Teksten, uitgesproken door decaan prof. dr. A. Bijlsma op 25 januari 2013 in Zwolle bij de uitreiking getuigschriften van de Open Universiteit
▬▬▬▬▬ Bachelors ▬▬▬▬▬ Bernard Alink (Bachelor algemene cultuurwetenschappen) Het afstuderen gebeurt in de bachelor cultuurwetenschappen door het schrijven van de bachelorscriptie (3 modulen). Eindcijfer bachelorscriptie: 6 Jheronimus Bosch en de zeven hoofdzonden. De Tuin der Lusten als staalkaart van zonde Eigenlijk wilde Bernard helemaal niet afstuderen. Met deze mededeling begon hij aan zijn scriptie Cultuurwetenschappen. Studeren vond hij veel te leuk, maar inmiddels was hij volgens het programma toch wel toe aan de Bachelorscriptie en zijn familie vond, dat hij de studie toch maar moest afronden. Toen heeft hij zich op de Tuin der Lusten gestort en is op zoek gegaan naar de uitgebeelde zondes. In de kunsthistorische wereld bestaat een redelijke consensus dat ook de Tuin der Lusten van Jheronimus Bosch een morele boodschap bevat. De luchtig uitziende dans om een vijver op het middelste tafereel van dit drieluik en de sexueel getinte scènes van verschillende stelletjes op de voorgrond zullen niet zo onschuldig bedoeld zijn geweest. Heel duidelijk komt uit deze scriptie naar voren dat luxuria – de onkuisheid, onzedig gedrag – de kern van alle euvel is, volgens Bosch. Maar en passant toont Bernard Alink nog iets anders aan dat tot nu toe door Bosch onderzoekers ontkend werd: Bosch laat wel alle zeven hoofdzondes de revue passeren. Daarvoor is het wel nodig om ook de dochterzondes van de hoofdzondes te identificeren: zo is moord, brandstichting en oorlog een afgeleide van de hoofdzonde ira – woede boosheid. Niet voor niets worden dus soldaten in de hel gestraft. En muzikanten die muziek maken in herbergen om op te dansen, wekken daarmee wellustige gevoelens, en ook zij worden daarvoor in de hel gestraft.
Anneke Wilhelm-Lops (Bachelor algemene cultuurwetenschappen) Het afstuderen gebeurt in de bachelor cultuurwetenschappen door het schrijven van de bachelorscriptie (3 modulen). Eindcijfer bachelorscriptie 8 Mevr. Anneke Wilhelm werkte jarenlang als verpleegkundige in de psychiatrie en de zorg voor geestelijk gehandicapten. Vanwege fysieke beperkingen beëindigde ze deze loopbaan. Zoekend naar nieuwe perspectieven besloot ze een oude wens te realiseren: geschiedenis studeren en indien mogelijk, lerares geschiedenis worden. Zodoende schreef ze zich begin 2001 in bij de OU. Vanaf het begin pakte ze haar studie heel serieus op. Anneke bestudeerde consequent meerdere cursussen per jaar, en slaagde vrijwel in alle gevallen de eerste keer voor het tentamen. Geen geringe opgave, Zeker nadat ze een baan kreeg bij de gemeente Apeldoorn als WMO adviseuse (Wet Maatschappelijke Ondersteuning). In die functie, zo vertelde ze onlangs, profiteerde ze steeds meer van de kennis, inzichten en vaardigheden die ze in haar studie verwierf. In 2008 meldde Mevrouw Wilhelm zich aan voor het bachelor afstudeertraject van de Faculteit CW. In dat onderzoekspracticum voerde ze een onderzoek uit naar de wijze waarop de Nederlandse naoorlogse samenleving omging met de integratie van burgers met een arbeidsbeperking. Na de scriptie rondde ze haar laatste cursussen af en daarmee was in de nazomer van 2012 de eerste mijlpaal bereikt: de bachelortitel. Namens de Fac. CW feliciteren we Anneke van harte met het behalen van haar bachelorspul. Daarnaast zijn we beslist verheugd dat we elkaar nog een tijd ‘blijven zien, zoals ze onlangs vertelde. De eerste cursus van de master is alweer in huis, en Anneke gaat onverdroten voort met haar studie cultuurwetenschappen die ze onlangs kwalificeerde als een ‘fantastische bezigheid’.
Harriët Bergmans (Bachelor Psychologie) Gaat bij andere universiteit met masteropleiding starten. Het afstuderen gebeurt in de bachelor Psychologie door het schrijven van de bachelorthesis (4 modulen). Eindcijfer bachelorthesis: 8 Titel bachelor-eindopdracht: De modererende Invloed van Veerkracht op de Relatie tussen Werkdruk en Stress Samenvatting Momenteel is er veel aandacht voor het persoonlijkheidskenmerk veerkracht. Veerkracht heeft een positief effect op hoe mensen herstellen na tegenslag. In deze studie is onderzocht of veerkracht een modererende invloed heeft op de relatie tussen werkdruk en stress. Verwacht werd dat mensen met meer veerkracht minder last hebben van stress als gevolg van werkdruk. Hiervoor hebben 230 mensen in de leeftijd van 35 tot 61 jaar een vragenlijst ingevuld. Deze vragenlijst meet de mate van werkdruk, de mate van stress en de eigen veerkracht. Uit het onderzoek bleek er een positieve relatie te zijn tussen werkdruk en stress. Mensen die een hoge werkdruk ervaren, hebben meer last van stress. Er is geen modererend effect aangetoond van het persoonlijkheidskenmerk veerkracht op deze relatie. Stress is een breed begrip dat nader onderzocht en geoperationaliseerd moet worden.
Geritta van Leussen (Bachelor Psychologie) Is nu bezig met masteropleiding Psychologie, Gezondheidspsychologie Het afstuderen gebeurt in de bachelor Psychologie door het schrijven van de bachelorthesis (4 modulen). Eindcijfer bachelorthesis: 7 Titel bachelor-eindopdracht: De Invloed van Persoonlijke Kwetsbaarheid in Angstcommunicaties op Stoppen met Roken In dit onderzoek werd het effect van persoonlijke kwetsbaarheid op intentie en attitude tot stoppen met roken gemanipuleerd door twee groepen respondenten twee verschillende angstcommunicaties aan te bieden, te weten een tekst met onpersoonlijke en een tekst met persoonlijke informatie over risico’s en gevolgen van roken. Daarnaast werd de invloed van het persoonlijkheidskenmerk extraversie op attitude en intentie onderzocht. De angstcommunicaties sorteerden geen verschillende effect, wel bleken ervaren kwetsbaarheid, en in zeer geringe mate extraversie, effect te hebben op attitude en intentie. Extraversie had geen modererend effect. Geconcludeerd kan worden dat angstcommunicaties een bijdrage kunnen leveren aan stoppen met roken wanneer de nadruk wordt gelegd op kwetsbaarheid. Zelfreflectie student: Ik ben in 2002 begonnen met de studie gezondheidspsychologie. Een van de redenen om te gaan studeren was dat ik erg veel van lezen houd en ik niet meer voldoende uitdaging vond in het lezen van, ook literaire, boeken. Daarnaast wilde ik graag een universitaire opleiding volgen om te ontdekken of ik het niveau aankon. Inmiddels ben ik bezig met mijn master en loop ik met veel plezier stage als psycholoog. Was het begin van de studie vooral spannend (kan ik het?), gaandeweg ging en wilde ik vooral genieten van deze studie. Wat een luxe om je te kunnen ontwikkelen! Ik kreeg steeds meer honger naar kennis.
Susanne te Pas (Bachelor Psychologie) Is nu bezig met masteropleiding Psychologie, Arbeids- en organisatiepsychologie Het afstuderen gebeurt in de bachelor Psychologie door het schrijven van de bachelorthesis (4 modulen). Eindcijfer bachelorthesis: 8 Titel bachelor-eindopdracht: De Invloed van Hechtingsgerelateerde Angst en Vermijding op de Ervaren Relatietevredenheid en de Modererende Invloed van Sekse In dit onderzoek zijn de associaties onderzocht tussen de angstige en vermijdende hechtingsdimensies en de ervaren relatietevredenheid. Daarnaast is de modererende invloed van sekse op deze associaties nagegaan. Uit de resultaten blijkt dat de angstige en vermijdende hechtingsdimensies negatief samenhangen met de ervaren relatietevredenheid. Deze negatieve samenhang blijkt niet te verschillen voor mannen en vrouwen. In dit onderzoek kan de modererende invloed van sekse op het verband tussen de angstige en vermijdende hechtingsdimensie en de ervaren relatietevredenheid dus niet worden aangetoond. Mogelijkheden voor verder onderzoek en beperkingen van dit onderzoek worden besproken. Zelfreflectie student. Acht jaar geleden ben ik begonnen met studeren in een wat lastige periode. Mijn studie heeft me echt door die tijd heen geholpen vooral vanwege de afleiding die het bood. Voor mij is het studeren een pure verslaving geworden. Het is een uitdaging om naar een tentamen toe te werken en een enorme kick om het te halen. Even was ik bang dat ik na het behalen van mijn bachelor minder gemotiveerd zou raken, maar het tegendeel is waar. Met nog meer drive ben ik nu bezig aan de modules voor mijn Master Arbeids- en Organisatie psychologie. En het mooie is, als alles goed gaat, heb ik ook een heel interessante stageplek gevonden.
▬▬▬▬▬ Masters ▬▬▬▬▬
Elisabeth Spannenberg-Knol (Master Psychologie, variant Klinische Psychologie) Het afstuderen gebeurt in de master Psychologie door het uitvoeren van het afstudeeronderzoek (4 modulen). Eindcijfer afstudeeronderzoek: 8 Scriptiebegeleider: dr. Arjan Bos Titel scriptie: De Invloed van Ouders op de Extrinsieke Contingente Zelfwaardering van het Kind. Je hebt onderzoek gedaan naar contingente zelfwaardering. Mensen met een hoge externe contingente zelfwaardering baseren hun zelfbeeld op prestaties en feedback van anderen. Krijgen zij complimenten of presteren zij goed, dan gaat het zelfbeeld omhoog. Als zij kritiek krijgen of een slechte prestatie leveren, gaat het zelfbeeld omlaag. Het is dus een kwetsbare en instabiele vorm van zelfwaardering. In jouw onderzoek heb je gekeken naar de rol die ouders spelen bij de contingente zelfwaardering van kinderen. Je hebt daarbij gekeken of de opvoedingsstijl van ouders van invloed was op de contingente zelfwaardering van het kind. Ook heb je onderzocht of de contingente zelfwaardering van de ouder gerelateerd was aan de contingente zelfwaardering van het kind. De opvoedingsstijl psychologische controle bleek zowel voor vaders als voor moeders samen te hangen met de contingente zelfwaardering van het kind. De contingente zelfwaardering van de moeder hing samen met de contingente zelfwaardering van zonen en dochters. De contingente zelfwaardering van vaders bleek alleen samen te hangen met de contingente zelfwaardering van dochters. Al met al zijn dit zeer interessante resultaten. Jij hebt laten zien dat je zelfstandig onderzoek kunt doen en een mooie wetenschappelijke scriptie kunt schrijven. Het geduld en het harde werken werd uiteindelijk beloond met een welverdiende 8. Zelfreflectie student: (Bijgaand mijn reflectie verpakt in een 'elfje' (11-woorden-gedichtje volgens een vast patroon). Vloeiend Eén beweging Master na bachelor Doorgaan in eigen tempo Gestroomlijnd! OU Intrinsieke motivatie Inhoudelijk boeiende modules Zelfdiscipline, autonomie en thuissupport Heerlijk! Afstudeeronderzoek Weg autonomie Weg lekker tempo Weg mooie niet-in-significante-effecten-te-vangen mens Wetenschap! Eindstreep Nieuw startpunt Op de psycholoog! Op kinderen en ouders! Trots!
Linda Stoeten (Master Psychologie, variant Klinische Psychologie) (met lof) Het afstuderen gebeurt in de master Psychologie door het uitvoeren van het afstudeeronderzoek (4 modulen) Eindcijfer onderzoek: 9 Scriptiebegeleider: prof. dr. Jacques van Lankveld Titel scriptie: Het Effect van Voortgangsfeedback aan Behandelaars op de Uitkomsten van Psychologische Behandelingen; een Pilot Onderzoek. Linda is ingestapt in een lopend onderzoek dat liep binnen de GGZ Noord-Holland Noord en Dimence. Zij heeft onderzocht of de ambulante therapie voor psychiatrische patiënten betere resultaten zou geven als tijdens het behandeltraject de resultaten heel intensief gemonitord worden en de behandelaar daarvan feedback ontvangt. De behandelaar zou daarmee kunnen inspelen op positieve of negatieve ontwikkelingen in het klachtenbeeld van de cliënt. Cliënten werden at random toegewezen aan één van drie condities. In twee condities werd feedback gegeven, hetzij eenvoudige feedback over enkele klachtvariabelen, hetzij meer complexe feedback; in de derde conditie werd geen feedback gegeven. Daarnaast werd gekeken naar de invloed van het gebruik van feedback en de houding van behandelaars ten aanzien van feedback op de behandelresultaten. Het verstrekken van feedback aan behandelaars bleek geen invloed te hebben op de behandelresultaten. Behandelaars die aangaven gebruik te maken van verstrekte feedback en behandelaars met een voorkeur voor externe feedback behaalden weliswaar hogere gemiddelde behandelresultaten, maar deze verschillen waren niet groot genoeg om de significantiedrempel te halen. Linda is weliswaar in een lopend project ingestapt, maar ze heeft er wel haar eigen stempel op gedrukt. Ze heeft heel kritisch nagedacht over het theoretisch model achter de studie. Ze heeft een adequate steekproef getrokken, de uiteindelijke grootte daarvan is wellicht te klein geweest om de vraagstelling afdoende te kunnen beantwoorden, maar voor het proces van onderzoek leren doen is dit niet relevant. Ze heeft zelfstandig uitgezocht welke analyses nodig en mogelijk waren bij haar data. Het geheel heeft ze met uitstekend wetenschappelijk taalgebruik in haar thesis neergelegd. Ze heeft niet voor niets een excellente beoordeling gekregen van haar thesis.
Anne-Forra Bakkenes-Minnaard (Master Rechtsgeleerdheid) Het afstuderen gebeurt in de master Rechtsgeleerdheid door het schrijven van een scriptie van 3 modulen. Eindcijfer: 8 Anne-Forra is een persoon die de dingen met veel inzet, enthousiasme en overtuiging doet. Dat blijkt in ieder geval ook uit het feit dat ze in betrekkelijk korte tijd, in 7 jaar, naast een baan bij de gemeente Veenendaal en een gezin de rechtenstudie heeft afgerond. En ze heeft zich bij die studie niet beperkt tot de verplichte routes. Ze heeft, of ze al niet voldoende omhanden had, ook mee gedaan in het OUteam aan de Pleitwedstrijden van de Vereniging voor Administratief Recht (de VAR). Het OU -team moest daarbij aantreden tegen teams van de juridische faculteiten van andere universiteiten. Dat wil zeggen dat er gepleit moest worden in een bepaald niet eenvoudige bestuursrechtelijke zaak. Ook bij de voorbereiding van het team en het pleiten zelf bleek haar grote inzet en overtuigingskracht.. Ze heeft ook, en ook dat onverplicht, meegedaan aan de Zomerschool recht in Europa. De zomerschool is een samenwerkingsverband tussen de OU en de Duitse en Spaanse Open universiteit. De student leert er, je kan zeggen letterlijk, over de grenzen heen te kijken en kennis te maken met andere rechtsstelsels. Haar scriptie gaat in de kern over de vraag hoe de Europese staatssteunregels de gemeentelijke subsidieverstrekking beïnvloeden. Dat vraagt enige toelichting. Het zal u niet onbekend zijn dat de overheid, in het bijzonder de gemeente, subsidies verstrekt ter bevordering van activiteiten op allerlei beleidsterreinen. Het geven van subsidies valt onder de noemer staatssteun. Punt is dat als je aan één organisatie subsidie geeft dan kan dat oneerlijk zijn ten opzichte van een andere organisatie die op hetzelfde terrein actief is. En als dat zo is dan is er sprake van verboden staatssteun. En dat is iets waar Europa een grote afkeer van heeft in verband met een open en eerlijke markt. Dus zijn in Europees verband allerlei regels opgesteld rond het verlenen van staatssteun. Ik kan u verzekeren dat dat een ingewikkelde materie is. Het resultaat: een hele mooie scriptie, waar zowel de examinator als de begeleider zeer over te spreken zijn, wat ook blijkt uit het cijfer: een acht. Resultaat van alle activiteiten ten behoeve van de scriptie is ook dat ze zich nu zelf wel deskundige mag noemen op dit terrein. Heel mooi is ook dat een uitgever belangstelling heeft getoond om de scriptie als boek uit te geven.
Baukje Hilarides (Master Rechtsgeleerdheid) Het afstuderen gebeurt in de master Rechtsgeleerdheid door het schrijven van een scriptie van 3 modulen. Eindcijfer: 7 Mevrouw Baukje Hilarides heeft een origineel en principieel scriptieonderwerp: arbeidsloos basisinkomen (ai) ter vervanging van het huidige stelsel van sociale zekerheid. Wij kennen al iets vergelijkbaars in onze AOW. Dat is immers een arbeidsloos inkomen voor boven de 65+, of moet je nu als zeggen 65,xx +. Het ai brengt wel een Umwertung von alle Werde mee. Wie voldoende meent te hebben aan het ai hoeft niet meer te werken, werkgevers hoeven minder te betalen want het loon wordt een kopje op het ai. In enkele landen of deelstaten van landen is al een vorm van ai gerealiseerd. Baukje heeft dit vraagstuk in een juridische setting beschreven. Zij heeft (de invoering van) het ai getoetst op de wijze van de Raad van State. Dit hoge college van staat toetst wetten o.m. aan de zgn. beleidsanalytische toets. Dat is niet eenvoudige geweest. Maar de scriptie is een gloedvol pleidooi voor het ai geworden. Mevrouw is bezig een adviesbureau op te zetten. Ik weet niet met hoeveel succes, maar een ook hieruit blijkt haar toewijding, aldus de scriptiebegeleider.
Jeroen Kusters
(Master Rechtsgeleerdheid)
Het afstuderen gebeurt in de master Rechtsgeleerdheid door het schrijven van een scriptie van 3 modulen. Eindcijfer: 8 Titel scriptie: “Alle dieren zijn gelijk, maar sommige dieren zijn meer gelijk dan andere. Een onderzoek naar de kaders waarbinnen dierenrechten in het Nederlandse rechtsstelsel kunnen worden verankerd.” Dat wij dieren niet zomaar mogen mishandelen, is een in Nederland algemeen geaccepteerde norm, die zelfs wettelijk is vastgelegd. Maar, dat zijn plichten voor mensen (“u zult geen dieren mishandelen”), en geen rechten van dieren (“u hebt het recht gevrijwaard te blijven van mishandeling”). De roep om dierenrechten te verankeren in het Nederlandse recht klinkt allengs luider. Maar hoe zouden die rechten moeten luiden, en wat zijn de consequenties als je die opneemt in, bijvoorbeeld, de Grondwet? Heeft elk dier aanspraak op dierenrechten, of alleen (bijvoorbeeld) zoogdieren? Hoe weet je überhaupt of een recht van een dier geschonden is? Is het ‘vermogen tot lijden’ van het dier in kwestie daarvoor een geschikte maatstaf? Kan het dier ook aanspraak maken op zijn rechten tegenover andere dieren, of enkel tegenover mensen? En hoe kan een dier zijn recht halen? Het kan immers niet zelf een advocaat inschakelen om een aanklacht in te dienen of een vordering in te stellen. En wat zijn eigenlijk de filosofische implicaties van het erkennen van dierenrechten? Jeroen Kuster was reeds lang gefascineerd door deze vragen en nu heeft hij er zijn afstudeerscriptie voor de masteropleiding Rechtsgeleerdheid over geschreven. In dit onderzoek heeft Jeroen de stand van het debat zorgvuldig onderzocht en kritisch besproken. De vergelijking met mensenrecht en de gradaties binnen dierenrechten kwamen daarbij aan de orde. Ook boog hij zich over de kaders waaraan een eventuele invoering van dierenrechten gebonden is. Jeroen sloot zijn scriptie af met een vergelijking van een wetsvoorstel om dierenrechten te verankeren in de Nederlandse Grondwet met de formulering van een vergelijkbare bepaling in de Duitse grondwet. Zijn conclusie is dat het hierbij toch vooral om symboolwetgeving gaat. Toch verdedigde hij met verve het nut van het vastleggen van werkelijk afdwingbare dierenrechten. Jeroen heeft met zijn onderzoek op een mooie wijze zijn opleiding in de Nederlandse Rechtsgeleerdheid afgerond. Hij heeft een bijdrage geleverd aan het wetenschappelijke debat over dierenrechten en de rechtssubjectiviteit van dieren. Hij verdient de titel “meester in de Rechten”, en wij wensen hem succes met de strijd voor de rechten van alle dieren!