Master plan Ter versterking van toerisme, economische spin-off en streekmarketing van Noordoost Friesland d.m.v
Reactivering spoorlijn Leeuwarden - Anjum als toeristische marketingtool
‘It Dockumer Lokaeltsje’ (Het verbindend element tussen toeristische projecten en ondernemerschap)
Opgesteld door Chris Rijff en Addy Rutgers 11 juni 2014 | Status: definitief © 2009 - 2014 GRA-CV Hilversum / St. Noord Friesche Lokaal Spoorwegmaatschappij Dokkum
Verantwoording Dit masterplan is tot stand gekomen zonder subsidie of andere vergelijkbare bijdragen en wordt gefinancierd vanuit private middelen door een speciaal voor dit doel samengestelde groep ondernemers. Het is met uiterste zorg samengesteld, al kunnen de auteurs niet instaan voor de eventuele incompleetheid ervan. Het document betreft de presentatie van een project waarin een volledig herstel van de spoorlijn Leeuwarden – Anjum in fasen wordt voorzien en is gericht aan bestuurders en politieke vertegenwoordigers van de provincie Friesland en de gemeenten Dongeradeel, Ferwerderadeel, Leeuwarderadeel en de stad Leeuwarden, plus andere (private en particuliere) stakeholders in het gebied. Het plan verantwoordt de realisatie van een reactivering van de spoorlijn Leeuwarden – Anjum, als marketing instrument van Noordoost Friesland alsmede het realiseren van een toeristische onderneming. Het plan verbindt en versterkt tevens andere regionale initiatieven en (overheid)projecten in de (ANNO) regio. Het eveneens gepresenteerde spoorfietsbedrijf is integraal onderdeel van dit masterplan welke is gebaseerd op het idee van een dienstregeling met spoorfietsen tussen twee of meerdere dorpen gelegen aan de voormalige spoorlijn Leeuwarden – Anjum.
Vertrouwelijkheid De St. NFLS en haar partners hebben hun uiterste best gedaan alle aspecten van dit project te laten onderzoeken teneinde de betrokken instanties en personen zo goed mogelijk te kunnen informeren. Het document is tevens bedoeld als leidraad bij een later dit jaar (2014) uit te voeren onderzoek door Heidemij en/of Arcadis. De in dit document verstrekte informatie is specifiek bedoeld om de stakeholders te informeren betreffende een toeristisch project in Noordoost-Friesland gelegen in de vier gemeenten zoals genoemd in de eerste alinea van deze pagina. Het document is niet gebonden aan geheimhouding maar mag alleen met uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van GRA-CV en / of de st. NFLS worden aangewend ter voorbereiding van eventuele participatie in voornoemd (intern) onderzoek en het project als zodanig.
Auteursrechten ©2009 - 2014 GRA-CV, Hilversum Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende. Alle documentatie en haar inhoud blijven te allen tijde eigendom van GRA-CV in Hilversum en / of de stichting NFLS in Dokkum. Dit voorbehoud is ook van toepassing op de websites van GRA-CV, de stichting NFLS en die van haar (zakelijke) partners. Op elk oneigenlijk gebruik van dit document en/of het bezit daarvan is retentierecht van toepassing. Hilversum, 11 juni 2014
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 2 van 36
Leeswijzer Om de leesbaarheid van dit document te vergroten is gekozen voor een uiteenzetting op hoofdlijnen. De NFLS is zich er echter van bewust dat tijdens het lezen toch vragen bij u op zullen opkomen waarop niet direct een antwoord wordt gegeven in de verklarende teksten. Meer gedetailleerde uiteenzettingen worden daarom gegeven in diverse bijlagen of appendixen. De NFLS vertrouwt er echter op dat een belangrijk deel van uw vragen evenwel toch zal worden beantwoord. Uiteraard is de stichting bereid om u (de stakeholders) uitgebreid te woord te staan teneinde zaken nader aan u toe te lichten. Met behulp van een eenvoudige inhoudsopgave wordt de lezer inzage gegeven in de opbouw van dit masterplan. Vanaf pagina 17 wordt de strategische benadering van het plan uiteengezet en toelichting gegeven hoe het plan, en tegen welke kosten, ten uitvoer kan worden gebracht. Het tweede deel van dit document gaat nader in op diverse details m.b.t. de verschillende aspecten van het plan en vangt aan op pagina 24. In dit deel wordt ook de samenhang van het marketinginstrument toegelicht. Een overzicht met verwijzingen naar diverse rapporten, beleidsnota’s andere (master)plannen en websites m.b.t. de regio is te vinden op pagina 35. Een deel v/d afbeeldingen bevate links naar relevante websites. Wij wensen u veel leesplezier. De Auteurs.
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 3 van 36
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD INTRODUCTIE MISSION STATEMENT GEMEENSCHAPPELIJKE INCENTIVES INLEIDING MASTERPLAN INHOUD EN STATUS VAN DIT PLAN KAART SPOORGEBIED DE NOODZAAK VAN ECONOMISCHE SPIN-OFF SWOT-ANALYSE PROJECTMATIGE DWARSVERBANDEN Eelân project PROCES STRATEGISCHE BENADERING (kosten heraanleg ‘top down’) ORGANISCHE BENADERING (kosten heraanleg ‘bottum up’) 1ste fase (Oostmahorn - Anjum) e.v DE (DOORSLAGGEVENDE) MAATSCHAPPELIJKE FACTOR Verduurzaming VERBINDING MET DE LANDBOUWSECTOR AMBITIES EN UITVOERING Bestuurlijke afwegingen QUICK WIN PROPOSITIE
5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
MASTERPLAN DOKKUMER LOKAALTJE Deel II Quo vadis Fryslân? WAARDE EN BELANG VAN & VOOR DE REGIO DE SPOORLIJN ALS MARKETINGINSTRUMENT VAN DE STREEK Reikwijdte van de toeristische tool (projecteigendom) FACILITERING VAN HET TRACÉ SPOORFIETSEN ONTWIKKELINGSGEBIED RONDWEG NOORD MELKFABRIEK ‘De Dongeradelen’ OVERZICHT FINANCIERINGSOPTIES UIT SUBSIDIEREGELINGEN Overige informatie en verwijzingen TRIVIA COLOFON
26 e.v 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 36
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 4 van 36
VOORWOORD Dit masterplan is een document op hoofdlijnen en beperkt zich tot het uiteenzetten van de primaire structuur en de (strategische) benadering m.b.t de uitvoering en realisatie van het DL-project als geheel. Waar nodig wordt verwezen naar bijlages in de vorm van rapporten of appendixen, welke meer gedetailleerd toelichting geven op belangrijke aspecten en achtergronden van het project. Een belangrijk deel van het gepresenteerde plan richt zich om moverende redenen op de zgn. ANNO gemeenten, en de gemeente Dongeradeel in het bijzonder, daar dit masterplan op haar verzoek tot stand is gekomen. Het plan voorziet evenwel in de structurering, organisatie en realisatie van een volledig herstel van de voormalige spoorlijn Leeuwarden – Anjum, en doet daartoe verschillende gefundeerde voorstellen, welke ook verder worden toegelicht in diverse separate documenten. De onderzoeken die in de afgelopen jaren werden uitgevoerd en de wijze waarop dit plan tot stand is gekomen zijn gebaseerd op een ‘Top down’ benadering. Om de realisatie van het project gestand te doen is echter bewust gekozen voor een meer duurzamer ‘Bottum up’ benadering. De motivatie daarvoor wordt gaandeweg dit document uiteengezet. Tevens voorziet dit plan in een verantwoorde benadering en exploitatie van de spoorverbinding, op basis van een streekvervoerconcept, gebaseerd op het toeristisch gebruik van spoorfietsen op verschillende locaties langs het tracé. Het businessmodel wat daarvoor is uitgewerkt is mede gebaseerd op een spoorweg als aanjager voor andere toeristische ontwikkelingen: de spoorlijn als kralensnoer van toeristische activiteiten. Het geheel vormt de marketingtool waarmee de streek op de kaart gezet wordt. Om dit masterplan te kunnen verantwoorden is o.a via deskresearch gedetailleerd onderzoek gedaan. Hierbij is uitgebreid gebruik gemaakt van beschikbare literatuur, internet en archieven. Tevens is een beroep gedaan op de deskundigheid van specialisten en instellingen. Ook is aanvullend veldwerk verricht. In het voorjaar van 2011 is het gehele tracé vanuit de lucht gefilmd en met behulp van GPS in stappen van 10 meter over de grond gefotografeerd. Inhoudelijk leveren deze resultaten een zeer belangrijke input voor het masterplan. De resultaten zullen beschikbaar worden gesteld aan de stakeholders, zoals provincie, gemeenten en instanties, het lokale bedrijfsleven en de bewoners in de regio. Er is gestreefd een zo concreet mogelijke inventarisatie te presenteren waarbij met name de ruimtelijke, financiële, planologische en juridische consequenties van het project zijn getoetst. In deze rapportage worden dus slechts op hoofdlijnen voorstellen gepresenteerd en verslag gedaan van de tot nu toe behaalde resultaten. Dit gebeurt onder auspiciën van de stichting NFLS. De NFLS wordt op haar beurt sinds de aanvang van het project begeleid door GRA-CV uit Hilversum. Dit bedrijf heeft ook het marketingonderzoek voor de stichting uitgevoerd. Het hier gepresenteerde plan sluit aan op diverse initiatieven en plannen welke in de afgelopen jaren door gemeentes, lokale stichtingen, particulieren, bedrijven en de provincie zijn genomen en sluit o.a. aan bij het ‘Toeristisch Programma Friese Wadden’. De NFLS wil haar kennis en netwerk inzetten en deze in breed perspectief presenteren, teneinde realisatie en exploitatie van de toeristische spoorverbinding verantwoord - doch empirisch - tot stand te laten komen. De feitelijke reactivering van de spoorlijn betreft vooralsnog het gedeelte Jelsum – Anjum, met een doortrekking over een nieuw te vormen tracé naar Oostmahorn. Dat wil zeggen dat het gedeelte Leeuwarden – Jelsum als spoorverbinding voorlopig buiten dit plan valt, maar dat bijvoorbeeld de nieuwe groenstrook in Valeriuskwartier wel integraal onderdeel is van de marketingtool. In dit rapport wordt de nieuwe spoorlijn daarom verder aangeduid als de toeristische spoorfietsverbinding Jelsum – Oostmahorn. De NFLS hoopt met de reactivering van deze bijzondere historische spoorlijn een bijdrage te leveren aan de economische ontwikkeling van (Noordoost) Friesland, op basis van een zeer speciale toeristische attractie welke zich kan beroepen op een van de meest aansprekende onderdelen van het Friese cultureel erfgoed. Met het herstel van het Dokkumer Lokaaltje krijgt Friesland een unieke toeristische topattractie met landelijke en Europese allure, daar het project zich het langste spoorfietsproject van Europa mag noemen.1
1
Het langste spoorfietstraject nu in Europa is 29 kilometer.
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 5 van 36
INTRODUCTIE Organisatie en bestuur De NFLS is een stichtingsorganisatie welke zich zal manifesteren namens een speciaal voor deze aanzet geformeerde joint-venture, bestaande uit diverse regionale ondernemingen, organisaties en particulieren. De organisatie gaat zich bezighouden met het opzetten, ontwikkelen en exploiteren van een marketinginstrument welke gestalte zal krijgen door inzet van de naam, huisstijl en naamsbekendheid van de historische NFLS in combinatie met het oorspronkelijke spoortracé van ‘Het Dokkumer Lokaaltje’. Zij wil vanuit die hoedanigheid toeristische arrangementen ontwikkelen in samenwerking met lokale ondernemers in o.a de toeristenbranche en deze faciliteren ten bate van streek. Zij wil de ontwikkelde arrangementen zowel regionaal als landelijk, maar ook wereldwijd aanbieden en verkopen. De NFLS werkt momenteel al samen met enkele belangrijke lokale spelers zoals Talant, Stenden en het ROC. Er is de NFLS veel aan gelegen gebruik te maken van het WMO-loket, en de sociale werkvoorziening in algemene zin. Het dagelijks bestuur van de NFLS kent drie functies welke worden bekleed door drie natuurlijke personen. De zittende bestuursleden bij naam genoemd zijn: -
Dhr. C. Rijff, Voorzitter (Niche ondernemer) Dhr. A. Rutgers, Secretaris (Verbinder / kantelaar) Dhr. R. Nuijten, Penningmeester (Accountant)
Management Het huidige management van het project wordt geleid door GRA-CV uit Hilversum dat tot nader order ook optreedt als coördinator van het project. Zodra de noodzakelijke formaliseringen zijn uitgevoerd zal deze positie worden overgenomen door een (project)manager vanuit de NFLS. Tijdens de ontwikkelingsfase van de nieuwe organisatie zal GRA-CV zaken blijven ondersteunen. Zij wordt daarin bijgestaan door lokale adviseurs met kennis van de regio en op het gebied van strategische, financiële en commerciële zaken.
Administratie De boekhouding wordt gedaan door Nuijten Accountants te Dordrecht. Zij is verantwoordelijk voor de administratie en de jaarstukken van de stichting. De keuze voor dit kantoor wordt ingegeven door het feit dat het project geïnitieerd is vanuit GRA-CV en Nuijten voor deze reeds optreedt als bedrijfsaccountant.
Bedrijfsvoering en strategie De stichting NFLS onderscheidt zich door haar ondernemende karakter. In het verlengde van voornoemde doelstellingen en activiteiten wil de NFLS nauwe samenwerkingen aangaan met een aantal projecten in de regio, zoals de ontwikkeling van een Waddenwellness Centrum en de exploitatie van één of meerdere stations langs het tracé. Ook zal worden ingespeeld op reeds bestaande (toeristische) initiatieven elders in Noordoost friesland. Hierbij moet gedacht worden aan de toeristische MKB-bedrijven in de streek, zoals B&B’s, horeca, musea enz. Tevens heeft de stichting aansluiting gezocht met meerdere ondernemers in de regio, zoals bijvoorbeeld wagenborg passagiersdiensten, Landal Esonstad en Camping Lauwersoog.
Samenvattend zijn de voornaamste voordelen van deze benadering:
Het stimuleren van de regionale economie d.m.v het initiëren van (deel)projecten. Scheppen van werkgelegenheid t.b.v het MKB. (Aansluiting met andere lokale initiatieven). Verbinding leggen tussen projecten, toeristische activiteiten en ondernemerschap in de regio. De ontwikkeling van een duurzame toeristische attractie met landelijke en Europese uitstraling. Een lokaal vervoersysteem t.b.v. personenverkeer. (Spoorfietsen met dienstregeling). Ondernemen met inachtneming van principes als SROI en MVO.
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 6 van 36
MISSION STATEMENT Thema’s en Hoofddoelstellingen De stichting NFLS maakt gebruik van de nalatenschap van de historische NFLS en de naamsbekendheid van het Dokkumer Lokaaltje en wendt deze aan als marketinginstrument van Noordoost Friesland. Zij wil met het instrument ondernemerschap en zakelijke dwarsverbanden met de regio verbinden en zo toeristische en economische spin-off stimuleren. Om haar eigen bestaansrecht te waarborgen heeft de NFLS een bedrijfsmodel ontwikkeld gebaseerd op de verhuur van spoorfietsen langs het gehele tracé, met daaraan gekoppeld de verkoop van toeristische arrangementen. Daarnaast treedt zij op als spoorfietsproducent.
Benadering en Werkwijze Met het marketinginstrument wordt de natuurlijke identiteit van de Noordoost Friese streek in de markt gezet waarmee deze regionaal, landelijk alsmede internationaal ‘verkocht’ kan worden aan het publiek. Om het instrument ‘handen en voeten’ te geven zijn (deel)projecten ontwikkeld waarmee een concreet begin kan worden gemaakt met het marketingbedrijf. Om de beleving van het spoor te vergroten is de stichting begonnen met het terugplaatsen van spoormeubilair, zoals andreaskruisen, seinpalen en telegraafmasten. Dit is onderdeel van de fysieke ontwikkeling van het instrument. Om haar promotionele werk uit te dragen beschikt de NFLS over een uitgebreide informatieve website en maakt zij gebruik van sociale media zoals Facebook, Twitter en LinkedIn. Ook geeft zijn informatieve brochures, posters, stickers en e-mailings uit.
Streekmarketing (NFLS Web-app + boek) Sinds oktober 2013 bied de stichting een speciale web-app aan. De app is ontwikkeld ter promotie van het boek ‘Opkomst en ondergang van de Noord-Friesche Locaal Spoorwegmaatschappij’ en omvat het hele spoornetwerk van de historische NFLS. De app stelt iedereen met een smartphone, tablet of laptop in de gelegenheid toeristische attracties langs het tracé gemakkelijk onder handbereik te krijgen. De app bestaat uit vier thema’s, te weten; Attracties, Eten & Drinken, Verblijf & Overnachting of een (sponsor)vermelding onder Diverse. De web-app2 is een belangrijk onderdeel van de topattractie die het Dokkumer Lokaaltje is.
Fig. 1. Screenshot web-app
2
Figuur 2.
Historisch naslagwerk NFLS (Oege Kleine)
De speciale nfls web-app is beschikbaar via een speciale website www.nfls.nl
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 7 van 36
GEMEENSCHAPPELIJKE INCENTIVES Toerisme en recreatie spelen een belangrijke rol in de gemeenten van het spoor. Ook in breder verband behoren de ANNO gemeenten tot deze groep. Zij hebben op dit gebied zeer veel te bieden en mede daardoor zien de gemeenten kansen voor “het versterken van de toeristisch-recreatieve sector” in de gehele regio. Dit uitgangspunt behoort zonder uitzondering tot de economische hoofddoelstellingen in de verschillende collegeprogramma’s. Daarnaast zijn de gemeenten gebaat bij een vitale regionale economie. Om het toerisme op een verantwoorde manier ontwikkelingsmogelijkheden te bieden, hebben de (spoor)gemeenten beleidsplannen opgesteld welke elkaar in belangrijke mate overlappen. Vastgesteld kan worden dat in dat verband grote zorg bestaat m.b.t tot verschraling van diverse voorzieningen op het platte land. Gelijktijdig bestaat de wens om datzelfde achterland een impuls te geven op het gebied van recreatie en toerisme. Dit plan kan daar in hoge mate in voorzien als men bereid is om het gezamenlijk te dragen. Met dit plan wordt een gezamenlijke visie ondersteund omdat het gebaseerd is op de wensen van alle stakeholders en betrekkelijk eenvoudig kan worden uitgevoerd binnen de (beleids)kaders zoals die door Rijk, Provincie en gemeente zijn gesteld. Derhalve behelst dit plan te voorzien in een zeer concrete (economische) ontwikkeling die echter wel in diverse bestemmingsplannen zal moeten worden vertaald. In de ‘Quick win propositie’ op pagina 16 wordt dit nader toegelicht aan de hand van een concreet voorbeeld. Toerisme is één van de speerpunten van beleid voor alle gemeenten in het Waddengebied. Gegeven de kwaliteiten van het Waddengebied en de demografische en maatschappelijke ontwikkelingen die zich in (Noord) Nederland voltrekken anticipeert dit plan op die trend.
Fig. 2. Kunstwerk nabij station Finkum (foto: Tineke Huizenga)
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 8 van 36
INLEIDING MASTERPLAN Algemeen In het kader van een historische inventarisatie van de voormalige Noord-Friesche Lokaal Spoorwegen zijn in de afgelopen 10 jaar vele onderzoeken en studies uitgevoerd. Hiertoe wordt o.a. ook de in 2004 in gang gezette herontwikkeling van station Marrum gerekend. Een van de bekendste resultaten van alle studies betreft het in oktober 2013 gepresenteerde boek “Opkomst en ondergang van de Noord-Friesche Locaal Spoorwegmaatschappij”. In de afgelopen 4 jaar is de focus komen te liggen op de restanten van het noordoostelijke tracé, welke nu in belangrijke mate invulling geeft aan het hier gepresenteerde masterplan. In navolging van voornoemde onderzoeken zijn via een quick scan en een uitgebreide marketingsurvey de economische haalbaarheid, en mogelijkheden m.b.t. een volledig herstel van de spoorlijn aangetoond. Dit onderzoek is uitgevoerd door GRA-CV uit Hilversum, een bureau gespecialiseerd in Niche Market Development. Aanvullend zijn diverse businessmodellen doorgelicht, waarmee voldoende rendement kan worden gegenereerd om voornoemd herstel tot stand te brengen. Eén pijler daarin is het spoorfietsbedrijf. Anticiperend op deze uitkomsten is een marketingorganisatie opgezet (de stichting NFLS) welke inmiddels voldoende draagvlak onder de lokale bevolking en de gemeenten heeft weten te creëren teneinde het voormalige spoortracé in fasen te reactiveren als toeristische spoorverbinding in Noordoost Friesland. Het document ‘Projectoverzicht Toeristische Spoorverbinding’ dient daarbij als nadere toelichting, en kan via de website van de stichting worden verkregen. Om de plannen voor deze spoorlijn te kunnen realiseren wordt tot nu toe van gemeentes, provincie en grondeigenaren met name faciliterende medewerking gevraagd.
Kernpunten De stichting NFLS richt zich op drie hoofdthema’s, te weten; versterking en ontwikkeling van toerisme, facilitering t.b.v economische spin-off (werkgelegenheid) en vermarkting van de Noordoost Friese landstreek als zodanig. Het gebied van het instrument omvat derhalve de vier gemeenten waarin het tracé oorspronkelijk was gelegen, namelijk Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Ferwerderadeel en Dongeradeel. In het plan wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de mogelijkheid gemeenten, provincie en grondeigenaren, actief te laten participeren in dit unieke project. Vooralsnog wordt daarvoor van gemeente en provincie een zeer beperkte financiële bijdrage gevraagd. Laatst genoemde bijdragen staan daarbij m.n. in relatie tot de feitelijke heraanleg van de spoorbaan. Participatie zal bij voorkeur in ANNO verband tot stand worden gebracht. De provincie heeft daar bij monde van gedeputeerde Kramer en de verantwoordelijk beleidsambtenaar op 14 november 2013 al een voorschot op genomen door zich hard te willen maken voor een 1/3, 1/3, 1/3 financiering van het project. De uitkomsten van het in 2011 uitgevoerde marketingonderzoek bieden voldoende houvast om een investeringspropositie mee te onderbouwen welke gericht is op de ontwikkeling van een toeristische spoorverbinding en daaraan gekoppelde arrangementen. Gegeven de vele positieve reacties die de NFLS in de afgelopen tijd heeft mogen ontvangen, zijn de initiatiefnemers van het project ervan overtuigd dat de spoorlijn een belangrijke economisch vliegwiel is voor de gehele regio en de ondernemers in het gebied. Bovendien voorziet het project in belangrijke mate een verbindend element te vormen tussen diverse andere ontwikkelingen in de regio. Quote: ‘Toerisme is een samengestelde sector waarin veel relatief kleine aanbieders actief zijn. Van belang is om deze sector goed te organiseren waarbij alle belangen een plaats krijgen. Daar ligt een opgave voor zowel ondernemers als de overheid om daarin een niet aflatende verantwoordelijkheid te nemen’3.
3
Pag. 25, Toeristisch Programma Friese Wadden
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 9 van 36
INHOUD EN STATUS VAN HET PLAN Voor u ligt een masterplan bestaande uit twee delen welke tot stand is gekomen op basis van ruim vier jaar voorbereiding, en waaraan diverse (markt)partijen input hebben geleverd. Het plan haakt in op diverse andere (grootschalige) ontwikkelingen in Noordoost Friesland, zoals bijvoorbeeld ‘Holwerd aan Zee’, het Sud Ie-project en het Eelân-project. Bij het opstellen van het onderhavige materiaal is tevens gekeken naar een integratie met andere thema’s en plannen die kenmerkend zijn voor het Waddengebied en hun aanwezigheid daarin. Daarnaast biedt dit masterplan handvatten voor tal van kleinere (private) initiatieven. Het resultaat is een integraal plan voor het herstel van de voormalige spoorlijn Leeuwarden – Anjum, waarin naast recreatie en toerisme ook dwarsverbanden zijn gelegd met (duurzame) landbouw, cultuurhistorie, natuur en landschap en de (her)ontwikkeling van historisch erfgoed. Voorbeelden hiervan zijn de locloodsen in Stiens, de Melkfabriek in Morra en de steenfabriek in Oostrum. Deze thema’s spelen een belangrijke rol en zijn op een evenwichtige, duurzame en verantwoorde wijze met elkaar te verweven. Zodoende kunnen de kernkwaliteiten van het project en de daaraan te relateren andere projecten goed tot ontwikkeling komen en in sociaal-economisch opzicht maximaal worden benut. Het 1 + 1 = 3 principe.
Coalitieverbanden met andere projecten Het project Súd Ie is onlosmakelijk verbonden met de ontwikkeling van Dokkum en grijpt terug op o.a. de opvaarten in de regio van het spoor. Zo is bijvoorbeeld de locatie van de melkfabriek in Morra met deze toekomstige spoor- en vaaractiviteiten te verbinden. Ook Esonstad of het project ‘Holwerd aan Zee’ zijn een goed voorbeeld van zo’n samengang. De som van deze projecten en bedrijven kan een enorme economische impuls geven aan de streek als geheel. Ook de vele omringende dorpen zullen profiteren van deze impuls. Uit diverse maatschappelijke kosten-baten-analyses komt naar voren dat deze projecten bij voorkeur in samenhang binnen een meerjarenprogramma tot ontwikkeling moeten worden gebracht. Nagenoeg alle projecten maken, zeker wanneer deze onderling worden verbonden, deel uit van de Agenda Netwerk Noordoost. Het biedt de regio zodoende belangrijk meer en groter perspectief. Gemeentelijke samenwerking in de nof-regio levert een duurzaam ontwikkelingsperspectief en kan beter rekening houden met belangrijke demografische ontwikkelingen, zoals krimp, vergrijzing en ontgroening van de bevolking. Het hier gepresenteerde masterplan kenmerkt zich door meerdere, opzichzelfstaande deelprojecten. Gegeven hun onderlinge samenhang met de genoemde andere initiatieven, en de bijdragen aan de doelen van o.a. het Waddenfonds en het fonds ‘Wurkje foar Fryslan’ is de NFLS ervan overtuigd dat een (revolverende) kapitaalinjectie in het project een verantwoorde en goede besteding zal zijn die de hele regio ten goede komt. Het project komt in principe in aanmerking voor het Waddenparelprogramma van het Waddenfonds en ook het NUON fonds biedt, met haar revolverende karakter vele aanknopingspunten4.
Draagvlak en inbedding Door haar ‘bottom up’ benadering kan het project nu al rekenen op groot draagvlak. In de regio zijn sinds 2011 meerdere voorlichtingsbijeenkomsten en informatiedagen georganiseerd zoals bijvoorbeeld de Expo Noordoost Fryslân en de voorlichtingsavond in de IJsherberg van 16 januari jl. in Dokkum, waarop de plannen zijn toegelicht aan de streek en haar bewoners. Ook de vele publicaties in de lokale media dragen in belangrijke mate bij aan het creëren van draagvlak. Gek genoeg gaat dit draagvlak al langer terug dan menigeen zou vermoeden. Tijdens de ruilverkaveling in de jaren ’70 zijn belangrijke landschappelijke- en cultuurhistorische elementen van het spoortracé bewaard gebleven vanuit de gedachte het Dokkumer Lokaaltje op termijn terug te laten komen. Dit gegeven levert nu het voordeel op dat grote delen van het tracé eenvoudig en relatief goedkoop kunnen worden hersteld. Zodoende kunnen aanwezige fiets- en wandelpaden worden aangesloten op oude waterwegen, waarmee een brug kan worden geslagen naar bijvoorbeeld het Sud Ie project. Daarmee wordt een waardevolle recreatieve incentive gecreëerd gebaseerd op een reeds in het gebied aanwezige infrastructuur van oude beroepsvaarroutes, zoals bijvoorbeeld de opvaart naar de melkfabriek in Morra, waar een Wadden Wellness Centrum is voorzien. Maar ook bij Hijum kan een dergelijk opvaart inzet zijn. 4
Blz. 18, Subsidies omtrent Dokkumer Lokaaltje (Stenden ETFI)
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 10 van 36
KAART SPOORGEBIED Gebiedsomvang marketingtool Op onderstaand kaartje worden de twee spoorlijnen getoond (rood) waar het in dit plan om handelt. Het betreft het tracé van de spoorlijn Leeuwarden – Anjum en de paardentram van Dokkum naar Veenwouden. Ingevolge de aanleg van de Centrale As zal op termijn de weg van Dokkum naar veenwouden (N356) worden afgewaardeerd. Hierop is een voorstel gelanceerd door de wethouder RO van de gemeente Dongeradeel om onderzoek te doen naar de mogelijkheden om de hier eveneens vroeger gelegen tramverbinding op te nemen in dit masterplan. Er is over dit plan al enig overleg gevoerd met de wethouder van de gemeente Dantumadeel welke in beginsel positief staat tegenover dit idee. Beide lijnen maken zodoende deel uit van de regionale marketing tool en de daarbij behorende NFLS web-app. -
It Dockumer Lokaeltsje (Leeuwarden – Stiens – Marrum – Holwerd – Dokkum – Oostmahorn) Paardentram Dokkum (Dokkum – Damwoude – Valom - Veenwouden)
Figuur 3.
Spoorwegnetwerk historische NFLS (Rode tracédelen betreft het gebied v/d marketing tool)
Kansen in Kernen Kansen in Kernen heeft voornoemde mogelijkheden verwerkt in een visie voor de herinrichting van de dorpen en gaat in uitvoering wanneer (delen van) de Centrale As in gebruik genomen zijn. De verwachting is dat in het voorjaar van 2015 de uitvoering start in Garyp. In het najaar van 2015 volgen dan Damwoude en De Valom. Vanaf 2016 zijn de dorpen Veenwouden, Hardegarijp en Burgem aan de beurt.
Ondersteunende Web-app Om de functie v/h marketinginstrument te versterken is een speciale web-app ontwikkelt. Met deze app kan het gebied alvast worden verkend op haar toeristische mogelijkheden. De op de kaart getoonde blauwe icoontjes verwijzen daarin naar diverse (toeristische) activiteiten en bezienswaardigheden in het gebied. Wie met de app in de hand de streek wil verkennen kan, door op een van de icoontjes te klikken, snel iets van zijn of haar gading vinden. De icoontjes verwijzen naar culturele en historische bezienswaardigheden zoals musea of landschapelementen maar ook naar horecagelegenheden zoals Hotels, Bed & Brochje en cafés. De witte icoontjes verwijzen specifiek naar nog bestaande elementen van het spoor, zoals bruggen, spoordijken en stations, of andere NFLS locaties, zoals de recent geplaatste andreaskruisen en hekjes bij de voormalige overwegen in het tracé. Wie zelf foto’s wil plaatsen kan dat doen via de website: www.nfls.nl ® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 11 van 36
DE NOODZAAK VAN ECONOMISCHE SPIN-OFF Ondernemen met de streek door stimulering van zakelijke dwarsverbanden De noordelijke regio’s van Nederland worden gekenmerkt als economisch zwak. Om demografische leegloop tegen te gaan zijn vanuit Europa diverse stimuleringsregelingen in het leven geroepen.Een aantal daarvan komt in aanmerking te worden aangewend voor de in dit plan beschreven doelstellingen. Aanvullend kan aanspraak worden gemaakt op fondsen ter ondersteuning tot behoud van cultuurhistorisch erfgoed. Door hier op in te spelen worden goede kansen aan de streek en haar bewoners geboden. De NFLS wil met de spoorlijn de toeristensector in de regio maximaal faciliteren. Er is de (ANNO)gemeenten veel aan gelegen de streek nog aantrekkelijker te maken voor toeristen en wordt daarin door zowel provincie als het rijk (financieel) gesteund. Vanuit die context is vaak gespeeld met de gedachte om (delen) van het spoor te herstellen voor recreatief gebruik. Zelfs enkele stationseigenaren hebben in de afgelopen jaren concrete plannen gemaakt in die richting5. Vanwege demografische ontwikkelingen (krimp/vergrijzing) staat de regio onder druk. Nieuwe generaties hebben daardoor moeite om binding met de streek te houden. Dienaangaande is er behoefte aan een belangrijke economische impuls om mensen van buiten de regio naar de streek te krijgen. Het herstel van de spoorlijn “Het Dokkumer Lokaaltje” kan daar een bijzonder grote bijdrage aan leveren. Het spoorfietsen daarin is gebaseerd op een dienstregeling waarmee het als lokaal vervoersmiddel dienst kan doen. Het spoorfietsen stelt de toerist tevens in de gelegenheid om het landschap op een unieke manier te beleven. De belangstelling onder bevolking en politici is momenteel groter dan ooit. Wie het onderwerp “Dokkumer Lokaaltje” aanroert, ontmoet bijna altijd een positieve reactie, al moet worden opgemerkt dat vanuit de agrarische sector wel enig protest te verwachten valt. Met name de schaalvergroting zet hier druk op de ketel, al lijken de meeste agrariërs te anticiperen op toekomstige onderhandelingen. Herverkaveling zou echter een belangrijke rol kunnen spelen bij het oplossen van deze bezwaren. Ook de nieuwe regelingen m.b.t (Europese) landbouwsubsidies leveren goede openingen in toekomstige MVO-participaties met de agrarische sector. Het motto in de streek is: ‘het is pas hooi als het op zolder ligt’. Quo vadis NO-Friesland? Noordoost-Friesland is een sterk agrarische regio. Het landschap in de drie noordelijke gemeenten is nagenoeg vlak maar wordt gekenmerkt door typische landschapskenmerken zoals terpen, oude polders, kerken, molens en dijken. Rust en stilte zijn voor menig toerist een verademing om te ervaren. Wanneer de eilanden en het Waddengebied bij de landstreek worden betrokken is sprake van een ongekende ruimtelijke ervaring. De streek heeft diverse historische en culturele trekpleisters zoals, terpen, molens en musea. Nabij Oostmahorn ligt een groot vakantiepark van Landal, en er zijn plannen voor een kuuroord. Parel in de regio is de noordelijkste stad van het land, Dokkum. De stad is met name bekend vanwege Bonifatius, maar ook de Elfstedentocht en Sonnema berenburg doen hier een duit in het zakje. Er is een ruime keus aan ontspanning en vermaak voor iedereen. De middenstand en het uitgaansleven zijn goed vertegenwoordigd. Er is een streekziekenhuis gevestigd plus vele andere publieksvoorzieningen. Uiteraard verwijst ook de naam van de spoorlijn naar deze stad. (Yn it Dockumer Lokaeltsje siet men rom it hiele ein!) De verbindingen van en naar de regio zijn goed. Vanaf Leeuwarden slingert de N357 via Stiens, Ferwerd en Marrum naar Holwerd en Ternaard. Dokkum wordt o.a. ontsloten door de N361 vanuit Drachten en Lauwersoog, de belangrijkste haven in de regio. Met de komst van de Centrale-as zal de regio nog beter ontsloten worden. In het hele gebied liggen tal van dorpen verspreid in het landschap en langs de spoorlijn. In totaal zijn ruim 18 plaatsen door het spoor als een ‘toeristisch kralensnoer’met elkaar te verbinden. De gelegenheid om zich als landstreek te manifesteren dient zich op unieke wijze aan. Het Dokkumer Lokaaltje kan zich verbinden met tal van andere ontwikkelingen in de regio, zoals bijvoorbeeld ‘Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018’ het Noorderleegh, ‘Holwerd aan Zee’, het Eelân-project en Sud-Ie project. Vanuit dat perspectief bezien liggen de kansen al voor het oprapen, om nog maar te zwijgen van de spin-off. 5
Station Marrum-Westernijkerk is daarvan een sprekend voorbeeld.
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 12 van 36
SWOT-ANALYSE Voordat een koers voor de komende jaren kan worden uitgezet kan het geen kwaad kort stil te staan bij de huidige positie van de regio. De sociaal-economische trends die voor komende decennia zijn te verwachten zijn weergegeven in onderstaande SWOT-analyse. Veel van deze issues staan uitgebreid beschreven in diverse studies en onderzoeken, uitgevoerd door tal van instanties en overheden. Op pagina 35 worden in het ‘Overzicht bijlagen, documenten en verwijzingen’ tal van documenten genoemd over dit onderwerp.
STERK
POSITIE
Strategische ligging in driehoek LeeuwardenDrachten-Groningen Aanwezigheid Nationale Landschappen en Parken en Werelderfgoed Aanwezigheid van sterke regiokernen Stad met een goed voorzieningenniveau Natte infrastructuur Sociale cohesie en samenhang Flexibiliteit door kleinschaligheid bedrijfsleven Dynamisch en betrokken bedrijfsleven Aanwezigheid eigen kabelbedrijf
ZWAK
KANSEN
TRENDS
Figuur 4.
Toenemende krimp en vergrijzing Toenemende integratie stedelijke knooppunten Noord-Nederland Toenemend belang kwaliteit wonen en leven bij arbeidsmarktkeuses Vervagende grenzen tussen wonen en werken Toenemende behoefte aan rust, ruimte en bezinning Opkomst van de netwerkeconomie Groeiende behoefte aan eigen kwaliteitsproducten Groeiende behoefte aan alternatieve energie Opkomst ‘cradle-to-cradle’ principe
Lage sociaal-economisch positie IJle economie Beperkte werkgelegenheidsgroei Perifere ligging Geen duidelijk imago Innovatiegehalte totale bedrijvigheid Financiële positie overheden Bescheidenheid leidt tot introverte houding
BEDREIGINGEN
Toenemende krimp en vergrijzing Schaalvergroting Tekort aan vakmensen Tekort aan hogeropgeleiden Afbouw Europese landbouwsubsidies Concurrentie en kannibalisme t.o.v. andere regio’s
SWOT-analyse noordoost Friesland
Sterke punten Noordoost Friesland is een plattelandsregio waarin grote stedelijke kernen ontbreken, echter zijn deze stedelijke voorzieningen niet ver weg. De regio is strategisch gelegen tussen de grote stedelijke kernen Leeuwarden, Heerenveen en Drachten. Haar ligging kan goed worden benut door de verbindingen tussen platteland en stad te versterken. Onderzoek laat zien bijna 90% van alle economische en sociale interacties plaatsvindt binnen een straal van drie kwartier reistijd. Vanuit Leeuwarden of Drachten is het hele gebied in ruim een half uur te bereizen. Deze reistijd zal zich in de nabije toekomst nog gunstiger ontwikkelen met de komst van de Centrale-as, als men ook vanuit steden als Goningen en Heerenveen in drie kwartier in Dokkum kan komen. Alleen de dorpen in het uiterste noorden zullen iets meer reistijd vergen. Echter valt de hele regio op iets langere termijn binnen het ‘daily urban system’ van de noordelijke steden.
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 13 van 36
PROJECTMATIGE DWARSVERBANDEN Dit masterplan legt enerzijds projectmatige verbanden met andere plannen, initiatieven en projecten in de regio en anderzijds verbanden op het niveau van de bedrijfsvoering, waarbij een koppeling wordt gemaakt tussen de attracties en het spoor. Onderstaand enkele belangrijke voorbeelden van zulke dwarsverbanden:
Sud Ie-project en de opvaarten In de plannen van de gemeente Dongeradeel6 om de Sud-Ie opnieuw bevaarbaar te maken voor de pleziervaart staat onder andere het volgende geschreven: “Over de Súd Ie en bijbehorende opvaarten naar bijvoorbeeld Anjum werden de schepen over de jaagpaden voortgetrokken door paarden en/of mensen. Er zijn maar weinig oorspronkelijke jaagpaden bewaard gebleven. Nu ligt er de kans om de geschiedenis weer in nieuw perspectief tot leven te brengen”.
Deze opvaarten maakten deel uit van een uitgebreid transportnetwerk om o.a. de vele melkfabrieken in het gebied te ontsluiten. Zo waren naast Anjum ook dorpen als Morra, Hallum en Ferwert aangesloten op dergelijke opvaarten. Het spoortracé van het Dokkumer Lokaaltje versterkt daarmee in hoge mate juist dit project omdat het de recreatieve vaarwegen laat aansluiten op de stations. Onderstaand kaartje toont hoe mooi de spoorlijn en de opvaarten in het Sud-Ie project met elkaar te verweven zijn. Ook het smalspoor vanaf de steenfabriek in Oostrum naar de Sud-Ie staat er op. (Onderaan witte gebied)
Figuur 6.
Gebiedmarkering Sud Ie-project
Waddenwellness (kuuroord) Morra-Lioessens In aanvulling op voornoemde plannen en ontwikkelingen is nabij het voormalige station van MorraLioessens een Wadden Wellness Centrum (kuuroord) voorzien waarvoor HanzeHogeSchool Groningen een uitgebreid conceptvoorstel en ontwerp heeft uitgewerkt. Met de ontwikkeling van een kuuroord wordt ingespeeld op een al langer bestaande behoefte in deze regio. De gemeente Dongeradeel heeft daarom een hoge prioriteit gegeven aan een dergelijke ontwikkeling7. Meer over dit onderwerp is te vinden op www.waddenwellness.com 6
“In de zogenaamde Agenda Netwerk Noordoost hebben vijf gemeenten in de regio in samenwerking met provincie Fryslân een plan ge maakt voor hun sociaaleconomische toekomst. Dit biedt de regio duidelijk meer toekomstperspectief. De gemeente Dongeradeel zet in op verschillende projecten, waaronder Súd Ie”. 7 Op pagina 35 van het ‘Toeristisch Programma Friese Wadden’ staat over dit onderwerp specifiek vernoemd: ‘Stimuleren en ondersteunen Kuuroord in Dongeradeel’ ® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 14 van 36
Eelân project (Twa architecten Birdaard) Het Eelân-project is een initiatief van TWA architecten in Birdaard, en de gemeenten Leeuwarden en Ferwerderadeel. Kernvraag in dit project is: Hoe kunnen de cultuurhistorische kwaliteiten van de Dokkumer Ee ingezet worden als inspiratie en kans om nieuwe ruimtelijke kwaliteiten te ontwikkelen en bestaande kwaliteiten te verankeren, direct langs de rivier en in de ruime invloedssfeer van de Ee? Het Eelân-project kan uitstekend faciliteren richting de spoorlijn met diverse opvaarten en landwegen en zo bijdragen aan de versterking van een toeristische synergie. Informatie over Eelân via: www.eelan.info
Steenfabriek Oostrum (smalspoorverbinding Sud-Ie) De steenfabriek in Oostrum is een begrip in de Noord Friese regio. Met haar karakteristieke schoorsteen is zij een van de meest beeldbepalende gebouwen in het landschap. De compleetheid van de fabriek, met haar unieke kalkoven en omringende loodsen, hebben een rijksmonumentale status. Het toeval wil dat een van de vroegere eigenaren plannen heeft om delen van de hier vroeger gelegen smalspoorlijn te herstellen en zo een verbinding te maken tussen de fabriek en de Sud-Ie. Het materiaal om de spoorlijn aan te leggen en de treintjes om mee te rijden staan al geruime tijd in opslag. De smalspoorlijn werd vroeger gebruikt om klei uit de Ee en de Sud-Ie te transporteren naar de fabriek.
Holwerd aan Zee (versterkende synergie) Holwerd heeft een veerverbinding met Ameland. Jaarlijks vertrekken hier ruim 500.000 mensen van en naar het vasteland. Het aantal verkeersbewegingen van en naar Holwerd zelf overstijgt meer dan 1 miljoen. Een substantieel deel wordt gevormd door toeristen die een bezoek brengen aan het eiland. Bijna 90% van de eilandbevolking leeft dan ook, direct of indirect van het toerisme. Om de Waddenbeleving te versterken wordt in diverse toeristische uitvoeringsprogramma’s gezocht naar mogelijkheden om het eilandgevoel al op het vaste land te laten beginnen. De recent gepresenteerde plannen rond het project ‘Holwerd aan Zee’8 spelen daar ook op in. Het plan voorziet ook in het herstel van een vaarverbinding met Dokkum. Een koppeling met het Dokkumer Lokaaltje als lokaal vervoersconcept (spoorfietsen) ligt daarom voor de hand, omdat deze attractie voldoende uitstraling heeft om mensen van het eiland naar het vaste land te lokken. Vanuit de arrangementensfeer bekeken zou rederij Wagenborg daar een faciliterende rol in kunnen spelen.
Overige dwarsverbanden in vogelvlucht -
Impressie ‘Holwerd aan Zee’
Uitvoeringsprogramma Lauwersmeer ‘Op koers’ Gastengilde (B&B’s) horeca en musea etc. Dorpsverenigingen en DOM’s Fiets-, wandel- en vaarroutes
Vervoer van en naar de attracties Elektrisch transport heeft de toekomst en past bovendien goed bij de rustzoekende recreant. Daarom anticiperen de plannen van de NFLS op deze voorzieningen voor elektrisch aangedreven vervoer zoals fietsen, boten en railvervoer. Langs het gehele spoor zullen daarom oplaadpunten worden aangebracht bij overwegen, abri’s, en kruisingen met waterwegen, waarmee de reeds geplande voorzieningen op dit punt vanuit het Sud-Ie project direct te koppelen zijn aan het in beide plannen beoogde herstel v/d opvaarten. Wie vanaf een station of abri9 zijn of haar weg wil vervolgen naar bijvoorbeeld het Noorderleegh een B&B of een andere attractie in de buurt, kan gebruik maken van dit aanvullende en duurzaam elektrisch vervoer. Informatie over elektrisch transport is o.a. beschikbaar via de website: www.fietstaxigroningen.nl 8 9
Bezoek voor meer informatie de website www.holwerdaanzee.nl Abri’s zijn tussen liggende stoplaatsen langs het spoor, vaak op speciale locaties waar het tracé andere infrastructuren kruist.
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 15 van 36
PROCES Uitvoering Dit masterplan is tot stand gekomen met inbreng van vele anderen en is het resultaat van een meerjarig organisch proces. Het resultaat waaraan veel mensen direct en indirect hebben meegewerkt heeft een empirisch proces op gang gebracht welke slechts in lijn behoeft te worden voortgezet om een volledig herstel van het Dokkumer Lokaaltje mogelijk te maken. Indien deze organische (bottom up) benadering door met name de overheden wordt omarmd kan het project zich verheugen op een zeer breed gemeenschappelijk draagvlak op basis waarvan diverse realistische en concrete projecten zeer snel tot bloei kunnen worden gebracht.
HOOFDDOELSTELLINGEN Uitwerking Dit masterplan vormt het raamwerk waarbinnen een volledig herstel van de spoorlijn Leeuwarden – Oostmahorn in fasen gerealiseerd kan worden. De toeristische spoorverbinding zal o.a worden ingezet voor het recreatief gebruik van spoorfietsen, maar ook als kralensnoer (aanjager) dienen van andere initiatieven. Het plan speelt in op de reeds bestaande krimpproblematiek van de gehele noordelijke regio. Het in dit plan gepresenteerde voorstel beperkt zich om moverende redenen - zeker voor zover het de aanleg van rails betreft - tot de gemeente Dongeradeel, waar een spoorverbinding tussen Holwerd en Oostmahorn in fasen gestalte zal krijgen. Om de lezer daarover zo goed mogelijk te informeren is dit masterplan opgesteld waarmee overheden, ondernemers, fondsen, financiers en investeerders zich goed kunnen voorbereiden. Voor de volledigheid van dit masterplan verwijzen wij u naar een overzicht van documenten en rapporten op pagina 35 van dit document, of via de site: www.dokkumerlokaaltje.com/wachtkamer-documentatie
Figuur 7. 10
Spoorfietsdemonstratie op het ‘Oliespoortje’ bij Schoonebeek10 (20-05-2014)
TV Reportage van RTV-Drenthe (12-05-2014)
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 16 van 36
STRATEGISCHE BENADERING Top down De heraanleg van de spoorlijn Leeuwarden – Anjum is betreden vanuit een top down benadering. Vanuit dat perspectief is een complete inventarisatie gemaakt m.b.t de kosten van een volledig herstel van één enkel spoor gebaseerd op een serie offertes uitgebracht aan één opdrachtgever en uit te voeren door één aannemer. Met een volledig herstel wordt bedoeld een spoorverbinding vanaf het stootblok in Leeuwarden tot de voormalige locloods in Anjum, waarbij vanaf deze locatie het tracé met 2,8 kilometer zal worden verlengd naar Oostmahorn11. Het complete tracé komt daarmee uit op een totale lengte van 49,4 kilometer.
Kosten heraanleg (tijd vs investeringen) De kosten van een volledig herstel zijn berekend op een totaal bedrag van maximaal 17,6 miljoen euro. De som der investeringen vertaalt zich daarmee in een bedrag van € 356.276, = per kilometer. Dit bedrag is inclusief de aankoop van alle benodigde grond, op basis van prijzen verworven door onteigening. Verder zijn in dit bedrag de kosten begrepen m.b.t. de aankoop van al het spoorwegmateriaal, zoals rails, bielzen, grind, overwegen en bruggen. Verder zijn in dit bedrag de voorbereiding- en aanlegkosten van het tracé verdisconteerd, zoals grondverzet, herverkaveling en drainage van percelen. In dit totaalbedrag zijn ook de uitgaven meegenomen van alle te voeren procedures, incl. de kosten van leges en eventuele processen. Verder zijn in het bedrag de herbouwkosten meegenomen van zes stations, diverse abri’s, de eventuele sloop van enkele onroerend goed objecten - zoals die momenteel op het tracé worden aangetroffen - en het spoorfietsbedrijf. In deze benadering wordt verder uitgegaan van het principe dat alle gronden door middel van koop moeten worden verworven. Deze aankopen omvatten dus ook de verwerving van gemeentelijke (spoor)gronden zoals die nu in gebruik zijn als fiets- en wandelpaden, spoordijken of groenstroken. In de berekeningen is uitgegaan van een verbruik van één hectare per kilometer spoortracé. Tegenover al deze investeringen staat een gemiddelde omzet van € 24.476, = per kilometer per jaar in het spoorfietsbedrijf. Andere economische activiteiten van de stichting zijn dus niet bij dit bedrag inbegrepen. Na completering heeft het project bij aanvang een onderpandwaarde van ruim zeven miljoen euro (42%). Het project kent een amortizeringstermijn van 20 jaar. Een herstel van de historische locloodsen in Stiens en de gebiedsontwikkeling er omheen zijn in deze benadering bewust buiten beschouwing gelaten12.
De win-winsituatie (MVO) Om voornoemde investeringen te minimaliseren en te spreiden is een unieke strategie uitgewerkt waarmee heraanleg van het gehele tracé duurzaam en tegen fors lagere kosten kan worden uitgevoerd. Hoewel de doorlooptijd van deze benadering meer tijd vergt, levert het een enorm voordeel op aan de uitgaven en investering kant. Bovendien komt een zeer belangrijk maatschappelijk aspect (voordeel) om de hoek kijken omdat deze besparingen juist tot stand kunnen worden gebracht door gebruik te maken van leer- en werkervaringstrajecten, de inzet van (langdurig) werklozen, het nieuwe WMO-loket van de gemeente, inkomsten uit quick-win projecten, en participatie door dorpsbelangen, gildes en vrijwilligers. Daarnaast zullen de particuliere grondeigenaren worden gevraagd te participeren in het project vanuit een coop. vereniging U.A. Van lokale overheden wordt voornamelijk faciliterende medewerking gevraagd. Indien voor een organische benadering en uitvoering wordt gekozen beperkt de totale omvang van alle investeringen zich tot maximaal 10,6 miljoen euro, uit te voeren in verschillende – simultaan uit te voeren deelprojecten - verspreid over een periode van 5 tot 7 jaar. (Een ‘Top down’ uitvoering kan in slechts 36 maanden worden gerealiseerd.) Om maximaal rendement uit het project te halen wordt ook hier een amortizeringsperiode van 20 jaar in acht genomen. Hoe dit bottom-up proces is voorzien en wordt gemotiveerd staat beschreven in de volgende paragraaf ‘Organische benadering’. In beide benaderingen moet worden opgemerkt dat de zeer matige economische situatie van de regio geen extra betoog behoeft. De initiële keuze om het project te willen dragen wordt daarmee de lakmoesproef voor (lokale) overheden. 11
Landal Green Parks (Esonstad) In 2011 heeft de NFLS een voorstel gedaan aan NS-vastgoed en de gemeente Leeuwarderadeel om met Rau Architecten uit Amsterdam en Hylkema Consultants uit Utrecht de locloodsen in Stiens te verduurzamen. 12
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 17 van 36
ORGANISCHE BENADERING Status quo Om het project goed te laten landen wordt al een beroep worden gedaan op de lokale bevolking, waarbij mienskip en duurzaamheid twee fundamentele begrippen zijn die een belangrijke rol spelen in de totstandkoming van het Dokkumer Lokaaltje. In de praktijk vindt deze samenwerking plaats met bijvoorbeeld dorpsbelangen (DOM’s), buurtverenigingen, B&B’s (gastengilde) en meerdere (agrarische) ondernemers. Door het project in deelprojecten op te knippen kunnen mensen op lokaal niveau zich naar eigen inzicht en tempo blijven verbinden met deze deelprojecten. In tijd uitgezet kunnen zo per gemeente één of meerdere (spoorfiets)projecten simultaan worden opgepakt en uitgevoerd. Een pilot project in deze benadering betreft het herstel van het tracé tussen Jelsum en Stiens13 in de gemeente Leeuwarderadeel, waarmee bij aanvang het project mag rekenen op inkomsten en rendement. In Ferwerderadeel en Dongeradeel wordt al concreet invulling gegeven aan het project, getuige de activiteiten rond station Marrum14 en de plaatsing van andreaskruisen in Metslawier en Hiaure. Recentelijk is Leeuwarden er bijgekomen, met de inrichting van de groenstrook tussen de wijk Westeinde en het Valeriuskwartier. Ook in Finkum zijn recentelijk andreaskruisen geplaatst. Dit is echter pas het begin!
Bottom up De organische benadering gaat uit van een volledig herstel van de spoorlijn en maakt daarbij gebruik van leer- en werkervaringtrajecten, sociale werkvoorziening, het WMO-loket en andere voorzieningen op dit vlak. In deze benadering is geen exacte einddatum gepland. Derhalve zal het einddoel empirisch tot stand komen. Voor een ontwikkeling langs deze weg valt eveneens geen specifieke tijdslijn uit te zetten. Dit in tegenstelling tot de 36 maanden in het ‘top down’ model. De verwachte doorlooptijd is echter voorzien te zijn beperkt tot ongeveer 5 -7 jaar. Logischerwijs zal de heraanleg van het tracé worden verdeeld over de vier spoorgemeenten. Zodoende kan per gemeente worden bekeken hoe het proces het beste kan worden opgepakt en uitgewerkt. Ook kan beter worden ingespeeld op individuele situaties, zoals bijvoorbeeld bij het spoorfietsproject Jelsum – Stiens in de gemeente Leeuwarderadeel, of wanneer een beroep moet worden gedaan op lokale (subsidie)regelingen. De coördinatie van dit proces zal centraal worden gestuurd vanuit de NFLS in samenwerking met lokale overheden en andere stake-holders. Een belangrijk deel van de heraanleg (de feitelijke railinfra) is gebaseerd op offertes van railinfrabedrijven. Bij de bouw van het tracé zal gebruik gemaakt worden van gerecyclede spoorwegmaterialen. Een deel van het spoormeubilair zal in eigen beheer worden vervaardigd bij bedrijven in de regio. Dit is o.a. al het geval bij de productie van andreaskruisen, hekjes en spoorfietsen, maar zal ook het geval zijn bij de bouw van brughoofden en telegraafmasten. Spoormateriaal is in ruime mate voorhanden. Er zijn principeafspraken gemaakt met een aantal grote toeleveranciers. Het gehele tracé kan zo stap voor stap tot ontwikkeling worden gebracht, zonder echte tijdsdruk. Zodra de aanleg van een spoorfietstracé in een van de gemeenten doorgang kan vinden wordt het automatisch onderdeel van het gehele tracé. De kwaliteit van de deelprojecten zal dermate hoog zijn dat zij elk hun individuele waarde in het project kunnen bewijzen. Ongeacht de voortgang van deze deelprojecten wordt elders langs het tracé alvast spoorwegmeubilair geplaatst. De verdere uiteenzetting van dit plan spitst zich toe op Dongeradeel maar staat model voor elke gemeente.
Dongeradeel (uitvoering) Het herstel van de spoorverbinding in de gemeente dongeradeel is opgesplitst in twee grote deelprojecten. Het eerste deelproject betreft de verbinding Dokkum – Esonstad, het tweede deel is Dokkum – Holwerd. Deze opdeling is nodig omdat aanleg in een keer te veel organisatie vraagt. Ook maatschappelijke acceptatie is een belangrijke factor in het proces om rekening mee te houden. In dit plan wordt daarom alleen het 1ste deelproject toegelicht. Dit deelproject bestaat zelf uit vier fasen, te weten; Esonstad - Anjum (1ste fase), Anjum – Morra (2de fase), Dokkum – Metslawier (3de fase) en de verbinding Morra - Metslawier (4de fase). Ook het tweede deelproject is opgesplitst in fasen, te weten Dokkum – Ternaard en Ternaard – Holwerd, welke op haar beurt ook zijn onderverdeeld in verschillende fasen. De kosten staan per fase aangegeven en gebeurt a.d.v geëxtrapoleerde getallen welke zijn gebaseerd op een geïndexeerde kostprijs per kilometer K-KM (railinfra + grond) en de berekende omzet van het fietsbedrijf per kilometer I-KM15. 13
Lees een nadere toelichting over dit onderwerp op pagina 17 van dit document: ‘Quick win propositie’ De ontwikkelingen rond het station van Marrum staan geheel op zich zelf en los van de activiteiten en bemoeienissen van de st. NFLS 15 K-KM (kosten per kilometer) en I-KM (Inkomsten per kilometer) zijn berekend op respectievelijk € 251,000,= en 18.300,= per kilometer. 14
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 18 van 36
1ste fase (Oostmahorn – Anjum) Omdat heraanleg van een spoor tussen Oostmahorn en Anjum (2,8KM) het snelste valt te realiseren ligt het voor de hand hier te beginnen. Een verbinding tussen Esonstad en Anjum wordt geacht voldoende toegevoegde waarde te hebben om winstgevend te kunnen zijn, (€ 702K-KM | € 51,2I-KM). Het kunnen exploiteren van een spoorfietsproject is noodzakelijk om de NFLS de nodige financiële armslag te geven gedurende de aanloop naar het grote project. Het percentage landdoorsnijdingen in dit traject betreft 13%.
2de fase (Anjum – Morra – Lioessens) Nadat het tracé tussen Anjum en Oostmahorn is gerealiseerd kan in de tussentijd de herontwikkling van de Melkfabriek in Morra ter hand genomen. Hiervoor is een wijziging in het bestemmingsplan voldoende!16 Gedurende deze 2de fase wordt dit deel van het tracé vanaf Anjum met 2,4 kilometer doorgetrokken tot aan de melkfabriek (kuuroord) in Morra – Lioessens waarmee dit Wadden Wellness Centrum via de spoorweg verbonden wordt met Esonstad, (€ 602K-KM | € 43,9I-KM). Het percentage landdoorsnijdingen in dit deeltraject betreft 19%
3de fase (Dokkum – Metslawier) Deze 6 kilometer lange railverbinding is het langste opzichzelfstaande spoorfietstraject tussen Dokkum en Oostmahorn. Een belangrijk onderdeel van dit spoorfietstraject betreft de ontwikkeling van een ‘landmark’ aan de noordelijke rondweg in Dokkum17. De voorbereidingen voor de heraanleg van dit deel van het tracé zijn het verst gevorderd en wachten enkel op een overeenstemming met de grondeigenaren. Zodra een overeenkomst wordt bereikt kan de ontwikkeling (heraanleg) een aanvang nemen. Om deze verbinding, technisch gezien, tot stand te brengen zijn alle daarvoor benodigde spoorwegmaterialen, inclusief de brug over de Jaerlasleat bij Wetsens voorhanden, (€ 1.506K-KM | € 109,9I-KM). Het percentage landdoorsnijdingen in dit deeltraject betreft 24%.
4de fase (Sluitstuk Morra – Metslawier) Fase 4 betreft het 1,7 kilometer lange sluitstuk tussen Morra en Metslawier. Het is het kortste onderdeel van dit deelproject en kan op elk moment worden aangelegd gedurende of nadat de vorige fases zijn voltooid, (426K-KM | 31,1I-KM). Het percentage landdoorsnijdingen in dit deeltraject betreft 58%.
Aankleding tracé (Landmarks) In het project zijn een aantal speciale landmarks voorzien welke de facto onderdeel zijn van de te realiseren spoorfietsverbindingen. De kwaliteit van deze landmarks is dermate hoog dat ze ook zonder de realisatie van een spoorfietsproject hun functie kunnen bewijzen. Zodra de aanleg van bijvoorbeeld het tracé Dokkum – Metslawier (3de fase) doorgang kan vinden, wordt deze landmark automatisch onderdeel van dit spoorfietstracé. Ongeacht de voortgang van deze individuele projecten wordt langs het gehele tracé nu alvast spoorwegmeubilair geplaatst. De ontwikkeling van het tracé kan zo stap voor stap tot ontwikkeling worden gebracht, ‘bottom up’ en zonder tijdsdruk. Op pagina 32 wordt de landmark in Dokkum toegelicht. Tot de ontwikkeling van de landmark in het spoorfietstracé Metslawier behoort o.a. ook de herbouw van het station Dokkum - Aalsum. Op de oorspronkelijke locatie is ter plaatse nog voldoende ruimte om dit te realiseren. Nog voor de bouw van het station kan het terrein rond het station alvast met eenvoudige aanpassingen geschikt worden gemaakt voor het spoorfietsen. De NFLS staat in contact met diverse partijen om het station een meervoudige (economische) functie te geven op basis van een goed exploitatiemodel. Herbouw van dit station staat gepland te worden uitgevoerd zodra de financiële middelen hiervoor kunnen worden vrijgespeeld vanuit de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning.
16 17
De financiering van deze ontwikkeling hangt alleen af van voornoemde wijziging. Op pagina 32 wordt de motivering voor deze landmark nader toegelicht.
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 19 van 36
DE (DOORSLAGGEVENDE) MAATSCHAPPELIJKE FACTOR Opleiding en scholing (een keten aan ervaring) Om de aanlegkosten van de tracés te beperken zal de stichting daarom gebruikmaken van leer- en werkervaringtrajecten, de sociale werkvoorziening en het nieuwe WMO-loket. De NFLS heeft daartoe principeafspraken gemaakt met tal van organisatie en instanties zoals ROC-Friese poort, Stenden, Talant en andere lokale stakeholders. Daarnaast kan de stichting in beperkte mate een beroep doen op vrijwilligers. Met de inzet van deze doelgroepen snijdt het maatschappelijke mes aan twee kanten omdat daarmee de kosten van heraanleg met nog eens 40% kunnen worden teruggedrongen.
Spoorfietsbedrijf (WMO en MVO) Een belangrijke pijler onder het investering- en verdienmodel betreft het spoorfietsbedrijf. Om de effectiviteit van dit model te vergroten wordt in de opzet (concept) van het bedrijf gebruik gemaakt van het WMO-loket door het aan te bieden als dagbesteding. De spoorfietsonderneming wordt daarmee een MVO bedrijf en is mede vanwege de verschillende locaties tevens uitermate geschikt als dagbestedingproject. Om de daarbij behorende structuur te begeleiden zijn principeafspraken gemaakt met het management van o.a. Donia State in Stiens en Anne Zijlstrahoeve in Dokkum om de begeleiding ervan ter hand te nemen. Verder heeft het spoorfietsgebeuren belangrijke meerwaarde omdat het uitstekend past binnen de doelstellingen van Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018, het Programma Rijke Waddenzee en de streek.
Werkgelegenheid (nieuwe banen en behoud) Ook de exploitatie van de spoorlijn en het marketinginstrument vragen om de inzet van mensen. Dit vindt o.a. zijn beslag in het ontvangen van de gasten, het bijhouden van de website, de verkoop van de kaartjes, het onderhoud van de spoorbaan en de spoorfietsen. In het verlengde van deze werkzaamheden zal ook behoefte zijn extra inzet t.b.v bijvoorbeeld kleinschalige horeca bij de verschillende vertrek- en aankomstpunten aan de lijn of de verkoop van fiets- en wandelroutes of arrangementen. Een deel van deze nieuwe banen zal eveneens worden ingevuld door mensen met een (verstandelijke) beperking. Een belangrijk onderdeel van de marketingorganisatie betreft de verkoop van toeristische arrangementen. De spin-off van deze activiteit draagt tevens bij aan het creëren van extra omzet bij de toeristische bedrijven.
Spoorfietsproductie (ontwerp en verkoop) Gedurende alle voorbereidingen in 2011, om het spoorfietsproject Jelsum – Stiens gerealiseerd te krijgen, heeft de NFLS zelf een spoorfiets en daarbij behorende ondersteunende infrastructuur ontworpen. Dit kapitaal heeft in de afgelopen drie jaar weinig rendement opgeleverd, maar kon uiteindelijk in mei 2014 toch worden aangeboden bij diverse spoorfietsprojecten elders in Nederland en daarbuiten. Het resultaat van deze investeringen heeft zich intussen vertaald in een opdracht van een Belgische organisatie tot levering van 20 spoorfietsen en 4 groepslorries plus bijbehorende operationele infrastructuur. Het project wordt uitgevoerd in samenwerking met de firma Postmus Reparatie & Constructie uit Blija, aangevuld met bijdragen van diverse andere Noordoost Friese bedrijven. Met de realisatie van deze opdracht is de NFLS dus tevens spoorfietsproducent geworden. Een activiteit met uitzicht op nieuwe opdrachten en inkomsten.
Ondersteunende projecten (activiteiten en attracties) De NFLS is actief betrokken bij een aantal kleinere projecten. Een van deze projecten betreft de aanleg van een minispoorbaan rond de kinderboerderij in Dokkum. De NFLS heeft daartoe al een verzoek neergelegd bij de gemeente Dongeradeel om de attractie te mogen uitbaten. Een vergelijkbaar verzoek is gedaan in de gemeente Leeuwarderadeel, maar ook op andere locaties wordt gekeken om deze attractie aan te leggen.
Vergunningen Om de aanleg van (delen) van de spoorlijn te kunnen realiseren zal de gemeente(n) op voorhand worden gevraagd (omgevings)vergunning te verlenen voor het aanleggen van overwegen, landmarks, kunstwerken en o.a de exploitatie v/h spoorfietsbedrijf. Deze aanvragen zullen per deelproject (fase) worden ingediend. ® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 20 van 36
Verduurzaming Dit masterplan versterkt de onderlinge samenhang in Noordoost Friesland tussen het Lauwersmeergebied het noordelijk deel van de Friese Wouden en het Waddengebied en de diverse (toeristische) activiteiten daarin. Met een recreatieve spoorfietsverbinding tussen Dokkum en Esonstad wordt de onderlinge verhouding tussen deze twee kernen in hoge mate versterkt. Immers vervullen beide plaatsen al een belangrijke toeristische functie. De gehele bedrijfsvoering is gebaseerd op een duurzaam vervoersconcept. Bovendien gaat het prima samen met de versterking van de landbouwstructuur in het gebied. Het Dokkumer Lokaaltje biedt daarmee perspectief aan de gehele streek, welke nog kan worden versterkt door het te verbinden met tal van andere (grootschalige) projecten in de regio. Hierin past bijvoorbeeld ook het herstel van de groenstrook tussen de wijk Westeinde en het Valeriuskwartier in Leeuwarden18, wat in hoge mate te maken heeft met het daarmee gepaard gaande natuurbehoud. De unieke biotoop van een spoorweg biedt ideale leefomstandigheden voor tal van (weide)vogels, kleine (zoog)dieren en flora. In het document ‘Natuur langs het spoor’ van De Groene Ruimte BV staat veel over dit onderwerp geschreven.
Kosten vs baten De effecten van het DL-project zijn, ook voor de lange termijn, doorgerekend in een MKBA-analyse19 en worden verantwoord in het business plan. Het realiseren van een spoorfietsverbinding tussen alle NFLSstations in Dongeradeel komt daarin als zeer goed uit de bus. Uitvoering van het project levert bovendien een grote ecologische winst op, met een goed leefgebied voor tal van dier- en plantensoorten. Het Friese landschap met haar karakteristieke open kenmerken kan zo op een unieke wijze worden beleefd. Ook de leefbaarheid van de dorpen, de stad en het platteland in de wijde omgeving van het spoor zullen zo een grote (economische) impuls krijgen. Het project draagt tevens bij aan een betere toekomst voor de landbouwbedrijven in het gebied. In 2013 is een aanvraag bij het Waddenfonds ingediend welke in een nieuwe tranche kan worden geactiveerd. Ook ‘Wurkje foar Fryslan’ (NUON) kan hier belangrijk in bijdragen. Niet in de laatste plaats worden met de uitvoering van dit plan tientallen nieuwe banen gecreëerd en blijft werkgelegenheid in tal van sectoren behouden voor noordoost Friesland.
Belangen in perspectief (nut en noodzaak vs toegevoegde waarde) Om de financiële consequenties van dit plan in perspectief te plaatsen is een vergelijking gemaakt met een aantal andere grootschalige projecten in de regio waarin ook een afweging moet worden gemaakt tussen nut en noodzaak. Wanneer dit maatschappelijke belang wordt afgezet tegen de te maken investeringen ontstaat een opbrengstratio met maatschappelijk toegevoegde waarde. In onderstaand overzicht worden de ratio’s geschetst van een aantal belangrijke doch evenwel (zeer) grote investeringen. PROJECT Sud Ie-project Centrale-as Holwerd aan Zee20 Eelân-project Dokkumer Lokaaltje Leeuwarden 2018 Nrd. 11steden vaarr.
FINANCIËLE OMVANG 5 - 20 mio 185 - 270 mio 50 - 80 mio onbekend 10,5 – 17,6 mio 35 – 70 mio 30 – 40 mio
GEM. INVEST. RATIO 1,18 21,4 6 6,13 ? 1,00 5,83 5,00
ONTEIGENING
OPMERKING
| |
2,10 37,90
Mogelijk ja
(?) Kavelruil
| | | | |
10,83 ? 1,00 11,66 6,66
ja Onbekend Mogelijk Nee Nee
Kavelruil Kavelruil (?)
18
Videoreportage GPTV (weblink) Maatschappelijke Kosten en Baten Analyse 20 De kosten zoals genoemd bij Holwerd aan Zee zijn gebaseerd op eigen onderzoek. 19
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 21 van 36
VERBINDING MET DE LANDBOUWSECTOR De landbouwbedrijven en grondeigenaren zullen voor-, tijdens en na uitvoering van dit plan actief bij het project worden betrokken. Zij hebben daartoe in 2012 al een uitnodiging ontvangen en worden langs deze weg opnieuw uitgenodigd om dit masterplan te steunen en te participeren in de gezamenlijke doelen. Binnen het DL-project zijn eveneens goede kansen aanwezig om een samenwerking met natuur-, visserijen recreatieorganisaties aan te gaan en deze verder uit te bouwen. Ook de lokale stakeholders, zoals gemeenten, dorpsbelangen, MKB bedrijven, B&B’s en het WMO-loket zien hun ambities zo nog meer binnen bereik komen. Net als bij het Sud Ie-project of ‘Holwerd aan Zee’, waarin gemeente, provincie en het waterschap de landbouwsector als partner beschouwen, stelt ook de NFLS zich op als zo’n partner en roept zij de agrarische ondernemers in het gebied op zelf te participeren in het project.
Bezwaren uit de agrarische hoek Verreweg het belangrijkste bezwaar uit de agrarische sector betreft landdoorsnijdingen en niet zo zeer het bezit van land. Met name dit laatste onderwerp is niet echt een issue voor de NFLS. Ook het gebruik van land langs de randen van percelen stuit bij weinig boeren op echte bezwaren. Ruim 70% van alle percelen in het gehele tracé wordt momenteel niet doorsneden. Een deel van de percelen die momenteel wel worden doorsneden zijn vaak samengevoegd met de oude spoordijk er nog in. Ruilverkaveling zou hier een oplossing kunnen zijn. In onderstaand kaartje wordt een situatie van zo’n landdoorsnijding getoond.
Figuur 8: Deel van het tracé Dokkum – Metslawier
Figuur 9: Spoortracé gezien richting Metslawier
Hoewel in de jaren 70 van de vorige eeuw veel land tegen betaling is verkaveld is de stichting bereid oplossingen te zoeken voor dit probleem. Net als in het project Holwerd aan Zee wil ook de NFLS de DLG21 betrekken bij het oplossen van dit ruilverkavelingsvraagstuk. In een aantal gevallen zou op enkele locaties afgeweken worden van het oorspronkelijke tracé. Dit zou met name in volledig vlak terrein uitkomst kunnen bieden. De NFLS is van mening dat landdoorsnijdingen geen onoverkomelijk probleem vormen.
Kritische kanttekeningen (landbouw vs toerisme) Het aantal mensen in de landbouwsector is de afgelopen decennia drastisch afgenomen. Waren er in 1980 nog 20.000 boeren en tuinders, dan is deze groep anno 2014 geslonken tot 6.500. Nog elk jaar neemt deze groep met bijna 200 per jaar af. Daarmee ligt het aandeel in de werkgelegenheid net onder de 6 %. Ter vergelijking; het aandeel in de toeristensector is momenteel ruim 13%. Daarmee is ook de economische bijdrage vanuit de landbouwsector drastisch afgenomen en is het bruto regionaal product nog slechts 5,5%. Kern van het huidige landbouwsysteem is schaalvergroting en technische innovatie waardoor prijzen onder druk staan, de marges alsmaar kleiner worden en er steeds minder agrarische bedrijven overblijven. Het belang van de landbouw versus milieu, landschap en toerisme komt tot uiting in een radicale wereldwijde schaalvergroting. De lokale aanpassingen die daar voor nodig zijn gaan ten koste van milieu, landschap en toerisme. Gegeven de matige economische verwachtingen biedt de agrarische sector nu weinig perspectief.
21
http://www.dienstlandelijkgebied.nl/projecten/fryslan/fryslan/dossier/projectbureau-kavelruil-fryslan
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 22 van 36
AMBITIES EN UITVOERING Projecteigendom De stichting wil vanuit haar hoofddoelstellingen voor een beperkt aantal taken en verantwoordelijkheden als ‘projecteigenaar’ optreden (spoorfietsen / landschapsmarkeringen). Samenwerking met andere (overheids)partijen is dus gewenst waarbij snel duidelijkheid moet komen over ieders positie en verantwoordelijkheden in het project. De financiering van het project wordt beschouwd een interne aangelegenheid van de stichting te zijn. Met andere woorden; de NFLS draagt, in de aanloop naar en gedurende de uitvoering van het project, de verantwoording voor de coördinatie van dat proces. Daarnaast ziet zij het als haar taak om ook het opstellen en schrijven van subsidieaanvragen en de begeleiding van die processen zelf ter hand te nemen. De stichting ziet dat samenwerking met overheden en ondernemers belangrijk is om verder te komen en staat open voor nader overleg met betrekking tot het bovenstaande.
Gemeente Dongeradeel Niet alleen de stichting NFLS heeft plannen en ideeën over het Dockumer Lokaeltsje. De gemeente Dongeradeel heeft in 2008 al het volgende aangegeven in de “Kadernotitie Toerisme en Recreatie 2008”:
Dockumer Lokaeltsje Het Dockumer Lokaeltsje is de oude spoorlijn van Leeuwarden naar Dokkum (en later Anjum). Boven Stiens zijn de treinrails niet meer aanwezig, maar is de loop van het spoor vaak nog wel te herkennen in het landschap, ook doordat een aantal stationsgebouwen nog bestaan. Het traject heeft door de historie kansen om opnieuw ontwikkeld te worden, bijvoorbeeld als thematische fiets- of wandelroute. Omdat het traject door meerdere gemeenten loopt, is het bij uitstek een plan om in breder verband uit te werken. Door daarbij een aantal stationnetjes weer te restaureren en onderdeel van de route te maken, kan hiermee een aantrekkelijke attractie gerealiseerd worden voor de regio. In het ‘Uitvoeringsprogramma Recreatie en Toerisme 2009-2014’ is door Dongeradeel onder de noemer ‘Optimaliseren van het routegebonden aanbod’ het Dokkumer Lokaaltje de prioriteit ‘hoog’ gegeven. In het ‘Toeristische Programma Friese Wadden’ komt het onderwerp Dokkumer Lokaaltje echter niet meer voor! Behoudens de gemeente Dongeradeel zijn ook de gemeenten Ferwerderadeel, Leeuwarderadeel en Leeuwarden en de provincie door de NFLS benaderd. Gezamenlijk hebben zij in een op 5 oktober 2011 gedateerde brief aan de stichting kenbaar gemaakt positief te staan tegenover haar initiatieven en vragen daarbij om een samenhangend projectplan. Met dit masterplan geeft de NFLS niet alleen antwoord en invulling aan dat verzoek en presenteert zij tevens een coherent recreatief voorstel in ANNO verband.
Overige (gemeentelijke) initiatieven: De gemeenten Tytsjerksteradiel, Dantumadeel, Ferwerderadiel en Dongeradeel hebben samen met Plattelânsprojekten Noordoost Fryslân gebrainstormd over mogelijkheden om meer te doen met oude spoor- en tramdijken in Noordoost Fryslân en ook daar zijn een aantal ideeën voor actie en nader onderzoek geopperd die nauw aansluiten bij de ideeën van de Stichting NFLS: • Zichtbaar maken van de eerdere spoorovergangen net als in Ferwerderadeel is voorbereid; • Routes maken voor auto’s, fietsen en wandelaars langs de overgebleven gebouwen (cultuurhistorische kuiertocht met foto’s); (dit is al gerealiseerd met de NFLS web-app) • Websites maken met foto’s, verhalen en geluiden, QR codes etc. • Bestaande initiatieven aan elkaar koppelen; • Een blijvende expositie maken Modelbaan Noordoost Fryslân + museum Spoorbanen gameship / tracé digitaal na te maken/ Virtueel beleven; (voormalige busloodsen rondweg Dokkum) • Kansen in Kernen, Centrale As. Wordt er aandacht besteed aan de oude tramdijk in de dorpen waar de Centrale As straks wordt aangelegd? • Een aantal dorpen/vrijwilligers/ondernemers buigen zich over mogelijkheden om iets met het Dockumer Lokaeltsje te doen. ® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 23 van 36
Bestuurlijke afwegingen De stichting NFLS heeft in 2012, met financiële steun van Dongeradeel en woningcorporatie Thús Wonen, opdracht gegeven voor het opstellen van een stappenplan door bureau Weusthuis & Partners. Uit dit rapport komt naar voren dat om het project in haar volle omvang doorgang te kunnen laten vinden het noodzakelijk is reeds in een vroeg stadium een aantal bestuurlijke knopen door te hakken door provincie en gemeenten. Deze bestuurlijke beslissing gaat over de volgende vragen: a. De afweging van nut- en noodzaak; waarbij het gaat om een aantal centrale vragen of het DL project zinvol en noodzakelijk is. Hierin speelt vanzelfsprekend de samenhang met andere (toeristische) initiatieven een rol. Immers: zijn de maatregelen die onder dit project vallen in hoge mate ondersteunend aan de andere projecten om deze effectiever of zelfs zinvol te maken. b. Kunnen de beoogde voordelen of effecten van dit project, zowel als geheel maar ook als meerdere deelprojecten, ook op een alternatieve wijze tot stand worden gebracht. (bottum up) c. Een kwantitatieve en kwalitatieve afweging op basis van een goede kosten-baten analyse.
Steunbetuigingen Onderstaande bedrijven, organisaties en instanties hebben (schriftelijk) steun betuigd aan het DL-project of staan vermeld in de NFLS web-app. -
Dekemastate22 Doniastate Adema Architecten Rondvaart Middelsee GRA-CV Kempens Landschap Anne Zijlstra Hoeve STAR Stadskanaal Stenden (Toerdata) Museum 't Fiskershúske Wijk Panel Westeinde De Koffiepot Provincie Friesland De Stelpshoeve Seedykstertoer Het Koetshuis de Hoop Cafe Fryslân
-
Esonstad Kleijne-lijn Postmus Rep. & Constr. Allprint van Sommeren BV Leafe Sawntjin Tuk tuk Lauwersoog HanzeHogeSchool Gastengilde Taxi Waaxma Holwerd aan Zee Hopandgo Dwaande Cafe Veldzicht Coop Verbeek Museum Dokkum Gegarandeerd Onregelmatig
-
Twa Architecten ROC leeuwarden BinnenInn HQMatics Molen De Eendracht CnC Minitreinen Wijkvalerius Gemeente Dongeradeel Dennis Edens RandomArts Herberg-godot Ruurd Wiersma De Waard van Ternaard De IJsherberg Slapen op Gos Noorderleegh En vele anderen
Citaat Onderstaand een citaat van Winston Churchill welke de lading voor de NFLS prima uitdrukt. “Sommige mensen zien de ondernemer als een op buit beluste wolf, die men dood moet slaan. Andere zien hem als een koe, die men zonder ophouden kan melken. Maar slechts weinigen zien hem zoals hij werkelijk is, namelijk als het paard dat de kar moet trekken.”
22
De organisatie Dekemastate heeft de stichting NFLS gevraagd om in het najaar van 2014 een overzichtstentoonstelling in te richten over het Dockumer Lokaeltje. Hierbij zal tevens aandacht worden besteed aan het spoorfietsen tussen Jelsum en Stiens, waaraan de gemeente Leeuwarderadeel al in 2011 gevraagd is mee te werken.
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 24 van 36
QUICK WIN PROPOSITIE De stichting wordt sinds haar oprichtig gefinancieerd door een aantal MKB-bedrijven. In de afgelopen drie jaar is ruim 42K euro in de organisatie geïnvesteerd. Vanaf 1 januari 2014 is aan die situatie een eind gekomen en is de stichting aangewezen op inkomsten uit bijvoorbeeld de verkoop van andreaskruisen. Ook donaties vormen een beperkte bron van inkomsten. Gegeven de brief van de gemeente Dongeradeel van 3 april jl. ligt het in de lijn der verwachting dat in de nabije toekomst eerder meer dan minder werk op de stichting af zal komen. De oplopende kosten die daarmee gepaard gaan zijn echter niet uit voornoemde inkomsten te genereren. Er zal dus gezocht moeten worden naar alternatieve inkomsten. Dienaangaande wordt hieronder het volgende voorgesteld en gevraagd de lancering van dit pilotproject te steunen.
Spoorfietstraject Jelsum – stiens Om op korte termijn een duurzame inkomstenbron te genereren voor de stichting dient z.s.m een aanvang te worden gemaakt met het herstel van het spoortracé Jelsum – Stiens. Dit deel van het tracé is uitermate geschikt te worden gebruikt voor een eerste spoorfietsproject omdat de ondergrondse infrastructuur nog in zijn geheel aanwezig is. Om het trace te herstellen is slechts 4.700 meter rails en wat grind voldoende. De aanwezigheid van dit materiaal is beschikbaar via een van de grotere spoorbedrijven in Nederland. De stichting heeft ook hier al afspraken gemaakt zodat snel kan worden geanticipeerd op deze ontwikkelingen. Omdat nu nog sprake is van maar één grondeigenaar (ProRail) stelt de stichting voor om de provincie het voortouw te laten nemen, en samen met de gemeente Leeuwarderadeel het overleg met ProRail aan te gaan. Zodoende kan snel een oplossing worden gevonden zodat een overdracht van deze spoorgronden snel kan passeren. Zodra deze overeenkomst is bereikt staat de NFLS klaar om samen met Donia State in Stiens het herstel van het tracé ter hand te nemen zodat nog dit jaar een aanvang kan worden gemaakt met het spoorfietsbedrijf. De NFLS heeft afspraken gemaakt met het clustermanagement van Donia state om het spoorfietsproject vanaf 2015 te bemensen ten bate van het nieuwe WMO-loket van de gemeente.
Fig 8.
Kaartje spoortracé Jelsum – Stiens
Figuur 9. Demonstratie Leeuwarden (filmpje GPTV)
Aanbesteding Kempens Landschap Een gedetailleerde vergelijking tussen de NFLS en haar concurrenten valt moeilijk te duiden. Behoudens de commerciële bedrijven in deze markt zijn de meeste andere verwante instanties, stichtingen of organisaties die geïnitieerd zijn door of gelieerd zijn aan gemeenten en / of provincie. De NFLS onderscheidt zich daarin echter door haar ondernemende karakter. Zij is dan ook voornemens haar vleugels uit te slaan naar elders. In dat verband kan hier alvast worden opgemerkt dat de stichting recentelijk opdracht heeft ontvangen van de natuurorganisatie Kempens Landschap met de vraag tot levering van 24 spoorfietsen en lorries, plus operationele apparatuur voor een spoorfietsproject tussen Kapellen en Brasschaat. Ook in Groningen, Drenthe en Overijssel heeft de NFLS contacten aangeknoopt met vergelijkbare organisaties en initiatieven. Het spoorfietsenbedrijf in Friesland is o.a gebaseerd op de kengetallen van Groesbeek en Brasschaat23. 23
www.grenzland-draisine.de (Groesnbeek - Kleve) en www.spoorfietsen.be (Kapellen - Brasschaat)
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 25 van 36
MASTERPLAN DOKKUMER LOKAALTJE DEEL II
Nadere toelichtingen en verwijzingen
Quo vadis Fryslân? 24
Onderstaande tekst betreft een bloemlezing uit; ‘De staat van Friesland’ van Jan Rotmans . FRIES IN BEWEGING De Fries komt in beweging als hij of zij wordt geraakt in het oergevoel. Zo niet, dan ‘gaat het langs hem heen’ en gaat hij ondergronds. GEBREK AAN URGENTIE In Fryslân is gebrek aan urgentie op het niveau van de burger en van de gemeenschap. - Duurzaamheidsprikkels raken het oergevoel niet - Overlevingsmechanisme zorgt voor ontkenning; ‘Het valt wel mee in Fryslân, we hebben wel voor heter vuren gestaan’ Gevoel ontbreekt ‘Als we nu niks doen hebben we over 20 jaar een heel groot probleem’. CONCLUSIE De Fries komt alleen in duurzame beweging van onderop en van binnenuit. De gehele presentatie is te vinden op: http://www.slideshare.net/fullscreen/janrotmans/20110202-friesland
24
Jan Rotmans is hoogleraar transitiekunde en internationale autoriteit op het gebied van transities en duurzaamheid.
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 26 van 36
WAARDE EN BELANG VAN & VOOR DE REGIO De (krimp)markt: een streek, het toerisme en lokaal ondernemerschap Om krimpontwikkelingen te vertragen, en in het gunstigste geval een halt toe te roepen, zijn recreatie en toerisme een uitgelezen middel om de regionale economie van Noordoost Friesland mee aan te jagen. De streek kenmerkt zich door rust, in combinatie met een ongekende landelijke ruimte en unieke vergezichten. Zij herbergt tal van toeristische trekpleisters, zoals musea, kerken, stinzen en terpen plus diverse buurtschappen, dorpen en steden. Het gehele gebied is doorvlochten met fiets- en wandelpaden, kanalen, meren, pelgrimages en wadlooproutes, waarin toeristen en bezoekers naar hartelust kunnen recreëren en verblijven. Door de hele regio meandert het oude spoortracé als een verbindend landschapselement. De primaire markt en doelgroep is het bezoek van toeristen van en naar de diverse bestemmingen langs het tracé. Hiertoe behoren o.a. ook de verbindingen van en naar de eilanden en de belangrijkste dorpen gelegen aan het tracé. Een tweede belangrijke bezoekersstroom is die van en naar overnachtingsmogelijkheden langs het tracé zoals campings, hotels en Bed & Brochje, waarvan enkele mogelijk kunnen worden gesitueerd in de nieuw te ontwikkelen stations. Secundair is de impuls voor het lokale midden- en kleinbedrijf zoals winkels, culturele instellingen en horecabedrijven. Hiertoe gerekend behoort ook de mogelijkheid de spoorlijn te gebruiken voor het lokaal vervoer van goederen. Gedacht kan worden aan bevoorrading van winkels en bedrijven. Nut en noodzaak van vernoemde argumenten worden met het kaartje bevolkingsprognose naar regio duidelijk geïllustreerd. Meerdere lokale ondernemers hebben aangegeven gezamenlijke arrangementen met het Dokkumer Lokaaltje te willen vermarkten.
Figuur 10.
Bevolkingsprognose naar regio
Uitvoeringsstrategie Waddenlandschap De doelstelling voor 2026 is het realiseren van een herkenbaar, gebiedseigen, waardevol, natuurlijk en cultuurhistorisch landschap in het Waddengebied van Friesland, dat in de regio breed gewaardeerd wordt en met goede voorzieningen toegankelijk en beleefbaar is. De bewustwording van de (internationale) waarden in het landschap, natuur en cultuur is bij inwoners en lokale overheden significant toegenomen. Afgeleid van de doelstelling voor 2026 is in het Uitvoeringsplan Waddenfonds 2010-2014 als doelstelling voor 2014 opgenomen: behoud, herstel en ontwikkeling, toegankelijkheid en beleefbaarheid van waardevolle cultuurhistorische elementen (als wierden, terpen, eendenkooien, tûnwallen, elzensingels en dijkcoupures, kenmerkende boerderijen en andere panden, kerken en overige authentieke plekken met een eigen identiteit. ® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 27 van 36
DE SPOORLIJN ALS MARKETINGINSTRUMENT VAN DE STREEK Dit deel van het plan geeft in detail uitleg over functie, inhoud en reikwijdte van het marketinginstrument, hierna ook wel ‘tool’ genoemd. Ook wordt hier meer inzicht verschaft in bepaalde kosten van het project, zoals bijvoorbeeld het terugplaatsen van spoormeubilair langs het tracé, zoals recentelijk in Leeuwarden (Westeinde / Valeriuskwartier), Finkum, Blija, Hiaure en Metslawier is gebeurd. Nadere toelichting wordt gegeven in diverse documenten en bijlagen (zie overzicht op pagina 35) en via links in de afbeeldingen.
Functie en samenhang van de tool Om het spoortracé als aanjager te laten fungeren is een marketinginstrument ontwikkeld welke o.a. is gebaseerd op naam en huisstijl van de historische NFLS, i.c.m een de facto landelijke bekendheid van Het Dokkumer Lokaaltje. Kern van dit instrument is een combinatie van virtuele aanwezigheid, en fysieke zichtbaarheid in het landschap. De tool verbindt tevens het ondernemerschap van de stichting aan zakelijke dwarsverbanden in de regio. Zij doet dat door toeristische arrangementen te ontwikkelen, te promoten en te verkopen. Zodoende wordt de regio als landstreek neergezet en kan zij landelijk en internationaal worden ‘verkocht’ aan het publiek. Deze benadering laat zich goed vergelijken met een gebied in de Zuid Franse Alpen, waar een regio als ‘La Drome Provençale’ als landstreek wordt gepresenteerd, en niet zozeer de individuele dorpen en attracties op zich. Hoe mooi de bergen en haar dorpen ook zijn, individueel zijn ze ondoelmatig. Zij bieden afzonderlijk te weinig perspectief aan de toerist, en derhalve in economisch opzicht ook aan haar bewoners. Door de streek als geheel te ‘verkopen’ zijn het toeristisch aanbod en de bezoeker beter op elkaar af te stemmen waardoor de individuele bezienswaardigheden en attracties en het verblijf aldaar, beter tot hun recht komen. Een verblijf in de streek kan zo voor langere tijd worden gegarandeerd. Onderzoek laat zien dat toeristen eerder bereid zijn grotere afstanden te reizen om in dit voorbeeld de lavendelvelden te bezoeken, en daar aangekomen tijdelijk domicilie te kiezen in de streek. Omdat toeristen zich nu langer verbinden met de streek krijgen de regionale economie en het toerisme meer cohesie.
Virtuele dimensie van de toeristische tool Zoals gezegd functioneert de tool als regionale economische aanjager, mede omdat het businessmodel mogelijkheden aanreikt waarmee lokale ondernemers zich individueel, doch onafhankelijk kunnen verbinden met het instrument. Concretisering van deze samenwerking is reeds in diverse overleggen besproken met lokale ondernemers. De eigen identiteit blijft zo behouden maar kan sterker worden benadrukt terwijl het collectief wordt uitgedragen. De benadering kan vergeleken worden met een franchiseconstructie. Om deze promotionele functie uit te dragen beschikt de stichting reeds over een website en diverse social media accounts, zoals Twitter en Facebook. Daarnaast heeft zij een aantal andere middelen tot haar beschikking w.o een speciaal ontwikkelde web-app, voor smartphones, tablets of Ipads. Het virtuele instrument presenteert langs deze weg de individuele toeristische ‘parels’ (attracties) door deze aan elkaar te rijgen waarmee de toerist de streek als ‘parelsnoer’ kan beleven. De kosten van dit deel van de tool zijn begroot op 15K euro. Een belangrijk deel hiervan wordt uit eigen middelen (inkomsten) betaald.
Fysieke dimensie van de toeristische tool De stichting zal, indien zij daartoe in de gelegenheid wordt gesteld, het gehele tracé vanaf Leeuwarden tot Oostmahorn herinrichten met spoormeubilair, zoals andreaskruisen, seinpalen, telegraafmasten enz. Dit betreft het fysieke gedeelte van de tool en wordt in naam geduid als het spoortracé Jelsum – Oostmahorn. Doel van deze markeringen is om het tracé zo goed mogelijk zichtbaar te maken in het landschap, waarmee de beleving van het spoor wordt versterkt. De markeringen langs het tracé helpen de bezoeker bovendien om zich goed te kunnen oriënteren. Wie de streek rijdend, fietsend of wandelend wil verkennen kan, geladen met de App gemakkelijk natuur, cultuur, ontspanning, horeca en (nacht) rust vinden. ® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 28 van 36
Heraanleg van deze markeringen vangt aan op die locaties die zich daar makkelijk voor lenen. Gedacht moet worden aan overwegen en bruggen, en al die delen in het tracé welke nu reeds in gebruik zijn als fiets- en wandel paden en op die locaties waar het baanlichaam nog zichtbaar in het landschap aanwezig is. De totale kosten van deze markeringen doorheen het hele tracé zijn begroot op 78K euro.
Reikwijdte van de toeristische tool (Projecteigendom) De stichting is als uitvoerende instantie projecteigenaar van de tool en zij voert het beheer over het spoorfietsbedrijf. De NFLS staat in deze context open voor een PPS-constructie. Ongeacht de keuze van een bepaalde (juridische) constructie zijn daarin de volgende vier kerntaken voor haar te onderscheiden:
Beheer en onderhoud van de (marketing)organisatie Ontwikkeling en verkoop van toeristische arrangementen Verhuur van spoorfietsen (alle trajecten) Overige facilitering van het tracé (dwarsverbanden)
Uitgangspunt bij aanvang is om het spoortracé in vijf tot zeven jaar tijd te ontwikkelen tot topattractie in Friesland en het noorden van Nederland. In een o.a. op 5 oktober 2011 ontvangen brief van de Provincie en de gemeenten, Leeuwarderadeel, Ferwerderadeel en Dongeradeel is aangegeven dat men positief staat tegen over de hier gepresenteerde voorstellen. Ook op diverse manieren zijn ambtenaren, politiek en bestuurders positief over het project.
Figuur 11.
Situatie station Dokkum-Aalsum midden jaren zestig van de vorige eeuw.
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 29 van 36
FACILITERING TRACÉ Algemeen Het spoortracé zal faciliterend zijn voor meerdere doeleinden. Waar mogelijk zal langs het gehele tracé ruimte worden gecreëerd voor fiets- en wandelpaden. De aanwezigheid van deze paden kan al van belang zijn om de aantrekkelijkheid van de streek mee te vergroten. Bovendien zullen vele toeristen (met of zonder spoorfiets) gebruik willen maken van het tracé om de streek te verkennen, waarmee haar functie als kralensnoer nog beter tot uiting komt. Daarnaast is het spoortracé de ruggengraat van het spoorfietsenbedrijf. Exploitatie van deze activiteit biedt de stichting een gegarandeerde en onafhankelijke inkomstenbron. Het is tevens onderdeel van een businessmodel waarmee op termijn ook facilliterend kan worden optreden richting andere initiatieven in de regio.
Voorkeur grondeigendom en gebruik De stichting wordt in de onderhavige plannen bij voorkeur geen eigenaar van de spoorgronden. Uit diverse gesprekken en een o.a. op 21 juni 2012 gehouden bijeenkomst voor grondeigenaren blijkt een duidelijk voorkeur te bestaan voor een coöperatieve benadering ter zake het grondeigendom. Derhalve verkiest de stichting NFLS een pachtconstructie boven eigendom, om zaken niet onnodig te compliceren. Om het grondeigendom en daarbij behorende rechtspositie te regelen zal een coöperatieve vereniging U.A van grondeigenaren worden opgericht. Ter voorbereiding daarop zal een principeakkoord worden voorgesteld aan de huidige (agrarische) grondeigenaren. Zo blijven de lijnen kort en kan de stichting zaken doen met het bestuur van deze vereniging. Uit een eventuele overeenkomst vloeit voort dat de stichting NFLS het tracé kan inrichten met rails t.b.v de exploitatie van het spoorfietsbedrijf.
Gedragenheid concept De gemeente Dongeradeel en woningbouw vereniging Thús Wonen hebben in het najaar van 2012 een financiële bijdrage geleverd aan de stichting voor het opstellen van een stappenplan. Dit stappenplan is opgesteld door bureau Weusthuis & Partners uit Groningen. De context van het stappenplan beoogt helderheid te verschaffen en een ‘eindbeeld’ voor het hele tracé Leeuwarden – Anjum (evt. tot Oostmahorn) voor ogen te krijgen. De kern van het stappenplan is gericht op de gemeente Dongeradeel en is op aanvraag verkrijgbaar. Met inachtneming van het vorenstaande heeft de stichting NFLS op 3 april 2014 een brief van de gemeente Dongeradeel ontvangen waarin zij opnieuw aangeeft behoefte te hebben zicht te krijgen in de procesgang van het project. De wethouder RO heeft aangeboden e.e.a te bemiddelen richting KNHM en Arcadis. In deze brief toont de gemeente Dongeradeel tevens opnieuw haar positieve grondhouding aan het DLproject. Om dit masterplan in zijn geheel ten uitvoer te brengen wordt een samenwerking met de (ANNO) gemeenten wenselijk geacht. Niet in de laatste plaats vanwege het aanbod van gedeputeerde Kramer inzake financiering vanuit de provincie. De gemeente Dongeradeel neemt in zekere zin al het voortouw in dat proces. In een op 11 juni 2014 verzonden mail van de NFLS gericht aan de Cie. en stuurgroep van de ANNO gemeenten wordt dit expliciet ook aan hen gevraagd. De bestuurders van de ANNO gemeenten hebben afgesproken is dat de ingang voor het project richting regio via de beide gemeenten Dongeradeel en Ferwerderadiel zal lopen. Dat betekent wanneer deze gemeenten overtuigd zijn van de kansen van het project, dat het dan wordt opgeschaald naar de regio.
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 30 van 36
SPOORFIETSEN Concept en bedrijf Spoorfietsen is een unieke en uiterst gezellige manier om het landschap te beleven en recreatief te ontspannen. Het concept sluit aan op tal van andere activiteiten langs het spoor en kan met diverse arrangementen worden uitgebreid. Spoorfietsen vindt, net als bij een treinverbinding, plaats op basis van een dienstregeling. s’Ochtends vertrekken de eerste ritten vanuit de ene plaats richting de andere, om daarna in omgekeerde richting te vertrekken naar de eerste. Gegeven de gemiddelde afstand tussen de dorpen langs het tracé hebben de fietsers ongeveer een uur de tijd om in de ene, of de andere richting te fietsen. Aangekomen op de bestemming kan in de overgebleven bloktijd van twee uur het dorp of de stad worden bezocht. Wie langer wil blijven kan een spoorfiets later zijn weg vervolgen of terugrijden naar het oorspronkelijke vertrekpunt. Voor de activiteiten in Friesland is een speciale spoorfiets ontwikkeld in samenwerking met Postmus Reparatie & Constructie in Blija, welke onderaan deze pagina wordt getoond.
Technische specificaties spoorfiets 1.
Type - CE gekeurde spoorlorrie met rolstoel toegang.
2.
Ontwerp - Twee bij twee, 4 / 6 persoons spoorlorrie, met zadel en vast stuur. - Metalen frame met gesloten aluminium vloerplaat - Geschikt voor standaard spoorwijdte (1.435 mm) - Trapmechanisme met ketting en terugtrapmogelijkheid - Remmechaniek met gescheiden links / rechts handbediening
3.
4. 5. 6. 7.
Afmetingen - Lengte:
2.900 m
- Hoogte:
1.320 m
- Breedte:
1.980 m
- Wielbasis:
2.050 m
- Spoorbreedte:
1.435 m
Operationele snelheid:
5 – 20 kilometer per uur
Gewicht:
225 Kg.
Prijs:
Op aanvraag
Producent:
Postmus Reparatie & Constructie, Blija / St. NFLS
Figuur 15.
Spoorfietsmodel Dokkumer Lokaaltje
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 31 van 36
ONTWIKKELINGSGEBIED RONDWEG NOORD Landmark en station Dokkum Om haar (voorbereidende) werk goed te kunnen uitvoeren heeft de NFLS dringend behoefte aan een kantoorruimte in de directe omgeving van het project. Daarnaast vraagt het project om een tastbare component (landmark) waarmee een begin wordt gemaakt met daadwerkelijke uitvoering. Om die wens kracht bij te zetten wil de NFLS 450 mtr spoor aanleggen langs de noordelijke rondweg in Dokkum, tussen de Dongeradyk en de T-splitsing met de Aalsumerweg. Nabij deze splitsing wil zij een zogenaamde Donnerbüchse plaatsen, welke zal dienen als kantoor en tentoonstellingsruimte. Met het ROC in Leeuwarden zijn afspraken gemaakt om de bovenbouw van het rijtuig af te bouwen. Dit gebeurt vanuit diverse vakopleidingen, in het kader van scholing- en werkervaring. De begeleiding van het project wordt verzorgd door studenten van de opleiding management van Stenden University.
Onderstaand enkele impressies van het station Figuur 12. Donnerbüchse
Fig. 13 Impressie voorkant station (zijde rondweg)
Fig. 14 Impressie achterkant station (Spoorstraat)
Maatschappelijk De keuze voor deze locatie is meervoudig. Belangrijke factoren zijn zichtbaarheid, de geschiktheid van het gebied, en de historische locatie om deze in te richten als landmark. De kwaliteit van de landmark zal dermate groot zijn dat deze ook zonder de NFLS en haar plannen haar waarde kan bewijzen voor de stad en haar verbintenis met de geschiedenis van het Dokkumer Lokaaltje. Wanneer deze motieven als uitgangspunt worden genomen bij het verlenen van toestemming aan de stichting om de landmark te realiseren, kan een begin worden gemaakt met de ontwikkeling van een unieke toeristische marketingtool.
Economisch De aan te leggen landmark is de facto onderdeel van de te realiseren railverbinding tussen Dokkum en Metslawier t.b.v. het spoorfietsen. Zodoende is het raadzaam om bij aanleg nu alvast rekening te houden met de (oude) locatie van het station. Door het spoor zoveel mogelijk op haar oorspronkelijke bedding te plaatsen sluit het bijna naadloos aan op het perron van een eventueel nieuw te bouwen station. Het hier gelegen voetpad hoeft zodoende nauwelijks te worden omgeleid omdat voetgangers hun weg eenvoudig over het perron kunnen vervolgen. Zo deze situatie ontstaat is ter plaatste voldoende parkeergelegenheid beschikbaar en is de binnenstad van Dokkum op korte loopafstand bereikbaar voor bezoekende toeristen. ® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 32 van 36
MELKFABRIEK ‘De Dongeradelen’ Algemene achtergronden Zuivelfabrieken zijn veelal dichtgegaan door schaalvergroting in de product-verwerking van melk. Van de voormalige 130 zuivelfabrieken in de provincie zijn er nog geen 10 over. Een daarvan is Zuivelfabriek ‘De Dongeradelen’ gevestigd tussen Lioessens en Morra. Deze momenteel vervallen fabriek is in 1915 geopend en sloot in 1973 de deuren. Na de sluiting van de fabriek werd het complex voor diverse doeleinden gebruikt. Het fabrieksgebouw is praktisch in de oorspronkelijke staat bewaard gebleven. Aan de achterzijde bevinden zich de voormalige bedrijfshallen van de zuivelfabriek, welke in zeer vervallen staat zijn. Aan de voorzijde staat het fraaie kantoor in Berlagiaanse stijl, waarnaast de woning van de directeur is gebouwd. Een andere algemene ontwikkeling bij het buiten gebruik raken van industrieel erfgoed is het niet up-todate houden van productietechniek in het gebouw waardoor het pand leeg komt te staan en uiteindelijk wordt afgestoten. Wat niet wordt gesloopt komt veelal in handen van particulieren met hart voor de zaak en van speculanten. Deze moeten vervolgens krimpen of gaan failliet. Panden komen leeg te staan en niemand durft te investeren. Ook industrieel erfgoed kan leeg komen te staan. Veel Industrieel erfgoed in Friesland, waaronder zuivelfabrieken, zijn inmiddels verloren gegaan. Van de voormalige 130 zuivelfabrieken in de provincie zijn er nog geen 10 over. Een toekomstige opgave doemt op voor het historisch erfgoed. Juist de relatie van het erfgoed met de plek, de sociale betekenis, met name voor de lokale bevolking, en het landschappelijke netwerk kan inspiratie opleveren voor transformatie.
Wadden Wellness Center (kuuroord) Voor deze locatie zijn een ontwerp en een plan opgesteld voor de ontwikkeling en bouw van een Wadden Wellness Center (kuuroord)25. De NFLS staat hierover in contact met de huidige eigenaar van de fabriek, van Sommeren BV uit Druten. De stichting heeft toegang tot de rechten van dit ontwerp. Herontwikkeling van deze bijzondere melkfabriek kan onder auspicien van Adema Architecten uit Dokkum worden uitgevoerd. Herontwikkeling en restauratie worden gesteund door de stichtingen SIEN en SIEF.
Figuur 16. Enkele impressies van melkfabriek ‘De Dongeradelen’ Eigenaar: De heer Van Sommeren Oppervlakte bebouwing: 1256 m² Oppervlakte kavel: 7000 m² Beschermde status: nee 25
Zie ook blz. 35 ‘Toeristisch Programma Friese Wadden’ Kuuroord Dongeradeel.
® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 33 van 36
OVERZICHT FINANCIERINGSOPTIES UIT SUBSIDIEREGELINGEN Onderstaand een overzicht van enkele belangrijke regelingen in relatie tot het project. In de bijlage ‘Subsidies omtrent Dokkumer Lokaaltje’ (EFTI Stenden 2014) wordt uitgebreid en specifiek toelichting gegeven op dit onderwerp.
MKB-subsidies Fryslân Fernijt NIOF Interreg A BMKB EIA MIA Vamil HRM+ GO Groeifaciliteit Innovatiekrediet Innovatievouchers RPF Groenprojecten WBSO NOM Finance Stinaf
- Innovatiesubsidie voor Friese ondernemingen - Noordelijke innovatie ondersteuningsfaciliteit - Grensoverschrijdende samenwerking met Duitse partijen - Borgstelling MKB-kredieten - Energie-investeringsaftreK) - Milieu-investeringsaftrek - Willekeurige afschrijving milieuinvesteringen - Inhuur HRM-deskundigen - Garantie ondernemingsfinanciering - Garantie voor participatiemaatschappijen indien zij in een onderneming investeren - Overheidskrediet om innovatie te financieren - Vouchers waar MKB’ers kennisvragen kunnen neerleggen bij kennisinstellingen - Rabobank projectenfonds (RPF); restfinanciering voor projecten door de Rabobank - Groene leningen, opvraagbaar bij banken - Loonheffingskorting voor medewerkers die R&D-werk verrichten - Leningen en / of participaties door de NOM - Stimuleringssubsidie toerisme Fryslân
Overheidsprojecten Waddenfonds Interreg A Interreg B Interreg C FES EFRO Groenprojecten EIB ESF
- Subsidie voor natuurprojecten en economische projecten in het waddengebied - Grensoverschrijdende samenwerking tussen Duitsland en Nederland - Grensoverschrijdende samenwerking in de EU Noordzeeregio - Kennisuitwisselingsprojecten tussen lokale en regionale overheden van verschillende Europese lidstaten - Fonds economische structuurversterking - Europees fonds voor Regionale ontwikkeling (economische structuurversterking) - Groene leningen, opvraagbaar bij banken - Europese investeringsbank (grootschalige projecten) - Europees sociaal fonds (werkgelegenheidsprojecten)
Wurkje Foar Fryslân De provincie Friesland heeft door de verkoop van haar Nuon-aandelen €300 miljoen aangetrokken om in te zetten in crisistijd, zoals nu. De provincie wil deze reserves gaan gebruiken om de Friese economie een extra impuls te geven. De provincie Friesland zet hierbij in op een flinke economische impuls op de korte termijn maar hoopt daarnaast ook de economie op lange termijn te versterken. De drie belangrijkste uitgangspunten zijn: - Een sprong in kwaliteit: om een duidelijk verschil te maken in de economische positie van Friesland; - Duurzaam investeren; - Initiatieven van onderop: om initiatieven van bedrijven en particulieren te stimuleren. ® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 34 van 36
Overige informatie en verwijzingen Bij het NUON-fonds staat al een aantal stimuleringsregelingen startklaar. Dit betekent dat het DL-project in principe direct subsidie zou kunnen krijgen. Hiertoe behoort m.n de stimuleringsregeling voor het toeristisch recreatief bedrijfsleven; welke met deze (revolverende) subsidieregeling een impuls wil geven aan werkgelegenheid, de kwaliteitsverbetering en de verduurzaming van de toerisme- en recreatiesector.
Ontvankelijkheid Om voor een subsidiebijdrage in aanmerking te komen moet het DL-project voldoen aan de volgende eisen: 1. Het fonds wil met de inzet van hun middelen langdurig maatschappelijke effecten bereiken. Om dit te bereiken streven ze naar duurzame inzet van het vermogen. De middelen van het fonds moeten andere partijen stimuleren ook te investeren, het fonds is geen hoofdinvesteerder. Er wordt een substantiële eigen bijdrage verwacht, eventueel samen met andere partijen. Elke door het fonds geïnvesteerde euro levert tenminste één euro extra op uit het bedrijfsleven, kennisinstellingen en/of andere overheden. 2. Revolverende besteding. Een gedeelte van de middelen die het fonds in de desbetreffende projecten stopt komt ook weer terug. Hierdoor kan een groter effect worden bereikt. 3. Dynamiek versterkend effect. De aanvraag moet leiden tot het ontstaan van een spin-off en doorontwikkeling van projecten. Afgaande op de hierboven gestelde voorwaarden van het fonds, voldoet het DL-project aan ruim 90% van de door het fonds gestelde eisen. Het niet verlenen van subsidie mag worden opgevat als politieke keuze.
Overzicht bijlagen, documenten en verwijzingen DOCUMENTTITEL
UITGEVOERD DOOR
Beschikbaar
Rapport ‘Subsidies omtrent Dokkumer Lokaaltje’ Business plan v/h marketinginstrument ‘Dokkumer Lokaaltje’ Screen shots NFLS web-app Kengetallen spoorfietsen Friesland Appendix 03 Spoorfietsen (Business plan NFLS) Stappenplan Dockumer Lokaeltsje (gem. Dongeradeel) Demografische krimp (De nieuwe realiteit in perspectief) Aanvalsplan krimp Holwerd Stationsgebouw Holwerd ‘Herontwikkeling’ Herontwikkeling Zuivelfabriek ‘De Dongeradelen’ Duurzame Projectontwikkeling van duurzame gebouwen Restauratie Stationsgebouw te Marrum Evaluatie Spoorwegwet en Concessiewet RAU Bureaudocumentatie Landmark Rondweg Noord Dokkum Toeristisch Programma Friese Wadden Bouwen voor krimp (ontwerplab) Toerisme monitor 2012 ‘Verbinden en bouwen aan samenwerking’ Kansen voor een krimpend platte land
Stenden University (ETFI) NFLS / GRA-CV Ontwerpbureau Lood GRA-CV /Doelman GRA-CV / NFLS Weusthuis & Partners Rabobank Nederland SEV Rotterdam Hanzehogeschool Hanzehogeschool Kenniscentrum Noorderruimte Syb Eldering Architekt BNA Min. V&W Rau Architecten GRA-CV Provincie Friesland Gemeente Dongeradeel Stenden University (ETFI) H. Schmeink & Th. de Bruin Raad voor het landelijk gebied
Nee Nee Ja Nee Nee Op aanvraag Ja Ja Ja Op aanvraag Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
RELEVANTE INFORMATIEVE WEBSITES www.dokkumerlokaaltje.com www.nfls.nl www.waddenwellness.com www.kempenslandschap.be www.spoorfietsen.nl www.spoorfietsen.be http://www.janrotmans.nl/presentaties/staat-van-friesland.html ® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Website Dokkumer Lokaaltje Website NFLS web-app Toekomstige infosite Belgische natuurvereniging Webportaal spoorfietsen Project kapellen – Brasschaat Probleem perceptie Fryslân
Internet Internet Internet Internet Internet Internet Internet Pagina 35 van 36
TRIVIA Een van de meest kenmerkende aspecten aan het Dokkumer Lokaaltje is het carnavalsliedje uit de jaren 60 van de vorige eeuw, getiteld Ien it Dockumer Lokaeltsje’ gezongen door Ted Houkes. Mede door deze hit is de spoorlijn een onlosmakelijk onderdeel van het Friese culturele erfgoed geworden. Het past daarmee uitstekend in een rijtje andere culturele zaken zoals de Elfstedentocht, fierljeppen, skûtsjesilen en kaatsen.
Figuur 17. Orginele hoes van de single ‘Dokkumer Lokaaltje’ De totale lengte van het nieuwe tracé Jelsum – Oostmahorn komt uit op 42,162 kilometer. Dit is vrijwel exact dezelfde lengte (42,195 km) als van de marathon!
Colofon
St. Noord-Friesche Lokaal Spoorwegmaatschappij Yn it Dockumer Lokaeltsje siet men rom it hiele ein!
p/a Vleesmarkt 7 9101 MH Dokkum Kantoor: Mobiel: Mobiel: KvK Leeuwarden: RABO Bank Damwoude:
035 - 647 91 55 0653 - 76 31 25 (Chris Rijff) 0643 – 67 87 10 (Addy Rutgers) 524.21.309 NL27RABO 031.27.64.245
E-mail:
[email protected] http://www.nfls.eu http://twitter.com/DokkumLokaaltje https://www.facebook.com/DokkumerLokaaltje http://www.youtube.com/channel/UCcrukwCSiJU5z45bwqsoy4w
Alle rechten voorbehouden. 2009 – 2014 (GRA-CV / NFLS) ® 2009 - 2014 GRA-CV / St. NFLS / C. Rijff, A. Rutgers
Pagina 36 van 36