor akoestisch onderzoek inzage de Wet geluidhinder noodzakelijk is. Dit onderzoek is samengevat in paragraaf 4.4.1. Verder is onderzoek gedaan naar de akoestische situatie ter plaatse van de wijzigingsbevoegdheden langs de Herenstraat die in het bestemmingsplan zijn opgenomen. Dit onderzoek is samengevat in paragraaf 4.4.2. 4.4.1
Akoestisch onderzoek Park Overbosch
Wettelijk kader Langs alle wegen bevinden zich ingevolge de Wet geluidhinder geluidszones, met uitzondering van woonerven en 30 km/h-gebieden. Binnen en rond het plangebied zijn 30 km/h-wegen aanwezig die op basis van hun snelheidsregime niet-gezoneerd zijn. Binnen de geluidszone van een weg dient de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen aan bepaalde wettelijke normen te voldoen. De breedte van een geluidszone is afhankelijk van het aantal rijstroken en de ligging van de weg (binnen- of buitenstedelijk). De geluidszone ligt aan weerszijden van de weg, gemeten vanuit de kant van de weg. Onder stedelijk gebied wordt verstaan: "het gebied binnen de bebouwde kom, doch met uitzondering van het gebied binnen de bebouwde kom, voorzover liggend binnen zone van een autoweg of autosnelweg als bedoeld in het Reglement verkeersregels en verkeerstekens" (art. 1 Wgh). De locatie Park Overbosch ligt binnen de wettelijke geluidszone van de Leidsevaart. In het akoestisch onderzoek Dorp Voorhout (zie Bijlage 4) is het onderzoek naar gezoneerde en niet-gezoneerde wegen weergegeven. Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd op basis van de Standaard Rekenmethode II (SRM II) volgens het Reken- en Meetvoorschrift Geluidhinder 2006 (RMG 2006). Hierbij is rekening gehouden met het geluidsbeleid van de milieudienst West-Holland dat is vastgelegd in de beleidsnotitie "Richtlijnen voor het vaststellen van hogere grenswaarden in het kader van de decentralisatie van de hogere grenswaardenprocedure Wet geluidhinder" d.d. 15 maart 2007. Resultaten gezoneerde wegen Ten gevolge van de Leidsevaart wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB aan de gevel van de ontwikkeling Park Overbosch overschreden. Omdat maatregelen ter reductie van de geluidsbelasting niet mogelijk of doelmatig zijn, dienen hogere waarden te worden vastgesteld. Het milieudienst West-Holland heeft ten behoeve van onderhavig bestemmingsplan een Ontwerpbesluit hogere waarde opgesteld ("Ontwerpbesluit hogere waarde seniorencomplex 'Park Overbosch' gemeente Teylingen", Milieudienst West-Holland). De in onderstaande tabel weergegeven hogere waarden dienen vastgesteld te worden. Het betreft in totaal 55 eenheden en 1 pg-afdeling.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
43
bestemmingsplan Dorp Voorhout Tabel 4.3 Hogere waarden bestemming/aantal wooneenheden
hogere waarde in dB
2 woningen
49 dB
3 woningen
50 dB
4 woningen
51 dB
1 woning
52 dB
1 woning
53 dB
3 woningen
54 dB
12 woningen
55 dB
3 woningen
56 dB
4 woningen
57 dB
6 woningen
58 dB
2 woningen
60 dB
5 woningen
61 dB
6 woningen
62 dB
3 woningen
63 dB
1 PG-afdeling
63 dB
Resultaten niet-gezoneerde wegen Voor de beoordeling van de geluidsbelasting langs 30 km/h-wegen wordt gebruikgemaakt van de classificering van de kwaliteit van de akoestische omgeving in een milieukwaliteitsmaat volgens de 'methode Miedema'. Hierin wordt de geluidsbelasting geclassificeerd en beoordeeld op basis van klassen van 5 dB. Omdat de Wgh niet van toepassing is, wordt bij de berekening van de geluidsbelasting geen correctie ex artikel 110g Wgh toegepast, zie het akoestisch onderzoek Dorp Voorhout. De ondervonden geluidsbelasting van verkeer op de Herenstraat valt binnen de klasse 'matig' van het beoordelingskader voor 30 km/h-wegen. De geluidsbelasting als gevolg van verkeer op de Sportlaan kan als 'redelijk' worden beoordeeld. Ten aanzien van de geluidsbelasting als gevolg van verkeer op de Rijnsburgerweg en de Prof. Nolenslaan is sprake van een 'goede' geluidshindersituatie. Deze geluidsbelastingen als gevolg van verkeer op 30 km/h-wegen worden als aanvaardbaar beschouwd onder de voorwaarde dat geluidsreducerende maatregelen niet mogelijk of gewenst zijn en conform het bouwbesluit een binnenwaarde van 33 dB wordt gegarandeerd (met gevelmaatregelen) in de nieuwe woningen. Maatregelen aan de bron of in het overdrachtsgebied zijn niet mogelijk of stuiten op overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerkundige, landschappelijke of financiële aard. Bij de realisatie van de nieuwe woningen kan een binnenwaarde van 33 dB (conform het bouwbesluit) worden bereikt zodat de akoestische situatie als aanvaardbaar wordt beschouwd.
44
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout 4.4.2
Akoestisch onderzoek wijzigingsgebieden Herenstraat
In het bestemmingsplan is aan de Herenstraat een aantal wijzigingsbevoegdheden opgenomen. Momenteel zijn deze gronden bestemd voor 'Centrum' of 'Gemengd'. Door middel van de wijzigingsbevoegdheid kunnen burgemeester en wethouders deze gronden herstructureren. Hierbij kan plaatselijk de bestemming worden gewijzigd naar horeca of wonen. Omdat de woonfunctie op basis van de Wet geluidhinder geluidgevoelig is, wordt onderzocht wat de aandachtspunten zijn met betrekking tot geluidhinder. In het kader van de uitvoering van de wijzigingsbevoegdheden dient nader akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd. In dat kader worden dan ook eventuele hogere waarden vastgesteld. Onderhavige paragraaf biedt slechts globaal inzicht in de akoestische situaties ter plaatse van de wijzigingsbevoegdheden. Voor het volledige akoestisch onderzoek wordt verwezen naar de notitie 'Akoestische aspecten wijzigingsbevoegdheid bestemmingsplan Dorp Voorhout', RBOI, 31 december 2010, zie Bijlage 7. Wegverkeerslawaai De wijzigingsbevoegdheden 1, 2 en 3 liggen niet binnen de wettelijke geluidszone van een gezoneerde weg. Wijzigingsbevoegdheid 4 ligt binnen de wettelijke geluidszone van de Leidsevaart. Op basis van akoestisch onderzoek met Standaard Rekenmethode I, waarmee een vrije veldcontour wordt berekend, wordt ter plaatse van wijzigingsbevoegdheid 4 de voorkeursgrenswaarde van 48 dB overschreden, waardoor bij uitvoering van de wijzigingsbevoegdheid nader akoestisch onderzoek noodzakelijk is. Voor alle wijzigingsbevoegdheden is in het kader van een goede ruimtelijke ordening akoestisch onderzoek naar 30 km/h-wegen noodzakelijk. Railverkeerslawaai De wijzigingsbevoegdheden 1, 2 en 3 liggen binnen de wettelijke geluidszone van de spoorlijn Leiden Haarlem. Op basis van akoestisch onderzoek met Standaard Rekenmethode I, waarmee een vrije veldcontour wordt berekend, wordt ter plaatse van wijzigingsbevoegdheid 1 en 2 de voorkeursgrenswaarde voor spoorweglawaai van 55 dB overschreden. Bij uitvoering van de wijzigingsbevoegdheid dient gedetailleerd akoestisch onderzoek naar spoorweglawaai te worden uitgevoerd. Conclusie Geconcludeerd wordt dat bij uitvoering van de wijzigingsbevoegdheden voor wijzigingsbevoegdheid 4 nader onderzoek naar wegverkeerslawaai noodzakelijk is. Voor wijzigingsbevoegdheid 1 en 2 is nader onderzoek naar spoorweglawaai noodzakelijk. Ten gevolge van beide geluidsbronnen is er echter geen sprake van overschrijding van de uiterste grenswaarde. Tevens dient aandacht te zijn voor de geluidsbelasting ten gevolge van 30 km/h-wegen.
4.5
Luchtkwaliteit
4.5.1
Normstelling en beleid
Beleid en normstelling Het toetsingskader voor luchtkwaliteit wordt gevormd door de Wet milieubeheer luchtkwaliteitseisen (ook wel Wet luchtkwaliteit genoemd, Wlk). De Wlk bevat grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide en stikstofoxiden, fijn stof, lood, koolmonoxide en benzeen. Hierbij zijn in de ruimtelijke ordeningspraktijk langs wegen vooral de grenswaarden voor stikstofdioxide (jaargemiddelde) en fijn stof (jaar- en daggemiddelde) van belang. De grenswaarden van de laatstgenoemde stoffen zijn in tabel 4.4 weergegeven. De grenswaarden gelden voor de buitenlucht, met uitzondering van een werkplek in de zin van de Arbeidsomstandighedenwet.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
45
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Tabel 4.4 Grenswaarden maatgevende stoffen Wlk stof
toetsing van
grenswaarde
geldig
stikstofdioxide (NO2)
jaargemiddelde concentratie
60 µg/m³
2010 tot en met 2014
jaargemiddelde concentratie
40 µg/m³
vanaf 2015
jaargemiddelde concentratie
48 µg/m³
tot en met 10 juni 2011
jaargemiddelde concentratie
40 µg/m³
vanaf 11 juni 2011
24-uurgemiddelde concentratie
max. 35 keer p.j. tot en met 10 juni meer dan 75 µg/m³ 2011
24-uurgemiddelde concentratie
max. 35 keer p.j. vanaf 11 juni 2011 meer dan 50 µg/m³
fijn stof (PM10)
6
Op grond van artikel 5.16 van de Wlk kunnen bestuursorganen bevoegdheden die gevolgen kunnen hebben voor de luchtkwaliteit (zoals de vaststelling van een bestemmingsplan) uitoefenen indien: de bevoegdheden/ontwikkelingen niet leiden tot een overschrijding van de grenswaarden (lid 1 onder a); de concentratie in de buitenlucht van de desbetreffende stof als gevolg van de uitoefening van die bevoegdheden per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft (lid 1 onder b1); bij een beperkte toename van de concentratie van de desbetreffende stof, door een met de uitoefening van de betreffende bevoegdheid samenhangende maatregel of een door die uitoefening optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (lid 1 onder b2); de bevoegdheden/ontwikkelingen niet in betekenende mate bijdragen aan de concentratie in de buitenlucht (lid 1 onder c); het voorgenomen besluit is genoemd of past binnen het omschreven Nationaal Samen-werkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) of een vergelijkbaar programma dat gericht is op het bereiken van de grenswaarden (lid 1 onder d). In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt bij het opstellen van ruimtelijke plannen, uit oogpunt van de bescherming van de gezondheid van de mens, tevens rekening gehouden met de luchtkwaliteit. In het Besluit NIBM en de bijbehorende regeling is exact bepaald in welke gevallen een project vanwege de beperkte gevolgen voor de luchtkwaliteit niet aan de grenswaarden hoeft te worden getoetst. Dit kan het geval zijn wanneer een project een effect heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde NO2 en PM10. 4.5.2
Onderzoek
Het bestemmingsplan maakt een uitbreiding van een reeds bestaande woon-/zorginstelling mogelijk. Deze ontwikkeling heeft een verkeersaantrekkende werking. In de paragraaf verkeer is bepaald dat het aantal verkeersbewegingen met maximaal 700 motorvoertuigen per etmaal (werkdaggemiddelde) toeneemt (zie paragraaf PM verkeer). Met behulp van de NIBM-tool (http://www.infomil.nl) is berekend dat de concentratie stikstofdioxide (NO2) als gevolg van dit plan met 1,01 µg/m3 en de concentratie fijn stof (PM10 ) met 0,27 µg/m3 toeneemt. Beide toenamen zijn minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarde. Het plan draagt dus niet in betekenende mate bij aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen, toetsing aan de grenswaarden voor luchtkwaliteit kan derhalve achterwege blijven.
46
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout In het kader van een goede ruimtelijke ordening wordt wel inzicht gegeven in de luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied. Dit wordt gedaan aan de hand van de saneringstool (www.saneringstool.nl) die bij het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit hoort. Dit is gedaan langs de N444, een maatgevende weg die door het plangebied en langs de beoogde ontwikkeling loopt. In 2011 bedraagt de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide (NO2) hier 27,9 µg/m3. In datzelfde jaar bedraagt de jaargemiddelde concentratie fijn stof (PM10) hier 25,0 µg/m3. De jaargemiddelde concentraties stikstofdioxide en fijn stof liggen ter hoogte van de weg onder de grenswaarden van de Wlk. Omdat direct langs de weg wordt voldaan aan de grenswaarden zal dit ter plaatse van het plangebied ook het geval zijn, aangezien de concentraties luchtverontreinigende stoffen afnemen naarmate de locatie verder van de weg is gelegen. Een woon- zorginstelling is een gevoelige bestemming in de zin van het Besluit gevoelige bestemmingen. Het bestemmingsplan maakt de uitbreiding van een woon- zorginstelling binnen 50 m vanaf een provinciale weg (de N444) mogelijk. Uit het bovenstaande blijkt dat er geen sprake is van een (dreigende) overschrijding van de grenswaarden uit de Wlk. De waarden langs de N444 liggen ver onder de grenswaarde uit de Wlk, zelfs wanneer gekeken wordt naar de grenswaarden die vanaf 11 juni 2011 zullen gelden voor PM10 en vanaf 2015 zullen gelden voor NO2. Deze woon- zorginstelling is derhalve toegestaan binnen een afstand van 50 m vanaf de provinciale weg. Er wordt daarom geconcludeerd dat het Besluit gevoelige bestemmingen de de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staat. De gronden waarop de wijzigingsbevoegdheden langs de Herenstraat betrekking hebben zijn bestemd voor gemengde doeleinden. De wijzigingsbevoegdheid voorziet voornamelijk in een herstructurering van dit deel van het centrum van Voorhout. Grootschalige wijziging naar functie met een grote verkeersaantrekkende werking of grootschalige uitbreidingen van bestaande functies worden niet mogelijk gemaakt. Wanneer er gebruik wordt gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid zal dit slechts een beperkt effect op de concentraties stikstofdioxide en fijn stof hebben. Tevens liggen de jaargemiddelde achtergrondconcentraties van deze stoffen ter plaatse van dit deel van Voorhout ver onder de grenswaarden uit de Wlk. Het gebruik van de wijzigingsbevoegdheid zal dus niet tot overschrijdingen van deze grenswaarden leiden. Het aspect luchtkwaliteit staat het gebruik van de wijzigingsbevoegdheid dan ook niet in de weg. Wel moet in het wijzigingsplan de bijdrage van dat plan aan de concentraties luchtverontreinigende stoffen inzichtelijk worden gemaakt. 4.5.3
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat uit het oogpunt van luchtkwaliteit ter plaatse van het plangebied sprake is van een goed woon- en leefmilieu. Tevens levert het aspect luchtkwaliteit geen beperking op voor de beoogde ontwikkeling van Park Overbosch en staat dit aspect het gebruik van de wijzigingsbevoegdheid niet in de weg.
4.6
Archeologie en cultuurhistorie
4.6.1
Regelgeving en beleid
Rijksbeleid Als gevolg van het Verdrag van Valletta, dat in 1998 door het Nederlandse parlement is goedgekeurd en in 2006 zijn beslag heeft gekregen in de Wet op de Archeologische Monumentenzorg, is de Monumentenwet 1988 gewijzigd. Rijk en provincie stellen zich op het standpunt dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologische erfgoed moet worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken. Het Rijk heeft deze beleidsuitgangspunten neergelegd in onder meer de Cultuurnota 2005-2008, de Nota Belvedère, de Nota Ruimte en het Structuurschema Groene Ruimte 2.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
47
bestemmingsplan Dorp Voorhout Provinciaal beleid De provincie Zuid-Holland hanteert in de Nota Regels voor Ruimte 2005 het uitgangspunt dat op terreinen die voorkomen op de Archeologische Monumentenkaart Zuid-Holland en in gebieden die op de kaart archeologische waarden van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS-kaart) ten minste een redelijke tot grote kans op archeologische sporen hebben, archeologisch vooronderzoek in het kader van de planvoorbereiding dient plaats te vinden. Voor zover er onzekerheid bestaat over de precieze aanwezigheid van archeologische waarden, dient in het bestemmingsplan voor het bouwrijp maken een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden te worden gehanteerd. Het verlenen van een aanlegvergunning wordt daarbij afhankelijk gesteld van de uitkomsten van nader archeologisch onderzoek en de belangenafweging op grond daarvan. Gemeentelijk beleid In de nota 'Onder de grond, beleid voor archeologie in Teylingen' is het gemeentelijk archeologiebeleid vastgelegd. Het beleid is gebaseerd op wetgeving en de archeologische verwachtings- en beleidskaart van Teylingen en heeft tot doel om het archeologisch erfgoed te behouden en te beschermen. Voor het nemen van beslissingen is een archeologische verwachtings- en beleidskaart opgesteld. Deze geeft inzcht in de archeologische waarden en verwachtingen in Teylingen. Op basis van deze kaart kunnen initiatiefnemers zo goed mogelijk worden geïnformeerd over eventuele archeologische consequenties van ruimtelijke ingrepen. Op de archeologische beleidskaart zijn de archeologisch waardevolle gebieden aangegeven. De gebieden zijn onderverdeeld in Archeologisch Waardevolle Verwachtingsgebieden AWV 1 t/m 6 en Archeologische Waardevolle Gebieden AWG 1 t/m 2. Per gebied is een voorschrift aangegeven. 4.6.2
Onderzoek en conclusie
Op de archeologische beleidskaart van de gemeente heeft het plangebied zowel een hoge als een lage archeologische verwachtingswaarde (zie afbeelding 4.1). Daarnaast heeft het gebied rond de Herenstraat een onbekende verwachting. Er bevinden zich in het plangebied 4 locaties waarbij sprake is van een vindplaats.
Afbeelding 4.1. Uitsnede archeologische beleidskaart gemeente Teylingen
48
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout Vanwege de kans op archeologische sporen is voor een groot gedeelte van het plangebied de dubbelbestemming Waarde - Archeologie opgenomen. Uitsluitend voor het gebied met een lage archeologische verwachting vanaf het Neolithicum (AW5) is geen dubbelbestemming opgenomen. Per gebied zijn specifieke vormen van waarde opgenomen, te weten: 1. specifieke vorm van waarde - 1: hoge archeologische verwachting (AW 1) en onbekende verwachting (bebouwd); 2. specifieke vorm van waarde - 2: middelmatige archeologische verwachting (AW 2); specifieke vorm van waarde - 3: lage archeologische verwachting (AW 3, AW 4 en AW 6). Binnen bepaalde voorwaarden dient voorafgaand aan de werkzaamheden een verkennend archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. Voor de locatie Park Overbosch zal allereerst archeologisch onderzoek verricht moeten worden alvorens de bouwplannen uitgevoerd worden.
4.7
Bodem
4.7.1
Normstelling en beleid
Volgens artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan rekening worden met de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde functie en moet worden vastgesteld of er sprake is van een saneringsnoodzaak. 4.7.2
Onderzoek en conclusie
Het bestemmingsplan voorziet in één ontwikkeling ter plaatse van Park Overbosch. Het betreft de uitbreiding van een reeds bestaande woon-/zorginstelling. In de huidige situatie is het perceel waarop deze ontwikkeling plaatsvindt reeds voor maatschappelijke doeleinden bestemd. Er is formeel gesproken geen sprake van een functiewijziging, wel worden extra bouwmogelijkheden geboden. Dit betreft voornamelijk extra bouwmogelijkheden in de hoogte. Slechts een klein oppervlakte wordt direct aangrenzend aan het bestaande gebouw extra bebouwd. Zoals reeds vermeld is deze oppervlakte in de huidige situatie reeds bestemd voor maatschappelijke doeleinden. Tevens zijn er geen redenen om aan te nemen dat de bodemkwaliteit op deze locatie een belemmering voor de beoogde ontwikkeling vormt. Noodzaak tot bodemonderzoek is niet aan de orde. Uit informatie van het bodemloket (www.bodemloket.nl) blijkt dat ter plaatse van de wijzigingsbevoegdheden langs de Herenstraat in het verleden bodemonderzoeken zijn uitgevoerd. Hier zijn geen grootschalige verontreinigingen aangetroffen. Tevens is de locatie lokaal gesaneerd. Hier is de bodem geschikt voor de beoogde functies. Het aspect bodemkwaliteit zal het gebruik van de wijzigingsbevoegdheid dus (zeer waarschijnlijk) niet belemmeren. Wel dient in het kader van het wijzigingsplan in ieder geval een historisch bodemonderzoek te worden uitgevoerd om ook voor die locaties die niet onderzocht of gesaneerd zijn inzicht te krijgen in de bodemkwaliteit. Geconcludeerd wordt dat het aspect bodemkwaliteit de vaststelling van het bestemmingsplan niet in de weg staat.
4.8
Ecologie
4.8.1
Situatiebeschrijving
In een bestemmingsplan moet de uitvoerbaarheid van het plan worden aangetoond. In dit verband is het van belang dat, gelet op de verplichtingen ingevolge de Flora- en faunawet, in het bestemmingsplan aannemelijk moet worden gemaakt dat de gunstige staat van instandhouding van de beschermde soorten niet in het geding is. Hieronder wordt beschreven welke beschermde soorten naar verwachting binnen het plangebied aanwezig zijn. Bestaande situatie Het plangebied betreft globaal de kern Voorhout tussen de spoorlijn Haarlem-Leiden en de Leidsevaart en de Buitenplaats Nieuw Schoonoord en het Teylingencollege aan de westzijde van de Leidsevaart. Het zuiden van het plangebied wordt begrensd door het sport- en recreatiegebied Elsgeest.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
49
bestemmingsplan Dorp Voorhout Beoogde ontwikkelingen In het plangebied wordt de uitbreiding en herontwikkeling van Park Overbosch mogelijk gemaakt, tevens wordt een paviljoen in het park gerealiseerd en worden garageboxen gesloopt. Hiervoor moeten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd: sloopwerkzaamheden; bouwrijp maken; bouwwerkzaamheden. 4.8.2
Toetsingskader
Beleid De Nota Ruimte geeft het beleidskader voor de duurzame ontwikkeling en een verantwoord toekomstig grondgebruik in de vorm van onder andere de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). De EHS is een samenhangend netwerk van bestaande en te ontwikkelen natuurgebieden. Het netwerk wordt gevormd door kerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en ecologische verbindingszones. De EHS is op provinciaal niveau uitgewerkt, de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). Normstelling Flora- en faunawet Wat de soortenbescherming betreft is de Flora- en faunawet (Ffw) van belang. Deze wet is gericht op de bescherming van dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied. De Ffw bevat onder meer verbodsbepalingen met betrekking tot het aantasten, verontrusten of verstoren van beschermde dieren plantensoorten, hun nesten, holen en andere voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen. De wet maakt hierbij een onderscheid tussen 'licht' en 'zwaar' beschermde soorten. Indien sprake is van bestendig beheer, onderhoud of gebruik, gelden voor sommige, met name genoemde soorten, de verbodsbepalingen van de Ffw niet. Er is dan sprake van vrijstelling op grond van de wet. Voor zover deze vrijstelling niet van toepassing is, bestaat de mogelijkheid om van de verbodsbepalingen ontheffing te verkrijgen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Voor de zwaar beschermde soorten wordt deze ontheffing slechts verleend, indien: er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw, bestendig gebruik en dwingende reden van groot openbaar belang); er geen alternatief is; geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. Met betrekking tot vogels hanteert LNV de volgende interpretatie van artikel 11: De verbodsbepalingen van artikel 11 beperken zich bij vogels tot alleen de plaatsen waar gebroed wordt, inclusief de functionele omgeving om het broeden succesvol te doen zijn, én slechts gedurende de periode dat er gebroed wordt. Er zijn hierop echter verschillende uitzonderingen, te weten: - Nesten die het hele jaar door zijn beschermd Op de volgende categorieën gelden de verbodsbepalingen van artikel 11 van de Flora- en faunawet het gehele seizoen: 1. Nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust- en verblijfplaats (voorbeeld: steenuil). 2. Nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing of biotoop. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: roek, gierzwaluw en huismus). 3. Nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: ooievaar, kerkuil en slechtvalk). 4. Vogels die jaar in jaar uit gebruikmaken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen (voorbeeld: boomvalk, buizerd en ransuil). - Nesten die niet het hele jaar door zijn beschermd In de 'aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten' worden de volgende soorten aangegeven als categorie 5. Deze zijn buiten het broedseizoen niet beschermd. 5. Nesten van vogels die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het hele jaar daarvoor
50
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout hebben gebroed of de directe omgeving daarvan, maar die wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen. De soorten uit categorie 5 vragen wel om nader onderzoek, ook al zijn hun nesten niet jaarrond beschermd. Categorie 5-soorten zijn namelijk wel jaarrond beschermd als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dat rechtvaardigen. De Ffw is in zoverre voor de onderhavige ontwikkeling van belang, dat bij de voorbereiding van het plan moet worden onderzocht of deze wet de uitvoering van de ontwikkeling niet in de weg staat. 4.8.3
Onderzoek
Gebiedsbescherming Het plangebied vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals een staats- of beschermd natuurmonument of Natura 2000-gebied. Het plangebied maakt ook geen deel uit van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS). Deze natuurgebieden liggen op grote afstand van het plangebied en worden niet beïnvloed door de relatief kleinschalige ingreep. Gebiedsbescherming komt derhalve in deze paragraaf niet meer aan de orde.
Afbeelding 4.2 Het plangebied ten opzichte van de Provinciale ecologische hoofdstructuur (PEHS)
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
51
bestemmingsplan Dorp Voorhout Soortenbescherming Het plangebied bestaat voornamelijk uit gebouwen, verhard terrein, tuinen, parken, watergangen, opgaand groen, struiken en grasland. Volgens de verspreidingsatlassen (Broekhuizen, 1992; Limpens, 1997, www.ravon.nl en www.waarnemingen.nl) zijn onderstaande soorten naar verwachting aanwezig. Vaatplanten Het Natuurloket geeft aan dat vaatplanten goed onderzocht zijn binnen de betreffende kilometerhokken. Er zijn zes licht beschermde soorten aangetroffen binnen de betreffende kilometerhokken. Mogelijk gaat het hier om soorten als zwanenbloem, dotterbloem, grote kaardenbol, akkerklokje, grasklokje en brede wespenorchis. De eerste drie soorten hebben, gezien de voorkomende biotopen (watergangen en braakliggend terrein), mogelijk ook groeiplaatsen in het plangebiedop de planlocatie. Op de locatie van Park Overbosch worden geen beschermde soorten verwacht. Vogels Broedvogels zijn volgens het Natuurloket goed onderzocht binnen de betreffende kilometerhokken. Er zijn vijf rode lijstsoorten aangetroffen binnen de betreffende kilometerhokken. Een rode lijstsoort als de groene specht is volgens de gegevens van waarnemingen.nl aangetroffen in het zuiden van het plangebied. Ook zijn bijzondere vogelsoorten als ijsvogel en bosuil hier aangetroffen. De opgaande begroeiing biedt mogelijk geschikte nestplaatsen aan soorten als merel, ekster, kraai, koolmees, pimpelmees en roodborst. De gebouwen bieden mogelijk nestplaatsen aan huiszwaluw en huismus. De watergangen bieden leefgebied aan watervogels als de meerkoet, wilde eend en waterhoen. Genoemde soorten zijn naar verwachting ook op de locatie Park Overbosch aanwezig. Zoogdieren Het Natuurloket geeft aan dat zoogdieren slecht onderzocht zijn binnen de betreffende kilometerhokken. Er zijn twee licht beschermde soorten aangetroffen binnen de betreffende kilometerhokken. Volgens de verspreidingsgegevens uit de atlas van Nederlandse zoogdieren (Broekhuizen, 1992) zijn de volgende soorten in het plangebied te verwachten: mol, egel, rosse woelmuis, veldmuis, aardmuis, dwergmuis, bosmuis, dwergspitsmuis en woelrat. Gezien de voorkomende biotopen als gebouwen en oude bomen zijn hier mogelijk vaste verblijfplaatsen van vleermuizen (zwaar beschermd) te verwachten. Vleermuizen hebben meestal vaste verblijfplaatsen in de spouw, achter dakranden en onder dakpannen. Vleermuizen maken mogelijk ook gebruik van de opgaande begroeiing en watergangen als onderdeel van hun foerageergebied en vliegroute. Genoemde soorten zijn naar verwachting ook op de locatie Park Overbosch aanwezig. Amfibieën Amfibieën zijn volgens het Natuurloket niet onderzocht binnen het betreffende kilometerhok. De verwachting is dat algemene amfibieën als bruine kikker, groene kikker, kleine watersalamander en gewone pad gebruik zullen maken van het plangebied. Gebouwen (kelders) en takkenhopen kunnen als (winter-)verblijfplaats dienen voor genoemde amfibieën. De watergangen kunnen voortplantingsplaatsen bieden. De verspreidingsgegevens van (www.waarnemingen.nl) geven aan dat de rugstreeppad (zwaar beschermd) in nabije omgeving van het plangebied voorkomt. Mogelijk maakt de rugstreeppad ook gebruik van het plangebied, gezien de geschikte biotopen (watergangen, braakliggende terreinen). Genoemde soorten zijn naar verwachting ook op de locatie Park Overbosch aanwezig. Vissen Het Natuurloket geeft aan dat vissen goed onderzocht zijn binnen de betreffende kilometerhokken. Er is een licht beschermde soort (tevens habitatrichtlijnsoort) aangetroffen binnen de betreffende kilometerhokken. Mogelijk gaat het hier om de kleine modderkruiper. Gezien de geschikte watergangen die zich binnen de het plangebiedlocatie bevinden, kan de aanwezigheid van kleine modderkruiper hier niet worden uitgesloten. Langs de randen van de locatie Park Overbosch zijn ook watergangen aanwezig. Overige soorten Beschermde of bijzondere reptielen en insecten kunnen worden uitgesloten, gezien de biotopen in het plangebied. Dergelijke soorten stellen hoge eisen aan hun leefgebied; het plangebied voldoet hier niet aan.
52
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout In tabel 4.5 staat aangegeven welke beschermde soorten er binnen de locatie (naar verwachting) voorkomen en onder welk beschermingsregime deze vallen. Tabel 4.5 Beschermde soorten, naar verwachting aanwezig binnen het plangebied Vrijstellingsregeling Tabel 1 Flora- en faunawet
zwanenbloem, dotterbloem en grote kaardenbol mol, egel, rosse woelmuis, veldmuis, aardmuis, dwergmuis, bosmuis, dwergspitsmuis en woelrat bruine kikker, groene kikker, kleine watersalamander en gewone pad
Ontheffingsregeling Tabel 2 Flora- en faunawet Tabel 3
Vogels
4.8.4
kleine modderkruiper Bijlage 1 AMvB Geen Bijlage IV HR
alle vleermuizen, rugstreeppad (bij graafwerkzaamheden)
Cat. 1 t/m 4
gierzwaluw en huismus
Cat. 5
koolmees, pimpelmees, ekster en zwarte kraai
Toetsing en conclusie
Soortenbescherming Het bestemmingsplan voorziet in de uitbreiding en herontwikkeling van Park Overbosch, de realisatie van een paviljoen in het bijbehorende park en de sloop van garageboxen. De benodigde werkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkeling kunnen leiden tot aantasting van te beschermen natuurwaarden. Er zal geen ontheffing nodig zijn voor de tabel 1-soorten van de Flora- en faunawet waarvoor een vrijstelling van de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet geldt. De aantasting en verstoring van vogels dient te worden voorkomen door werkzaamheden buiten het broedseizoen (broedseizoen is globaal van 15 maart tot en met 15 juli) te laten starten. Voor de werkzaamheden aan en sloop van gebouwen en eventuele kap van bomen is nader onderzoek naar vleermuizen (tabel 3, bijlage IV HR) en vogels met een vaste nestplaats noodzakelijk. Dit onderzoek is seizoensgebonden en dient in de periode mei tot en met september uitgevoerd te worden. Indien vaste rust-, verblijfs- of voortplantingsplaatsen en/of primaire vliegroutes of primaire foerageergebieden van deze soorten aanwezig blijken te zijn en aangetast worden door toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen, dan dient overtreding van de Flora- en faunawet voorkomen te worden door het treffen van mitigerende en compenserende maatregelen. Indien de vereiste maatregelen worden genomen zal de Flora- en faunawet de uitvoering van het bestemmingsplan niet in de weg staan. Indien de vereiste maatregelen niet mogelijk zijn, dient in nader overleg met de Dienst Regelingen van het ministerie van LNV bepaald te worden of het plan in zijn huidige vorm uitvoerbaar is. Er worden geen werkzaamheden voorzien aan de watergangen zodat nader onderzoek naar de kleine modderkruiper niet noodzakelijk is. Vestiging van de rugstreeppad (tabel 3-soort) in het plangebied dient te worden voorkomen (en daarmee een ontheffingprocedure). Het te ontwikkelen gebied dient daarom (voorafgaand aan het uitvoeren van mogelijke grondwerkzaamheden) volledig afgeschermd te worden met antiworteldoek. De antiworteldoek dient een hoogte van 40/50 cm te hebben en dient 5 cm in de grond te worden geplaatst. Bovendien wordt aanbevolen de werkzaamheden op elkaar te laten aansluiten, zodat exemplaren van de rugstreeppad geen kans krijgen zich te vestigen in het gebied. Dit dient dan niet in het najaar of de winter te gebeuren, maar in het late voorjaar en de zomer, omdat anders de padden al op zoek zijn naar winterverblijfplaatsen in de grond.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
53
bestemmingsplan Dorp Voorhout
4.9
Water
4.9.1
Beleid
Voor het bestemmingsplan is de watertoets wettelijk van toepassing, een procedure waarbij de initiatiefnemer in een vroeg stadium overleg voert met de waterbeheerder over het ruimtelijke planvoornemen. De watertoets heeft als doel het voorkomen van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen die in strijd zijn met duurzaam waterbeheer. In het plangebied wordt het waterbeheer gevoerd door het Hoogheemraadschap van Rijnland. In het kader van de watertoets is over deze ruimtelijke ontwikkeling overleg gevoerd met de waterbeheerder, waarna de opmerkingen van de waterbeheerder zijn verwerkt in deze waterparagraaf. Rijksbeleid Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW), 2003 Het Nationaal Bestuursakkoord Water is een overeenkomst tussen het Rijk, de provincies, het InterProvinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de Unie van Waterschappen. Het beleid van WB21 en KRW zijn belangrijke pijlers van het akkoord. Partijen verplichten zich hiermee om gezamenlijk te werken aan een Nederland dat kan leven met water. Het akkoord benadrukt de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het op orde krijgen en houden van het totale watersysteem. De opgave voor de langere en korte termijn is in beeld gebracht, instrumenten zijn benoemd en het tijdpad is uitgestippeld. Daarmee is niet zozeer een fase afgesloten, maar wordt het vervolg van een inhoudelijk, procedureel en financieel omvangrijke operatie mogelijk gemaakt, concreet: het NBW heeft tot doel om in 2015 het watersysteem op orde te hebben en daarna op orde te houden anticiperend op veranderende omstandigheden, zoals onder andere de verwachte klimaatverandering, zeespiegelstijging, bodemdaling en toename van verhard oppervlak; het NBW bevat taakstellende afspraken ten aanzien van veiligheid en wateroverlast ( te veel) en procesafspraken ten aanzien van watertekorten, verdroging, verzilting (te weinig), water(bodem)kwaliteit, sanering waterbodems (in lijn met het Tienjaren scenario) (te vies) en ecologie (ecologisch te arm water); de aanpak en uitvoering van maatregelen vindt gefaseerd plaats. Uitwerking van veiligheid en het voorkomen van wateroverlast vindt waar nodig en mogelijk, ook gelet op de financiële middelen, plaats in een integrale werkwijze waarbij de aanpak van watertekorten, tegengaan van verdroging en verdere verbetering van de waterkwaliteit worden betrokken. Direct zal worden gestart met de uitvoering van het maatregelenprogramma voor de korte termijn (2003-2007) inclusief de hiertoe benodigde aanpassing van bestaande plannen en op basis van de beschikbare financiële middelen. In 2006 doet zich een belangrijk evaluatie moment voor. Europese Kaderrichtlijn Water (KRW), 2000 De Kaderrichtlijn Water is sinds 2000 van kracht en schrijft voor dat in 2015 alle waterlichamen een 'goede ecologische toestand' (GET) en voor sterk veranderde/kunstmatige wateren een 'goed ecologisch potentieel' (GEP) moeten hebben bereikt. De chemische toestand moet voor alle waterlichamen (natuurlijk en kunstmatig) in 2015 goed zijn. In april 2005 is het 'Werkprogramma e WB21-KRW 2005/2009' vastgesteld. Omdat zowel het beleid van Waterbeheer 21 eeuw (WB21) als de KRW zich richten op 2015 worden beide sporen gecombineerd. e
Kabinetsstandpunt Anders omgaan met Water, Waterbeleid in de 21 eeuw, 2000 e Het Rijk heeft met dit kabinetsstandpunt het advies van de Commissie Waterbeheer 21 eeuw (WB21) omarmd. Men deelt de zorg dat het huidige watersysteem niet in staat is om klimaatverandering, bevolkingsgroei en economische groei goed op te vangen. Het waterbeheer moet veranderen om Nederland in de toekomst, wat water betreft, veilig, leefbaar en aantrekkelijk te houden. Belangrijk in de nieuwe aanpak is het realiseren van veerkrachtige watersystemen die weer de ruimte krijgen, het niet afwentelen van knelpunten in tijd of plaats, de drietrapsstrategie 'vasthouden, bergen, afvoeren' en de ruimte die nodig is voor de wateropgave te reserveren.
54
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout Nationaal Waterplan (2010) Het Nationaal Waterplan 2010 is de opvolger van de Vierde Nota Waterhuishouding uit 1998 en vervangt alle voorgaande Nota's Waterhuishouding. Het Nationaal Waterplan is opgesteld op basis van het wetsvoorstel Waterwet. Het Nationaal Waterplan beschrijft de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid. Op basis van de Wet ruimtelijke ordening heeft het Nationaal Waterplan voor de ruimtelijke aspecten de status van structuurvisie. Belangrijke onderdelen van het Nationaal Waterplan zijn het nieuwe beleid op het gebied van waterveiligheid, het beleid voor het IJsselmeergebied, het Noordzeebeleid en de Stroomgebiedbeheerplannen op grond van de KRW. Tevens bevat het Nationaal Waterplan een eerste beleidsmatige uitwerking van de kabinetsreactie op het advies van de Deltacommissie. Waterwet (2009) De Waterwet is op 22 december 2009 in werking getreden. Deze wet heeft negen waterrelevante wetten samengevoegd (de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater, Wet Verontreiniging Zeewater, Grondwaterwet, Wet Droogmakerijen en Indijkingen, Wet op de Waterkering, Wet Beheer Rijkswaterstaatwerken, Wrakkenwet en Waterstaatswet). Daarnaast wordt de regeling waterbodems uit de Wet Bodembescherming opgenomen in de nieuwe Waterwet. Het wetsvoorstel regelt niet alles. Bepaalde onderwerpen zijn nader uitgewerkt in onderliggende regelgeving: het Waterbesluit (algemene maatregel van bestuur), de Waterregeling (een ministeriële regeling) of in de verordeningen van waterschappen en provincies.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
55
bestemmingsplan Dorp Voorhout
56
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout Provinciaal beleid Beleidsplan Groen, Water en Milieu 2006-2010 (2006) Dit vastgestelde beleidsplan betreft een concretisering van het streven van de provincie naar duurzaamheid. In dit plan is het provinciale beleid voor milieu en water en ook voor natuur en landschap geïntegreerd. Rekening is gehouden met het beleid vanuit de KRW en het NBW. De provincie wil met het beleidsplan een leef- en investeringsklimaat realiseren dat gezond, groen en veilig is. Een duurzame ontwikkeling van stedelijk en landelijke gebied wordt voorgestaan door het toepassen van de lagenbenadering. Het beleidsplan bevat de randvoorwaarden vanuit onder meer de ruimtelijke wateropgave en aspecten van veiligheid (risico's van wateroverlast en overstroming). Ontwerp-Deelstroomgebiedsvisie Midden-Holland (2003) e Als nadere uitwerking van het beleid Waterbeheer 21 eeuw is ook voor dit stroomgebied een watervisie opgesteld. Het plangebied ligt op de overgang van rivierzone en veenweidegebied. Er zijn geen specifieke gebiedsknelpunten aangeduid. Het omliggende stedelijke gebied heeft wel de gebruikelijke knelpunten van bestaand stedelijk gebied (tekort aan waterberging, grondwateroverlast, onvoldoende waterkwaliteit, etc.). In het waterstreefbeeld 2050 heeft de Meerburgerwatering de aanduiding 'vergroten aanvoercapaciteit via zoete as Midden-Holland'. De achtergrond voor het vergroten van de aanvoercapaciteit is dat ook in de toekomst voor Midden-Holland voldoende zoetwateraanvoer moet worden gerealiseerd, met het Amsterdam-Rijnkanaal als aanvoerader. In het gebied zelf wordt gestreefd naar een 'duurzaam stedelijk waterbeheer', waarbij de wateropgave wordt opgelost. Het wateradvies geeft aan dat het gebied overwegend geschikt is voor droge functies en kapitaalsintensieve functies met een grote drooglegging. Beleid waterbeheerders Waterbeheerplan 2010-2015 (WBP) Voor de planperiode 2010-2015 zal het Waterbeheerplan (WBP) van Rijnland van toepassing zijn. In dit plan geeft Rijnland aan wat haar ambities voor de komende planperiode zijn en welke maatregelen in het watersysteem worden getroffen. Het nieuwe WBP legt meer dan voorheen accent op uitvoering. De drie hoofddoelen zijn veiligheid tegen overstromingen, voldoende water en gezond water. Wat betreft veiligheid is cruciaal dat de waterkeringen voldoende hoog en stevig zijn én blijven en dat rekening wordt gehouden met mogelijk toekomstige dijkverbeteringen. Wat betreft voldoende water gaat het erom het complete watersysteem goed in te richten, goed te beheren en goed te onderhouden. Daarbij wil Rijnland dat het watersysteem op orde en toekomstvast wordt gemaakt, rekening houdend met klimaatverandering. Immers, de verandering van het klimaat leidt naar verwachting tot meer lokale en heviger buien, perioden van langdurige droogte en zeespiegelrijzing. Het waterbeheerplan sorteert voor op deze ontwikkelingen Het Waterbeheerplan 2010-2015 van Rijnland is te vinden op de website: http://www.rijnland.net/wat_doet_rijnland/waterbeheerplan Handreiking Watertoetsproces bij Rijnland (2008) Deze handreiking beschrijft hoe het hoogheemraadschap omgaat met de watertoets. Tevens wordt beschreven wat zij van derden verwacht in geval van ruimtelijke ontwikkelingen en plannen. Keur en Beleidsregels 2009 Per 22 december 2009 is een nieuwe Keur in werking getreden, alsmede nieuwe Beleidsregels. Een nieuwe Keur is nodig vanwege de totstandkoming van de Waterwet en daarmee verschuivende bevoegdheden in onderdelen van het waterbeheer. Verder zijn aan deze Keur bepalingen toegevoegd over het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water in de bodem. De “Keur en Beleidsregels” maken het mogelijk dat het Hoogheemraadschap van Rijnland haar taken als waterkwaliteits- en kwantiteitsbeheerder kan uitvoeren. De Keur is een verordening van de waterbeheerder met wettelijke regels (gebod- en verbodsbepalingen) voor: Waterkeringen (onder andere duinen, dijken en kaden), Watergangen (onder andere kanalen, rivieren, sloten, beken), Andere waterstaatswerken (o.a. bruggen, duikers, stuwen, sluizen en gemalen). De Keur bevat verbodsbepalingen voor werken en werkzaamheden in of bij de bovengenoemde
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
57
bestemmingsplan Dorp Voorhout waterstaatswerken. Er kan een ontheffing worden aangevraagd om een bepaalde activiteit wel te mogen uitvoeren. Als Rijnland daarin toestemt, dan wordt dat geregeld in een Watervergunning op grond van de Keur. De Keur is daarmee een belangrijk middel om via vergunningverlening en handhaving het watersysteem op orde te houden of te krijgen. In de Beleidsregels, die bij de Keur horen, is het beleid van Rijnland nader uitgewerkt. De Keur en Beleidsregels van Rijnland zijn te vinden op de volgende websites: http://www.rijnland.net/beleid/keur_2009 en http://www.rijnland.net/beleid/beleidsregels_en 4.9.2
Onderzoek en conclusie
Huidige situatie Het plangebied bestaat uit het deel van de kern Voorhout dat ten westen van de spoorlijn ligt. Het gebied bestaat vrijwel geheel uit stedelijk gebied, enkel in het zuidelijke deel bevinden zich een aantal sportvelden. Bodem en grondwater De hoogte van het maaiveld bedraagt in vrijwel het gehele plangebied circa 0 m NAP. De bodem in het plangebied bestaat vrijwel geheel uit zand, enkel in het zuidwesten bevindt zich onder de sportvelden zware zavel. Volgens de Bodemkaart van Nederland is ter plaatse van het plangebied sprake van grondwatertrap II. Dat wil zeggen dat de gemiddeld hoogste grondwaterstand hier van nature minder dan 0,4 m beneden het maaiveld ligt, terwijl de gemiddeld laagste grondwaterstand tussen 0,5 m en 0,8 m beneden het maaiveld ligt. Oppervlaktewater en waterkeringen Het plangebied ligt deels in boezemland en deels in verschillende polders. De waterhuishoudkundige situatie in het plangebied is weergegeven in figuur 5. In deze figuur zijn tevens de waterkeringen binnen het plangebied aangegeven. Langs deze waterkeringen ligt een zogenaamde keurzone, binnen deze zone dient voor werkzaamheden een vergunning te worden aangevraagd bij het Hoogheemraadschap van Rijnland. De Dinsdagse Wetering en de Haarlemmer Trekvaart worden aangemerkt als primair boezemwater. De noordwestelijke plangrens wordt gevormd door de Molentocht, deze wordt aangemerkt als een polder hoofdwatergang. Verder bevinden zich binnen het plangebied een aantal watergangen die niet worden aangemerkt als hoofdwatergang. Waterkwaliteit en riolering Het boezemwater van de Haarlemmer Trekvaart wordt aangemerkt als KRW-waterlichaam, de kwalificaties van de belangrijkste waterkwaliteitsgegevens is gegeven in tabel 4.6. De waterkwaliteit wordt met name negatief beïnvloed door brakke kwel en als gevolg van diffuse verontreinigingen vanuit het landelijke gebied (meststoffen, bestrijdingsmiddelen, etc.). Bovendien bevinden zich binnen het plangebied verschillende riooloverstorten die de waterkwaliteit van het polderwater negatief beïnvloeden. Tabel 4.6 Waterkwaliteit Haarlemmer Trekvaart parameter (mg/l)
kwalificatie door Rijnland
chloride
voldoende tot goed
fosfaat
slecht tot zeer slecht
stikstof
matig tot zeer slecht
zuurstof
goed tot matig
Binnen het plangebied bevindt zich een gemengd rioolstelsel. Afvalwater wordt door middel van een persleiding afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie Noordwijk. Het rioolgemaal bevindt zich net buiten het plangebied op de hoek van de Boekenburglaan/Schoonoord.
58
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Toekomstige situatie Consoliderend plan Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk consoliderend van aard. Er wordt slechts één nieuwe ontwikkeling direct mogelijk gemaakt. Binnen de vigerende bestemmingen bestaat wel de mogelijkheid tot andere kleinschalige ontwikkelingen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het bouwen van aan- of bijgebouwen (al of niet omgevingsvergunningplichtig) of het aanleggen van paden of verhardingen. Ook is een aantal wijzigingsmogelijkheden in het plan opgenomen. De ontwikkeling betreft de herontwikkeling en uitbreiding van 'Park Overbosch' op de hoek van de Herenstraat en de Leidsevaart. In de huidige situatie is er 2.387 m² verhard, in de nieuwe situatie zal dit 2.703 m² zijn. Omdat door de uitbreiding het verhard oppervlak toeneemt met 316 m² heeft dit invloed op het waterhuishoudkundige systeem. Het realiseren van compenserende waterberging is daarom noodzakelijk. Tevens is het bij nieuwbouw verplicht hemelwater af te koppelen zodat schoon hemelwater niet bij een rioolzuiveringsinstallatie terecht komt. Afvalwater wordt aangesloten op de bestaande gemeentelijke riolering, hemelwater kan bij voorkeur geïnfiltreerd worden of geloosd worden op oppervlaktewater. Vanwege de consoliderende aard biedt het bestemmingsplan verder weinig of geen mogelijkheden om het watersysteem en -beheer te verbeteren. Als in de toekomst ruimtelijke ontwikkelingen plaatsvinden, is het uitgangspunt dat de waterhuishoudkundige situatie niet mag verslechteren. Dit betekent bijvoorbeeld dat de waterhuishouding kan worden verbeterd door het afkoppelen van schoon verhard oppervlak, hiermee wordt voorkomen dat schoon hemelwater wordt afgevoerd naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Dit betekent ook dat toename van het verharde oppervlak en/of dempingen binnen het gebied moeten worden gecompenseerd, indien het verhard oppervlak toeneemt, dient ten minste 15% van deze toename te worden gecompenseerd in de vorm van nieuw oppervlaktewater. Ook combinaties met andere functies zoals groen en recreatie liggen voor de hand. Door de aanleg van natuurvriendelijke en ecologische oevers wordt bijvoorbeeld meer waterberging gerealiseerd. Daarnaast is het van belang om bij eventuele ontwikkeling diffuse verontreinigingen te voorkomen door het gebruik van duurzame, niet-uitloogbare materialen (geen zink, lood, koper en PAK's-houdende materialen), zowel gedurende de bouw- als de gebruiksfase. Beheer en onderhoud In zijn algemeenheid geldt dat voor aanpassingen aan het bestaande waterhuishoudingsysteem bij het hoogheemraadschap vergunning dient te worden aangevraagd op grond van de Keur (ex artikel 77 en 80 van de Waterschapswet). Dit geldt dus bijvoorbeeld voor de aanleg van overstorten van de hemelwaterafvoer (HWA) op het oppervlaktewater en het graven van nieuwe watergangen. De genoemde bepaling beoogt te voorkomen dat de stabiliteit van het profiel en/of veiligheid wordt aangetast, de aan- en/of afvoer en/of berging van water wordt gehinderd dan wel het onderhoud wordt gehinderd.
Beleidsontwikkelingen Hoogheemraadschap van Rijnland is in 2009 van start gegaan met het Watergebiedsplan (WGB) Bollenstreek. Het plangebied en de betreffende polders liggen in het plangebied van het Watergebiedsplan. Het WGB is een integraal plan waarin alle waterhuishoudkundige aspecten worden meegenomen en een programma met maatregelen wordt opgesteld. In de studie Toekomstig waterbezwaar is vastgesteld dat in het gebied een aantal knelpunten (waterbergingstekort) voorkomen. Het is de bedoeling dat bij de uitwerking van het WGB maar ook bij toekomstige ontwikkelingen deze knelpunten worden opgelost. Water en waterstaat in het bestemmingsplan In het bestemmingsplan worden de watergangen bestemd als 'Water'. Voor waterkeringen (kernzone inclusief beschermingszones) geldt een zogenaamde dubbelbestemming, namelijk 'Waterstaat'.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
59
bestemmingsplan Dorp Voorhout
4.10
Duurzaam bouwen
4.10.1 Normstelling en beleid Duurzaam bouwen is een onderwerp dat in toenemende wordt uitgewerkt door de overheden in Nederland. In landelijk beleid zijn er enkele toetsingskaders waaraan de duurzaamheid van gebouwen kan worden afgemeten. Bijvoorbeeld in het Bouwbesluit (2003) zijn normen voor de energiezuinigheid van gebouwen opgenomen. In het Besluit energieprestatie gebouwen (2006) is vastgelegd dat bij de bouw, verkoop of verhuur van een gebouw een energieprestatiecertificaat wordt verstrekt. Regionaal beleidskader Samen met andere gemeenten in de regio en de Milieudienst West-Holland gebruikt de gemeente Teylingen een pakket met aanvullende eisen voor het vormgeven van een duurzame omgeving. Naast de wettelijke normen hanteert de gemeente Teylingen de zogenaamde Regionale DuBo Plus Richtlijn. Daarnaast is er voor hogere schaalniveaus het Regionaal Beleidskader Duurzame Stedenbouw (2005, update 2010) uitgewerkt. Voor het landelijk CO2 –reductieprogramma is een Klimaatprogramma opgesteld. Regionaal Beleidskader Duurzame Stedenbouw (RBDS) Dit beleidskader biedt enkele instrumenten die kunnen worden gebruikt bij stedelijke projecten van meer dan 10 woningen of een grondoppervlakte van meer dan 1 ha. Het Beleidskader is vooral het inspelen op de kansen van de nieuwe bouwlocatie. Juist door in een vroegtijdig stadium aandacht te besteden aan de specifieke kenmerken en mogelijkheden van de bouwlocatie kan er voor gezorgd worden dat een aantrekkelijke woon- en voorzieningenomgeving ontstaat. In het RBDS staat het beleid van de gemeente Teylingen voor duurzame stedenbouw. Dit instrument is bedoeld om de milieuambities en andere duurzaamheidaspecten een volwaardige plaats te geven in de ontwikkeling van ruimtelijke plannen voor gebieden > 1 hectare. Duurzaamheid is hierbij ruim gedefinieerd als 'People, Planet, Profit' (PPP). Dit betekent dat naast ambities op het gebied van milieu ook maatschappelijke/sociale en economische ambities een plek hebben gekregen in het beleid. In het Regionaal Beleidskader wordt voorgesteld om bij elk project te werken met de basisambities en een extra ambitieniveau voor ten minste één thema. Ambities zijn gericht op het voldoen aan het vigerend gemeentelijk beleid. Daarnaast is er voor elk aspect een extra ambitieniveau opgenomen. Zo geldt er voor energieprestatie een EPC van 20% onder de wettelijke norm en voor het materiaalgebruik het voor toepassen van demontabel en herbruikbare bouwstoffen. Een ambitietabel maakt deel uit van het RBDS. Zie ook www.mdwh.nl/rbds Regionale DuBo Plus Richtlijn Als uitgangspunt bij bouwprojecten [woningbouw, utiliteitsbouw en de grond-, weg- en waterbouw voor zowel nieuwbouw als renovatie) geldt de Regionale DuBoPlus Richtlijn 2008 als duurzaam bouwen-maatlat. De nagestreefde kwaliteit en duurzaamheid van het project worden op basis van een overeenkomst tussen de gemeente en de ontwikkelaar geborgd. Voor de woning- en utiliteitsbouw worden de duurzame prestaties berekend met het instrument de GPR-Gebouw en de resultaten gepresenteerd in een schoolcijfer (1 -10). Een 7 is de regionale norm. De ontwikkelaar informeert de gemeente met een GPR-Gebouw berekening (meest recente versie) of gelijkwaardig of aan de regionale ambitie wordt voldaan. Hiertoe ontvangt de ontwikkelaar van de gemeente een gratis sublicentie GPR-Gebouw. Voor de grond-, weg- en waterbouw geldt een maatregelenchecklist met vaste- (altijd doen) en keuzemaatregelen. Aan de hand van deze maatregelenchecklist wordt de projectambitie samengesteld, geconcretiseerd en getoetst. Zie ook www.mdwh.nl/dubo.
60
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout Klimaatprogramma In 2008 heeft de gemeente Teylingen] in samenwerking met de Milieudienst het Plan van aanpak regionaal Klimaatprogramma 2008-2012 Holland Rijnland en Rijnstreek vastgesteld. Voor het Klimaatprogramma Holland Rijnland en Rijnstreek wordt de klimaatambitie van het kabinet als uitgangspunt genomen. In de CO2-kansenkaart is berekend, dat de kabinetsambitie een concrete CO2-reductiedoelstelling van 600 kiloton in 2030 voor onze regio betekent. Dit klimaatbeleid is breed opgezet en bestrijkt onder meer de volgende doelgroepen: 'Woningen'; 'Bedrijven'; 'Duurzame energieproductie'; 'Bouwers en projectontwikkelaars' en 'Mobiliteit'. Dit programma kent onder meer een relatie met ruimtelijke ordening, doordat bij ontwikkelingen vanaf 50 woningen of 5.000 m² BVO bedrijfsgebouwen de kansen voor CO2-reductie in aanmerking genomen dienen te worden en vanaf 200 woningen of 20.000 m² BVO bedrijfsgebouwen een energievisie ontwikkeld dient te worden. Doel hierbij is om te komen tot 18 -100 % reductie van de CO2-uitstoot, afhankelijk van de schaal van de ruimtelijke ontwikkeling. Zie ook klimaatprogramma. 4.10.2 Conclusie Concluderend kan worden gesteld dat de gemeente Teylingen zich extra wil inspannen voor Duurzaam Bouwen. Dit betekent dat zij bij projecten bij voorkeur de opgestelde kaders toepast en in beginsel streeft naar een hoger ambitieniveau dan de wettelijk geldende normen. Ontwikkelingen die in de toekomst binnen het plangebied mogelijk worden gemaakt, zullen ook aan de genoemde kaders worden getoetst. Dit geldt al op korte termijn voor de locatie Park Overbosch.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
61
bestemmingsplan Dorp Voorhout
62
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Hoofdstuk 5 5.1
Uitvoerbaarheid
Economische uitvoerbaarheid
Het bestemmingsplan is hoofdzakelijk consoliderend van aard en voorziet in één ontwikkeling betreffende de locatie Park Overbosch. Voor deze locatie zal de gemeente een exploitatieovereenkomst afsluiten met de initiatiefnemer, zodat het kostenverhaal voldoende is verzekerd. Indien in de toekomst gebruik zal worden gemaakt van een wijzigingsbevoegdheid ingevolge dit plan, zal hiervoor een afzonderlijke financiële verantwoording worden gegeven. Op basis van het bovenstaande wordt geconcludeerd dat dit bestemmingsplan economisch uitvoerbaar is.
5.2
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
5.2.1
Inspraak
Het voorontwerpbestemmingsplan heeft op grond van de gemeentelijke inspraakverordening ter inzage gelegen van 21 mei tot en met 1 juli 2010. Tevens is op 18 mei 2010 tijdens een inloopavond het voorontwerp getoond en de mogelijkheid geboden een inspraakreactie in te dienen. In deze periode zijn diverse reacties naar voren gebracht. Een samenvatting van de inspraak- en overlegnota is toegevoegd in Bijlage 5. Het ontwerpbestemmingsplan zal gedurend 6 weken ter inzage worden gelegd. In deze periode kan een ieder een zienswijze indienen bij de gemeenteraad. 5.2.2
Overleg ex artikel 3.1.1 Bro
Het voorontwerpbestemmingsplan Dorp Voorhout wordt in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening aan de volgende personen en instanties toegezonden: 1. Provinciale Planologische Commissie; 2. VROM-Inspectie, regio Zuidwest; 3. Ministerie van Economische Zaken, regio Zuidwest; 4. Rijkswaterstaat, Directie Zuid-Holland; 5. Ministerie van Defensie, Dienst Gebouwen, Terreinen en Werken, directie West; 6. Hoogheemraadschap van Rijnland; 7. Nederlandse Gasunie; 8. Energie en watervoorziening Rijnland; 9. NS Railinfrabeheer B.V.; 10. Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland; 11. NUON.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
63
bestemmingsplan Dorp Voorhout
5.3
Handhaving
Het college van burgemeester en wethouders heeft de nota Handhaving 2007-2010 op 22 april 2008 vastgesteld. Deze nota geeft aan hoe de gemeente de komende vier jaar de handhaving wil versterken. De nota is vooral bedoeld als kader waarbinnen de gemeente acties opstart. Deze acties gaan over de verschillende terreinen van handhaving. Dit zijn bouw- en woningtoezicht, openbare orde en milieu. In de nota gaat het vooral over beleidsvoornemens en de met ingang van 2008 op te stellen uitvoeringsprogramma's op de diverse gebieden. Ook wordt beschreven hoe de gemeente de samenwerking tussen de verschillende instanties (politie, milieudienst, Hoogheemraadschap van Rijnland, provincie Zuid-Holland) wil versterken. Op enkele punten is ook al concreet beleid opgenomen, bijvoorbeeld als het gaat om gedogen, de wijze van het opleggen van sancties (boetes bijvoorbeeld) en het al dan niet toestaan van permanente bewoning van kampeermiddelen en recreatiewoningen. Ook is er aandacht voor de manier waarop de inwoners geïnformeerd worden, over welke regels er gelden in de gemeente en het hoe en waarom van handhaving. Door de gemeente is een prioriteitstelling opgesteld. Belangrijkste speerpunten van het handhavingsbeleid zijn: 1. toezicht op zaken die met veiligheid te maken hebben: brandveiligheid; veiligheid bij het bouwen; reageren op meldingen en woningklachten die met veiligheid van doen hebben; 2. toezicht op illegaal gebruik en het buitengebied: naleving van bestemmingsplanregels als het gaat om illegaal gebruik en bewoning in het buitengebied; handhaving in het buitengebied. Daarnaast moet de reguliere handhaving op vergunningen (bouwen zonder of in strijd met de vergunning) op niveau blijven. De handhaving van de regelgeving vervat in dit bestemmingsplan is de bevoegdheid van burgemeester en wethouders. Het gaat daarmee met name om de regels inzake het bouwen en het gebruik van gronden en bouwwerken. In het Bro is een algemeen verbod opgenomen om gronden en bouwwerken te gebruiken in strijd met de bestemming. Een aantal vormen van gebruik worden specifiek aangeduid als strijdig met de bestemming, om handhavend optreden hiertegen goed mogelijk te maken. Uiteraard betreft het hier een niet-limitatieve opsomming. Handhaving van dit plan is van belang om de ruimtelijke kwaliteit en de leefbaarheid in stand te houden. Daarnaast heeft handhaving uiteraard ook een belangrijke functie in het kader van de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid. De regels in dit plan zijn voldoende duidelijk, concreet en toepasbaar om te kunnen handhaven. Handhaving van het plan zal in de praktijk primair plaatsvinden via de bestemmingsplantoets in het kader van de omgevingsvergunning voor het bouwen en door feitelijk toezicht op de aanwezigheid van bouwwerken en op gebruiksactiviteiten. Binnen de gemeente heeft de afdeling bouw- en woningtoezicht hierin een centrale taakstelling. Bij gebleken strijdigheid met het plan wordt, afhankelijk van de prioriteitstelling uit de Nota Handhaving 2007-2010, een handhavingstraject ingezet.
64
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bijlagen bij de toelichting
Bijlage 1. Bedrijveninventarisatie
straat
nr.
naam en aard van het bedrijf
S.B.I.-code
categorie
algemene
S.v.B.
toelaatbaarheid
Bestemmingsregeling
Beukenrode
5A
Polling Electro Service
453.2
B1
B1
B(b≤B1)
Boekhorstlaan
38C
P.H.A. Schooten Timmerbedrijf
45.3
B1
B1
B(b≤B1)
38C
Aannemingsbedrijf Kortekaas
45.3
B1
B1
B(b≤B1)
8-10
Bouwbedrijf Piet Koster
45.3
B1
B1
B(b≤B1)
56A
Zwetsloot Aanmemers
45.2
B1
B1
4
Heemskerk Transport BV
6024.0
C
B1
B(b≤B1)(sb-1) B(b≤B1) (vm)
Dinsdagse Wetering Herenstraat
B(b≤B1)(sb-2)
8
Autobedrijf Schoonoord
501
B1
B1
36
N. van Kesteren & Zn. BV, schildersbedrijf
45.3
B1
B1
B(b≤B1)
37
P.J. IJsselmuiden & Zn, loodgieters en fitters
45.3
B1
B1
GD-1 (b≤B1)
Meidoornrode
35
Taxi van Werkhoven en Zn.
6022
B1
B1
B(b≤B1)
Prins Bernhardstraat
6
Firma N. van Kesteren & Zn, Schilders- en glaszettersbedrijf
45.3
B1
B1
B(b≤B1)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Bijlage 2 Toelichting op de aanpak van milieuzonering met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
67
Toelichting op de aanpak van milieuzonering met behulp van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
1. Regeling toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten met behulp van milieuzonering Om de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten in dit bestemmingsplan vast te leggen is gebruikgemaakt van een milieuzonering. Een milieuzonering zorgt ervoor dat milieubelastende functies (zoals bedrijven) en milieugevoelige functies (zoals woningen) waar nodig ruimtelijk voldoende worden gescheiden. De gehanteerde milieuzonering is gekoppeld aan een Staat van Bedrijfsactiviteiten. Een Staat van Bedrijfsactiviteiten is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten, al naar gelang de te verwachten belasting voor het milieu, zijn ingedeeld in een aantal categorieën. Voor de indeling in de categorieën zijn de volgende ruimtelijk relevante milieuaspecten van belang: geluid; geur; stof; gevaar (met name brand- en explosiegevaar). Daarnaast kan de verkeersaantrekkende werking van een bedrijf relevant zijn.
2. Toepassing Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' Algemeen In de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009) zijn twee VoorbeeldStaten voor milieuzonering opgenomen, namelijk de 'VoorbeeldStaat van Bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen' en de ' VoorbeeldStaat van Bedrijfsactiviteiten functiemenging'. De aanpak van milieuzonering en de in dit plan gebruikte Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' (SvB 'functiemenging') is gebaseerd op de tweede VoorbeeldStaat in de VNGpublicatie Bedrijven en milieuzonering (2009). De SvB 'functiemenging' wordt gehanteerd in gebieden waar bedrijven of andere milieubelastende functies verspreid zijn gesitueerd tussen woningen en/of andere gevoelige functies. Onderstaand wordt hier meer in detail op ingegaan. Het gaat in dergelijke gebieden in het algemeen om relatief kleinschalige bedrijvigheid die op korte afstand van woningen kan worden toegestaan. De toelaatbaarheid van activiteiten wordt voor dergelijke gebieden in de VNG-publicatie (en de SvB 'functiemenging') bepaald met behulp van op deze situaties toegesneden toelatingscriteria.
Functiemengingsgebieden In bestaande gebieden waar in enige vorm sprake is van functiemenging, of in gebieden waar bewust functiemenging wordt nagestreefd (bijvoorbeeld om een grotere levendigheid tot stand te brengen), wordt de SvB 'functiemenging' toegepast. Zoals in de VNG-publicatie reeds is aangegeven kan bij functiemengingsgebieden gedacht worden aan: stadscentra, dorpskernen en winkelcentra; horecaconcentratiegebieden; zones met functiemenging langs stedelijke toegangswegen en in lintbebouwingen; (delen van) woongebieden met kleinschalige c.q. ambachtelijke bedrijvigheid. Daarnaast kan ook in (delen van) woongebieden waar enige vorm van bedrijvigheid aanwezig of gewenst is de SvB 'functiemenging' worden toegepast. Kenmerken van de activiteiten De activiteiten in dergelijke gebieden verschillen in het algemeen qua aard en schaal sterk van de activiteiten op een bedrijventerrein. Behalve in historisch gegroeide situaties gaat het in hoofdzaak om: kleinschalige, meestal ambachtelijke bedrijvigheid; bedrijven waarbij de productie en/of laad- en loswerkzaamheden noodzakelijkerwijs alleen in de dagperiode plaatsvindt; activiteiten die hoofdzakelijk inpandig geschieden. De toegepaste Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' De bovengenoemde criteria liggen mede ten grondslag aan de selectie van activiteiten die zijn opgenomen in de SvB 'functiemenging'. In de SvB 'functiemenging' zijn de aspecten geluid, geur, stof en gevaar en de index voor verkeersaantrekkende werking (zoals aangegeven onder het kopje 'Regeling toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten met behulp van milieuzonering') in de categorisering opgenomen. Deze Staat is samengesteld volgens dezelfde methodiek als de betreffende VoorbeeldStaat uit de VNG-publicatie. Op twee punten is een andere werkwijze toegepast: In dit plan wordt alleen de toelaatbaarheid van bedrijfsactiviteiten gekoppeld aan de Staat. In de SvB 'functiemenging' zijn daarom alleen de activiteiten opgenomen die passen binnen de definitie van bedrijf volgens de begripsbepalingen in de regels van dit bestemmingsplan1). De toelaatbaarheid van andere functies wordt in dit plan indien nodig op een andere wijze in de regels en op de plankaart van dit bestemmingsplan geregeld (bijvoorbeeld horecabedrijven via een afzonderlijke Staat van Horeca-activiteiten). Toegevoegd zijn enkele regelmatig voorkomende bedrijfsactiviteiten die in de lijst van de VNG-publicatie niet specifiek zijn opgenomen, maar wel aan de genoemde criteria voldoen zoals een ambachtelijke glas-in-loodzetterij en caravanstalling. Voor aannemers, SBI-code 45, heeft een nadere specificatie van de activiteiten plaatsgevonden met bijbehorende categorie-indeling die is afgestemd op de verwachte milieueffecten2) van deze activiteiten. In de SvB 'functiemenging' is in de categorie-indeling een nader onderscheid gemaakt tussen categorie B1 en B2. Voor de toepassing in dit bestemmingsplan blijkt het onderscheid tussen categorie A en categorie B zoals beschreven in de VNG-publicatie te groot om de toelaatbaarheid van activiteiten voldoende af te kunnen stemmen op de kenmerken van de functiemengingsgebieden en het daarin te volgen beleid.
1) De VoorbeeldStaat 'functiemenging' van de VNG-publicatie omvat alle denkbare hinderlijke functies waaronder, naast bedrijven, ook horeca, kantoren en dienstverlening. 2) Inschatting van milieueffecten heeft plaatsgevonden op basis van dezelfde expertise die bij het opstellen van de nieuwe VNG-uitgave is gebruikt.
Categorie-indeling Zoals in de VNG-publicatie is aangegeven kan, vanwege de bijzondere kenmerken van gebieden met enige vorm van functiemenging, niet worden gewerkt met een systematiek van richtafstanden en afstandsstappen: vanwege de zeer korte afstand tussen milieubelastende en milieugevoelige functies is een dergelijke systematiek niet geschikt voor functiemengingsgebieden. De SvB 'functiemenging' hanteert vier categorieën A, B1, B2 en C met specifieke criteria voor de toelaatbaarheid die onderstaand uiteen zijn gezet. Categorie A Bedrijfsactiviteiten die direct naast of beneden woningen/andere gevoelige functies zijn toegestaan, desgewenst in daarvoor omschreven zones binnen rustige woongebieden. De activiteiten zijn zodanig weinig milieubelastend dat de eisen uit het Bouwbesluit toereikend zijn. Categorie B1 Bedrijfsactiviteiten die direct naast of beneden woningen/andere gevoelige functies in een daarvoor omschreven gebied met functiemenging zijn toegestaan1). De activiteiten zijn zodanig weinig milieubelastend dat de eisen uit het Bouwbesluit toereikend zijn. Categorie B2 Bedrijfsactiviteiten die in een gemengd gebied kunnen worden uitgeoefend, echter bouwkundig afgescheiden van woningen/andere gevoelige functies. Bouwkundig afgescheiden betekent dat de panden los van elkaar dienen te staan. Uitzondering hierop vormen binnenterreinen omringd door voornamelijk woningen: ook al zijn bedrijven bouwkundig afgescheiden van woningen, op deze locaties zijn hooguit categorie B1 bedrijven toegestaan. Categorie C Activiteiten genoemd onder categorie B2, waarbij vanwege relatief grote verkeersaantrekkende werking een directe ontsluiting op hoofdinfrastructuur gewenst is.
3. Flexibiliteit De SvB 'functiemenging' blijkt in de praktijk een relatief grof hulpmiddel te zijn om hinder door bedrijfsactiviteiten in te schatten. De inschalingen gaan uit van een gemiddeld bedrijf met een moderne bedrijfsvoering. Het komt in de praktijk voor dat een bepaald bedrijf als gevolg van een geringe omvang van hinderlijke deelactiviteiten, een milieuvriendelijke werkwijze of bijzondere voorzieningen minder hinder veroorzaakt dan in de SvB 'functiemenging' is verondersteld. In de regels is daarom bepaald dat het bevoegd gezag bij een omgevingsvergunning kan afwijken van de SvB 'functiemenging' en een dergelijk bedrijf toch kan toestaan, indien dit bedrijf niet binnen de algemene toelaatbaarheid past. Bij de SvB 'functiemenging' is deze mogelijkheid beperkt tot maximaal 1 categorie (dus bijvoorbeeld categorie B1 in plaats van A of categorie B2 in plaats van B1). Om deze omgevingsvergunning te kunnen verlenen, moet worden aangetoond dat het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) vergelijkbaar is met andere bedrijven uit de desbetreffende lagere categorie. Daarnaast is het mogelijk dat bepaalde bedrijven zich aandienen, waarvan de activiteiten in de SvB 'functiemenging' niet zijn genoemd, maar die qua aard en invloed overeenkomen met bedrijven die wel zijn toegestaan. Met het oog hierop is in de regels bepaald dat het bevoegd 1) Dit betreffen bedrijven die in de 'VoorbeeldStaat van Bedrijfsactiviteiten voor bedrijventerreinen' uit de VNG-uitgave voor alle milieuaspecten een richtafstand van maximaal 30 m hebben ten opzichte van een rustige woonwijk en voor het aspect gevaar zelfs een richtafstand van 10 m. Dergelijke bedrijven worden in de bestemmingsplanpraktijk, ook onder de oude VNG-uitgave Bedrijven en milieuzonering (2001), direct naast woningen in een gemengd gebied toegestaan.
gezag vestiging van een dergelijk bedrijf via een omgevingsvergunning kan toestaan. Om deze omgevingsvergunning te kunnen verlenen, moet op basis van milieutechnisch onderzoek worden aangetoond dat het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar is met direct toegelaten bedrijven. Voor de concrete toetsing van een verzoek om afwijking middels een omgevingsvergunning wordt verwezen naar bijlage 5 van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering. SBI 93/SvB f oktober 2010
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Bijlage 3
68
Toelichting op de Staat Horeca-activiteiten
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
Toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten Milieuzonering van horeca-activiteiten De problematiek van hinder door horecabedrijven onderscheidt zich als zodanig nauwelijks van de problematiek van hinder veroorzaakt door 'gewone' niet-agrarische bedrijven. Bij het opstellen van de in de regels opgenomen Staat van Horeca-activiteiten en het daarmee samenhangende toelatingsbeleid is daarom nauw aangesloten bij de Staat van Bedrijfsactiviteiten die al veel langer in bestemmingsplannen wordt toegepast. Ook voor horecabedrijven bieden de Wet milieubeheer en de APV onvoldoende mogelijkheden om alle relevante vormen van hinder te voorkomen. De milieuzonering van horecabedrijven in het bestemmingsplan richt zich in aanvulling op de beide genoemde instrumenten op de volgende vormen van hinder: geluidshinder door afzonderlijke inrichtingen in een rustige omgeving; (cumulatieve) geluidshinder buiten de inrichting(en) en verkeersaantrekkende werking/parkeerdruk. Analoog aan de regeling voor 'gewone' bedrijven worden bij de uitwerking van een ruimtelijk beleid voor hinderlijke horeca-activiteiten drie stappen onderscheiden: indelen van activiteiten in ruimtelijk relevante hindercategorieën; onderscheiden van gebiedstypen met een verschillende hindergevoeligheid; uitwerken van een beleid in hoofdlijnen: in welke gebieden zijn welke categorieën in het algemeen toelaatbaar. De onderstaande toelichting gaat nader in op de gehanteerde hindercategorieën en het algemene toelatingsbeleid voor deze categorieën. Opgemerkt wordt dat naast de criteria ter voorkoming van ongewenste horeca-activiteiten ook ruimtelijk-functionele overwegingen een rol kunnen spelen bij het ruimtelijk beleid voor horeca-activiteiten; daarop wordt op deze plaats niet ingegaan. Gehanteerde criteria Voor een indicatie van de mate van hinder veroorzaakt door horeca-activiteiten biedt de basiszoneringslijst uit de VNG-publicatie 'bedrijven en milieuzonering' een goed vertrekpunt. De daar gehanteerde, nogal grove benadering behoeft echter voor een in de praktijk bruikbare Staat van Horeca-activiteiten aanvulling en nadere motivering. In aanvulling op de gegevens uit de VNG-publicatie is gebruikgemaakt van de volgende ruimtelijk relevante criteria: de voor verschillende soorten horeca-inrichtingen over het algemeen gebruikelijke openingstijden1); deze zijn voor het optreden van hinder uiterst relevant; het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer en de circulaire industrielawaai hanteren immers voor de dag-, avond- en nachtperiode verschillende milieunormen; de mate waarin een bedrijfstype naar verwachting bezoekers en in het bijzonder bezoekers per auto en/of brommers (scooters) aantrekt. Categorieën van horeca-activiteiten Mede op grond van bovengenoemde criteria worden in de Staat van Horeca-activiteiten de volgende drie categorieën onderscheiden (waarvan één categorie met drie subcategorieën): 1. 'lichte horeca': Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (in hoofdzaak verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken: restaurants, cafetaria's, ijssalons en dergelijke. Het gaat daarbij dus om bedrijven die uit een oogpunt van hinder vooral in 1) Er wordt hier nadrukkelijk gesproken over openingstijden die normaal gesproken verbonden zijn aan het functioneren van een type horecabedrijf; de toelaatbare openingstijden van een individueel bedrijf worden niet via het bestemmingsplan bepaald maar middels de vergunning op grond van de APV.
2.
3.
woongebieden niet wenselijk zijn. In gemengde gebieden en weinig gevoelige gebieden dient mede in relatie tot de verkeersontsluiting een nadere afweging plaats te vinden. In deze categorie zijn de volgende subcategorieën onderscheiden: 1a. qua exploitatie aan detailhandelsfunctie verwante horeca die in de praktijk nauwelijks van de eigenlijke detailhandel kunnen worden onderscheiden zoals ijssalons, cafetaria's, snackbars en dergelijke; met name in centrumgebieden kan het in verband met ruimtelijk-functionele aspecten gewenst zijn deze groep als afzonderlijke categorie te beschouwen; 1b. overige lichte horeca: restaurants; 1c. bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking: grotere restaurants, grotere hotels, McDrives e.d. 'middelzware horeca': Bedrijven die normaal gesproken ook 's nachts geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken: cafés, bars, biljartcentra, zalenverhuur e.d. Deze bedrijven zijn over het algemeen alleen toelaatbaar in weinig gevoelige gebieden, zoals gebieden met primair een functie voor detailhandel en voorzieningen. 'zware horeca': Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts moeten zijn geopend en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen (verkeersaantrekkende werking, daarmee gepaard gaande hinder op straat en parkeeroverlast): dancings, discotheken en partycentra. Deze bedrijven zijn alleen toelaatbaar in specifiek voor dergelijke bedrijven aangewezen gebieden.
Flexibiliteit De Staat van Horeca-activiteiten blijkt in de praktijk een relatief grof hulpmiddel te zijn om hinder door horeca-activiteiten in te schatten. De lijst van activiteiten is bovendien tijdgebonden. Het komt in de praktijk dan ook voor dat een bepaald horecabedrijf als gevolg van een geringe omvang van hinderlijke deelactiviteiten, een aangepaste werkwijze (bijvoorbeeld geen openstelling noodzakelijk in de nachturen) of bijzondere voorzieningen minder hinder veroorzaakt dan in de Staat van Horeca-activiteiten is verondersteld. In het betreffende artikel van de planregels is daarom bepaald dat het bevoegd gezag bij een omgevingsvergunning kan afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten en een dergelijk bedrijf één categorie lager kan indelen. Dit betekent bijvoorbeeld van categorie 3 naar 2. Bij categorie 1, met een onderverdeling in subcategorieën, wordt daarbij bedoeld dat een omgevingsvergunning tot de laagste subcategorie mogelijk is (dus van categorie 2 naar maximaal 1a, maar bijvoorbeeld ook van 1c naar 1b). Om een omgevingsvergunning te kunnen verlenen moet worden aangetoond dat het bedrijf naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar is met andere bedrijven uit de desbetreffende lagere categorie. Deze beoordeling dient met name te worden getoetst aan het aspect geluidshinder. Daarnaast is het mogelijk dat bepaalde horeca-activiteiten zich aandienen, niet zijn genoemd in de Staat van Horeca-activiteiten. Wanneer deze bedrijven wat betreft milieubelasting gelijk kunnen worden gesteld met volgens de bestemmingsregeling toegestane horecabedrijven kan voor de vestiging van deze bedrijven eveneens een omgevingsvergunning worden verleend.
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Bijlage 4
Akoestisch onderzoek
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
69
Teylingen Dorp Voorhout
akoestisch onderzoek
rboi adviseurs ruimtelijke ordening
Teylingen Dorp Voorhout
akoestisch onderzoek
projectnummer:
datum:
203.13399.00
16-11-2010
opdrachtleider:
mw. mr. C.T. Ploeger auteur(s):
drs. R.A.P. Effting ing. H. Hommel
Inhoud 1. Inleiding 1.1. Aanleiding 1.2. Beschrijving van het akoestisch onderzoek 1.3. Doel van het akoestisch onderzoek 2. Wettelijk kader 2.1. Wet geluidhinder (Wgh) 2.2. Geluidszones 2.3. Nieuwe situaties bij gezoneerde wegen 2.4. Beleid hogere waarden 2.5. Niet-gezoneerde 30 km/h-wegen 2.6. Artikel 110g Wgh
blz. 3 3 4 5 7 7 7 8 9 9 10
3. Berekeningsuitgangspunten 3.1. Rekenmethode 3.2. Bouwplan 3.3. Invloedsfactoren 3.4. Ruimtelijke gegevens 3.5. Waarneempunten 3.6. Sectorhoek en reflecties
11 11 11 13 13 13
4. Berekeningsresultaten
15
5. Resumé en conclusies
21
11
Bijlagen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Verkeersgegevens. Ligging waarneempunten. Resultaten gezoneerde en niet-gezoneerde wegen. Geomilieu geluidscontourkaarten. Geomilieu geluidscontourkaarten cumulatie. Geluidsreducerend asfalt. Gecumuleerde geluidsbelasting. Invoergegevens akoestisch onderzoek.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
203.13399.00
2
Inhoud
203.13399.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
1. Inleiding
3
1.1. Aanleiding In opdracht van de gemeente Teylingen is ten behoeve van het bestemmingsplan Dorp Voorhout een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de geluidsbelasting als gevolg van wegverkeer. Het bestemmingsplan maakt nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen mogelijk langs bestaande wegen. Onderhavig akoestisch onderzoek vormt de basis voor de toetsing van het bestemmingsplan aan de normen en eisen vanuit de Wet geluidhinder (Wgh) ten aanzien van wegverkeerslawaai. In de kern Voorhout op de hoek van de Herenstraat en de Leidsevaart ligt het seniorencomplex 'Park Overbosch'. Het seniorencomplex wordt uitgebreid en herontwikkeld. Voor de uitbreiding en de herontwikkeling van het Park Overbosch is een schetsontwerp opgesteld, zie figuur 1.1. In dit schetsontwerp wordt voorgesteld het bestaand casco zoveel mogelijk te handhaven en aan één zijde uit te breiden zodat volume kan worden gecreëerd voor een dubbele bewoning per verdieping (corridormodel). Het korte, noordelijke bouwdeel zal een verdieping extra krijgen, echter zonder verhoging van de bouwmassa, maar door een andere indeling van de begane grondlaag. Het lange, oostelijke bouwdeel zal wel in de hoogte worden uitgebreid met twee 'dunne' (terugspringende) verdiepingen. Aan de zuidelijke kop van het lange bouwdeel zal een uitbreiding komen die even hoog zal worden als het (vernieuwde) lange bouwdeel, namelijk zes bouwlagen. In totaal zal Park Overbosch 95 appartementen gaan bevatten plus 30 psychiatrisch-geriatrische plaatsen en ondersteunende zorgfuncties met een omvang van circa 500 m². Tevens wordt een paviljoen gerealiseerd die als ontmoetings- en activiteitenruimte voor senioren zal dienen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
203.13399.00
4
Inleiding
Figuur 1.1 Plan Park Overbosch Park Overbosch is gelegen binnen de geluidszone van de Leidsevaart. Deze weg kent hier momenteel een maximumsnelheid van 50 km/h en is buitenstedelijk gelegen. Derhalve heeft deze weg een geluidszone van 250 m, uitgaande van twee rijstroken. Daarnaast liggen in de nabijheid van de locatie ook wegen met een maximumsnelheid van 30 km/h. Op basis van jurisprudentie voor 30 km/h-wegen, dient voor deze wegen ook de aanvaardbaarheid van het geluidsniveau te worden beoordeeld. In onderhavig akoestisch onderzoek is de geluidshinder afkomstig vanaf de 30 km/h-wegen Sportlaan, Herenstraat en Rijnsburgerweg meegenomen. Vanwege de beperking van de geluidshinder voor bewoners en de koppeling tussen de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) en de Wgh is akoestisch onderzoek nodig om te kunnen bepalen op welke wijze de realisatie van geluidsgevoelige bestemmingen (met mogelijke geluidsreducerende maatregelen) dient te worden uitgevoerd teneinde te kunnen voldoen aan de normen en eisen ingevolge de Wgh.
1.2. Beschrijving van het akoestisch onderzoek De nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen welke mogelijk worden gemaakt met het bestemmingsplan zijn getoetst aan de artikelen uit de Wgh betreffende zogenaamde 'nieuwe situaties' ingevolge de Wgh. Als eerste is de uiteindelijke situatie aan het einde van de planperiode gemodelleerd en doorgerekend voor 2020. Vervolgens zijn de consequenties van de optredende geluidssituaties per model (in relatie tot de Wgh en eventueel te doorlopen geluidsprocedures ingevolge de Wgh) beschreven. Hierbij is indien nodig rekening gehouden met benodigde geluidsreducerende maatregelen en is aangegeven of en zo ja voor hoeveel woningen hogere waarden dienen te worden vastgesteld.
203.13399.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Inleiding
5
1.3. Doel van het akoestisch onderzoek Het doel van het onderzoek is te onderzoeken of het bestemmingsplan voldoet aan de normen en eisen vanuit de Wgh en of aanvullende geluidsreducerende maatregelen of hogere waarden benodigd zijn. Door de uitvoering van akoestisch onderzoek is onderzocht wat de geluidsbelastingen zijn aan de gevels van geluidsgevoelige bestemmingen en of er sprake is van een overschrijding van de wettelijke grenswaarden, zodat inzicht wordt verkregen voor welke weggedeelten aanvullende maatregelen dienen te worden getroffen. Hierbij zijn mogelijke geluidsreducerende maatregelen onderzocht zoals bijvoorbeeld: afstandsvergroting; snelheidsverlaging; geluidsreducerend asfalt; of geluidsschermen/-wallen. Indien nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen langs bestaande wegen mogelijk worden gemaakt is sprake van zogenaamde 'nieuwe situaties' ingevolge de Wgh. In het onderzoek is als doelstelling uitgegaan van de voorkeursgrenswaarde (48 dB) als maximaal toe te staan geluidsniveau. Indien de voorkeursgrenswaarde niet haalbaar is en/of geluidsreducerende maatregelen ongewenst dan wel onvoldoende effectief zijn, is uitgegaan van de wettelijke uiterste grenswaarde (63 dB) voor binnenstedelijke situaties en het vaststellen van hogere waarden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
203.13399.00
6
Inleiding
203.13399.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
2. Wettelijk kader
7
2.1. Wet geluidhinder (Wgh) Per 1 januari 2007 is de Wgh gewijzigd. De systematiek van voorkeursgrenswaarden en maximaal toelaatbare grenswaarden blijft bestaan waarbij de normen voor wegverkeerslawaai met 2 dB zijn verlaagd maar niet inhoudelijk aangescherpt. Voor wegverkeerslawaai is overgestapt op de Europese dosismaat L day-evening-night (Lden). In de wet wordt Lden aangegeven in decibel (dB); de oude dosismaat etmaalwaarde (Letm) wordt net als voorheen aangeduid met 'dB(A)'. Beide dosismaten zijn 'A-gewogen': ze houden rekening met de gevoeligheid van het menselijk oor. Waar voorheen per bron een uitvoeringsbesluit bestond is in de nieuwe regeling sprake van 1 uitvoeringsbesluit, het zogenaamde 'Besluit geluidhinder' (Bgh). In het Bgh zijn vier oude besluiten samengevoegd, waaronder het Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen. In het besluit zijn per bron de grenswaarden opgenomen alsmede de binnenwaarden. Conform de gewijzigde Wgh is de wegbeheerder bevoegd om hogere grenswaarden dan de voorkeursgrenswaarde vast te stellen, mits hier een zorgvuldige afweging en een deugdelijke motivatie aan ten grondslag ligt. De gewijzigde Wgh legt een nadrukkelijker onderzoeksplicht op. Allereerst moet de geluidsbelasting zonder beperkende maatregelen in beeld worden gebracht. Stelt de wegbeheerder een hogere waarde vast, of overwegen ze dat, dan is het niet voldoende om te onderzoeken hoe effectief de maatregelen zijn om aan die hogere waarde te voldoen. De wegbeheerder moet dan ook de maatregelen onderzoeken die kunnen helpen om aan de voorkeursgrenswaarde te voldoen. Er moet dus goed gemotiveerd worden waarom hogere waarden worden vastgesteld en waarom niet kan worden voldaan aan de voorkeursgrenswaarde.
2.2. Geluidszones De Wgh stelt eisen aan de in de omgeving van een weg toelaatbaar geachte geluidsniveaus. De omgeving waarbinnen bij een weg aandacht aan het geluid dient te worden besteed, wordt de geluidszone langs een weg genoemd. De breedte van deze zone is afhankelijk van het aantal rijstroken en de stedelijke of buitenstedelijke aard van de omgeving. De breedte van de geluidszone van een weg is in tabel 2.1 weergegeven.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
203.13399.00
8
Wettelijk kader
Tabel 2.1 Schema zonebreedte aan weerszijden van de weg volgens artikel 74 Wgh aantal rijstroken
breedte van de geluidszone (in meters) buitenstedelijk gebied
binnenstedelijk gebied
5 of meer
600
350
3 of 4
400
350
1 of 2
250
200
De breedte van de geluidszone wordt hierbij gemeten vanaf de binnenzijde van de kantstreep van de buitenste rijstrook (aan weerszijden van de weg). De definities van het buitenstedelijk en binnenstedelijk gebied zijn opgenomen in artikel 1 van de Wgh. De Leidsevaart en de interne 30 km/h-ontsluitingswegen (woonstraten) kennen in de huidige situatie 1 of 2 rijstroken. Derhalve bedraagt de zonebreedte langs de wegen 200 tot 250 m afhankelijk van een buitenstedelijke of binnenstedelijke ligging. De Leidsevaart is buitenstedelijk gelegen en kent een geluidszone van 250 m breedte. De interne 30 km/h-ontsluitingswegen (woonstraten) kennen geen zone aangezien deze wegen ingevolge de Wgh niet-gezoneerd zijn.
2.3. Nieuwe situaties bij gezoneerde wegen In al die gevallen waarin nieuwe geluidsgevoelige langs een bestaande of nieuwe gezoneerde weg mogelijk worden gemaakt is sprake van 'nieuwe situaties' in de zin van de Wet geluidhinder. Ook bij de aanleg van een nieuw wegvak langs bestaande (of nieuwe) geluidsgevoelige bestemmingen waarin wordt voorzien middels een vaststelling of herziening van het bestemmingsplan, is sprake van 'nieuwe situaties' in de zin van de Wgh. Het bestemmingsplan maakt nieuwe woningen mogelijk langs een bestaande gezoneerde weg (Leidsevaart). Ingevolge de Wgh is dan ook sprake van zogenaamde 'nieuwe situaties' welke getoetst moeten worden aan de eisen en normen die de Wgh stelt aan 'nieuwe situaties'. In eerste instantie geldt bij de beoordeling van de optredende geluidsbelasting dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB niet mag worden overschreden. Indien de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden, dient als eerste te worden onderzocht of geluidsreducerende maatregelen mogelijk en afdoende zijn om het geluidsniveau te verlagen tot 48 dB of minder. Hebben geluidsreducerende maatregelen onvoldoende effect of zijn deze ongewenst, dan kan door het bevoegd gezag een hogere waarde dan 48 dB worden vastgesteld, met dien verstande dat deze de uiterste vast te stellen grenswaarde van 63 dB (bij bestaande weg) of 58 dB (bij nieuwe weg) niet te boven mag gaan. In tabel 2.2 zijn de voorkeursgrenswaarde en maximale ontheffingswaarde voor woningen opgenomen voor nieuwe situaties.
203.13399.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Wettelijk kader
9
Tabel 2.2 Voorkeursgrenswaarde en maximale ontheffingswaarde voor woningen situatie
voorkeursgrenswaarde
maximale ontheffingswaarde stedelijk
buitenstedelijk
geluidsbelas ting binnen
nieuwe woning/bestaande weg
48 dB
63 dB
53 dB
33 dB1)
nieuwe woning/nieuwe weg
48 dB
58 dB
53 dB
33 dB1)
bestaande woning/nieuwe weg
48 dB
63 dB
58 dB
33 dB1)
Voor onderhavig plan is alleen de situaties nieuwe woning bestaande weg van toepassing.
2.4. Beleid hogere waarden De gemeente Teylingen heeft zich aangesloten bij het regionale geluidsbeleid van de milieudienst West-Holland dat is vastgelegd in de beleidsnotitie 'Richtlijnen voor het vaststellen van hogere grenswaarden in het kader van de decentralisatie van de hogere grenswaardenprocedure Wgh' d.d. 15 maart 2007. Op basis van het beleid geldt dat ten aanzien van de nieuwe woningen alleen een hogere waarde dan 53 dB kan worden vastgesteld als voldoende verzekerd wordt dat de verblijfsruimten en ten minste één van de tot de woning behorende buitenruimte niet aan de meest geluidsbelaste gevel worden gesitueerd. Bij uitzondering kan een hogere waarde dan 58 dB worden vastgesteld. Hiervoor is dan wel een uitgebreidere motivatie noodzakelijk. De hogere waarde dient in die situatie niet meer te bedragen dan 63 dB. Indien de uiterste grenswaarde wordt overschreden en maatregelen ter reductie van de geluidsbelasting aan de bron of in het overdrachtsgebied niet mogelijk of doeltreffend zijn, dienen maatregelen aan de zijde van de geluidsontvanger te worden genomen, zoals het toepassen van een dove gevel. Daarnaast dient altijd de wettelijke binnenwaarde te worden gegarandeerd. Het kan daarvoor noodzakelijk zijn dat geluidsisolerende gevelmaatregelen worden genomen. In het kader van de ruimtelijke procedures komen echter alleen de maatregelen aan de bron of in het overdrachtsgebied aan de orde. De gevelmaatregelen komen pas aan de orde in het kader van de daadwerkelijke realisatie van de ontwikkeling. Hieraan wordt bijvoorbeeld getoetst bij een bouwaanvraag.
2.5. Niet-gezoneerde 30 km/h-wegen Ingevolge de Wgh bevinden zich langs alle wegen geluidszones, met uitzondering van woonerven en 30 km/h-wegen. 30 km/h-wegen zijn dan ook niet-gezoneerd en toetsing aan de normen van de Wgh niet noodzakelijk en juridisch niet mogelijk. Echter op basis van jurisprudentie dient wel de geluidssituatie inzichtelijk te worden gemaakt. Uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening is de geluidssituatie dan ook berekend aan de gevels van de nieuw te realiseren woningen tengevolge van de 30 km/h-wegen in de directe omgeving: Sportlaan, Herenstraat, Rijnsburgerweg en Professor Nolenslaan. Voor de beoordeling van de geluidsbelasting langs 30 km/h-wegen wordt gebruikgemaakt van de classificering van de kwaliteit van de akoestische omgeving in een milieukwaliteitsmaat volgens de 'methode Miedema'. Hierin wordt de geluidsbelasting geclassificeerd en beoordeeld op basis van klassen van 5 dB. Omdat de Wgh niet van toepassing is, wordt bij de berekening van de geluidsbelasting geen correctie ex artikel 110g Wgh toegepast.
1) Bij scholen binnenwaarde theorievaklokalen 33 dB maar voor theorielokalen 28 dB.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
203.13399.00
10
Wettelijk kader
Tabel 2.3 Lden classificering milieukwaliteit conform methode Miedema geluidsklasse
beoordeling
< 50 dB
goed
50-55 dB
redelijk
55-60 dB
matig
60-65 dB
tamelijk slecht
65-70 dB
slecht
> 70 dB
zeer slecht
Conform het bouwbesluit dient een binnenwaarde van 33 dB te worden gegarandeerd in de woningen. Langs 30 km/h-wegen zal ook beoordeeld moeten worden of dit binnenniveau haalbaar is.
2.6. Artikel 110g Wgh De in de Wgh genoemde grenswaarden aan de buitengevels betreffen waarden inclusief artikel 110g van de Wgh. Dit artikel houdt in dat een aftrek mag worden gehanteerd welke anticipeert op het stiller worden van het verkeer in de toekomst door innovatieve maatregelen aan de voertuigen. De toegestane aftrek bedraagt: -2 dB voor wegen waarvoor de representatief te achten snelheid van lichte motorvoertuigen 70 km/h of meer bedraagt. Voor de overige wegen bedraagt de toegestane aftrek -5 dB. Voor de wegen binnen onderhavig akoestisch onderzoek bedraagt de aftrek -5 dB aangezien de maximumsnelheid op de wegen 60 km/h of minder bedragen. De aftrek mag alleen worden toegepast bij toetsing van de geluidsbelastingen aan de normstellingen uit de Wgh, zoals in onderhavige situatie het geval is. Bij binnenwaardenberekeningen en berekeningen voor 30 km/h-wegen waarbij geen toetsing aan de normen van de Wgh plaatsvindt, dient te worden uitgegaan van de geluidsbelasting exclusief de aftrek conform artikel 110g Wgh.
203.13399.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
3. Berekeningsuitgangspunten
11
3.1. Rekenmethode De berekeningen zijn uitgevoerd conform de Standaard Rekenmethode II volgens het Rekenen meetvoorschrift geluidhinder 2006 (RMG 2006). Voor het uitvoeren van de berekeningen is gebruikgemaakt van het computermodel Geomilieu, versie 1.4, gebaseerd op bovenstaande methode.
3.2. Bouwplan Voor het akoestisch onderzoek is in deze notitie uitgegaan van het ontwerp van 4 december 2009. Het nieuwste ontwerp (april 2010) betreft een wijziging waarbij het gebouw niet dichter bij de Leidsevaart of de Herenstraat is geprojecteerd, dan het model waarop het akoestisch onderzoek is gebaseerd.
3.3. Invloedsfactoren De geluidsbelasting door het wegverkeer hangt af van verschillende factoren. Voor een deel hebben deze factoren betrekking op verkeer en weg (geluidsafstraling); voor een ander deel op de omgeving van de weg (geluidsoverdracht). Hieronder volgt een korte omschrijving van de belangrijkste factoren en de verschijnselen die ermee samenhangen. Rijlijnen De weg wordt geschematiseerd in rijlijnen die op 0,75 m boven het wegdek liggen. In de meeste gevallen zal het totale verkeer op de weg geschematiseerd kunnen worden met één of twee representatieve rijlijnen boven het midden van de rijbaan, waar het geluid vandaan komt. Verkeersintensiteit en verkeerssnelheid Aan elke voertuigcategorie wordt een verkeersintensiteit en een verkeerssnelheid toegekend. De verkeersintensiteit is het aantal motorvoertuigen dat per uur (mvt/h) passeert. Bij de bepaling van het aantal motorvoertuigen per uur is uitgegaan van de gemiddelde weekdagintensiteiten in motorvoertuigen per etmaal (mvt/etmaal) op de wegen. Voor de geluidsberekeningen dient te worden uitgegaan van de verkeersprognoses aan het einde van de planperiode. De verkeersgegevens welke gebruikt zijn voor het akoestisch onderzoek voor de verschillende wegen zijn afkomstig uit de RVMK Holland Rijnland 2020 (Goudappel Coffeng) en opgenomen in bijlage 1. Hierin zijn diverse ruimtelijke ontwikkelingen opgenomen. Het betreft
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
203.13399.00
12
Berekeningsuitgangspunten
weekdagintensiteiten, de voertuigverdeling en de etmaalverdeling. De overige informatie, zoals wegdekverharding, is verkregen van de gemeente Teylingen. Verder is gerekend met een maximumsnelheid van deels 50 km/h (ter hoogte van de locatie) en deels 60 km/h (van invloed zijnde gedeelte in zuidelijke richting) op de Leidsevaart. De verkeersintensiteit van de Sportlaan ontbreekt in de RVMK en daarom ingeschat op basis van de functie van de weg, de ontsloten woningen, bedrijven en voorzieningen en opgehoogd met de toename als gevolg van de ontwikkeling. Voor de voertuigverdeling is uitgegaan van de RVMK Holland Rijnland 2020 (Goudappel Coffeng). De gebruikte verkeersgegevens zijn opgenomen in bijlage 1. Type wegdek Geluid ten gevolge van wegverkeer kan men onderscheiden in motorgeluid en rolgeluid. Het rolgeluid is een gevolg van de wisselwerking van band en wegdek. De aard van het wegdek is hierbij van invloed. In verband hiermee worden in het rekenschema verschillende typen wegdek onderscheiden. Bij lichte motorvoertuigen is de bijdrage van het rolgeluid aan het totale geluid groter dan bij de zware en middelzware motorvoertuigen. Als gevolg hiervan heeft het wegdek een grotere invloed op de geluidsbelasting naarmate het percentage vrachtverkeer kleiner is. De verharding van de Leidsevaart bestaat momenteel uit DAB/fijn asfalt (referentiewegdek). In het onderzoek zal bij overschrijding van de voorkeursgrenswaarde onderzocht worden of de toepassing van geluidsreducerend asfalt in de toekomstige situatie effectief is. De interne 30 km/h-ontsluitingswegen Herenstraat, Rijnsburgerweg en Sportlaan zijn (ter hoogte van de locatie) eveneens verhard met DAB/fijn asfalt (referentiewegdek). Reflectie Reflecties tegen verticale vlakken kunnen het geluidsniveau beïnvloeden. Omdat de rekenmethode alleen voor invallend geluid rekent, zijn in eerste instantie de gevels van gebouwen van belang die vanuit de waarneemzijde gezien aan de overzijde van de weg staan. De gevels aan de waarneemzijde van de weg kunnen het invallend geluid wel enigszins beïnvloeden wanneer herhaalde reflectie optreedt. Het effect van reflectie wordt met een correctieterm verrekend. Alleen reflecterende vlakken aan de overzijde van de weg worden hierbij in rekening gebracht. De invloed van reflecterende vlakken aan de waarneemzijde wordt verwaarloosd. Binnen de rekenmethode wordt gebruikgemaakt van de objectfractie. Deze factor geeft aan in hoeverre er sprake is van bebouwing aan de overzijde van de weg. Dit is van belang omdat geluid weerkaatst op de tegenoverliggende gevels en op deze wijze alsnog op het waarneempunt kan vallen. Per sectorhoek in het model wordt bepaald wat de objectfractie is. Deze varieert tussen 0 en 1, respectievelijk geen en volledige bebouwing. Onder reflecterende bebouwing wordt verstaan vlakken die hoger zijn dan de waarnemer en die zich in de nabijheid van de weg bevinden. Dit houdt ook in dat de bebouwing zich op minder dan 100 m uit de rijlijn moet bevinden om een bijdrage te leveren aan de reflectie. Afstand De afstand van de waarnemer tot de weg heeft een belangrijke invloed op de overdracht. Verkeersgeluid verspreidt zich als een groeiende cilindermantel rond de weg. De geluidsenergie wordt hierbij steeds meer 'uitgesmeerd'. Het gevolg is dat de geluidsbelasting afneemt als de afstand toeneemt.
203.13399.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Berekeningsuitgangspunten
13
Luchtdemping Lucht heeft de eigenschap geluid gedeeltelijk te absorberen. Dit verschijnsel heet luchtdemping. Door de luchtdemping ontstaat een extra niveauafname. Deze afname is groter naar mate de afstand groter is. Bodemeffect Nabij de bodem kan het geluid extra verzwakt worden. Deze verzwakking treedt op bij nietverharde grond: landbouwgrond, grasland enz. Bij verharde bodems en bij wateroppervlakken ontbreekt dit effect. De bodemverzwakking is groter naarmate de afstand groter is en naarmate de weg en de waarnemer zich dichter bij de bodem bevinden. Het bodemeffect is opgenomen in de rekenmethode en daarmee in de berekeningen in onderhavig onderzoek. Als de bodem begroeid is met bos of hoog struikgewas is er een extra effect. Bij de geluidsvoortplanting door de begroeiing treedt namelijk nog enige verzwakking op. Dit extra effect is doorgaans gering. In de rekenmethode wordt daarom met dit extra effect geen rekening gehouden. Meteorologische omstandigheden Door veranderingen in de meteorologische omstandigheden kan het bodemeffect sterk variëren. Twee verschijnselen zijn hierbij van belang: 1. het verloop van de windsnelheid met de hoogte; 2. het verloop van de luchttemperatuur met de hoogte. Beide verschijnselen veroorzaken een kromming van het geluidspad. Meestal echter is het windsnelheidsverloop het belangrijkste. De geluidsbelasting varieert daardoor met de weersomstandigheden. Deze variatie wordt op een bepaalde manier gemiddeld. Het rekenschema is zo opgebouwd dat eerst het Lden voor meewind wordt berekend (dit is een relatief hoge waarde). Daarna wordt de zogenaamde meteocorrectie afgetrokken. Met deze correctie wordt het 'meewind-Lden' omgevormd tot naar het 'Lden voor gemiddelde weersomstandigheden'.
3.4. Ruimtelijke gegevens In de geluidsberekeningen is rekening gehouden met alle relevante gebouwde ruimtelijke objecten in de omgeving en de aanwezigheid van hard (bijvoorbeeld verhard oppervlak of water) of zacht (bijvoorbeeld zandgrond of grasland) bodemgebied. Tevens zijn de maaiveldfluctuaties en hoogteliggingen van ruimtelijke objecten meegenomen. Ook is rekening gehouden met de aanwezigheid aan afschermende bebouwing tussen de locatie en de bronnen.
3.5. Waarneempunten De waarneempunten zijn gesitueerd op de volgende waarneemhoogten: +1,5 m, +4,5 m, +7,5 m, +10,5 m, +13,5 m en +16,5 m. In bijlage 2 wordt een overzicht gegeven van de rekenmodellen en zijn tevens de waarneempunten aangegeven. De waarneempunten zijn genummerd en vermeld in bijgevoegde resultatentabellen in bijlage 3.
3.6. Sectorhoek en reflecties Het maximumaantal reflecties waarmee de berekeningen zijn uitgevoerd bedraagt 1 reflectie en een sectorhoek van 2 graden conform de aanbeveling van de projectgroep Vergelijkend
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
203.13399.00
14
Berekeningsuitgangspunten
Onderzoek Akoestische Bureaus (VOAB). In deze projectgroep VOAB zijn afspraken gemaakt om de onderlinge verschillen in rekenprogrammatuur te minimaliseren. De relevante invoergegevens in het akoestisch model zijn opgenomen in bijlage 8.
203.13399.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
15
4. Berekeningsresultaten
Resultaten gezoneerde wegen, maatregelen en hogere waarden Rekenresultaten Uit de berekeningen blijkt dat de geluidsbelasting aan de gevels van de ontwikkeling de voorkeursgrenswaarde van 48 dB ten gevolge van het verkeer op de Leidsevaart overschrijdt. De geluidsbelastingen als gevolg van het verkeer zijn opgenomen in de bijlagen. In bijlage 2 is een kaart met de ligging van de waarneempunten opgenomen. In tabel 4.1 is de maximale geluidsbelasting per waarneempunt gegeven inclusief aftrek conform artikel 110g Wgh. Tabel 4.1 Maximale geluidsbelasting ten gevolge van verkeer op Leidsevaart locatie noordelijk deel gebouw
waarneempunt
maximale geluidsbelasting
WNP002/003
55 dB
centraal deel gebouw
WNP010
63 dB
zuidelijk deel gebouw
WNP013
63 dB
zuidelijk deel gebouw
WNP014
62 dB
Op basis van bovenstaande resultaten wordt geconcludeerd dat de voorkeursgrenswaarde ten gevolge van de Leidsevaart op alle delen van het gebouw aan de naar de Leidsevaart toegekeerde gevel wordt overschreden. Aan de andere zijde van het gebouw is sprake van een geluidsluwe gevel (zie rekenresultaten in bijlage 3). Een plot hiervan is opgenomen in bijlage 4, waarbij de contouren op een maatgevende waarneemhoogte van 4 zijn berekend. Maatregelen ter reductie van de geluidsbelasting Hogere waarden kunnen pas worden vastgesteld als blijkt dat maatregelen ter reductie van de geluidsbelasting niet mogelijk of doelmatig zijn of op overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerkundige, landschappelijke of financiële aard stuiten. De geluidsbelasting aan de belaste gevel van Park Overbosch kan worden gereduceerd door maatregelen aan de bron, in het overdrachtsgebied of aan de gevel. Er is een aantal maatregelen aan de bron denkbaar. De eerste mogelijkheid is het beperken van de verkeersomvang, de snelheid of wijziging van de samenstelling van het verkeer. Deze maatregelen zijn alleen mogelijk als de functie van de weg wordt gewijzigd. Dit stuit op overwegende bezwaren van verkeers- en vervoerkundige aard. De Leidsevaart behoort tot de hoofdverkeersstructuur van de regio en is gecategoriseerd als gebiedsontsluitingsweg. De Leidsevaart heeft een belangrijke functie voor de ontsluiting van Voorhout en de verbinding tussen de N206 en A44. De functie als ontsluitingsweg dient ten behoeve van een goede bereikbaarheid te worden behouden. Een andere maatregel aan de bron is het toepassen van een geluidsreducerende wegdekverharding bijvoorbeeld het asfalteren van de Leidsevaart met geluidsreducerend asfalt in plaats van het huidige dicht asfaltbeton. Het herasfalteren van met geluidsreducerend asfalt zoals
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
203.13399.00
16
Berekeningsresultaten
ZOAB leidt tot een geluidsreductie van maximaal 2 dB. Een verdere geluidsreductie wordt bereikt door toepassing van dunne deklagen B. De afname bedraagt dan maximaal 4 dB. Omdat een dergelijk asfalttype relatief veel onderhoud behoeft, zijn de onderhoudskosten hoog. Bovendien kan dergelijk asfalt op kruispunten niet worden toegepast vanwege de wrijving van afslaand verkeer. Derhalve is er op de kruispunten gerekend met DAB. Gezien de ligging van de geluidsgevoelige bestemming(en) zal de geluidsreducerende wegdekverharding over een lengte van minimaal 200 m moeten worden uitgevoerd. Toepassen van een geluidsreducerende wegdekverharding stuit vanwege de kosten ad € 70.000,- op overwegende bezwaren van financiële aard. De geluidsbelastingen per waarneempunt bij toepassing van geluidsreducerend asfalt zijn weergegeven in bijlage 6. In het Gemeentelijk Verkeers- en Vervoerplan van de gemeente (GVVP) dat is vastgesteld begin 2010 is opgenomen dat de gemeente de provincie zal verzoeken om op de provinciale wegen nabij woningconcentraties versneld geluidsreducerend asfalt toe te passen of andere maatregelen aan de bron te overwegen. De provincie heeft inmiddels in haar Actieplan Geluid een saneringsprogramma opgesteld, waarin de meest urgente aandachtsgebieden in de provincie zijn opgenomen. Twee van de aandachtsgebieden bevinden zich binnen de gemeente. Het betreft aandachtsgebied 4 langs de N208 te Sassenheim en aandachtsgebied 25 langs de N444 (Leidsevaart) te Voorhout. Voor beide aandachtsgebieden is de provincie voornemens om geluidsreducerend asfalt of geluidsschermen aan te brengen om de geluidshinderknelpunten hier weg te nemen. In de meeste situaties zal geluidsreducerend asfalt de beste oplossing zijn vanuit beleving en kosteneffectiviteit. Vooralsnog is hier niet van uitgegaan in onderhavig akoestisch onderzoek. Verwacht mag worden dat het beleid van gemeente en provincie binnen de planperiode tot uitvoering wordt gebracht en de geluidshinder aan de gevels van Park Overbosch eveneens door de voorgestane maatregelen uit het Provinciaal Actieplan Geluid sterk zal afnemen.
Figuur 4.1 Aandachtsgebied 25 Leidsevaart, Actieplan Geluid, provincie Zuid-Holland Maatregelen in het overdrachtsgebied in de vorm van geluidsafschermende voorzieningen (scherm of wal) stuiten op overwegende bezwaren van stedenbouwkundige aard. Dergelijke geluidsafschermende voorzieningen zijn stedenbouwkundig moeilijk inpasbaar. Bovendien
203.13399.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Berekeningsresultaten
17
zijn de geluidsafschermende voorzieningen onvoldoende doeltreffend. Doordat de geluidsafschermende voorziening dient te worden onderbroken ter plaatse van de Sportlaan, wordt het effect van de afscherming voor een belangrijk deel teniet gedaan. Ook stuit een geluidsafschermende voorziening op overwegende bezwaren van financiële aard vanwege de kosten ad € 200.000,- indien wordt uitgegaan van een hoogte van ten minste 3 m. Een andere maatregel zoals het vergroten van de afstand tussen wegas en de ontwikkeling is niet mogelijk. Het bouwplan is dan niet meer inpasbaar. Maatregelen aan de gevel zijn mogelijk en zullen zodanig zijn dat voldaan zal worden aan de eisen vanuit het bouwbesluit die een binnenwaarde van 33 dB in de verblijfsruimten vereisen. Hiermee kan worden voldaan aan de eisen voor de binnenwaarde. De maatregelen zullen zodanig zijn dat de gevel aan de zijde van Leidsevaart een zodanige geluidsreductie kent dat de vereiste binnenwaarde wordt gerealiseerd. Geconcludeerd kan worden dat redelijkerwijs op korte termijn geen maatregelen mogelijk zijn aan de bron of in het overdrachtsgebied om de geluidsbelasting op de gevel van de ontwikkeling van Park Overbosch ten gevolge van de Leidsevaart te reduceren. Maatregelen aan de bron of in het overdrachtsgebied zijn niet mogelijk of stuiten op overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerkundige, landschappelijke of financiële aard. Gezien de configuratie van de bebouwing ten opzichte van de Leidsevaart kan worden gesteld dat de bebouwing in voldoende afscherming zal voorzien, zodat een geluidsluwe zijde mogelijk is. In bijlage 5 is een contourplot weergegeven, waarin de geluidscontouren van de gecumuleerde geluidsbelasting inclusief correctie ex artikel 110g Wgh zijn weergegeven. Hogere waarden De maximaal berekende geluidsbelasting overschrijdt de wettelijke uiterste grenswaarde niet. Echter in het geluidsbeleid van de milieudienst West-Holland is aangegeven dat de maximale geluidsbelasting van 58 dB in principe niet mag worden overschreden. Bij uitzondering is een hogere waarde tot 63 dB mogelijk. Omdat maatregelen aan de bron of in het overdrachtsgebied niet mogelijk zijn, moeten maatregelen genomen worden aan de zijde van de geluidsontvanger. Zo kunnen de slaapruimten aan de geluidsluwe gevel worden gesitueerd of kan voorzien worden in een geluidsluwe buitenruimte, door toepassing van een wintertuin. In onderhavige situatie spreken we over een uitzonderingssituatie waarbij een hogere waarde tot maximaal 63 dB wordt vastgesteld omdat verwacht mag worden dat door de maatregelen uit het Provinciaal Actieplan Geluid binnen de planperiode de geluidshinder sterk zal worden verlaagd. Voor de bestemming Park Overbosch dienen dan ook hogere waarden te worden vastgesteld ten aanzien van wegverkeerslawaai ten gevolge van het verkeer op de Leidsevaart. De vast te stellen hogere waarden zijn:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
203.13399.00
18
Berekeningsresultaten
Tabel 4.2 Aantal hogere waarden per verdieping aantal woningen
begane grond
1e verdieping
49 dB 50 dB
3e verdieping
1
1
1
51 dB
1
52 dB
1
53 dB
1
54 dB
1
1
5e verdieping
totaal aantal hogere waarden
1
1
3
1
1
2
5
5
2
1
2
1 1
58 dB
1
1
1
1
63 dB
1
2
63 dB
1 pg-afdeling
1
3 4
2
2
1
1
2
2
5
1
6
1 2
3 12
2
60 dB 61 dB
4 1
2
56 dB
62 dB
4e verdieping
1
55 dB 57 dB
2e verdieping
2
6
3 55 + 1 PG-afdeling
Rekenresultaten niet-gezoneerde 30 km/h-wegen, maatregelen en beoordeling Rekenresultaten Om de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting van niet-gezoneerde wegen te beoordelen, is de geluidsbelasting van direct aan de locatie grenzende niet-gezoneerde wegen berekend. In dit onderzoek zijn de Herenstraat, Rijnsburgerweg en de Sportlaan meegenomen. Dit onderzoek heeft plaatsgevonden op basis van de gedetailleerde Standaard Rekenmethode II (SRM II). Uit dit onderzoek blijkt dat de geluidsbelasting ten gevolge van de Herenstraat maximaal 55 dB (exclusief aftrek artikel 110g Wgh, vergelijkbaar met 50 dB inclusief aftrek artikel 110g Wgh) bedraagt. Ten gevolge van de Sportlaan bedraagt de maximale geluidsbelasting 53 dB (exclusief aftrek artikel 110g Wgh, vergelijkbaar met 48 dB inclusief aftrek artikel 110g Wgh). De geluidsbelasting van de Rijnsburgerweg ligt niet hoger dan 48 dB (exclusief aftrek artikel 110g Wgh, vergelijkbaar met 43 dB inclusief aftrek artikel 110g Wgh). De geluidsbelasting van de Prof. Nolenslaan bedraagt maximaal 35 dB exclusief correctie ex artikel 110g Wgh. Maatregelen ter reductie van de geluidsbelasting Ten gevolge van de Herenstraat is er op een deel van de ontwikkeling sprake van een 'matig' akoestisch klimaat. Bezien is of met maatregelen de geluidsbelasting doelmatig kan worden teruggedrongen. Er is een aantal maatregelen ter reductie van de geluidsbelasting denkbaar. Een mogelijkheid is om de functie van de weg, samenstelling van het verkeer of de maximumsnelheid te wijzigen. De functie als erftoegangsweg met de daarbij behorende maximumsnelheid van 30 km/h dient behouden te blijven voor de ontsluiting van het omliggende gebied. Erftoegangswegen behoren tot de laagste wegcategorie. Wijziging hiervan of van de samenstelling van het verkeer leidt derhalve niet tot verdere geluidsreductie. Verder is de Herenstraat voorzien van asfalt. Het toepassen van geluidsreducerend asfalt stuit op bezwaren van financiële aard en is bovendien lastig toe te passen vanwege de aanwezige kruispunten. Vanwege wrijving door afslaand verkeer is dergelijk asfalt niet op kruispunten toe te passen. Maatregelen in het overdrachtsgebied zoals geluidsschermen zijn niet inpasbaar. Ook is het vergroten van de afstand tussen de wegas en de ontwikkeling niet mogelijk; het bouwplan is dan niet meer inpasbaar Verder wordt, mede in lijn met de Wgh, verondersteld dat voertuigen in de toekomst stiller worden door technologische ontwikkelingen. Op basis hiervan wordt aangenomen dat de geluidsbelasting in de toekomst lager zal zijn en de klasse 'redelijk' bereikt kan worden.
203.13399.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Berekeningsresultaten
19
Beoordeling De ondervonden geluidsbelasting van verkeer op de Herenstraat valt binnen de klasse 'matig' van het beoordelingskader voor 30 km/h-wegen. De geluidsbelasting als gevolg van verkeer op de Sportlaan kan als 'redelijk' worden beoordeeld. Ten aanzien van de geluidsbelasting als gevolg van verkeer op de Rijnsburgerweg en de Prof. Nolenslaan is sprake van een 'goede' geluidshindersituatie. Deze geluidsbelastingen als gevolg van verkeer op 30 km/hwegen worden als aanvaardbaar beschouwd onder de voorwaarde dat geluidsreducerende maatregelen niet mogelijk of gewenst zijn en conform het bouwbesluit een binnenwaarde van 33 dB wordt gegarandeerd (met gevelmaatregelen) in de nieuwe woningen. Maatregelen aan de bron of in het overdrachtsgebied zijn niet mogelijk of stuiten op overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerkundige, landschappelijke of financiële aard. Bij de realisatie van de nieuwe woningen kan een binnenwaarde van 33 dB (conform het bouwbesluit) worden bereikt zodat de akoestische situatie als aanvaardbaar wordt beschouwd. Cumulatie De woningen in het onderzoeksgebied zijn gelegen binnen de invloed van meerdere wegen. Conform artikel 110f van de Wgh is daarom onderzoek verricht naar de gecumuleerde geluidsbelasting. Artikel 110f stelt geen specifieke grenswaarden met betrekking tot de gecumuleerde geluidsbelasting, wel wordt geëist dat aangegeven dient te worden op welke wijze er rekening is gehouden met de samenloop van de verschillende geluidsbronnen bij het treffen van maatregelen. De gecumuleerde geluidsbelasting exclusief correctie ex artikel 110g die noodzakelijk is voor het berekenen van de binnenwaarde is opgenomen in bijlage 7. In bijlage 7 is voor alle waarneempunten waar vaststelling van hogere waarde noodzakelijk is de gecumuleerde geluidsbelasting inzichtelijk gemaakt. In bijlage 7 is eveneens weergegeven in hoeverre de gecumuleerde geluidsbelasting afwijkt van de hoogste geluidsbelasting van de individuele bron. De maximale verhoging als gevolg van cumulatie bedraagt 2,36 dB en doet zich voor op waarneempunt 17. De gecumuleerde geluidsbelasting bedraagt 56,36 dB (51 dB inclusief correctie) en is acceptabel. De hoogste gecumuleerde geluidsbelasting bedraagt 67,90 dB (62,90 dB inclusief correctie) op waarneempunt 13. Hier is nauwelijks sprake van toename van de geluidsbelasting van de afzonderlijke wegen. Geconcludeerd wordt dat de toenames als gevolg van cumulatie acceptabel zijn en niet leiden tot extreem hoge geluidsbelastingen. De cumulatieve geluidsbelasting staat het vaststellen van hogere waarden derhalve niet in de weg.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
203.13399.00
20
Berekeningsresultaten
203.13399.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
21
5. Resumé en conclusies
Er is onderzocht wat de geluidsbelastingen zijn aan de gevels van geluidsgevoelige bestemmingen van de ontwikkeling Park Overbosch binnen het bestemmingsplan Dorp Voorhout. Getoetst is of er sprake is van een overschrijding van de wettelijke grenswaarden ingevolge de Wgh. Tevens is de geluidssituatie langs de 30 km/h-wegen inzichtelijk gemaakt en is de gecumuleerde geluidsbelasting berekend. Op basis van de onderzoeksresultaten wordt geconcludeerd dat ten gevolge van verkeer op de Leidsevaart de wettelijke voorkeursgrenswaarde van 48 dB wordt overschreden. De vast te stellen hogere waarden zijn: Tabel 5.1 Samenvatting hogere waarden hogere waarden
aantal eenheden
49 dB
2
woningen
50 dB
3
woningen
51 dB
4
woningen
52 dB
1
woningen
53 dB
1
woningen
54 dB
3
woningen
55 dB
12
woningen
56 dB
3
woningen
57 dB
4
woningen
58 dB
6
woningen
60 dB
2
woningen
61 dB
5
woningen
62 dB
6
woningen
63 dB
3
woningen
63 dB
1
pg-afdeling
totaal
55+1 PG-afdeling
Verdergaande geluidsreducerende maatregelen zoals maatregelen aan de bron of in het overdrachtsgebied zijn niet mogelijk of stuiten op overwegende bezwaren van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerkundige, landschappelijke of financiële aard. Toepassing van geluidsreducerend asfalt wordt voorgestaan binnen het gemeentelijk beleid en het Actieplan Geluid van de provincie Zuid-Holland. Verwacht wordt dat binnen de planperiode hiertoe wordt overgegaan. Aangezien hierover nog geen besluitvorming over bestaat is hier vooralsnog in onderhavig akoestisch onderzoek niet vanuit gegaan. Er dit een hogere waardeprocedure worden doorlopen waarbij bovenstaande hogere waarden worden vastgesteld. De geluidssituatie langs de 30 km/h-wegen en de cumulatieve geluidsbelastingen worden als aanvaardbaar beschouwd. Een binnenwaarde van 33 dB kan in alle situaties bereikt worden door het nemen van gevelwerende maatregelen conform het bouwbesluit.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
203.13399.00
22
Resumé en conclusies
203.13399.00
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
bijlagen
Bijlage 1
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Verkeersgegevens
1
203.13399.00
Locatie:
Wegvak:
Leidsevaart
2020
2de Elsgeesterweg Sportlaan
20.690
Sportlaan Herenstraat
20.710
Herenstraat – Aloysius Onderwijs
18.710
Aloysius Onderwijs Van Berckelweg
19.600
Snelheidsregime 60 km/h 50 km/h 50 km/h 50 km/h
Leidsevaart Schoonoord
8.290
Schoonoord – Dr Kuyperlaan
6.010
Rijnsburgerweg
Elsgeesterlaan Leidsevaart
2.340
Sportlaan
--
1.000
30 km/h
Prof. Nolenslaan
--
500
30 km/h
Herenstraat
40 km/h 40 km/h 30 km/h
Tabel: Voertuig- en etmaalverdeling Leidsevaart, 2de Elsgeesterweg - Herenstraat Periode Dag 85, Avond 8, Nacht
Lichte mvt 35 85 5,80 5,
Middelzware mvt
Zware mvt
Gemiddeld uurpercentage
85,35
85,35
6,70
8,85
8,85
2,70
80
5,80
1,10
Leidsevaart, Herenstraat – Van Berckelweg Periode Dag
Lichte mvt
Middelzware mvt
86,60 86,
60
Zware mvt
Gemiddeld uurpercentage
86,60
6,70
Avond
8,35 8,
35
8,35
2,70
Nacht
5,05 5,
05
5,05
1,10
Rijnsburgerweg, Elsgeesterlaan - Leidsevaart Periode
Lichte mvt
Middelzware mvt
Zware mvt
Gemiddeld uurpercentage
Dag 72,
45
72,45
72,45
7,00
Avond 14,
00
14,00
14,00
2,60
55
13,55
0,70
Nacht
13,55 13,
Sportlaan* Periode Dag
Lichte mvt 94,00 98,
Middelzware mvt 00
Zware mvt
Gemiddeld uurpercentage
96,00
7,00
Avond
5,70 1,
90
3,80
2,60
Nacht
0,30 0,
10
0,20
0,70
Professor Nolenslaan* Periode Dag Avond
Lichte mvt 94,59 94, 4,76 4,
Middelzware mvt 59 76
Zware mvt
Gemiddeld uurpercentage
94,59
6,54
4,76
3,76
Nacht
0,65 0,
65
0,65
0,81
Herenstraat, Leidse Vaart - Schoonoord Periode Dag
Lichte mvt
Middelzware mvt
86,50 86,
50
Zware mvt
Gemiddeld uurpercentage
86,50
7,00
Avond
9,60 9,
60
9,60
2,60
Nacht
3,90 3,
90
3,90
0,70
Herenstraat, Schoonoord – Prof. Nolenslaan Periode Dag
Lichte mvt 93,70 93,
Middelzware mvt 70
Zware mvt
Gemiddeld uurpercentage
93,70
7,00
Avond
4,10 4,
10
4,10
2,60
Nacht
2,20 2,
20
2,20
0,70
* standaard voertuigverdeling wijkverzamelweg ** standaard voertuigverdeling buurtverzamelweg
Bijlage 2
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Ligging waarneempunten
1
203.13399.00
Bijlage 3
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Resultaten gezoneerde en niet-gezoneerde wegen
1
203.13399.00
cumulatie excl. correctie ex artikel 110g Wgh Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt WNP 019_A WNP 019_B WNP 019_C WNP 019_D WNP 019_E
Resultatentabel Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Nee
Hoogte 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
Dag 60.84 62.28 62.51 62.54 62.44
Avond 56.87 58.32 58.54 58.56 58.46
Nacht 52.88 54.32 54.52 54.54 54.43
Lden 61.79 63.23 63.45 63.47 63.37
WNP WNP WNP WNP WNP
019_F 020_A 020_B 020_C 020_D
16.50 1.50 4.50 7.50 10.50
62.24 57.27 59.13 59.81 59.99
58.26 53.28 55.14 55.81 56.00
54.23 49.17 51.04 51.69 51.88
63.17 58.16 60.02 60.69 60.87
WNP WNP WNP WNP WNP
020_E 020_F 021_A 021_B 021_C
13.50 16.50 1.50 4.50 7.50
60.03 59.07 63.91 64.90 64.88
56.04 55.07 59.95 60.94 60.92
51.93 50.92 56.03 57.02 57.00
60.92 59.93 64.90 65.89 65.87
WNP WNP WNP WNP WNP
021_D 021_E 021_F 022_A 022_B
10.50 13.50 16.50 1.50 4.50
64.75 64.52 64.25 56.98 58.79
60.79 60.56 60.29 52.97 54.78
56.86 56.63 56.36 48.82 50.62
65.73 65.50 65.23 57.84 59.64
WNP 022_C WNP 022_D WNP 022_E WNP 022_F WNP001_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
59.67 59.84 59.91 59.94 55.41
55.66 55.84 55.91 55.94 51.28
51.52 51.70 51.77 51.81 46.52
60.53 60.71 60.78 60.81 55.96
WNP001_B WNP001_C WNP001_D WNP002_A WNP002_B
4.50 7.50 10.50 1.50 4.50
57.27 58.14 58.19 57.31 59.16
53.14 54.02 54.08 53.29 55.14
48.37 49.37 49.43 49.07 50.92
57.81 58.73 58.79 58.13 59.98
WNP002_C WNP002_D WNP003_A WNP003_B WNP003_C
7.50 10.50 1.50 4.50 7.50
59.94 60.14 56.69 58.45 59.40
55.93 56.13 52.70 54.45 55.41
51.73 51.94 48.58 50.33 51.29
60.78 60.98 57.57 59.33 60.28
WNP003_D WNP004_A WNP004_B WNP004_C WNP004_D
10.50 1.50 4.50 7.50 10.50
59.57 49.33 49.87 50.12 50.31
55.58 44.84 45.31 45.60 45.84
51.47 40.19 40.58 40.91 41.23
60.46 49.72 50.19 50.48 50.73
WNP005_A WNP005_B WNP005_C WNP005_D WNP006_A
1.50 4.50 7.50 10.50 1.50
42.10 43.62 45.81 41.73 43.18
38.14 39.66 41.84 37.92 39.25
33.37 34.88 37.16 32.51 34.91
42.74 44.25 46.48 42.21 44.01
WNP006_B WNP006_C WNP006_D WNP007_A WNP007_B
4.50 7.50 10.50 1.50 4.50
44.68 46.70 45.06 57.00 58.78
40.74 42.74 41.04 53.00 54.78
36.32 38.33 35.86 48.88 50.67
45.47 47.48 45.51 57.88 59.66
WNP007_C WNP007_D WNP007_E WNP007_F WNP008_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
59.60 59.80 59.74 58.62 58.76
55.61 55.80 55.74 54.61 54.77
51.49 51.68 51.64 50.47 50.71
60.48 60.68 60.63 59.48 59.67
WNP008_B WNP008_C
4.50 7.50
60.57 60.98
56.59 56.99
52.53 52.91
61.48 61.88
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:32:35 PM
cumulatie excl. correctie ex artikel 110g Wgh Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt WNP008_D WNP008_E WNP008_F WNP009_A WNP009_B
Resultatentabel Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Nee
Hoogte 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50
Dag 61.10 61.10 61.00 65.74 66.09
Avond 57.11 57.11 57.01 61.78 62.14
Nacht 53.03 53.03 52.94 57.85 58.20
Lden 62.00 62.00 61.90 66.72 67.07
WNP009_C WNP009_D WNP009_E WNP009_F WNP010_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
65.96 65.64 65.22 64.76 66.35
62.00 61.68 61.26 60.80 62.41
58.05 57.72 57.29 56.82 58.50
66.93 66.61 66.18 65.72 67.35
WNP010_B WNP010_C WNP010_D WNP010_E WNP010_F
4.50 7.50 10.50 13.50 16.50
66.76 66.59 66.26 65.84 65.38
62.81 62.64 62.30 61.89 61.43
58.90 58.73 58.38 57.97 57.51
67.76 67.59 67.25 66.83 66.37
WNP011_A WNP011_B WNP011_C WNP011_D WNP011_E
1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
49.62 50.11 49.98 49.62 49.27
44.70 45.17 45.05 44.67 44.33
39.39 39.86 39.74 39.33 38.99
49.56 50.04 49.91 49.53 49.19
WNP011_F WNP012_A WNP012_B WNP012_C WNP012_D
16.50 1.50 4.50 7.50 10.50
48.85 50.33 50.78 50.88 50.97
43.91 45.66 46.07 46.21 46.37
38.57 40.78 41.16 41.35 41.59
48.77 50.54 50.96 51.10 51.25
WNP012_E WNP012_F WNP013_A WNP013_B WNP013_C
13.50 16.50 1.50 4.50 7.50
51.02 51.06 66.39 66.90 66.80
46.48 46.58 62.44 62.95 62.85
41.81 41.98 58.53 59.04 58.93
51.37 51.47 67.39 67.90 67.79
WNP013_D WNP013_E WNP013_F WNP014_A WNP014_B
10.50 13.50 16.50 1.50 4.50
66.55 66.22 65.85 65.79 66.19
62.60 62.27 61.89 61.83 62.24
58.68 58.35 57.97 57.92 58.32
67.54 67.21 66.84 66.78 67.18
WNP014_C WNP014_D WNP014_E WNP014_F WNP015_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
66.08 65.82 65.48 65.09 62.25
62.13 61.87 61.52 61.14 58.26
58.21 57.95 57.60 57.22 54.30
67.07 66.81 66.47 66.08 63.20
WNP015_B WNP015_C WNP015_D WNP015_E WNP015_F
4.50 7.50 10.50 13.50 16.50
63.65 63.69 63.62 63.47 63.28
59.67 59.71 59.65 59.50 59.31
55.73 55.77 55.71 55.56 55.38
64.62 64.66 64.59 64.44 64.26
WNP016_A WNP016_B WNP016_C WNP016_D WNP016_E
1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
55.98 56.65 56.92 56.85 56.73
51.50 52.25 52.61 52.60 52.52
46.93 47.81 48.28 48.34 48.32
56.40 57.17 57.53 57.52 57.45
WNP016_F WNP017_A WNP017_B WNP017_C WNP017_D
16.50 1.50 4.50 7.50 10.50
56.62 55.14 55.61 55.85 55.79
52.45 50.56 51.10 51.44 51.44
48.29 45.86 46.51 46.98 47.07
57.38 55.46 56.01 56.36 56.36
WNP017_E WNP017_F
13.50 16.50
55.64 55.50
51.34 51.25
47.04 47.01
56.27 56.18
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:32:35 PM
cumulatie excl. correctie ex artikel 110g Wgh Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt WNP018_A WNP018_B WNP018_C WNP018_D WNP018_E WNP018_F
Resultatentabel Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp LAeq totaalresultaten voor toetspunten (hoofdgroep) Nee
Hoogte 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
Dag 49.62 50.15 50.04 49.64 49.30
Avond 44.71 45.23 45.12 44.69 44.37
Nacht 39.42 39.94 39.83 39.34 39.03
Lden 49.57 50.09 49.98 49.55 49.22
16.50
49.08
44.20
38.92
49.05
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:32:35 PM
Herenstraat excl. correctie ex artikel 110g Wgh Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt WNP 019_A WNP 019_B WNP 019_C WNP 019_D WNP 019_E
Resultatentabel Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp LAeq totaalresultaten voor toetspunten Herenstraat Nee
Hoogte 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
Dag 47.61 49.36 50.26 50.52 50.62
Avond 43.31 45.06 45.96 46.22 46.32
Nacht 37.61 39.36 40.26 40.52 40.62
Lden 47.73 49.48 50.38 50.64 50.74
WNP WNP WNP WNP WNP
019_F 020_A 020_B 020_C 020_D
16.50 1.50 4.50 7.50 10.50
50.54 47.60 49.39 50.37 50.44
46.24 43.30 45.09 46.07 46.14
40.54 37.60 39.39 40.37 40.44
50.66 47.72 49.51 50.49 50.56
WNP WNP WNP WNP WNP
020_E 020_F 021_A 021_B 021_C
13.50 16.50 1.50 4.50 7.50
50.46 50.42 23.40 23.77 23.94
46.16 46.12 19.10 19.47 19.64
40.46 40.42 13.40 13.77 13.94
50.58 50.54 23.52 23.89 24.06
WNP WNP WNP WNP WNP
021_D 021_E 021_F 022_A 022_B
10.50 13.50 16.50 1.50 4.50
24.11 24.44 -48.39 50.46
19.81 20.14 -44.09 46.16
14.11 14.44 -38.39 40.46
24.23 24.56 -48.51 50.58
WNP 022_C WNP 022_D WNP 022_E WNP 022_F WNP001_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
50.97 50.94 50.87 50.75 52.49
46.67 46.64 46.57 46.45 48.19
40.97 40.94 40.87 40.75 42.49
51.09 51.06 50.99 50.87 52.61
WNP001_B WNP001_C WNP001_D WNP002_A WNP002_B
4.50 7.50 10.50 1.50 4.50
54.45 54.69 54.78 50.03 52.02
50.15 50.39 50.48 45.73 47.72
44.45 44.69 44.78 40.03 42.02
54.57 54.81 54.90 50.15 52.14
WNP002_C WNP002_D WNP003_A WNP003_B WNP003_C
7.50 10.50 1.50 4.50 7.50
52.28 52.25 47.19 49.04 49.95
47.98 47.95 42.89 44.74 45.65
42.28 42.25 37.19 39.04 39.95
52.40 52.37 47.31 49.16 50.07
WNP003_D WNP004_A WNP004_B WNP004_C WNP004_D
10.50 1.50 4.50 7.50 10.50
49.95 10.13 10.99 11.37 --
45.65 5.83 6.69 7.07 --
39.95 0.13 0.99 1.37 --
50.07 10.25 11.11 11.49 --
WNP005_A WNP005_B WNP005_C WNP005_D WNP006_A
1.50 4.50 7.50 10.50 1.50
37.57 38.92 40.76 39.35 34.67
33.27 34.62 36.46 35.05 30.37
27.57 28.92 30.76 29.35 24.67
37.69 39.04 40.88 39.47 34.79
WNP006_B WNP006_C WNP006_D WNP007_A WNP007_B
4.50 7.50 10.50 1.50 4.50
37.41 39.78 43.06 47.44 49.25
33.11 35.48 38.76 43.14 44.95
27.41 29.78 33.06 37.44 39.25
37.53 39.90 43.18 47.56 49.37
WNP007_C WNP007_D WNP007_E WNP007_F WNP008_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
50.22 50.30 50.37 50.00 47.90
45.92 46.00 46.07 45.70 43.60
40.22 40.30 40.37 40.00 37.90
50.34 50.42 50.49 50.12 48.02
WNP008_B WNP008_C
4.50 7.50
49.67 50.57
45.37 46.27
39.67 40.57
49.79 50.69
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:32:00 PM
Herenstraat excl. correctie ex artikel 110g Wgh Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt WNP008_D WNP008_E WNP008_F WNP009_A WNP009_B
Resultatentabel Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp LAeq totaalresultaten voor toetspunten Herenstraat Nee
Hoogte 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50
Dag 50.72 50.72 50.77 46.93 48.59
Avond 46.42 46.42 46.47 42.63 44.29
Nacht 40.72 40.72 40.77 36.93 38.59
Lden 50.84 50.84 50.89 47.05 48.71
WNP009_C WNP009_D WNP009_E WNP009_F WNP010_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
49.51 49.84 49.92 49.90 28.40
45.21 45.54 45.62 45.60 24.10
39.51 39.84 39.92 39.90 18.40
49.63 49.96 50.04 50.02 28.52
WNP010_B WNP010_C WNP010_D WNP010_E WNP010_F
4.50 7.50 10.50 13.50 16.50
28.92 29.12 29.35 29.70 --
24.62 24.82 25.05 25.40 --
18.92 19.12 19.35 19.70 --
29.04 29.24 29.47 29.82 --
WNP011_A WNP011_B WNP011_C WNP011_D WNP011_E
1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
------
------
------
------
WNP011_F WNP012_A WNP012_B WNP012_C WNP012_D
16.50 1.50 4.50 7.50 10.50
-4.77 5.53 5.86 --
-0.47 1.23 1.56 --
--5.23 -4.47 -4.14 --
-4.89 5.65 5.98 --
WNP012_E WNP012_F WNP013_A WNP013_B WNP013_C
13.50 16.50 1.50 4.50 7.50
--39.39 40.87 42.08
--35.09 36.57 37.78
--29.39 30.87 32.08
--39.51 40.99 42.20
WNP013_D WNP013_E WNP013_F WNP014_A WNP014_B
10.50 13.50 16.50 1.50 4.50
42.09 42.14 42.17 23.52 23.93
37.79 37.84 37.87 19.22 19.63
32.09 32.14 32.17 13.52 13.93
42.21 42.26 42.29 23.64 24.05
WNP014_C WNP014_D WNP014_E WNP014_F WNP015_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
24.13 24.35 24.69 -23.26
19.83 20.05 20.39 -18.96
14.13 14.35 14.69 -13.26
24.25 24.47 24.81 -23.38
WNP015_B WNP015_C WNP015_D WNP015_E WNP015_F
4.50 7.50 10.50 13.50 16.50
23.60 23.73 23.85 24.16 --
19.30 19.43 19.55 19.86 --
13.60 13.73 13.85 14.16 --
23.72 23.85 23.97 24.28 --
WNP016_A WNP016_B WNP016_C WNP016_D WNP016_E
1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
------
------
------
------
WNP016_F WNP017_A WNP017_B WNP017_C WNP017_D
16.50 1.50 4.50 7.50 10.50
------
------
------
------
WNP017_E WNP017_F
13.50 16.50
---
---
---
---
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:32:00 PM
Herenstraat excl. correctie ex artikel 110g Wgh Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt WNP018_A WNP018_B WNP018_C WNP018_D WNP018_E WNP018_F
Resultatentabel Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp LAeq totaalresultaten voor toetspunten Herenstraat Nee
Hoogte 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
Dag 21.80 22.61 23.88 25.47 27.31
Avond 17.50 18.31 19.58 21.17 23.01
Nacht 11.80 12.61 13.88 15.47 17.31
Lden 21.92 22.73 24.00 25.59 27.43
16.50
31.66
27.36
21.66
31.78
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:32:00 PM
Leidse Vaart incl. correctie ex artikel 110g Wgh Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt WNP 019_A WNP 019_B WNP 019_C WNP 019_D WNP 019_E
Resultatentabel Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp LAeq totaalresultaten voor toetspunten Leidsevaart Ja
Hoogte 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
Dag 55.52 56.95 57.12 57.12 57.00
Avond 51.58 53.01 53.17 53.18 53.06
Nacht 47.68 49.11 49.27 49.28 49.16
Lden 56.53 57.96 58.12 58.13 58.01
WNP WNP WNP WNP WNP
019_F 020_A 020_B 020_C 020_D
16.50 1.50 4.50 7.50 10.50
56.80 51.56 53.46 54.08 54.28
52.86 47.62 49.52 50.14 50.33
48.96 43.72 45.62 46.24 46.43
57.81 52.57 54.47 55.09 55.28
WNP WNP WNP WNP WNP
020_E 020_F 021_A 021_B 021_C
13.50 16.50 1.50 4.50 7.50
54.33 53.24 58.82 59.81 59.79
50.39 49.29 54.88 55.87 55.85
46.49 45.40 50.98 51.97 51.95
55.34 54.24 59.83 60.82 60.80
WNP WNP WNP WNP WNP
021_D 021_E 021_F 022_A 022_B
10.50 13.50 16.50 1.50 4.50
59.65 59.42 59.15 51.11 52.92
55.71 55.48 55.20 47.17 48.97
51.81 51.58 51.30 43.27 45.07
60.66 60.43 60.15 52.12 53.92
WNP 022_C WNP 022_D WNP 022_E WNP 022_F WNP001_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
53.85 54.04 54.12 54.18 46.97
49.91 50.10 50.18 50.23 43.03
46.01 46.20 46.28 46.33 39.13
54.86 55.05 55.13 55.18 47.98
WNP001_B WNP001_C WNP001_D WNP002_A WNP002_B
4.50 7.50 10.50 1.50 4.50
48.77 50.22 50.27 51.20 53.05
44.82 46.27 46.33 47.26 49.11
40.92 42.37 42.43 43.36 45.21
49.77 51.22 51.28 52.21 54.06
WNP002_C WNP002_D WNP003_A WNP003_B WNP003_C
7.50 10.50 1.50 4.50 7.50
53.94 54.17 50.96 52.72 53.69
50.00 50.23 47.01 48.78 49.75
46.10 46.33 43.11 44.88 45.85
54.95 55.18 51.96 53.73 54.70
WNP003_D WNP004_A WNP004_B WNP004_C WNP004_D
10.50 1.50 4.50 7.50 10.50
53.86 40.41 40.26 40.83 41.59
49.92 36.46 36.31 36.88 37.65
46.02 32.56 32.41 32.98 33.75
54.87 41.41 41.26 41.83 42.60
WNP005_A WNP005_B WNP005_C WNP005_D WNP006_A
1.50 4.50 7.50 10.50 1.50
34.10 35.62 38.18 30.50 36.88
30.15 31.67 34.23 26.56 32.94
26.25 27.77 30.33 22.66 29.04
35.10 36.62 39.18 31.51 37.89
WNP006_B WNP006_C WNP006_D WNP007_A WNP007_B
4.50 7.50 10.50 1.50 4.50
38.09 40.13 34.63 51.27 53.08
34.14 36.18 30.68 47.33 49.13
30.25 32.28 26.78 43.43 45.23
39.09 41.13 35.63 52.28 54.08
WNP007_C WNP007_D WNP007_E WNP007_F WNP008_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
53.88 54.07 54.04 52.78 53.23
49.94 50.13 50.10 48.84 49.28
46.04 46.23 46.20 44.94 45.38
54.89 55.08 55.05 53.79 54.23
WNP008_B WNP008_C
4.50 7.50
55.07 55.40
51.12 51.45
47.22 47.55
56.07 56.40
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:26:57 PM
Leidse Vaart incl. correctie ex artikel 110g Wgh Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt WNP008_D WNP008_E WNP008_F WNP009_A WNP009_B
Resultatentabel Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp LAeq totaalresultaten voor toetspunten Leidsevaart Ja
Hoogte 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50
Dag 55.50 55.51 55.42 60.64 60.96
Avond 51.56 51.57 51.47 56.70 57.02
Nacht 47.66 47.67 47.57 52.80 53.12
Lden 56.51 56.52 56.42 61.65 61.97
WNP009_C WNP009_D WNP009_E WNP009_F WNP010_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
60.80 60.45 60.01 59.53 61.32
56.85 56.51 56.06 55.58 57.38
52.95 52.61 52.16 51.68 53.48
61.80 61.46 61.01 60.53 62.33
WNP010_B WNP010_C WNP010_D WNP010_E WNP010_F
4.50 7.50 10.50 13.50 16.50
61.72 61.54 61.19 60.78 60.31
57.78 57.60 57.24 56.83 56.37
53.88 53.70 53.34 52.93 52.47
62.73 62.55 62.19 61.78 61.32
WNP011_A WNP011_B WNP011_C WNP011_D WNP011_E
1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
28.26 28.62 28.98 23.27 23.58
24.31 24.67 25.04 19.33 19.63
20.41 20.78 21.14 15.43 15.73
29.26 29.62 29.99 24.28 24.58
WNP011_F WNP012_A WNP012_B WNP012_C WNP012_D
16.50 1.50 4.50 7.50 10.50
23.85 39.34 39.36 40.01 40.93
19.90 35.40 35.41 36.06 36.98
16.00 31.50 31.51 32.16 33.08
24.85 40.35 40.36 41.01 41.93
WNP012_E WNP012_F WNP013_A WNP013_B WNP013_C
13.50 16.50 1.50 4.50 7.50
41.76 42.39 61.35 61.85 61.73
37.82 38.44 57.41 57.91 57.79
33.92 34.54 53.51 54.01 53.89
42.77 43.39 62.36 62.86 62.74
WNP013_D WNP013_E WNP013_F WNP014_A WNP014_B
10.50 13.50 16.50 1.50 4.50
61.48 61.14 60.76 60.74 61.14
57.53 57.20 56.81 56.79 57.19
53.63 53.30 52.91 52.89 53.29
62.48 62.15 61.76 61.74 62.14
WNP014_C WNP014_D WNP014_E WNP014_F WNP015_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
61.02 60.76 60.41 60.01 57.01
57.08 56.82 56.46 56.07 53.07
53.18 52.92 52.56 52.17 49.17
62.03 61.77 61.41 61.02 58.02
WNP015_B WNP015_C WNP015_D WNP015_E WNP015_F
4.50 7.50 10.50 13.50 16.50
58.47 58.52 58.46 58.31 58.13
54.53 54.57 54.51 54.37 54.19
50.63 50.67 50.61 50.47 50.29
59.48 59.52 59.46 59.32 59.14
WNP016_A WNP016_B WNP016_C WNP016_D WNP016_E
1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
47.42 48.89 49.82 50.13 50.29
43.47 44.95 45.87 46.19 46.35
39.57 41.05 41.97 42.29 42.45
48.42 49.90 50.82 51.14 51.30
WNP016_F WNP017_A WNP017_B WNP017_C WNP017_D
16.50 1.50 4.50 7.50 10.50
50.41 45.61 46.86 47.99 48.45
46.46 41.67 42.91 44.05 44.50
42.56 37.77 39.01 40.15 40.60
51.41 46.62 47.86 49.00 49.45
WNP017_E WNP017_F
13.50 16.50
48.67 48.84
44.72 44.89
40.82 40.99
49.67 49.84
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:26:57 PM
Leidse Vaart incl. correctie ex artikel 110g Wgh Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt WNP018_A WNP018_B WNP018_C WNP018_D WNP018_E WNP018_F
Resultatentabel Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp LAeq totaalresultaten voor toetspunten Leidsevaart Ja
Hoogte 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
Dag 29.84 30.11 30.39 22.78 24.30
Avond 25.89 26.16 26.44 18.83 20.35
Nacht 21.99 22.26 22.54 14.93 16.45
Lden 30.84 31.11 31.39 23.78 25.30
16.50
30.54
26.59
22.69
31.54
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:26:57 PM
Prof. Nolenslaan excl. correctie ex artikel 110g Wgh Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt WNP 019_A WNP 019_B WNP 019_C WNP 019_D WNP 019_E
Resultatentabel Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp LAeq totaalresultaten voor toetspunten Prof. Nolenslaan Nee
Hoogte 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
Dag 15.80 16.62 17.86 18.44 19.26
Avond 13.39 14.21 15.45 16.04 16.85
Nacht 6.73 7.54 8.79 9.37 10.18
Lden 16.65 17.46 18.71 19.29 20.10
WNP WNP WNP WNP WNP
019_F 020_A 020_B 020_C 020_D
16.50 1.50 4.50 7.50 10.50
20.30 13.68 15.08 17.58 19.55
17.89 11.27 12.67 15.17 17.15
11.23 4.60 6.01 8.50 10.48
21.15 14.52 15.93 18.42 20.40
WNP WNP WNP WNP WNP
020_E 020_F 021_A 021_B 021_C
13.50 16.50 1.50 4.50 7.50
20.97 23.89 ----
18.56 21.48 ----
11.89 14.81 ----
21.81 24.73 ----
WNP WNP WNP WNP WNP
021_D 021_E 021_F 022_A 022_B
10.50 13.50 16.50 1.50 4.50
------
------
------
------
WNP 022_C WNP 022_D WNP 022_E WNP 022_F WNP001_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
----26.54
----24.14
----17.47
----27.39
WNP001_B WNP001_C WNP001_D WNP002_A WNP002_B
4.50 7.50 10.50 1.50 4.50
28.07 29.40 29.78 ---
25.66 26.99 27.38 ---
18.99 20.33 20.71 ---
28.91 30.25 30.63 ---
WNP002_C WNP002_D WNP003_A WNP003_B WNP003_C
7.50 10.50 1.50 4.50 7.50
---6.03 -5.78 -4.46
---8.44 -8.19 -6.87
---15.10 -14.85 -13.54
---5.18 -4.93 -3.62
WNP003_D WNP004_A WNP004_B WNP004_C WNP004_D
10.50 1.50 4.50 7.50 10.50
-2.16 28.56 30.06 31.59 31.45
-4.57 26.15 27.65 29.18 29.04
-11.24 19.49 20.99 22.52 22.38
-1.32 29.41 30.91 32.44 32.30
WNP005_A WNP005_B WNP005_C WNP005_D WNP006_A
1.50 4.50 7.50 10.50 1.50
30.68 32.45 33.75 34.34 30.39
28.27 30.04 31.34 31.93 27.98
21.61 23.38 24.68 25.27 21.32
31.53 33.30 34.60 35.19 31.24
WNP006_B WNP006_C WNP006_D WNP007_A WNP007_B
4.50 7.50 10.50 1.50 4.50
31.99 33.29 34.11 13.93 15.31
29.58 30.88 31.71 11.52 12.90
22.91 24.22 25.04 4.85 6.24
32.83 34.14 34.96 14.77 16.16
WNP007_C WNP007_D WNP007_E WNP007_F WNP008_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
17.86 20.56 21.91 25.46 14.79
15.45 18.16 19.50 23.05 12.38
8.78 11.49 12.83 16.39 5.71
18.70 21.41 22.75 26.31 15.63
WNP008_B WNP008_C
4.50 7.50
15.85 17.81
13.44 15.40
6.78 8.74
16.70 18.66
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:32:20 PM
Prof. Nolenslaan excl. correctie ex artikel 110g Wgh Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt WNP008_D WNP008_E WNP008_F WNP009_A WNP009_B
Resultatentabel Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp LAeq totaalresultaten voor toetspunten Prof. Nolenslaan Nee
Hoogte 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50
Dag 19.20 20.24 22.93 14.76 15.52
Avond 16.80 17.83 20.52 12.35 13.11
Nacht 10.13 11.17 13.86 5.68 6.44
Lden 20.05 21.09 23.78 15.60 16.36
WNP009_C WNP009_D WNP009_E WNP009_F WNP010_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
16.87 18.08 17.13 18.54 --
14.46 15.67 14.72 16.14 --
7.80 9.00 8.06 9.47 --
17.72 18.92 17.98 19.39 --
WNP010_B WNP010_C WNP010_D WNP010_E WNP010_F
4.50 7.50 10.50 13.50 16.50
------
------
------
------
WNP011_A WNP011_B WNP011_C WNP011_D WNP011_E
1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
25.61 26.06 26.94 27.81 28.16
23.20 23.65 24.53 25.40 25.75
16.54 16.99 17.87 18.74 19.08
26.46 26.91 27.79 28.66 29.00
WNP011_F WNP012_A WNP012_B WNP012_C WNP012_D
16.50 1.50 4.50 7.50 10.50
28.18 27.90 28.93 30.07 30.51
25.77 25.49 26.52 27.66 28.10
19.11 18.82 19.86 21.00 21.44
29.03 28.74 29.78 30.92 31.36
WNP012_E WNP012_F WNP013_A WNP013_B WNP013_C
13.50 16.50 1.50 4.50 7.50
30.75 31.24 6.45 6.92 8.11
28.34 28.84 4.05 4.51 5.70
21.68 22.17 -2.62 -2.16 -0.97
31.60 32.09 7.30 7.76 8.95
WNP013_D WNP013_E WNP013_F WNP014_A WNP014_B
10.50 13.50 16.50 1.50 4.50
9.72 12.50 15.31 ---
7.31 10.09 12.90 ---
0.64 3.42 6.23 ---
10.56 13.34 16.15 ---
WNP014_C WNP014_D WNP014_E WNP014_F WNP015_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
------
------
------
------
WNP015_B WNP015_C WNP015_D WNP015_E WNP015_F
4.50 7.50 10.50 13.50 16.50
------
------
------
------
WNP016_A WNP016_B WNP016_C WNP016_D WNP016_E
1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
21.87 21.14 21.86 22.58 23.30
19.47 18.73 19.45 20.17 20.90
12.80 12.07 12.79 13.51 14.23
22.72 21.99 22.71 23.43 24.15
WNP016_F WNP017_A WNP017_B WNP017_C WNP017_D
16.50 1.50 4.50 7.50 10.50
23.47 21.15 21.74 22.53 23.32
21.06 18.74 19.33 20.12 20.91
14.40 12.08 12.66 13.46 14.25
24.32 22.00 22.58 23.38 24.17
WNP017_E WNP017_F
13.50 16.50
23.92 23.94
21.52 21.53
14.85 14.87
24.77 24.79
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:32:20 PM
Prof. Nolenslaan excl. correctie ex artikel 110g Wgh Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt WNP018_A WNP018_B WNP018_C WNP018_D WNP018_E WNP018_F
Resultatentabel Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp LAeq totaalresultaten voor toetspunten Prof. Nolenslaan Nee
Hoogte 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
Dag 24.86 25.53 26.39 27.26 27.79
Avond 22.46 23.12 23.98 24.85 25.38
Nacht 15.79 16.46 17.32 18.18 18.71
Lden 25.71 26.38 27.24 28.10 28.63
16.50
27.95
25.54
18.88
28.80
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:32:20 PM
Rijnsburgerweg excl. correctie ex artikel 110g Wgh Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt WNP 019_A WNP 019_B WNP 019_C WNP 019_D WNP 019_E
Resultatentabel Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp LAeq totaalresultaten voor toetspunten Rijnburgerweg Nee
Hoogte 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
Dag 44.42 45.72 46.75 47.06 47.22
Avond 40.12 41.42 42.45 42.76 42.92
Nacht 34.42 35.72 36.75 37.06 37.22
Lden 44.54 45.84 46.87 47.18 47.34
WNP WNP WNP WNP WNP
019_F 020_A 020_B 020_C 020_D
16.50 1.50 4.50 7.50 10.50
46.81 43.59 44.70 45.73 46.16
42.51 39.29 40.40 41.43 41.86
36.81 33.59 34.70 35.73 36.16
46.93 43.71 44.82 45.85 46.28
WNP WNP WNP WNP WNP
020_E 020_F 021_A 021_B 021_C
13.50 16.50 1.50 4.50 7.50
45.84 44.92 41.84 42.79 43.70
41.54 40.62 37.54 38.49 39.40
35.84 34.92 31.84 32.79 33.70
45.96 45.04 41.96 42.91 43.82
WNP WNP WNP WNP WNP
021_D 021_E 021_F 022_A 022_B
10.50 13.50 16.50 1.50 4.50
44.34 44.51 44.60 43.19 44.27
40.04 40.21 40.30 38.89 39.97
34.34 34.51 34.60 33.19 34.27
44.46 44.63 44.72 43.31 44.39
WNP 022_C WNP 022_D WNP 022_E WNP 022_F WNP001_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
45.20 45.77 46.01 46.02 40.91
40.90 41.47 41.71 41.72 36.61
35.20 35.77 36.01 36.02 30.91
45.32 45.89 46.13 46.14 41.03
WNP001_B WNP001_C WNP001_D WNP002_A WNP002_B
4.50 7.50 10.50 1.50 4.50
42.13 43.67 43.40 43.26 44.39
37.83 39.37 39.10 38.96 40.09
32.13 33.67 33.40 33.26 34.39
42.25 43.79 43.52 43.38 44.51
WNP002_C WNP002_D WNP003_A WNP003_B WNP003_C
7.50 10.50 1.50 4.50 7.50
45.33 45.85 43.16 44.26 45.16
41.03 41.55 38.86 39.96 40.86
35.33 35.85 33.16 34.26 35.16
45.45 45.97 43.28 44.38 45.28
WNP003_D WNP004_A WNP004_B WNP004_C WNP004_D
10.50 1.50 4.50 7.50 10.50
45.77 -----
41.47 -----
35.77 -----
45.89 -----
WNP005_A WNP005_B WNP005_C WNP005_D WNP006_A
1.50 4.50 7.50 10.50 1.50
29.92 32.15 34.22 6.01 30.21
25.62 27.85 29.92 1.71 25.91
19.92 22.15 24.22 -3.99 20.21
30.04 32.27 34.34 6.13 30.33
WNP006_B WNP006_C WNP006_D WNP007_A WNP007_B
4.50 7.50 10.50 1.50 4.50
31.73 32.21 1.47 43.34 44.44
27.43 27.91 -2.83 39.04 40.14
21.73 22.21 -8.53 33.34 34.44
31.85 32.33 1.59 43.46 44.56
WNP007_C WNP007_D WNP007_E WNP007_F WNP008_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
45.35 45.90 44.77 44.36 43.86
41.05 41.60 40.47 40.06 39.56
35.35 35.90 34.77 34.36 33.86
45.47 46.02 44.89 44.48 43.98
WNP008_B WNP008_C
4.50 7.50
45.05 46.21
40.75 41.91
35.05 36.21
45.17 46.33
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:32:10 PM
Rijnsburgerweg excl. correctie ex artikel 110g Wgh Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt WNP008_D WNP008_E WNP008_F WNP009_A WNP009_B
Resultatentabel Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp LAeq totaalresultaten voor toetspunten Rijnburgerweg Nee
Hoogte 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50
Dag 46.73 46.61 45.70 45.09 46.49
Avond 42.43 42.31 41.40 40.79 42.19
Nacht 36.73 36.61 35.70 35.09 36.49
Lden 46.85 46.73 45.82 45.21 46.61
WNP009_C WNP009_D WNP009_E WNP009_F WNP010_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
47.48 47.61 47.72 47.65 44.51
43.18 43.31 43.42 43.35 40.21
37.48 37.61 37.72 37.65 34.51
47.60 47.73 47.84 47.77 44.63
WNP010_B WNP010_C WNP010_D WNP010_E WNP010_F
4.50 7.50 10.50 13.50 16.50
45.82 46.88 47.18 47.25 47.25
41.52 42.58 42.88 42.94 42.95
35.82 36.88 37.18 37.25 37.25
45.94 47.00 47.30 47.37 47.37
WNP011_A WNP011_B WNP011_C WNP011_D WNP011_E
1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
------
------
------
------
WNP011_F WNP012_A WNP012_B WNP012_C WNP012_D
16.50 1.50 4.50 7.50 10.50
------
------
------
------
WNP012_E WNP012_F WNP013_A WNP013_B WNP013_C
13.50 16.50 1.50 4.50 7.50
--45.00 46.15 47.18
--40.70 41.85 42.88
--35.00 36.15 37.18
--45.12 46.27 47.30
WNP013_D WNP013_E WNP013_F WNP014_A WNP014_B
10.50 13.50 16.50 1.50 4.50
47.63 47.76 47.80 42.44 43.53
43.33 43.46 43.50 38.14 39.23
37.63 37.76 37.80 32.44 33.53
47.75 47.88 47.92 42.56 43.65
WNP014_C WNP014_D WNP014_E WNP014_F WNP015_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
44.50 44.97 45.11 45.16 41.13
40.20 40.67 40.81 40.86 36.83
34.50 34.97 35.11 35.16 31.13
44.62 45.09 45.23 45.28 41.25
WNP015_B WNP015_C WNP015_D WNP015_E WNP015_F
4.50 7.50 10.50 13.50 16.50
41.97 42.77 43.57 43.79 43.89
37.67 38.47 39.27 39.49 39.59
31.97 32.77 33.57 33.79 33.89
42.09 42.89 43.69 43.91 44.01
WNP016_A WNP016_B WNP016_C WNP016_D WNP016_E
1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
------
------
------
------
WNP016_F WNP017_A WNP017_B WNP017_C WNP017_D
16.50 1.50 4.50 7.50 10.50
------
------
------
------
WNP017_E WNP017_F
13.50 16.50
---
---
---
---
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:32:10 PM
Rijnsburgerweg excl. correctie ex artikel 110g Wgh Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt WNP018_A WNP018_B WNP018_C WNP018_D WNP018_E WNP018_F
Resultatentabel Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp LAeq totaalresultaten voor toetspunten Rijnburgerweg Nee
Hoogte 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
Dag 13.38 13.95 14.97 13.70 15.37
Avond 9.08 9.65 10.67 9.39 11.07
Nacht 3.38 3.95 4.97 3.70 5.37
Lden 13.50 14.07 15.09 13.82 15.49
16.50
18.31
14.01
8.31
18.43
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:32:10 PM
Sportlaan excl. correctie ex artikel 110g Wgh Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt WNP 019_A WNP 019_B WNP 019_C WNP 019_D WNP 019_E
Resultatentabel Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp LAeq totaalresultaten voor toetspunten Sportlaan Nee
Hoogte 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
Dag 15.69 16.17 16.34 ---
Avond 10.83 11.23 11.37 ---
Nacht 5.42 5.87 6.02 ---
Lden 15.63 16.08 16.24 ---
WNP WNP WNP WNP WNP
019_F 020_A 020_B 020_C 020_D
16.50 1.50 4.50 7.50 10.50
-14.85 15.48 15.65 --
-9.95 10.45 10.57 --
-4.56 5.13 5.27 --
-14.77 15.36 15.51 --
WNP WNP WNP WNP WNP
020_E 020_F 021_A 021_B 021_C
13.50 16.50 1.50 4.50 7.50
--45.17 46.00 45.85
--40.18 40.99 40.85
--34.84 35.66 35.51
--45.06 45.89 45.74
WNP WNP WNP WNP WNP
021_D 021_E 021_F 022_A 022_B
10.50 13.50 16.50 1.50 4.50
45.62 45.32 44.98 17.05 18.73
40.61 40.31 39.98 12.17 13.74
35.28 34.98 34.64 6.77 8.40
45.51 45.21 44.87 16.98 18.62
WNP 022_C WNP 022_D WNP 022_E WNP 022_F WNP001_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
20.64 16.43 16.84 17.22 20.40
15.65 11.41 11.79 12.14 15.52
10.30 6.09 6.49 6.85 10.13
20.53 16.32 16.72 17.09 20.33
WNP001_B WNP001_C WNP001_D WNP002_A WNP002_B
4.50 7.50 10.50 1.50 4.50
20.64 22.15 -15.40 17.35
15.66 17.19 -10.49 12.34
10.32 11.83 -5.11 7.01
20.54 22.05 -15.32 17.24
WNP002_C WNP002_D WNP003_A WNP003_B WNP003_C
7.50 10.50 1.50 4.50 7.50
20.52 15.67 17.69 19.11 21.13
15.54 10.64 12.82 14.15 16.18
10.20 5.33 7.42 8.79 10.82
20.42 15.55 17.62 19.01 21.04
WNP003_D WNP004_A WNP004_B WNP004_C WNP004_D
10.50 1.50 4.50 7.50 10.50
17.03 47.01 47.95 48.00 47.80
12.06 42.05 42.98 43.03 42.83
6.71 36.69 37.63 37.68 37.48
16.93 46.91 47.85 47.90 47.70
WNP005_A WNP005_B WNP005_C WNP005_D WNP006_A
1.50 4.50 7.50 10.50 1.50
23.61 24.27 25.36 -24.75
18.84 19.46 20.54 -19.93
13.38 14.02 15.11 -14.51
23.57 24.22 25.31 -24.70
WNP006_B WNP006_C WNP006_D WNP007_A WNP007_B
4.50 7.50 10.50 1.50 4.50
26.23 29.30 19.41 14.27 15.02
21.30 24.39 14.55 9.42 10.01
15.93 19.01 9.14 4.01 4.68
26.14 29.22 19.35 14.21 14.91
WNP007_C WNP007_D WNP007_E WNP007_F WNP008_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
15.23 ---12.45
10.17 ---7.51
4.86 ---2.15
15.10 ---12.36
WNP008_B WNP008_C
4.50 7.50
12.98 13.11
7.91 8.01
2.61 2.72
12.85 12.97
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:31:45 PM
Sportlaan excl. correctie ex artikel 110g Wgh Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt WNP008_D WNP008_E WNP008_F WNP009_A WNP009_B
Resultatentabel Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp LAeq totaalresultaten voor toetspunten Sportlaan Nee
Hoogte 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50
Dag ---20.11 20.63
Avond ---15.25 15.68
Nacht ---9.84 10.32
Lden ---20.05 20.54
WNP009_C WNP009_D WNP009_E WNP009_F WNP010_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
20.79 -11.22 --35.58
15.81 -16.37 --30.63
10.47 -21.62 --25.27
20.69 -11.37 --35.49
WNP010_B WNP010_C WNP010_D WNP010_E WNP010_F
4.50 7.50 10.50 13.50 16.50
37.34 37.87 37.77 37.70 37.60
32.38 32.90 32.80 32.72 32.63
27.02 27.55 27.45 27.37 27.28
37.24 37.77 37.67 37.60 37.50
WNP011_A WNP011_B WNP011_C WNP011_D WNP011_E
1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
49.50 49.99 49.84 49.56 49.20
44.54 45.02 44.87 44.58 44.22
39.18 39.67 39.52 39.24 38.88
49.40 49.89 49.74 49.46 49.10
WNP011_F WNP012_A WNP012_B WNP012_C WNP012_D
16.50 1.50 4.50 7.50 10.50
48.77 49.04 49.62 49.53 49.28
43.79 44.07 44.63 44.54 44.29
38.45 38.71 39.29 39.20 38.96
48.67 48.94 49.51 49.42 49.18
WNP012_E WNP012_F WNP013_A WNP013_B WNP013_C
13.50 16.50 1.50 4.50 7.50
48.91 48.54 20.75 21.14 21.29
43.93 43.56 15.85 16.17 16.30
38.59 38.21 10.46 10.82 10.95
48.81 48.44 20.67 21.04 21.18
WNP013_D WNP013_E WNP013_F WNP014_A WNP014_B
10.50 13.50 16.50 1.50 4.50
12.41 --42.65 44.11
7.50 --37.66 39.11
2.11 --32.32 33.77
12.33 --42.54 44.00
WNP014_C WNP014_D WNP014_E WNP014_F WNP015_A
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50
44.04 43.88 43.70 43.48 48.82
39.04 38.88 38.70 38.48 43.84
33.70 33.54 33.36 33.14 38.49
43.93 43.77 43.59 43.37 48.72
WNP015_B WNP015_C WNP015_D WNP015_E WNP015_F
4.50 7.50 10.50 13.50 16.50
48.93 48.55 48.03 47.43 46.82
43.94 43.55 43.03 42.43 41.82
38.60 38.22 37.70 37.10 36.48
48.82 48.44 47.92 47.32 46.71
WNP016_A WNP016_B WNP016_C WNP016_D WNP016_E
1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
53.46 53.37 52.76 52.00 51.23
48.49 48.39 47.78 47.02 46.24
43.14 43.05 42.43 41.67 40.90
53.36 53.27 52.66 51.90 51.12
WNP016_F WNP017_A WNP017_B WNP017_C WNP017_D
16.50 1.50 4.50 7.50 10.50
50.48 53.25 53.23 52.68 51.97
45.50 48.28 48.25 47.70 46.99
40.15 42.93 42.91 42.35 41.65
50.38 53.15 53.13 52.58 51.87
WNP017_E WNP017_F
13.50 16.50
51.24 50.51
46.26 45.54
40.92 40.20
51.14 50.41
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:31:45 PM
Sportlaan excl. correctie ex artikel 110g Wgh Rapport: Model: Groep: Groepsreductie: Naam Toetspunt WNP018_A WNP018_B WNP018_C WNP018_D WNP018_E WNP018_F
Resultatentabel Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp LAeq totaalresultaten voor toetspunten Sportlaan Nee
Hoogte 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50
Dag 49.45 49.99 49.85 49.56 49.19
Avond 44.49 45.01 44.88 44.58 44.22
Nacht 39.14 39.67 39.53 39.24 38.88
Lden 49.36 49.89 49.75 49.46 49.09
16.50
48.76
43.79
38.44
48.66
Alle getoonde dB-waarden zijn A-gewogen
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:31:45 PM
Bijlage 4
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Geomilieu geluidscontourkaarten
1
203.13399.00
Bijlage 5
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Geomilieu geluidscontourkaarten cumulatie
1
203.13399.00
Bijlage 6
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Geluidsreducerend asfalt
1
203.13399.00
Naam WNP 019_A WNP 019_B WNP 019_C WNP 019_D WNP 019_E WNP 019_F WNP 020_A WNP 020_B WNP 020_C WNP 020_D WNP 020_E WNP 020_F WNP 021_A WNP 021_B WNP 021_C WNP 021_D WNP 021_E WNP 021_F WNP 022_A WNP 022_B WNP 022_C WNP 022_D WNP 022_E WNP 022_F WNP001_A WNP001_B WNP001_C WNP001_D WNP002_A WNP002_B WNP002_C WNP002_D WNP003_A WNP003_B WNP003_C WNP003_D WNP004_A WNP004_B WNP004_C WNP004_D WNP005_A WNP005_B WNP005_C WNP005_D WNP006_A WNP006_B WNP006_C WNP006_D
Hoogte 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 1.50 4.50 7.50 10.50 1.50 4.50 7.50 10.50 1.50 4.50 7.50 10.50 1.50 4.50 7.50 10.50 1.50 4.50 7.50 10.50
Dunne deklagen B ZOAB DAB Lden Lden Lden 53,23 55,07 56,53 54,85 56,57 57,96 55,13 56,77 58,12 55,19 56,79 58,13 55,15 56,71 58,01 55,01 56,53 57,81 50,04 51,41 52,57 51,96 53,31 54,47 52,70 53,98 55,09 52,93 54,18 55,28 53,05 54,27 55,34 51,90 53,15 54,24 56,52 58,36 59,83 57,67 59,41 60,82 57,70 59,41 60,80 57,62 59,29 60,66 57,44 59,08 60,43 57,22 58,83 60,15 49,78 51,04 52,12 51,64 52,86 53,92 52,59 53,80 54,86 52,80 53,99 55,05 52,89 54,08 55,13 52,94 54,13 55,18 46,84 47,42 47,98 48,66 49,23 49,77 50,08 50,65 51,22 50,12 50,70 51,28 49,91 51,15 52,21 51,85 53,02 54,06 52,69 53,89 54,95 52,96 54,13 55,18 49,63 50,89 51,96 51,44 52,67 53,73 52,45 53,65 54,70 52,63 53,82 54,87 39,87 40,66 41,41 39,80 40,54 41,26 40,39 41,12 41,83 41,20 41,90 42,60 33,66 34,49 35,10 35,37 36,05 36,62 38,13 38,67 39,18 31,34 31,42 31,51 36,15 37,20 37,89 37,47 38,41 39,09 39,48 40,37 41,13 35,04 35,33 35,63
‐3,30 ‐3,11 ‐2,99 ‐2,94 ‐2,86 ‐2,80 ‐2,53 ‐2,51 ‐2,39 ‐2,35 ‐2,29 ‐2,34 ‐3,31 ‐3,15 ‐3,10 ‐3,04 ‐2,99 ‐2,93 ‐2,34 ‐2,28 ‐2,27 ‐2,25 ‐2,24 ‐2,24 ‐1,14 ‐1,11 ‐1,14 ‐1,16 ‐2,30 ‐2,21 ‐2,26 ‐2,22 ‐2,33 ‐2,29 ‐2,25 ‐2,24 ‐1,54 ‐1,46 ‐1,44 ‐1,40 ‐1,44 ‐1,25 ‐1,05 ‐0,17 ‐1,74 ‐1,62 ‐1,65 ‐0,59
‐1,46 ‐1,39 ‐1,35 ‐1,34 ‐1,30 ‐1,28 ‐1,16 ‐1,16 ‐1,11 ‐1,10 ‐1,07 ‐1,09 ‐1,47 ‐1,41 ‐1,39 ‐1,37 ‐1,35 ‐1,32 ‐1,08 ‐1,06 ‐1,06 ‐1,06 ‐1,05 ‐1,05 ‐0,56 ‐0,54 ‐0,57 ‐0,58 ‐1,06 ‐1,04 ‐1,06 ‐1,05 ‐1,07 ‐1,06 ‐1,05 ‐1,05 ‐0,75 ‐0,72 ‐0,71 ‐0,70 ‐0,61 ‐0,57 ‐0,51 ‐0,09 ‐0,69 ‐0,68 ‐0,76 ‐0,30
WNP007_A WNP007_B WNP007_C WNP007_D WNP007_E WNP007_F WNP008_A WNP008_B WNP008_C WNP008_D WNP008_E WNP008_F WNP009_A WNP009_B WNP009_C WNP009_D WNP009_E WNP009_F WNP010_A WNP010_B WNP010_C WNP010_D WNP010_E WNP010_F WNP011_A WNP011_B WNP011_C WNP011_D WNP011_E WNP011_F WNP012_A WNP012_B WNP012_C WNP012_D WNP012_E WNP012_F WNP013_A WNP013_B WNP013_C WNP013_D WNP013_E WNP013_F WNP014_A WNP014_B WNP014_C WNP014_D WNP014_E WNP014_F WNP015_A WNP015_B
1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50
49,96 51,80 52,67 52,87 52,93 51,66 51,50 53,41 53,86 54,00 54,07 54,04 57,78 58,34 58,27 58,00 57,63 57,25 58,34 58,89 58,81 58,51 58,17 57,78 29,10 29,44 29,78 23,23 23,50 23,79 37,66 37,94 38,59 39,69 40,65 41,45 58,33 58,91 58,87 58,65 58,36 58,01 58,09 58,69 58,64 58,44 58,16 57,83 55,22 56,78
51,21 53,02 53,85 54,04 54,05 52,79 53,00 54,86 55,24 55,35 55,38 55,32 60,00 60,40 60,27 59,94 59,52 59,09 60,65 61,09 60,94 60,61 60,21 59,78 29,18 29,53 29,88 23,79 24,09 24,38 39,13 39,23 39,88 40,87 41,76 42,46 60,66 61,18 61,08 60,84 60,52 60,15 60,17 60,63 60,53 60,30 59,97 59,60 56,74 58,23
52,28 54,08 54,89 55,08 55,05 53,79 54,23 56,07 56,40 56,51 56,52 56,42 61,65 61,97 61,80 61,46 61,01 60,53 62,33 62,73 62,55 62,19 61,78 61,32 29,26 29,62 29,99 24,28 24,58 24,85 40,35 40,36 41,01 41,93 42,77 43,39 62,36 62,86 62,74 62,48 62,15 61,76 61,74 62,14 62,03 61,77 61,41 61,02 58,02 59,48
‐2,32 ‐2,28 ‐2,22 ‐2,21 ‐2,12 ‐2,13 ‐2,73 ‐2,66 ‐2,54 ‐2,51 ‐2,45 ‐2,38 ‐3,87 ‐3,63 ‐3,53 ‐3,46 ‐3,38 ‐3,28 ‐3,99 ‐3,84 ‐3,74 ‐3,68 ‐3,61 ‐3,54 ‐0,16 ‐0,18 ‐0,21 ‐1,05 ‐1,08 ‐1,06 ‐2,69 ‐2,42 ‐2,42 ‐2,24 ‐2,12 ‐1,94 ‐4,03 ‐3,95 ‐3,87 ‐3,83 ‐3,79 ‐3,75 ‐3,65 ‐3,45 ‐3,39 ‐3,33 ‐3,25 ‐3,19 ‐2,80 ‐2,70
‐1,07 ‐1,06 ‐1,04 ‐1,04 ‐1,00 ‐1,00 ‐1,23 ‐1,21 ‐1,16 ‐1,16 ‐1,14 ‐1,10 ‐1,65 ‐1,57 ‐1,53 ‐1,52 ‐1,49 ‐1,44 ‐1,68 ‐1,64 ‐1,61 ‐1,58 ‐1,57 ‐1,54 ‐0,08 ‐0,09 ‐0,11 ‐0,49 ‐0,49 ‐0,47 ‐1,22 ‐1,13 ‐1,13 ‐1,06 ‐1,01 ‐0,93 ‐1,70 ‐1,68 ‐1,66 ‐1,64 ‐1,63 ‐1,61 ‐1,57 ‐1,51 ‐1,50 ‐1,47 ‐1,44 ‐1,42 ‐1,28 ‐1,25
WNP015_C WNP015_D WNP015_E WNP015_F WNP016_A WNP016_B WNP016_C WNP016_D WNP016_E WNP016_F WNP017_A WNP017_B WNP017_C WNP017_D WNP017_E WNP017_F WNP018_A WNP018_B WNP018_C WNP018_D WNP018_E WNP018_F
7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50
56,87 56,85 56,75 56,61 47,16 48,69 49,54 49,84 50,05 50,23 45,37 46,65 47,81 48,21 48,49 48,71 30,65 30,93 31,18 22,26 23,97 30,20
58,30 58,25 58,13 57,96 47,80 49,30 50,18 50,49 50,67 50,82 46,00 47,26 48,40 48,83 49,08 49,27 30,76 31,03 31,30 23,25 24,85 30,99
59,52 59,46 59,32 59,14 48,42 49,90 50,82 51,14 51,30 51,41 46,62 47,86 49,00 49,45 49,67 49,84 30,84 31,11 31,39 23,78 25,30 31,54
‐2,65 ‐2,61 ‐2,57 ‐2,53 ‐1,26 ‐1,21 ‐1,28 ‐1,30 ‐1,25 ‐1,18 ‐1,25 ‐1,21 ‐1,19 ‐1,24 ‐1,18 ‐1,13 ‐0,19 ‐0,18 ‐0,21 ‐1,52 ‐1,33 ‐1,34
‐1,22 ‐1,21 ‐1,19 ‐1,18 ‐0,62 ‐0,60 ‐0,64 ‐0,65 ‐0,63 ‐0,59 ‐0,62 ‐0,60 ‐0,60 ‐0,62 ‐0,59 ‐0,57 ‐0,08 ‐0,08 ‐0,09 ‐0,53 ‐0,45 ‐0,55
‐4,03
‐1,70
Bijlage 7
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Gecumuleerde geluidsbelasting
1
203.13399.00
Naam WNP 019_A WNP 019_B WNP 019_C WNP 019_D WNP 019_E WNP 019_F WNP 020_A WNP 020_B WNP 020_C WNP 020_D WNP 020_E WNP 020_F WNP 021_A WNP 021_B WNP 021_C WNP 021_D WNP 021_E WNP 021_F WNP007_A WNP007_B WNP007_C WNP007_D WNP007_E WNP007_F WNP008_A WNP008_B WNP008_C WNP008_D WNP008_E WNP008_F WNP009_A WNP009_B WNP009_C WNP009_D WNP009_E WNP009_F WNP010_A WNP010_B WNP010_C WNP010_D WNP010_E WNP010_F WNP013_A WNP013_B WNP013_C WNP013_D WNP013_E WNP013_F WNP014_A WNP014_B WNP014_C WNP014_D WNP014_E WNP014_F WNP015_A WNP015_B WNP015_C WNP015_D WNP015_E WNP015_F WNP016_B WNP016_C WNP016_D WNP016_E WNP016_F WNP017_C WNP017_D WNP017_E WNP017_F
Hoogte 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 1.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 4.50 7.50 10.50 13.50 16.50 7.50 10.50 13.50 16.50
Lden LeidseVaart Lden Sportlaan Lden Herenstraat Lden Rijnsburgerweg Lden Prof.Nolenslaan Lcum 61,53 15,63 47,73 44,54 16,65 61,79 62,96 16,08 49,48 45,84 17,46 63,23 63,12 16,24 50,38 46,87 18,71 63,45 63,13 ‐‐ 50,64 47,18 19,29 63,47 63,01 ‐‐ 50,74 47,34 20,10 63,37 62,81 ‐‐ 50,66 46,93 21,15 63,17 57,57 14,77 47,72 43,71 14,52 58,16 59,47 15,36 49,51 44,82 15,93 60,02 60,09 15,51 50,49 45,85 18,42 60,69 60,28 ‐‐ 50,56 46,28 20,40 60,87 60,34 ‐‐ 50,58 45,96 21,81 60,92 59,24 ‐‐ 50,54 45,04 24,73 59,93 64,83 45,06 23,52 41,96 ‐‐ 64,90 65,82 45,89 23,89 42,91 ‐‐ 65,89 65,80 45,74 24,06 43,82 ‐‐ 65,87 65,66 45,51 24,23 44,46 ‐‐ 65,73 65,43 45,21 24,56 44,63 ‐‐ 65,50 65,15 44,87 ‐‐ 44,72 ‐‐ 65,23 57,28 14,21 47,56 43,46 14,77 57,88 59,08 14,91 49,37 44,56 16,16 59,66 59,89 15,10 50,34 45,47 18,70 60,48 60,08 ‐‐ 50,42 46,02 21,41 60,68 60,05 ‐‐ 50,49 44,89 22,75 60,63 58,79 ‐‐ 50,12 44,48 26,31 59,48 59,23 12,36 48,02 43,98 15,63 59,67 61,07 12,85 49,79 45,17 16,70 61,48 61,40 12,97 50,69 46,33 18,66 61,88 61,51 ‐‐ 50,84 46,85 20,05 62,00 61,52 ‐‐ 50,84 46,73 21,09 62,00 61,42 ‐‐ 50,89 45,82 23,78 61,90 66,65 20,05 47,05 45,21 15,60 66,72 66,97 20,54 48,71 46,61 16,36 67,07 66,80 20,69 49,63 47,60 17,72 66,93 66,46 ‐11,37 49,96 47,73 18,92 66,61 66,01 ‐‐ 50,04 47,84 17,98 66,18 65,53 ‐‐ 50,02 47,77 19,39 65,72 67,33 35,49 28,52 44,63 ‐‐ 67,35 67,73 37,24 29,04 45,94 ‐‐ 67,76 67,55 37,77 29,24 47,00 ‐‐ 67,59 67,19 37,67 29,47 47,30 ‐‐ 67,25 66,78 37,60 29,82 47,37 ‐‐ 66,83 66,32 37,50 ‐‐ 47,37 ‐‐ 66,37 67,36 20,67 39,51 45,12 7,30 67,39 67,86 21,04 40,99 46,27 7,76 67,90 67,74 21,18 42,20 47,30 8,95 67,79 67,48 12,33 42,21 47,75 10,56 67,54 67,15 ‐‐ 42,26 47,88 13,34 67,21 66,76 ‐‐ 42,29 47,92 16,15 66,84 66,74 42,54 23,64 42,56 ‐‐ 66,78 67,14 44,00 24,05 43,65 ‐‐ 67,18 67,03 43,93 24,25 44,62 ‐‐ 67,07 66,77 43,77 24,47 45,09 ‐‐ 66,81 66,41 43,59 24,81 45,23 ‐‐ 66,47 66,02 43,37 ‐‐ 45,28 ‐‐ 66,08 63,02 48,72 23,38 41,25 ‐‐ 63,20 64,48 48,82 23,72 42,09 ‐‐ 64,62 64,52 48,44 23,85 42,89 ‐‐ 64,66 64,46 47,92 23,97 43,69 ‐‐ 64,59 64,32 47,32 24,28 43,91 ‐‐ 64,44 64,14 46,71 ‐‐ 44,01 ‐‐ 64,26 54,90 53,27 ‐‐ ‐‐ 21,99 57,17 55,82 52,66 ‐‐ ‐‐ 22,71 57,53 56,14 51,90 ‐‐ ‐‐ 23,43 57,52 56,30 51,12 ‐‐ ‐‐ 24,15 57,45 56,41 50,38 ‐‐ ‐‐ 24,32 57,38 54,00 52,58 ‐‐ ‐‐ 23,38 56,36 54,45 51,87 ‐‐ ‐‐ 24,17 56,36 54,67 51,14 ‐‐ ‐‐ 24,77 56,27 54,84 50,41 ‐‐ ‐‐ 24,79 56,18
0,26 0,27 0,33 0,34 0,36 0,36 0,59 0,55 0,60 0,59 0,58 0,69 0,07 0,07 0,07 0,07 0,07 0,08 0,60 0,58 0,59 0,60 0,58 0,69 0,44 0,41 0,48 0,49 0,48 0,48 0,07 0,10 0,13 0,15 0,17 0,19 0,02 0,03 0,04 0,06 0,05 0,05 0,03 0,04 0,05 0,06 0,06 0,08 0,04 0,04 0,04 0,04 0,06 0,06 0,18 0,14 0,14 0,13 0,12 0,12 2,27 1,71 1,38 1,15 0,97 2,36 1,91 1,60 1,34
Bijlage 8
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
Invoergegevens akoestisch onderzoek
1
203.13399.00
bodemgebieden Model: Groep:
Naam water water bodem bodem water bodem water
Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp (hoofdgroep) Lijst van Bodemgebieden, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006 Omschr.
Bf 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:43:47 PM
gebouw Model: Groep:
Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
Naam gebouw2 gebouw3 gebouw1 woning woning
Omschr.
Hoogte 18.00 12.00 30.00 6.00 6.00
Maaiveld 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
Cp dB dB dB dB dB
Zwevend False False False False False
Refl. 63 0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Refl. 125 0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Refl. 250 0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Refl. 500 0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Refl. 1k 0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
woning woning woning woning woning
6.00 6.00 6.00 6.00 6.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
woning woning woning woning woning
6.00 6.00 6.00 6.00 6.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
woning woning woning woning woning
6.00 6.00 6.00 6.00 6.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
woning woning woning woning woning
6.00 6.00 6.00 6.00 6.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
woning woning woning woning woning
6.00 6.00 6.00 6.00 6.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
woning woning woning woning woning
6.00 6.00 6.00 6.00 6.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
woning woning woning woning woning
6.00 6.00 6.00 6.00 6.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
0 0 0 0 0
dB dB dB dB dB
False False False False False
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
woning woning
6.00 6.00
0.00 0.00
Relatief Relatief
0 dB 0 dB
False False
0.80 0.80
0.80 0.80
0.80 0.80
0.80 0.80
0.80 0.80
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:43:58 PM
gebouw Model: Groep:
Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp (hoofdgroep) Lijst van Gebouwen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
Naam gebouw2 gebouw3 gebouw1 woning woning
Refl. 2k 0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Refl. 4k 0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
Refl. 8k 0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
woning woning woning woning woning
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
woning woning woning woning woning
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
woning woning woning woning woning
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
woning woning woning woning woning
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
woning woning woning woning woning
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
woning woning woning woning woning
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
woning woning woning woning woning
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
0.80 0.80 0.80 0.80 0.80
woning woning
0.80 0.80
0.80 0.80
0.80 0.80
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:43:58 PM
rijlijn Model: Groep:
Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
Naam Sportlaan Herenstraa Herenstraa Rijnburger Leidsevaar Leidsevrt Leidsevaar Leidsevaar Leidsevrt Prof. Nole
Omschr.
Prof. Nolenslaan
Geomilieu V1.40
ISO H 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
ISO M 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Invoertype Verdeling Verdeling Verdeling Verdeling Verdeling
Hbron 0.75 0.75 0.75 0.75 0.75
Helling 0 0 0 0 0
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Verdeling Verdeling Verdeling Verdeling Verdeling
0.75 0.75 0.75 0.75 0.75
0 0 0 0 0
Wegdek W0 W0 W0 W4 W0 W0 W0 W0 W0 W49a
V(MR) --30 ---
V(LV) 30 30 30 30 50
V(MV) 30 30 30 30 50
------
50 60 50 50 30
50 60 50 50 30
7/9/2010 3:44:14 PM
rijlijn Model: Groep:
Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
Naam Sportlaan Herenstraa Herenstraa Rijnburger Leidsevaar
V(ZV) 30 30 30 30 50
Totaal aantal 1000.00 8290.00 6010.00 2340.00 19600.00
%Int.(D) 7.00 7.00 7.00 7.00 6.70
%Int.(A) 2.60 2.60 2.60 2.60 2.70
%Int.(N) 0.70 0.70 0.70 0.70 1.10
%Int.(P4) ------
%MR(D) ------
%MR(A) ------
%MR(N) ------
%MR(P4) ------
%LV(D) 94.00 86.50 93.70 72.45 86.60
Leidsevrt Leidsevaar Leidsevaar Leidsevrt Prof. Nole
50 60 50 50 30
20710.00 20690.00 20690.00 18710.00 500.00
6.70 6.70 6.70 6.70 6.54
2.70 2.70 2.70 2.70 3.76
1.10 1.10 1.10 1.10 0.81
------
------
------
------
------
85.35 85.35 85.35 86.60 94.59
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:44:14 PM
rijlijn Model: Groep:
Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
Naam Sportlaan Herenstraa Herenstraa Rijnburger Leidsevaar
%LV(A) 98.00 86.50 93.70 72.45 86.60
%LV(N) 96.00 86.50 93.72 72.45 86.60
%LV(P4) ------
%MV(D) 5.70 9.60 4.10 14.00 8.35
%MV(A) 1.90 9.60 4.10 14.00 8.35
%MV(N) 3.80 9.60 4.10 14.00 8.35
%MV(P4) ------
%ZV(D) 0.30 3.90 2.20 13.55 5.05
%ZV(A) 0.10 3.90 2.20 13.55 5.05
%ZV(N) 0.20 3.90 2.20 13.55 5.05
%ZV(P4) ------
MR(D) ------
MR(A) ------
Leidsevrt Leidsevaar Leidsevaar Leidsevrt Prof. Nole
85.35 85.35 85.35 86.60 94.59
85.35 85.35 85.35 86.60 94.59
------
8.85 8.85 8.85 8.35 4.76
8.85 8.85 8.85 8.35 4.76
8.85 8.85 8.85 8.35 4.76
------
5.80 5.80 5.80 5.05 0.65
5.80 5.80 5.80 5.05 0.65
5.80 5.80 5.80 5.05 0.65
------
------
------
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:44:14 PM
rijlijn Model: Groep:
Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
Naam Sportlaan Herenstraa Herenstraa Rijnburger Leidsevaar
MR(N) ------
MR(P4) ------
LV(D) 65.80 501.96 394.20 118.67 1137.23
LV(A) 25.48 186.44 146.42 44.08 458.29
LV(N) 6.72 50.20 39.43 11.87 186.71
LV(P4) ------
MV(D) 3.99 55.71 17.25 22.93 109.65
MV(A) 0.49 20.69 6.41 8.52 44.19
MV(N) 0.27 5.57 1.72 2.29 18.00
MV(P4) ------
ZV(D) 0.21 22.63 9.26 22.19 66.32
Leidsevrt Leidsevaar Leidsevaar Leidsevrt Prof. Nole
------
------
1184.29 1183.15 1183.15 1085.59 30.93
477.25 476.79 476.79 437.48 17.78
194.44 194.25 194.25 178.23 3.83
------
122.80 122.68 122.68 104.67 1.56
49.49 49.44 49.44 42.18 0.89
20.16 20.14 20.14 17.19 0.19
------
80.48 80.40 80.40 63.31 0.21
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:44:14 PM
rijlijn Model: Groep:
Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
Naam Sportlaan Herenstraa Herenstraa Rijnburger Leidsevaar
ZV(A) 0.03 8.41 3.44 8.24 26.72
ZV(N) 0.01 2.26 0.93 2.22 10.89
ZV(P4) ------
LE (D) 63 78.97 88.83 86.82 84.01 90.48
LE (D) 125 80.04 91.48 88.29 84.27 96.88
LE (D) 250 88.62 100.92 96.72 95.70 103.72
LE (D) 500 87.87 99.36 96.56 97.32 106.55
LE (D) 1k 94.02 104.37 102.16 100.99 111.29
LE (D) 2k 93.63 103.67 101.62 100.10 109.56
Leidsevrt Leidsevaar Leidsevaar Leidsevrt Prof. Nole
32.43 32.40 32.40 25.51 0.12
13.21 13.20 13.20 10.39 0.03
------
90.87 90.25 90.87 90.28 80.86
97.34 98.01 97.34 96.68 77.79
104.25 104.21 104.24 103.52 86.93
107.07 108.25 107.07 106.35 88.21
111.68 112.83 111.67 111.09 93.32
109.90 110.71 109.89 109.36 90.11
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:44:14 PM
rijlijn Model: Groep:
Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
Naam Sportlaan Herenstraa Herenstraa Rijnburger Leidsevaar
LE (D) 4k 85.99 96.48 94.12 93.94 102.08
LE (D) 8k 81.73 92.91 89.87 92.12 95.10
LE (A) 63 74.29 84.53 82.52 79.71 86.53
LE (A) 125 74.33 87.17 83.99 79.97 92.94
LE (A) 250 81.07 96.62 92.42 91.40 99.78
LE (A) 500 82.74 95.06 92.26 93.02 102.60
LE (A) 1k 89.29 100.07 97.86 96.69 107.35
LE (A) 2k 88.98 99.37 97.32 95.80 105.62
LE (A) 4k 81.13 92.18 89.82 89.64 98.13
Leidsevrt Leidsevaar Leidsevaar Leidsevrt Prof. Nole
102.46 103.17 102.45 101.88 82.70
95.52 95.11 95.52 94.90 78.99
86.93 86.31 86.92 86.33 78.46
93.40 94.07 93.39 92.74 75.39
100.30 100.27 100.30 99.57 84.52
103.13 104.31 103.12 102.40 85.81
107.73 108.88 107.72 107.15 90.92
105.95 106.77 105.94 105.41 87.71
98.51 99.22 98.51 97.93 80.30
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:44:14 PM
rijlijn Model: Groep:
Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
Naam Sportlaan Herenstraa Herenstraa Rijnburger Leidsevaar
LE (A) 8k 76.18 88.60 85.57 87.82 91.16
LE (N) 63 68.79 78.83 76.82 74.01 82.63
LE (N) 125 69.39 81.48 78.30 74.27 89.04
LE (N) 250 77.29 90.92 86.72 85.70 95.88
LE (N) 500 77.48 89.36 86.57 87.32 98.70
LE (N) 1k 83.81 94.37 92.16 90.99 103.45
LE (N) 2k 83.46 93.67 91.62 90.10 101.72
LE (N) 4k 75.72 86.48 84.12 83.94 94.24
LE (N) 8k 71.15 82.91 79.87 82.12 87.26
Leidsevrt Leidsevaar Leidsevaar Leidsevrt Prof. Nole
91.58 91.16 91.57 90.95 76.59
83.03 82.41 83.02 82.43 71.79
89.50 90.17 89.49 88.84 68.72
96.40 96.37 96.40 95.67 77.86
99.23 100.41 99.22 98.50 79.14
103.83 104.98 103.82 103.25 84.25
102.05 102.87 102.05 101.51 81.04
94.61 95.32 94.61 94.03 73.63
87.68 87.26 87.67 87.06 69.92
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:44:14 PM
rijlijn Model: Groep:
Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp (hoofdgroep) Lijst van Wegen, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
Naam Sportlaan Herenstraa Herenstraa Rijnburger Leidsevaar
LE (P4) 63 ------
LE (P4) 125 ------
LE (P4) 250 ------
LE (P4) 500 ------
LE (P4) 1k ------
LE (P4) 2k ------
LE (P4) 4k ------
LE (P4) 8k ------
Leidsevrt Leidsevaar Leidsevaar Leidsevrt Prof. Nole
------
------
------
------
------
------
------
------
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:44:14 PM
waarneempunten Model: Groep:
Overbosch toren 6 lagen (18 m) voor bp (hoofdgroep) Lijst van Toetspunten, voor rekenmethode Wegverkeerslawaai - RMW-2006
Naam WNP001 WNP002 WNP003 WNP004 WNP005
Omschr.
Maaiveld 0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
HDef. Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
Hoogte A 1.50 1.50 1.50 1.50 1.50
Hoogte B 4.50 4.50 4.50 4.50 4.50
Hoogte C 7.50 7.50 7.50 7.50 7.50
Hoogte D 10.50 10.50 10.50 10.50 10.50
Hoogte E ------
Hoogte F ------
Gevel Ja Ja Ja Ja Ja
WNP006 WNP007 WNP008 WNP009 WNP010
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
1.50 1.50 1.50 1.50 1.50
4.50 4.50 4.50 4.50 4.50
7.50 7.50 7.50 7.50 7.50
10.50 10.50 10.50 10.50 10.50
-13.50 13.50 13.50 13.50
-16.50 16.50 16.50 16.50
Ja Ja Ja Ja Ja
WNP011 WNP012 WNP014 WNP015 WNP016
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
1.50 1.50 1.50 1.50 1.50
4.50 4.50 4.50 4.50 4.50
7.50 7.50 7.50 7.50 7.50
10.50 10.50 10.50 10.50 10.50
13.50 13.50 13.50 13.50 13.50
16.50 16.50 16.50 16.50 16.50
Ja Ja Ja Ja Ja
WNP017 WNP018 WNP013 WNP 019 WNP 020
0.00 0.00 0.00 0.00 0.00
Relatief Relatief Relatief Relatief Relatief
1.50 1.50 1.50 1.50 1.50
4.50 4.50 4.50 4.50 4.50
7.50 7.50 7.50 7.50 7.50
10.50 10.50 10.50 10.50 10.50
13.50 13.50 13.50 13.50 13.50
16.50 16.50 16.50 16.50 16.50
Ja Ja Ja Ja Ja
WNP 021 WNP 022
0.00 0.00
Relatief Relatief
1.50 1.50
4.50 4.50
7.50 7.50
10.50 10.50
13.50 13.50
16.50 16.50
Ja Ja
Geomilieu V1.40
7/9/2010 3:44:27 PM
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Bijlage 5
70
Inspraak- en overlegnota
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
INSPRAAK- EN VOOROVERLEGNOTA bestemmingsplan “Dorp Voorhout”
Afdeling Ruimte Oktober 2010
1
Inspraak- en vooroverlegnota
Voorontwerp bestemmingsplan Dorp Voorhout
Afdeling Ruimte, Gemeente Teylingen 11 oktober 2010 Inhoud: 1 INSPRAAKREACTIES Overzicht inspraakreacties Samenvatting en beantwoording inspraakreactie 2 VOOROVERLEGREACTIES Samenvatting en beantwoording vooroverlegreacties 3 OVERZICHT AANPASSINGEN BESTEMMINGSPLAN Bijlage: Verslag overleg omwonenden Park Overbosch 1 INSPRAAKREACTIES Inleiding De gemeente Teylingen werkt aan een nieuw bestemmingsplan “Dorp Voorhout”. Dit nieuwe bestemmingsplan vervangt verschillende gedateerde bestemmingsplannen. Het nieuwe bestemmingsplan zorgt voor een eenduidig, actueel en overzichtelijk planologisch regime. Naast verschillende wijzigingsbevoegdheden opgenomen voor nieuwbouwontwikkelingen in de Herenstraat wordt een uitbreiding van het seniorencomplex “Park Overbosch”, hoek Herenstraat/ Leidsevaart in het bestemmingsplan mogelijk gemaakt. Het voorontwerp bestemmingsplan “Dorp Voorhout” heeft van 21 mei tot en met 1 juli 2010 ter inzage gelegen. In die periode kon iedereen een inspraakreactie op het plan indienen. Op 18 mei 2010 is tijdens de inloopavond het voorontwerpplan getoond. Tijdens deze avond was het eveneens mogelijk een inspraakreactie in te dienen.
Overzicht van reacties Van de onderstaande (rechts)personen is een inspraakreacties ontvangen. De beantwoording van de reacties is na de tabel opgenomen. De ontvangen reacties over het bestemmingsplan bevatten tevens veel loftuitingen over de reconstructie van de Herenstraat. Omdat deze positieve reacties geen gevolgen heeft voor het bestemmingsplan, en om het overzicht overzichtelijk te houden zijn deze niet in het onderstaande overzicht opgenomen.
Overleg omwonenden Park Overbosch Verschillende reacties, ingediend door omwonenden, hebben betrekking op de nieuwe ontwikkeling van het servicecomplex Park Overbosch. Naar aanleiding van deze inspraakreacties heeft op 6 oktober 2010 een overleg plaatsgevonden met deze omwonenden. Een verslag van dit overleg is als bijlage 1 bij deze nota bijgevoegd.
2
Overzicht inspraakreacties Nr.
Naam
Adres
Woonplaats
Onderwerp/verzoek
Aanpassing bestemmingsplan?
1.1
Herenstraat C. van der Ploeg
Menneweg 61
2172 HA Sassenheim
Woningen Herenstraat 76-84; verzoek bestemming “wonen/detailhandel” i.p.v. “wonen”
1.2
Gijs Heutink Advocaten
Keizersgracht 477
1017 DL Amsterdam
1.3
Haarmode Francine BV; Andre vd Wilden Miranda van der Meer
Herenstraat 2325
2215 KB Voorhout
Herenstraat 64
2215 KJ Voorhout
1.5
Achmea Rechtsbijstand, Mr. Drs. R Lagerweij, namens de heer J.P.M.J Lemmers
Postbus 10100
5000 JC Tilburg
Herenstraat 66-68 (voormalige supermarkt “Plus”); verzoek positieve bestemming “supermarkt” met daarbij uitbreidingsmogelijkheid Verzoek bestemming “detailhandel“ voor winkels in het “aanloopgebied” Herenstraat Bij bouwmogelijkheden moet rekening worden gehouden met voldoende parkeergelegenheid. Herenstraat 80: handhaven winkelbestemming woning. Wijzigingsbevoegdheid Herenstraat 66-68 (voormalige Plus): parkeer- en verkeersproblemen, aantasting woongenot, waardevermindering woning
Verzoek wordt deels verwerkt in bestemmingsplan: Een aantal detailhandelzaken in niet dagelijkse goederen wordt toegestaan in woningen. Verzoek wordt deels verwerkt in bestemmingsplan: Supermarkt wordt positief bestemd, geen uitbreidingsmogelijkheid. Het bestemmingsplan voorziet hier al in en behoeft geen aanpassing.
1.6
M.C. van der Berg
Herenstraat 76
2215 KJ Voorhout
1.7
Teylingse Ondernemers Vereniging A. Groothuis
Herenstraat 65
2215 KG Voorhout
Boerhaavestraat 17
2215 ET Voorhout
1.4
1.8
Herenstraat 76: bezwaar opheffen winkelbestemming, Wijzigingsbevoegdheid Herenstraat 66-68:(voormalige Plus), aantasting privacy, schaduwwerking, waardevermindering woning, suggestie nieuwe ontwikkeling gebied. “Aanloopgebied”Herenstraat: bestemming bestaande winkels en woningen en parkeren Herenstraat 66-68: nieuwe winkels bij “Plus locatie” met extra parkeergelegenheid , oude pandjes centrumgebied
Het bestemmingsplan voorziet hier al in en behoeft geen aanpassing. Verzoek wordt deels verwerkt in bestemmingsplan: Herenstraat 80: een aantal detailhandelzaken in niet dagelijkse goederen wordt toegestaan. Herenstraat 66-68: Voorwaarden wijzigingsbevoegdheid uitgebreid (hoofdgebouw 2 meter uit erfgrens) Verzoek wordt deels verwerkt in bestemmingsplan. Herenstraat 76: een aantal detailhandelzaken in niet dagelijkse goederen worden toegestaan. Herenstraat 66-68: Voorwaarden wijzigingsbevoegdheid uitgebreid (hoofdgebouw 2 meter uit erfgrens) Verzoek wordt deels verwerkt in bestemmingsplan. Geen aanpassing bestemmingsplan
3
1.9
W.J. Noordermeer
Bleihof 37
2215 XS Voorhout
1.10
Pim’s Place
Herenstraat 64
2215 KJ Voorhout
1.11
Massada Voorhout Plus van Dijk, de heer J van Dijk J.C.W. Noordermeer P.J. IJsselmuiden & Zn
Herenstraat 62
2215 KJ Voorhout 2215 KD Voorhout 2215 BT Voorhout 2215 KB Voorhout
1.15
J.P.J. IJsselmuiden
Herenstraat 33
2215 KB Voorhout
1.16
De heer R. van den Berg, slagerij van den Berg D.J. Romijn en A. Coesel
Herenstraat 46
2215 KH Voorhout
Herenstraat 29
2215 KB Voorhout
1.18
Mevr. L Nannings
Herenstraat 32
1.19
T.L. Oldenhage
Herenstraat 34b
1.20
Kiebert Beheer BV
Molenstraat 15
2215 KH Voorhout 2215 KH Voorhout 2171 GM Sassenheim
1.12 1.13 1.14
1.17
Herenstraat 45 Anijsweg 3 Herenstraat 37
1.21
Park Overbosch A. de RuiterBouhuijs
Sportlaan 3/301
Voorhout
1.22
De heer C.J.P.
Herenstraat 3
2215 KA
Herenstraat 64a en b; vragen over bestemming “gemengde doeleinden” en parkeergelegenheid Herenstraat 64 (snackbar); bestemming en relatie met wijzigingsbevoegdheid voormalige Plus Herenstraat 62; perceel restaurant Massada Nieuwbouwplannen Herenstraat Herenstraat 48 en Dinsdagse Wetering 3/9; bestemming Bedrijfspand Herenstraat 37, bestaande bouwhoogte. Bestemming, mogelijke uitbreiding, parkeren, relatie structuurvisie Herenstraat 33; bestemming woning Herenstraat 66-68; bouwhoogte nwe ontwikkeling Herenstraat 46, bestemming slagerij en ander panden in “aanloopgebied’; bouwmogelijkheid Herenstraat 29; bestemming maatschappelijk en parkeren op erf. Herenstraat 66-68 (voormalige Plus): bouwmogelijkheid en parkeergelegenheid Herenstraat 32; verzoek meer erfbebouwingsmogelijkheid dan 100 m ² Herenstraat 34a; verzoek bedrijfsbestemming voor dit perceel Herenstraat 4,4a; bestemming bedrijf/wonen, verzoek wijzigingsbevoegdheid voor dit perceel
Situatie huidige bewoners; verkeeren parkeeroverlast; behoefte uitbreiding Ontsluiting en Grand-café
Geen aanpassing bestemmingsplan
Verzoek deels verwerkt in bestemmingsplan
Geen aanpassing bestemmingsplan Geen aanpassing bestemmingsplan Geen aanpassing bestemmingsplan Verschillende aanpassingen (bouwhoogte bijgebouw, uitbreiding functie woningen aanloopgebied) Geen aanpassing bestemmingsplan
Verzoek deels verwerkt in bestemmingsplan (aanpassing detailhandelbestemming voor slachtmogelijkheid) Het bestemmingsplan wordt aangepast (parkeren op erf en bouwgrens nieuwe ontwikkeling “Pluslocatie”)
Geen aanpassing bestemmingsplan. Bestemmingsplan wordt overeenkomstig verzoek aangepast Verzoek deels verwerkt in bestemmingsplan. De woning krijgt de bestemming “wonen”. Er wordt geen wijzigingsbevoegdheid voor het perceel opgenomen. Geen aanpassing bestemmingsplan
Aanpassing bestemmingsplan (paviljoen)
4
1.25
van Steijn Ir MHP Benschop-Jansen J.M.M. Warmerdam F.Homan
1.26
Piet Warmerdam
Prof Nolenslaan 8
Voorhout 2215 KA Voorhout 2215 KH Voorhout 2215 NJ Voorhout 2215 ND Voorhout
1.27
H. Warmerdam
Prof Nolenslaan 12
2215 ND Voorhout
1.29
Dorp Overig De heer H. Warmerdam Astrid Gerrits
Prof Nolenslaan 12 Kievitspark 5
1.30
G.S. Kok
Kievitspark 21
1.31
ing Michiel H.P. Peeters Jan van Gent
Reigerslaan 31
2215 ND Voorhout 2215 NH Voorhout 2215 NH Voorhout 2215 NM Voorhout 2215 ES Voorhout
Prof Nolenslaan 12; Bestemming zijtuin woning Willem Botstraat 8; perceel- en bestemmingsgrens “wonen” Nabij Kievitspark 21; wijziging bestemming voor bouw garage Reigerslaan 31: bestemming zijtuin
2215 EP Voorhout 2215 AG Voorhout 2215 AC Voorhout
Dinsdagse Wetering 56a; bedrijfscategorie aannemersbedrijf Boekenburglaan 124 (e.a.); bestemming “Waterkering” Boekenburglaan 109; Bestemming zijtuin woning
Bestemmingsplan wordt overeenkomstig verzoek aangepast Geen aanpassing bestemmingsplan
2215 RA Voorhout
Rijnsburgerweg 4: wijzigen bestemming “wonen” in maatschappelijk, wijzigen omliggende percelen in bestemming “maatschappelijk”
Verzoek deels verwerkt in bestemmingsplan (bestemming “maatschappelijk”)
1.23 1.24
1.28
1.32
1.33 1.34 1.35
1.36
Zwetsloot Aannemers B.V. Drs. JHM Peetoom Mevrouw M.E.R.E.G. van den Broek Hoogland Broederscongregatie, drs. Leonardo M.W. van Dijk
Herenstraat 5 Herenstraat 6 Kievitspark 10
Monseigneur Broerestraat 16a Dinsdagse Wetering 56a Boekenburglaan 124 Boekenburglaan 109 Rijnsburgerweg 4
Bouwhoogte, privacy, verkeer- parkeer en geluidoverlast (overlast) Grand-café
Geen aanpassing bestemmingsplan
Ontsluiting en parkeeroverlast
Geen aanpassing bestemmingsplan
Schaduw, privacy, verkeersbewegingen, ontsluiting, geluid- en lichtoverlast, waardedaling woning, bouwverkeer Schaduw,privacy, verkeersbewegingen, parkeerplaatsen, waardedaling
Geen aanpassing bestemmingsplan
Bestemmingsplan wordt overeenkomstig verzoek aangepast Geen aanpassing bestemmingsplan
Mgr. Broerestraat 16a, Bedrijfsbestemming
Aanpassing bestemmingsplan (paviljoen)
Geen aanpassing bestemmingsplan
Bestemmingsplan wordt overeenkomstig verzoek aangepast Bestemmingsplan wordt overeenkomstig verzoek aangepast Bestemminsgplan wordt overeenkomstig verzoek aangepast
Plankaart wordt overeenkomstig verzoek aangepast
5
Samenvatting en beantwoording inspraakreacties Herenstraat 1.1
C. van der Ploeg, Menneweg 61, 2172 HA Sassenheim Reactie: De beoogde bestemming “wonen” maakt de panden Herenstraat 84-76 onverkoopbaar. Panden zijn vanwege de smalle diepe kavels voor uitsluitend woningbouw onaantrekkelijk, maar kunnen voor een winkel/kantoorproject aantrekkelijk zijn, zeker in combinatie met de herontwikkeling van de “Pluslocatie”. Verzocht wordt om de bestemming “wonen/detailhandel” te handhaven. Antwoord: De gemeenteraad van Teylingen heeft op 4 februari 2010 de “stedenbouwkundige visie Herenstraat” vastgesteld. In deze visie, opgesteld door het stedenbouwkundig bureau RBOI, blijkt dat het belangrijk is om de winkels in de Herenstraat niet over de hele straat te versnipperen, maar in één deel te concentreren. Een compact centrum maakt het aantrekkelijker om in de Herenstraat te winkelen. In de visie wordt de Herenstraat daarom verdeeld in twee deelgebieden, nl. een “centrumgebied”, tussen de spoorlijn en “Herenstaete” en het gedeelte tussen “Herenstaete” en Schoonoord. Uitgangspunt is om in het centrumgebied zoveel mogelijk de publiektrekkende functies te concentreren en in het aanloopgebied het aantal winkels niet uit te breiden. In het aanloopgebied kunnen naast de bestemming “wonen”, de functies “maatschappelijke doeleinden” “dienstverlening” en “kantoren” worden toegestaan. De panden Herenstraat 84-76 hebben de bestemming “wonen”, met functieaanduiding “gemengd”. Dit houdt in dat het perceel naast de woonbestemming, ook gebruikt kan worden voor maatschappelijke doeleinden, dienstverlening (zoals kapper of reisbureau) en kantoordoeleinden. Het op dit moment geldende bestemmingsplan “Dorp 1978” staat het gebruik van de panden 76-84 als winkel toe. Deze panden zijn echter altijd in gebruik geweest als woning. Gelet op dit feit, bestrijden wij de stelling dat de bestemming “wonen”, de panden onverkoopbaar zal maken. Omdat het wenselijk is de winkels te concentreren in het “centrumgebied” en er in het verleden nooit behoefte is geweest in de panden Herenstraat 84-76 een winkel te vestigen, is het aanpassen van de bestemming door de gemeente niet onredelijk. Met verwijzing naar het antwoord op reactie 4 onder 1.14, wordt in aanvulling op de voornoemde mogelijkheden die het nieuwe bestemmingsplan biedt voor woningen in het “aanloopgebied”, deze uitgebreid met een limitatieve opsomming van een aantal zaken in niet dagelijkse goederen. Wij willen niet overgaan tot een “volledige detailhandelbestemming”. Deze reactie heeft een aanpassing in het bestemmingsplan tot gevolg (bestemming woningen)
1.2
Gijs Heutink Advocaten namens Tibor Vastgoed B.V., Gasthuisstraat 15b in Helmond; bestemming Herenstraat 66-68 (voormalige supermarkt Plus) Reactie 1: cliënte is eigenaar van de supermarktlocatie aan de Herenstraat 66-68 en verzoekt om het huidige detailhandelsgebruik in het bestemmingsplan alsnog positief te bestemmen. Antwoord: Uit het oogpunt van rechtszekerheid wordt het tot voor kort bestaande gebruik van het pand als supermarkt en waarvoor destijds vrijstelling is verleend van het geldende bestemmingsplan, in het nieuwe bestemmingsplan positief bestemd. Reactie 2: verzocht wordt om in het bestemmingsplan ruimte te bieden voor een gewenste uitbreiding van dit detailhandelgebruik. Antwoord: Gelet op de “stedenbouwkundige visie Herenstraat” die de gemeenteraad in vergadering op 4 februari 2010 heeft vastgesteld en waarin aangegeven is dat detailhandel in de tweede linie niet wenselijk is, willen wij geen uitbreidingsmogelijkheden in het bestemmingsplan opnemen. Reactie 1 geeft aanleiding het bestemmingsplan aan te passen (bestemming supermarkt)
1.3
André vd Wilden, Haarmode Francine BV, Herenstraat 23-25, 2215 KB Voorhout Reactie: De bestemming “detailhandel” moet voor dit winkelpand (nr. 23-25) en andere winkels in dit gebied gehandhaafd blijven.
6
Antwoord: Het is een misvatting dat de winkels in het zogenaamde “aanloopgebied” niet positief bestemd worden. Alle bestaande winkelpanden (inclusief kapperszaken en andere dienstverlening) in de Herenstraat hebben de bestemming “Gemengde Doeleinden”. Dit houdt in dat de winkelpanden gebruikt kunnen worden voor onder andere detailhandel, dienstverlening en horeca. Deze reactie heeft geen aanpassing in het bestemmingsplan tot gevolg. 1.4
Miranda van der Meer, Herenstraat 64, 2215 KJ Voorhout Reactie 1: Verzocht wordt om bij de nieuwbouwplannen rekening te houden met voldoende parkeergelegenheid. Antwoord: Voor de nieuwbouwplannen in de Herenstraat is in het bestemmingsplan een mogelijkheid opgenomen om het bestemmingsplan te wijzigen (wijzigingsbevoegdheid). Wanneer aan de voorwaarden wordt voldaan die in het bestemmingsplan worden genoemd, kan het college het bestemmingsplan wijzigen. Een van deze voorwaarde is dat er voor het nieuwbouwplan voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein moet worden aangelegd. Reactie 2: Wij zijn blij met de omgeving, woongelegenheid en faciliteiten van Voorhout en willen graag dat dit voor onbepaalde tijd zal zijn. Antwoord: de zorg voor een goede leefomgeving, voldoende en kwalitatief goede woongelegenheid en voorzieningen zijn zaken die wij belangrijk vinden en die bij het maken en uitvoeren van beleid onze voortdurende aandacht heeft. Deze reactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen.
1.5
Achmea Rechtsbijstand namens de heer J.P.M.J. Lemmers, Herenstraat 80, 2215 KJ Voorhout; Reactie 1: Verzocht wordt om de winkelbestemming op de woning te handhaven. Deze is zonder goede gronden vervallen. Antwoord: Wij verwijzen hierbij naar het antwoord op de reactie genoemd onder 1.1., waarbij de wenselijkheid om de winkels te concentreren in een compact centrumgebied, het feit dat er nooit behoefte is geweest in het pand een winkel te vestigen (en er geen concrete plannen bekend zijn dit alsnog te doen) gronden zijn om in het bestemmingsplan de winkelbestemming te laten vervallen. Met verwijzing naar het antwoord op reactie 4 onder 1.14 willen wij de vestiging van bepaalde winkels in niet dagelijkse goederen ter plaatse van de woonpercelen in het aanloopgebied toestaan. Reactie 2: De wijzigingsbevoegdheid ter plaatse van de voormalige “Plus”locatie, voorziet in de bouw van appartementen en kantoorruimte. Omdat er nu al onvoldoende parkeerplaatsen zijn, neemt deze overlast nog eens extra toe. Tevens zal de verkeersdruk toenemen door een toename van het aantal bewoners en auto’s. Deze toename kan niet goed opgevangen worden in het nu nog rustige gebied en het bestemmingsplan voorziet in onvoldoende mogelijkheden voor een goede ontsluiting. Antwoord: Een voorwaarde voor de wijzigingsbevoegdheid is dat er voor het nieuwbouwplan voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein wordt aangelegd. De nieuwe ontwikkeling moet dus voorzien in eigen parkeerbehoefte. Gelet op de verkeersdruk als gevolg van de tot voor kort aanwezige supermarkt, zal de verkeersdruk als gevolg van de nieuwe ontwikkeling niet (onevenredig) toenemen. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat er onvoldoende mogelijkheden zijn het perceel te ontsluiten in de nieuwe situatie. De ontsluiting van het perceel kan zoals dit altijd heeft plaatsgevonden via de Herenstraat. Reactie 3: Realisatie van het wijzigingsplan ter plaatse van de voormalige “Plus”locatie, waarbij de bouwhoogte hoger wordt dan de bestaande situatie, leidt tot een aantasting van het woongenot vanwege • enorme inbreuk van privacy door het zicht vanuit de kantoorruimte/appartementencomplex in de tuin en woning van Herenstraat 80; • verlies van vrij uitzicht Antwoord: Het realiseren van het wijzigingsplan kan, afhankelijk van de uiteindelijke invulling van het perceel (binnen de grenzen van de wijzigingsbevoegdheid) leiden tot enige mate van hinder, in de vorm van vermindering van privacy, verlies van vrij uitzicht en (meer) schaduw op het perceel. Dit zijn allemaal aspecten waarmee een bewoner/eigenaar van een woning in een stedelijke omgeving binnen zekere grenzen rekening moeten houden. Gezien de toegestane bouwhoogte (twee bouwlagen met kap of drie bouwlagen) en de situering van het perceel en woning Herenstraat 80 is het niet aannemelijk dat het ontwikkelplan tot zodanige overlast en/of hinder leidt dat deze grens wordt overschreden.
7
Wij vinden het wel redelijk dat bij de nieuwe ontwikkeling voor de situering van het hoofdgebouw een afstand van twee meter uit de perceelsgrens van de woningen Herenstraat 76 tot en met 80 in acht wordt genomen. Dit wordt als voorwaarde aan de wijzigingsbevoegdheid toegevoegd. Reactie 4: Het wijzigingsplan ter plaatse van de voormalige “Plus”locatie leidt tot waardevermindering van de woning. Gelet op het zodanig waardeverminderend effect op omringende onroerende zaken en de gegronde planschadeclaims die dit tot gevolg zal hebben, moet gevreesd worden voor de haalbaarheid van het plan. Antwoord: met inachtneming van het antwoord op reactie 3, kan gesteld worden dat als er al sprake is van gegronde planschadeclaims, deze niet van dusdanige omvang is , dat de haalbaarheid van het plan hiermee in het geding is. Wanneer er sprake is van waardevermindering van de woning biedt de Wet ruimtelijke ordening de mogelijkheid van tegemoetkoming van planschade op grond van artikel 6.1. Bij de nieuwe ontwikkeling zal met de ontwikkelaar een planschadeverhaalsovereenkomst worden afgesloten. De reacties 1 en 3 geven aanleiding het bestemmingsplan aan te passen (bestemming woning en voorwaarden wijzigingsbevoegdheid ontwikkellocatie) 1.6
M.C. van den Berg, Herenstraat 76, 2215 KJ Voorhout: Reactie 1: bezwaar tegen ontwikkeling Herenstraat 66-68 vanwege vrees voor aantasting privacy, schaduwwerking en waardevermindering van de woning. Antwoord: Wij verwijzen hierbij naar de antwoorden op de reacties 3 en 4 onder 1.5. In het bestemmingsplan zal voor de nieuwe ontwikkeling aan de voorwaarden worden toegevoegd dat een afstand van twee meter uit de perceelsgrens van de woningen Herenstraat 76 tot en met 80 in acht genomen moet worden. Reactie 2: door het opheffen van de winkelbestemming zal de waarde van de woning Herenstraat 76 verminderen. Antwoord: gelet op het feit dat er nooit behoefte is geweest in dit pand een winkel te vestigen, betwijfelen wij of het opheffen van de winkelbestemming van invloed is op de waarde van de woning. Verder verwijzen wij naar de antwoorden op reactie 4 onder 1.5 en reactie 4 onder 1.14. Reactie 3: verzocht wordt rekening te houden met voldoende parkeergelegenheid in de ontwikkelplannen. Antwoord: In het bestemmingsplan is opgenomen dat de nieuwe ontwikkeling op eigen terrein moet voorzien in eigen parkeerbehoefte (artikel 23.4 van de regels van het bestemmingsplan). Reactie 4: de suggestie wordt gedaan om een projectontwikkelaar te stimuleren de panden Herenstraat 70 tot en met 84 te verwerven en tezamen met de voormalige Pluslocatie te ontwikkelen tot een winkelgebied met appartementen, met daarbij een plein voor de markt en voor festiviteiten. Hiermee kan het winkelaanbod in de Herenstraat worden uitgebreid. De concentratie van de winkels in één deel van de Herenstraat is te beperkt. Antwoord 4: Het is belangrijk om de winkels niet over de hele Herenstraat te verspreiden, maar in één deel te concentreren. Een compact centrum maakt het aantrekkelijker om in de Herenstraat te winkelen. In de visie wordt de Herenstraat daarom verdeeld in twee deelgebieden, nl. het “centrumgebied”, tussen de spoorlijn en “Herenstaete” en het gedeelte tussen “Herenstaete” en Schoonoord. In het centrumgebied moeten de publiektrekkende functies worden geconcentreerd en in het aanloopgebied is er naast de bestaande winkels en horeca, ruimte voor andere functies zoals wonen, dienstverlening kantoren en “maatschappelijke doeleinden”. Reactie 1 geeft aanleiding het bestemmingsplan aan te passen (bestemming woning)
1.7
Teylingse Ondernemersvereniging, secretaris Ruud Neuteboom, Herenstraat 65, 2215 KG Voorhout: vestigingsmogelijkheden “aanloopgebied” en parkeervoorziening Reactie: Om te voorkomen dat het aanloopgebied een negatief imago krijgt, met als gevolg een spiraal van toenemende leegstand en verpaupering moet gestreefd worden naar een sterk economisch klimaat in het aanloopgebied. Het bestemmingsplan moet daarom voldoen aan de volgende voorwaarden voldoen:
8
1. Vanouds gevestigde (winkel)bedrijven behouden voldoende zicht op een goede voortzetting van de bedrijfsvoering zonder beperkende voorwaarden, zoals buitenreclame. 2. Prioriteit van vestiging van bedrijven en maatschappelijke functies op de begane grond. 3. Wijziging van commerciële en maatsschappelijke functies naar woonfuncties op de begane grond moet mogelijk zijn. 4. Opnemen van een vrijstellingsbevoegdheid in het bestemmingsplan voor (doelgericht bezochte) winkelbedrijven op de begane grond, in gevallen dat er redelijkerwijs geen huisvesting in het centrale winkelgebied mogelijk is. 5. Bij herontwikkeling van de oude Plus-locatie (gedeeltelijk) behoud van parkeervoorziening. Antwoord: De gemeente is van mening dat het bestemmingsplan, (waarbij de Herenstraat in twee deelgebieden is verdeeld) , mogelijkheden biedt om verpaupering en leegstand te voorkomen. Door te kiezen voor een centrumgebied, met een concentratie van publiektrekkende winkels, waarin hogere bouwhoogten mogelijk worden gemaakt, wordt dit gebied als winkelgebied aantrekkelijk gemaakt. Een levendig centrumgebied zal zijn uitstraling hebben naar het aanloopgebied, waarbij het aanloopgebied met functies dienstverlening, horeca en (bestaande) detailhandelzaken in niet dagelijkse goederen, het centrumgebied aanvult. In het aanloopgebied krijgen de bestaande winkels en bestaande dienstverlenende bedrijven een positieve bestemming (vallen dus niet onder het overgangsrecht!) en kunnen blijven voortbestaan. Aan deze panden is de bestemming “gemengd” toegekend. Dit houdt in dat detailhandel, horeca en dienstverlening ( zoals kapsalon, reisbureau en bankfilialen) is toegestaan. De woningen hebben een “maatbestemming” gekregen met de toevoeging dat de panden naast de woonfunctie, ook voor kantoren, dienstverlenende functies en functies voor maatschappelijke doeleinden gebruikt kunnen worden. Omdat woningen passen in het gebied van functiemenging kunnen alle panden in het gebied ook voor woondoeleinden worden gebruikt. Wij zijn van mening dat met deze functies het bestemmingsplan voldoende mogelijkheden biedt voor een aantrekkelijk “aanloopgebied”. Het bestemmingsplan staat reclame(uitingen) toe (ter plaatse van de bestemming “verkeer-verblijfsgebied”). Het bestemmingsplan is niet het instrument om verdere regels te stellen over reclame-uitingen. Regels over reclame kunnen gesteld worden in bv. de welstandsnota of de APV. Over het opnemen van een vrijstellingsbevoegdheid om vestiging van winkels in de huidige woningen in het aanloopgebied mogelijk te maken het volgende. Met verwijzing naar het antwoord op reactie 4 onder 1.14, geven wij aan dat een aantal doelgericht bezochte winkels in de bestaande woningen zullen worden toegestaan. Er zal verder geen vrijstellingsbevoegdheid worden opgenomen om andere winkels toe te staan. Dit heeft naar onze mening geen toegevoegde waarde en is ook niet wenselijk. De kennelijke behoefte hiervoor ontbreekt, gelet op het feit dat deze woningen nooit als winkel zijn gebruikt en zoals hiervoor al opgemerkt is de doelstelling de winkels te centreren in het centrumgebied. Voor een reactie op de opmerking over het behoud van een deel van de parkeerplaatsen bij de oude Pluslocatie, het volgende: Een voorwaarde voor gebruik van de wijzigingsbevoegdheid is dat er voor het nieuwbouwplan voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein wordt aangelegd. De nieuwe ontwikkeling moet dus voorzien in eigen parkeerbehoefte. Zodra een nieuwe ontwikkeling aan de orde is zal de noodzaak voor het behoud van een deel als openbare parkeergelegenheid onderzocht worden en wanneer hiertoe aanleiding is bezien worden waar deze parkeergelegenheid gerealiseerd kan worden (op of in de nabijheid van het perceel). Deze reactie geeft aanleiding het bestemmingsplan aan te passen (functie woningen) 1.8
A. Groothuis, Boerhaavestraat 17, Voorhout: oude Pluslocatie Reactie 1: Om een echte winkelstraat te krijgen ook bij een herontwikkeling van de oude Pluslocatie winkels realiseren, met behoud van extra parkeergelegenheid voor bezoekers horecagelegenheden. Antwoord: De gemeenteraad van Teylingen heeft op 4 februari 2010 de “stedenbouwkundige visie Herenstraat” vastgesteld. In deze visie, opgesteld door het stedenbouwkundig bureau RBOI, blijkt dat het belangrijk is om de winkels in de Herenstraat niet over de hele straat te versnipperen, maar in één deel te concentreren. Een compact centrum maakt het aantrekkelijker om in de Herenstraat te winkelen. In de visie wordt de Herenstraat daarom verdeeld in twee deelgebieden, nl. een “centrumgebied”, tussen de spoorlijn en “Herenstaete” en het gedeelte tussen “Herenstaete” en Schoonoord. Uitgangspunt is om in het centrumgebied zoveel mogelijk de publiektrekkende functies te concentreren en in het aanloopgebied het
9
aantal winkels niet uit te breiden. De oude Pluslocatie valt binnen het “aanloopgebied”. Gelet op de visie, willen wij bij een herontwikkeling op deze locatie geen nieuwe winkels toestaan. Voor de nieuwe ontwikkeling zal voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein moeten worden aangelegd. Zodra een nieuwe ontwikkeling aan de orde is zal de noodzaak van extra parkeergelegenheid bekeken worden. Reactie 2: jammer dat de oudbouw (bv pand van Geurts) verdwijnt voor nieuwbouw. Antwoord: wij vinden het belangrijk om van dit deel van de Herenstraat een aantrekkelijk winkelgebied te maken. De oude pandjes zijn hiervoor minder geschikt, deze hebben onder andere te weinig vloeroppervlak. Door de behoefte aan een sterk winkelfront kunnen de panden daarom niet behouden worden. Wel zal er in de nieuwbouw bij de ontwikkelplannen zoveel mogelijk de stijl en de sfeer (traditionele Hollandse bebouwing) van bepaalde authentieke panden worden toegepast. Dit is in de toelichting van het bestemmingsplan opgenomen (zie paragraaf 2.1.4 en 2.2.3 , beeldkwaliteitskader). De reactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen. 1.9
W.J. Noordermeer, Bleihof 37, Voorhout; wonen en parkeergelegenheid Reactie 1: ik ben eigenaar van een appartement met huisnummers Herenstraat 64a en 64b. Dit valt in het gebied met de bestemming “Gemengd-1”. Ik neem aan dat op elk huisnummer huurders zich kunnen blijven vestigen. Antwoord: Panden binnen de bestemming “Gemengd-1” mogen voor woondoeleinden gebruikt (blijven) worden. Reactie 2: Ik ga er vanuit dat de functie “wonen” binnen de bestemming “Gemengd-1” ook voorziet in appartementen. Antwoord: de functie “wonen” binnen de bestemming “Gemengd-1” laat wonen op de begane grond en op de verdieping toe. Het wonen in een appartement is dan ook toegestaan. Reactie 3: verzocht wordt om bij ontwikkelingen in de omgeving rekening te houden met parkeergelegenheid voor omwonenden en winkeliers. Antwoord: De nieuwe ontwikkeling zal moeten voorzien in eigen parkeerbehoefte op het perceel. Zodra een nieuwe ontwikkeling aan de orde is zal tevens de noodzaak van extra parkeergelegenheid worden onderzocht. Deze reactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen.
1.10
Pim’s Place, Herenstraat 64, 2215 KJ Voorhout: bestemming in relatie met wijzigingsbevoegdheid voormalige Pluslocatie Herenstraat 66-68 Reactie 1: bestaande bebouwing zoals lichtinval bestaande raampartijen, rookgasafvoer, ventilatie-uitlaten en recht van overpad maken dat een herontwikkeling in de eerste linie geen optie is. Antwoord: Voor de herontwikkeling moet het bestemmingsplan gewijzigd worden. Hieraan zijn voorwaarden verbonden. Ondermeer moet er sprake zijn van een aanvaardbaar milieuhygiënische situatie. De herontwikkeling zal dan ook, overeenkomstig de milieuregels, rekening moeten houden met aanwezige rookgasafvoeren en ventilatie-uitlaten van bestaande bebouwing. Tevens dient er rekening gehouden te worden met privaatrechtelijke aspecten zoals burenrecht en erfdienstbaarheden. Reactie 2: op het terrein Herenstraat 66-68 ligt nog een recht van twee parkeerplaatsen. Een mogelijke herontwikkeling zal hiermee conflicteren. Antwoord: een ontwikkelaar moet bij de nieuwe ontwikkeling rekening houden met privaatrechtelijke rechten. Reactie 3: bij nieuwe ontwikkeling graag voldoende openbare parkeerplaatsen behouden. Antwoord: wij verwijzen hierbij naar het antwoord op reactie 3 onder 1.9 Reactie 4: de op de plankaart ingetekende “WRO-zone 4” waar de wijzigingsbevoegdheid van toepassing is, bestrijkt voor een deel mijn kadastrale perceel”. Antwoord: de begrenzing van deze zone zal op de plankaart worden aangepast. Reactie 5: Herenstraat 64 betreft een snackbar. Graag toevoegen artikel 1.11 “Afhaalzaak” voor vollediging van mijn huidig gebruik.
10
Antwoord: Herenstraat 64 heeft de bestemming “Gemengd-1.”. Binnen deze bestemming worden de functie horeca en detailhandel toegestaan. Een snackbar waar ter plaatse wordt genuttigd en waar etenswaren en drank worden afgehaald voor consumptie elders, is een combinatie van de functies horeca (ter plaatse nuttigen) en detailhandel (afhalen) en is toegestaan. De toevoeging “afhaalzaak” is daarom niet nodig. Reactie 6: Is gebruik bovenwoning als woning positief bestemd en kan dit gebruik tezamen met de snackbar langdurig worden voortgezet? Antwoord: de functie “wonen” binnen de bestemming “Gemengd-1” laat wonen op de verdieping toe. Het gebruik van de bovenwoning als woning laat het bestemmingsplan toe. Zoals vermeld onder het antwoord op reactie 5, is ook de snackbar toegestaan. Reactie 4 leidt tot aanpassing van het bestemmingsplan (contour wijzigingsbevoegdheid) 1.11
Massada Voorhout, Herenstraat 62 Reactie 1: bij nieuwe ontwikkeling ter plaatse van de oude Plus is het belangrijk dat er in de plannen voldoende parkeerplaatsen worden meegenomen. Antwoord: wij verwijzen hiervoor naar het antwoord op reactie 3 onder 1.9 Reactie 2: worden alle, bij het horecabedrijf behorende functies, t.w. terras, lichtreclame, twee bovenwoningen voor verhuur, “afhaalmogelijkheid”, positief bestemd? Antwoord: het bestemmingsplan laat een terras voor het horecabedrijf toe. Tevens laat het bestemmingsplan reclame-uitingen toe. Het bestemmingsplan is echter niet het instrument om verdere regels te stellen over reclame-uitingen. Regels over reclame kunnen gesteld worden in bv. de welstandsnota of de APV. Voor het overige verwijzen wij naar de antwoorden op de reactie 5 en 6 onder 1.10, met de vermelding dat voor Herenstraat 62 eveneens de bestemming “Gemengd-1” van toepassing is. Reactie 3:Hoogte bijgebouw (3 mtr) aan achterzijde is niet opgenomen op de plankaart. Antwoord: In de bouwregels van het bestemmingsplan (artikel 5.2.2./5.2.5) staat dat een bijgebouw maximaal 3 meter hoog mag zijn en buiten het bouwvlak mag worden gebouwd. Bijgebouwen hoeven niet op de plankaart te worden opgenomen. Reactie 4: verzocht wordt om bij de nieuwe ontwikkelingen ter plaatse van het naastgelegen perceel rekening te houden met de afvoerpijp van de keuken van het restaurant en het recht van overpad. Antwoord: wij verwijzen hierbij naar het antwoord op reactie 1 onder 1.10. Reactie 5: verzocht wordt om tijdig voor de besluitvorming over nieuwe ontwikkeling bij het naastgelegen perceel te worden betrokken/ geïnformeerd. Antwoord: Het gemeentelijke beleid is er op gericht om belanghebbenden (w.o. eigenaren/gebruikers omliggende percelen) in een vroeg stadium bij nieuwe planontwikkelingen te betrekken. Deze reactie heeft geen aanpassingen in het bestemmingsplan tot gevolg.
1.12
Plus van Dijk, J. van Dijk, Herenstraat 45, 2215 KD Voorhout, nieuwbouwplannen Herenstraat Reactie: Mooi plan. Plannen voor nieuwbouw in het centrum met spoed afhandelen. Antwoord: Wij nemen deze reactie voor kennisgeving aan. De reactie leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.
1.13
J.C. W. Noordermeer, Anijsweg 3, 2215 BT Voorhout Reactie 1: Graag bevestiging dat voor het pand Herenstraat 48 en Dinsdagse Wetering 9 geen wijzigingen zijn opgenomen in het bestemmingsplan voor de vestiging van winkels en horecagelegenheden.
11
Antwoord: De panden Herenstraat 48 en Dinsdagse Wetering 9 hebben de bestemming “Gemengd-1”. Binnen deze bestemming zijn winkels en “lichte” horecabedrijven toegestaan. Omdat het restaurant (categorie “shoarma/grillroom”) aan de Dinsdagse Wetering 9 een “middelzwaar” horecabedrijf is, is in het bestemmingsplan opgenomen dat ter plaatse van Dinsdagse Wetering 9 een horecabedrijf is toegestaan uit de “middelzware” categorie. Verder heeft de heer Noordermeer verzoeken gedaan over aanpassingen in het uitgevoerde herinrichtingsplan van de Herenstraat. Deze zijn in het kader van het bestemmingsplan niet relevant. Over deze aanpassingen heeft de gemeente inmiddels contact opgenomen met de heer Noordermeer.
Deze reactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen. 1.14
IJsselmuiden & Zn., Herenstraat 37, 2215 KB Voorhout: Reactie 1: (legaal) aangebouwd bijgebouw, aan rechterachterhoek van ons perceel, van 6 meter hoog met schoorsteen van 1 meter hoog, met daarin een werkplaats (bedrijfsmatige activiteit) is niet opgenomen in het bestemmingsplan. Bestemmingsplan hierop aanpassen. Antwoord: De werkplaats heeft in het bestemmingsplan de aanduiding “Bedrijf tot en met categorie B1”. De werkplaats past binnen deze categorie. De bouwhoogte wordt op de bestemmingsplankaart aangepast. Reactie 2: In de beleidsdoelstellingen staat dat in het aanloopgebied naast wonen ondersteunende functies zoals zaken voor specifieke diensten en producten zijn toegestaan. Is het juist dat dit geldt voor woningen en niet voor winkels? Antwoord: Bestaande woningen in het aanloopgebied kunnen gebruikt worden voor maatschappelijke doeleinden, dienstverlening en kantoren (aanduiding “gemengd”, onder bestemming “wonen”). Bestaande winkels hebben de bestemming “gemengd” en kunnen naast detailhandel en wonen, o.m. gebruikt worden voor dienstverlening. Reactie 3: De stedenbouwkundige visie stelt “Bij nieuwbouw 3 meter uit de erfgrens bouwen”. In het voorontwerpbestemmingsplan staat “Bij wijziging 3 meter uit de erfgrens bouwen” Doelt dit op kadastrale grens of voorgevelrooilijn? Ik ga er vanuit dat vergunningplichtige bouwtechnische ingrepen aan het pand mogelijk blijven zonder dat de gehele gevel 3 meter naar achteren geplaatst moet worden. Antwoord:In de stedenbouwkundige visie staat dat er in het aanloopgebied, bij wijziging drie meter uit de erfgrens gebouwd moet worden. Dit is als uitgangspunt in de toelichting van het bestemmingsplan opgenomen. Omdat er, afgezien van de voormalige “Pluslocatie” geen wijzigingsmogelijkheden zijn opgenomen voor het aanloopgebied, is dit uitgangspunt niet relevant. Deze opmerking zal uit de toelichting van het bestemmingsplan worden verwijderd. Reactie 4: De structuurvisie voorziet in kleinschalige uitbreiding van specialistische detailhandel en diensten. De bestemming “dienstverlenende functies/maatschappelijk/kantoor naast “Wonen” voor de bestaande woningen in het aanloopgebied sluit hier onvolledig bij aan. Antwoord: In de structuurvisie is aangegeven dat er in het aanloopgebied geen uitbreiding van het aantal publiektrekkende vestigingen van centrumvoorzieningen moet plaatsvinden. Voor de gemeenteraadsvergadering van 4 februari 2010 is een aanvullende notitie gemaakt op de stedenbouwkundige visie Herenstraat. Hierin wordt aangegeven dat in het aanloopgebied naast de woonfunctie (en de bestaande winkels) plaats is voor de vestiging van specifieke diensten en producten. In het bestemmingsplan is dit vertaald in een “maatbestemming” voor de huidige woningen. Dit houdt in dat de woningen ook gebruikt kunnen worden voor kantoorruimte, maatschappelijke doeleinden en dienstverlening. Onder dienstverlening vallen zaken zoals kapsalons, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen. Wij willen dit uitbreiden met de vestigingsmogelijkheid voor een aantal detailhandelzaken in niet dagelijkse goederen. Limitatief zal de volgende lijst aan deze bestemming worden toegevoegd: elektronica-, computer-, fietsenzaak, woninginrichtingzaken (meubels, stoffering, verf- en behangzaak) en “doe-het-zelf” zaken. Reactie 5: De uitbreidingsmogelijkheid ten opzichte van het huidige bestemmingsplan worden ernstig ingeperkt. Deze uitbreidingsmogelijkheden (b.v. omzetting wonen of kantoorruimte op 1e verdieping) moet blijven bestaan. Antwoord: De mogelijkheden voor het perceel Herenstraat 37 zijn ten opzichte van het geldende bestemmingsplan ruimer. Ondermeer worden in plan zelfstandige kantoren toegestaan, hetgeen in het geldend plan niet het geval is. Omzetting naar wonen of kantoorruimte op de 1e verdieping is volgens het bestemmingsplan mogelijk. Reactie 6: Wij gaan er vanuit niet onnodig beperkt te worden in vergunningsplichtige zaken voor reclame-uitingen.
12
Antwoord: De bestemming “Verkeer-verblijfsgebied” laat voorzieningen van reclame-uitingen toe. Het bestemmingsplan is echter niet het instrument om verdere regels te stellen over reclame-uitingen. Regels over reclame kunnen gesteld worden in gemeentelijk beleidsnotities en/of verordeningen, zoals de welstandsnota of de APV. Reactie 7: In het bestemmingsplan wordt in de begripsomschrijving “Detailhandel in volumineuze goederen” beschreven. Wij gaan er vanuit dat onze activiteiten hier niet onder vallen. Anwoord: Dit is juist. Een kenmerk van deze vorm van detailhandel is dat het gaat om een vloeroppervlak van minimaal 1.000 m². Dit is in de winkel aan de Herenstraat 37 niet het geval. Reactie 8: Wordt er bij een herontwikkellocatie ook rekening gehouden met extra parkeerruimte voor winkeliers en omwonenden? Antwoord: wij verwijzen hierbij naar het antwoord op reactie 3 onder 1.9 De reacties onder 1,3, en 4 geven aanleiding het bestemmingsplan aan te passen (bouwhoogte bijgebouw, aanpassing toelichting, uitbreiding toegestane functies woningen) 1.15
J.P.J. IJsselmuiden, Herenstraat 33, 2215 KB Voorhout: woning Herenstraat 33 en nieuwe ontwikkeling voormalige Pluslocatie Herenstraat 66-68 Reactie 1: verzocht wordt om een bestemming “dienstverlening/maatschappelijke functie” wanneer de bestemming “detailhandel” ter plaatse van de woning Herenstraat 33 verdwijnt. Antwoord: Herenstraat 33 heeft in het nieuwe bestemmingsplan de bestemming “wonen”, met de aanduiding “gemengd” hetgeen inhoudt dat dit perceel ook gebruikt kan worden voor maatschappelijke doeleinden, dienstverlening en kantoren. Zie verder onder antwoord op reactie 4 van 1.14. Reactie 2 verzocht wordt om ter plaatse van de voormalige “Pluslocatie” rekening te houden met voldoende parkeerruimte en een ontwikkeling toe te staan van maximaal twee bouwlagen met een kap. Antwoord: het nieuwe bestemmingsplan laat (onder voorwaarden) een nieuwe ontwikkeling toe ter plaatse van de voormalige “Pluslocatie” met een maximale bouwhoogte van twee lagen en een kap of drie bouwlagen. Voor het parkeeraspect verwijzen wij naar het antwoord op reactie 3 onder 1.6. Deze reactie leidt niet tot aanpassingen aan het bestemmingsplan.
1.16
R.T.B. van den Berg, Slagerij van den Berg, Herenstraat 46, 2215 KH Voorhout Reactie 1: Ik ga er vanuit dat mijn rechten in het nieuwe bestemmingsplannen worden gewaarborgd worden en ik mijn slagersbedrijf (verkoop en mogelijkheid tot zelf slachten) met woningen daarboven kan voortzetten en ik tevens het bedrijf in de huidige vorm kan verkopen. Antwoord: Herenstraat 46 heeft de bestemming “Gemengd-1” waarbinnen detailhandel (slagerij) en wonen is toegestaan. Het slachten t.b.v. de eigen slagerij valt onder de bestemming “detailhandel”. Reactie 2: door het wijzigen van de bestemmingen in het aanloopgebied zal de huidige middenstand in dit gebied minder aantrekkingskracht hebben. Antwoord: Hierin wordt verwezen het antwoord op de reactie genoemd onder 1.7. Reactie 3: Is er voldoende afzetmogelijkheden voor een toename aan winkelruimte in het zogenaamde “centrumgebied” tussen de spoorlijn en het complex “Herenstaete” Antwoord: Vooruitlopende op het nieuwe bestemmingsplan heeft stedenbouwkundig bureau RBOI een stedenbouwkundige en functionele visie voor de Herenstraat opgesteld. Hieruit blijkt dat er voldoende afzetmogelijkheid is. Reactie 4: Verzocht wordt om ter plaatse van het pand bij eventuele nieuwbouw een bouwhoogte van vier lagen mogelijk te maken, zodat het voor projectontwikkelaars aantrekkelijker wordt en er een eenheid wordt gecreëerd met de overige nieuwbouw in de omgeving van de Herenstraat. Antwoord: Uit de door RBOI opgestelde visie (zie onder vorig antwoord) blijkt dat het van belang is om de aard van de bebouwing in het aanloopgebied niet veel van karakter te doen veranderen. Dit om het dorpse karakter te behouden. Wij zien geen aanleiding hiervan af te wijken. In het nieuwe bestemmingsplan wordt daarom een maximale bouwhoogte van twee lagen met een kap toegestaan, overeenkomstig de maximale bouwhoogte in het geldende plan.
13
Reactie geeft aanleiding het bestemmingsplan aan te passen (aanpassing bestemming Herenstraat 46) 1.17
D.J. Romijn en A. Coesel, Herenstraat 29, 2215 KB Voorhout Reactie 1: Nieuwbouw aanpassen aan de sfeer van de straat. Bij een nieuwe ontwikkeling bij de “Plus”, niet hoger bouwen dan de bestaande omliggende bouwhoogte en voldoende afstand vanaf de weg. Antwoord: De maximale bouwhoogte van een nieuwe ontwikkeling is in het nieuwe bestemmingsplan afgestemd op de omgeving, namelijk twee bouwlagen met een kap, of drie bouwlagen. Om voldoende openbare ruimte te behouden is het van belang bij de nieuwe ontwikkeling de bebouwingsgrens van de panden Herenstraat 50-64 aan te houden. Dit wordt als voorwaarde voor het wijzigen van de bestemming voor de nieuwe ontwikkeling toegevoegd aan de regels van het bestemmingsplan. Reactie 2: Omdat de huidige parkeerplaatsen bij de “Plus” veel gebruikt worden door bezoekers van de horecagelegenheden en door omwonenden, bij een nieuwe ontwikkeling niet alleen zorgdragen voor parkeerplaatsen voor de nieuwe bewoners maar tevens zorgdragen voor voldoende parkeerplaatsen voor de huidige gebruikers. Antwoord: wij verwijzen hierbij naar het antwoord op reactie 3 onder 1.9. Reactie 3: wij kunnen en mogen op dit moment parkeren op eigen terrein aan de voorkant van onze woning. Blijft dit in het nieuwe plan toegestaan? Antwoord: Dit blijft toegestaan. Ter verduidelijking zal in de bestemmingsplanregels bij de bestemming “tuin” aangegeven worden dat parkeren is toegestaan. Reactie 4: Op dit moment heeft onze woning naast de bestemming “wonen”, de bestemming “detailhandel”. Wij kunnen begrijpen dat deze laatste bestemming in het nieuwe plan verdwijnt. Wij zien de bestemming graag omgezet in “wonen/zakelijke dienstverlening”. Dit zal de waarde van het pand ten goede komen. Antwoord: Herenstraat 29 heeft in het nieuwe bestemmingsplan de bestemming “wonen”, met de aanduiding “gemengd”. Dit houdt in dat dit perceel ook gebruikt mag worden voor maatschappelijke doeleinden, dienstverlening en kantoren. Reactie 5: Verzocht wordt om in de lijn van de positieve trend in de Herenstraat aandacht te besteden aan de handhaving van snelheid, parkeeroverlast en inbraak. Antwoord Het voorkomen van parkeeroverlast in de Herenstraat heeft (samen met de politie) onze aandacht. De overige zaken zijn (primair) taken voor de politie. Uiteraard is er regelmatig overleg met de politie en brengen wij deze handhavingszaken onder de aandacht wanneer hiertoe aanleiding is. De reacties 1 en 3 geven aanleiding het bestemmingsplan aan te passen (bebouwingsgrens ontwikkellocatie “Plus” en parkeren op eigen erf)
1.18
Mevr. L. Nannings, Herenstraat 32, 2215 KH Voorhout Reactie: Verzocht wordt de bouw van een overkapping mogelijk te maken op het perceel en meer dan 100m² aan bij- en aanbouwen toe te staan op het perceel. Antwoord: Het bouwen van een overkapping bij de woning is onder voorwaarden mogelijk. Een van de voorwaarden is dat de totale oppervlakte aan erfbebouwing maximaal 100m² mag bedragen. Er is geen aanleiding van deze algemene regel af te wijken. Deze reactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen.
1.19
T.L. Oldenhage, Herenstraat 34b, 2215 KH Voorhout Reactie: Herenstraat 34a moet een ambachtelijke bedrijfsbestemming hebben voor het bedrijf GRAMATEC dat op dit adres gevestigd is. Antwoord:Overeenkomstig de bestemming in het op dit moment geldende plan, wordt in het nieuwe plan aan dit perceel een bedrijfsbestemming gegeven. Het bestemmingsplan zal op dit punt worden aangepast.
14
1.20
Kiebert beheer B.V.; bestemming bedrijven/wonen perceel Herenstraat 4,4a Reactie 1: het perceel Herenstraat 4-4a heeft in het bestemmingsplan de bestemming “bedrijf”. Herenstraat 4a is al ca 80 jaar een woonhuis. Verzocht wordt het bestemmingsplan hierop aan te passen. Antwoord: Voor de woning zal de bestemming “wonen” worden opgenomen in het nieuwe bestemmingsplan. Reactie 2: verzocht wordt om ter plaatse van het perceel een dubbelbestemming of wijzigingsbevoegdheid op te nemen om woningbouw in de toekomst mogelijk te maken. Antwoord: Wij staan positief tegenover een nieuwe ontwikkeling op dit perceel. Wanneer de nieuwe ontwikkeling binnen de planperiode (binnen 10 jaar) van het bestemmingsplan wordt gerealiseerd, kan hiervoor een wijzigingsbevoegdheid worden opgenomen. Gelet op de situering van het perceel, smal en langgerekt, achter bestaande woningen, vinden wij het wenselijker om op het moment dat de plannen concreter zijn in breder verband de mogelijkheden van het perceel te bekijken en geen wijzigingsbevoegdheid op te nemen in het bestemmingsplan De reactie onder 1 is gegrond en het bestemmingsplan zal op dit punt worden aangepast.
Ontwikkelingsplan Park Overbosch, hoek Herenstraat/Leidsevaart 1.21
A. de Ruiter-Bouhuijs, Sportlaan 3/301 2215 HB Voorhout Reactie: Geconstateerd wordt dat de nieuwbouw een totale verandering van de serviceflat tot gevolg heeft en vooral gericht is op bewoners die (medische/sociale) zorg nodig hebben. Voor de huidige bewoners die geen zorg nodig hebben zal er letterlijk en figuurlijk geen ruimte meer zijn. Tijdelijke verhuizing tijdens de bouw is voor de huidige bewoners onbespreekbaar/onmogelijk. Nieuwbouw met veel bezoekers is te klein op het terrein, verkeer- en parkeerlawaai. Grondige renovatie van het gebouw is echter wel nodig. Antwoord: Het “nieuwe” Park Overbosch zal bestemd zijn voor senioren die wél en senioren die geen gebruik maken van de zorgvoorziening. Het is de bedoeling van de Woonstichting Vooruitgang om de verbouwing/uitbreiding op een zodanige manier te laten plaatsvinden dat bewoners niet hoeven te verhuizen of “slechts” inpandig hoeven te verhuizen. Op het terrein kunnen voldoende parkeerplaatsen worden aangelegd voor het aantal medewerkers, bewoners en bezoekers van Park Overbosch. De uitbreiding heeft tot gevolg dat het aantal verkeersbewegingen op het terrein toeneemt. Er is geen aanleiding er vanuit te gaan dat dit onevenredige overlast tot gevolg heeft. De ingediende reactie is geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen.
1.22
C.J.P van Steijn, Herenstraat 3, 2215 KA Voorhout, ontsluiting Park Overbosch en Grand-café Reactie 1: Op de huidige toegang tot Park Overbosch aan de zijde van de Herenstraat (naast Herenstraat 3) rust een erfdienstbaarheid, waarbij overeengekomen is dat de doorgang nabij de dienstingang alleen wordt gebruikt voor o.m. calamiteiten en leveranciers en de toegang voor doorgaand verkeer met een hek wordt afgesloten. Wij rekenen er op dat deze afspraak nagekomen blijft worden. De toegang tot het Park Overbosch via de Herenstraat is eveneens geen optie in verband met het sluipverkeer dat via het terrein van het park zijn weg zal vinden. Antwoord: Het nieuwe bestemmingsplan gaat er vanuit dat de bestaande toegang aan de Herenstraat wordt gebruikt als een algemene toegangsweg tot het moment dat het complex via de Sportlaan en de Leidsevaart ontsloten kan worden. Wij gaan er vooralsnog vanuit dat er tussen partijen overeenstemming wordt bereikt over het tijdelijke gebruik van de toegangsweg aan de Herenstraat als hoofdtoegangsweg. Naar aanleiding van de ingediende reacties over de ontsluiting en het overleg dat hierover met de omwonenden en de Woonstichting Vooruitgang op 6 oktober jl. heeft plaatsgevonden, wordt momenteel onderzocht of een andere manier van (tijdelijke) ontsluiting van het Park Overbosch een mogelijkheid kan zijn en wordt bekeken op welke wijze/door welke maatregelen sluipverkeer voorkomen kan worden. Reactie 2: Na realisatie van de nieuwe hoofdingang aan de Sportlaan is het verstandig (ervan uitgaande dat de toegang aan de zijde van de Herenstraat permanent wordt afgesloten) de uitgang aan de Professor Nolenslaan niet meer te gebruiken. Dit om sluipverkeer vanaf de Leidsevaart via de Sportlaan naar Professor Nolenslaan te voorkomen.
15
Anwoord: Na realisatie van de nieuwe ontsluiting van Park Overbosch via de Sportlaan zal de uitrit aan de Professor Nolenslaan vervallen en zal de toegang aan de zijde van de Herenstraat overeenkomstig het huidige gebruik, alleen gebruikt worden door leveranciers en bij calamiteiten. Reactie 3: Wij maken bezwaar tegen de realisatie van een grandcafé, 100 meter vanaf het hoofdgebouw van het Park Overbosch. Uitgangspunt is dat dit grandcafé voor de bewoners van het Park Overbosch is, het grandcafé zou dan inpandig of direct aangrenzend aan het hoofdgebouw gerealiseerd moeten worden. Verstandiger is om het geplande grandcafé in Herenstaete onder te brengen. De bewoners van Park Overbosch kunnen dan daar terecht. Een losstaand grandcafé, met bezoekers van buitenaf, zal leiden tot verkeer- parkeer- en geluidoverlast. Antwoord: In het bestemmingsplan wordt aangegeven dat het paviljoen (grandcafé) is bedoeld als ontmoetings- en activiteitencentrum voor senioren en ondersteunend moet zijn aan de activiteiten van het woonzorgcomplex. Woonstichting Vooruitgang heeft gekozen voor een los element in de tuin om de integratie van senioneren in en buiten het complex te bevorderen. Uit stedenbouwkundig oogpunt is het paviljoen in de tuin een fraai element. Om alle mogelijke vormen van zorg en welzijn te kunnen bieden is het van belang dat het activiteitencentrum op het terrein van Park Overbosch aanwezig is en dit voor de bewoners op (korte) loopafstand is. Gelet op de functie van het paviljoen, ondersteunend aan de activiteiten van het wooncomplex zal dit niet tot onevenredige overlast leiden. Na het overleg van 6 oktober jl. heeft de Woonstichting aangegeven dat zij een passage binnendoor wil realiseren tussen het hoofdgebouw en het paviljoen. Tevens wil de Woonstichting de mogelijkheid hebben om bij het uiteindelijke bouwplan nog te kunnen “schuiven” met het paviljoen in de tuin. Voor het realiseren van de passage en enige flexibiliteit in de situering van het paviljoen wordt het bestemminsplan aangepast. Hierbij wordt wel de in het voorontwerpbestemmingsplan geplande afstand tussen de dichtstbijzijnde woningen en het paviljoen als minimale afstand als voorwaarde opgenomen. Reactie 6: gevreesd wordt, wanneer het grandcafé niet rendabel is, er aan het grandcafé een andere bestemming wordt gegeven, zoals restaurant, bar of jongerensociëteit. Antwoord: Het bestemmingsplan voorziet niet in het toekennen van een andere bestemming/functie, dan een (lichte) horecabestemming ondersteunend aan de activiteiten aan het wooncomplex. Wanneer dit aan de orde zou zijn, zal hiervoor een planologische procedure worden gevoerd, met daarbij de mogelijkheid voor inspraak en bezwaarmogelijkheden. De reactie heeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen. 1.23
Ir. M.H.P. Benschop-Jansen, Herenstraat 5, 2215 KA Voorhout: Reactie 1: Voorhout wil ruraal zijn, daarom niet hoger bouwen dan vier bouwlagen. Voorhout heeft prachtig ruraal entree aan de kant van de Leidsevaart, daar past geen hoogbouw van zes lagen. Antwoord: De gemeente streeft er naar om het buitengebied in de gemeente open en landelijk te houden. Om aan de woon- (en zorg)behoefte te kunnen voldoen kiest de gemeente er voor om binnen de kernen daar waar dit mogelijk is een hogere bouwhoogte toe te staan. Het Park Overbosch ligt prominent bij de entree van Voorhout. Het verbreden en verhogen van het gebouw komt de herkenbaarheid en zichtbaarheid van deze entree ten goede. De gemeente kan zich daarom vinden in het bouwplan van zes bouwlagen. Reactie 2: Zes bouwlagen tast de privacy van de omwonenden van de Herenstraat, Nolenslaan, Kievitspark en wellicht ook Kuyperlaan aan en heeft tot minder licht/zon tot gevolg voor deze omwonenden. Antwoord: Met het nieuwe ontwerp van het gebouw is er bewust voor gekozen om de bestaande korte flank van het gebouw niet te verhogen en niet uit te breiden richting de naastgelegen woonwijk. (Onevenredige) Aantasting van de privacy voor de omwonenden is daarom niet te verwachten. Tevens blijkt uit de gemaakte zonnediagrammen dat de nieuwbouw, ten opzichte van de bestaande situatie, een minimale toename aan schaduwwerking tot gevolg heeft. Reactie 3: Geen paviljoen voor bruiloften en partijen, dit geeft voor de omwonenden veel geluidoverlast, extra verkeers- en parkeerproblemen. Antwoord: Het paviljoen moet ondersteunend zijn aan de activiteiten aan het wooncomplex Park Overbosch en is bedoeld als ontmoetings- en activiteitencentrum voor senioren. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat dit tot (onevenredige) overlast en problemen zal leiden. Reactie 4: Wanneer het paviljoen er komt dan graag op het perceel Sportlaan 1.
16
Antwoord: Door het plaatsen van het paviljoen in de tuin van het Park Overbosch kan de uitstraling van het Park Overbosch aan de kant van de Herenstraat/Leidsevaart worden verbeterd. Zowel de senioren van het Park Overbosch als senioren uit Voorhout kunnen dit paviljoen gebruiken als ontmoetingsplek. Om deze redenen is de huidige situering van het paviljoen gekozen. Het verplaatsen naar de Sportlaan 1 is daarom minder wenselijk. Bovendien is het mogelijk dat een deel van het perceel Sportlaan 1 betrokken zal worden bij de verbetering van de ontsluiting van de Sportlaan op de Leidsevaart. Voor een verdere toelichting op de situering van het paviljoen verwijzen wij naar het antwoord op reactie 3 onder 1.22. Reactie 5: meer verkeersoverlast, herrie en gebrek aan parkeerruimte. Antwoord: Een toename van het aantal woon- en zorgeenheden heeft een toename aan verkeer tot gevolg. Berekend is dat deze verkeerstoename, mede gelet op het eenrichtingsverkeer (in via Herenstraat, uit via Professor Nolenslaan), niet tot een onacceptabele verkeerssituatie zal leiden. Bovendien is dit een tijdelijke situatie tot het moment dat het complex via de Sportlaan en de Leidsevaart ontsloten kan worden. Na realisatie van de nieuwe ontsluiting van Park Overbosch via de Sportlaan zal de uitrit aan de Professor Nolenslaan komen te vervallen en zal de toegang aan de zijde van de Herenstraat overeenkomstig het huidige gebruik, alleen gebruikt worden door leveranciers en bij calamiteiten. Er zullen voldoende parkeerplaatsen worden aangelegd op het terrein van Park Overbosch. Voor een verdere toelichting verwijzen wij naar het antwoord op reactie 1 onder 1.22. Reactie 6: waarom deze versnippering van zorgvoorzieningen? Efficiënter zou zijn een concentratie van Herenstaete en Broederhuis Nieuw Schoonoord. Antwoord: Op dit moment is het complex Park Overbosch al een serviceflat waar men gebruik kan maken van zorgvoorzieningen. Het gaat hier om een renovatie en uitbreiding van de serviceflat. Gelet op de ruimtelijke inpasbaarheid van het plan en de vraag naar senioren- en levensloopbestendige woonruimten, willen wij medewerking verlenen aan het bouwplan. Reactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen. 1.24
J.M.M. Warmerdam, Herenstraat 6, 2215 KH Voorhout: grand-café Reactie 1: Gezien het feit dat het gaat om een vrijstaand en groot gebouw zal het gebruikt gaan worden voor activiteiten (kroegfunctie) voor niet bewoners. Anders is het ook niet rendabel. Dit leidt tot overlast in de vorm van herrie en vandalisme, veel verkeer. Antwoord: wij verwijzen hierbij naar het antwoord op reactie 3 onder 1.22 Reactie 2: inrit zo dicht bij de stoplichten Nagelbrug zal veel overlast geven. Antwoord: Wij verwijzen hierbij naar het antwoord op reactie 5 onder 1.23 en het antwoord op reactie 1 onder 1. 21. Reactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen.
1.25
F. Homan, Kievitspark 10, 2215 NJ Voorhout: ontsluiting en parkeeroverlast. Reactie : ontsluiting via de sportvelden en niet via de Professor Nolenslaan. Ontsluiting via de Professor Nolenslaan zal mogelijk parkeeroverlast veroorzaken in omliggende straten. Antwoord: Het is de bedoeling dat het terrein van Park Overbosch zal worden aangesloten op de Sportlaan wanneer deze is aangepast. Deze aanpassing gebeurt op het moment dat de Provincie Zuid Holland het kruispunt ter plaatse van de Nagelbrug aan de Leidsevaart gaat verbeteren. Deze reconstructie staat in 2013 op de planning. Tot dat moment zal de ontsluiting plaatsvinden via de Herenstraat en de Professor Nolenslaan. De Professor Nolenslaan is nu in gebruik als in- en uitrit voor het Park Overbosch. In de nieuwe tijdelijke situatie zal de Nolenslaan alleen als uitrit gebruikt worden. Dit heeft tot gevolg dat ondanks de uitbreiding van het Park Overbosch zal door het eenrichtingsverkeer het aantal auto’s via de Professor Nolenslaan niet toenemen. Het is niet aannemelijk dat de uitbreiding van het Park Overbosch zal leiden tot parkeeroverlast in de woonomgeving. Op het terrein van Park Overbosch worden voldoende parkeerplaatsen aangelegd en het terrein is goed bereikbaar. Voor een verdere toelichting verwijzen wij naar het antwoord op reactie 1 onder 1.21. De reactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen.
17
1.26
Piet Warmerdam, Prof. Nolenslaan 8, 2215 ND Voorhout: Schaduw, privacy, verkeersbeweging, ontsluiting, geluid- en lichtoverlast, waardedaling woning. Reactie 1: verhoging bouwhoogte zorgt voor meer schaduw in onze tuin (huidige situatie:schaduw in dec/jan, in nwe situatie ook nov/febr) Antwoord: Er zal een (zeer) beperkte toename aan schaduwwerking zijn in het achterste deel van de tuin. Enige mate van hinder, in de vorm van vermindering van privacy of (meer) schaduw op het perceel als gevolg van een bouwplan zijn aspecten waarmee een bewoner/eigenaar van een woning in een stedelijk gebied binnen zekere grenzen rekening moeten houden. Gelet op de beperkte toename aan schaduwwerking vinden wij dat deze grens niet wordt overschreden. Reactie 2: Privacy in de tuin wordt geschonden door appartementen met uitzicht op tuinen Nolenslaan. Antwoord: Ook op basis van het geldende bestemmingsplan is een inpandige wijziging in het gebouw mogelijk met als gevolg meer uitzicht op de tuinen van de Nolenslaan. Het nieuwe bestemmingsplan gaat uit van de bestaande bouwgrens en bouwhoogte van het Park Overbosch aan de zijde van de Nolenslaan en staat aan deze kant geen uitbreiding van bouwmogelijkheden toe. Verder verwijzen wij nog naar het antwoord op reactie 1. Gelet op de afstand van het appartementencomplex tot aan de tuinen, zijn wij van mening dat als er sprake is van aantasting van privacy deze aantasting gering is. Overigens heeft de Woonstichting Vooruitgang tijdens het overleg van 6 oktober jl. aangegeven te bezien op welke wijze bij de inpandige indeling van het gebouw rekening kan worden gehouden met de privacy van de bewoners van de Prof. Nolenslaan. Reactie 3: Door toename van het aantal bewoners en personeel meer verkeersoverlast en geluid- en lichtoverlast. Antwoord: Qua saldo zal het aantal verkeersbewegingen bij de ontsluiting van het Park Overbosch aan de Professor Nolenslaan niet toenemen. Zie hiervoor het antwoord op de reactie 1.25. Reactie 4: Slechte ontsluiting Herenstraat/Nolenslaan waarbij veel verkeer langs mijn achtertuin. Antwoord: Beoordeeld is dat de (tijdelijke) ontsluiting, in via Herenstraat, uit via Professor Nolenslaan, niet zal leiden tot een onacceptabele verkeerssituatie. De nieuwe situatie zal (tijdelijk) een toename aan verkeer langs de achtertuin tot gevolg hebben. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat dit tot onevenredige overlast zal leiden. Wij verwijzen hierbij tevens naar het antwoord op reactie 1 onder 1.22. Reactie 5: Bouwverkeer via Herenstraat en Nolenslaan geeft overlast. Antwoord: Bouwverkeer kan mogelijk overlast veroorzaken. Er is geen aanleiding te veronderstellen dat deze overlast onevenredig zal zijn. Reactie 6: Plan heeft waardedaling van de woning tot gevolg en daarmee planschade. Antwoord: Gelet op het voorgaande zijn wij van mening dat het nieuwbouwplan geen waardedaling van de woning tot gevolg heeft. Wanneer er sprake is van waardevermindering van de woning biedt de Wet ruimtelijke ordening de mogelijkheid van tegemoetkoming van planschade op grond van artikel 6.1 Wet ruimtelijke ordening. De reacties zijn geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen.
1.27
H. Warmerdam, Professor Nolenslaan12, 2215 ND Voorhout: schaduw, privacy, verkeer, parkeerplaatsen, waardedaling Reactie 1: Door verhoging van het gebouw zal de schaduwperiode in de wintermaanden worden verlengd met 2 a 3 maanden. Antwoord: Zie hiervoor het antwoord op reactie 1 onder 1.26 Reactie: 2 De tuinmuur van de garages moet blijven, in verband met lichtoverlast van autolampen. Antwoord: Wanneer de tuinmuur wordt gesloopt zal de Woonstichting Vooruitgang in overleg met de eigenaren van de aangrenzende percelen een nieuwe, goede, afscheiding tussen het terrein van Park Overbosch en de achtertuinen plaatsen. Reactie 3: privacy wordt ernstig geschonden door bewoning Nolenslaanzijde Antwoord: Wij verwijzen hierbij naar het antwoord op reactie 2 onder 1.26. Reactie 4: toename verkeersbewegingen zorgt voor overlast Antwoord: Een toename van het aantal woon- en zorgeenheden heeft een toename aan verkeer tot gevolg. Berekend is dat deze verkeerstoename, mede gelet op het eenrichtingsverkeer (in via Herenstraat, uit via Professor Nolenslaan), niet tot een onacceptabele verkeerssituatie zal leiden. Bovendien is dit een tijdelijke situatie tot het moment dat het complex via de Sportlaan en de Leidsevaart ontsloten kan worden. Na realisatie van de
18
nieuwe ontsluiting van Park Overbosch via de Sportlaan zal de uitrit aan de Professor Nolenslaan komen te vervallen en zal de toegang aan de zijde van de Herenstraat overeenkomstig het huidige gebruik, alleen gebruikt worden door leveranciers en bij calamiteiten. Wij verwijzen hierbij tevens naar het antwoord op reactie 1 onder 1.22. Reactie 5: Aantal parkeerplaatsen is getoetst naar bewoning en niet naar bedrijfsmatig verpleeghuis. Antwoord: Het aantal benodigde parkeerplaatsen is berekend op basis van de functies die in het totale gebouw aanwezig zijn, deels appartementen en deels verpleegruimten. Reactie: Het plan heeft een waardedaling van mijn woning tot gevolg en is vatbaar voor planschade. Antwoord: wij verwijzen hierbij naar het antwoord op reactie 6 onder 1.26 Deze reactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen. Dorp Overig 1.28
De heer H. Warmerdam, Professor Nolenslaan 12, 2215 ND Voorhout: bestemming zijtuin woning. Reactie 1: verzocht wordt om overeenkomstig het geldende bestemmingsplan de zijtuin bij de woonbestemming te betrekken. Antwoord: Overeenkomstig het geldende bestemmingsplan wordt, vanaf drie meter uit de voorgevel, de zijtuin bij de woonbestemming betrokken, Reactie 2: tevens wordt, met verwijzing naar de wisselende voorgevelrooilijn aan het Kievitspark verzocht op meer bouwmogelijkheden aan de voorzijde van de woning en andere woningen in de wijk. Antwoord: bouwen voor de voorgevelrooilijn is uit stedenbouwkundig oogpunt niet wenselijk. Het verzoek om meer bouwmogelijkheden aan de voorzijde wordt daarom niet gehonoreerd. De reactie 1 is gegrond en het bestemmingsplan wordt op dit punt aangepast.
1.29
Astrid Gerrits, Kievitspark 5, 2215 NH Voorhout: woning Willem Botstraat 8 Reactie: pad naast mijn woning Willem Botstraat 8 is eigen grond en geen brandgang. Voorgevel van mijn woning is niet het einde van de perceelsgrens. Antwoord: Het bestemmingsplan zegt niets over eigendom van gronden en privaatrechtelijke rechten. In het bestemmingsplan wordt het gebruik van de gronden vastgelegd. De grond voor de woning is in gebruik als trottoir en heeft daarom de bestemming “verkeer”. De grond naast de woning heeft de bestemming “wonen. Deze reactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen.
1.30
G.S. Kok, Kievitspark 21, 2215 NH Voorhout: bouwmogelijkheid garage achter Reigerslaan 31 Reactie: Tijdens de realisatie van het plan Boerhaavehof is een grondruil tot stand gekomen. Ten behoeve van het wegdek in het Boerhaavehof is grond geruild achter Reigerslaan 29 voor de bouw van een garage op dit stukje grond. Verzocht wordt om voor dit perceel grond de bestemming “garage” op te nemen. Antwoord: Het bestemmingsplan wordt overeenkomstig het verzoek aangepast. Het bestemmingsplan wordt hierop aangepast.
1.31
Ing. M.H.F. Peeters, Reigerslaan 31, 2215 NM Voorhout: bestemming zijtuin Reactie; verzocht wordt de zijtuin van Reigerslaan 31 (deels) de bestemming “wonen” te geven in plaats van “tuin”, om in de toekomst een garage te kunnen bouwen. Om evenredige situaties te creëren zou dit ook bij het naastgelegen perceel, Reigerslaan 33 kunnen gebeuren, overeenkomstig Reigerslaan 25 en 23.
19
Antwoord: Overeenkomstig het op dit moment geldende bestemmingsplan wordt ter plaatse van de Reigerslaan 31 aan de zijtuin, vanaf drie meter uit de voorgevelrooilijn, de bestemming “wonen” gegeven. De zijtuin van nr. 33 krijgt eveneens een woonbestemming drie meter vanuit de voorgevellijn. Het bestemmingsplan wordt hierop aangepast. 1.32
Jan van Gent, Monseigneur Broerestraat 16a, 2215 ES Voorhout: bedrijfsbestemming hoveniersbedrijf Reactie: verzocht wordt om de loods achter de woning, waarin het hoveniersbedrijf “Jan van Gent”is gevestigd, de bestemming Bedrijf” te geven. Antwoord Dit is in het voorontwerpplan abusievelijk niet gebeurd en zal worden aangepast. Het bestemmingsplan wordt hierop aangepast.
1.33
Zwetsloot Aannemers B.V., Dinsdagse Wetering 56a, 2215 EP Voorhout: bedrijfscategorie aannemersbedrijf Reactie: in bijlage 1 (van de toelichting van het bestemmingsplan) “Bedrijveninventarisatie” wordt vermeld dat het aannemersbedrijf valt onder S.B.I. code 45.3. Hierbij hoort een Uit bijlage 1 (van het bestemmingsplan) “Staat van bedrijfsactiviteiten” blijkt dit gaat om een aannemersbedrijf met een werkplaats met een bedrijfsoppervlakte van minder dat 1000 m3. Ons aannemersbedrijf een werkplaats heeft van meer dan 1.000 m2 . Verzocht wordt om voor ons bedrijf de S.B.I. code 45.2 op te nemen.; aannemersbedrijf met werkplaats groter dan 1.000 m2. Antwoord: De SBI-code wordt overeenkomstig het verzoek aangepast. Het bestemmingsplan wordt op dit punt aangepast.
1.34
Drs. J.H.M.Peetoom, Boekenburglaan 124, 2215 AG Voorhout: bestemming “Waterkering’ woning Reactie: “Op een deel van mijn woning Boekenburglaan 124 ligt de dubbelbestemming “waterstaat-waterkering”. Dit betekent dat bij verbouwplannen aan mijn woning (voor het deel dat binnen deze dubbelbestemming valt) ontheffing van het Hoogheemraadschap nodig is. Navraag bij het Hoogheemraadschap leert dat het hier gaat om een “waterscheiding” en niet “waterkering”, waarvoor een lichter regime geldt” Verzocht wordt om nog eens kritisch naar deze dubbelbestemming te kijken en onderscheidt te maken tussen waterscheiding en waterkering en bij het leggen van een dubbelbestemming voor waterscheiding/waterkering bestaande gebouwgrenzen te respecteren en die bestemming niet dwars door gebouwen heen te laten lopen. Een en ander ter verduidelijking aan de burger en voorkoming van onnodige regelgeving. Antwoord: deze inspraakreactie is besproken met het Hoogheemraadschap van Rijnland. Ondanks dat er (technisch) een onderscheid is tussen waterscheiding en waterkering is, is het volgens het Hoogheemraadschap niet anders te regelen dan dat alle bouwactiviteiten in dit hele kern- én beschermingsgebied door het Hoogheemraadschap beoordeeld worden. Afhankelijk van de aard van de bouwactiviteit én de ligging in het gebied, kan al dan niet ontheffing worden verleend. Het uitputtend regelen van welke bouwwerken in welk gebied/op welk perceel zonder ontheffing toegestaan kunnen worden, zou leiden tot grote onoverzichtelijkheid en is daarom niet mogelijk/wenselijk. Het betreffende onderwerp heeft in het kader van vermindering van procedures en regelgeving, overigens wel de aandacht van het Hoogheemraadschap. Mocht dit op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan tot een versoepeling hebben geleid, dan nemen wij dit uiteraard mee in het bestemmingsplan. Het respecteren van bestaande bebouwingsgrenzen zou tot gevolg hebben dat de dubbelbestemming voor de gehele woning zou gaan gelden. Het verkleinen van het beschermingsgebied is namelijk niet mogelijk. Omdat dit wellicht leidt tot meer duidelijkheid, maar tot een toename van het aantal ontheffingen. zien wij hier geen voordeel in. Deze reactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen.
1.35
Mevr. M.E.R.E.G. van den Broek, Boekenburglaan 109: bouwmogelijkheid zijtuin Reactie: verzocht wordt om meer bouwmogelijkheden in de zijtuin. Antwoord: overeenkomstig het verzoek wordt dit toegestaan. Het bestemmingsplan wordt hierop aangepast.
20
1.36
Drs Leonardo van Dijk, Broederscongregatie Hoogland, Rijnsburgerweg 4; Buitenplaats Nieuw Schoonoord Reactie 1: verzocht wordt voor de woningen op het terrein Buitenplaats Nieuw Schoonoord te bestemming “maatschappelijk” op te nemen, i.p.v. “wonen”, omdat de bewoners, met een gemiddelde hoge leeftijd, aanspraak kunnen maken op zorg en woonbegeleiding. Antwoord: het bestemmingsplan wordt hierop aangepast. Reactie 2: het sportveld dat door Hoogland aan de KTS wordt verhuurd is eigendom van Hoogland. Omdat dit binnen het BNS terrein de enige mogelijkheid is tot verbreding van de seniorenzorg en medische zorg wordt verzocht om ook dit perceel de bestemming “maatschappelijk” te doen behouden. Antwoord: dit perceel heeft in het bestemmingsplan de bestemming “maatschappelijk”, echter zonder bebouwingsmogelijkheid. Op het moment dat de plannen concreter zijn, bekijken wij de bebouwingsmogelijkheden op dit perceel. Reactie 3: Het naast het BNS terrein gelegen perceel waar een kantoor is gevestigd (perceel A nr 4223) staat op dit moment leeg. Op dit moment wordt onderzocht of aan het kantoorgebouw een zorgbestemming kan worden gegeven. Voor de ontwikkelingen van zorgplannen is het van belang de bestemming “kantoren” om te zetten in “maatschappelijk”. Antwoord: Op dit moment is het nog onduidelijk of het kantoorgebouw wordt aangekocht door de Broederscongregatie. Eventuele verbouwplannen zijn ook nog niet bekend. Vanwege dit feit en het feit dat niet gebleken is dat het gebruik van het gebouw als kantoor niet meer mogelijk is en niet meer zal gaan plaatsvinden, handhaven wij (vooralsnog) de bestemming “kantoor” voor dit perceel. Reactie 1 geeft aanleiding het bestemmingsplan aan te passen.
21
2 VOOROVERLEGREACTIES Inleiding De volgende instanties zijn verzocht een vooroverlegreactie te geven op het voorontwerpbestemmingsplan: 1. VROM Inspectie Zuid-West 2. Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland 3. Milieudienst West-Holland 4. Hoogheemraadschap van Rijnland 5. Kamer van Koophandel Den Haag, Kantoor Leiden 6. N.V. Nederlandse Gasunie Ministerie van Defensie 7. Ministerie van Economische Zaken 8. Alliander (voorheen NUON)
Van de volgende partijen is een reactie ontvangen: 2.1
VROM Inspectie Zuid-West: externe veiligheid De schriftelijke reactie van 2 juli 2010 omvat het volgende: Reactie : het onderzoek naar externe veiligheid is nog onvolledig. Elk nieuw bestemmingsplan (ook een grotendeels conserverend plan) moet ten aanzien van externe veiligheid als een nieuwe ontwikkeling worden gezien. Verzocht wordt na te gaan of er kwetsbare objecten binnen de PR-contour 10-6 van de risicovolle activiteiten liggen en ook om de hoogte van het groepsrisico te bepalen. Op grond daarvan moet onderzocht worden of er risicoreducerende maatregelen moeten worden getroffen. Antwoord: er is inmiddels onderzoek naar de externe veiligheidssituatie uitgevoerd. Dit onderzoek zal verwerkt worden in de toelichting van het ontwerp-bestemmingsplan. Het bestemmingsplan wordt hierop aangepast.
2.2
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland Het betreft een reactie per brief van 30 juni 2010. Reactie: In het bestemmingsplan is de herontwikkeling en uitbreiding van “Park Overbosch” opgenomen. Onduidelijk is echter op de plankaart en in de regels of de watercompensatie van tenminste 15% is opgenomen bij een toename van het verharde oppervlak. Antwoord: De eis van 15% watercompensatie bij een toename van het verharde oppervlak zal aan de regels van het plan worden toegevoegd. Het bestemmingsplan wordt hierop aangepast.
2.3
Milieudienst West-Holland Reactie per email op 9 september 2010 ontvangen. Reactie: In de reactie geeft de milieudienst voor de paragrafen “externe veiligheid”, “bodem” en “duurzaamheid” van de toelichting van het bestemmingsplan, verschillende tekstuele en inhoudelijke opmerkingen/aanpassingen. Antwoord; deze opmerkingen en aanpassingen zullen worden verwerkt in het bestemmingsplan Het bestemmingsplan wordt hierop aangepast. Hoogheemraadschap van Rijnland Reactie op 23 augustus 2010 per email ontvangen.
2.4
22
Reactie: In de toelichting van het bestemmingsplan staat in paragraaf “Water”, het beleid van de waterbeheerder beschreven. Dit beleid is gedateerd. Verzocht wordt om dit overeenkomstig de meegezonden bijlage aan te Pasen. Antwoord: de tekst in deze paragraaf zal overeenkomstig het verzoek worden aangepast. Het bestemmingsplan wordt hierop aangepast. 2.5
Kamer van Koophandel Den Haag, kantoor Leiden Reactie per brief van 18 juni 2010 Reactie: de Kamer van Koophandel is verheugd dat de gemeente het planologisch mogelijk maakt het kernwinkelgebied van Voorhout beter op de kaart te zetten. Wel is het belangrijk dat zowel de bedrijven in het kernwinkelgebied als wel in het aanloopgebied niet in hun bedrijfsvoering worden gehinderd. De Kamer van Koophandel pleit ervoor dat het aanloopgebied zijn economische functie behoudt door de aanwezigheid van bijvoorbeeld zakelijk en maatschappelijke dienstverlening en horeca. De ontwikkeling van woningen op de begane grond in het aanloopgebied zou moeten worden voorkomen. Antwoord: Bestaande bedrijven in het “kernwinkelgebied” en “aanloopgebied” worden in het bestemmingsplan positief bestemd. In het aanloopgebied zijn verschillende functies mogelijk. Bestaande detailhandelbedrijven hebben de bestemming “Gemengd-1”, waaronder naast detailhandel en dienstverlening, horecabedrijven, kantoren en maatschappelijke functies zijn toegestaan. De woningen hebben een maatbestemming, waarbij naast de functie “wonen”, de panden ook gebruikt kunnen worden voor kantoorruimte, maatschappelijke doeleinden en dienstverlening. Onder dienstverlening vallen zaken zoals kapsalons, wasserettes, makelaarskantoren en bankfilialen. Deze bestemming zal worden uitgebreid met de vestigingsmogelijkheid voor een aantal detailhandelzaken in niet dagelijkse goederen. Limitatief zal de volgende lijst aan deze bestemming worden toegevoegd: elektronica-, computer-, fietsenzaak, woninginrichtingzaken (meubels, stoffering, verf- en behangzaak) en “doe-het-zelf” zaken. Wij gaan er vanuit dat met deze bestemmingen de economische functie van het aanloopgebied kan worden behouden. In het op dit moment geldende bestemmingsplan, kunnen alle panden in het aanloopgebied worden gebruikt als woning. Dit willen wij het nieuwe bestemmingsplan blijven toestaan. Dit is in overeenstemming met de “stedenbouwkundige visie Herenstraat”, vastgesteld door de raad op 4 februari 2010. Voor een verdere toelichting verwijzen wij naar de antwoorden op de reacties onder 1.1. tot en met 1.7 en 1.14. Deze reactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen
2.6
Nederlandse Gasunie Reactie is per email ontvangen op 3 juni 2010 Reactie: Omdat het plangebied zich buiten de invloedsfeer van de dichtstbijzijnde gasleiding ligt is er geen aanleiding tot het plaatsen van opmerkingen. Deze reactie geeft geen aanleiding het bestemmingsplan aan te passen
23
3 AANPASSINGEN BESTEMMINGSPLAN De inspraak- en vooroverlegreacties leiden tot de volgende aanpassingen aan het bestemmingsplan
Ter plaatse van het perceel Herenstraat 68 Plankaart en regels (artikel 5 Gemengd-1) worden aangepast: gebruik perceel t.b.v. supermarkt wordt toegestaan, bestemming “maatschappelijk” wordt verwijderd. Aan de wijzigingsbevoegdheid, artikel 23.4 Wro-zone, wijzigingsgebied-4 wordt de regels toegevoegd • dat de afstand van het hoofdgebouw tot aan de kadastrale grens van het percelen Herenstraat 76-78 ten minste twee meter bedraagt wordt de plankaart als volgt aangepast: • aan de zijde van de openbare weg wordt de contouren van het wijzigingsgebied aangepast in de lijn van de bebouwingsgrens Herenstraat 50/64 • aan de zijde van Herenstraat 64 wordt de contour aangepast overeenkomstig de kadastrale grens Ter plaatse van het perceel Herenstraat 37 Op de plankaart wordt de bouwhoogte aangepast conform bestaande hoogte. Ter plaatse van het perceel Herenstraat 34b Bedrijfsbestemming wordt toegevoegd Ter plaatse van het perceel Herenstraat 4/4a De woning op het perceel wordt voorzien van de bestemming “wonen” Ter plaatse van het perceel Prof. Nolenslaan 12 Plankaart wordt aangepast, zijtuin wordt, vanaf drie meter uit de voorgevel, bestemd als “wonen”. Ter plaatse van het perceel B 7545, achter Reigerslaan 29 Plankaart wordt aangepast, om bouw garage mogelijk te maken. Ter plaatse van de percelen Reigerslaan 31 en 29 Plankaart wordt aangepast, zijtuinen worden (vanaf 1 meter uit voorgevelrooilijn) bestemd als “wonen” Ter plaatse van het perceel Monseigneur Broerestraat 16a Plankaart wordt aangepast, de loods wordt voorzien van de bestemming “Bedrijven” Ter plaatse van het perceel Dinsdagse Wetering 56a
24
In de Bijlage 1 bij de Toelichting wordt de S.B.I.-code 45.3 gewijzigd in 45.2. In Bijlage 1 “Staat van Bedrijfsactiviteiten ‘functiemenging’ van de regels wordt deze S.B.I. code toegevoegd. Ter plaatse van het perceel Boekenburglaan 109 Op de plankaart wordt de zijtuin van de woning (Z.0) bestemd als “wonen” Ter plaaste van de Rijnsburgerweg, terrein Buitenplaats Nieuw Schoonoord Op de plankaart van het bestemmingsplan worden de woningen voorzien van de bestemming “maatschappelijk”. Ter plaatse van Park Overbosch Compensatieregel, 15% waterberging bij verharding oppervlakte, wordt aan de regels toegevoegd. Op de plankaart wordt contour aangegeven waarbinnen het paviljoen met overdekte doorgang in de tuin gesitueerd kan worden.
Algemeen De “maatbestemming” voor de huidige woningen in het aanloopgebied in de Herenstraat wordt uitgebreid met de volgende limitatieve lijst van detailhandel in niet dagelijkse goederen: “elektronica-, computer-, fietsenzaak, woninginrichtingzaken (meubels, stoffering, verf- en behangzaak) en “doe-het-zelf”zaken” Artikel 11 “Tuin”, in de regels van het bestemmingsplan, wordt aangepast zodat parkeren op voorerf mogelijk is. In de toelichting van het bestemmingsplan worden de paragrafen “externe veiligheid”, “bodem, “duurzaamheid” en “water” aangepast. Onder 2.1.4 van de toelichting van het bestemmingsplan: onder “gemeentelijk beleid”, “Stedenbouwkundige visie Herenstraat….” , de beleidsdoelstelling, wordt de zin “bouwen in bestaande bouwgrens of bij wijziging op 3 m uit de erfgrens………..voor het aanloopgebied”, geschrapt. ----------------------------------
Bijlage 1
25
Verslag bijeenkomst uitbreiding en herontwikkelingsplan “Park Overbosch”, d.d. 6 oktober 2010 in serviceflat “Park Overbosch”. ___________________________________________________________________________ Aanleiding van de bijeenkomst de bijeenkomst is georganiseerd naar aanleiding van de ingezonden inspraakreacties op het voorontwerpbestemmingsplan “Dorp Voorhout”. Het herontwikkelingsplan “Park Overbosch” maakt onderdeel uit van dit nieuwe bestemmingsplan. Omwonenden hebben aangegeven bezwaren/bedenkingen te hebben tegen/over het ontwikkelplan. Aanwezig op de bijeenkomst • De volgende omwonenden: de heer en mevrouw van Steyn, Herenstraat 3, Mevrouw Benschop, Herenstraat 5, de heer en mevrouw Warmerdam, Herenstraat 6, mevrouw van Tilborg, Prof. Nolenslaan 2, de heer Warmerdam, Prof Nolenslaan 8, de heer Homan, Kievitspark 10 • Van de Woonstichting Vooruitgang: Steven Schrader, Johan van Buren en Mario Berends. • Van Architectenbureau van Egmond: Britta van Egmond en Ruud van Bokhoven. • Van de gemeente Teylingen: Lindy van der Klaauw, medewerker afdeling Ruimte. De heer Warmerdam, Prof Nolenslaan 12 en de heer de Jong, Prof Nolenslaan 6 hebben zich afgemeld voor de bijeenkomst, met het verzoek op de hoogte te worden gehouden van de ontwikkelingen. Het verslag Tijdens het overleg zijn de volgende punten aan de orde gekomen: Ontsluiting terrein De omwonenden zijn van mening dat de ontsluiting van het terrein, zoals deze nu wordt voorgesteld, inrit via de Herenstraat, uitrit via de Prof. Nolenslaan, niet kan. Deze oplossing is verkeersonveilig en zorgt voor veel overlast voor omwonenden. Dit hebben zij kunnen ervaren tijdens de reconstructiewerkzaamheden van de Herenstraat waarbij regelmatig het hek naast Herenstraat 3 openstond en het doorgaand verkeer via het terrein van Park Overbosch zijn weg vond. Dit leverde veel gevaarlijke situaties op en zorgden voor veel overlast voor omwonenden. Een ongewenste situatie, mede gezien de huidige verkeersbelasting op dit deel van de Herenstraat en het feit dat de inrit voor het terrein van Park Overbosch in de nabij van het kruispunt is gelegen. Bovendien zou
26
er nog sprake zijn van een erfdienstbaarheid, waarbij met de eigenaar van Herenstraat 3, overeengekomen is dat de doorgang nabij de ingang alleen wordt gebruikt voor calamiteiten en leveranciers. Over deze erfdienstbaarheid zegt de heer Schrader te verwachten dat hij en de heer en mevrouw van Steijn hier uit kunnen komen. Mevrouw van der Klaauw geeft aan dat de ontsluiting tijdelijk is en de verkeersdeskundige heeft beoordeeld dat het een acceptabele verkeerssituatie is. In 2013 gaat de provincie groot onderhoud aan de Nagelbrug uitvoeren en de Leidsevaart ter hoogte van het kruispunt bij de Nagelbrug worden gereconstrueerd, waarbij de aansluiting van de Sportlaan op de Leidsevaart wordt verbeterd. Vanaf dat moment wordt het terrein van het Park Overbosch ontsloten via de Sportlaan en de Leidsevaart. Een eerste schets heeft de gemeente onlangs van de provincie ontvangen. De omwonenden vinden dat in dat geval met de bouw van het Park Overbosch gewacht kan worden tot 2013, dan hoeft het terrein niet tijdelijk op andere wijze ontsloten te worden. De heer Schrader deelt mee dat de Woonstichting hier niet op kan wachten. Er is grote haast met de uitvoering van het plan o.m. vanwege het feit dat de verbouwplannen van “Liduina” in Warmond niet zijn doorgegaan. Dit maakt dat de (her)huisvesting van senioren nu moet plaatsvinden in het Park Overbosch.
Situering gebouw Mevrouw Benschop geeft een toelichting op de schetsjes, die zij bij haar inspraakreactie heeft ingeleverd en waarin een gewijzigde situering van het gehele gebouw van “Park Overbosch” wordt voorgesteld. Het voorstel is om het gebouw te projecteren aan de rand van het terrein aan de zijde van de Leidsevaart. Om aan de geluidsnormen te kunnen voldoen kan aan de zijde van de Leidsevaart een “dichte” wand worden gerealiseerd. De heer Schrader geeft aan dat de Woonstichting vele opties heeft bekeken en ook deze optie. Het “dichtzetten” van het terrein vindt hij echter geen fraaie oplossing. De Woonstichting heeft hier dan ook niet voor gekozen. Situering paviljoen Het nieuw te bouwen paviljoen is gepland aan de rand van het terrein ter hoogte van de Herenstraat. De omwonenden vinden dat dit paviljoen moet worden verplaatst. Zij willen dat het paviljoen óf in het gebouw wordt geïntegreerd óf wordt verplaatst naar de hoek Sportlaan/Leidsevaart. Vanwege de situering vrezen zij voor veel overlast (o.a. door het komen en gaan van bezoekers) van het paviljoen. Het feit dat het een losstaand gebouw is, maakt dat het paviljoen ook voor een andere functie gebruikt kan gaan worden. De heer Schrader meldt dat een verplaatsing naar de Sportlaan 1 niet mogelijk is, omdat een deel van het perceel waarschijnlijk nodig is voor de inrichting van de nieuwe aansluiting van de Sportlaan aan de Leidsevaart. Er is gekozen voor een losstaand gebouw omdat het een ontmoetingsruimte moet worden voor zowel de senioren van Park Overbosch, als wel senioren van buiten het complex. Mevrouw van der Klaauw deelt mee dat dit ook op die manier is vastgelegd in het bestemmingsplan. De activiteiten van het paviljoen zijn bestemd voor senioren en moeten ondersteunend zijn aan het Park Overbosch. Bovendien wordt hiermee met de bepalingen van de horecacategorie in het bestemmingsplan rekening gehouden, zodat de gevreesde kroegfunctie niet tot de mogelijkheden behoort. De heer Schrader vult aan dat e.e.a. via vergunningen gereguleerd kan worden. Schaduw De omwonenden geven aan dat verschillende tuinen en woningen meer last krijgen van schaduw door de uitbreiding van het gebouw. Mevrouw van der Klaauw meldt dat uit de zonnediagrammen blijkt dat een klein aantal tuinen in het voor- en of najaar op een bepaald moment van de dag iets meer schaduw krijgen. De gemeente is echter van mening dat deze toename niet van dien aard is dat er aanleiding is het bouwplan aan te passen. Privacy
27
In het nieuwe “Park Overbosch”, krijgen appartementen uitzicht op de tuinen van de Prof. Nolenslaan. In de huidige situatie is aan de zijde van de Nolenslaan een gang gesitueerd. Verschillende bewoners van de Prof. Nolenslaan vinden dat de nieuwe situatie een inbreuk is op de privacy. Verzocht wordt om de indeling van het gebouw (op welke verdieping appartementen en op welke de “psychiatrisch-geriatrische” plaatsen) zodanig in te vullen, dat de bewoners van de Nolenslaan er zo weinig mogelijk last van hebben. De heer Schrader geeft aan dat de “pg”- plaatsen niet op een hogere verdieping kunnen worden gesitueerd. Wel neemt hij het verzoek mee om te bekijken of/ op welke wijze hier rekening mee gehouden kan worden. Planologische procedure nieuwbouwplan/bestemmingsplan Mevrouw van der Klaauw geeft aan dat het nieuwbouwplan van “Park Overbosch” ingepast wordt in het nieuwe bestemmingsplan Dorp Voorhout. De planning is dat dit bestemmingsplan als ontwerp binnen een maand ter inzage wordt gelegd en men dan een zienswijze kan indienen op het plan (en dus ook op het nieuwbouwplan “Park Overbosch”). Begin volgend jaar zal de gemeenteraad het bestemmingsplan vaststellen. Tegen dit besluit staat dan beroep open bij de Raad van State. Conclusie Geconcludeerd wordt dat de bezwaren vooral zijn gericht op de tijdelijke ontsluiting van het terrein en de situering van het paviljoen. Mevrouw van der Klaauw deelt mee dat de gemeente deze punten nog eens bekijkt.
Lindy van der Klaauw, Gemeente Teylingen, 7 oktober 2010.
28
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Bijlage 6
Bezonningsstudie Park Overbosch
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
71
Overbosch te Voorhout voor Wst. Vooruitgang & ActiVite presentatie zonnestudie projectno. 08248 | 21 december 2010
O v e r b o s c h t e v oo r h o u t voor WSt Vooruitgang & ActiVite p r e s e n tatie zon n e stu d ie maa n DAG 21 d ec e mbe r 2010
overbosch te voorhout voor wst vooruitgang & activite | december 2010
bestaande situatie
21 maart | 09.00 uur
21 maart | 12.00 uur
gewijzigde situatie
21 maart | 09.00 uur
21 maart | 12.00 uur
zo n n estu die 21 m a a rt overbosch te voorhout voor wst vooruitgang & activite | december 2010
bestaande situatie
21 maart | 16.00 uur
21 maart | 18.00 uur
gewijzigde situatie
21 maart | 16.00 uur
21 maart | 18.00 uur
zo n n estu die 21 m a a rt overbosch te voorhout voor wst vooruitgang & activite | december 2010
bestaande situatie
21 juni | 09.00 uur
21 juni | 12.00 uur
gewijzigde situatie
21 juni | 09.00 uur
21 juni | 12.00 uur
zo n n estu die 21 j u ni overbosch te voorhout voor wst vooruitgang & activite | december 2010
bestaande situatie
21 juni | 16.00 uur
21 juni | 18.00 uur
gewijzigde situatie
21 juni | 16.00 uur
21 juni | 18.00 uur
zo n n estu die 21 j u ni overbosch te voorhout voor wst vooruitgang & activite | december 2010
bestaande situatie
23 oktober | 09.00 uur
23 oktober | 12.00 uur
gewijzigde situatie
23 oktober | 09.00 uur
23 oktober | 12.00 uur
zo n n estu die 23 o k to ber overbosch te voorhout voor wst vooruitgang & activite | december 2010
bestaande situatie
23 oktober | 16.00 uur
23 oktober| 18.00 uur
gewijzigde situatie
23 oktober | 16.00 uur
23 oktober | 18.00 uur
zo n n estu die 23 o k to ber overbosch te voorhout voor wst vooruitgang & activite | december 2010
bestaande situatie
23 november | 09.00 uur
23 november | 12.00 uur
gewijzigde situatie
23 november | 09.00 uur
23 november | 12.00 uur
zo n n estu die 23 n ov em ber overbosch te voorhout voor wst vooruitgang & activite | december 2010
bestaande situatie
23 november | 16.00 uur
23 november | 18.00 uur
gewijzigde situatie
23 november| 16.00 uur
23 november | 18.00 uur
zo n n estu die 23 n ov em ber overbosch te voorhout voor wst vooruitgang & activite | december 2010
bestaande situatie
21 december | 09.00 uur
21 december | 12.00 uur
gewijzigde situatie
21 december | 09.00 uur
21 december | 12.00 uur
zo n n estu die 21 d ecem ber overbosch te voorhout voor wst vooruitgang & activite | december 2010
bestaande situatie
21 december | 16.00 uur
21 december | 18.00 uur
gewijzigde situatie
21 december | 16.00 uur
21 december | 18.00 uur
zo n n estu die 21 d ecem ber overbosch te voorhout voor wst vooruitgang & activite | december 2010
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Bijlage 7 Akoestische aspecten wijzigingsbevoegdheden Herenstraat
72
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
memo
Postbus 150, 3000 AD Rotterdam Telefoon: 010-2018555 Fax: 010-4121039 E-mail:
[email protected]
Aan:
gemeente Teylingen
T.a.v.:
Mevr. L. van der Klaauw
Onderwerp:
Akoestische aspecten wijzigingsbevoegdheid bestemmingsplan Dorp Voorhout
Datum:
31 december 2010
Referte:
ing. Hanno Hommel
1. Inleiding en samenvatting Aanleiding In het bestemmingsplan Dorp Voorhout is aan de Herenstraat een aantal wijzigingsbevoegdheden opgenomen. Momenteel zijn deze gronden bestemd voor centrum of gemengde doeleinden. Door middel van de wijzigingsbevoegdheid kan het college van burgemeester en wethouders deze gronden herstructureren. Hierbij kan plaatselijk de bestemming worden gewijzigd naar horeca of wonen. Omdat de woonfunctie op basis van de Wet geluidhinder geluidgevoelig is, wordt in dit memo onderzocht wat de aandachtspunten zijn met betrekking tot geluidhinder. Daarbij zal met name naar wijzigingsbevoegdheid 2 worden gekeken, omdat de gemeente voornemens is deze binnen enkele jaren uit te voeren. In het bestemmingsplan Dorp Voorhout is geen aandacht besteed aan het aspect geluidhinder met betrekking tot de wijzigingsbevoegdheden. Dit aspect dient in het wijzigingsplan aan de orde te komen. Vooruitlopend daarop wordt in onderhavig onderzoek bekeken of er mogelijke belemmeringen optreden vanuit het aspect geluidhinder. Het onderzoek zal daarbij zowel ingaan op de gevolgen ten aanzien van wegverkeerslawaai en railverkeerslawaai. Het vigerende beleid met betrekking tot geluidshinder is vastgelegd in de Wet geluidhinder, ministeriële besluiten en jurisprudentie en in artikel 3.3.1 van het Besluit ruimtelijke ordening. Een toelichting hierop komt in deze memo aan de orde, toegespitst op de situatie in dit plan. Bij geluidshinder wordt onderscheid gemaakt tussen verschillende bronnen/typen geluid. De wijzigingsbevoegdheden liggen (deels) binnen de formele geluidszones van de volgende bronnen: wegverkeerslawaai; railverkeerslawaai. In dit memo wordt beschreven van de aandachtspunten zijn ten gevolge van de geluidsbronnen. Eerst komt wegverkeerslawaai aan de orde (hoofdstuk 2). In hoofdstuk 3 zal worden ingegaan op railverkeerslawaai.
blz. 1
Conclusie Het onderzoek in onderhavig memo leidt samengevat tot onderstaande conclusies: Wegverkeerslawaai Wijzigingsbevoegdheid 1, 2 en 3 liggen niet binnen de geluidszone van een gezoneerde weg; Wijzigingsbevoegdheid 4 ligt binnen de geluidszone van de gezoneerde Leidsevaart. Uit indicatief akoestisch onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarde wordt overschreden; de uiterste grenswaarde wordt niet overschreden. Nader gedetailleerd akoestisch onderzoek is noodzakelijk. Ter plaatse van wijzigingsbevoegdheid 2 wordt ten gevolge van niet-gezoneerde 30 km/h-wegen de voorkeursgrenswaarde zoals die geldt voor gezoneerde wegen overschreden. De hoogst toelaatbare geluidsbelasting wordt echter niet overschreden. Er is sprake van een aanvaardbaar akoestisch klimaat Railverkeerslawaai Wijzigingsbevoegdheid 1, 2 en 3 liggen binnen de geluidszone van de spoorlijn Leiden-Haarlem. De voorkeursgrenswaarde wordt overschreden; de uiterste grenswaarde niet. Nader gedetailleerd akoestisch onderzoek is noodzakelijk. Wijzigingsbevoegdheid 4 ligt niet binnen de geluidszone van een spoorlijn.
blz. 2
2. Wegverkeerslawaai 2.1 Wettelijk kader Normstelling Langs alle wegen - met uitzondering van 30 km/h-wegen en woonerven- bevinden zich op grond van de Wet geluidhinder (Wgh) geluidszones. Binnen een geluidszone van een weg moet voor nieuwe geluidsgevoelige functies getoetst worden of het akoestisch klimaat ter plaatse aanvaardbaar is. De breedte van de geluidszone is afhankelijk van het aantal rijstroken en van de binnen- of buitenstedelijke ligging. In tabel 2.1 is hiervan een overzicht opgenomen. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening ook voor 30 km/h-wegen de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting worden onderbouwd. Tabel 2.1. Geluidszones Weg
aantal rijstroken
zonebreedte
Binnenstedelijk
1 of 2
200 meter
(binnen de bebouwde kom m.u.v. autowegen en autosnelwegen
3 of meer
350 meter
Buitenstedelijk
1 of 2
250 meter
(buiten de bebouwde kom, autowegen en autosnelwegen)
3 of 4
400 meter
5 of meer
600 meter
Nieuwe situaties Voor de geluidsbelasting aan de buitengevels van geluidsgevoelige bestemmingen binnen de wettelijke geluidszone van een weg geldt een voorkeursgrenswaarde van 48 dB. In bepaalde gevallen is vaststelling van een hogere waarde mogelijk. Hogere grenswaarden kunnen alleen worden verleend nadat is onderbouwd dat maatregelen om de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen terug te dringen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. Deze hogere grenswaarde mag de uiterste grenswaarde niet te boven gaan. De gemeente Teylingen heeft zich aangesloten bij het regionale geluidsbeleid van de milieudienst WestHolland dat is vastgelegd in de beleidsnotitie 'Richtlijnen voor het vaststellen van hogere grenswaarden in het kader van de decentralisatie van de hogere grenswaardenprocedure Wgh' d.d. 15 maart 2007. Op basis van het beleid geldt dat ten aanzien van de nieuwe woningen alleen een hogere waarde dan 53 dB kan worden vastgesteld als voldoende verzekerd wordt dat de verblijfsruimten en ten minste één van de tot de woning behorende buitenruimte niet aan de meest geluidsbelaste gevel worden gesitueerd. Bij uitzondering kan een hogere waarde dan 58 dB worden vastgesteld. Hiervoor is dan wel een uitgebreidere motivatie noodzakelijk. De hogere waarde dient in die situatie niet meer te bedragen dan 63 dB. Indien de uiterste grenswaarde wordt overschreden en maatregelen ter reductie van de geluidsbelasting aan de bron of in het overdrachtsgebied niet mogelijk of doeltreffend zijn, dienen maatregelen aan de zijde van de geluidsontvanger te worden genomen, zoals het toepassen van een dove gevel. Daarnaast dient altijd de wettelijke binnenwaarde te worden gegarandeerd. Het kan daarvoor noodzakelijk zijn dat geluidsisolerende gevelmaatregelen worden genomen. In het kader van de ruimtelijke procedures komen echter alleen de maatregelen aan de bron of in het overdrachtsgebied aan de orde. De gevelmaatregelen komen pas aan de orde in het kader van de daadwerkelijke realisatie van de ontwikkeling. Hieraan wordt bijvoorbeeld getoetst bij een bouwaanvraag. Krachtens artikel 110g van de Wet geluidhinder mag het berekende geluidsniveau van het wegverkeer worden gecorrigeerd in verband met de verwachting dat motorvoertuigen in de toekomst stiller zullen worden. Conform artikel 3.6 uit het Reken- en Meetvoorschrift geluidhinder 2006 geldt voor wegen met een snelheid lager dan 70 km/h een aftrek van 5 dB. Voor wegen met een maximumsnelheid van 70 km/h of meer geldt een aftrek van 2 dB. Op alle in deze rapportage genoemde geluidsbelastingen is deze aftrek toegepast, tenzij anders vermeld.
blz. 3
30 km/h-wegen Zoals gesteld zijn wegen met een maximumsnelheid van 30 km/h of lager op basis van de Wgh nietgezoneerd. Akoestisch onderzoek zou achterwege kunnen blijven. Op basis van jurisprudentie dient in het kader van een goede ruimtelijke ordening inzichtelijk te worden gemaakt of er sprake is van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. Indien dit niet het geval is, dient te worden onderbouwd of maatregelen ter beheersing van de geluidsbelasting aan de gevels noodzakelijk, mogelijk en/of doelmatig zijn. Ter onderbouwing van de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting wordt bij gebrek aan wettelijke normen aangesloten bij de benaderingswijze die de Wgh hanteert voor gezoneerde wegen. Vanuit dat oogpunt wordt de voorkeursgrenswaarde van 48 dB gehanteerd en geldt de uiterste grenswaarde van 63 dB uit de Wgh als hoogst aanvaardbare waarde. 2.2 Resultaten akoestisch onderzoek De wijzigingsbevoegdheden 1, 2 en 3 liggen niet binnen de geluidszone van een gezoneerde weg. Akoestisch onderzoek kan derhalve achterwege blijven. Om de aanvaardbaarheid van de geluidsbelasting van niet-gezoneerde wegen te beoordelen, dient akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd ten gevolge van de omliggende 30 km/h-wegen. Met name de Herenstraat is daarbij, gezien de relatief hoge verkeersintensiteiten, van belang. Wijzigingsbevoegdheid 4 ligt binnen de geluidszone van de Leidsevaart. De Leidsevaart is een gebiedsontsluitingsweg met een buiten stedelijke ligging, bestaan uit één tot twee rijstroken en geldt derhalve een geluidszone van 250 m. Wijzigingsgebied 4 is op circa 173 meter afstand het de Leidsevaart gelegen. Op basis van een indicatieve berekening conform de Standaard Rekenmethode I (SRM I) blijkt dat de geluidsbelasting 52 dB bedraagt en de voorkeursgrenswaarde van 48 dB overschrijdt. Nader akoestisch onderzoek op basis van de Standaard Rekenmethode II (SRM II) is noodzakelijk. Daarin wordt ook rekening gehouden met het effect van de afschermende bebouwing tussen de Leidsevaart en de wijzigingsbevoegdheid. Wijzigingsgebied 2 Omdat het voornemen is om wijzigingsbevoegdheid 2 daadwerkelijk binnen enkele jaren uit te voeren, is hiervoor indicatief akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de omliggende 30 km/h-wegen. Rekenmethodiek Het akoestisch onderzoek is uitgevoerd volgens Standaard Rekenmethode I (SRM I) conform het Rekenen Meetvoorschrift Geluidhinder 2006 (RMG 2006). De geluidsbelasting aan de buitengevels van de beoogde ontwikkeling is berekend voor het prognosejaar 2020, aansluitend bij het bestemmingsplan Dorp Voorhout. Verkeersintensiteit De verkeersintensiteiten voor de verschillende wegen zijn afkomstig uit de RVMK Holland Rijnland 2020 (Goudappel Coffeng). De Irenestraat staat hierop niet vermeld. Aangenomen is dat de verkeersintensiteit op de Irenestraat niet meer zal bedragen dan op de Prins Bernhardstraat. Tabel 2.2. Verkeersintensiteiten (afgerond op 50-tallen) Weg
2020
Herenstraat
4100
Prins Bernhardstraat
400
Irenestraat,
400
Voertuigverdeling De werkelijke voertuigverdeling op de verschillende wegen is niet bekend. Voor de Herenstraat is de voertuigverdeling uit het bestemmingplan Dorp Voorhout aangehouden. Voor de overige wegen is er voor gekozen aan te sluiten bij landelijke gemiddelden (zie bijlage 1). Er is geen reden om aan te nemen dat de daadwerkelijke voertuigverdeling afwijkt van de standaardverdeling. Voor deze is aangesloten bij het gemiddelde voor een buurtverzamelweg. Overige gegevens Voor het berekenen van de geluidsbelasting zijn ook de maximumsnelheid en verhardingssoort relevant. In tabel 2.3 zijn deze gegevens vermeld. Om een representatief beeld te krijgen van de geluidsbelasting blz. 4
is bij de berekeningen uitgegaan van woningen met een maximale goothoogte van 10 meter en een maximale nokhoogte van 14 meter. De vastgestelde waarneemhoogtes zijn gebaseerd op de randvoorwaarden voor wijzigingsgebied 2 en bevinden zich derhalve op 4,50 m en 7,50 m en 10,50 m aan de gevel. De berekeningen zijn opgenomen in bijlage 1. Tabel 2.3 Overige gegevens Weg
maximumsnelheid
wegdektype
Herenstraat
30 km/h
DAB
Prins Bernhardstraat
30 km/h
klinkers in keperverband
Irenestraat
30 km/h
klinkers in keperverband
Resultaten 30 km/h-wegen Ten gevolge van het verkeer op de Herenstraat bedraagt de maximale geluidsbelasting 54 dB. Deze waarde treedt op aan de begrenzing van de wijzigingsbevoegdheid op 4,50 en 7,50 m hoogte. Hierbij wordt de voorkeursgrenswaarde met 8 dB overschreden. Ten gevolge van het verkeer op de Prins Bernhardstraat bedraagt de maximale geluidsbelasting 50 dB op 4,5 m hoogte. Hierbij wordt de voorkeursgrenswaarde met 2 dB overschreden. Ten gevolge van het verkeer op de Irenestraat bedraagt de maximale geluidsbelasting 49 dB op 4,50 m hoogte. Hierbij wordt de voorkeursgrenswaarde met 1 dB overschreden. Maatregelen ter reductie van de geluidsbelasting Bezien is of met maatregelen de geluidsbelasting doelmatig kan worden teruggedrongen. Er is een aantal maatregelen ter reductie van de geluidshinder denkbaar. Een mogelijkheid is om de functie van de weg, samenstelling van het verkeer of de maximumsnelheid te wijzigen. Deze maatregelen zijn niet mogelijk of leiden niet tot geluidsreductie. De wegen behoren reeds tot de laagste categorie (erftoegangsweg 30 km/h). Een verdere snelheidsverlaging is derhalve niet mogelijk. Het toepassen van een andere wegdekverharding is niet wenselijk. In verblijfsgebieden, zoals de Prins Bernhardstraat en Irenestraat, draagt klinkerverharding bij aan het verblijfskarakter en is wijziging hiervan niet doelmatig. Toepassing van akoestisch stille betonstraatstenen is wel een mogelijkheid. Stille betonstraatstenen geven een geluidsreductie van 5 dB (bron: www.stillerverkeer.nl). Bij herbestrating (in het kader van groot onderhoud) kan toepassing van dergelijke klinkers eventueel worden overwogen. De Herenstraat is geasfalteerd met DAB. Toepassing van geluidsreducerend asfalt is binnen 30 km/hgebieden niet doelmatig. Maatregelen in het overdrachtsgebied zoals geluidsschermen zijn stedenbouwkundig niet inpasbaar. Geconcludeerd wordt dat maatregelen niet mogelijk of doelmatig zijn en dat de hoogst aanvaardbare waarde niet wordt overschreden. Bovendien betreft het de geluidsbelasting ten gevolge 30 km/h-wegen, waardoor een besluit hogere waarde niet aan de orde is. Er is sprake van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. In alle situaties dient te worden voldaan aan het gestelde normen in het bouwbesluit ten aanzien van het binnenwaardeniveau. Conclusie De wijzigingsbevoegdheden 1, 2 en 3 liggen niet binnen de geluidszone van een gezoneerde weg. Akoestisch onderzoek op basis van de Wet geluidhinder kan derhalve achterwege blijven Wijzigingsbevoegdheid 4 ligt binnen de zone van de Leidsevaart. De geluidsbelasting op basis van een indicatieve berekening overschrijdt de voorkeursgrenswaarde, waardoor gedetailleerd akoestisch onderzoek noodzakelijk is. Ten gevolge van het verkeer op de omliggende 30 km/h-wegen is er ter plaatse van wijzigingsbevoegdheid 2 sprake van een aanvaardbaar akoestisch klimaat. De hoogst aanvaardbare waarde wordt nergens overschreden.
blz. 5
3. Railverkeerslawaai 3.1 Wettelijk kader Toetsingskader Normstelling Indien nieuwe woningen of andere geluidsgevoelige bestemmingen binnen de onderzoekszone van een spoorweg worden gerealiseerd, dient onderzoek plaats te vinden naar de geluidbelasting vanwege deze spoorweg. Voor woningen bedraagt de voorkeursgrenswaarde 55 dB. In bepaalde gevallen is vaststelling van een hogere waarde mogelijk. De uiterste grenswaarde mag daarbij niet worden overschreden. De uiterste grenswaarde bedraagt, in overeenstemming met het beleid van de milieudienst West-Holland 63 dB. Hogere grenswaarden kunnen alleen worden verleend nadat is onderbouwd dat maatregelen om de geluidsbelasting aan de gevel van geluidsgevoelige bestemmingen terug te dringen onvoldoende doeltreffend zijn, dan wel overwegende bezwaren ontmoeten van stedenbouwkundige, verkeerskundige, vervoerskundige, landschappelijke of financiële aard. De geluidhinder wordt berekend aan de hand van de Europese dosismaat Lden (L day-evening-night). Deze dosismaat wordt weergegeven in dB. Deze waarde vertegenwoordigt het gemiddelde geluidsniveau over een etmaal. Wijzigingsgebied 1, 2 en 3 zijn gelegen binnen de geluidszone van spoorlijn traject 500. De spoorlijn traject 500 is wettelijk gezoneerd. De zonebreedte van deze spoorlijn bedraagt 300 meter uit de kant van de buitenste spoorstaaf en overlapt daarmee wijzigingsgebied 1, 2 en 3. Wijzigingsgebied 4 ligt buiten de geluidszone van de spoorlijn. Wijzigingsgebied 1 ligt op circa 90 meter afstand van het spoor. Wijzigingsgebied 2 is gelegen op circa 165 meter afstand van het spoor. Wijzigingsgebied 3 is gelegen op circa 200 meter afstand van het spoor. Voor woningen bedraagt de voorkeursgrenswaarde 55 dB en de uiterste grenswaarde bedraagt, in aansluiting met het beleid van de milieudienst West-Holland 63 dB. Berekeningsgegevens Voor de berekeningen is uitgegaan van de berekeningsgegevens uit het Akoestisch Spoorboekje uit 2009 (ASWIN 2009). In ASWIN 2009 zijn net als in ASWIN 2008 geen prognoses meer geleverd. Dit is een uitvloeisel van het Reken- en Meetvoorschrift 2006 waarin gesteld wordt: “Omdat er omtrent de prognose voor het maatgevende jaar in de toekomst geen generieke uitspraken kunnen worden gedaan, is dat deel van het emissieregister vervallen”. Er wordt in de geluidsberekeningen dan ook niet van prognosejaren uitgegaan zoals voorheen maar van de toekomstige geluidsproductieplafonds. Het wetsvoorstel ten aanzien van de geluidsproductieplafonds ligt ter advies bij de Raad van State. Verwacht wordt dat de plafonds worden gebaseerd op de waarden van het peiljaar 2007 plus 1,5 dB. Deze waarden zullen de uiteindelijke geluidsproductieplafonds voorlopig het beste benaderen. We spreken hier dan ook van een voorlopige methode welke kan worden toegepast tot het moment van in werking treden van de geluidsproductieplafonds (bron: Deltarail, aanbieding ASWIN versie 2008, 28 april 2008). De berekeningen zijn opgenomen in bijlage 2. 3.2 Resultaten Ten gevolge van het railverkeer treden de in onderstaande tabel genoemde maximale geluidsbelastingen op. Tabel 3.1 resultaten spoorweglawaai wijzigingsbevoegdheid berekende geluidsbelasting 1 59,1 dB 2 55,1 dB 3 53,7 dB
Toetswaarde (rekening houdend geluidsproductieplafond) 60,6 dB 56,6 dB 55,2 dB
met
De maatgevende geluidsbelasting treedt op op 10,5 m hoogte. Bij alle waarden is rekening gehouden met het geluidsproductieplafond. Op basis van tabel 3.1 wordt de voorkeursgrenswaarde van 55 dB overschreden ter plaatse van de wijzigingsbevoegdheden 1 en 2. De uiterste grenswaarde van 63 dB wordt niet overschreden. Hierbij is geen rekening gehouden met de afschermende werking van tussengelegen bebouwing. Nader akoestisch onderzoek op basis van SRM II is noodzakelijk om de invloed van omgevingsaspecten, zoals afschermde bebouwing te berekenen. blz. 6
Conclusie Ter plaatse van wijzigingsbevoegdheid 1 en 2 wordt de voorkeursgrenswaarde voor railverkeerslawaai overschreden. De uiterste grenswaarde wordt niet overschreden. Gedetailleerd onderzoek op basis van SRM II is noodzakelijk om de geluidsbelasting inzichtelijk te maken, rekening houdend met omgevingsaspecten, zoals afschermende bebouwing. Dit onderzoek moet in het kader van het wijzigingsplan worden uitgevoerd. Ook dient aandacht te worden besteed aan de gecumuleerde geluidsbelasting in samenhang met wegverkeerslawaai en het binnenwaardeniveau.
blz. 7
bijlagen
Bijlage 1 Uitvoer wegverkeerslawaai
blz. 8
Voorhout
Wijzigingsbevoegdheid 2
Ontvanger
: Situatie 2020
Rijlijn
: Herenstraat
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: : : : :
0.00 4.50 0.25 0.50 127 : 0 - Referentiewegdek
Waarneemhoogte [m]
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 93.70 93.70 93.70 30 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 4.10 4.10 4.10 30 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 2.20 2.20 2.20 30 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V1.40
0.75 0.00 9.89 0.08 0.72 0.25
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art. 110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
:
: : : :
4.5
9.00 9.75 0.00 0.00
: : : :
4100.00 7.00 2.60 0.70
E_dag E_avond E_nacht 0.00 0.00 0.00 67.17 62.87 57.17 62.14 57.84 52.14 62.65 58.34 52.65 0.00 0.00 0.00 69.39 65.09 59.39 ----
: : : : : :
59.20 54.90 49.20 5 59 54
12/31/2010 2:08:56 PM, blz. 1
Voorhout
Wijzigingsbevoegdheid 2
Rijlijn Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: Prins Bernhardstraat : : : : :
0.00 Afstand horizontaal [m] 3.25 Afstand schuin [m] 0.00 Afstand kruispunt [m] 0.75 Afstand obstakel [m] 127 : 49a - Elementenverharding in keperverband (30km/h) Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 94.59 94.59 94.59 30 2.00 3 Middelzware Motorvoert... 4.76 4.76 4.76 30 2.00 4 Zware Motorvoertuigen 0.65 0.65 0.65 30 2.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Rijlijn
: Irenestraat
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: : : : :
1.13 0.00 6.95 0.04 0.00 0.13
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V1.40
0.75 0.00 7.39 0.05 0.00 0.14
400.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond E_nacht 0.00 0.00 0.00 58.81 56.40 49.74 54.39 51.99 45.32 48.95 46.54 39.88 0.00 0.00 0.00 60.47 58.06 51.39 ----
: : : : : :
0.00 Afstand horizontaal [m] 4.00 Afstand schuin [m] 0.00 Afstand kruispunt [m] 0.50 Afstand obstakel [m] 127 : 49a - Elementenverharding in keperverband (30km/h)
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 94.59 94.59 94.59 30 2.00 3 Middelzware Motorvoert... 4.76 4.76 4.76 30 2.00 4 Zware Motorvoertuigen 0.65 0.65 0.65 30 2.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art. 110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
3.25 4.96 0.00 0.00
: : : :
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art. 110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : :
: : : :
54.46 52.06 45.39 5 55 50
4.00 5.48 0.00 0.00
: : : :
400.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond E_nacht 0.00 0.00 0.00 58.81 56.40 49.74 54.39 51.99 45.32 48.95 46.54 39.88 0.00 0.00 0.00 60.47 58.06 51.39 ----
: : : : : :
53.64 51.23 44.57 5 54 49
12/31/2010 2:08:56 PM, blz. 2
Voorhout
Wijzigingsbevoegdheid 2
Ontvanger
: Situatie 2020
Rijlijn
: Herenstraat
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: : : : :
0.00 4.50 0.25 0.50 127 : 0 - Referentiewegdek
Waarneemhoogte [m]
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 93.70 93.70 93.70 30 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 4.10 4.10 4.10 30 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 2.20 2.20 2.20 30 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V1.40
0.75 0.00 10.51 0.09 0.73 0.19
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art. 110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
:
: : : :
7.5
9.00 11.25 0.00 0.00
: : : :
4100.00 7.00 2.60 0.70
E_dag E_avond E_nacht 0.00 0.00 0.00 67.17 62.87 57.17 62.14 57.84 52.14 62.65 58.34 52.65 0.00 0.00 0.00 69.39 65.09 59.39 ----
: : : : : :
58.63 54.33 48.63 5 59 54
12/31/2010 2:08:56 PM, blz. 3
Voorhout
Wijzigingsbevoegdheid 2
Rijlijn Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: Prins Bernhardstraat : : : : :
0.00 Afstand horizontaal [m] 3.25 Afstand schuin [m] 0.00 Afstand kruispunt [m] 0.75 Afstand obstakel [m] 127 : 49a - Elementenverharding in keperverband (30km/h) Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 94.59 94.59 94.59 30 2.00 3 Middelzware Motorvoert... 4.76 4.76 4.76 30 2.00 4 Zware Motorvoertuigen 0.65 0.65 0.65 30 2.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Rijlijn
: Irenestraat
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: : : : :
1.13 0.00 8.74 0.06 0.00 0.12
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V1.40
0.75 0.00 8.95 0.06 0.00 0.13
400.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond E_nacht 0.00 0.00 0.00 58.81 56.40 49.74 54.39 51.99 45.32 48.95 46.54 39.88 0.00 0.00 0.00 60.47 58.06 51.39 ----
: : : : : :
0.00 Afstand horizontaal [m] 4.00 Afstand schuin [m] 0.00 Afstand kruispunt [m] 0.50 Afstand obstakel [m] 127 : 49a - Elementenverharding in keperverband (30km/h)
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 94.59 94.59 94.59 30 2.00 3 Middelzware Motorvoert... 4.76 4.76 4.76 30 2.00 4 Zware Motorvoertuigen 0.65 0.65 0.65 30 2.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art. 110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
3.25 7.49 0.00 0.00
: : : :
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art. 110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : :
: : : :
52.66 50.26 43.59 5 54 49
4.00 7.85 0.00 0.00
: : : :
400.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond E_nacht 0.00 0.00 0.00 58.81 56.40 49.74 54.39 51.99 45.32 48.95 46.54 39.88 0.00 0.00 0.00 60.47 58.06 51.39 ----
: : : : : :
52.07 49.67 43.00 5 53 48
12/31/2010 2:08:56 PM, blz. 4
Voorhout
Wijzigingsbevoegdheid 2
Ontvanger
: Situatie 2020
Rijlijn
: Herenstraat
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: : : : :
0.00 4.50 0.25 0.50 127 : 0 - Referentiewegdek
Waarneemhoogte [m]
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 93.70 93.70 93.70 30 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 4.10 4.10 4.10 30 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 2.20 2.20 2.20 30 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V1.40
0.75 0.00 11.23 0.10 0.75 0.16
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art. 110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
:
: : : :
10.5
9.00 13.27 0.00 0.00
: : : :
4100.00 7.00 2.60 0.70
E_dag E_avond E_nacht 0.00 0.00 0.00 67.17 62.87 57.17 62.14 57.84 52.14 62.65 58.34 52.65 0.00 0.00 0.00 69.39 65.09 59.39 ----
: : : : : :
57.89 53.59 47.89 5 58 53
12/31/2010 2:08:56 PM, blz. 5
Voorhout
Wijzigingsbevoegdheid 2
Rijlijn Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: Prins Bernhardstraat : : : : :
0.00 Afstand horizontaal [m] 3.25 Afstand schuin [m] 0.00 Afstand kruispunt [m] 0.75 Afstand obstakel [m] 127 : 49a - Elementenverharding in keperverband (30km/h) Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 94.59 94.59 94.59 30 2.00 3 Middelzware Motorvoert... 4.76 4.76 4.76 30 2.00 4 Zware Motorvoertuigen 0.65 0.65 0.65 30 2.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Rijlijn
: Irenestraat
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: : : : :
1.13 0.00 10.12 0.08 0.00 0.13
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V1.40
0.75 0.00 10.23 0.08 0.00 0.13
400.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond E_nacht 0.00 0.00 0.00 58.81 56.40 49.74 54.39 51.99 45.32 48.95 46.54 39.88 0.00 0.00 0.00 60.47 58.06 51.39 ----
: : : : : :
0.00 Afstand horizontaal [m] 4.00 Afstand schuin [m] 0.00 Afstand kruispunt [m] 0.50 Afstand obstakel [m] 127 : 49a - Elementenverharding in keperverband (30km/h)
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 94.59 94.59 94.59 30 2.00 3 Middelzware Motorvoert... 4.76 4.76 4.76 30 2.00 4 Zware Motorvoertuigen 0.65 0.65 0.65 30 2.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art. 110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
3.25 10.28 0.00 0.00
: : : :
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art. 110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : :
: : : :
51.26 48.86 42.19 5 52 47
4.00 10.54 0.00 0.00
: : : :
400.00 6.54 3.76 0.81
E_dag E_avond E_nacht 0.00 0.00 0.00 58.81 56.40 49.74 54.39 51.99 45.32 48.95 46.54 39.88 0.00 0.00 0.00 60.47 58.06 51.39 ----
: : : : : :
50.77 48.37 41.70 5 52 47
12/31/2010 2:08:56 PM, blz. 6
Dorp Voorhout
Wijzigingsbevoegdheid 4
Ontvanger
: wijz. bevoegdheid 4
Rijlijn
: Leidsevaart
Wegdekhoogte [m] Verhardingsbreedte [m] Bodemfactor [-] Objectfractie [-] Zichthoek [grad] Wegdektype [-]
: : : : :
0.00 0.00 1.00 0.00 127 : 0 - Referentiewegdek
Waarneemhoogte [m]
Afstand horizontaal [m] Afstand schuin [m] Afstand kruispunt [m] Afstand obstakel [m]
Q_etmaal % Daguur % Avonduur % Nachtuur
Emissiegegevens distributie per voertuigcategorie per periode in dB(A) m Categorie Dag[%] Avond[%] Nacht[%] km/u C_wegdek 1 Motorrijwielen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 2 Lichte Motorvoertuigen 86.60 86.60 86.60 80 0.00 3 Middelzware Motorvoert... 8.35 8.35 8.35 80 0.00 4 Zware Motorvoertuigen 5.05 5.05 5.05 80 0.00 5 Bromfietsen 0.00 0.00 0.00 50 0.00 Totaal 100.00 100.00 100.00 C_optrek Resultaten in dB(A) C_reflectie C_zichthoek D_afstand D_lucht D_bodem D_meteo
: : : : : :
Standaard rekenmethode 1 V1.40
0.00 0.00 22.38 1.03 4.48 1.99
LAeq, dag LAeq, avond LAeq, nacht Aftrek Art. 110g [dB] Lden, excl. Art.110g [dB] Lden, incl. Art.110g [dB]
:
: : : :
7.5
173.00 173.13 0.00 0.00
: : : :
19600.00 6.70 2.70 1.10
E_dag E_avond E_nacht 0.00 0.00 0.00 80.93 76.98 73.08 75.67 71.72 67.82 76.22 72.28 68.38 0.00 0.00 0.00 83.07 79.12 75.22 ----
: : : : : :
53.18 49.23 45.33 2 54 52
12/31/2010 2:27:03 PM, blz. 1
Bijlage 2 Uitvoer railverkeerslawaai (achtereenvolgens: wijzigingsgebied 1, 2, 3)
blz. 9
Aswin 2008 Rekenscherm
peiljaar R2007
(v 09/09)
kilometer begin
18000
versie
1
traject
500
kilometer eind
41700
zone
300
kilometerstand
38749
aantal sporen
2
spoor
S
voertuigen dag
aantallen (bakken/uur) avond
snelheid doorgaand (km / u)
nacht
snelheid stoppend (km / u)
dag
stopfractie avond nacht
Cat. 1 Cat. 2 Cat. 3 Cat. 4 Cat. 5 Cat. 6 Cat. 7
9,99 5,71 0,07 1,17 0,00 0,06 0,00
10,68 5,30 0,20 0,09 0,00 0,00 0,00
4,72 0,19 0,00 0,73 0,00 0,16 0,00
140,00 140,00 120,00 80,00 0,00 0,00 0,00
-40,00 40,00 -40,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,53 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,99 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,80 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Cat. 8
32,01 0,00 0,00 0,00
22,26 0,00 0,00 0,00
7,64 0,00 0,00 0,00
140,00 0,00 0,00 0,00
-40,00 0,00 0,00 0,00
0,33 0,00 0,00 0,00
0,24 0,00 0,00 0,00
0,40 0,00 0,00 0,00
Cat. 9 Cat. 10 Cat. 11 bovenbouwcode afstand waarnemer hoogte waarnemer hoogte spoor hoogte scherm afstand scherm overzijde spoor bodemfactor
1 voegloos spoor met betonnen dwarsligger (mono/duoblok) en ballastbed 200,0 10,5 2,0 0,0 45,0 0,00
meter meter meter meter meter fr. bebouwd
Rekenresultaten voor alle sporen in dB(A) etmaal Lden dag avond nacht emissietotaal immissie scherm immissie
0,80 fr. zacht
DeltaRail - 31-12-2010
81,9 55,4 55,4
80,2 53,7 53,7
78,6 52,1 52,1
76,9 50,4 50,4
71,0 44,5 44,5
Aswin 2008 Rekenscherm
peiljaar R2007
(v 09/09)
kilometer begin
18000
versie
1
traject
500
kilometer eind
41700
zone
300
kilometerstand
38749
aantal sporen
2
spoor
S
voertuigen dag
aantallen (bakken/uur) avond
snelheid doorgaand (km / u)
nacht
snelheid stoppend (km / u)
dag
stopfractie avond nacht
Cat. 1 Cat. 2 Cat. 3 Cat. 4 Cat. 5 Cat. 6 Cat. 7
9,99 5,71 0,07 1,17 0,00 0,06 0,00
10,68 5,30 0,20 0,09 0,00 0,00 0,00
4,72 0,19 0,00 0,73 0,00 0,16 0,00
140,00 140,00 120,00 80,00 0,00 0,00 0,00
-40,00 40,00 -40,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,53 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,99 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,80 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Cat. 8
32,01 0,00 0,00 0,00
22,26 0,00 0,00 0,00
7,64 0,00 0,00 0,00
140,00 0,00 0,00 0,00
-40,00 0,00 0,00 0,00
0,33 0,00 0,00 0,00
0,24 0,00 0,00 0,00
0,40 0,00 0,00 0,00
Cat. 9 Cat. 10 Cat. 11 bovenbouwcode afstand waarnemer hoogte waarnemer hoogte spoor hoogte scherm afstand scherm overzijde spoor bodemfactor
1 voegloos spoor met betonnen dwarsligger (mono/duoblok) en ballastbed 165,0 10,5 2,0 0,0 45,0 0,00
meter meter meter meter meter fr. bebouwd
Rekenresultaten voor alle sporen in dB(A) etmaal Lden dag avond nacht emissietotaal immissie scherm immissie
0,80 fr. zacht
DeltaRail - 31-12-2010
81,9 56,8 56,8
80,2 55,1 55,1
78,6 53,5 53,5
76,9 51,8 51,8
71,0 45,9 45,9
Aswin 2008 Rekenscherm
peiljaar R2007
(v 09/09)
kilometer begin
18000
versie
1
traject
500
kilometer eind
41700
zone
300
kilometerstand
38749
aantal sporen
2
spoor
S
voertuigen dag
aantallen (bakken/uur) avond
snelheid doorgaand (km / u)
nacht
snelheid stoppend (km / u)
dag
stopfractie avond nacht
Cat. 1 Cat. 2 Cat. 3 Cat. 4 Cat. 5 Cat. 6 Cat. 7
9,99 5,71 0,07 1,17 0,00 0,06 0,00
10,68 5,30 0,20 0,09 0,00 0,00 0,00
4,72 0,19 0,00 0,73 0,00 0,16 0,00
140,00 140,00 120,00 80,00 0,00 0,00 0,00
-40,00 40,00 -40,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,53 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,99 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
0,80 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
Cat. 8
32,01 0,00 0,00 0,00
22,26 0,00 0,00 0,00
7,64 0,00 0,00 0,00
140,00 0,00 0,00 0,00
-40,00 0,00 0,00 0,00
0,33 0,00 0,00 0,00
0,24 0,00 0,00 0,00
0,40 0,00 0,00 0,00
Cat. 9 Cat. 10 Cat. 11 bovenbouwcode afstand waarnemer hoogte waarnemer hoogte spoor hoogte scherm afstand scherm overzijde spoor bodemfactor
1 voegloos spoor met betonnen dwarsligger (mono/duoblok) en ballastbed 90,0 10,5 2,0 0,0 45,0 0,00
meter meter meter meter meter fr. bebouwd
Rekenresultaten voor alle sporen in dB(A) etmaal Lden dag avond nacht emissietotaal immissie scherm immissie
0,80 fr. zacht
DeltaRail - 31-12-2010
81,9 60,8 60,8
80,2 59,1 59,1
78,6 57,5 57,5
76,9 55,8 55,8
71,0 49,9 49,9
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Bijlage 8
Notitie ontsluiting Park Overbosch
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
73
notitie Aan:
Gemeente Teylingen
T.a.v.:
Lindy van der Klaauw
Onderwerp:
Verkeersontsluiting Overbosch korte termijn
Datum:
21 april 2011 (oorspronkelijk: 14 februari 2011)
Referte:
Hanno Hommel
Postbus 150, 3000 AD Rotterdam Telefoon: 010-2018555 Fax: 010-4121039 E-mail:
[email protected]
1. Aanleiding In het bestemmingsplan Dorp Voorhout is de locatie Park Overbosch opgenomen. Deze locatie wordt herontwikkeld, waarbij het bestaande casco zoveel mogelijk wordt behouden en aan één zijde wordt uitgebreid. In totaal zal Park Overbosch 95 appartementen en 30 psychiatrisch-geriatische plaatsen en ondersteunende zorgfunctie bevatten. Voor deze ontwikkeling zijn diverse onderzoeken uitgevoerd naar onder andere wegverkeerslawaai en de verkeersontsluiting. Beoogd wordt om de verkeersontsluiting van Park Overbosch in de definitieve situatie plaats te laten vinden via de Sportlaan vanaf de Leidsevaart. Hiervoor is een aanpassing van de bestaande aansluiting noodzakelijk. De provincie is voornemens het verderop gelegen kruispunt op de Nagelbrug te reconstrueren. In dat kader wordt bezien of de aansluiting van de Sportlaan op de Leidsevaart kan worden opgeheven. In het voorlopig ontwerp van de provincie Zuid-Holland (juni 2010) voert de Sportlaan via een parallelweg langs de Leidsevaart naar de Herenstraat en sluit via de Herenstraat aan op de nieuw aan te leggen rotonde ter plaatse van de Nagelbrug. In die situatie is de Sportlaan geschikt voor een goede en veilige ontsluiting van de sportvelden en ook de aangrenzende locatie van Park Overbosch. Op korte termijn wordt in het ontwerpbestemmingsplan Dorp Voorhout een tijdelijke ontsluiting voor Park Overbosch opgenomen, omdat het bestemmingsplan eerder in werking treedt dan de uitvoering van de reconstructie voorzien is. De tijdelijke ontsluiting gaat uit van een circulatie vanaf de Leidsevaart/Sportlaan (ingaand) naar de Doctor Schaepmanlaan/Doctor Kuyperlaan (uitgaand). Thans vindt ontsluiting voor zowel in- als uitgaand verkeer via de Prof. Nolenslaan en de Doctor Schaepmanlaan/Doctor Kuyperlaan plaats. Verder zal geen in-/uitrit vanaf de Herenstraat worden voorzien, waardoor de 25 parkeerplaatsen aan de westzijde van het terrein eveneens bereikt worden via de Leidsevaart/Sportlaan (ingaand), respectievelijk de Doctor Schaepmanlaan/Doctor Kuyperlaan (uitgaand). In deze notitie wordt ingegaan op de effecten van de tijdelijke verkeersontsluiting. De verkeersontsluiting wordt beoordeeld op basis van de aspecten verkeersafwikkeling, verkeersveiligheid en sluipverkeer.
blz. 1
2. Onderzoek tijdelijke ontsluiting De locatie Park Overbosch kent in de nieuwe situatie een maximale verkeersgeneratie van 600 tot 700 mvt/etmaal, uitgaande van 95 woningen en een verkeersgeneratie van 6,3 mvt/etmaal op basis van publicatie 256 (CROW, 2007). De verkeersgeneratie zal in werkelijkheid lager liggen, omdat de doelgroep een lager autogebruik kent dan bij reguliere woningen. Voor dit onderzoek wordt echter in het kader van worstcasebenadering uitgegaan van 700 mvt/etmaal. Dit betreft de verkeersgeneratie Park Overbosch in de nieuwe situatie. Een deel van dit verkeer is in de bestaande situatie reeds aanwezig. Uitgaande van 60 woningen in de bestaande situatie is er in de huidige situatie sprake van een verkeersgeneratie van circa 380 mvt/etmaal. De verkeersgeneratie van de ontwikkeling zal hierdoor –uitgaande van een worstcasebenadering- met 320 mvt/etmaal toenemen. Het verkeer in de beoogde situatie zal zowel naar het hoofdparkeerterrein aan de zuidoostzijde als naar het westelijke parkeerterrein rijden. De verkeersverdeling over de verschillende terreinen wordt berekend op basis van het aantal te ontsluiten parkeerplaatsen en een turn-over (aantal maal dat een parkeerplaats per etmaal gebruikt wordt) van 3. Op basis daarvan zullen 550 mvt/etmaal op het hoofdparkeerterrein afgewikkeld worden en 150 mvt/etmaal op het westelijk parkeerterrein. Al het ingaande verkeer rijdt via de Leidsevaart/Sportlaan (350 mvt/etmaal) en het uitgaande verkeer via de uitgang richting de Prof. Nolenslaan/Doctor Schaepmanlaan (350 mvt/etmaal). De bestaande in-/uitgang via de Herenstraat wordt niet gebruikt als toegang. Er wordt een doorkoppeling voorzien tussen het westelijke terrein en het hoofdparkeerterrein van Park Overbosch. De verkeersgegevens en –ontsluiting zijn in figuur 2.1 weergegeven. Figuur 2.1 Ontsluitingsmodel
75
Prof. Nolenslaan/ Dr. Schaepmanlaan
blz. 2
= mvt/etmaal = terrein Park Overbosch
2.1 Verkeersafwikkeling De wegen die van belang zijn voor de ontsluiting van Park Overbosch zijn de Herenstraat, Sportlaan en Prof. Nolenslaan/Doctor Schaepmanlaan/Doctor Kuyperlaan. Deze wegen zijn erftoegangswegen met een maximumsnelheid van 30 km/h, waarbij de Herenstraat een verkeersverzamelfunctie heeft. De overige wegen zijn verblijfsstraten. Verder is de Leidsevaart van belang. Deze weg is gecategoriseerd als gebiedsontsluitingsweg buiten de bebouwde kom en heeft ter plaatse van de aansluiting op de Sportlaan en de Nagelbrug een maximumsnelheid van 50 km/h. De weg verbindt de A44 met de N206 en heeft een belangrijke regionale functie. Op basis van de verkeersintensiteiten uit de RVMK Holland Rijnland (Goudappel Coffeng, 2008) met verkeersprognoses voor 2020 is met het programma Omni-X een aantal kruispuntberekeningen uitgevoerd voor de tijdelijke ontsluiting. De intensiteit op de Sportlaan is niet bekend, maar geschat op basis van de verkeersgeneratie van de functies (sportvelden met parkeerterrein) die via de Sportlaan ontsloten worden. Op basis van de ochtend- en avondspitsintensiteiten voor de Leidsevaart uit de RVMK en de toename van verkeer als gevolg van Park Overbosch zijn berekeningen uitgevoerd naar de capaciteit van het kruispunt Leidsevaart/Sportlaan. Uit de berekeningen blijkt dat de avondspits de maatgevende periode is, omdat de verkeersintensiteit op de Leidsevaart dan het hoogst is. In de avondspits is al in de huidige situatie sprake van congestie rondom de Nagelbrug en de Sportlaan. Het is daarom niet wenselijk dat de uitrijdende stroom van de Sportlaan op de Leidsevaart verzwaard wordt. Om die reden wordt in het ontsluitingsalternatief uitrijdend verkeer vanaf Park Overbosch niet via de Sportlaan voorzien. Omdat het niet acceptabel is om de volledige verkeersontsluiting via de oostzijde (Prof. Nolenslaan/Doctor Schaepmanlaan/Doctor Kuyperlaan) te voorzien, is gezocht naar andere alternatieven. Uit berekeningen blijkt dat de wachttijden voor inrijdend verkeer vanaf de Leidsevaart naar de Sportlaan zijn kleiner, met name vanuit zuidelijke richting. Het toevoegen van 350 mvt/etmaal (=35 mvt/spitsuur) leidt niet tot een significante verslechtering van de doorstroming. De bestaande congestie op de Leidsevaart (met name als gevolg van het kruispunt Nagelbrug) zal blijven bestaan. Het toevoegen van extra verkeer richting de Sportlaan levert hier geen bijdrage aan. Omdat de toename gering is, heeft dit geen significant effect op de I/Cverhouding1 van het kruispunt. Inrijdend verkeer naar Park Overbosch vanaf de Leidsevaart is daarom verkeerskundig acceptabel. Bovendien zal de piek van het verkeer naar Park Overbosch, gezien de aard van de functie, niet in de spitsperioden liggen. Uitrijdend verkeer zou echter leiden tot langere wachttijden op de Sportlaan, omdat verkeer de Leidsevaart vanwege de congestie niet kan oprijden. Daarom wordt in de tijdelijke situatie uitrijdend verkeer vanaf Park Overbosch voorzien via de uitgang richting de Prof. Nolenslaan/Doctor Schaepmanlaan. Vanwege het eenrichtingsverkeer zal dit verkeer via de Doctor Schaepmanlaan en de Doctor Kuyperlaan rijden.2 Doordat dit slechts de helft van de totale verkeersgeneratie betreft, wordt deze toename in de tijdelijke situatie aanvaardbaar geacht. In onderstaande tabel zijn de effecten opgenomen voor de Prof. Nolenslaan en de Doctor Schaepmanlaan/Doctor Kuyperlaan, rekening houdend met het ingestelde eenrichtingsverkeer. Tabel 2.1 Verkeersaanbod oostzijde Overbosch Verkeersaandeel huidig
Overbosch
Verkeersaandeel beoogde situatie
Overbosch
Prof. Nolenslaan
190 mvt/etmaal*
0 mvt/etmaal (-190 mvt/etmaal)
Doctor Schaepmanlaan (tussen Prof. Nolenslaan en Doctor Kuyperlaan)
190 mvt/etmaal*
350 mvt/etmaal mvt/etmaal)
(+160
Doctor Kuyperlaan
190 mvt/etmaal*
350 mvt/etmaal mvt/etmaal)
(+160
* 50% van de verkeersgeneratie in de huidige situatie (380 mvt/etmaal)
1
Verhouding tussen de intensiteit en de capaciteit van de verschillende rijbanen. Mogelijk zal een klein deel van het verkeer via het Kievitspark rijden, wat leidt tot een beperktere toename op de Doctor Kuyperlaan. Omdat dit echter om een zeer beperkt aandeel gaat, is hier geen rekening mee gehouden.
2
blz. 3
Zoals uit bovenstaande tabel blijkt zal de verkeersintensiteit op de Prof. Nolenslaan als gevolg van de ontwikkelingen Overbosch afnemen. Er zal geen sprake meer zijn van verkeer naar Overbosch, vanwege de inrit vanaf de Sportlaan en het eenrichtingsverkeer op de Prof. Nolenslaan. Uitrijdend verkeer zal echter gebruik blijven maken van de Doctor Schaepmanlaan/Doctor Kuyperlaan, waardoor de verkeersintensiteit hier met maximaal 160 mvt/etmaal zal toenemen. Deze toename zal echter niet leiden tot verkeersafwikkelings- of verkeersveiligheidsproblemen, omdat de maximaal aanvaardbare verkeersintensiteit voor deze wegen niet wordt overschreden. Op basis van het ASVV (CROW 2004) bedraagt de maximaal wenselijke verkeersintensiteit op erftoegangswegen binnen de bebouwde kom 5.000 tot 6.000 mvt/etmaal. Omdat het hier echter een eenrichtingsstraat betreft, wordt uitgegaan van een maximaal wenselijke intensiteit van 2.500 tot 3.000 mvt/etmaal. Op basis van het aantal te ontsluiten woningen wordt de maximale verkeersintensiteit geschat op 1.500 mvt/etmaal. De intensiteit zal toenemen tot maximaal 1.690 mvt/etmaal en overschrijdt de maximaal aanvaardbare intensiteit niet. Derhalve worden geen verkeersafwikkelings- of verkeersveiligheidsproblemen verwacht. Omdat in de bestaande situatie zowel in- als uitrijdend verkeer via de Prof. Nolenslaan rijdt, is daar sprake van een afname van de verkeersdruk, vanwege de inrit vanaf de Sportlaan. Er zullen geen afwikkelingsproblemen ontstaan. Uitrijdend verkeer vanaf de sportvelden zal ook gebruik blijven maken van de aansluiting Sportlaan, omdat tussen het parkeerterrein van Overbosch en de Sportlaan een slagboom zal worden geplaatst waardoor alleen pashouders en aangemelde bezoekers hier gebruik van kunnen maken. Hierdoor kan geen sluipverkeer ontstaan naar de Prof. Nolenslaan. Parkeerterrein De verkeersafwikkeling op het parkeerterrein is in voldoende mate gewaarborgd als de inrichting voldoet aan de standaard richtlijnen van het CROW. Circa 75 mvt/etmaal zullen gebruik maken van het westelijke terrein. Omdat er geen in-/uitrit komt vanaf de Herenstraat, wordt dit terrein bereikt via het hoofdparkeerterrein. De doorgang langs het gebouw is op basis van de ontwerptekeningen (april 2010) voldoende breed voor tweerichtingsverkeer.
2.2 Verkeersveiligheid Aansluiting Sportlaan/Leidsevaart De aansluiting van de Sportlaan op de Leidsevaart is in de huidige situatie geregeld met een voorrangsregeling. Verder is het zicht vanaf de Sportlaan op de Leidsevaart beperkt voor uitrijdend verkeer. Inrijdend verkeer kruist het parallel aan de Leidsevaart gelegen tweerichtingsfietspad. Dit is een aandachtspunt, maar de verkeerstoename als gevolg van de ontwikkeling is zodanig gering, dat dit niet zal leiden tot een verslechtering van de verkeersveiligheid. In het gemeentelijk verkeers- en vervoerplan van de gemeente Teylingen (GVVP, vastgesteld 2010) is het kruispunt Leidsevaart/Sportlaan in de deelnota verkeersveiligheid als knelpunt opgenomen. Daarom is een integrale aanpak van het kruispunt noodzakelijk. Zoals gesteld is de provincie Zuid-Holland momenteel samen met de gemeente Teylingen bezig om de herinrichtingsplannen van het kruispunt rondom de Nagelbrug uit te werken, waardoor de verkeersveiligheid sterk zal verbeteren. Aansluiting Prof. Nolenslaan/Doctor Schaepmanlaan Het gebruik van de in-/uitrit naar de Prof. Nolenslaan zal afnemen, omdat er geen inrijdend verkeer meer wordt toegestaan vanaf de Prof. Nolenslaan. Wel zullen de verkeersintensiteiten op de Doctor Schaepmanlaan en de Doctor Kuyperlaan toenemen. Gezien de verkeersintensiteiten op deze straten zal dit echter niet leiden tot verkeersveiligheidsproblemen. Er zullen daarom geen nieuwe knelpunten ten aanzien van de verkeersveiligheid ontstaan.
blz. 4
3.3 Sluipverkeer Aansluiting Sportlaan/Leidsevaart Zoals aangegeven in paragraaf 3.1 ontstaat bij uitrijdend verkeer via de Sportlaan congestie. In de avondspits ontstaan lange wachttijden op de Sportlaan om op de Leidsevaart te komen. De kans is zeer groot dat de route Sportlaan – terrein Park Overbosch – Prof. Nolenslaan/Doctor Schaepmanlaan gebruikt kan worden als sluiproute, mede gezien de hoge verkeersbelasting op het kruispunt op de Nagelbrug. Dit is een zeer ongewenst effect dat voorkomen wordt door het plaatsen van en slagboom, zoals hiervoor al is aangegeven. Deze slagboom wordt benaderd vanaf de Sportlaan en is alleen toegankelijk voor bezoekers, bewoners en personeel van Park Overbosch. Hierdoor zal geen sluipverkeer optreden. De slagboom draagt ook bij aan de voorgestelde verkeerscirculatie, omdat deze alleen voor inrijdend verkeer toegankelijk is. Aansluiting Prof. Nolenslaan/Doctor Schaepmanlaan Sluipverkeer via de aansluiting Herenstraat en de Prof. Nolenslaan/Doctor Schaepmanlaan zal niet ontstaan, omdat de in-/uitrit naar de Herenstraat wordt afgesloten. Verkeer kan dus niet vanaf de Herenstraat, via het terrein van Park Overbosch naar de Prof. Nolenslaan/Doctor Schaepmanlaan rijden. Mogelijk is in de afgelopen periode sluipverkeer via deze route ontstaan, in samenhang met de afsluiting van de Herenstraat in verband met werkzaamheden. Deze situatie zal zich niet meer voordoen.
4. Conclusie In het ontsluitingsalternatief wordt uitgegaan van inrijdend verkeer vanaf de Leidsevaart/Sportlaan en uitrijdend verkeer via de Doctor Schaepmanlaan/Doctor Kuyperlaan. Inrijdend verkeer heeft geen significant effect op de verkeersafwikkeling op de Leidsevaart en vindt niet meer plaats via de oostzijde van het terrein, waardoor de verkeersintensiteit op de Prof. Nolenslaan zal afnemen. Wel zal als gevolg van het uitrijdend verkeer de verkeersintensiteit op de Doctor Schaepmanlaan en de Doctor Kuyperlaan beperkt toenemen (190 mvt/etmaal). De toename leidt echter niet tot een overschrijding van de maximaal aanvaardbare intensiteit voor dergelijke wegen. De verkeerstoename vanwege het inrijdend verkeer op de Sportlaan is eveneens relatief gering (350 mvt/etmaal, maximaal 35 mvt/spitsuur). Verder zijn de provincie en de gemeente gestart met het ontwikkelen van een visie op de herinrichting van het kruispunt rondom de Nagelbrug en de Sportlaan. De Sportlaan kan in die toekomstige (definitieve) situatie naar verwachting worden ingezet voor zowel in- als uitrijdend verkeer vanaf Park Overbosch. Er wordt geen toegang vanaf het terrein naar de Herenstraat voorzien. Sluipverkeer naar de Prof. Nolenslaan kan niet meer optreden. Om sluipverkeer op de route Sportlaan – Park Overbosch – Prof. Nolenslaan te voorkomen, dient bij de inrit van Park Overbosch vanaf de Sportlaan een slagboom te worden geplaatst, die alleen toegang biedt aan bezoekers, bewoners en personeel van Park Overbosch. Geconcludeerd wordt dat voor de korte termijn een ontsluiting vanaf de Leidsevaart (ingaand) naar de Doctor Schaepmanlaan/Doctor Kuyperlaan (uitgaand) niet leidt tot significante verkeerseffecten. Randvoorwaarde is het toepassen van een slagboom bij de inrit vanaf de Sportlaan. Het westelijke parkeerterrein kan wordt bereikt vanaf het hoofdparkeerterrein. Voor deze doorkoppeling is voldoende ruimte opgenomen in de ontwerptekeningen. In de uiteindelijke situatie, na reconstructie van het kruispunt Nagelbrug, wordt de locatie voor zowel inals uitgaand verkeer via de Leidsevaart/Sportlaan ontsloten en zal de aansluiting op de Prof.Nolenslaan/Doctor Schaepmanlaan alleen voor langzaam verkeer opengesteld zijn. De ontwikkeling is vanuit verkeerskundig oogpunt zowel op korte als op lange termijn acceptabel.
blz. 5
bestemmingsplan Dorp Voorhout
74
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
regels
bestemmingsplan Dorp Voorhout
76
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Hoofdstuk 1 Artikel 1 1.1
Inleidende regels
Begrippen
plan
het bestemmingsplan 'Dorp Voorhout' van de gemeente Teylingen. 1.2
bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.1525.BP2008VHT08001-0401 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen). 1.3
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.4
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.5
aanbouw
een toevoeging van een afzonderlijke ruimte aan een hoofdgebouw, dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw. 1.6
aangebouwd bijgebouw en overkapping
een bijgebouw of overkapping gebouwd tegen een op hetzelfde perceel gelegen hoofdgebouw en/of tegen een op hetzelfde perceel gelegen aan- en/of uitbouw en/of tegen een ander tegen dit hoofdgebouw gebouwd bijgebouw of overkapping. 1.7
aaneengebouwde woningen
bebouwing bestaande uit meer dan twee aaneengebonden grondgebonden woningen. 1.8
aan-huis-gebonden beroep
een vrij beroep, waarvan de activiteiten niet publiek gericht zijn en dat op kleine schaal in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse. 1.9
aan-huis-gebonden kleinschalig bedrijf
een bedrijfsmatige activiteit voorkomend in milieucategorie 1 en 2 dan wel naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die door zijn beperkte omvang in een woning door de bewoner wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is, zoals kapsalon of schoonheidssalon, maar met uitzondering van een seksinrichting; om hieraan te kunnen voldoen worden de volgende voorwaarden gesteld: a. de woonfunctie als primaire functie blijft gehandhaafd; b. het vloeroppervlak in gebruik voor de bedrijfsmatige activiteiten is niet groter dan 30% van het vloeroppervlak van de woning met een maximum van 50 m², inclusief aan- en uitbouwen; c. ten behoeve van de kantoor- en/of praktijkruimte is voorzien in voldoende parkeergelegenheid; d. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer; e. er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
77
bestemmingsplan Dorp Voorhout
1.10
achtererf
erf aan de achterkant en de niet naar openbaar toegankelijk gebied gekeerde zijkant, op meer dan 1 meter van de voorkant van het hoofdgebouw. Zie Figuur 2 in 1.101.2. 1.11
afhaalzaak
een detailhandelsbedrijf waar in hoofdzaak kant-en-klare maaltijden en kleine etenswaren, alsmede alcoholvrije dranken en consumptie-ijs worden verkocht voor directe consumptie elders. 1.12
antenne-installatie
een installatie bestaande uit een antenne, een antennedrager, de bedrading en de al dan niet in een of meer techniekkast opgenomen apparatuur, met de daarbij behorende bevestigingsconstructie. 1.13
antennedrager
een antennemast of andere constructie bedoeld voor de bevestiging van een antenne. 1.14
archeologisch onderzoek
een onderzoek verricht door of namens een dienst of instelling die over een opgravingsvergunning beschikt. 1.15
archeologische waarde
de aan een gebied toegekende waarde in verband met de in dat gebied voorkomende overblijfselen uit oude tijden. 1.16
bebouwing
een of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 1.17
bedrijf
een onderneming gericht op het produceren, bewerken, herstellen, installeren of inzamelen van goederen, alsmede verhuur, opslag en distributie van goederen. 1.18
bedrijfs- of dienstwoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die slechts is bestemd voor bewoning door (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting ter plaatse noodzakelijk is, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein. 1.19
bedrijfsvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten; deze wordt gemeten tussen de gevelmuren en/of gemeenschappelijke scheidsmuren. 1.20
Besluit omgevingsrecht (Bor)
Besluit van 25 maart 2010, houdende regels ter uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Besluit omgevingsrecht), Staatsblad 2010, 143.
78
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout 1.21
bestaand
a. bij bebouwing: een gebouw of een bouwwerk, geen gebouw zijnde, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand is gekomen of tot stand zal komen met in achtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet en/of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; b. bij gebruik: het legale gebruik zoals aanwezig op het tijdstip dat het plan rechtskracht heeft verkregen. 1.22
bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen
afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan tot stand zijn gekomen of zullen komen met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet en/of de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 1.23
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak. 1.24
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming. 1.25
Bevi-inrichting
een bedrijf zoals bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen. 1.26
bevoegd gezag
bevoegd gezag zoals bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 1.27
bijgebouw
een gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw. 1.28
bouwen
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats. 1.29
bouwgrens
de grens van een bouwvlak. 1.30
bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen binnenwerks is begrensd, dit met inbegrip van de begane grond en een dakterras en met uitsluiting van een zolder en kelder, die beiden lager zijn dan 1,5 m of niet voor verblijf geschikt zijn. 1.31
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 1.32
bouwperceelgrens
een grens van een bouwperceel.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
79
bestemmingsplan Dorp Voorhout
1.33
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten. 1.34
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 1.35
café
een horecabedrijf, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren, al dan niet ter plaatse bereid.
1.36
consumentenvuurwerk
vuurwerk dat is bestemd voor particulier gebruik. 1.37
cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en/of historische gaafheid. 1.38
dakkapel
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich tussen de dakgoot en de nok van een dakvlak bevindt, waarbij deze constructie onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak is geplaatst. 1.39
dakopbouw
een constructie ter vergroting van een gebouw, die zich boven de dakgoot bevindt, waarbij deze constructie (deels) boven de oorspronkelijke nok uitkomt en de onderzijden van de constructie in één of beide dakvlak(ken) is (zijn) geplaatst. 1.40
dakterras
een buitenruimte, behorende bij het gebruik van het hoofdgebouw, dat bovenop het gehele of een gedeelte van een hoofdgebouw, aanbouw of uitbouw is gesitueerd. 1.41
detailhandel
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. 1.42
detailhandel in niet dagelijkse goederen
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van elektronica-, computer- fietsen, woninginrichtingsgoederen (meubels, stoffering, verf- en behangzaak) en doe-het-zelf-zaken, aan personen, die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
80
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout 1.43
dienstverlenend bedrijf en/of dienstverlenende instelling
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische of maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapsalons, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, maar met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting. 1.44
dienstverlening
het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen, zoals reis- en uitzendbureaus, kapsalons, pedicures, wasserettes, makelaarskantoren, internetwinkels en bankfilialen. 1.45
eerste bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond. 1.46
entreeportaal
een ruimte, waarin de hoofdtoegang van de woning is gelegen. 1.47
erf
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voor zover een bestemmingsplan of een beheersverordening van toepassing is, deze die inrichting niet verbieden. 1.48
erfgrens
de volgens het kadaster geldende grens van het erf; indien er sprake is van meer aaneengebouwde woningen op één kadastraal perceel, is dit de feitelijke grens van het erf behorende bij de betreffende woning. 1.49 a. b. c. d.
erker
is een uitgebouwd venster en bestaat hoofdzakelijk uit doorzichtige delen; is rechtstreeks toegankelijk is vanuit achtergelegen ruimte en één geheel hiermee vormt; is geen entreeportaal van de woning; tot een erker kan ook een onder het raam gelegen borstwering behoren.
1.50
evenement
gebeurtenis, gericht op een groot publiek, met betrekking tot kunst, sport, ontspanning en cultuur. 1.51
evenemententerrein
een terrein ten behoeve van evenementen als bedoeld in lid 1.50. 1.52
extensieve dagrecreatie
niet-gemotoriseerde recreatieve activiteiten, zoals wandelen, fietsen, skaten, paardrijden, vissen, zwemmen en natuurobservatie. 1.53
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
81
bestemmingsplan Dorp Voorhout 1.54
geluidshinderlijke inrichting
een bedrijf, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, dat in belangrijke mate geluidshinder kan veroorzaken. 1.55
gestapelde woning
een woning, die zich bevindt in een woongebouw, dat bestaat uit twee of meer boven- of nagenoeg boven- elkaar gesitueerde woningen. 1.56
hoofdgebouw
een gebouw of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is. 1.57
horecabedrijf
een bedrijf, gericht op één of meer van de navolgende activiteiten: a. het verstrekken van ter plaatse te nuttigen dranken en/of etenswaar; b. het exploiteren van zaalaccommodatie; c. het bedrijfsmatig verstrekken van logies; d. het bovenstaande al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie. 1.58
huishouden
persoon of groep van personen, die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; bedrijfsmatige kamerverhuur wordt hieronder niet begrepen. 1.59
kamerverhuurbedrijf
een samenstel van verblijfruimten, uitsluitend of mede bestemd of gebruikt om daarin andere dan aan de rechtshebbende en de personen behorende tot diens huishouden, woonverblijf, niet in de zin van zelfstandige woongelegenheid, te verschaffen, al dan niet met gehele of gedeeltelijke verzorging. Een en ander kan onder meer blijken uit het feit, dat voor de kamers afzonderlijk huur wordt berekend en/of betaald en elke kamer zelfstandig wordt bewoond, waarbij al dan niet sprake is van enkele gemeenschappelijke voorzieningen. Onder de definitie van kamerverhuur valt niet: de verhuur van één of twee kamers door de bewoner of eigenaar/bewoner van een woning aan niet meer dan in totaal 4 personen, dit mits de gezamenlijke woonoppervlakte niet meer bedraagt dan 30% van het totale woonoppervlakte van de woning, zulks met een maximum van 40 m²; door het gemeentebestuur wordt degene aangewezen, die in het kader van deze regels als bewoner wordt aangemerkt. 1.60
kantoor
een voorziening gericht op het verlenen van diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen. 1.61
kap
een constructie van één of meerdere schuine dakvlakken ter afdekking van een gebouw, dat minder dan tweederde van het grondvlak van het gebouw beslaat.
82
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout 1.62
kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten
het in een woning door de bewoner op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen meldings- of vergunningsplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt met een ruimtelijke uitstraling die met de woonfunctie in overeenstemming is. 1.63
kolom
een constructie, waarbij de hoogte en de langste zijde van het grondvlak van de kolom een verhouding hebben van minimaal 2:1 en de langste zijde en de kortste zijde van dit grondvlak een verhouding hebben van maximaal 2:1. 1.64
kwetsbaar object
een object als bedoeld in artikel 1, onder l van het Besluit van 27 mei 2004, houdende milieukwaliteitseisen voor externe veiligheid van inrichtingen milieubeheer (Besluit externe veiligheid inrichtingen). 1.65
lessenaarsdak
een asymmetrische dakvorm met één hellend dakvlak over (nagenoeg) de volledige breedte of diepte van een gebouw. 1.66
maatschappelijke voorzieningen
educatieve, (para)medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke en religieuze voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van kinderopvang, bejaardentehuizen en voorzieningen ten behoeve van de openbare dienstverlening, evenementen en verenigingsleven, alsmede ondergeschikte detailhandel en horeca in combinatie met en ten dienste van deze voorzieningen. 1.67
NEN
de door de Stichting Nederlands Normalisatie-instituut uitgegeven norm, zoals deze luidde op het moment van vaststelling van het plan. 1.68
nutsvoorzieningen
voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling en apparatuur voor telecommunicatie. 1.69
ondergronds bouwen
een ruimte, die voor mensen toegankelijk is en gelegen is onder peil.
1.70
openbaar toegankelijk gebied
weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid onder b van de Wegenverkeerswet 1994, alsmede pleinen, parken, plantsoenen, openbaar water en ander openbaar gebied dat voor publiek algemeen toegankelijk is, met uitzondering van wegen uitsluitend bedoeld voor de ontsluiting van percelen door langzaam verkeer. 1.71
openbare dienstverlening
alle vormen van maatschappelijke, ondersteunende dienstverlening van overheden afkomstig.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
83
bestemmingsplan Dorp Voorhout 1.72
openbaar water
alle wateren die, al dan niet met enige beperking, voor het publiek bevaarbaar zijn of direct aansluit op openbaar gebied. 1.73
open constructie
erfafscheidingen bestaande uit lichte constructie met een overwegend transparante uitstraling 1.74
overkapping
een bouwwerk, geen gebouw zijnde, voorzien van een gesloten dak. 1.75
peil
a. de bovenkant van de afgewerkte beganegrondvloer voor gebouwen indien de bovenkant van de afgewerkte beganegrondvloer ligt tussen 0 en 0,15 m boven het bestaande gemiddelde aansluitende afgewerkte terrein; b. in alle andere gevallen is dit de bovenkant van het bestaande gemiddelde aansluitende afgewerkte terrein, waarbij plaatselijke, niet bij het verdere verloop van het terrein passende ophogingen of verdiepingen aan de voet van het bouwwerk, anders dan noodzakelijk voor de bouw daarvan, buiten beschouwing blijven. 1.76
platte afdekking
een (min of meer) horizontaal vlak ter afdekking van een gebouw dat meer dan tweederde van het grondvlak van het gebouw beslaat; deze platte afdekking is gecombineerd met een bouwhoogte. 1.77
praktijkruimte
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, medisch, paramedisch, therapeutisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied. 1.78
prostitutiebedrijf
een seksinrichting of een escortbedrijf. 1.79
restaurant
een horecabedrijf, uitsluitend of overwegend gericht op het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken. 1.80
seksinrichting
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte in een gebouw of een vaartuig, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof het bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; hieronder wordt tevens verstaan een seksbioscoop, escortbedrijf, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub, (raam)prostitutiebedrijf en een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar. 1.81
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging', die van deze regels onderdeel uitmaakt. 1.82
Staat van Horeca-activiteiten
de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels deel uitmaakt.
84
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout 1.83
terras
een buiten de besloten ruimte van een inrichting liggend deel van een horecabedrijf waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt. 1.84
twee-aaneengebouwde woning
bebouwing bestaande uit twee aaneengebouwde grondgebonden woningen, die samen een bouwblok vormen. 1.85
uitbouw
een vergroting van een bestaande ruimte van een hoofdgebouw, dat in bouwkundig opzicht te onderscheiden is van het hoofdgebouw. 1.86
verkoopvloeroppervlak
de voor het publiek zichtbare en toegankelijke overdekte winkelruimte ten behoeve van de detailhandel; dit is het nettovloeroppervlak inclusief de etalageruimte. 1.87
vliesgevel
een bouwkundige constructie aangebracht aan de buitenzijde van een gevel van een gebouw met een geluidswerende functie ten behoeve van de betrokken gevel van het gebouw, waarbij de afstand tussen de vliesgevel en de gevel van het gebouw ten minste 0,5 m bedraagt. 1.88
volkstuinen
gronden waarop voor particulier gebruik op recreatieve wijze voedings- en siergewassen worden geteeld. 1.89
voorgevel
de gevel van het hoofdgebouw die door zijn aard, functie, constructie of 'uitstraling' als belangrijkste gevel kan worden aangemerkt. 1.90
voorgevelrooilijn
de lijn waarin de voorgevel van een hoofdgebouw is gelegen, alsmede het verlengde daarvan. Zie Figuur 1 in lid 1.101.1. 1.91
vrijstaand bijgebouw
een vrijstaand gebouw dat in functioneel en bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw. 1.92
vrijstaande woning
een niet-aaneengebouwde woning. 1.93
Wabo
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 1.94
Wgh
de Wet geluidhinder.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
85
bestemmingsplan Dorp Voorhout 1.95
Wgh-inrichting
bedrijf, zoals bedoeld in artikel 2.1 lid 3 van het Besluit omgevingsrecht, die in belangrijke mate geluidshinder kan veroorzaken. 1.96
winkel
een gebouw dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk is bedoeld om te worden gebruikt voor de uitoefening van detailhandel. 1.97
woning of wooneenheid
een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor huisvesting van niet meer dan één huishouden. 1.98
wooncomplex
een complex met zelfstandige wooneenheden en intramurale zorgeenheden met bijbehorende voorzieningen waarbij in meer of mindere mate zorg wordt verleend aan de bewoners, alsmede maatschappelijke en commerciële voorzieningen en een horecabedrijf, ondersteunend aan activiteiten binnen Overbosch. 1.99
zelfstandig kantoor
een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het verlenen van diensten als genoemd onder het begrip 'kantoor', waarbij de dienstverlening niet ten dienste staat van en verbonden is aan de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, maar een afzonderlijke eenheid vormt. 1.100
zijerf
de gronden die behoren bij het hoofdgebouw en gelegen zijn aan de zijkant(en) van het hoofdgebouw en tussen een denkbeeldige lijn in het verlengde van de voor- en achtergevel van het hoofdgebouw. Zie Figuur 2 in lid 1.101.2.
86
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout 1.101
FIGUREN
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------1.101.1 Figuur 1
-------------------------------------------------------------
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
87
bestemmingsplan Dorp Voorhout 1.101.2
Figuur 2
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
88
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout 1.101.3
Figuur D
------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
89
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 2
Wijze van meten
Bij het toepassen van deze regels wordt als volgt gemeten/gerekend: 2.1
afstand
de afstand tussen bouwwerken onderling alsmede de afstand van bouwwerken tot bouwperceelgrenzen wordt daar gemeten waar deze afstand het kleinst is. 2.2
bouwhoogte van een antenne-installatie
a. ingeval van een vrijstaande (schotel)antenne-installatie: tussen het peil en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie; b. ingeval van een op of aan een bouwwerk gebouwde (schotel)antenne-installatie: tussen de voet van de (schotel)antenne-installatie en het hoogste punt van de (schotel)antenne-installatie. 2.3
bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen. 2.4
breedte, lengte en diepte van een bouwwerk
tussen (de lijnen getrokken door) de buitenzijde van de gevels en het hart van de scheidingsmuren; bij afwezigheid van een gevel: de rand van het bouwwerk geprojecteerd op het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.5
vloeroppervlakte
de gebruiksoppervlakte volgens het geldende Bouwbesluit. 2.6
dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. 2.7
goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een ander daarmee gelijk te stellen constructiedeel. 2.8
inhoud van een bouwwerk
tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
90
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout 2.9
oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk. 2.10
bedrijfsvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van een kantoor, winkel of bedrijf met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten. 2.11 de oppervlakte van een bouwwerk zonder wanden, zoals open overkappingen en daarmee vergelijkbare bouwwerken, geen gebouwen zijnde het overdekte grondoppervlak, dat loodrecht gelegen is onder het dakoppervlak. 2.12 diepte en breedte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen De diepte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en –overkappingen aan de achtergevel wordt gemeten haaks vanuit de betreffende achtergevel van het hoofdgebouw. De breedte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en –overkappingen aan de zijgevel wordt gemeten haaks vanuit de betreffende zijgevel van het hoofdgebouw.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
91
bestemmingsplan Dorp Voorhout
92
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Hoofdstuk 2 Artikel 3 3.1
Bestemmingsregels
Bedrijf
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie B1': bedrijven uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'; b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 1': tevens een bedrijfsactiviteit met SBI-code 6024.0 uit ten hoogste categorie C van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'; c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - 2': tevens een bedrijfsactiviteit met SBI-code 45.2 uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'; d. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen, zonder lpg': een verkooppunt voor motorbrandstoffen, met uitzondering van lpg; e. kantoren, als niet-zelfstandig onderdeel van een bedrijf, waarbij per bedrijfskavel het kantoorgedeelte ten hoogste 50% van het bedrijfsvloeroppervlak mag bedragen, tot een maximum van 500 m²; f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen en laad- en losvoorzieningen. 3.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 3.2.1 Gebouwen en overkappingen a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte; c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte; d. bij gebouwen mag de goothoogte worden doorbroken met dakkapellen onder de voorwaarde, dat deze constructie minimaal 0,5 m onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak minimaal 0,5 m boven de goot is geplaatst; e. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding aangegeven 'maximum bebouwingspercentage (%)' van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel; f. de afstand van gebouwen tot de bouwperceelgrens bedraagt ten minste 1 m, tenzij het gebouw in de bouwperceelgrens is gebouwd; g. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 1 m. 3.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m; b. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 9 m; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, waaronder reclamezuilen, bedraagt ten hoogste 3 m. 3.3
Specifieke gebruiksregels
Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels: a. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; b. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; c. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan; d. prostitutiebedrijven zijn niet toegestaan; e. activiteiten uit kolom 1 van de bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage; f. ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen, zonder lpg' bedraagt de verkoopvloeroppervlakte ten behoeve van detailhandel ten hoogste 125 m²;
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
93
bestemmingsplan Dorp Voorhout g. opslag van goederen met een stapelhoogte van ten hoogste 3 meter is toegestaan. 3.4
Afwijken van de gebruiksregels
Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.1: a. om bedrijven toe te laten uit een categorie hoger dan in lid 3.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 3.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'; b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 3.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'; met inachtneming van de volgende bepalingen: c. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; d. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan; e. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage.
94
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 4 4.1
Centrum
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. detailhandel en dienstverlening, uitsluitend op de begane grond; b. horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1c van de Staat van Horeca-activiteiten, uitsluitend op de begane grond; c. ter plaatse van de aanduiding 'horeca tot en met horeca categorie 2': horecabedrijven uit ten hoogste categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten uitsluitend op de begane grond; d. wonen, uitsluitend op de verdiepingen, met de mogelijkheid van aan-huis-gebonden beroepen, waarbij geldt dat trappenhuizen en bergingen ook op de begane grond zijn toegestaan; e. ter plaatse van de aanduiding 'wonen': tevens wonen op de begane grond; f. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage': een ondergrondse parkeervoorziening; g. ter plaatse van de aanduiding 'kamerverhuur': een kamerverhuurbedrijf; h. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk': tevens maatschappelijke voorzieningen; i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk - 2': tevens een apotheek; j. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding -1': uitsluitend een veranda; k. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, laad- en losruimte, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, perceelontsluitingen en water. 4.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 4.2.1 Gebouwen en overkappingen a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte; c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte; d. bij gebouwen mag de goothoogte worden doorbroken met dakkapellen onder de voorwaarde, dat deze constructie minimaal 0,5 m onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak minimaal 0,5 m boven de goot is geplaatst; e. bij hoofdgebouwen mag de goothoogte worden doorbroken met een dakopbouw op een zadeldak onder de voorwaarde, dat de dakhelling van dit zadeldak maximaal 30 graden bedraagt; f. de afstand van hoofdgebouwen tot de bouwperceelgrens bedraagt ten minste 1 m, tenzij het gebouw in de bouwperceelgrens is gebouwd; g. indien hoofdgebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 1 m. 4.2.2 Erfbebouwing Algemene regels a. aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden op het zij- en achtererf gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf binnen de bestemming 'Centrum' met een maximum van 100 m²; c. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen en overkappingen tot bouwperceelsgrenzen bedraagt 0 m of ten minste 1 m; Aan-/uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen bij vrijstaande hoofdgebouwen d. de gezamenlijke breedte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen, gemeten vanuit de zijgevel van het hoofdgebouw, bedraagt ter plaatse van de betreffende zijgevel ten hoogste 60% van de breedte van het hoofdgebouw met een maximum van 5 m; e. de gezamenlijke diepte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen, gemeten vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw, bedraagt, bedraagt ter plaatse van de betreffende achtergevel ten hoogste 4 m; bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
95
bestemmingsplan Dorp Voorhout f.
de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m; g. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m; h. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m; Aan-/uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen bij twee of meer dan twee-aaneengebouwde en geschakelde hoofdgebouwen i. de gezamenlijke breedte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen, gemeten vanuit de zijgevel van het hoofdgebouw, bedraagt ter plaatse van de betreffende zijgevel ten hoogste 4 m; j. de gezamenlijke diepte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen, gemeten vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw, bedraagt ter plaatse van de betreffende achtergevel ten hoogste 3 m; k. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m; l. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m; m. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m; Vrijstaande bijgebouwen en overkappingen n. vrijstaande bijgebouwen en overkappingen zijn toegestaan indien aan de volgende regels wordt voldaan: 1. vrijstaande bijgebouwen en overkappingen worden op ten minste 1 m afstand van het hoofdgebouw en op ten minste 1 m afstand van de erfbebouwing zoals bedoeld in lid 4.2.2 onderdelen d en e of onderdelen i en j gebouwd; 2. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m; 3. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m; 4. in afwijking van het bepaalde onder 3 bedraagt de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen op of binnen een afstand van 2 m van de bouwperceelgrens ten hoogste 3 m indien ingevolge Figuur D in artikel 1.101 nadelige verandering optreedt in de bezonningssituatie. 5. de bouwhoogte van een overkapping bedraagt ten hoogste 3 m. 4.2.3 Dakterrassen Voor dakterrassen, die niet direct bij de bouw van een woning zijn gerealiseerd gelden de volgende regels: a. dakterrassen zijn uitsluitend toegestaan op de achtergevel van een woongebouw indien de achtergevel én de zijgevel (beide gevels al dan niet met erf) niet grenzen aan een bouwperceel behorende bij een woning; b. dakterrassen zijn uitsluitend toegestaan op de zijgevel van een woongebouw wanneer achtergevel én de zijgevel (beide gevels al dan niet met erf) niet grenzen aan een bouwperceel behorende bij een woning; c. er zijn géén dakterrassen toegestaan aan de voorgevel van de woning; d. de bouwhoogte van terrashekken ten behoeve van dakterrassen bedraagt ten hoogste 1,2 m boven de vloer van het dakterras. 4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m; b. de bouwhoogte van windschermen ten behoeve van terrassen bedraagt ten hoogste 1,5 m; c. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 8 m; d. in afwijking van lid a bedraagt de bouwhoogte van erfafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn ten hoogste 1 m; e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, waaronder reclamezuilen, bedraagt ten hoogste 3 m.
96
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout 4.3
Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels: a. de uit te oefenen functie van bijgebouwen zoals bedoeld in lid 4.2.2 lid m is ondergeschikt aan de woonfunctie; b. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; c. prostitutiebedrijven zijn niet toegestaan; d. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan; e. detailhandel in volumineuze goederen is niet toegestaan; f. een aan-huis-gebonden beroep in de woning mag uitsluitend worden uitgeoefend met inachtnemening van de volgende regels: 1. De woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd; 2. De vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning inclusief aan- en uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen met een maximum van 50 m² met inachtneming van de volgende voorwaarden: ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid; het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer; het gebruik van vrijstaande bijgebouwen is niet toegestaan; er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan een beroep aan huis. 4.4
Afwijken van de gebruiksregels
4.4.1 Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1: a. om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 4.1 genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd; b. om horecabedrijven toe te laten die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd. 4.4.2 Afwijken voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.1 voor het toestaan van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een woning met in achtneming van de volgende regels: a. de activiteiten worden door de bewoner uitgeoefend; b. de woning behoudt in overwegende mate haar woonfunctie en heeft een ruimtelijke uitstraling, die met de woonfunctie in overeenstemming is; c. de vloeroppervlakte ten behoeve van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen met een maximum van 50 m²: d. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer; e. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen is niet toegestaan; f. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
97
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 5 5.1
Gemengd - 1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen met de mogelijkheid van aan-huis-gebonden beroepen; b. detailhandel en dienstverlening; c. horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1c van de Staat van Horeca-activiteiten, uitsluitend op de begane grond; d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd -1': uitsluitend detailhandel en dienstverlening en tevens de onder sub g genoemde voorzieningen; e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf ten hoogste categorie B1': tevens bedrijven uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'; f. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding -1': uitsluitend een veranda; g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water. 5.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 5.2.1 Hoofdgebouwen a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte; c. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte; d. bij gebouwen mag de goothoogte worden doorbroken met dakkapellen onder de voorwaarde, dat deze constructie minimaal 0,5 m onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak minimaal 0,5 m boven de goot is geplaatst; e. bij hoofdgebouwen mag de goothoogte worden doorbroken met een dakopbouw op een zadeldak onder de voorwaarde, dat de dakhelling van dit zadeldak maximaal 30 graden bedraagt; f. de afstand van hoofdgebouwen tot de bouwperceelgrens bedraagt ten minste 1 m, tenzij het gebouw in de bouwperceelgrens is gebouwd; g. indien hoofdgebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 1 m. 5.2.2 Erfbebouwing Algemene regels a. aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden op het zij- en achtererf gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf binnen de bestemming 'Gemengd - 1' met een maximum van 100 m²; c. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen en overkappingen tot bouwperceelsgrenzen bedraagt 0 m of ten minste 1 m; d. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' dient een onderdoorgang te worden vrijgehouden met een minimale vrije hoogte van 3,5 m. Aan-/uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen bij vrijstaande hoofdgebouwen e. de gezamenlijke breedte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen, gemeten vanuit de zijgevel van het hoofdgebouw, bedraagt ter plaatse van de betreffende zijgevel ten hoogste 60% van de breedte van het hoofdgebouw met een maximum van 5 m; f. de gezamenlijke diepte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen, gemeten vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw, bedraagt ter plaatse van de betreffende achtergevel ten hoogste 4 m; g. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m; 98
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout h. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m; i. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m; Aan-/uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen bij twee of meer dan twee-aaneengebouwde en geschakelde hoofdgebouwen j. de gezamenlijke breedte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen, gemeten vanuit de zijgevel van het hoofdgebouw, bedraagt ter plaatse van de betreffende zijgevel ten hoogste 4 m; k. de gezamenlijke diepte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen, gemeten vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw, bedraagt ter plaatse van de betreffende achtergevel ten hoogste 3 m; l. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m; m. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m; n. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m; Vrijstaande bijgebouwen en overkappingen o. vrijstaande bijgebouwen en overkappingen zijn toegestaan indien aan de volgende regels wordt voldaan: 1. vrijstaande bijgebouwen en overkappingen worden op ten minste 1 m afstand van het hoofdgebouw en op ten minste 1 m afstand van de erfbebouwing zoals bedoeld in lid 5.2.2 onderdelen e en f of onderdelen j en k gebouwd; 2. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m; 3. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m; 4. in afwijking van het bepaalde onder 3 bedraagt de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen op of binnen een afstand van 2 m van de bouwperceelgrens ten hoogste 3 m indien ingevolge Figuur D in artikel 1.101 nadelige verandering optreedt in de bezonningssituatie. 5. de bouwhoogte van een overkapping bedraagt ten hoogste 3 m. p. ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - 2': mogen geen vrijstaande bijgebouwen worden gebouwd. 5.2.3 Dakterrassen Voor dakterrassen, die nog niet aanwezig zijn tijdens de ter inzage legging van dit bestemmingsplan, gelden de volgende regels: a. dakterrassen zijn uitsluitend toegestaan op de achtergevel en/of zijgevel van een hoofdgebouw en op aan- en uitbouw indien de achtergevel als de zijgevel is gericht naar openbaar toegankelijk gebied; b. er zijn géén dakterrassen toegestaan aan de voorgevel van de woning; c. de bouwhoogte van terrashekken ten behoeve van dakterrassen bedraagt ten hoogste 1,2 m boven de vloer van het dakterras.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
99
bestemmingsplan Dorp Voorhout 5.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m; b. de bouwhoogte van windschermen ten behoeve van terrassen bedraagt ten hoogste 1,5 m; c. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 9 m; d. in afwijking van lid a bedraagt de bouwhoogte van erfafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn ten hoogste 1 m; e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, waaronder reclamezuilen, bedraagt ten hoogste 3 m. 5.3
Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels: a. de uit te oefenen functie van bijgebouwen zoals bedoeld in lid 5.2.2 lid n is ondergeschikt aan de woonfunctie; b. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; c. prostitutiebedrijven zijn niet toegestaan; d. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan; e. detailhandel in volumineuze goederen is niet toegestaan; f. een aan-huis-gebonden beroep in de woning mag uitsluitend worden uitgeoefend met inachtnemening van de volgende regels: 1. De woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd; 2. De vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning inclusief aan- en uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen met een maximum van 50 m² met inachtneming van de volgende voorwaarden: ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid; het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer; het gebruik van vrijstaande bijgebouwen is niet toegestaan; er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan een beroep aan huis. 5.4
Afwijken van de gebruiksregels
5.4.1 Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 5.1: a. om horecabedrijven toe te laten in één categorie hoger dan in lid 5.1, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 5.1 genoemd; b. om horecabedrijven toe te laten die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 5.1 genoemd. 5.4.2 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 5.1: a. om bedrijven toe te laten uit een categorie hoger dan in lid 5.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 5.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'; b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de volgens lid 5.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'; met inachtneming van de volgende regels: c. Bevi-inrichtingen zijn niet toegestaan; d. Wgh-inrichtingen zijn niet toegestaan; e. activiteiten uit kolom 1 van bijlagen C en D van het Besluit milieueffectrapportage 1994 zijn niet toegestaan in de gevallen, zoals genoemd in kolom 2 van de desbetreffende bijlage.
100
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
5.4.3 Afwijken voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 voor het toestaan van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een woning met in achtneming van de volgende regels: a. de activiteiten worden door de bewoner uitgeoefend; b. de woning behoudt in overwegende mate haar woonfunctie en heeft een ruimtelijke uitstraling, die met de woonfunctie in overeenstemming is; c. de vloeroppervlakte ten behoeve van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen met een maximum van 50 m²: d. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer; e. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen is niet toegestaan f. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid. 5.4.4 Afwijken voor het toestaan van kantoren en maatschappelijke voorzieningen Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 5.1 voor het toestaan van kantoren en maatschappelijke voorzieningen met inachtneming van de volgende regels: a. aangetoond wordt dat voldaan wordt aan het bepaalde in de milieuwetgeving; b. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
101
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 6 6.1
Gemengd - 2
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen met de mogelijkheid van aan-huis-gebonden beroepen; b. detailhandel en dienstverlening uitsluitend op de begane grond; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen en water. 6.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 6.2.1 Hoofdgebouwen a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte; c. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte; d. bij gebouwen mag de goothoogte worden doorbroken met dakkapellen onder de voorwaarde, dat deze constructie minimaal 0,5 m onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak minimaal 0,5 m boven de goot is geplaatst; e. bij hoofdgebouwen mag de goothoogte worden doorbroken met een dakopbouw op een zadeldak onder de voorwaarde, dat de dakhelling van dit zadeldak maximaal 30 graden bedraagt; f. de afstand van hoofdgebouwen tot de bouwperceelgrens bedraagt ten minste 1 m, tenzij het gebouw in de bouwperceelgrens is gebouwd; g. indien hoofdgebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 1 m. 6.2.2 Erfbebouwing Algemene regels a. aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden op het zij- en achtererf gebouwd; b. de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf binnen de bestemming 'Gemengd - 2' met een maximum van 100 m²; c. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen en overkappingen tot bouwperceelsgrenzen bedraagt 0 m of ten minste 1 m; Aan-/uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen bij vrijstaande hoofdgebouwen d. de gezamenlijke breedte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen, gemeten vanuit de zijgevel van het hoofdgebouw, bedraagt ter plaatse van de betreffende zijgevel ten hoogste 60% van de breedte van het hoofdgebouw met een maximum van 5 m; e. de gezamenlijke diepte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen, gemeten vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw, bedraagt ter plaatse van de betreffende achtergevel ten hoogste 4 m; f. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m; g. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m; h. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m; Aan-/uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen bij twee of meer dan twee-aaneengebouwde en geschakelde hoofdgebouwen i. de gezamenlijke breedte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en
102
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout -overkappingen, gemeten vanuit de zijgevel van het hoofdgebouw, bedraagt ter plaatse van de betreffende zijgevel ten hoogste 4 m; j. de gezamenlijke diepte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen, gemeten vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw, bedraagt ter plaatse van de betreffende achtergevel ten hoogste 3 m; k. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m; l. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m; m. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m; Vrijstaande bijgebouwen en overkappingen n. vrijstaande bijgebouwen en overkappingen zijn toegestaan indien aan de volgende regels wordt voldaan: 1. vrijstaande bijgebouwen en overkappingen worden op ten minste 1 m afstand van het hoofdgebouw en op ten minste 1 m afstand van de erfbebouwing zoals bedoeld in lid 6.2.2 onderdelen c en d gebouwd; 2. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m; 3. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m; 4. in afwijking van het bepaalde onder 3 bedraagt de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen op of binnen een afstand van 2 m van de bouwperceelgrens ten hoogste 3 m indien ingevolge Figuur D in artikel 1.101 nadelige verandering optreedt in de bezonningssituatie. 5. de bouwhoogte van een overkapping bedraagt ten hoogste 3 m. 6.2.3 Dakterrassen Voor dakterrassen, die nog niet aanwezig zijn tijdens de ter inzage legging van dit bestemmingsplan, gelden de volgende regels: a. dakterrassen zijn uitsluitend toegestaan op de achtergevel en/of zijgevel van een hoofdgebouw en op aan- en uitbouw indien de achtergevel als de zijgevel is gericht naar openbaar toegankelijk gebied; b. er zijn géén dakterrassen toegestaan aan de voorgevel van de woning; c. de bouwhoogte van terrashekken ten behoeve van dakterrassen bedraagt ten hoogste 1,2 m boven de vloer van het dakterras. 6.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m; b. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 9 m; c. de bouwhoogte van overige bouwwerken,geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zijnde, waaronder reclamezuilen, bedraagt ten hoogste 3 m. 6.3
Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels: a. de uit te oefenen functie van bijgebouwen zoals bedoeld in lid 6.2.2 lid m is ondergeschikt aan de woonfunctie; b. de opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan; c. prostitutiebedrijven zijn niet toegestaan; d. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan; e. detailhandel in volumineuze goederen is niet toegestaan; f. een aan-huis-gebonden beroep in de woning mag uitsluitend worden uitgeoefend met inachtnemening van de volgende regels: 1. De woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd; 2. De vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning inclusief aan- en uitbouwen en vrijstaande bijgebouwen met een maximum van 50 m² met inachtneming van de volgende voorwaarden: ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
103
bestemmingsplan Dorp Voorhout
6.4
het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer; het gebruik van vrijstaande bijgebouwen is niet toegestaan; er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten.
Afwijken van de gebruiksregels
6.4.1 Afwijken voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.1 voor het toestaan van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een woning met in achtneming van de volgende regels: a. de activiteiten worden door de bewoner uitgeoefend; b. de woning behoudt in overwegende mate haar woonfunctie en heeft een ruimtelijke uitstraling, die met de woonfunctie in overeenstemming is; c. de vloeroppervlakte ten behoeve van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen met een maximum van 50 m²: d. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer; e. het gebruik van vrijstaande bijgebouwen is niet toegestaan f. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
104
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 7 7.1
Groen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. groen, water, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden; b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage': tevens een ondergrondse parkeergarage; c. ter plaatse van de aanduiding 'waterberging': tevens een ondergronds bergbezinkbassin; d. nutsvoorzieningen. 7.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
105
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 8 8.1
Kantoor
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. kantoren; b. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, water, parkeervoorzieningen, perceelontsluitingen en nutsvoorzieningen. 8.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 8.2.1 Gebouwen en overkappingen a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte; c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte; d. bij gebouwen mag de goothoogte worden doorbroken met dakkapellen onder de voorwaarde, dat deze constructie minimaal 0,5 m onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak minimaal 0,5 m boven de goot is geplaatst; e. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m; f. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding aangegeven 'maximum bebouwingspercentage (%)' van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel; g. de afstand van gebouwen tot de bouwperceelgrens bedraagt ten minste 1 m, tenzij het gebouw in de bouwperceelgrens is gebouwd; h. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 1 m; 8.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m; b. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 9 m; c. in afwijking van lid a bedraagt de bouwhoogte van erfafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn ten hoogste 1 m; d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, waaronder reclamezuilen, bedraagt ten hoogste 3 m.
106
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 9 9.1
Maatschappelijk
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. maatschappelijke voorzieningen; b. ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein': tevens een evenemententerrein; c. ter plaatse van de aanduiding 'garages': uitsluitend garages en bergplaatsen ten behoeve van de in sub a genoemde voorzieningen; d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage': tevens een ondergrondse parkeervoorziening; e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van maatschappelijk-1': een wooncomplex met bijbehorende voorzieningen en ondergeschikte gezondheidszorg; f. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': een horecabedrijf uit ten hoogste categorie 1 van de Staat van Horeca-activiteiten en ondersteunend aan de activiteiten binnen het wooncomplex; g. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, perceelontsluitingen, nutsvoorzieningen en water. 9.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 9.2.1 Gebouwen en overkappingen a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte; c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte; d. bij gebouwen mag de goothoogte worden doorbroken met dakkapellen onder de voorwaarde, dat deze constructie minimaal 0,5 m onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak minimaal 0,5 m boven de goot is geplaatst; e. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m; f. de bouwhoogte van garages en bergplaatsen ter plaatse van de aanduiding 'garages' bedraagt ten hoogste 3 m; g. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding aangegeven 'maximum bebouwingspercentage (%)' van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel; h. de afstand van gebouwen tot de bouwperceelgrens bedraagt ten minste 1 m, tenzij het gebouw in de bouwperceelgrens is gebouwd; i. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 1 m; j. ter plaatse van de aanduiding 'maximum oppervlakte (m²)' bedraagt het gezamenlijk grondoppervlak van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten hoogste het op de verbeelding aangegeven maximum oppervlakte (m²); k. het bouwen van gebouwen is uitsluitend toegestaan indien 15% van het toe te voegen verhard oppervlak wordt gecompenseerd in de vorm van waterberging. 9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m; b. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 9 m; c. in afwijking van lid a bedraagt de bouwhoogte van erfafscheidingen vóór de voorgevelrooilijn ten hoogste 1 m; d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, waaronder reclamezuilen, bedraagt ten hoogste 3 m.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
107
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 10 10.1
Sport
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. sportvoorzieningen; b. evenementen; c. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin': tevens voor volkstuinen; d. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, perceelontsluitingen, nutsvoorzieningen, water, paden, wegen en overige verkeersvoorzieningen. 10.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 10.2.1 Gebouwen en overkappingen a. gebouwen en overkappingen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte; c. de goothoogte van gebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte; d. bij gebouwen mag de goothoogte worden doorbroken met dakkapellen onder de voorwaarde, dat deze constructie minimaal 0,5 m onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak minimaal 0,5 m boven de goot is geplaatst; e. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m; f. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste het met de aanduiding aangegeven 'maximum bebouwingspercentage (%)' van het bouwperceel; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven, geldt een bebouwingspercentage van 100% van het bouwperceel; g. ter plaatse van de aanduiding 'volkstuin' gelden de volgende bouwregels: 1. per volkstuin mag niet meer dan één kweekkas worden gebouwd, waarbij: de oppervlakte niet meer mag bedragen dan 12 m² per kweekkas; de bouwhoogte niet meer mag bedragen 2,5 m; de lengte ten hoogste 4 m bedraagt; 2. er mogen ten hoogste twee centrale opslagruimtes worden gebouwd, waarvan de oppervlakte niet meer bedraagt dan 40 m² per opslagruimte; h. de afstand van gebouwen tot de bouwperceelgrens bedraagt ten minste 1 m, tenzij het gebouw in de bouwperceelgrens is gebouwd; i. indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van ten minste 1 m. 10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde a. de bouwhoogte van terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 3 m; b. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 9 m; c. de bouwhoogte van lichtmasten bedraagt ten hoogste 18 m; d. de bouwhoogte van ballenvangers bedraagt ten hoogste 6 m; e. de bouwhoogte van reclameborden bedraagt ten hoogste 4 m; f. de bouwhoogte van een scorebord bedraagt ten hoogste 5 m; g. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
108
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 11 11.1
Tuin
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen; b. parkeren bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen; c. perceelontsluitingen; d. erkers ten behoeve van het wonen; e. luifels ter plaatse van entree van hoofdgebouw. 11.2
Bouwregels
11.2.1 Algemene bouwregels Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, worden gebouwd; 11.2.2 Specifieke bouwregels erkers a. in afwijking van het bepaalde in lid 11.2.1 is het toegestaan op deze gronden erkers te bouwen; b. voor erkers aan de voorgevel van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: 1. de diepte, gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw, bedraagt ten hoogste 1,5 m; 2. de breedte bedraagt ten hoogste 50% van de breedte van de voorgevel van het hoofdgebouw; 3. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m; hierbij mag de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aanwezige goothoogte van de betreffende voorgevel; 4. in afwijking van het bepaalde onder 3 bedraagt de bouwhoogte van erkers gebouwd tegen gestapelde woningen ten hoogste de hoogte van de bovenste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m; hierbij mag de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aanwezige goothoogte van de betreffende voorgevel; 5. de afstand van de erker tot het openbaar toegankelijk gebied bedraagt ten minste 1,5 m. c.
voor erkers aan de zijgevel van hoofdgebouwen gelden de volgende regels: 1. de diepte, gemeten vanuit de zijgevel van het hoofdgebouw, bedraagt ten hoogste 1,5 m; 2. de breedte bedraagt ten hoogste 30% van de breedte van de zijgevel van het hoofdgebouw; 3. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m; hierbij mag de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aanwezige goothoogte van de betreffende zijgevel; 4. in afwijking van het bepaalde onder 3 bedraagt de bouwhoogte van erkers gebouwd tegen gestapelde woningen ten hoogste de hoogte van de bovenste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m; hierbij mag de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aanwezige goothoogte van de betreffende zijgevel; 5. de afstand van de erker tot het openbaar toegankelijk gebied bedraagt ten minste 1 m; 6. de afstand tot de voorgevel van het hoofdgebouw bedraagt ten minste 1 m; 7. de afstand tot de achtergevel van het hoofdgebouw bedraagt ten minste 0,5 m
11.2.3 Specifieke bouwregels luifels ter plaatse van entree van het hoofdgebouw a. in afwijking van het bepaalde in lid 11.2.1 is het toegestaan op deze gronden luifels te bouwen; b. de diepte van de luifel bedraagt maximaal 1,5 m; c. de breedte van de luifel bedraagt ten hoogste de breedte van de deur(en) van de entree vermeerderd met 1 m; d. de bouwhoogte van de luifel bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,3 m; hierbij mag de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de aanwezige goothoogte van de gevel, waartegen de luifel wordt gebouwd; e. de luifel wordt gebouwd tegen de gevel, waarin de entree is gelegen.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
109
bestemmingsplan Dorp Voorhout 11.2.4 Bouwwerken geen gebouwen en geen overkappingen zijnde a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 1 meter; b. in afwijking van sub a bedraagt de bouwhoogte van erfafscheidingen op het zijerf en achtererf ten hoogste 2 m; a. in afwijking van sub a is het bij woningen met de bestemming Wonen - 1 toegestaan om een erfafscheiding te bouwen, die is samengesteld uit kolommen met een bouwhoogte van ten hoogste 1,5 meter met daartussen een open constructie met een bouwhoogte van ten hoogste 1,25 meter; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.
110
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 12 12.1
Verkeer
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wegen, alsmede opstelstroken, busstroken, voet- en fietspaden, hellingbanen, opritten, bermen, bruggen, viaducten en duikers; bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, groen, parkeervoorzieningen, perceelontsluitingen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen, water, wegmeubilair, duikers, speelvoorzieningen en kunstwerken. 12.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding, viaducten, bruggen of de verlichting bedraagt ten hoogste 3 m; c. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 9 m.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
111
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 13 13.1
Verkeer - Verblijfsgebied
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. verblijfsgebied met een functie voor verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen; b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage'; een ondergrondse parkeervoorziening; c. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': uitsluitend kramen en stallen; d. ter plaatse van de aanduiding 'terras': tevens terrassen; e. ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein': tevens een evenemententerrein; f. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen, water, speelvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van gescheiden inzameling, wegmeubilair en windschermen. 13.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m; c. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt ten hoogste 9 m; d. de bouwhoogte van windschermen bedraagt ten hoogste 1,5 meter. 13.3
Specifieke gebruiksregel
Met betrekking tot het gebruik geldt: ter plaatse van de aanduiding 'terras' zijn terrassen ten behoeve van de op de aangrenzende gronden gelegen horecavoorzieningen toegestaan, mits ten minste 2 m van het trottoir voor voetgangers beschikbaar blijft.
112
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 14 14.1
Water
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. verkeer te water en oeververbindingen; b. water ten behoeve van de waterhuishouding en oevers; c. bruggen, duikers en steigers. 14.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan ten behoeve van de verkeersregeling of de verlichting en bruggen bedraagt ten hoogste 3 m.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
113
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 15 15.1
Wonen - 1
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen in vrijstaande woningen met de mogelijkheid van aan-huis-gebonden beroepen; b. ter plaatse van de aanduiding 'garages': uitsluitend garages en bergplaatsen ten behoeve van de vrijstaande woningen; c. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd': tevens detailhandel in niet dagelijkse goederen en dienstverlening; d. ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte': een praktijkruimte; e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water. 15.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en hiervoor gelden de volgende regels: 15.2.1 Hoofdgebouwen a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. per bouwvlak is ten hoogste één woning toegestaan; c. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte; d. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte; e. bij hoofdgebouwen mag de goothoogte worden doorbroken met dakkapellen onder de voorwaarde, dat deze constructie minimaal 0,5 m onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak minimaal 0,5 m boven de goot is geplaatst; f. bij hoofdgebouwen mag de goothoogte worden doorbroken met een dakopbouw op een zadeldak onder de voorwaarde, dat de dakhelling van dit zadeldak maximaal 30 graden bedraagt. 15.2.2 Erfbebouwing Algemene regels a. de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwe, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf binnen de bestemming Wonen - 1 met een maximum van 100 m²; b. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen en overkappingen tot bouwperceelsgrenzen bedraagt 0 m of ten minste 1 m; Aan-/uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen c. de gezamenlijke breedte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen, gemeten vanuit de zijgevel van het hoofdgebouw, bedraagt ter plaatse van de betreffende zijgevel ten hoogste 60% van de breedte van het hoofdgebouw met een maximum van 5 m; d. de gezamenlijke diepte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen, gemeten vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw, bedraagt ter plaatse van de betreffende achtergevel ten hoogste 4 m; e. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,30 m; f. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m; g. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,30 m; Vrijstaande bijgebouwen en overkappingen h. vrijstaande bijgebouwen en overkappingen zijn toegestaan indien aan de volgende regels wordt voldaan:
114
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout 1. vrijstaande bijgebouwen en overkappingen worden op ten minste 1 m afstand van het hoofdgebouw en op ten minste 1 m afstand van de erfbebouwing zoals bedoeld in lid 15.2.2 onderdelen c en d gebouwd; 2. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m; 3. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m; 4. in afwijking van het bepaalde onder 3 bedraagt de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen op of binnen een afstand van 2 m van de bouwperceelgrens ten hoogste 3 m indien ingevolge Figuur D in artikel 1.101.3 nadelige verandering optreedt in de bezonningssituatie. 5. de bouwhoogte van een overkapping bedraagt ten hoogste 3 m. 15.2.3 Dakterrassen Voor dakterrassen, die nog niet aanwezig zijn tijdens de ter inzage legging van dit bestemmingsplan, gelden de volgende regels: a. dakterrassen zijn toegestaan op de achtergevel en/of zijgevel van het hoofdgebouw en op aan- en uitbouw indien zowel de achtergevel als de zijgevel is gericht naar openbaar toegankelijk gebied; b. dakterrassen zijn niet toegestaan aan de voorgevel van de woning; c. de bouwhoogte van terrashekken ten behoeve van dakterrassen bedraagt ten hoogste 1,2 m boven de vloer van het dakterras. 15.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m. 15.3
Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels; a. de uit te oefenen functie van bijgebouwen zoals bedoeld in lid 15.2.2 sub h is ondergeschikt aan de woonfunctie; b. een aan-huis-gebonden beroep mag uitsluitend worden uitgeoefend met inachtnemening van de volgende regels: 1. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd; 2. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning, inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen, met een maximum van 50 m² met inachtneming van de volgende voorwaarden: ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid; het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer; het is niet toegestaan om vrijstaande bijgebouwen voor een aan-huis-gebonden beroep in gebruik te nemen er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan een beroep aan huis.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
115
bestemmingsplan Dorp Voorhout 15.4
Afwijken van de gebruiksregels
15.4.1 Afwijken voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.1 voor het toestaan van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een woning met in achtneming van de volgende regels: a. de activiteiten worden door de bewoner uitgeoefend; b. de woning behoudt in overwegende mate haar woonfunctie en heeft een ruimtelijke uitstraling, die met de woonfunctie in overeenstemming is; c. de vloeroppervlakte ten behoeve van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen met een maximum van 50 m²: d. het is niet toegestaan om vrijstaande bijgebouwen voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in gebruik te nemen; e. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer; f. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid. 15.4.2 Afwijken voor het toestaan van andere functies ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 15.1 voor het toestaan van maatschappelijke voorzieningen en kantoren met inachtneming van de volgende regels: a. aangetoond wordt dat voldaan wordt aan het bepaalde in de milieuwetgeving; b. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
116
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 16 16.1
Wonen - 2
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen in aaneengebouwde of twee-aaneengebouwde woningen en geschakelde woningen met de mogelijkheid van aan-huis-gebonden beroepen; b. ter plaatse van de aanduiding 'garages': uitsluitend garages en bergplaatsen ten behoeve van de vrijstaande woningen; c. ter plaatse van de aanduiding 'gemengd': tevens detailhandel in niet dagelijkse goederen en dienstverlening; d. ter plaatse van de aanduiding 'praktijkruimte': een praktijkruimte; e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, perceelontsluitingen, tuinen en water. 16.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 16.2.1 Hoofdgebouwen a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte; c. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte; d. bij hoofdgebouwen mag de goothoogte worden doorbroken met dakkapellen onder de voorwaarde, dat deze constructie minimaal 0,5 m onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak minimaal 0,5 m boven de goot is geplaatst; e. bij hoofdgebouwen mag de goothoogte worden doorbroken met een dakopbouw op een zadeldak onder de voorwaarde, dat de dakhelling van dit zadeldak maximaal 30 graden bedraagt. 16.2.2 Erfbebouwing Algemene regels a. de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf binnen de bestemming Wonen - 2 met een maximum van 100 m²; b. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen en overkappingen tot bouwperceelsgrenzen bedraagt 0 m of ten minste 1 m; c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' gelden in afwijking van sub a en b de volgende regels: 1. de gronden mogen met ten hoogste 55% worden bebouwd met een maxumum van 20 m²; 2. hierop wordt in mindering gebracht de oppervlakte van autoboxen, bergplaatsen en andere bijgebouwen die zich bevinden op de aangrenzende gronden met de bestemming Wonen - 2. Aan-/uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen d. de gezamenlijke breedte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen, gemeten vanuit de zijgevel van het hoofdgebouw, bedraagt ter plaatse van de betreffende zijgevel ten hoogste 4 m; e. de gezamenlijke diepte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen, gemeten vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw, bedraagt ter plaatse van de betreffende achtergevel ten hoogste 3 m; f. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,30 m; g. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m; h. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,30 m;
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
117
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Vrijstaande bijgebouwen en overkappingen i. vrijstaande bijgebouwen en overkappingen zijn toegestaan indien aan de volgende regels wordt voldaan: 1. vrijstaande bijgebouwen en overkappingen worden op ten minste 1 m afstand van het hoofdgebouw en op ten minste 1 m afstand van de erfbebouwing zoals bedoeld in lid 16.2.2 onderdelen c en d gebouwd; 2. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m; 3. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m; 4. in afwijking van het bepaalde onder 3 bedraagt de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen op of binnen een afstand van 2 m van de bouwperceelgrens ten hoogste 3 m indien ingevolge Figuur D in artikel 1.101.3 nadelige verandering optreedt in de bezonningssituatie; 5. de bouwhoogte van een overkapping bedraagt ten hoogste 3 m; 16.2.3 Dakterrassen Voor dakterrassen, die nog niet aanwezig zijn tijdens de ter inzage legging van dit bestemmingsplan, gelden de volgende regels: a. dakterrassen zijn toegestaan op de achtergevel en/of zijgevel van het hoofdgebouw en op aan- en uitbouw indien zowel de achtergevel als de zijgevel is gericht naar openbaar toegankelijk gebied; b. dakterrassen zijn niet toegestaan aan de voorgevel van de woning; c. de bouwhoogte van terrashekken ten behoeve van dakterrassen bedraagt ten hoogste 1,2 m boven de vloer van het dakterras. 16.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m. 16.3
Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels; a. de uit te oefenen functie in bijgebouwen zoals bedoeld in lid 16.2.2 sub h is ondergeschikt aan de woonfunctie; b. een aan-huis-gebonden beroep mag uitsluitend worden uitgeoefend met inachtnemening van de volgende regels: 1. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd; 2. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen met een maximum van 50 m² met inachtneming van de volgende voorwaarden: ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid; het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer; het is niet toegestaan om vrijstaande bijgebouwen voor een aan-huis-gebonden beroep in gebruik te nemen er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan een beroep aan huis. 16.4
Afwijken van de gebruiksregels
16.4.1 Afwijken voor kleinschalige bedrijfsmatige acitiviteiten Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.1 voor het toestaan van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een woning met in achtneming van de volgende regels: a. de activiteiten worden door de bewoner uitgeoefend; b. de woning behoudt in overwegende mate haar woonfunctie en heeft een ruimtelijke uitstraling, die met de woonfunctie in overeenstemming is;
118
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout c.
de vloeroppervlakte ten behoeve van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen met een maximum van 50 m²: d. het is niet toegestaan om vrijstaande bijgebouwen voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in gebruik te nemen; e. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer; f. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
16.4.2 Afwijken voor het toestaan van andere functies ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' Het bevoegd gezag kan ter plaatse van de aanduiding 'gemengd' bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 16.1 voor het toestaan van maatschappelijke voorzieningen en kantoren met inachtneming van de volgende regels: a. aangetoond wordt dat voldaan wordt aan het bepaalde in de milieuwetgeving; b. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
119
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 17 17.1
Wonen - 3
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. het wonen in gestapelde woningen met de mogelijkheid van aan-huis-gebonden beroepen; b. ter plaatse van de aanduiding 'parkeergarage' een ondergrondse parkeervoorziening; c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, perceelontsluitingen, tuinen en water. 17.2
Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels: 17.2.1 Hoofdgebouwen a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd; b. per bouwvlak zijn gestapelde woningen toegestaan; c. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte; d. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte; e. bij hoofdgebouwen mag de goothoogte worden doorbroken met dakkapellen onder de voorwaarde, dat deze constructie minimaal 0,5 m onder de noklijn is gelegen en de onderzijde van de constructie in het dakvlak minimaal 0,5 m boven de goot is geplaatst; f. bij hoofdgebouwen mag de goothoogte worden doorbroken met een dakopbouw op een zadeldak onder de voorwaarde, dat de dakhelling van dit zadeldak maximaal 30 graden bedraagt. 17.2.2 Erfbebouwing Algemen regels a. de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf binnen de bestemming Wonen - 3 met een maximum van 100 m²; b. de afstand van aan- en uitbouwen en bijgebouwen en overkappingen tot bouwperceelsgrenzen bedraagt 0 m of ten minste 1 m; Aan-/uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen c. de gezamenlijke breedte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen, gemeten vanuit de zijgevel van het hoofdgebouw, bedraagt ter plaatse van de betreffende zijgevel ten hoogste 4 m; d. de gezamenlijke diepte van aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen en -overkappingen, gemeten vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw, bedraagt ter plaatse van de betreffende achtergevel ten hoogste 3 m; e. de goothoogte van aan- en uitbouwen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,30 m; f. de bouwhoogte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m; g. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw vermeerderd met 0,30 m; Vrijstaande bijgebouwen en overkappingen h. vrijstaande bijgebouwen en overkappingen zijn toegestaan indien aan de volgende regels wordt voldaan: 1. vrijstaande bijgebouwen en overkappingen worden op ten minste 1 m afstand van het hoofdgebouw en op ten minste 1 m afstand van de erfbebouwing zoals bedoeld in lid 17.2.2 onderdelen c en d gebouwd; 2. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m; 3. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen bedraagt ten hoogste 4,5 m;
120
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout 4. in afwijking van het bepaalde onder 3 bedraagt de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen op of binnen een afstand van 2 m van de bouwperceelgrens ten hoogste 3 m indien ingevolgeFiguur D in artikel 1.101.3 nadelige verandering optreedt in de bezonningssituatie. 5. de bouwhoogte van een overkapping bedraagt ten hoogste 3 m. 17.2.3 Dakterrassen Voor dakterrassen, die nog niet aanwezig zijn tijdens de ter inzage legging van dit bestemmingsplan, gelden de volgende regels: a. dakterrassen zijn toegestaan op de achtergevel en/of zijgevel van het hoofdgebouw en aan- en uitbouw indien zowel de achtergevel als de zijgevel zijn gericht naar openbaar toegankelijk gebied; b. dakterrassen zijn niet toegestaan aan de voorgevel van de woning; c. de bouwhoogte van terrashekken ten behoeve van dakterrassen bedraagt ten hoogste 1,2 m boven de vloer van het dakterras. 17.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde a. de bouwhoogte van erfafscheidingen bedraagt ten hoogste 2 m; b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m. 17.3
Specifieke gebruiksregels
Ten aanzien van het gebruik gelden de volgende regels; a. de uit te oefenen functie in bijgebouwen zoals bedoeld in lid 17.2.2 sub h is ondergeschikt aan de woonfunctie; b. een aan-huis-gebonden beroep mag uitsluitend worden uitgeoefend met inachtnemening van de volgende regels: 1. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd; 2. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen met een maximum van 50 m² met inachtneming van de volgende voorwaarden: ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid; het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer; het is niet toegestaan om vrijstaande bijgebouwen voor een aan-huis-gebonden beroep in gebruik te nemen er vindt geen horeca en geen detailhandel plaats, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan een beroep aan huis. 17.4
Afwijken van de gebruiksregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 17.1 voor het toestaan van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in een woning met in achtneming van de volgende regels: a. de activiteiten worden door de bewoner uitgeoefend; b. de woning behoudt in overwegende mate haar woonfunctie en heeft een ruimtelijke uitstraling, die met de woonfunctie in overeenstemming is; c. de vloeroppervlakte ten behoeve van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 30% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning inclusief aan- en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen met een maximum van 50 m²: d. het is niet toegestaan om vrijstaande bijgebouwen voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in gebruik te nemen; e. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de afwikkeling van het verkeer; f. ten behoeve van de activiteiten is voorzien in voldoende parkeergelegenheid.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
121
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 18 18.1
Waarde - Archeologie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - tevens bestemd voor de bescherming en veiligstelling van archeologische waarden. Deze bestemming is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen. 18.2
Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels: a. op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 18.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een bouwhoogte van ten hoogste 3 m; b. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien: 1. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het bouwen een rapport heeft overgelegd van een archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld; 2. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de bouwactiviteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het bouwen voorschriften en beperkingen te verbinden, gericht op: het behoud van de archeologische resten in de bodem; het doen van opgravingen; het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige; c. het bepaalde in dit lid onder b.1 en b.2 is niet van toepassing, indien het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: 1. vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering; 2. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - 1': er geen grondwerk wordt verricht dieper dan 30 cm onder maaiveld en er geen hei- en schroefwerkzaamheden zullen worden verricht; óf het te bouwen oppervlak een omvang heeft die kleiner is dan 100 m²; 3. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - 2': er geen grondwerk wordt verricht dieper dan 100 cm onder maaiveld en er geen hei- en schroefwerkzaamheden zullen worden verricht; óf het te bouwen oppervlak een omvang heeft die kleiner is dan 500 m²; 4. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van waarde - 3': er geen grondwerk wordt verricht dieper dan 30 cm onder maaiveld en er geen hei- en schroefwerkzaamheden zullen worden verricht; óf het te bouwen oppervlak een omvang heeft die kleiner is dan 500 m². 18.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden 18.3.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarden - Archeologie zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegd gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het ophogen van de bodem met 0,5 m; b. grondwerkzaamheden, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen alsmede het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren en aanleggen van drainage; c. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen; d. het verlagen of verhogen van het waterpeil; e. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd;
122
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout f.
het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen; g. het aanleggen van ondergrondse kabels en leidingen en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur. 18.3.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod Het verbod van 18.3.1 is niet van toepassing, indien de werken en werkzaamheden: a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarbij lid 18.2 in acht is genomen; b. de werken en/of werkzaamheden het gewone onderhoud betreffen, met inbegrip van onderhoudsen vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen binnen bestaande tracés van kabels en leidingen; c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan; d. ten dienste van archeologisch onderzoek worden uitgevoerd; e. in het gebied met 'specifieke vorm van waarde - 1': 1. werkzaamheden in de bodem betreffen tot een diepte van 30 cm onder het maaiveld; óf 2. het gebied van de werken een omvang heeft, die kleiner is dan 100 m²; f. in het gebied met 'specifieke vorm van waarde - 2': 1. werkzaamheden in de bodem betreffen tot een diepte van 100 cm onder het maaiveld; óf 2. het gebied van de werken een omvang heeft, die kleiner is dan 500 m²; g. in het gebied met 'specifieke vorm van waarde - 3': 1. werkzaamheden in de bodem betreffen tot een diepte van 30 cm onder het maaiveld; óf 2. het gebied van de werken een omvang heeft, die kleiner is dan 500 m²; 18.3.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden De werken en werkzaamheden, zoals in lid 18.3.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden aan de hand van archeologisch onderzoek kan aantonen dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden aanwezig zijn. Voorts zijn de werken en werkzaamheden toelaatbaar, indien: a. de aanvrager van de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden een rapport heeft overgelegd van een archeologisch onderzoek zoals gesteld in de kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, waarin de archeologische waarde van de betrokken locatie naar het oordeel van het bevoegd gezag in voldoende mate is vastgesteld; b. de betrokken archeologische waarden, gelet op dit rapport, door de activiteiten niet worden geschaad of mogelijke schade kan worden voorkomen door aan de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden voorschriften en beperkingen te verbinden, gericht op: 1. het behoud van de archeologische resten in de bodem; 2. het doen van opgravingen; 3. het begeleiden van de bouwactiviteiten door een archeologische deskundige. 18.4
Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen de verbeelding van het bestemmingsplan wijzigen door: a. de bestemming Waarde - Archeologie geheel of gedeeltelijk te doen vervallen of van omvang te veranderen indien op basis van aanvullend en/of definitief archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische bescherming of zorg nodig is; b. op gronden alsnog de bestemming Waarde - Archeologie te leggen indien uit archeologisch onderzoek blijkt, dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
123
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 19 19.1
Waterstaat - Waterkering
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar geldende bestemming(en) - tevens bestemd voor de waterkering. 19.2
Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels: a. op de gronden mogen ten behoeve van de in lid 19.1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m; c. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering. 19.3
Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 19.2. Deze vergunning wordt verleend, indien de bij de betrokken bestemming behorende bouwregels in acht worden genomen en het waterkeringsbelang door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad. Hiervoor is een schriftelijk advies nodig van de beheerder van de waterkering.
124
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Hoofdstuk 3 Artikel 20
Algemene regels
Antidubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
125
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 21 21.1
Algemene bouwregels
Overschrijding bouw- en bestemmingsgrenzen
1. De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen mogen worden overschreden door: a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, balkons, entreeportalen en veranda's, mits de overschrijding ten hoogste 1,5 m bedraagt; b. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding ten hoogste 1 m bedraagt; 2. De bouw- en bestemmingsgrenzen mogen worden overschreden, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken, door: ondergeschikte bouwdelen, zoals dakoverstekken, venters, gevelversieringen en funderingen, mits de overschrijding ten hoogste 0,5 m bedraagt. 21.2
Ondergronds bouwen en aanleggen
21.2.1 Ondergrondse werken Voor het uitvoeren van ondergrondse werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden gelden, behoudens in deze regels opgenomen bepalingen, geen beperkingen. 21.2.2 Ondergrondse bouwwerken Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken, gelden de volgende bepalingen, tenzij in de regels anders is opgenomen: a. ondergrondse bouwwerken zijn uitsluitende toegestaan binnen het bouwvlak; b. de ondergrondse bouwdiepte van de ondergrondse bouwwerken bedraagt maximaal 4 meter beneden maaiveld; c. bij het berekenen van de bebouwingspercentages, of van het maximaal te bebouwen oppervlak, wordt de oppervlakte van ondergrondse gebouwen mede in aanmerking genomen. 21.2.3 Afwijken voor ondergronds bouwen Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 21.2.2 voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken met een ondergrondse bouwdiepte van maximaal 10 m onder maaiveld onder de voorwaarde dat de waterhuishouding niet ontoelaatbaar wordt verstoord. 21.3
bestaande afstands- inhouds- hoogte- en oppervlaktematen
a. Voor een bouwwerk, dat bij of krachtens de Woningwet en/ of Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de maatvoeringbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat: 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden; 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden. b. Ingeval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt. c. Op een bouwwerk als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.
126
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 22
Algemene afwijkingsregels
Het bevoegd gezag kan -tenzij hiervoor op grond van Hoofdstuk 2 al een omgevingsvergunning kan worden verleend- een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de regels voor overschrijding van bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bouwvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot. Deze omgevingsvergunning wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
127
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 23 23.1
Algemene wijzigingsregels
Overschrijding bestemmingsgrenzen
Burgemeester en wethouders kunnen op grond van artikel 3.6, lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening de in het plan opgenomen bestemmingen wijzigen ten behoeve van overschrijding van bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein. De overschrijdingen mogen echter ten hoogste 3 m bedragen en het bestemmingsvlak mag met ten hoogste 10% worden vergroot. 23.2
wro-zone wijzigingsgebied - 1, 2 en 3
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen ter plaatse van de aanduidingen 'wro-zone wijzigingsgebied - 1', 'wro-zone wijzigingsgebied - 2' en 'wro-zone wijzigingsgebied - 3' wijzigen ten behoeve van de herontwikkeling van het centrumgebied, met inachtneming van de volgende regels: a. het wijzigingsgebied wordt integraal ontwikkeld; b. wijziging is mogelijk ten behoeve van de functies horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1c van de Staat van Horeca-activiteiten met bijbehorende terrassen, dienstverlening en detailhandel uitsluitend op de begane grond en wonen, uitsluitend op de verdiepingen; c. in afwijking van het bepaalde onder a is uitsluitend wonen aan de Prins Bernhardstraat en de Irenestraat op de begane grond toegestaan; d. hoofdgebouwen bestaan uit ten hoogste drie bouwlagen met daarop een dwarskap of setback met een goothoogte van 10 m en een bouwhoogte van 14 m waarbij een accent tot 15 m, geen bouwlaag zijnde is toegestaan; e. de bouwhoogte van de hoofdgebouwen aan de Prins Bernhardstraat / Irenestraat bedraagt ten hoogste 9 m; f. er wordt voorzien in de eigen parkeerbehoefte op de planlocatie, waarbij de parkeervoorziening ook ondergronds kan worden gerealiseerd; g. bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in de voorgaande leden dient vast te staan dat er een aanvaardbare milieuhygiënische situatie zal zijn gewaarborgd. 23.3
wro-zone wijzigingsgebied - 4
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemming Gemengd - 1 wijzigen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied - 4' ten behoeve van de herinrichting van het gebied, met inachtneming van de volgende regels: wijziging is mogelijk ten behoeve van de functies wonen al dan niet in combinatie met kantoren zonder baliefunctie, tuin en verkeer-verblijfsgebied en ruimte voor maatschappelijke voorzieningen; a. er zijn zowel grondgebonden als gestapelde woningen toegestaan; b. hoofdgebouwen bestaan uit ten hoogste twee bouwlagen met kap of uit drie bouwlagen waarbij geldt dat de derde bouwlaag terugligt ten opzichte van de onderste twee bouwlagen; c. er wordt voorzien in de eigen parkeerbehoefte op de planlocatie, waarbij de parkeervoorziening ook ondergronds kan worden gerealiseerd; d. bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in de voorgaande leden dient vast te staan dat er een aanvaardbare milieuhygiënische situatie zal zijn gewaarborgd; e. de afstand van het hoofdgebouw tot de kadastrale grens van de percelen van de Margrietstraat bedraagt ten minste 10 meter; f. de afstand van het hoofdgebouw tot aan de bouwperceelgrens van Herenstraat 76-78 bedraagt ten minste 2 m.
128
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout 23.4
wro-zone wijzigingsgebied - 5
Burgemeester en wethouders kunnen de bestemmingen wijzigen ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone wijzigingsgebied - 5' met inachtneming van de volgende regels: a. het maximum aantal woningen bedraagt ten hoogste 7; b. er zijn uitsluitend grondgebonden woningen toegestaan; c. hoofdgebouwen bestaan uit ten hoogste twee bouwlagen met kap of uit drie bouwlagen waarbij geldt dat de derde bouwlaag terugligt ten opzichte van de onderste twee bouwlagen; d. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 6 m; e. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste 11 m; f. er wordt voorzien in de eigen parkeerbehoefte in het wijzigingsgebied; g. bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid als bedoeld in de voorgaande leden dient vast te staan dat er een aanvaardbare milieuhygiënische situatie zal zijn gewaarborgd.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
129
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 24 24.1
Overige regels
Werking wettelijke regelingen
De wettelijke regelingen, waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luiden op het moment van de vaststelling van het plan. 24.2
Relatie
Indien blijkens de aanduiding 'relatie' sprake is van een gekoppeld bouwvlak, dan zijn voor het gebruik, het bouwen, afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden, de bepalingen met betrekking tot een 'enkel' bouwvlak van overeenkomstige toepassing.
130
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Hoofdstuk 4 Artikel 25 25.1
Overgangs- en slotregel
Overgangsregels
Overgangsrecht bouwwerken
Voor bouwwerken luidt het overgangsrecht als volgt: a. een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het bestemmingsplan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is tenietgegaan; b. het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van dit onder a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk zoals bedoeld in dit lid onder a, met ten hoogste 10%; c. dit lid onder a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan. 25.2
Overgangsrecht gebruik
Voor gebruik luidt het overgangsrecht als volgt: a. het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet; b. het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in dit lid onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind; c. indien het gebruik, bedoeld in dit lid onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten; d. dit lid onder a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsregeling van dat plan.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
131
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Artikel 26
Slotregel
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Dorp Voorhout.
132
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
bijlagen bij de regels
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Bijlage 1
134
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging'
Lijst van afkortingen in de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' < > = cat. e.d. kl. n.e.g.
niet van toepassing of niet relevant kleiner dan groter gelijk aan categorie en dergelijke klasse niet elders genoemd
o.c. p.c. p.o. b.o. v.c. u d w j
opslagcapaciteit productiecapaciteit productieoppervlak bedrijfsoppervlak verwerkingscapaciteit uur dag week jaar
SBI-CODE 1993 nummer
CATEGORIE
OMSCHRIJVING
01
-
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN DE LANDBOUW
014
0
Dienstverlening ten behoeve van de landbouw:
014
2
- algemeen (onder andere loonbedrijven), b.o < 500 m²
B1
014
4
- plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven, b.o. < 500 m²
B1
15
-
VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
151
0
Slachterijen en overige vleesverwerking:
151
6
- vleeswaren- en vleesconservenfabrieken, p.o. < 200 m²
B2
1552
2
Consumptie-ijsfabrieken, p.o. < 200 m²
B1
1581
1
Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen, chargeovens, v.c. < 7.500 kg meel/week
B1
1584
0
Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:
1584
3
- cacao- en chocoladefabrieken, vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 200 m²
B1
1584
6
- suikerwerkfabrieken zonder suiker branden, p.o. < 200 m²
B1
1593 t/m 1595 17
Vervaardiging van wijn, cider en dergelijke -
B1
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
174, 175
Vervaardiging van textielwaren
B2
176, 177
Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen
B2
18
-
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
181
Vervaardiging kleding van leer
182
Vervaardiging van kleding en –toebehoren (exclusief leer)
20
-
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK EN DERGELIJKE
203, 204, 205
1
Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m²
205 22
Kurkwaren-, riet- en vlechtwerkfabrieken
B2 C
B2 B1
-
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
2223
A
Grafische afwerking
2223
B
Binderijen
B1
2224
Grafische reproductie en zetten
B1
2225
Overige grafische activiteiten
B1
223
Reproductiebedrijven opgenomen media
2222.6
Kleine drukkerijen en kopieerinrichtingen
24
-
VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN
2442
0
Farmaceutische productenfabrieken:
2442
2
- verbandmiddelenfabrieken
26
-
B1 A
A
C
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN
2612
Glas-in-lood-zetterij
B1
2615
Glasbewerkingsbedrijven
B2
262, 263
0
Aardewerkfabrieken:
262, 263
1
- vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW
267
0
Natuursteenbewerkingsbedrijven:
267
2
2681
B1
- indien p.o. < 2.000 m²
B2
Slijp- en polijstmiddelen fabrieken
B2
SBI-CODE 1993 nummer
CATEGORIE
OMSCHRIJVING
28
-
VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN METAAL (EXCLUSIEF MACHINES/TRANSPORTMIDDELEN)
281
1a
- gesloten gebouw, p.o. < 200 m²
B2
284
B1
Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen en dergelijke, p.o. < 200 m²
B2
2852
2
Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. < 200 m²
B2
287
B
Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. < 200 m²
B2
30
-
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30
A
Kantoormachines- en computerfabrieken
33
-
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN
33
A
Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten en dergelijke
36
-
VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
361
2
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m²
B1
B1
A
Fabricage van munten, sieraden en dergelijke
B1
363
Muziekinstrumentenfabrieken
B1
3661.1
Sociale werkvoorziening
B1
362
40
-
40
C0
PRODUCTIE EN DISTRIBUTIE VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:
40
C1
- < 10 MVA
40
D0
Gasdistributiebedrijven:
40
D3
- gas: reduceer-, compressor-, meet- en regelinstallaties categorie A
40
D4
- gasdrukregel- en meetruimten (kasten en gebouwen), categorie B en C
40
E0
Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:
40
E2
- blokverwarming
41
-
41
B0
Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:
41
B1
- < 1 MW
B1 A B1 B1
WINNING EN DISTRIBUTIE VAN WATER
45
-
BOUWNIJVERHEID
45
3
B1
Aannemersbedrijf of bouwbedrijf met werkplaats, b.o. < 1.000 m²
B1
453
Bouwinstallatie algemeen (exclusief spuiterij)
B1
453
Elektrotechnische installatie
B1
50
-
501, 502, 504 5020.4
HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven (exclusief plaatwerkerij of spuiterij)
B
Autobeklederijen
B1 A
5020.5
Autowasserijen
B1
503, 504
Handel in auto- en motorfietsonderdelen en -accessoires
B1
51
-
GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING
5134
Groothandel in dranken
C
5135
Groothandel in tabaksproducten
C
5136
Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk
C
5137
Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen
C
514
Groothandel in overige consumentenartikelen
C
5148.7
0
Groothandel in vuurwerk en munitie:
SBI-CODE 1993 nummer
CATEGORIE
OMSCHRIJVING
5148.7
1
- consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton
5153
0
Groothandel in hout en bouwmaterialen:
5153
1
- algemeen
5153
2
- indien b.o. < 2.000 m²
C C B1
5153.4
4
Zand en grind:
5153.4
6
- indien b.o. < 200 m²
5154
0
Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:
5154
1
- algemeen
5154
2
- indien b.o. < 2.000 m²
5156
Groothandel in overige intermediaire goederen
C
5162
2
Groothandel in machines en apparaten, opp >= b.o. 2.000 m², exclusief machines voor de bouwnijverheid
C
B1 C B1
5162
Groothandel in machines en apparaten, opp < 2.000 m², exclusief machines voor de bouwnijverheid
B1
517
Overige groothandel (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden en dergelijke)
C
52
-
527 60
Reparatie ten behoeve van particulieren (exclusief auto's en motorfietsen) -
6022 6024
64
-
-
C B1
B1
POST EN TELECOMMUNICATIE Post- en koeriersdiensten
-
B1
DIENSTVERLENING TEN BEHOEVE VAN HET VERVOER Caravanstalling
641 71
Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks), b.o. < 1.000 m² Pomp- en compressorstations van pijpleidingen
6321
A
VERVOER OVER LAND Taxibedrijven
1
603 63
REPARATIE TEN BEHOEVE VAN PARTICULIEREN
C
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN B2
711
Personenautoverhuurbedrijven
712
Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (exclusief personenauto's)
C
713
Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen
C
72
-
72
A
Computerservice- en informatietechnologiebureaus en dergelijke
72
B
Datacentra
73
-
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK
732 74
COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE
Maatschappij- en geesteswetenschappelijk onderzoek -
A B1
A
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
7481.3
Foto- en filmontwikkelcentrales
C
7484.4
Veilingen voor huisraad, kunst en dergelijke
A
90 9001
MILIEUDIENSTVERLENING B
Rioolgemalen
93
-
OVERIGE DIENSTVERLENING
9301.3
A
Wasverzendinrichtingen
B1
B1
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Bijlage 2
Staat Horeca-activiteiten
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
135
Categorie I 'lichte horeca' Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden: 1a.
Aan -
de detailhandelsfunctie verwante horeca automatiek; broodjeszaak; cafetaria; croissanterie; koffiebar; lunchroom; ijssalon; snackbar; tearoom; traiteur.
1b.
Overige lichte horeca bistro; restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice); hotel.
1c.
Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking bedrijven genoemd onder 1a en 1b met een bedrijfsoppervlak van meer dan 250 m²; restaurant met bezorg- en/of afhaalservice (o.a. pizza, chinees, McDrives).
Categorie 2 'middelzware horeca' Bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken: bar; bierhuis; biljartcentrum; café; proeflokaal; shoarma/grillroom; zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen). Categorie 3 'zware horeca' Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen: dancing; discotheek; nachtclub; partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
plannummer SvH 1997
eindnoten
bestemmingsplan Dorp Voorhout
Eindnoten
1. RBOI, 18 april 2006, 203.12271.00 2. Nadere doorrekening variant 6, RBOI, 9 augustus 2007, rapportnummer 203.13251.00 3. Dat wil zeggen vierentwintig uur per dag en gedurende het gehele jaar. 4. Kamerstukken II 1988/89, 21 137, nr. 5). Overigens wordt in deze nota wordt over individueel in plaats van plaatsgebonden risico gesproken. 5. Momenteel loopt een milieuvergunningprocedure. De PR contouren zijn kleiner nu de nieuwe vergunning van kracht is (advies ruimtelijke plannen miliuedienst West-Holland d.d. 11 februari 2011) 6. Dat wil zeggen vierentwintig uur per dag en gedurende het gehele jaar.
bestemmingsplan "Dorp Voorhout" (vastgesteld)
137