Teloorgang van de enigkindsfilosoof Ik wil een lied. Ik wil een eeuwig wederkeren naar mezelf, een heimwee, een beter weten, beter kennen en beter kunnen. Een monoloog -en ze mogen niet eens meeluisteren, ik schrijf hem wel opeen wijsheid, een ascese die verwondering zaait, een argeloosheid, een stoïcijnse kalmte die alleen mijn inzicht en nooit zijn eigen leer volgt. Een lichte indruk, om achter te laten als terug in mezelf opga. Ik wil naar Amerika om terug te komen Ik wil een dans, wens weg te wezen waar zij hun walgelijke wij in wurmen. Ik wil verdriet, extreem dronkenschap, onzelfzuchtige zelfhaat, gedwongen pariaschap en klassieke Weltschmerz. Ik wil Nietzsche, zonder syfilis, met snor maar een beetje minder zielig. Een harem, waaruit ik niemand bij naam ken. Een pony, ik noem hem lucifer en als het een been breekt of ziek wordt, laat ik hem niet afmaken. Ik wil Samson, en hij mag Bobientje nooit meer zien. Ik wil weerzien en aanzin. Mensenoffers, kruistochten en holocaust, heiliging van mijn dag, zalving in mijn verzwegen naam. Ik word desnoods meervoud, in geval van polytheïsme. Ik word God toen hij nog leuk was.
Teloorgang van de mannelijke heterofilosoof Ik hoor uw kleuren niet te hebben, en dat wou ge benadrukken door extra te contrasteren. Nu geraak ik niet over u of onder u gekropen en ben ik uw enjambementen meer dan beu. Ge dacht voldoende oorzaak te zijn, maar ik bleef rimpelloos toen gij bekken trok, en likte liever van onder uit dan u te reflecteren - dat wist ge, maar enkel met benevelde kop. Nu moet ik wel clichématig honen hoe uw achterkant direct uit uw voorkant volgt, hoe ge narcisme met twee ambieert, maar niemand een mes durft geven (en mij behoeftig wilt door het dualunion te keren.) Nu moet ik wel traditioneel lachen als ik alleen uw rug zie, en dat ge nat staat int zweet zo lang ge niet even hard danst als ik. Ik heb uw kleuren wel gezien, en dat wil ik benadrukken door extra te presteren. Enjambementen kon ik bij de vleet krijgen, maar ik wou duidelijke witregels zien.
Teloorgang van de middenklassefilosoof Drie, misschien vier keer verliefd worden. Eéntje in de middelbare school (vergeet haar nooit, als je ze tegenkomt wordt je vrouw jaloers) één ervan (en ja misschien twee) zijn niet echt serieus, maar je houdt van ze. Trouw met de laatste van het rijtje, begrijp ze, ontspan ze, maak haar eerste jaren wild. Maak het haar net op tijd te gemakkelijk, daag haar toewijding niet uit, maar vertrouw erop. Blindelings, liefst blindelings. Twee onenightstands, één keer bedrogen worden maar het zeker zelf niet doen. Het merendeel van het andere geslacht begrijpen, hun zwakheden zien. Ga ze echter niet verachten, vaardt aan maar blijf bewust. Wat je eigen geslacht betreft: doe mee! Ze zijn echt ontspanning. Verwacht niet meer en je zal nooit minder krijgen. Vertel ze nooit wat je weet, alleen sommigen, en praat hen alsjeblieft naar de mond. Je opleiding: wordt leerkracht! Probeer schrijver, journalist, professor of brandweerman te worden. Maar houdt je vast aan je reddingsvest, wordt leerkracht! Doe fout wat je voorgangers misdaan hebben, maar wacht tot je vast benoemt bent. Groentjes zijn liefst ambitieus. Sport, het is goed voor je. De derde provinciale is de belangrijkste klasse in België. Speel wat piano, maar alleen de stukken die ze je opgeven in de muziekschool. Lees zoveel je wilt, begin er niet zelf over, het is geen gangbaar onderwerp, maar je hoeft het niet te ontkennen. Je hoeft niet eens zo vaak te liegen over je mening over bepaalde boeken. Probeer pas bier te drinken een jaar voor het legaal wordt, bedrink je pas als al je vrienden je voor zijn geweest. Houd je vast aan nuchterheid, het is belangrijk, het is onschendbaarheid. Zeg na je eerste trekje al dat het duidelijk niets voor jouw is, maakt niet uit wat je rookt. Besef dat allebei je ouders verkeerd zitten, maar niet voor je zelf semi-zelfstandig bent (en vertel het ze nooit, ruzie met je ouders is mondain, een beetje zielig). Merk op dat je tante echt te veel drinkt, merk op dat andere ooms en tantes het weten, onderscheid je met stilzwijgende kennis van de rest neefjes en nichtjes. Zoek contact met mensen die ouder zijn dan jij, doe op tijd terug kinderachtig (zwaarmoedige kinderen zijn gewoon eng). Beredeneer dat de Sint niet bestaat, dat Bert en Ernie homo’s genoemd zouden worden en Elmo dat liegt. Maar je wil niet dat je vriendjes je haten of de juffen je verdenken, houd je altijd aan je eigen omerta.
Als dit geen liefdesgedicht is, is het sowieso iets anders ’s Nachts verwekken de bomen kanker maar alleen dan durf ik met je dansen, je aftwijfelen en een beetje bestoten, wil ik wat we gemaakt hebben met uw delen en zien wat de rest is. Het is nog te vroeg voor een degelijk Stockholmsyndroom Ik wil je ‘s ochtends mijn tandpijn al uitleggen en dat je weet waarom je hem niet begrijpt. Ik wil je in mij stampen als kennis en houden als ervaring. Alles wat ik van je zie zal ik bijhouden, vertel me ooit eens wat de rest is. En had het alsjeblieft verborgen gehouden overdag, want helderheid is vatbaarder voor teleurstelling. ’s Nachts verwekken de bomen kanker en net dan wil ik met je dansen, wil ik je schaduwen niet zien en wat kunstmatig is beticht belasten. Maar dat meen ik wel
Aan mijn onontdekte schoonheid. Ik was mijn groenten als ik voor je kook. Ik peuzel aan je restjes tijdens de afwas, eet minder vlees dan vroeger en geloof in soep als maaltijd. Je leest mij en je zegt dat ik niet eerlijk ben, dat ik rijm om te rijmen en opzettelijk hoofdletters vergeet. Je zegt dat ik bang maar niet lelijk ben, dat een blik me afschrikt en het misschien wel wat oppervlakkig is, als ik doe alsof. je slapende ademhaling begeleidt me als ik nadenk uw buik is een buik en een kussen je bestaat, vrouwelijk en slechts door mij gecomplementeerd. 'S ochtends dansen wij al terwijl de rest nog opstaat en ik werd alleen maar wakker van jouw gezoen. Je beweert gracieus dat ik niet dansen kan en ik stotter en ik bloos, mijn moeder wandelt binnen, en het is echt beschamend hoe ik het tegendeel beweeg. Je glimlach maakt mij zelfvoldaan, ik grijns, ik kleed me te duur en ik ben verwend. Ik stel vragen over vragen die geen antwoord behoeven, Ik lees kranten met een zucht en drink koffie met gestoomde melk. En dat, meisje, is de eerste keer
Laat maar, ik geloof toch in karma Voor ons, kleuters veel te statig walsend, pauzerend voor een wederkerend vals eind, balancerend tussen een potentieel trekken of duwen, line-dancend op jouw voetenkluwen zweette ik mijn rug open. Hip en vooral hoppend, haastig maar stiekem op het hart kloppend, pirouetteerde je tot je terugveerde, silhoueteerde je voor me tot het je afkeerde. En omdat je af en toe dartelde als ik spartelde beredeneerde ik deze cadans met jou