Ontwerp d.d. *** TESTAMENT C GEHUWDEN MET MINDERJARIGE KINDEREN (UIT HUIDIGE RELATIE)
Op *** verscheen voor mij, mr. ***, notaris te Rotterdam:----------------------------de heer ***, , gehuwd in algehele gemeenschap van goederen met mevrouw ***. --De verschenen persoon heeft verklaard: -------------------------------------------------Ten eerste:---------------------------------------------------------------------------------Herroeping ---------------------------------------------------------------------------------Ik herroep alle vóór heden door mij gemaakte uiterste wilsbeschikkingen, met inbe- grip van eerder door mij gemaakte codicillen. -------------------------------------------Onder codicillen wordt in deze niet verstaan een eventueel door mij gemaakt donor- codicil. --------------------------------------------------------------------------------------Ten tweede:--------------------------------------------------------------------------------Rechtskeuze--------------------------------------------------------------------------------Ik bepaal dat de vererving en de wijze van afwikkeling van mijn nalatenschap be- ---heerst zullen worden door het Nederlandse recht, zulks met inachtneming van na te noemen beschikkingen. -------------------------------------------------------------------Ten derde: ---------------------------------------------------------------------------------Erfstelling ----------------------------------------------------------------------------------Ik benoem mevrouw ***, geboren te ***, hierna verder te noemen: "mijn echtge- -note", en mijn kinderen voor gelijke delen tot erfgenamen van mijn nalatenschap, --onder toepassing van de regels van plaatsvervulling zoals die gelden voor het ver- --sterf-erfrecht, onder voorwaarde dat een erfgenaam mij langer dan dertig dagen ----(30) dagen overleeft. ----------------------------------------------------------------------Ten vierde: ---------------------------------------------------------------------------------Wettelijke verdeling -----------------------------------------------------------------------1.
Ik bepaal dat mijn nalatenschap overeenkomstig de wet zal worden verdeeld,---zodat alle tot mijn nalatenschap behorende goederen aan mijn echtgenote moeten worden toegedeeld en geleverd, onder de verplichting voor mijn echtgenote om de schulden van de nalatenschap, waaronder de door mijn overige erfgena- men verschuldigde erfbelasting, te voldoen. -----------------------------------------
2.
Ieder van mijn overige erfgenamen verkrijgt een vordering ten laste van mijn --echtgenote ter grootte van de waarde van zijn/haar erfdeel. -----------------------
3.
De waardering van de goederen behorende tot mijn nalatenschap en daarmee --de vaststelling van de vorderingen van mijn overige erfgenamen ten laste van --mijn echtgenote zullen plaatsvinden in onderling overleg. Indien in onderling ---overleg geen overeenstemming wordt bereikt, dan wel indien bij de verdeling---van mijn nalatenschap personen zijn betrokken, die niet de vrije beschikking ----
1
over hun vermogen hebben, geschiedt de waardering door een deskundige te---benoemen door de kantonrechter als bedoeld in artikel te benoemen door de ---kantonrechter van de rechtbank waar ik mijn laatste woonplaats had en anders-door de kantonrechter als bedoeld in artikel 679 van het Wetboek van Burgerlij-ke Rechtsvordering. ------------------------------------------------------------------Ten vijfde: ---------------------------------------------------------------------------------Bepalingen en voorwaarden vorderingen overige erfgenamen--------------------------1.
De vorderingen van mijn overige erfgenamen worden vastgesteld bij notariële of onderhandse akte, op te maken binnen een jaar na mijn overlijden of zoveel----later als de omvang van mijn nalatenschap onherroepelijk vaststaat, doordat de aanslag voor de erfbelasting definitief is vastgesteld zonder dat daar nog op ----enigerlei wijze tegen in beroep kan worden gegaan. --------------------------------
2.
De vorderingen van mijn overige erfgenamen worden vermeerderd met een ----rente, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4:13 lid 4 van het Burgerlijk ------Wetboek. ------------------------------------------------------------------------------Mijn echtgenote is bevoegd binnen acht maanden na mijn overlijden een ander -rentepercentage over vorenbedoelde vorderingen vast te stellen.------------------
3.
De vorderingen van mijn overige erfgenamen zijn te allen tijde aflosbaar, doch -eerst opeisbaar in de door de wet genoemde gevallen, alsmede ------------------a.
op de dag van het overlijden van mijn echtgenote; ----------------------------
b.
indien mijn echtgenote hertrouwt of een geregistreerd partnerschap --------aangaat, tenzij zij hertrouwt of een geregistreerd partnerschap aangaat ----met het maken van zodanige huwelijks- of partnerschapsvoorwaarden, dat haar vermogen met inbegrip van eventuele waardestijgingen daarvan te ---allen tijde haar privé-eigendom blijft. Ingeval zij na hertrouwen of het ------aangaan van een geregistreerd partnerschap de bestaande huwelijks- of ---partnerschapsvoorwaarden wijzigt of opheft waarbij haar vermogen met ---inbegrip van eventuele waardestijgingen niet haar privé-eigendom blijft, ---zijn de voormelde vorderingen vermeerderd met voormelde rente -----------onmiddellijk voorafgaand aan het wijzigen of opheffen van deze huwelijks- -of partnerschapsvoorwaarden opeisbaar; ---------------------------------------
c.
indien mijn echtgenote ter voorziening in haar levensonderhoud aanspraak maakt op financiële steun van overheidswege waarvoor een -----------------vermogenstoets wordt gehanteerd of langdurig gebruik maakt van enige ---voorziening waarvoor een vergoeding moet worden voldaan op grond van --de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten;-------------------------------------
d.
bij het aanvragen door mijn echtgenote van surseance van betaling en -----wanneer zij in staat van faillissement wordt verklaard of op haar een -------schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing wordt ---------verklaard; -------------------------------------------------------------------------
2
4.
Mijn echtgenote mag te allen tijde overgaan tot algehele of gedeeltelijke --------aflossing en/of rente betaling aan een of meer van mijn overige erfgenamen. Zij is vrij een betaling in mindering te doen strekken op de hoofdsom of op de------rente. Indien zij zich daaromtrent niet uitlaat, strekt een betaling eerst in -------mindering op de rente. ----------------------------------------------------------------
5.
Ik hef de verplichting van mijn echtgenote tot overdracht van goederen aan ----mijn kinderen (ter voldoening aan hun vordering) als bedoeld in artikel 4:19 van het Burgerlijk Wetboek op. ------------------------------------------------------------
6.
Indien mijn echtgenote binnen drie maanden na mijn overlijden de wettelijke ---verdeling ongedaan maakt, benoem ik haar tot afwikkelingsbewindvoerder en --leg ik haar de last op mijn nalatenschap te verdelen. Zij mag daarbij niet afwij--ken van de in dit testament gegeven beschikkingen.-------------------------------Indien bij de verdeling van mijn nalatenschap mijn echtgenote wordt overbe- ---deeld, mag zij het verschuldigde schuldig blijven aan mijn overige erfgenamen.-Over deze schuld is eenzelfde rente verschuldigd als hiervoor bepaald onder 2. -De vordering is terstond opeisbaar in de gevallen hiervoor genoemd onder 3. ----
Ten zesde: ---------------------------------------------------------------------------------Voorwaarden -------------------------------------------------------------------------------De beschikkingen ten behoeve van mijn echtgenote gelden niet: ----------------------a.
indien mijn echtgenote en ik gescheiden leven in verband met een voorgeno- ---men ontbinding van het huwelijk; ----------------------------------------------------
b.
indien door mijn echtgenote en mij een verzoek tot echtscheiding of tot ---------scheiding van tafel en bed aanhangig is gemaakt dan wel door een van ons een verzoek daartoe is ingediend. ---------------------------------------------------------
Ten zevende: ------------------------------------------------------------------------------Beroep op legitieme -----------------------------------------------------------------------Indien een afstammeling een beroep doet op zijn/haar legitieme portie sluit ik -------hem/haar en zijn/haar afstammelingen uit als erfgenamen van mijn nalatenschap en ken het daardoor vrijvallende deel van mijn nalatenschap toe aan mijn echtgenote --en diegenen van mijn overige erfgenamen, die zich niet tegen de bepalingen in dit --testament hebben verzet. -----------------------------------------------------------------Ik bepaal dat de vordering van de legitimaris alleen kan worden verhaald op hetgeen mijn echtgenote uit mijn nalatenschap heeft verkregen en zonder verdere rentever--goeding pas opeisbaar is bij het overlijden van mijn echtgenote. ----------------------Ten achtste:--------------------------------------------------------------------------------Uitsluitingsclausule ------------------------------------------------------------------------Ik bepaal dat al hetgeen uit mijn nalatenschap wordt verkregen en hetgeen door ------zaaksvervanging daarvoor in de plaats komt alsmede de opbrengsten (‘vruchten’) ----daarvan niet vallen in een gemeenschap van goederen waarin een erfgenaam van mij-ooit gehuwd is of een gemeenschap van geregistreerd partnerschap, waarin een erf- ---
3
genaam van mij ooit een geregistreerd partner is. Hetgeen is verkregen, hetgeen uit --zaaksvervanging afkomstig is en de vruchten van hetgeen is verkregen kan evenmin --worden betrokken in enig verrekenbeding krachtens huwelijksvoorwaarden, partner- --schapsvoorwaarden of samenlevingsovereenkomst. ---------------------------------------Ten negende: ------------------------------------------------------------------------------Vrijstelling inbreng-------------------------------------------------------------------------Ik stel mijn afstammelingen vrij van de verplichting tot inbreng van giften in mijn ---nalatenschap, op welk tijdstip deze ook zijn gedaan, tenzij bij een gift schriftelijk ----anders is bepaald. -------------------------------------------------------------------------Ten tiende:---------------------------------------------------------------------------------Voogdij -------------------------------------------------------------------------------------Voor het geval dat ik bij mijn overlijden één of meer minderjarige kinderen nalaat en mijn echtgenote oefent niet het ouderlijk gezag over onze minderjarige kinderen uit,benoem ik tot voogd over die minderjarige kinderen: -----------------------------------***. ----------------------------------------------------------------------------------------Het is mijn uitdrukkelijke wens dat mijn minderjarige kinderen in het gezin van de --voogd worden opgenomen. ---------------------------------------------------------------Ten elfde: ----------------------------------------------------------------------------------Bewind -------------------------------------------------------------------------------------Voor het geval één van mijn kinderen ten tijde van mijn overlijden de leeftijd van ---*** jaar nog niet heeft bereikt en mijn echtgenote is voor mij dan wel gelijktijdig ---met mij in de zin der wet overleden of één van mijn kinderen, krijgt anderszins de --beschikking over hetgeen ik haar/hem heb nagelaten, stel ik hetgeen hij/zij, hierna -ieder voor zich ook te noemen: "de rechthebbende", uit mijn nalatenschap ontvangt onder bewind tot de dag dat de rechthebbende *** jaar oud wordt. Met dit bewind--beoog ik de rechthebbende op te leiden tot een verstandig en zelfstandig vermo- ----gensbeheerder. ----------------------------------------------------------------------------Het bewind wordt ingesteld met inachtneming van de wettelijke bepalingen en met -inachtneming van de volgende bijzondere bepalingen:----------------------------------1.
Strekking en omvang van het bewind. -----------------------------------------------
1.
Het bewind wordt ingesteld in het belang van de rechthebbende. ------------------
2.
Het bewind omvat alle goederen die de rechthebbende uit mijn nalatenschap ---ontvangt, de goederen die in de plaats van deze goederen zijn getreden, alsme-de de vruchten en andere voordelen die deze goederen hebben opgeleverd, zo- lang deze vruchten nog niet zijn uitgekeerd aan de rechthebbende. ---------------
2.
Benoeming bewindvoerder. -----------------------------------------------------------
Ik benoem tot bewindvoerder ten aanzien van het hiervoor ingestelde bewind: ------***, ----------------------------------------------------------------------------------------hierna ook te noemen: “de bewindvoerder”. --------------------------------------------3.
Geen beloning. -------------------------------------------------------------------------
4
De bewindvoerder heeft jaarlijks de bevoegdheid de door hem gemaakte kosten in --rekening te brengen. ----------------------------------------------------------------------Ik verzoek de bewindvoerder geen loon in rekening te brengen. -----------------------4.
Zekerheidsstelling, beschrijving, inschrijving in registers. --------------------------
1.
De bewindvoerder is vrijgesteld van de verplichting om zekerheid te stellen. -----
2.
De bewindvoerder zal zijn infunctietreding (overeenkomstig artikel 4:160 van---het Burgerlijk Wetboek) zo spoedig mogelijk aantekenen in de van toepassing --zijnde (openbare) registers.-----------------------------------------------------------
5. Taak bewindvoerder. -------------------------------------------------------------------1.
De bewindvoerder heeft het beheer over het onder bewind gestelde vermogen. -Het vermogen dient zodanig te worden belegd, dat het in stand wordt gehou----den.-------------------------------------------------------------------------------------
2.
De bewindvoerder vertegenwoordigt bij de belegging van het vermogen de -----rechthebbende. ------------------------------------------------------------------------
6. Uitkering opbrengst onder bewindgestelde vermogen. -------------------------------Zodra de rechthebbende meerderjarig wordt, zal de bewindvoerder aan de recht- ---hebbende de opbrengst (bijvoorbeeld rente) uitkeren van het onder bewindgestelde-vermogen.----------------------------------------------------------------------------------7. Rekening en verantwoording. ----------------------------------------------------------Indien de bewindvoerder niet mijn echtgenote/partner is, zal de bewindvoerder------eenmaal per jaar aan de rechthebbende rekening en verantwoording afleggen over -het door hem gevoerde beheer. Bij het einde van het bewind is het vorenstaande ---overeenkomstige toepassing. -------------------------------------------------------------8. Aanwijzen opvolger. --------------------------------------------------------------------De bewindvoerder heeft – voor zover door mij geen opvolger is aangewezen - het ---recht bij notariële akte een opvolger te benoemen, met gelijke bevoegdheden als ---hijzelf. --------------------------------------------------------------------------------------9. Einde bewind. Einde taak bewindvoerder. ---------------------------------------------1.
Het bewind eindigt door de in de wet genoemde gevallen op de dag dat de ------rechthebbende de leeftijd bereikt van *** jaar en voorts in alle door de wet ge- noemde gevallen. ----------------------------------------------------------------------
2.
De taak van de bewindvoerder eindigt op de dag dat de rechthebbende de leef- tijd bereikt van *** jaar en wanneer de bewindvoerder zijn functie moet neer- -leggen. ---------------------------------------------------------------------------------
3.
Bij het einde van het bewind dan wel de bewindvoerder zijn functie neer legt,---draagt de bewindvoerder het beheer over de onder bewind gestelde goederen --over aan diegene die na hem tot het beheer daarover bevoegd is. Tot de over- -dracht blijft de bewindvoerder datgene doen wat niet zonder nadeel voor de ----rechthebbende kan worden uitgesteld. -----------------------------------------------
10. Uitsluiting ouderlijk vruchtgenot. ------------------------------------------------------
5
Het ouderlijk vruchtgenot als bedoeld in artikel 1:253l van het Burgerlijk Wetboek is de ouder van de rechthebbende ontnomen. De bewindvoerder zal het saldo van de --vruchten van het onder bewind staande vermogen naar eigen inzicht geheel of ge- --deeltelijk uitkeren aan de rechthebbende of zijn/haar wettelijk vertegenwoordiger ---dan wel toevoegen aan het onder bewind staande vermogen.--------------------------Ten twaalfde: ------------------------------------------------------------------------------Executele -----------------------------------------------------------------------------------Ik benoem mijn echtgenote en bij belet of ontstentenis als ook bij opvolging: ***, --tot executeur, hierna ook te noemen "de executeur", voor welke benoeming in ------aanvulling op de wet de volgende bepalingen gelden: ----------------------------------a.
De executeur heeft tot taak mijn uitvaart te regelen. -------------------------------
b.
De executeur heeft voorts tot taak de goederen van mijn nalatenschap te -------beheren en de schulden van mijn nalatenschap te voldoen, die tijdens zijn ------beheer uit de tot mijn nalatenschap behorende goederen moeten worden -------voldaan, waaronder begrepen het nakomen en uitvoeren van overeenkomsten, -de voldoening van de kosten van mijn uitvaart, de taxatie- en boedelkosten en -de erfbelasting, die ten laste komt van mijn erfgenamen. --------------------------
c.
De executeur is bevoegd, in verband met de voldoening van de tot mijn ---------nalatenschap behorende schulden, de door hem beheerde goederen te gelde te-maken. De executeur behoeft over de keuze van de goederen en de wijze van --te geldemaking geen toestemming van mijn erfgenamen. --------------------------
Slot akte------------------------------------------------------------------------------------Voor het verlijden van de akte is door mij, notaris, aan de verschenen persoon me- -dedeling gedaan van de zakelijke inhoud van deze akte en heb ik daarop een toelichting gegeven. ------------------------------------------------------------------------------De verschenen persoon verklaarde van de inhoud van de akte te hebben kennisge- -nomen en verklaarde dat deze akte zijn uiterste wil bevat en daarmee in te stem- ---men alsmede in te stemmen met beperkte voorlezing van deze akte. -----------------De verschenen persoon is mij, notaris, bekend en de identiteit van de bij deze akte -verschenen persoon is door mij, notaris, aan de hand van het hiervoor vermelde en -daartoe bestemde document vastgesteld.------------------------------------------------WAARVAN AKTE in minuut opgemaakt, is verleden te Rotterdam op de datum in het hoofd dezer akte vermeld. ----------------------------------------------------------------Onmiddellijk na beperkte voorlezing is de akte door de verschenen persoon en mij, -notaris, ondertekend.-----------------------------------------------------------------------
6