Team Praktijkonderwijs: ontwikkelingsplan 2012-2016
Inleiding Het team-ontwikkelingsplan voor de komende vier schooljaren wordt de leidraad voor wat we met onze school willen bereiken. Vanuit onze dagelijkse werkelijkheid van hier en nu willen we naar een toekomst, waarin we onze visie/missie en onderwijsconcept nog meer concreet hebben vorm gegeven . Om dit ontwikkelingsplan bruikbaar, praktisch en nuttig te laten zijn, is geprobeerd onze werkpunten helder te formuleren. Het geeft ons de mogelijkheid om vast te stellen of onze concrete voornemens zijn behaald. Onze ontwikkelpunten komen niet uit de lucht vallen. Ze staan in het perspectief van de visie/missie van het Carmel College Salland, de ontwikkelagenda van het Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs en komen voort vanuit de analyse van de werkelijkheid. Die analyse doen we niet alleen, maar met velen (allen) die in en om de school een rol spelen. Voor dit plan is gebruik gemaakt van de volgende bronnen: a. evaluatie van de oude ontwikkelpunten/jaarplannen b. Meerjarenbeleidsplan Carmel College Salland c. Landelijk aangedragen punten (Ministerie, Inspectie, Landelijk Werkverband) d. Inbreng vanuit het team n.a.v. vaste evaluatiemomenten o.a. de dagvergadering in april, werkgroep overleggen, studiedagen e. Inbreng uit de MR/ouderraad/ leerlingenraad f. Tevredenheidsonderzoek ouders, leerlingen en medewerkers en stagebedrijven g. Inbreng vanuit het samenwerkingsverband VO h. Uitkomsten van de uitstroommonitor i. Evaluatie van de loopbanen van oud-leerlingen Het team-ontwikkelingsplan is een plan voor de komende vier jaar. Het is geen statisch plan. Ieder jaar wordt dit plan bekeken op actualiteit. We hopen de komende jaren samen met en volgens dit plan goed op weg te blijven.
1
Inhoudsopgave : Ambitie 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
2
Visie, missie en beleidsvorming Leiderschap, medezeggenschap en participatie Cultuur en klimaat Medewerkers Middelen en voorzieningen Management van processen Leerlingenzorg Kwaliteitszorg Pr en externe contacten
Ambitie Praktijkonderwijs 2012 – 2016 in grote lijnen: Adaptief onderwijs; werken aan relatie, competentie en autonomie blijft de kern binnen het PRO, zodat talenten van elke leerling een kans krijgen. Verdergaande digitalisering in het onderwijsleerproces, het maakt dat de leerling meer betrokken is en daagt uit tot vergroting van autonomie en ontwikkelen van competenties. Verdergaande professionalisering van docenten en begeleiders om doelgerichter te kunnen werken; hiervoor is nodig: verbondenheid, vertrouwen, veerkracht en recht doen aan verscheidenheid op alle niveau’s in de school. Leerlingen zijn bij deze omslag geweldig belangrijk! We stimuleren participatie van de leerling, ouders en de omgeving: Steeds meer vraaggestuurd werkend! Pro als netwerkpartner in de regio: andere PRO scholen, bedrijven, gemeentes, MBO ’s. Profilering van het PRO door goede communicatie en positionering: Kwaliteit zichtbaar maken en bewaken. De begeleiding van de leerling tot een kwalificatie voor de arbeidsmarkt en een zo groot mogelijke redzaamheid in de maatschappij start vanaf klas 1 en loopt door tot 2 jaar nadat de leerling de school heeft verlaten.
3
1.
Visie, missie en beleidsvorming
Visie: Binnen het praktijkonderwijs (PRO) staan de leerling en zijn loopbaan centraal. De loopbaan zit in de leerling zelf. Hij maakt voortdurend keuzes. Het onderwijs wordt mede gestuurd door zijn ontwikkelingsvraag. Op basis van die vraag en het potentieel van de jongere zorgt de leerkracht samen met de leerling en het netwerk in en om de school, voor een optimaal leer- en ontwikkelingstraject. Het praktijkonderwijs geeft in haar visie datgene aan, waarin men de waarden terug kan vinden, zowel voor het individu als voor de afdeling in zijn geheel: - beschouwt de leerlingen als mensen met hun “eigen” mogelijkheden - levert maatwerk voor elke leerling door steeds meer individuele leertrajecten aan te bieden - biedt de leerling een leeromgeving die sterk gericht is op de ontwikkeling van sociale- en werkhoudingsvaardigheden en redzaamheid. De medewerkers van het PRO zetten een ortho - pedagogische benadering in - bereidt de leerling vanaf klas 1 adequaat voor op een kwalificatie voor de arbeidsmarkt en een zo groot mogelijke redzaamheid in de maatschappij - heeft een leerlingvolgsysteem gericht op de factoren die werkgeschiktheid bevorderen - leidt leerlingen naar een arbeidsplaats op de vrije arbeidsmarkt, zo nodig een beschermde arbeidsplaats. - heeft de functie stagecoach vast in de formatie opgenomen en vult deze in met geschoolde mensen - levert een wezenlijke bijdrage aan de zorgstructuur in de regio - heeft een actieve samenwerking met bedrijfsleven, UWV, MEE IJsseloevers, verschillende MBO’s, gemeenten en reïntegratiebureau’s Missie: De missie en de visie van het Carmel College Salland en het praktijkonderwijs staan niet los van elkaar. De missie is bij het praktijkonderwijs herkenbaar in het handelen van de leerkrachten, richt zich op een specifieke doelgroep en moet gezien worden in het licht van het aanbieden van eindonderwijs aan leerlingen, gericht op de arbeidsmarkt. De kern van de missie is gelegen in de specifieke kwaliteiten en mogelijkheden van de leerlingen. Leerling-gerichtheid – inspelen op verschillen - is daarom het fundament van het praktijkonderwijs. De richting van de missie is gelegen in de einddoelen: De school zorgt waar mogelijk voor een levensechte omgeving, afgestemd op de jongere, met ruimte voor: - persoonlijke ontwikkeling én algemene ontwikkeling - het aanleren van algemene competenties gericht op het zelfstandig functioneren in de maatschappij ( werken, wonen en vrije tijd) - specifieke competenties gericht op deelname aan het arbeidsproces. 4
Het praktijkonderwijs is in principe eindonderwijs; leerlingen mogen tot en met het jaar waarin ze 18 worden op school blijven. Het richt zich op jongeren in de leeftijd tussen 12 en 18 jaar, die in principe niet toelaatbaar zijn tot de overige leerwegen, omdat wordt ingeschat dat het behalen van een diploma in het VO niet haalbaar is. Via positieve stages kunnen ze tot nu toe, soms( motivatie en vermogen zijn voorwaarden) wel instromen in de in de assistentenopleiding van het MBO. Het MBO geeft aan dat het – vernieuwde - Entreeonderwijs in principe drempelloos is; hetgeen voor ouders en leerlingen van het praktijkonderwijs erg aantrekkelijk lijkt. Er zijn zowel met het Deltion in Zwolle als De Landstede in Raalte afspraken gemaakt m.b.t. de toelating. Er wordt eerst contact gezocht met de school voordat er definitief een PRO leerling wordt aangenomen. Immers het MBO is niet verantwoordelijk voor de plaatsing op de arbeidsmarkt van de de leerling als het vereiste taal- en rekenniveau niet gehaald wordt en de leerling dus niet kan instromen in niveau 2. In het PRO van de toekomst gaan leren-, socialisatie-, en vormingsprocessen hand in hand. De school regelt leer- en begeleidingsarrangementen die zijn aangepast aan de mogelijkheden van de individuele leerling, houdt rekening met de wensen van de leerling en de mogelijkheden van de maatschappij met betrekking tot de toekomstige leef- en werkomgeving. Het PRO start per 2014 – 2015 met het Entree onderwijs binnen het PRO met begeleiding van het MBO. 2.
Leiderschap, medezeggenschap en participatie
De teamleider is medeverantwoordelijk voor de beleidsvorming en uitvoering van de schoolbrede ambitie en visie. Daarnaast is de teamleider PRO verantwoordelijk voor het uitvoeren van de PRO specifieke doelen. De teamleider geeft sturing en zodanig leiding, dat het team zich mede verantwoordelijk voelt voor het ortho- pedagogisch en -didactisch klimaat, de cultuur binnen het PRO en de onderwijskundige ontwikkelingen. De teamleider heeft zicht op nieuwe ontwikkelingen op verschillende niveaus, landelijk, schoolbreed, sector breed en PRO specifiek en bekijkt samen met haar team óf en zo ja, op welke wijze en wanneer ontwikkelingen geïntegreerd kunnen worden in het beleid. De teamleider vertaalt de missie en visie in doelstellingen en in zichtbaar leerkrachtgedrag. In de gesprekkencyclus en n.a.v. klassenbezoeken komen schoolbrede, PRO brede en specifieke aandachtspunten of ontwikkelpunten aan de orde. De teamleider stuurt processen en bewaakt de kwaliteit samen met de teamleden( zie hoofdstuk 8), waardoor draagkracht ontstaat. Wekelijks vergaderen is een voorwaarde om verbinding met elkaar en de leerlingen te houden. Ze stimuleert samenwerking met ouders (ouderraad, klankbordavond), andere scholen, zowel PRO als MBO, instellingen en zorgt voor begeleiding (tutor) en coaching in de school. De teamleider is mede verantwoordelijk voor het team, de cultuur en het pedagogisch/didactisch klimaat binnen het team, de onderwijskundige ontwikkelingen die het team mede aangeeft en uitdraagt én ze is budgetverantwoordelijk. De teamleden zijn samen verantwoordelijk voor het uitvoeren van gemaakte afspraken ( takenlijst n.a.v. Het Vrije Model ! ) en voor het pedagogisch/didactisch klimaat in de afdeling. De teamleider evalueert regelmatig alle processen en opbrengsten. Gezien de specifieke situatie van het PRO, het is in principe eindonderwijs, verdient de positie van de teamleider aandacht. 5
Het praktijkonderwijs is in opdracht van het ministerie van OC&W resultaat verantwoordelijk voor haar doelstelling, namelijk de leerlingen kwalificeren voor een plaats op de arbeidsmarkt en in de maatschappij. Alle mogelijkheden van de leerlingen, collega’s, middelen, organisaties en bedrijven worden ingezet om dit doel te bereiken. Nadere informatie is te vinden in het stage beleidsplan en het plan Leerlingenzorg. De teamleider van het PRO neemt deel aan scholingsactiviteiten voor schoolleiders. Ook is de teamleider PRO verantwoordelijk betrokken bij het schoolbrede Platform Leerlingenzorg en het opzetten en uitvoeren van “de Maatwerkklas”. Regionaal is de teamleider actief als lid of als voorzitter van 15 PRO scholen in Overijssel en zit ze in het Algemeen Bestuur van het Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs. 3. Cultuur en klimaat Het PRO is een afdeling met een duidelijke eigen cultuur en pedagogisch/didactisch klimaat. Dat is, gezien de leerlingenpopulatie – 100% zorgleerlingen ook een absoluut vereiste. Affiniteit met de doelgroep, kleinschaligheid, structuur, veiligheid/ geborgenheid, maatwerk, korte lijnen en adaptief onderwijs zijn sleutelwoorden. Dit vraagt extra inzet van alle teamleden. Een prettig schoolklimaat is een belangrijke voorwaarde voor het verwerven van sociale en communicatieve competenties. Al eerder is genoemd dat het PRO geen visie heeft maar de visie is. Succesvol praktijkonderwijs vraagt o.a. een grote betrokkenheid van het team. Eenzelfde visie, onderlinge betrokkenheid en eenduidige afspraken over aanpak en structuur zijn daarbij noodzakelijk. Praktijkonderwijs-breed wordt er gecommuniceerd over normen en waarden, traditie en voorbeeldfuncties en het betekent dat alles wat we de leerlingen hiervan mee willen geven verankerd moet zijn in ons zelf. Leerlingen van het PRO ontvangen kennis niet alleen via schrift maar vooral via attitudes en vaardigheden van de personeelsleden. Veilig werken en veilig leren en leven kan dus alleen als zowel de leerling als de medewerker zich bewust zijn van de invloed van hun gedrag op de omgeving. Er is respect voor- en betrokkenheid op elkaar; men accepteert de verschillen. Men staat open voor de ontwikkeling van de leerling en daarmee samengaand de ontwikkeling van henzelf en die van de school. Daarbij maken we gebruik van ieders specialiteit. We werken vanuit de visie van een lerende organisatie: plan do check act; voor de lerende mens geldt hetzelfde. Fouten maken mag mits je er van leert; je leert door te veranderen. Waardengericht onderwijs is onderwerp van gesprek. Daarnaast draagt de betrokkenheid van de ouders en externen (bv. stagebegeleiders in een bedrijf, MEE IJsseloevers) absoluut bij aan het welzijn én het slagen van de leerling. Er vindt zeer regelmatig overleg plaats. Investeren in activiteiten die de teamgeest op een hoog peil houdt is van groot belang. Ook noodzakelijk is een kritische blik van externen. Dat kan o.a. door een visitatie of een inspectiebezoek. In het kader van kwaliteitszorg wordt de tevredenheid van het personeel, de ouders, de leerling én de bedrijven in 2013 en 2015 gemeten.
6
4. Medewerkers Loopbaanbeleid, Personeelsbeleid en personeelszorg. De teamleden kennen de grote lijnen van het Meerjarenbeleidsplan van Carmel College Salland. Professionaliteit, betrokkenheid, inzet en creativiteit van de teamleden worden ingezet bij de ontwikkelingen binnen het praktijkonderwijs. Vragen ten behoeve van ontwikkelen van permanent leren kunnen komen vanuit de organisatie (wat is er nodig om kennis, vaardigheden of attitudes te ontwikkelen voor de school, de leerlingen, het netwerk van het PRO), vanuit externen b.v. aanbevelingen vanuit het Landelijk Werkverband, of uit de individuele personen zelf. Zij kunnen dit aangeven tijdens de voortgangsgesprekken die jaarlijks gevoerd worden of in een apart persoonlijk gesprek met de teamleider. Wensen en mogelijkheden worden in het kader van Resultaat Verantwoord Management (RVM) gewogen. Functioneringsgesprekken zijn systematisch ingevoerd. Het beoordelen van elkaars werkwijze hoort bij de cultuur van de school. Men kan elkaar aanspreken op gedrag. Er is altijd respect voor de persoon. Collega’s stimuleren ook elkaars ontwikkeling. Ook kan men als teamlid meepraten en meedenken over te nemen besluiten. Ieder geeft zijn kwaliteit om samen tot optimale prestaties te komen. Door zeer regelmatig overleg te hebben in werkgroepen en door de wekelijkse teamvergaderingen is men goed op de hoogte van elkaars kwaliteiten, stimuleert men elkaar en vult men elkaar aan. Voor de taakverdeling maken we gebruik van model 2 van de CARMEL CAO – VO. Mensen werken aan taken die het best bij hen passen. Daarin kunnen ze ook groeien door specialismen op te pakken, bijvoorbeeld, ICT, stagebegeleiding of interne begeleiding. De komende jaren maakt Carmel College Salland een grote sprong m.b.t. het toepassen van ICT vaardigheden. Dit sluit aan bij de weg die het PRO al ingezet had: medewerkers en leerlingen werken met ELO,LVS en maatwerkprogramma’s; medewerkers scholen elkaar. Implementatie van het integraal personeelsbeleid De teamleider is verantwoordelijk voor de uitvoering van personeelszorg: verbinding binnen het team, verzuim en opvang, ARBO-, PAGO-, en RIEbeleid. Er zijn het afgelopen jaar gesprekken gevoerd tussen de sectorleider en de teamleider van het PRO. De teamleider van het PRO voert functioneringsgesprekken met alle teamleden. Verschillende collega’s volgden of volgen een opleiding. Intern wordt er gewerkt met video interactiebegeleiding en coaching om leerkrachten zich nog meer bewust te maken van hun sterke kanten. We werken met werk- of overleggroepen, - onderbouw en bovenbouw overleg, stageoverleg, handvaardigheid overleg - waarin regelmatig feedback wordt gevraagd en gegeven. Consequenties van de keuze voor het vrije model elk jaar opnieuw bespreken. Uitkomsten van de functioneringsgesprekken meenemen in het rooster en de beleidsvorming. Een gezamenlijke inzet en reflectie is een voorwaarde voor ontwikkeling.
7
Om te voldoen aan de opdracht van het ministerie om steeds meer – aantoonbaar – maatwerk te leveren en voor iedere leerling en ouder in beeld te brengen wat zijn of haar competenties in de breedste zin van het woord zijn (IOP – transitieplan), gaat het gehele team vanaf schooljaar 2013 bezig met een nieuw LVS: “Presentis”. Een 4-tal collega’s worden extern geschoold en zij scholen vervolgens het team. Het is een complexe verandering die zeker enkele jaren nodig heeft. Intern vindt scholing plaats door ervaringen uit te wisselen en of een studiemiddag voor elkaar te verzorgen. 5. Middelen en voorzieningen Het Praktijkonderwijs, onderdeel van de sector VMBO/PRO, heeft een eigen budget. Het budget voor het PRO is geoormerkt. Het Praktijkonderwijs is financieel verantwoordelijk voor haar personele en materiele begroting en uitvoering. Er worden begrotingen gemaakt en er vindt jaarlijks een uitgebreide evaluatie plaats die weer aanzet tot verander- of verbeterpunten. Bij de verdeling van het budget personeel voor het PRO gelden de volgende uitgangspunten: - De afdeling PRO wordt gezien als zelfstandige afdeling, gefinancierd op basis van lumpsum. De komende jaren zal blijken in hoeverre passend onderwijs invloed heeft op de financiële situatie. Voorlopig wordt het PRO nog als een aparte schoolsoort gezien. - Met betrekking tot het budget materieel wordt het PRO gezien als een zelfstandige school, gefinancierd op basis van lumpsum; de vaste voet wordt evenredig verdeeld over de verschillende locaties (dus niet op basis van leerlingenaantallen). Er wordt door het PRO een begroting opgesteld. ICT en digitale media zullen een steeds belangrijkere plaats innemen. In de begroting dient het PRO hiermee rekening te houden; er komt een specifiek begroting t.a.v. ICT. De afdeling PRO is verantwoordelijk voor een gezond financieel beleid, ook op lange termijn. Het PRO besteedt aandacht aan het interieur: schoon, veilig en uitnodigend. Daarnaast is er aandacht voor profilering en presentatie naar externen. We geven regelmatig rondleidingen, stellen de afdeling open voor ouders en belangstellenden en nodigen o.a. scholen en werkgevers uit. De gezonde school , in de breedste zin van het woord, was en blijft een aandachtspunt: Aandacht voor de omgeving, aandacht voor voeding, aandacht voor je lijf/ gezondheid, aandacht voor je geestelijk welzijn en dat van de ander. Ook de omgevingsfactoren zullen verder verkend worden: Wat zijn de mogelijkheden m.b.t. de groene ruimte rondom school, wat zijn de mogelijkheden tot verbeterde samenwerking met andere afdelingen, bv. met het VMBO, delen van kennis en kunde m.b.t. de branche gerichte cursussen of SWB. Ook zijn er regelmatige contacten met MBO scholen: over convenantleerlingen, de toelating en warme overdracht, de zoektocht naar mogelijkheden als de nieuwe wet m.b.t. het opleidingsniveau voor het MBO een feit wordt. Ook de samenwerking met de gemeente en UWV zal geïntensiveerd worden wanneer de Participatiewet zal ingaan.
8
Het arbeidstrainingscentrum “De Hees” draait prima. Er is samenwerking en uitwisseling met het RIBW. Inmiddels wordt er ook gebruik gemaakt van 2 “klushuizen” waar leerlingen uit de bovenbouw in kleine groepjes ” levensechte” praktijkervaring kunnen opdoen. 6
Management van processen:
De afdeling Praktijkonderwijs streeft ernaar om kwaliteit te leveren in alle fasen van haar onderwijs: - indicatie en toelating: Leerling in beeld: wat heeft deze leerling nodig? - Individueel ontwikkelingsplan (IOP) - Opbouw portfolio - adaptief onderwijs: aandacht voor relatie, autonomie en competenties - onderwijsprogramma; een duidelijke ortho - pedagogische en –didactische leerlijn passend bij de leerling - stage (opbouw en begeleiding) opbouw van een stage portfolio: zie ook het stagebeleidsplan - ambitie en kwaliteit; goede doorstroming en aansluiting op de arbeidsmarkt, vervolgopleiding - brede vorming op maatschappelijk, sociaal en praktisch gebied: o.a. burgerschapskunde, maatschappelijke stages, bedrijfsbezoeken - goede zorgstructuur; kwaliteit van leerlingenzorg - een veilige school met een duidelijk pedagogisch klimaat - aandacht voor het spanningsveld onderwijs – zorg; niet pamperen maar stimuleren en coachen - omgevingsmanagement: externe instanties/ netwerken - nazorg Hierbij kunnen wij de volgende hoofdtaken onderscheiden: A Een persoonlijke en onderwijskundige ontwikkeling in een orthopedagogische en – didactische setting. De ontwikkeling van de leerling met zijn/ haar mogelijkheden en beperkingen staat centraal. Verwachtingen worden door ouders en leerling uitgesproken en vastgelegd. Vanaf het moment dat de leerling het PRO binnenkomt is er een analyse gemaakt van de mogelijkheden, de kansen en bedreigingen van en voor de leerling. De mentoren hebben de dossiers gelezen. Zij voeren gesprekken met de leerling en hun ouders/ verzorgers om tot optimale begeleiding te kunnen komen. Samen met de mentor wordt het Individueel Ontwikkelingsplan (IOP/ OPP) opgezet, ondertekend én uitgevoerd door alle betrokken partijen.. Wekelijks
9
komt het zorgteam van het PRO bijeen. Het schoolmaatschappelijk werk ( MEE) zal in de toekomst nog nadrukkelijker betrokken worden bij een aantal gesprekken met ouders/ verzorgers en leerling. De aangeboden leerstof en praktijklessen zijn opgebouwd in zgn. leerlijnen. Per leerlijn is er één leerkracht verantwoordelijk. De leerlijnen van de praktische vakken worden jaarlijks onder de loep genomen en eventueel bijgesteld. In 2014 – 2015 start het PRO met het Entree onderwijs op het Carmel College Salland in samenwerking met de Landstede. Samen met een PRO school uit Zwolle doen ze mee aan deze pilot. Er wordt in het rooster tijd vrij gemaakt voor het voeren van coaching-gesprekken door mentoren van klas 1, 2, 3, 4 en 5, om de leerling te betrekken én verantwoordelijk te maken voor zijn eigen ontwikkeling. Er is een ontwikkelportfolio in klas 1, 2, en 3 van het PRO: De leerling bouwt zijn eigen portfolio op. Voor de leerlingen die stage lopen is er een portfolio opgezet waarin alle stage- en werkervaringen geplaatst worden. Daarnaast is er het Leerling Volg Systeem (2x per jaar rapporteren aan ouders, leerling en leerkrachten, logboek, verslagen van huisbezoeken) . De leerling evalueert m.b.v. het door de leerling en ouders opgestelde IOP zijn ontwikkeling. Sinds januari 2013 hebben ook alle ouders een inlogcode voor Presentis zodat zij de ontwikkeling van hun kind beter kunnen volgen. Het praktijkonderwijs Raalte doet mee aan het landelijk project Praktijknet, met de bedoeling een bijdrage te leveren aan de professionalisering van de praktische vorming in het praktijkonderwijs in de regio Salland Twente. Er is een uitgebreid netwerk opgezet waarbij leerkrachten van 10 scholen voor PRO 2x per jaar bijeenkomen om kennis en ervaring in specifieke netwerken uit te wisselen. Daarnaast is ze als pilotschool nauw betrokken bij de verdere ontwikkeling van Start Werk Blijf veilig, een leergang voor veilig werken. Eens per 2 jaar zal er een bijeenkomst met werkgevers georganiseerd worden om van vertegenwoordigers van verschillende sectoren te horen wat zij verwachten van leerlingen die uitstromen bij het praktijkonderwijs. Hierop volgend zal de werkgroep stagebegeleiding kijken of en zo ja hoe er veranderingen ingezet kunnen worden bij de praktische toeleiding naar arbeid, of bij de combinatie werken en leren. Dit wordt besproken met het team. Ook wordt er eens per 2 jaar een terugkomdag voor oud leerlingen georganiseerd, waarbij ervaringen uitgewisseld worden. B Het bevorderen van de praktische en sociale redzaamheid. Sociale vaardigheden én de praktische vorming zijn in verband met de toeleiding naar arbeid en een zo groot mogelijke redzaamheid in de maatschappij wezenlijke kenmerken van het praktijkonderwijs. Vanaf klas 1 zijn ze verweven in het programma. Ze zijn van groot belang voor het verkrijgen én het behouden van een arbeidsplaats, of om door te stromen naar een vervolgopleiding. C Arbeidsvoorbereiding/ arbeidstoeleiding/ arbeidsbemiddeling. Het werken aan werkgerichtheid is hierbij een belangrijk punt. Belangrijke eigenschappen daarbij zijn de motivatie, sociale vaardigheden, zelfstandigheid, doorzettingsvermogen en discipline. 10
In zowel de theorie als ook de praktijkvakken is dit aspect nadrukkelijk aanwezig. Voor een goede afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt en een zo vloeiend mogelijke overgang van school naar werk, is er een afbouw van meer naar steeds minder begeleiding: - begeleiden van de interne stages - onder leiding leren werken op het arbeidstrainingscentrum ATC “De Hees” - zoeken van geschikte stageplaatsen n.a.v. rapportage en assessment - aanbieden van branche gerichte cursussen, theorie op maat en SWB/VCA - begeleiden van leerlingen op de stageplaats - leerlingen maken zelf een gemotiveerde keuze voor een werkplek/ opleiding D Nazorg Het PRO is nog 2 jaar verantwoordelijk voor de nazorg, als leerlingen eenmaal een plek op de vrije of beschermde arbeidsplaats hebben verworven, of uitstromen in een opleiding. N.B. is een leerling ingeschreven op een MBO dan volgt het PRO de leerling wel, maar is niet meer verantwoordelijk voor het vinden van werk! Gedurende 2 jaar heeft een netwerk met o.a. UWV, gemeente, MEE en het PRO eens per 3 maanden overleg over uitgestroomde leerlingen. 7. Leerlingenzorg, leerlingbegeleiding: Recht doen aan verscheidenheid. De toelating van zorgleerlingen tot het Carmel College Salland wordt door het LWOO en het PRO gezamenlijk verzorgd. (zie toelatingsprocedure LWOO – PRO). Op het PRO zitten 100% geïndiceerde “zorg” leerlingen. - Teamleden hebben voldoende inzicht op welke (verschillende) wijze leerlingen begeleiding verleend moet worden en kunnen deze inzichten in de praktijk toepassen. - De doorlopende leerlijnen (S)BO) / PRO en PRO / MBO moeten op pedagogisch en didactisch gebied op elkaar worden afgestemd. Een helder onderwijskundig rapport, een warme overdracht, een gedegen dossiervorming en duidelijke afspraken richting de uitstroom zijn voorwaarden. - Ook zal het duidelijk moeten worden welke zorg wij kunnen bieden en wat de grenzen zijn van onze zorg; met name is gebleken dat de meer intelligente gedrags-problematische leerling een te grote negatieve invloed heeft op een groep leerlingen met overwegend leerachterstanden, sociaal emotionele ontwikkelingsstoornissen en een beperkt IQ; overleg met andere afdelingen binnen én buiten de school zal noodzakelijk zijn. Het op vaste tijden aanwezig zijn van de orthopedagoge en de schoolmaatschappelijk werker en de inzet van een intern begeleider verhoogt de kwaliteit van zorg richting leerling én leerkracht. Het faciliteren van de stagebegeleiding zorgt voor een optimale individuele ontplooiingskans voor de leerling. 11
Goede leerlingbegeleiding gaat altijd samen met een goed contact/ samenwerking met ouders. De communicatie gaat middels directe gesprekken, telefonisch of schriftelijk contact, website. Samenwerking met ouders heeft als meerwaarde: - Acceptatie. - Gezamenlijke verantwoordelijkheid voelen. - Betrokkenheid bij ontwikkelingen richting stage, werk en toekomst. - Gemakkelijk contact met de mentor. - Contacten met de orthopedagoge/ MEE enz. - Leerlingenzorg optimaliseren door te spreken over leerlingen tijdens de teamvergadering en ev. ZAT, het werken met een klassenstaat, het IOP en het handelingsplan voor de rugzakleerlingen. Leerling: Leerlingen ontwikkelen zich optimaal in een veilige omgeving. - Jezelf ontwikkelen in een groep: De ontwikkelingslijn voor de leerlingen zien wij als volgt: meer zelfvertrouwen, meer verantwoordelijkheid, meer zelfstandigheid. - Leerlingen steeds meer zélf verantwoordelijk te maken voor hun groei; dit wordt met leerling en ouders afgesproken en vastgelegd. - Extra’s die mogelijk zijn: SOVA, gedragsondersteuning, RT, MRT, zelfverdediging voor meisjes, weerbaarheidstraining, ondersteuning van MEE op school of in de thuissituatie, inschakelen schoolarts, (zeden)politie enz. - Het in stand houden van de reeds goed functionerende leerlingenraad. - Dagelijkse klassenvergaderingen in elke groep, waarin alle leerlingen de kans krijgen om mee te denken en mee te praten. - Oud-leerlingen: Alle schoolverlaters worden minimaal 2 jaar in een netwerk van PRO, gemeente, UWV, reïntegratiebedrijven en MEE Overijssel eens per 3 maanden besproken. Leerkrachten: - Klassenorganisatie op orde zowel qua vorm( bv. De klassenvergaderingen) als qua inhoud( bv. roosters op het bord voor/achter in het lokaal, klassenboek bijhouden, HGW ). - Kennis hebben van de problematiek van de PRO leerling en het kunnen inzetten van ortho-didactisch vaardigheden en gedifferentieerd kunnen werken, n.a.v. de leerpunten uit de verschillende IOP’s / OPP’s. - Modelgedrag leerkrachten: communicatief en sociaal vaardig, kunnen werken in en met een team. 12
-
Open staan voor ontwikkelingen: maatschappelijk, regionaal, technisch( denk aan inzet middelen/materialen, ICT ). Alle collega’s die in netwerken opereren brengen relevante informatie in de school. Voortdurend afstemmen op de individuele leerling; waar nodig eisen bijstellen.
PRO Intern: - Van het éérst leren van basisvaardigheden =>naar steeds meer vraaggestuurd werken: rekening houden met de individuele mogelijkheden van de leerling. Zie schema doorontwikkeling Praktijkonderwijs. - Meegeven van algemene en culturele bagage. PRO Extern: - Nauwe samenwerking met bedrijven, meedoen met projecten, samenwerking met andere scholen, inspelen op plaatselijke, regionale of maatschappelijke veranderingen en meedoen waar mogelijk. - Ouders: Ouders praten mee via de “deel” ouderraad van het Praktijkonderwijs. Intensief contact met ouders over de ontwikkeling van hun zoon of dochter en de betrokkenheid bij de uitstroom is een deel van de visie en handelswijze van het PRO. Daarnaast organiseert de ouderraad eens per jaar een ouderklankbordgroep waarin ouders zitten uit alle jaarlagen. - Basisonderwijs: Er zijn contacten met het basisonderwijs; deze zullen geïntensiveerd worden om het beeld over het PRO te verhelderen en daardoor de aansluiting te verbeteren. - Vervolgonderwijs: Leerlingen blijven de mogelijkheid houden tot verdere ontwikkeling. Voor een leerling uit kan stromen naar een assistentenopleiding op het ROC is er intensief contact met de opleiding. Er vindt eerst een toetsing plaats. Ook kan een leerling vooraf branchegerichte cursussen volgen of incidenteel wat praktische lessen volgen op het VMBO of in een bedrijf. - Arbeidsmarkt: Middels het stage boekje en de bezoeken van de stagedocenten wordt er intensief gecommuniceerd over de ervaringen en wensen van zowel de leerling als het bedrijf . Dit wordt ook schriftelijk vastgelegd. Ouders worden ook betrokken. - Eens per 2 jaar zullen alle werkgevers en stagebegeleiders waar leerlingen van het PRO stage lopen uitgenodigd worden voor een klein buffet. - Er zullen gegevens gevraagd worden aan oud-leerlingen zelf. - Arbeidsmarkt: door maatschappelijke en industriële ontwikkelingen zijn de eisen in bedrijven veranderd. De bedrijven zullen telkens opnieuw bevraagd moeten worden t.a.v. de eisen die zij aan schoolverlaters stellen, daarmee de opdracht aan het PRO in beeld brengend. Hierbij hebben de stage coördinator en de stagebegeleiders een belangrijke rol.
13
Onderwijs: - Doelmatigheid van onderwijs – onderwijsplanning: De leerling is de maat. Er is geen “dwingende” methode. Er is geen centraal examen. - Er is contact met de leerling en de ouders over de mogelijkheden en de leerpunten: oudergesprek n.a.v. het rapport, coachinggesprek, IOP gesprek (In overleg met leerling en ouders/verzorgers wordt door de mentor een IOP/ OPP opgesteld), stagegesprek - Vanaf het begin de leerling duidelijk maken wát er van hem/ haar verwacht wordt, hoe het gedaan kan worden en waar hij/zij ondersteuning kan vragen (veilige omgeving) - aandacht voor het individu ( rekening houden met verscheidenheid), in de klas, tijdens coachinggesprekken/ stagegesprekken én door profielmiddagen en keuzeblokken aan te bieden. - De leerling volgt zijn eigen ontwikkeling door mede zijn leerpunten aan te geven, een eigen portfolio in te vullen of door het stageboekje in te (laten) vullen en te bespreken. - Het rooster van het PRO heeft een vaste begin- en eindtijd, bewust gekozen i.v.m. het aanleren van het arbeidsritme. Leerlingen hebben geen tussenuren. Ook is er aan het begin en eind van de dag een klassenvergadering. Het voordeel is dat ook alle leerkrachten tegelijk stoppen, dus tijd hebben voor overleg. Aanpassingen in het rooster of opvangen van een zieke collega wordt altijd in onderling overleg gedaan. Elk jaar wordt gezamenlijk bekeken of het rooster voldoet en welke wijzigingen er gewenst zijn. - Alle PRO medewerkers werken elke dag een kwartier extra, waardoor er extra studiedagen gepland kunnen worden. - Het assessment voor klas 2 heeft zijn vaste vorm gevonden. Er is blijvende aandacht voor de opbouw van de stages voor de individuele leerling. Om de branche gerichte cursussen en projecten meer tijd en aandacht te geven is er naast twee profielmiddagen voor leerlingen uit de bovenbouw ook een keuzeblok. Voor de groepen 2 -4 is er een theorie keuzeblok ingesteld. Voor leerlingen uit klas 4 – 5 die eventueel een vervolgstudie willen doen is er vanaf januari een mogelijkheid om “theorie+” lessen te volgen. - ICT neemt een belangrijke plaats in binnen het PRO. Zie meerjarenbeleidsplan ICT-PRO. De ICT is ondersteunend bij veel vakken. Het gebruik van de computer (mogelijkheden én gevaren) vormt een vast onderdeel van het programma. Ook voor het volgen van leerlingen (logboek, stage/portfolio) is ICT noodzakelijk onderdeel. Het PRO maakt steeds meer gebruik van de mogelijkheden die ELO biedt. De website wordt actueel gehouden. Nu er WIFI in de school is wordt er nog meer gebruik gemaakt van de laptoppen! - Het digitale leerlingvolgsysteem AMN wordt waarschijnlijk per augustus 2013 vervangen door Presentis zodat het meer kan aansluiten bij de opdracht van het PRO om nog meer vraaggestuurd te gaan werken. - Portfolio (m.b.t. stage) en coaching implementeren in het LVS. - Stageactiviteiten verwerken in het LVS t.b.v. een uitstroomportfolio . Er is een pedagogisch plan van en voor het PRO evenals een stagebeleidsplan, ook is er een zorgprofiel van het PRO opgesteld door een medewerker van het Samenwerkingsverband IJssel Vecht. Ook in de schoolgids is de nodige informatie te vinden. 14
8. Kwaliteitszorg Op de eerste plaats heeft kwaliteit leveren direct te maken met het welzijn van leerlingen en collega’s. Dit wordt bevorderd door het open klimaat: het regelmatig feedback vragen aan leerlingen, collega’s en ouders en open staan voor verbeteringen. Aandachtspunten m.b.t. netwerken: Feedback vragen aan alle geledingen waar het PRO mee te maken heeft, dit in het team bespreken en waar nodig/ mogelijk verwerken in de ontwikkelingen van het PRO. Contacten met netwerken optimaliseren en onderhouden. Verwerken van de uitslagen die de kwaliteitsinstrumenten/ enquêtes aangeven. Stimulans is een Pro gerelateerd “ kwaliteitsonderzoek” . De uitkomsten hiervan worden vergeleken met landelijke uitkomsten. De uitkomsten vormen de bouwstenen voor het beleid van de komende jaren. De scores waren positief en we doen ons best om dit te bestendigen. Daarnaast wordt de kwaliteit van de afdeling PRO op peil gehouden door contacten met het Landelijk Werkverband (PRO), het Samenwerkingsverband, contacten met PRO scholen uit de regio Zwolle en Salland Twente en deskundigheidsbevordering. Ook zijn er collega’s actief in diverse netwerken: stagebeleidsgroep, ICT overleg, Praktijknet, Netwerk cliëntenoverleg i.v.m. de nazorg vakgroepenoverleg en overleg binnen Carmel College Salland. De onderwijsresultaten laten zich eenvoudig meten. De school voor PRO verplicht zich 2x per jaar uitstroomgegevens van leerlingen in te vullen in de uitstroommonitor. Daarnaast wordt de volgmodule ingevuld, waarin oud leerlingen nog 2 jaar gevolgd worden. De opdracht voor het PRO is o.a. toeleiding naar arbeid. In het PRO stroomt ongeveer 80% 90% uit naar arbeid. Dit kan zijn 100% op de vrije arbeidsmarkt, het kan gedeeltelijk op de vrije arbeidsmarkt zijn (met een gedeeltelijke Wajong uitkering) het kan een gedetacheerde plaats zijn op de vrije arbeidsmarkt vanuit de SWV( gehele Wajong) of werken op de SWV. Een aantal leerlingen hebben zich tijdens de stageperiode zo ontwikkeld dat zij een Entreeopleiding op MBO niveau kunnen gaan volgen. De uitstroom is afhankelijk van de leeftijd en de mogelijkheden van de leerling en de bedrijven. Leerlingen mogen op school blijven tot en met het jaar waarin ze 18 worden. De stage coördinator vult de uitstroommonitor en de volgmodule in waardoor er een duidelijk beeld ontstaat waar de schoolverlaters in uitstromen en hoe het met de leerlingen is die de school reeds verlaten hebben. De uitstroomgegevens worden geanalyseerd en de uitkomsten worden meegenomen in het beleid voor de toekomst.
15
9.
PR en externe contacten
Op allerlei niveaus werkt het PRO aan een positieve beeldvorming: -
16
Open huis in januari. In het direct contact met leerlingen en ouders, waar mogelijk “ het positieve” altijd onderdeel van het gesprek is In het contact met collega’s van het VMBO en HAVO/VWO. In de zorgvuldige en veelvuldige contacten met het bedrijfsleven. In het directe contact met alle personen in de verschillende netwerken. Het PRO zorgt ervoor dat de website up to date is, ook aantrekkelijk voor leerlingen, bv. door snel foto’s te plaatsen van gebeurtenissen. Het regelmatig verzorgen van “ Carmel mail” naar ouders. Door mee te doen aan een landelijke pilot, SWB, is er een grotere naamsbekendheid.
praktijkonderwijs
Regionaal (s) Bao *VMBO/HAVO/VWO Carmel College Salland *SWV IJssel Vecht *Stichting Carmel Ambulant begeleiders cluster 2,3,4 *MBO’s Raalte, Zwolle, Deventer e.a. *Bedrijfsopleidingen *Vakgroep overleg/ samenwerking PRO scholen Salland/ Twente, Zwolle *Landelijk Werkverband PRO
17
Onderwijs
Werk
*Ministeries: OCW, SZW *Inspectie VO *Provincie Overijssel *Gemeente Raalte en andere gemeenten in de regio * RVC
Overheden
*Arbeidstraining “De Hees” *Interne stage *Bedrijven: Maatschappelijke en reguliere stage *Stage – werk - scholing: overleg PRO scholen en in regio-overleg/ netwerk *UWV, MEE arbeidstoeleiding, gemeente *Reïntegratiebedrijven
Sociale kaart
*Mee IJsseloevers *Leerplicht ambtenaar *GGD *Tactus *Arcare, Karakter *ev. Jeugdzorg, R.v.B., Dimence, De Kern *Expertisecentra, onderzoeksinstituten *Steunpunt vrijwilligerswerk gemeente i.s.m. Landstede *Politie
Doelen bij hoofdstuk 1: Visie, missie en beleidsvorming Visie, missie en beleidsvorming Inhoud Onderwijsvisie algemeen Doel Alle medewerkers integreren de visie in hun handelen, om de leerlingen én collega’s optimale kansen te bieden. Wanneer Dagelijks Hoe/Wie De kernwaarden ( verbondenheid, vertrouwen, veerkracht en rekening houden met verscheidenheid) zijn zichtbaar voor de leerling en de collega’s. Ze worden besproken en uitgedragen. Voorwaarden De teamleider is verantwoordelijk niet alleen voor het plan, maar ook voor het naleven ervan. Collega’s hebben kennis van het meerjarenbeleidsplan en geven elkaar feedback waar nodig. Evaluatie/ O.a. door modelgedrag van medewerkers willen we de kernwaarden overdragen aan leerlingen. Het is zichtbaar in de school: er wordt Resultaat voortdurend gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit in de breedste zin van het woord. Kwaliteitsonderzoeken, jaarlijkse vaste evaluatiemomenten, evaluatie in de ( OB/BB) vergaderingen.
Inhoud Doel
Wanneer Hoe/Wie Voorwaarden
18
Visie, missie en beleidsvorming Onderwijsvisie specifiek PRO is eindonderwijs, dat betekent: Bevorderen van de praktische en sociale redzaamheid en persoonlijke ontwikkeling. Aanleren van algemene competenties, gericht op zelfstandig functioneren in de maatschappij. Het aanleren van specifieke competenties, gericht op deelname aan het arbeidsproces. Vanaf klas 1 tot en met klas 5. Deze specifieke doelen komen in alle leerlijnen aan bod en worden gedragen en uitgevoerd door het gehele team. Collega’s hebben zich deze specifieke doelstelling zo eigen gemaakt dat het terug te zien is in het dagelijks handelen: Individuele trajecten voor iedere leerling gericht op zijn/haar hulpvraag. Integratie theorie en praktijk. Een sterk pedagogisch klimaat; een veilige gestructureerde omgeving waarin het opdoen van ervaringen centraal staat. Arbeidsvoorbereiding, arbeidstoeleiding(ev. cursussen) en arbeidsbemiddeling; stages zijn hierbij een voorwaarde. Naschoolse begeleiding gedurende 2 jaar
Evaluatie/ Resultaat
Inhoud
Doel
Wanneer Hoe/Wie Voorwaarden
Evaluatie/ Resultaat
Inhoud Doel Wanneer Hoe/Wie
19
Het is een schoolomgeving waar leerling en collega’s elkaar wederzijds beïnvloeden en stimuleren.
Visie, missie en beleidsvorming In de school kent het PRO 2 fasen: Onderbouw en Bovenbouw. In de onderbouw is er een breed basis aanbod. Het niveau is afgestemd op de mogelijkheden leerling. Belangrijk: Pedagogisch klimaat, theoretische- en sociaal emotionele vorming en praktische vorming. In de bovenbouw worden individuele trajecten uitgezet, vindt er specifieke arbeidsvoorbereiding plaats en heeft de school i.s.m. de bedrijven, UWV, de gemeente, MBO ’s e.a. zicht op de kansen die de maatschappij biedt en de individuele mogelijkheden van de leerling. Leren van basisvaardigheden t.b.v. redzaamheid, sociale- en beroeps competenties. Mogelijkheden en grenzen ontdekken. Het in beeld brengen van de mogelijkheden van de leerling is de basis. Vervolgens wordt na een “breed” assessment i.o.m. ouders een toekomstplan uitgezet. Voortdurend in de school en tijdens de vele netwerkoverleggen. Iedereen die met de PRO leerling te maken heeft in en buiten de school heeft kennis van en handelt t.b.v. de optimale ontwikkelingskansen van de leerling. De school heeft een beeld van de arbeidsmogelijkheden van zowel de leerling, als de woon- werkomgeving. De school maakt een analyse van de uitstroommonitor en de resultaten van de uitgestroomde leerlingen (o.a. naar het MBO). Er zijn duidelijke afspraken met andere partijen: het bedrijfsleven (Contracten, Wajong, Job coach ed), het MBO: Toelating, Overdracht, Convenantleerlingen ed.) en de gemeente in geval dat de leerling in aanmerking komt voor WSW of een – tijdelijke- uitkering. Tijdens de IOP gesprekken vindt er een evaluatie met ouders en leerling plaats. Intern en extern vinden er regelmatig overleggen/ evaluaties plaats. Visie en Beleidsvorming specifiek Betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de leerling t.a.v. zijn eigen (loopbaan)ontwikkeling vergroten d.m.v. coaching- en stage gesprekken. De leerling medeverantwoordelijk maken voor zijn loopbaanontwikkeling. 2012 – 2016, met een half jaarlijkse evaluatie Communicatie door mentoren met leerlingen, ouders, begeleiders in en buiten de school.
Voorwaarden Evaluatie/ Resultaat
Mentor heeft een band met de leerling. Zicht op wat de leerling kent, kan en doet. De mentor weet hoe hij een coaching- of stagegesprek voert en hoe het vastgelegd wordt in het LVS. Wanneer blijkt dat > 80% van de leerlingen bewust eigen keuzes kan maken .
Doelen bij hoofdstuk 2: Leiderschap, participatie en medezeggenschap Leiderschap, medezeggenschap en participatie. Inhoud Maximaal benutten van de kwaliteiten van alle medewerkers. Daarnaast gebruik maken van de inzet van collega’s en “specifieke” collega’s voor ICT, stage coördinatie en ESF/Branche gerichte cursussen. Doel Samenwerking binnen het team bevorderen voor optimale resultaten én werk/leerplezier voor zowel de medewerkers als de leerlingen. Wanneer Voortdurend Hoe/Wie De teamleider voert jaarlijks formele en informele gesprekken met iedereen, stimuleert de kwaliteiten van een ieder door het Vrije Model te hanteren, waardeert initiatieven en geeft vertrouwen, maakt verbinding door positief te kaderen, heeft veerkracht ( van fouten kun je leren) en houdt rekening met verschillen en stimuleert juist hierdoor de samenwerking. Voorwaarden De bereidheid van iedereen om open te staan voor ontwikkeling, samenwerking, het delen van kennis en kunde ( ook feedback geven), je kwetsbaar op durven stellen( van fouten willen leren) Evaluatie/ Door talenten van iedereen in de school een kans te geven wordt kwaliteit zichtbaar. Iedereen voelt zich betrokken en er is draagvlak. Resultaat
Doelen bij hoofdstuk 3: Cultuur en klimaat Cultuur en Klimaat Inhoud Persoonlijke betrokkenheid Doel Persoonlijke betrokkenheid op allerlei niveaus. Dit is voor medewerkers een belangrijke drijfveer om zich in te zetten. Een actieve rol binnen de school zorgt voor dynamiek. Wanneer Voortdurend, zowel in als buiten de klas.
20
Hoe/Wie
Voorwaarden Evaluatie/ Resultaat
Zaken die er voor iedereen aan bijdragen: Het vrije taakmodel, de verinnerlijking van de visie en deze uitdragen, initiatieven kunnen en mogen nemen en deze voorleggen aan het team, openstaan om te leren van elkaar, leerlingen, ouders e.a., gericht zijn op groei/ ontwikkeling. Men staat open voor vragen en feedback, durft fouten te maken en opnieuw te beginnen. Er zijn verschillende werkgroepen waarin dit expliciet aan de orde komt. Zowel in de werkgroepen als plenair wordt er geëvalueerd. Resultaten, conclusies worden meegenomen in de vervolgacties.
Doelen bij hoofdstuk 4: Medewerkers Medewerkers Inhoud Personeelsbeleid/ Taakbeleid Doel Om het personeelsbeleid optimaal te kunnen uitvoeren worden de medewerkers sterk betrokken bij de onderwijsontwikkelingen, het taakbeleid, opvang van verzuim, scholing enz. Wanneer Tijdens de individuele gesprekken, de functioneringsgesprekken, team- en groepsoverleg. Hoe/Wie De teamleider is eindverantwoordelijk, ze speelt een belangrijke rol bij het zorgen voor de juiste condities om optimale leerprocessen te laten plaatsvinden. We zijn met zijn allen verantwoordelijk voor elkaar en de organisatie. Voorwaarden Open communicatie, betrokkenheid op elkaar, ontwikkelingsgericht zijn, met elkaar bewaken van de kwaliteit. Evaluatie/ Medewerkers weten zich gezien en gewaardeerd. Zij dragen dit uit naar anderen. Resultaat
Doelen bij hoofdstuk 5: Middelen en voorzieningen Middelen en voorzieningen Inhoud Budget personeel en budget materieel op schrift Doel De gelden bestemd voor het PRO dienen optimaal ten goede te komen aan de ontwikkeling van de medewerkers, het onderwijs en de middelen om het beste te kunnen halen uit de leerling.
21
Wanneer
Hoe/Wie
Voorwaarden Evaluatie/ Resultaat
Per schooljaar wordt schoolbreed en PRO specifiek gekeken naar de inzet van FTE’s, door het PRO zelf wordt een materiële begroting gemaakt - per kalenderjaar – en wordt er, gezien de ontwikkelingen m.b.t. de inzet van ICT in de school en het leerproces, een aparte begroting opgesteld voor ICT waarin een meerjarenplan verwerkt is. Per kwartaal wordt de huidige stand van zaken m.b.t. de uitgaven, inkomsten ed. in het team besproken. De algemene begroting voor het PRO wordt gemaakt door het directielid dat verantwoordelijk is voor het schoolbrede financiële beleid in overleg met de teamleider. Binnen het PRO wordt de materiële begroting en de aparte ICT begroting opgesteld en voorgelegd aan de directie en MR. De begroting wordt gedeeld met de directie en de MR en wordt gedragen en uitgevoerd binnen het PRO. De verantwoordelijke mensen evalueren regelmatig. Het PRO zorgt voor een gezond financieel beleid.
Doelen n.a.v. de evaluatie van de voorafgaande ontwikkelingen Doel IOP/OPP op orde voor alle leerlingen. Wanneer Tijdens de ouder-leerling-mentorgesprekken worden de IOP/ OPP geëvalueerd en aangepast. Hoe/Wie Alle klassen werken met het IOP/OPP, alle mentoren vullen het IOP/OPP in, in het LVS. Voorwaarde De leerlingen kennen hun leerpunten, deze worden zowel individueel tijdens een coaching gesprek besproken als ook in de klas. Evaluatie/ Een ontwikkelingsgericht document dat door de mentor met de leerling en de ouders besproken is, met als doel meetbare eindtermen te Resultaat formuleren waarbij er verantwoordelijkheid ligt voor alle partijen. Doel Wanneer
Hoe/Wie Voorwaarde
22
Voldoende vaardig zijn van mentoren om(coaching)gesprekken te voeren met leerlingen en ouders. Minimaal 6 x per jaar worden met de leerling coaching gesprekken gehouden en 3x per jaar wordt er met ouders en leerling samen gepraat over de resultaten van de opgestelde doelen in het IOP/OPP .Om de vaardigheid hiervoor te vergroten is er een teamtraining m.b.t. coaching vaardigheden gevolgd in het schooljaar 2013 – 2014. De mentor voert de individuele gesprekken met de leerling; hierbij is het IOP/OPP, het portfolio en het welzijn en de ontwikkeling van dat moment onderwerp van gesprek. Met ouders en leerling wordt er geëvalueerd en worden er nieuwe doelen opgesteld en vastgelegd. Betrokkenheid van alle partijen. De mentoren zijn voldoende vaardig in het voeren van de gesprekken; hebben collega’s hulp of feedback nodig dan vragen ze elkaar.
Evaluatie/ Resultaat
De ontwikkeling van de leerling wordt gevolgd en/of bijgestuurd. Er kan eerder actie ondernomen worden bij hulpvragen of problemen.
Doel Wanneer Hoe/Wie Voorwaarde Evaluatie/ Resultaat
Ervaring en kennis delen met en gevoed worden door 10 scholen voor Praktijkonderwijs Minimaal 1x per jaar een verplichte bijeenkomst met vakgroepen of het bijwonen van een gezamenlijke studiedag. Alle teamleden gaan naar een door een praktijknetwerkgroep aangewezen locatie. De bereidheid hebben om “ te delen en te luisteren naar elkaar”. Door anderen opgedane kennis of ervaring gebruiken in je eigen school. Ook middelen en materialen kunnen uitgewisseld worden.
Doel Wanneer Hoe/Wie
Handelings gericht werken , aansluiten bij kennis, mogelijkheden en vaardigheden van de leerling Voortdurend Lezen van de dossiers, inventarisatie na coaching gesprekken, stagegesprekken, gesprekken met ouders. Toepassen van gedifferentieerd lesmateriaal waar mogelijk en gebruikmakend van ELO als zoekplaats van materiaal en communicatiemogelijkheid naar thuis. Portfolio speelt hierin een belangrijke rol. Alle collega’s werken op dezelfde wijze en kennen de achtergrond van de leerlingen. Leerlingen voelen zich serieus genomen en zijn actiever betrokken bij hun ontwikkeling(swensen). Collega’s houden bij/ hebben zicht op wat de leerlingen wel/niet gedaan hebben. In het portfolio is te zien waar de leerling mee bezig is geweest/ geleerd heeft. Digitaal wegzetten!
Voorwaarde Evaluatie/ Resultaat
Doel Wanneer Hoe/ Wie Voorwaarde Evaluatie/ Resultaat
23
Leerlijnen voor alle vakken aangepast Waar nodig jaarlijks Alle collega’s die verantwoordelijk zijn voor een leerlijn delen deze met de collega’s en stellen de leerlijn waar nodig bij. De verantwoordelijke collega verdiept zich in vernieuwingen, nieuwe eisen, stemt af met uitvoerende collega’s wat er gedaan is. In kleine groepen worden de huidige leerlijnen bekeken en aangepast volgens een vast format (of theorie of praktijk). Hierna wordt het op de G schijf gezet waardoor alle collega’s er naar kunnen kijken. Daarna worden de leerlijnen centraal in teamvergaderingen besproken.
Doel Wanneer Hoe/Wie
Voorwaarde Evaluatie/ Resultaat Doel Wanneer Hoe/ Wie Voorwaarde Evaluatie/ Resultaat
Doel Wanneer Hoe/Wie Voorwaarde Evaluatie/ Resultaat
24
Profielblokken, niveaugroepen en Entree onderwijs en branchegerichte cursussen aanbieden in het kader van maatwerk. Wekelijks Ruimte in het rooster om 2x per week een profielblok te laten kiezen door leerlingen. Ouders en leerlingen maken keuze(s) voor extra branchegerichte cursussen en in klas 3,4,5 wordt als extra Nederlands, Engels en rekenen/wiskunde aangeboden. Voor de (voorheen) convenantleerlingen is er per augustus 2014 het Entreeonderwijs. Helder in beeld hebben wat leerlingen kunnen en kennen en wat de wensen en verwachtingen van ouders zijn. Goed bezochte cursussen. Tevreden leerlingen en ouders.
Veiligheid: Wij zijn pilotschool voor SWB. 2012-2016 Collega’s van de praktijkvakken o.l.v. Andreas. Invoering SWB in klas 2 Verder invoeren/aanpassen. Ontwikkelen van nieuw materiaal gericht op risicokaarten door een aantal collega’s. De bereidheid van collega’s om o.a. de riesicokaarten verder te ontwikkelen. Bij leerkrachten een bewustwording van een nog veiliger werkomgeving en een voorbeeld voor de toekomstige werknemers. Een tweede doel is om alle leerlingen veiligheid te laten zien/ervaren als vast onderdeel in alle bedrijven en niet als een moeilijke leeropdracht (VCA) VCA wordt wel aangeboden aan die leerlingen die het voor hun toekomstige baan nodig hebben. Werken met een thema: bv. project veiligheid of vrijheid. Zowel de theorie als de praktische vakken zijn dan meer onderling verbonden. Jaarlijks. Leerlingen van de klassen 1 t/m 5 zijn betrokken evenals de collega’s. Er is een afgesproken programma per klas. Alle leerkrachten die lesgeven aan deze groepen weven het thema door hun lessen. Er wordt geëvalueerd na afloop. Voorlopige reacties zijn positief.
Doel
Wanneer Hoe/Wie Voorwaarde Evaluatie/ Resultaat Doel Wanneer Hoe/Wie Voorwaarde Evaluatie/ Resultaat
Vergroten digitale vaardigheden leerkrachten; De computer gebruiken als middel om – extra – werk te bieden, werk van leerlingen of collega’s in te zien en te beoordelen of op te slaan en te communiceren met ouders, direct of door hen ook zicht te geven op het werk van de leerling. Regelmatig gepland en op verzoek. Collega’s scholen zo mogelijk elkaar. Collega’s geven zelf aan of en hoeveel hulp ze nodig hebben. Er vindt voortdurend uitwisseling plaats doordat met allemaal hetzelfde instrument, de I-Pad, optimaal wil gebruiken. Daarnaast komt het gebruik van ELO en het LVS regelmatig in vergaderingen aan de orde. Een breder aanbod voor meisjes. Vanaf 2012 Zowel een aantal collega’s van het PRO, als ook de werkgroep Praktijknet ( Salland/Twente) zijn op zoek naar een breder aanbod. Er moet voldoende deelname/ interesse zijn. Omdat PRO Raalte niet heel dicht bij andere PRO scholen ligt is onderlinge uitwisseling wat lastiger i.v.m. reismogelijkheden. We moeten een selectie maken in wat we aanbieden. Werken in de Zorg, Woonhulp en de cursus Winkelmedewerker wordt gestart.
Doelen bij hoofdstuk 8: Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg Inhoud Betrekken van de omgeving bij het functioneren van het PRO Doel Waar mogelijk afstemming van de vraag van de omgeving en de ontwikkelingsplannen en – mogelijkheden van de leerling Wanneer Voorjaar 2013 en tijdens de jaarlijkse evaluaties van de stage Hoe/Wie Het tevredenheidsonderzoek wordt afgenomen en geanalyseerd, de stagebegeleiders informeren jaarlijks bij de bedrijven Voorwaarden Alle ouders, leerkrachten, leerlingen, bedrijven vullen de enquêtes in Evaluatie/ De analyse van de resultaten is onderwerp van gesprek tijdens de jaarlijkse evaluatie en tijdens het stageoverleg. Het vormt de Resultaat aanleiding tot eventuele wijzigingen 25
Doorontwikkeling Praktijkonderwijs : We werken voor alle leerlingen met een Individueel Ontwikkelingsplan, dat wordt opgezet door jou, je ouders en je mentor: IOP. De leerlingen komen op het Praktijkonderwijs met een toewijzing door de Regionale Verwijzings Commissie (RVC) n.a.v. een onderwijskundig rapport, een psychologische test en eventueel andere onderzoeken. Klas 1 en 2 Van aanbod naar Van vraaggestuurd. Er wordt door jou een aanbod portfolio opgebouwd. De school volgt je met naar behulp van een leerlingbegeleiding vraagsysteem waarin jouw gestuurd competenties in beeld zijn voor jou, je ouders en de school. Theorie: Het leren( en vasthouden ) van basiskennis en vaardigheden sluit aan bij jouw mogelijkheden. Er wordt handelingsgericht gewerkt.
26
Klas 3 en 4 Het ontdekken en ontwikkelen Koppe- van vaardigheden voor jouw ling toekomst. Je ontdekt steeds meer wat je leerkent en kunt. Dit ga je route presenteren aan je ouders en klasgenoten. Je gaat ook onderzoeken wat je nog moet leren om je doel te bereiken. stages Start van het stageportfolio. Theorie: sluit steeds meer aan bij de praktijk, je interesse en bij jou en jouw toekomstmogelijkheden.
Naar Kwalificatie voor de arbeidsmarkt
Klas 5 Van leerroute naar werkplek. Je loopt 2, 3 of 4 dagen stage. Je gaat aan de slag om je doel te bereiken. Er worden hogere eisen gesteld. Er is regelmatig overleg met jou, je ouders en het stagebedrijf over mogelijkheden voor jou in de nabije toekomst. Het stageportfolio geeft veel informatie. Theorie: Afgestemd op de maatschappelijke eisen en op jou en je toekomstmogelijkheden. Aanbod: AKA, Burgerschap, branche en bedrijfsgerichte cursussen.
Nazorg Nazorg
BBL
2
BBL convenant
jaar Werk SWV Dagbesteding
Sociale vaardigheden: Wie ben ik, wat kan ik. Je kunt reflecteren op je eigen gedrag. Je vergroot jouw zelfstandigheid, je neemt de verantwoordelijkheid voor jezelf en hebt respect voor de ander. In de lessen maar ook vooral tijdens coachinggesprekken komt jouw ontwikkeling ruim aan bod. Waardengericht onderwijs is een rode draad in het handelen. Stage voorbereiding: Je doet ervaring “binnen” de schoolomgeving op ( interne stages), die je moet voorbereiden op de toekomstige externe stages. Praktijklessen worden door jou en de leerkracht geëvalueerd op nauwkeurig werken, motivatie, omgang met
27
Sociale vaardigheden: Wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik. Je vergroot je eigen zelfstandigheid en je kunt reflecteren op je eigen gedrag en vaardigheden. Je kunt de theorie toepassen in samenwerking met anderen. Je voelt je verantwoordelijk voor je eigen ontwikkeling en neemt daarin initiatieven. In de lessen maar ook vooral tijdens coaching gesprekken komt jouw ontwikkeling ruim aan bod. Waardengericht onderwijs is een rode draad in het handelen. Stage: De eisen aan stagevaardigheden worden uitgebreid. Er wordt gekeken naar en in beeld gebracht welke en in welke mate jij vaardigheden beheerst: portfolio, assessment ed. Je loopt zowel intern (o.a. op A.C. en ATC) als extern stage. Bij externe stages is er een vaste stagebegeleider van school en op de werkplek. Als je weet wat
Sociale vaardigheden: Doelgericht laat je zien wie je bent, wat je kunt en wat je wilt in relatie tot je toekomst. Je bent gemotiveerd om het maximale uit jezelf te halen, waarbij een positieve relatie met anderen er toe doet. Je krijgt tijdens de lessen en de coaching gesprekken steeds meer zelf de regie. Waardengericht onderwijs is een rode draad in het handelen.
Stage: De stagebegeleider van klas 5 gaat in overleg met jou, de mentor, het bedrijf en je ouders op zoek naar een arbeidsplaats, een arbeidsplaats gecombineerd met een Entreeopleiding i.s.m. een ROC, of een rechtstreekse plaatsing op het ROC. Meestal gaat dit via een plaatsingsstage. Als het nodig is word je aangemeld bij het regionale netwerk en wordt
elkaar en met het materiaal enz. In klas 2 worden als voorbereiding op de stage maatschappelijke stages uitgevoerd.
Basisvaardigheden: Leerlijnen, projecten, modules of thema’s. Door kennis te maken met basisvaardigheden van alle vakken leer je ontdekken waar je interesses en mogelijkheden liggen. Er ligt een belangrijk accent op je sociale houding en je werkhouding.
28
je wil worden, ga je – samen met je mentor/coach – onderzoeken wat je nog te leren hebt en stippelt een leerroute uit. Op de verschillende stages die volgen pas je de geleerde vaardigheden toe. De opbouw van de stages is als volgt: 1 aanvangsstage ( 3, 4) 2 oriënterende stage ( 3,4) 3 leer- en oefenstage ( 4b, 5) 4 plaatsingsstage (4b, 5) Passend bij jouw leerroute, die gericht is op stage, werk of een leer/werktraject, volg je theorie, branchegerichte cursussen of je doet mee aan profielblokken . Hierdoor ontwikkel je steeds meer competenties die je nodig hebt om zelfstandig te kunnen werken en of leren. Daarnaast besteden we aandacht aan het vergroten van de zelfredzaamheid en we laten ze kennismaken met verschillende invullingen van de vrije tijd.
er hulp geboden bij onderzoeken of de aanvraag voor Wajong, AWBZ, job coach, ed.
Cursusaanbod blijft, maatwerk - , zowel intern als extern, zowel theoretisch als praktisch.
Praktijkonderwijs: gericht op de individuele capaciteiten en wensen van leerlingen, met als doel dat leerlingen gekwalificeerd worden voor de arbeidsmarkt. Leerlingen kunnen terecht komen op een reguliere of beschermde werkplek, of een beroepsopleiding op het ROC, eventueel in convenant. Praktijkonderwijs moet je doen!: doen waar je plezier in hebt, doen wat je goed kunt en datgene doen wat bij je past. We halen een positief resultaat als de leerling aan het eind van de schoolperiode zegt:
“ik ben geslaagd in wat ik wil en kan.”
29
30