14.07831-4
DAGVAARDING
Ten jare, ten verzoeke van: Mr. Stefaan DE ROUCK, met kantoor te 8900 IEPER, Nijverheidstraat 2, in zijn hoedanigheid van curator van het faillissement van BVBA SNOEPCENTER CAUWELS-VERBEKE EN ZOON, met maatschappelijke zetel te 8640 WOESTEN, Oostvleterenstraat 29, met KBO-nummer 0405.131.188, hiertoe aangesteld bij vonnis van de rechtbank van koophandel Gent, afdeling Ieper dd. 26.05.2014
Ik ondergetekende, heb dagvaarding gegeven aan: 1.
Dhr. Bart HERMIE, wonende te 9992 MIDDELBURG, Waterpolder, 2D,
2.
Dhr. Filip HERMIE, wonende te 9900 EEKLO, Schouthoek, 2,
3.
Mevr. Sandra VAN LAERE, wonende te 9992 MIDDELBURG, Waterpolder, 2D,
alwaar zijnde ik sprak met :
zo verklaard die niet tekent voor ontvangst van de kopij
Om te verschijnen op voor de rechtbank van koophandel Gent, afdeling Ieper zetelende in zijn gewone gehoorzaal te 8900 IEPER, Grote Markt, 10.
TEN EINDE 1. Eerste en tweede verweerder waren, tot 05.12.2011, 100% aandeelhouders waren van SNOEPCENTER CAUWENS-VERBEKE EN ZOON BVBA. 2. Blijkens de laatste neergelegde jaarrekening van de vennootschap, d.i. deze per 31.12.2010 bestond het actief van de vennootschap uit: o terreinen en gebouwen met een boekwaarde van: 24.900,00 € o installaties, machines en uitrusting met een boekwaarde van: 1.440,00 € o ‘overige vorderingen’: 200.350,00 € o financiële vaste activa: 250,00 € o liquide middelen: 34.691,00 € en bedroeg het eigen vermogen van de vennootschap 244.510,00 € (stuk 1 en 2 van mijn verzoeker q.q.). Blijkens de interne balans van de vennootschap per 31.12.2010 (stuk 3 van mijn verzoeker q.q.) was de post ‘overige vorderingen’ als volgt samengesteld: o R/C SNOEPCENTER MEETJESLAND: 95.585,94 € o R/C HERMIE Bart: 51.929,54 € o R/C/ HERMIE Filip: 51.929,54 € o R/C H.E.D.: 905,00 € o totaal: 200.350,02 € waarbij op te merken valt dat SNOEPCENTER MEETJESLAND en H.E.D. twee andere vennootschappen onder controle van de voormelde heren HERMIE zijn. 3. Uit de door verweerders overgemaakte interne balans van de vennootschap per 30.09.2011 (stuk 9 van mijn verzoeker q.q.) blijkt dat het actief van de vennootschap op die datum samengesteld was als volgt: o installaties, machines en uitrusting met een boekwaarde van: 1.079,87 € o financiële vaste activa: 250,00 € o overige vorderingen: o R/C HERMIE Bart: 211.096,93 € o R/C/ HERMIE Filip: 211.096,93 € o liquide middelen: 485,96 € en was het eigen vermogen van de vennootschap toegenomen tot 424.009,69 €, wat inhoudt dat er in de periode van 01.01.2011 t/m 30.09.2011 een winst gemaakt was van 179.679,46 €, zoals overigens eveneens vermeld in de bewuste interne balans. M.a.w. blijkt uit deze interne balans dat eerste en tweede verweerder zich alle liquiditeiten van de vennootschap toegeëigend hebben. 4. Bij bijzondere algemene vergadering van 28.11.2011 werd, onder voorzitterschap van verweerder Bart HERMIE besloten de maatschappelijke zetel te verplaatsen van de Waterpolder 2B te 9992 MIDDELBURG, d.i. de woonplaats van verweerder Bart HERMIE, naar de Oostvleterenstraat 29 te 8640 WOESTEN, d.i. het toenmalig adres van dhr. en Mevr. Nico LAMMENS-DE VENT Sonja. Het uittreksel uit de notulen werd ter griffie neergelegd op 05.12.2011 en bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad dd. 15.12.2011 (stuk 1 en 4 van mijn verzoeker q.q.). 5. Bij bijzondere algemene vergadering van 04.12.2011 werd, onder voorzitterschap van verweerder Bart HERMIE, het ontslag aanvaard van de zaakvoerders verweerder Bart HERMIE en diens levenspartner; verweerster Sandra VAN LAERE en werd dhr. Nico LAMMENS tot nieuwe zaakvoerder benoemd. Het uittreksel uit de notulen hiervan werd voor het eerst op 20.02.2012 ter griffie neergelegd en bekendgemaakt in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad dd. 02.03.2012 (stuk 1 en 5 van mijn verzoeker q.q.).
6. Blijkens de door verweerders overgemaakte kopie van de ‘koopovereenkomst van aandelen’ dd. 05.12.2011 (stuk 9 van mijn verzoeker q.q.), droegen eerste en tweede verweerder al hun aandelen in de vennootschap SNOEPCENTER CAUWENS-VERBEKE EN ZOON BVBA over aan dhr. en Mevr. LAMMENS-DE VENT. Artikel 4 van de overeenkomst bepaalt: “De prijs wordt bepaald op 1 Euro voor alle aandelen. Ook neemt de koper de R/C-posities over van de heer Bart HERMIE en van de heer Filip HERMIE evenals eventuele R/C-posities ten aanzien van de door hun gecontroleerde vennootschappen zoals deze bestaan op overdrachtsdatum. De heren Bart HERMIE en Filip HERMIE hebben bijgevolg na overdracht van de aandelen aan de heer Nico LAMMENS geen enkele schuld of vordering meer ten aanzien van de vennootschap BVBA SNOEPCENTER CAUWELS-VERBEKE EN ZN met maatschappelijke zetel te 8040 WOESTEN, Oostvleterenstraat 29 met BTW-nr BE 0405 131 188 noch aan de heer Nico LAMMENS persoonlijk.” De overeenkomst werd ondertekend door eerste en tweede verweerder als verkopers enerzijds en door dhr. en Mevr. LAMMENS-DE VENT als kopers anderzijds. De interne balans per 30.09.2011 werd door de ondertekenende partijen geparafeerd en als bijlage aan de overeenkomst toegevoegd. 7. Opmerkelijk is dat op het ogenblik van deze aandelenoverdracht, zowel dhr. LAMMENS als Mevr. DE VENT persoonlijk failliet verklaard waren, nl. bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Gent dd. 22.03.2011 (stuk 6 van mijn verzoeker q.q.). Er kan geredelijk aangenomen worden dat verweerders daarvan niet onwetend waren. Dhr. en Mevr. LAMMENS-DE VENT waren immers aan verweerder Filip HERMIE goed bekend, vermits zij op 25.08.2009 gezamenlijk een andere vennootschap V.O.F. DE REPLAY (naam naderhand gewijzigd in CAFE PLANCHE) opgericht hadden en er enige tijd gezamenlijk zaakvoerder van waren (stuk 6 van mijn verzoeker q.q.). 8. SNOEPCENTER CAUWENS-VERBEKE EN ZOON BVBA werd failliet verklaard bij vonnis van de rechtbank van koophandel Gent, afdeling Ieper dd. 26.05.2014 (stuk 7 van mijn verzoeker q.q.). Volgens de vaststellingen van de curatele werd sedert 05.12.2011 geen enkele boekhouding meer gevoerd, geen enkele BTW- of belastingaangifte meer ingediend, geen enkele jaarrekening meer opgesteld noch ter goedkeuring aan de algemene vergadering voorgelegd. Dhr. en Mevr. LAMMENS-DE VENT lijken eerder marginale figuren zonder enig besef van, minstens zonder enige bekommernis over (onder meer …) de verplichtingen die het aandeelhouderschap en het bestuur van een handelsvennootschap met zich meebrengen. 9. Bij aangetekende brief van de curatele dd. 17.06.2014 werden eerste en tweede verweerder in gebreke gesteld tot aanzuivering van hun R/C-schuld zoals die bleek uit de jaarrekening en interne balans per 31.12.2010 (stuk 8 van mijn verzoeker q.q.) 10. Bij niet-vertrouwelijk schrijven van hun raadsman dd. 08.07.2014 betwistten eerste en tweede verweerder de vordering en deelden zij o.m. de hoger aangehaalde overeenkomst tot overdracht van aandelen dd. 05.12.2011 en de interne balans per 30.09.2011 mee (stuk 9 van mijn verzoeker q.q.). Zij hielden voor dat uit deze stukken zou blijken dat zij ten aanzien van de thans gefailleerde vennootschap geen enkele verplichting meer hebben. 11. Deze argumentatie werd door de curatele betwist bij niet-vertrouwelijk schrijven dd. 20.08.2014 (stuk 10 van mijn verzoeker q.q.), met de volgende inhoud: “1. Het is mij niet duidelijk op grond waarvan Uw cliënten menen te kunnen besluiten dat zij geen enkele schuld ten aanzien van de thans gefailleerde vennootschap SNOEPCENTER CAUWENSVERBEKE EN ZOON BVBA.
Blijkens de laatst beschikbare balans van de vennootschap bleven elk van beide heren HERMIE aan de vennootschap een bedrag van 211.096,93 € verschuldigd. Artikel 4 van de overeenkomst dd. 05.12.2011 bevat niets anders dan een tussen Uw cliënten enerzijds en dhr. en Mevr. LAMMENS-DE VENT anderzijds overeengekomen overdracht van schulden die door de vennootschap-schuldeiser zelf niet ondertekend werd. Het betreft m.a.w. een zgn. onvoltooide schuldoverdracht buiten de instemming van de schuldeiser die de oorspronkelijke schuldenaar niet kan bevrijden en aan deze laatste niet tegengeworpen kan worden. In beginsel kan de schuldeiser kan zich uitsluitend richten tot de oorspronkelijke schuldenaar, die enkel de overnemer van de schuld, zijn medecontractant tot tussenkomst en vrijwaring kan roepen (DEKKERS, R. en VERBEKE, A., Handboek burgerlijk recht, III, Verbintenissen, bewijsleer, gebruikelijke contracten, Antwerpen, Intersentia, 2007, 309, nr. 542 met verwijzing naar Cass., 12 september 1940, Pas., 1940, I, 213; VAN GERVEN, W., Verbintenissenrecht, II, Leuven, Acco, 1983, 264). 2. Er mag geredelijk aangenomen worden dat, als de vennootschap enige verklaring ondertekend had waarmee zij zich met de schuldoverdracht akkoord verklaard heeft, deze verklaring mij wel onmiddellijk door U overgemaakt zou zijn. Maar zelfs wanneer alsnog, op miraculeuze wijze, dergelijke verklaring zou opduiken, brengt deze in beginsel geen schuldbevrijding met zich mee maar enkel dat de oorspronkelijke en de toegevoegde schuldenaar in solidum tot betaling gehouden zijn t.o.v. de vennootschap-schuldeiser (DEKKERS, R. en VERBEKE, A., Handboek burgerlijk recht, III, Verbintenissen, bewijsleer, gebruikelijke contracten, Antwerpen, Intersentia, 2007, 309, nr. 543; VAN GERVEN, W., Verbintenissenrecht, II, Leuven, Acco, 1983, 306). 3. En zelfs als er alsnog enig stuk tevoorschijn getoverd zou worden waaruit zou moeten blijken dat de vennootschap-schuldeiser Uw cliënten ontslagen zou hebben van elke verdere verplichting, zou dit geenszins met zich meebrengen dat Uw cliënten niet meer tot enige betaling gehouden zouden zijn. Immers is duidelijk dat het zich toeëigenen van (quasi) alle liquiditeiten van de vennootschap terwijl er overduidelijk nog (fiscale) schulden op de vennootschap wegen1, een manifeste vorm van misbruik van vennootschapsgoederen (art. 492bis Sw.) uitmaakt, gepleegd in een periode waarin Uw cliënten nog zaakvoerder respectievelijk feitelijk zaakvoerder waren. Vanzelfsprekend vermogen Uw cliënten zich van deze aansprakelijkheid niet te ontdoen door eenvoudig de vordering van de vennootschap over te dragen aan twee personen van onbetwistbare en notoire insolvabiliteit, gezien hun staat van faillissement, en dit met miskenning van de belangen van de vennootschap en van diens schuldeisers waarvan het bestaan aan Uw cliënten overduidelijk bekend was2. 4. Ten overvloede is het zo dat de – louter per hypothese – schuldbevrijdende schuldoverdracht door Uw cliënten aan manifest insolvabele nieuwe schuldenaars, een handeling is die aan de gefailleerde vennootschap niet tegenwerpelijk is op grond van artikel 20 van de Faillissementswet.”
12. Dienvolgens werden eerste en tweede verweerder, in voormeld schrijven dd. 20.08.2014, nogmaals formeel in gebreke gesteld om in handen van de curatele het volgende, overeenkomstig de meegedeelde stukken aangepaste bedrag te vereffenen: o 2 X 211.096,93 € = 422.193,86 € o vergoedende intresten 30.09.2011-31.12.2011 (92d. à 3,75%): 3.990,60 € o vergoedende intresten 01.01.2012-31.12.2012 (365d. à 4,25%): 17.943,24 € o vergoedende intresten 01.01.2013-16.06.2014 (532d. à 2,75%): 16.922,45 € o moratoire intresten 17.06.2014-08.09.2014 (84 d. à 2,75%): 2.671,67 € o totaal: 463.722,12 € 13. Bij gebrek aan minnelijke regeling ziet mijn verzoeker qq. zich verplicht de huidige dagvaarding uit te sturen, strekkende tot: o in hoofdorde: 1 zie artikel 6 van de overeenkomst dd. 05.12.2011: “’(…) erkent de koper op de hoogte te zijn van de recente realisaties van een aantal onroerende goederen die eigendom waren van de BVBA SNOEPCENTER CAUWELS-VERBEKE in de boekjaren 2010 en 2011 waarbij er geopteerd werd om de meerwaarden gespreid te belasten overeenkomstig de regels van de gespreide taxatie op meerwaarden.” Zie tevens de interne balans per 30.09.2011 waaruit een aan vennootschapsbelasting onderworpen winst van 179.679,41 € blijkt 2 zie voetnoot 1
de aanzuivering door eerste en tweede verweerder van hun R/C-schuld aan de gefailleerde vennootschap o en derhalve tot de betaling door eerste en tweede verweerder, hoofdelijk, minstens in solidum minstens elk voor zijn deel, aan mijn verzoeker q.q. van de som van 422.1293,86 €, te vermeerderen met de vergoedende intresten vanaf 30.09.2011, de moratoire intresten vanaf 17.06.2014 en de gerechtelijke intresten vanaf heden tot de dag van volledige vereffening in ondergeschikte orde, voor zover een akte van schuldbevrijding van eerste en tweede verweerder ten aanzien van de gefailleerde voorgelegd zou worden: o het niet tegenwerpelijk verklaren van de akte of akten van schuldbevrijding aan de failliete boedel, met toepassing van art. 20 F.W. o en vervolgens de betaling door eerste en tweede verweerder, hoofdelijk, minstens in solidum minstens elk voor zijn deel, aan mijn verzoeker q.q. van de som van 422.1293,86 €, te vermeerderen met de vergoedende intresten vanaf 30.09.2011, de moratoire intresten vanaf 17.06.2014 en de gerechtelijke intresten vanaf heden tot de dag van volledige vereffening in uiterst ongeschikte orde: o eerste t/m derde verweerder aansprakelijk te verklaren voor de schade die voor de failliete boedel voortvloeit uit de vervanging van eerste en tweede verweerder als schuldenaar door nieuwe, manifest insolvabele schuldeisers o dienvolgens eerste t/m derde verweerder hoofdelijk, minstens in solidum te veroordelen tot de betaling aan mijn verzoeker q.q. van de som van 422.1293,86 €, te vermeerderen met de vergoedende intresten vanaf 30.09.2011, de moratoire intresten vanaf 17.06.2014 en de gerechtelijke intresten vanaf heden tot de dag van volledige vereffening o
o
o
OM DEZE REDENEN En alle andere te laten gelden of ambtshalve in te roepen Deze vordering toelaatbaar en gegrond te horen verklaren; Voor zoveel als nodig, na eerst de eventuele akte of akten van schuldbevrijding van eerste en tweede verweerder ten aanzien van de gefailleerde niet tegenwerpelijk aan de failliete boedel verklaard te hebben met toepassing van art. 20 F.W.; Eerste en tweede verweerder zich hoofdelijk, minstens in solidum, minstens elk voor zijn deel, te horen veroordelen tot de betaling aan mijn verzoeker q.q. van de som van 422.1293,86 €, te vermeerderen met de vergoedende intresten vanaf 30.09.2011, de moratoire intresten vanaf 17.06.2014 en de gerechtelijke intresten vanaf heden tot de dag van volledige vereffening; In uiterst ondergeschikte orde: o eerste t/m derde verweerder zich aansprakelijk te horen verklaren voor de schade die voor de failliete boedel voortvloeit uit de vervanging van eerste en tweede verweerder als schuldenaar door nieuwe, manifest insolvabele schuldeisers o dienvolgens eerste t/m derde verweerder zich hoofdelijk, minstens in solidum te horen veroordelen tot de betaling aan mijn verzoeker q.q. van de som van 422.1293,86 €, te vermeerderen met de vergoedende intresten vanaf 30.09.2011, de moratoire intresten vanaf 17.06.2014 en de gerechtelijke intresten vanaf heden tot de dag van volledige vereffening Met verwijzing van verweerders, hoofdelijk minstens in solidum, minstens elk voor zijn of haar deel, tot de kosten;
Het tussen te komen vonnis bij voorraad uitvoerbaar te horen verklaren niettegenstaande elk verhaal en zonder zekerheidsstelling en met uitsluiting van kantonnement en opdat gedaagde daar niet onwetend zou van zijn heb ik hem gelaten zijnde en sprekende als boven vermeld een kopij van mijn exploot onder gesloten omslag indien nodig gelijkvormig de wet. waarvan akte. KOST :