TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN EN VILv Nr. 21 • april 2013
Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P802104
Te beleven in Leuven: toetsen, studeren, fotograferen, fablabben, doctoreren, onderwijzen, acteren, dansen, feesten en
ingenieuren!
ALUMNI INGENIEURS K.U.LEUVEN
Voorwoord Beste collega-ingenieurs, beste medewerkers en vrienden van de faculteit, beste toekomstige studenten, Na de lange winter een GeniaaL om je aan op te warmen: met plezier kunnen we je talrijke prijzen en onderscheidingen melden die onze collega’s welverdiend behaald hebben. We kunnen zelfs een eredoctoraat aankondigen voor één van onze collega’s, Sabine Van Huffel. Een welgemeende en dikke proficiat. In dit nummer ook een weerspiegeling van een zeer geslaagde infodag voor de jonge geïnteresseerde ir(a)-studenten. Na vele jaren van werk en inspanningen aan de middelbare school kunnen deze studenten een ijkingstoets afleggen. Het is een gezamenlijke inspanning met de andere universiteiten in Vlaanderen met de bedoeling dat de studenten hun voorkennis op een vrijblijvende manier kunnen toetsen. De geslaagde studenten kunnen op deze manier zelfs een eerste studiepunt verdienen, en voor de anderen kunnen we gerichter begeleiding en opvang voorzien. Een win-win voor iedereen... In dit nummer willen we ook FabLab eens in the picture zetten: opgestart drie jaar geleden en nu al zeer succesvol gezien de echte doorbraak van 3D-printing volop aan het gebeuren is. Een overzicht van de onbeperkte mogelijkheden: ‘het maken van dingen simpel maken’... Volgend academiejaar is het 150 jaar geleden dat de zogenaamde ‘speciale scholen’ en dus de ingenieursopleiding in Leuven opgestart zijn. Een gelegenheid om alles eens in de verf te zetten. Het wordt een heel jaar lang 'vieren' met talrijke ludieke en academische plechtigheden. Een voorsmaakje van het programma vind je al in dit nummer. We kijken ernaar uit je te mogen ontmoeten op een van deze momenten en ingenieuren zullen we: KU Leuven ingenieurt 150 jaar! Tot binnenkort, Michiel Steyaert, decaan Faculteit Ingenieurswetenschappen
BESTe collega – alumni, Een belangrijke vereiste om uitdagende projecten tot een goed einde te brengen is doorzettingsvermogen - je BEST doen. Zonder deze instelling hadden we ons diploma wellicht niet behaald. Deze levensles nemen we dan ook verder mee in de rest van onze carrière, en telkens weer komt dit ons van pas om een volgend doel te bereiken. Het lijkt me dan ook een belangrijke verantwoordelijkheid voor ons, ingenieurs, om dit aan de toekomstige generaties te kunnen doorgeven, want ook zij zullen dit nodig hebben om Vlaanderen, België, Europa welvarend te houden. Wie alvast blijk gaf op het goede spoor te zitten, zijn de ingenieursstudenten die – succesvol – deelnamen aan de BEST-competitie. Je leest hier meer over verder in dit blad. Ook kan ik niet nalaten een bijzonder student even in de schijnwerpers te plaatsen, hij zette namelijk zijn BESTe beentje voor (of liever allebei) in het snelschaatsen: Bart Swings combineert zijn zware studies aan onze faculteit maar eventjes met glansprestaties als topsporter – proficiat! In een volgend nummer lees je hier meer over. Wat VILv betreft, ook wij geven het BESTe van onszelf, onder andere voor de organisatie van alweer twee druk bijgewoonde forumavonden, maar dit jaar ook met een nieuw initiatief – een VILv-studentenprijs. Hierover later meer. En ten slotte wil ik nog het allerBESTe toewensen aan de drie vicerectoren uit onze faculteit die zich kandidaat stelden voor de rectorverkiezingen! Gegroet en tot gauw. Gert Sablon, voorzitter VILv – Alumni Ingenieurs KU Leuven
INHOUD nieuws uit de faculteit KU Leuven ingenieurt 150 jaar infodag ingenieurswetenschappen een ijkingstoets, wa’s da? studievoortgang bij ingenieurswetenschappen FabLab Leuvense ingenieurscompetitie betrouwbare detectie van nachtelijke epilepsieaanvallen
3 4 5 6-7 8-9 10 11 12-13
Faculty STAR Hannelore Veelaert oproep voor de VILv vzw - Algemene Ledenvergadering 5 oktober 2013: dag van de ingenieur forumavond ‘Engineering your Health: utopie of realiteit’ revue 2013: ‘Dierckx Never Dies’ onderwijs in de toekomst: open en beter starters aan het woord
14-15 16 17 18 19 20 22-23
Nieuws Prijzen, onderscheidingen, …
In memoriam
• Peter Van Puyvelde, gewoon hoogleraar aan het Departement Chemische Ingenieurstechnieken, is bekroond met de Morand Lambla Award van de Polymer Processing Society. De prijsuitreiking heeft plaatsgevonden bij de Annual Meeting van de PPS in december 2012 in Thailand. De Polymer Processing Society bekroont een jonge, excellente onderzoeker op het gebied van de verwerking van polymeren. Deze prijs wil originaliteit, excellente prestaties en potentieel voor de voortzetting van creativiteit onder jonge onderzoekers stimuleren en erkennen, in de wetenschap en de technologie van kunststofverwerking en aanverwante gebieden. • Aan Michiel Steyaert, gewoon hoogleraar aan het Departement Elektrotechniek, werd op 18 februari 2013 tijdens de 60e editie van de International Solid-State Circuits Conference (ISSCC) in San Francisco, de Top Contributors Award toegekend. Hij is de enige Europese onderzoeker die zowel bij de 50e als de 60e editie een Top Contributors Award heeft ontvangen. ISSCC is de wereldwijde vlaggenschipconferentie van de Solid-State Circuits Society en het belangrijkste forum waar ontwikkelingen in dit gebied worden voorgesteld. • Veertig jonge toponderzoekers zijn onlangs lid geworden van de Jonge Academie van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten. Zij werden geselecteerd uit maar liefst 146 kandidaten die reageerden op de oproep tot lidmaatschap. Deze jonge onderzoekers hebben drie doelstellingen voor ogen: interdisciplinair werken, nadenken over het huidige wetenschapsbeleid, en wetenschap communiceren naar de jeugd. Voor de Faculteit Ingenieurswetenschappen werden volgende ZAP-leden geselecteerd: Jan Aerts, Michaël De Volder, Liesbet Geris, Johan Meyers, Giovanni Samaey en Marian Verhelst. • Doctoraatsstudenten Hans De Clercq, Jeroen Lecoutere en Piet Callemeyn (Afdeling ESAT MICAS Micro-elektronica en Sensoren) hebben de 2012 Engibous Prize For Innovation In Analog en 10.000 dollar ontvangen voor hun eerste plaats in de European Texas Instruments Analog Design Contest. Het winnende ontwerp was een werkend prototype van een babypyjama waarmee van op afstand signalen kunnen worden opgevangen met het oog op monitoring. • De ‘Impact and interaction of emission trading and deployment of renewables regarding CO2 emissions in the European electricity sector’ van Kenneth Van den Bergh sleepte een nominatie in de wacht voor de Vlaamse Scriptieprijs 2012. De jury selecteerde 5 werken uit een totaal van 297 inzendingen. Aan juriste Lynn Verrydt (UGent) werd de Vlaamse Scriptieprijs 2012 toegekend tijdens de prijsuitreiking in het stadhuis van Gent op 18 december 2012. • ie-netprijzen 2012: volgende afgestudeerden vielen in de prijzen: - categorie processen - producten - diensten: Gokula Krishna Muralidharan met ‘Metallic Ceramics - MAX Phase Ceramics’; - publieksprijs beste oplossing: Laurens Coox en Mathijs Vivet met ‘Numerieke evaluatie van de invloed van koetswerkflexibiliteit op de voertuigdynamische performantie’; - Persprijs: Maaike Mercelis met ‘BIM2SIM: van digitaal gebouwmodel naar simulatie’. • Bart Swings, bachelorstudent ingenieurswetenschappen, sinds twee jaar overgeschakeld van skeeleren naar de olympische discipline snelschaatsen, behaalde in het Noorse Hamar half februari een persoonlijk record op de 500 m, werd derde op de 5 kilometer, derde op de 1.500 m en tweede op de 10 km. Hij won brons in de eindstand van het WK allround. Op 9 en 10 maart 2013 eindigde Bart Swings achtste in de 5.000 m en eerste in de 1.500 m met een nieuw Belgisch record. De eerste zege in een manche van een wereldbeker is een feit. Dankzij deze zege schuift Bart Swings op naar de tweede plaats in de eindrangschikking van de wereldbeker. • Alumna Sophie Vandebroek, afgestudeerd als burgerlijk elektrotechnisch-werktuigkundig ingenieur, richting elektrotechniek aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen KU Leuven, nu Chief Technological Officer en voorzitter van de innovatieafdeling binnen Xerox, ontving een Outstanding Career Award. • AFC Leuven en Humasol zijn de laureaten van de eerste ‘Stichting Leuven.Inc Prijs’. Die bekroont projecten die op innovatieve wijze de maatschappelijke impact van ondernemerschap kunnen vergroten en bedraagt 12.500 euro. AFC Leuven (Academics for Companies) kreeg de prijs toegekend vanwege zijn bijzondere verdiensten voor de bevordering van ondernemerschap bij studenten. Humasol mocht de prijs in ontvangst nemen voor de innovatieve wijze waarop zij ingenieursstudenten inzetten in ontwikkelingssamenwerking.
De universitaire gemeenschap neemt afscheid van: • Hans Verplancke, deeltijds docent aan het Departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening. Hij overleed in Nederokkerzeel op 29 januari 2013.
3
• Jef Helsen, emeritus hoofddocent aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen. Hij overleed in Kessel-Lo op 4 maart 2013.
Faculty STARs Fotografie, beeldende kunst, literatuur, cabaret, dans en muziek: net als vorig jaar vormen de Faculty STARs een bont gezelschap. Na een zoektocht van enkele maanden maakte de Dienst Cultuur onlangs de namen bekend van deze huiskunstenaars. De rest van het academiejaar zijn ze ‘Student Artist in Residence’ (STAR) aan hun faculteit. Fotografe Hannelore Veelaert, masterstudent architectuur, werd tot Faculty STAR van de Faculteit Ingenieurswetenschappen uitgeroepen. Annemie Caproens
KU Leuven ingenieurt 150 jaar Vandaag kunnen we ons geen wereld meer voorstellen zonder ingenieurs of ingenieur-architecten. Ze staan immers aan de basis van ontelbare dingen die ons dagelijks omringen. Toch bestonden er oorspronkelijk enkel militaire ingenieurs. Hun uitvindingen hadden vooral strategische doelen. Door de industriële revolutie ontstond er een nood aan hooggeschoolde technische mensen om onder andere stoommachines te kunnen ontwerpen en onderhouden, en de ‘burgerlijk ingenieur’ werd geboren. In het academiejaar 1864-1865 werden er in de Faculteit Wetenschappen van de Leuvense Universiteit voor het eerst colleges opgenomen van de ‘Ecole des Mines et des Arts et Manufactures’.
4
Tijdens het feestjaar 2013-2014 willen we deze eerste stap naar een volwaardige ingenieursopleiding vieren onder het motto ‘KU Leuven ingenieurt 150 jaar’. We roepen ‘ingenieuren’ uit tot werkwoord: het opleiden van ingenieurs en het uitoefenen van het beroep is immers een heel actieve en nuttige bezigheid. Het wordt tijd dat het Nederlands ook een werkwoord krijgt zoals het Engelse ‘engineering’. De faculteit heeft een werkgroep opgericht met vertegenwoordigers van het decanaat, alle departementen, VTK, Existenz, en de Dienst Communicatie van KU Leuven. Zij zijn al bijna een jaar aan het brainstormen en voorbereiden, sinds enkele maanden onder leiding van professor-emeritus Herman Neuckermans. We willen van alle gewone evenementen van dit jaar een feestelijke editie maken en bovendien nog enkele extra vieringen, feesten en ‘ingenieursevenementen’ eraan toevoegen. We zullen u uiteraard in GeniaaL op de hoogte houden en geven hierbij al een summier overzicht: september 2013 • Van 16 tot 20 september 2013: SEFI-congres 2013: de Europese organisatie voor ingenieursopleidingen (Société Européenne pour la Formation des Ingenieurs) viert haar 40e verjaardag op haar oprichtingsplek, Leuven oktober 2013 • Opening feestjaar 2013-2014 - Vrijdag 4 oktober 2013: Academische zitting/ receptie/walking dinner - Zaterdag 5 oktober 2013: VILv Dag van de Ingenieur - Zondag 6 oktober 2013: Open Bedrijvendag - Zondag 6 oktober 2013: Feestavond voor studenten • 22-23 oktober 2013: 24-urenloop november 2013 • Woensdag 27 november 2013: Arenbergsymposium in het kader van de Prof. ir. R. Van Cauterenleerstoel december 2013 • Woensdag 4 december 2013: Viering Sint-Barbara: academische zitting Honorary Professors • Vrijdag 6 december 2013: VTK Sinterklaasviering
januari 2014 • Nieuwjaarsrecepties in faculteit en departementen februari 2014 • Feestweek VTK maart 2014 • Revue VTK en proffentap • Infodag voor toekomstige studenten Ingenieurswetenschappen • Debatavond Wetenschap & Ethiek april 2014 • FabLab Event • Opening InnovationLab mei 2014 • Vrijdag 23 mei 2014: Ingenieursfeest voor personeel en alumni juli 2014 • Vrijdag 4 juli 2014: Promotieviering We plannen ook extra lezingen (live en online) in dit kader en werken aan een tijdlijn, een folder waarop de geschiedenis van de ingenieursopleiding is samengevat. Alles is voorlopig nog ‘work in progress’ maar we hopen natuurlijk dat we er met heel wat ingenieurs, ingenieurs in spe en geïnteresseerden een schitterend jaar van kunnen maken. Zoals elke dag een nieuw begin is, maken we van het hele academiejaar het begin van een hoopvolle toekomst. Als je aan dit feestjaar je steun wil verlenen kun je een bedrag naar keuze schenken. Voor een gift vanaf 40 euro ontvang je een fiscaal attest van de KU Leuven. Voor giften vanaf 300 euro wordt je naam vermeld als ereschenker op de website. Je kunt je schenking storten op de giftenrekening van de KU Leuven met ibannummer BE45 7340 1941 7789 en biccode KREDBEBB met vermelding van de gestructureerde mededeling: 400/0008/34946. Op eenvoudige vraag via
[email protected] sturen we je het sponsordossier. Jelle De Borger
Infodag ingenieurswetenschappen
Op zaterdag 23 maart kwamen 1.200 bezoekers (bijna 600 scholieren met hun ouders of familieleden) de sfeer opsnuiven bij de Faculteit Ingenieurswetenschappen op de campus in Heverlee: een infosessie van professoren, een bezoek aan de infomarkt van de opleidingen, een gesprek met studenten of een demonstratie van studentenprojecten, uitleg over de ijkingstoets, een rondleiding door de ontwerpateliers van de architectuuropleiding in het Arenbergkasteel of door de departementen Elektrotechniek en Werktuigkunde, een kennismaking met het werkveld van ingenieurs in het UZ Leuven of imec, … Je krijgt maar één kans om een eerste indruk te maken, maar we hopen dat die goed was: onze indruk van de bezoekende jongeren was zeker positief! We hopen volgend academiejaar deze gemotiveerde en enthousiaste nieuwe studenten te kunnen verwelkomen. Foto’s Judith Van Puyvelde en Hannelore Veelaert
5
Een ijkingstoets, Hoe, hoezo, waarom, en what’s in it for you and Op de infodag voor toekomstige studenten op 23 maart 2013 kregen de bezoekers al wat praktische informatie over de ijkingstoets: wat, wanneer en waar weten ze al: 40 meerkeuzevragen op 1 juli 2013 in Heverlee. Het ‘hoe, hoezo, waarom, en what’s in it for you and for me’ lees je hier.
Hoezo?
6
De kogel is door de kerk: vanaf juli 2013 wordt elk jaar een ijkingstoets georganiseerd voor de studenten die een opleiding burgerlijk ingenieur of burgerlijk ingenieur-architect willen beginnen. Voor de opleiding burgerlijk ingenieur zal de toets en de beoordeling gemeenschappelijk zijn voor de drie faculteiten ingenieurswetenschappen (UGent, VUB, en KU Leuven) in Vlaanderen. Dezelfde toets zal aangeboden worden aan toekomstige studenten burgerlijk ingenieur-architect voor KU Leuven. Aan de KU Leuven past deze toets in de studentenbegeleiding die al bij het einde van het secundair onderwijs in juli start en de overgang van het secundair naar het hoger onderwijs moet vergemakkelijken. Zo willen we ervoor zorgen dat er meer studenten slagen in het eerste jaar.
Wat en hoe? Vorm en modaliteiten van de toets (zie ook webpagina’s: www.ijkingstoets.be/, eng.kuleuven.be/ijkingstoets) De toets bestaat uit 40 meerkeuzevragen die peilen naar het ruimtelijk inzicht en naar wiskundige vaardigheden die nodig zijn om de lessen te kunnen volgen. De inhoud van de vragen is gebaseerd op de leerstof van de richtingen uit het secundair onderwijs met minimaal 6 uur wiskunde. De leerinhoud van zowel de eerste, tweede als derde graad komt aan bod. De competenties die je nodig hebt om de ingenieursstudies aan te vangen, gaan echter verder dan het beheersen van wiskundige rekenregels. Kun je ook verschillende wiskundige technieken combineren? Kun je een toegepast probleem interpreteren en opsplitsen in deelproblemen? Vind je de juiste wiskundige technieken om de deelproblemen op te lossen? Kun je ten slotte je deelresultaten weer combineren om zo een antwoord te formuleren op de oorspronkelijke vraagstelling? Voorbeelden van modelvragen kun je vinden op de webpagina eng.kuleuven.be/ ijkingstoets.
Deelname aan de ijkingstoets is vrijblijvend, en het resultaat is niet bindend voor het aanvatten van de studies. Geslaagde studenten kunnen aan de KU Leuven wel één studiepunt vrijstelling aanvragen in de eerste fase burgerlijk ingenieur en burgerlijk ingenieur-architect. Simultaan met de toets burgerlijk ingenieur worden aan de KU Leuven en sommige andere Vlaamse universiteiten nog ijkingstoetsen georganiseerd voor de opleidingen bio-ingenieur, wetenschappen en handelsingenieur, maar die zijn grotendeels verschillend van de ijkingstoets voor burgerlijk ingenieur en burgerlijk ingenieur-architect.
Waarom? Probleemstelling vanuit de historiek Door de afschaffing van het toelatingsexamen 10 jaar geleden is de populatie studenten die aan de studies burgerlijk ingenieur en burgerlijk ingenieur-architect begint niet alleen groter, maar vooral heterogener geworden. Er zijn meer studenten aan de studies begonnen die niet over voldoende wiskundecapaciteiten beschikken, en daardoor zijn de slaagcijfers in de eerste fase sterk gedaald. Deze groep van minder gekwalificeerde studenten haken mentaal af in de loop van het jaar, maar blijven om diverse redenen nog in het programma. Ondanks diverse inspanningen van begeleiding en bijwerking bij het begin van het academiejaar, stappen deze studenten pas na één jaar over op studierichtingen die beter bij hun mogelijkheden en interesse aansluiten. In een ander artikel in GeniaaL over de studievoortgang bestudeert Kathleen Geraedts de populatie van de 466 generatiestudenten die aan de studies van burgerlijk ingenieur begonnen zijn in het academiejaar 2009-2010. Een belangrijk percentage van deze populatie, namelijk 38%, volgt in 2012-2013 niet meer de opleiding burgerlijk ingenieur. Maar 10% veranderde van studierichting na het eerste semester, en 28% deed dit na één of twee jaar studie. Het is dus noodzakelijk om al voor het begin van het academiejaar de studenten met minder capaciteiten te kunnen identificeren en te begeleiden of door te verwijzen.
What ’s in it for you and for me? Begeleidingstraject aan de KU Leuven voor de startende studenten ingenieurswetenschappen Alle studenten met interesse voor de studies van burgerlijk ingenieur en burgerlijk ingenieur-architect wordt sterk aangeraden om het begeleidingstraject te volgen. Dit start met deelnemen aan de ijkingstoets wiskunde begin juli. Op basis van de piloot-
wa’s da? for me. fase van 4 juli 2012, wordt er verwacht dat ongeveer 60% van de studenten zal slagen, (zie figuur conceptuele verdeling van de populatie studenten met interesse in de opleiding). Deze geslaagde studenten kunnen dan via een EVK (Eerder Verworven Kwalificatie) een vrijstelling krijgen voor 1 studiepunt, namelijk voor ‘wiskunde voor probleemoplossen’, een onderdeel van het vak ‘Probleemoplossen en Ontwerpen’ (burgerlijk ingenieur) en ‘Architectuurontwerpen’ (burgerlijk ingenieur-architect). De niet-geslaagde studenten wordt aangeraden om hun wiskunde bij te werken en ook de zomercursus wiskunde te volgen in september. Aansluitend op de zomercursus is er de mogelijkheid om te herkansen voor de ijkingstoets. Opnieuw krijgen geslaagden een EVK en aanmoediging om aan de studies te beginnen. Het doel is namelijk om meer goede studenten in de opleiding en in het beroep te krijgen, gezien de grote tekorten aan ingenieurs. Studenten die twee maal heel zwak scoren, raden we een diepere analyse bij de Dienst Studieadvies aan. Studenten die niet slagen op de ijkingstoets en toch starten aan de opleiding, volgen het opleidingsonderdeel ‘wiskunde voor probleemoplossen’, met een evaluatie in de eerste maanden van het academiejaar. Eind oktober krijgen alle studenten van de eerste bachelorfase twee tussentijdse toetsen, waarmee ze hun studievooruitgang verder kunnen in kaart brengen. Deze tussentijdse toetsen zijn vrijblijvend maar toch wordt er massaal aan deelgenomen. Studenten kunnen er geen punten mee verliezen op het eindexamen maar wel een beperkte bonus mee opbouwen. Op deze manier wordt er al midden november een duidelijk beeld gevormd van de prestaties van de studenten in het eerste jaar. Bij de Dienst Studentenbegeleiding kunnen de studenten ook steeds terecht voor vakinhoudelijke begeleiding of een individueel gesprek over verder studeren, herpakken of veranderen van studierichting.
7
De deelnemers aan de ijkingstoets in de pilootfase op 4 juli 2012 aan de KU Leuven
In de komende jaren zullen de verbanden tussen de prestatie op de ijkingstoets en de scores op de vakken van de eerste fase bestudeerd worden. Op basis daarvan hopen we over enkele jaren aan nieuwe studenten een indicatie te kunnen geven over de te verwachten studievoortgang aan de hand van hun resultaten op de ijkingstoets. Riet Callens, Dienst Studentenbegeleiding van de Faculteit Ingenieurswetenschappen, Joos Vandewalle, voorzitter van de werkgroep ijkingstoets
Studievoortgang bij ing In het academiejaar 2009-2010 waren er 466 generatiestudenten bachelor in de ingenieurswetenschappen (algemene richting). Een generatiestudent is een persoon die voor het eerst inschrijft in het eerste jaar hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap. Wat is anno 2013 de studiesituatie van deze 466 studenten?
met een jaar vertraging zijn/haar bachelordiploma behalen. 7% van de studenten heeft twee of meer jaren vertraging opgelopen. Zoals eerder vermeld is van 13% geen informatie bekend.
De studievoortgang bij ingenieurswetenschappen Ten slotte kan nog vermeld worden dat 81% van de startende studenten die niet overgestapt zijn naar een andere richting, normaal gezien zonder vertraging zijn/haar diploma burgerlijk ingenieur zal behalen. 17% heeft één jaar vertraging en 2% van de studenten heeft twee of meer jaar vertraging opgelopen.
Welke studierichting volgen zij nu? 8
62% zit nog in de opleiding tot burgerlijk ingenieur, 16% is overgestapt naar industrieel ingenieur, 9% studeert een andere richting. Hierbij is handelsingenieur/TEW het populairst, gevolgd door wetenschappen zoals wiskunde, fysica, informatica, ... en professionele bachelors (bouw, automechanica, ...). Maar ook richtingen uit de humane en biomedische wetenschappen werden gekozen (o.a. communicatiewetenschappen, geschiedenis en farmacie). Van 13% hebben we geen informatie, dit wil zeggen dat deze groep studenten geen studierichting aan de Associatie KU Leuven meer volgt. 38% van de generatiestudenten uit 2009-2010 volgt momenteel niet meer de opleiding Ingenieurswetenschappen. Tijdens het academiejaar 2009-2010 stopte ongeveer 10% van de studenten met de opleiding bachelor in de ingenieurswetenschappen na de bekendmaking van de resultaten van de januari-examens en een groot deel hiervan begon het tweede semester aan een nieuwe studierichting. De overige 28% kiest pas na één of twee jaar voor een nieuwe richting. Opvallend is dat studenten die tijdens het jaar een nieuwe studierichting aanvatten amper geneigd zijn om de richting bachelor in de industriële wetenschappen te kiezen. Quasi iedereen die anno 2013 na ingenieurswetenschappen de richting industrieel ingenieur volgt, is pas na één of twee jaar overgestapt.
Hoe ver zijn de studenten gevorderd in hun opleiding? 52% van alle destijds startende studenten, zal dit jaar (normaal gezien) het eerste masterjaar voltooien en heeft dus geen vertraging opgelopen in zijn/haar studies. Dit zijn voornamelijk studenten die niet van studierichting zijn veranderd. 28% zal
Al bij al zijn dit bemoedigende cijfers voor wie gemotiveerd aan de studie begint. Deze cijfers liggen in de lijn van de andere faculteiten van de Groep Wetenschap & Technologie. Om studenten zo vroeg mogelijk te adviseren over hun potentiële slaagkansen voor de opleiding, organiseert de KU Leuven vanaf dit jaar een zogenaamde ijkingstoets die studenten kunnen afleggen alvorens de opleiding te starten. Meer informatie hierover kan gevonden worden in het artikel ‘Een ijkingstoets, wa’s da?’ van prof. Joos Vandewalle en dr. Riet Callens, in dit nummer van GeniaaL. Cijfermateriaal over de studievoortgang (bekeken voor alle generatiestudenten uit het academiejaar 2011-2012 en voor alle faculteiten van de KU Leuven) kun je vinden op www.kuleuven.be/toekomstigestudenten/studievoortgang.html Kathleen Geraedts
enieurswetenschappen
n Studeert industrieel ingenieur n Studeert burgerlijk ingenieur n Studeert een andere studierichting aan de Associatie KU Leuven n Zit niet meer in de Associatie KU Leuven
Figuur 1. Gevolgde studierichting anno 2013 van 466 generatiestudenten uit het academiejaar 2009 – 2010.
n Heeft bachelordiploma en volgt het volledige programma van een eerste masterfase n Volgt het volledige programma van een eerste masterfase, maar moet bachelordiploma nog behalen n Zal (normaal gezien) dit academiejaar zijn bachelordiploma halen n Volgt voornamelijk vakken van een tweede fase n Volgt voornamelijk vakken van een eerste fase n Is geen student meer van de Associatie KU Leuven Figuur 2. Situatie anno 2013 van 466 generatiestudenten uit het academiejaar 2009 – 2010 op het gebied van studievoortgang.
n Heeft bachelordiploma en volgt het volledige programma van het eerste masterfase n Volgt het volledige programma van het eerste masterfase, maar moet bachelordiploma nog behalen n Zal (normaal gezien) dit academiejaar zijn bachelordiploma halen n Volgt voornamelijk vakken van het tweede fase n Volgt voornamelijk vakken van het eerste fase Figuur 3. Situatie anno 2013 van 289 generatiestudenten uit het academiejaar 2009 – 2010 op het gebied van studievoortgang bij ingenieurswetenschappen.
9
FabLab: ‘Het maken van dingen simpel maken’ FabLab-Leuven, het laboratorium waar innovatieve toestellen je helpen nieuwe dingen te creëren, bestaat in mei drie jaar. Nu al is het aan uitbreiding toe. Een goede reden voor een dubbelinterview met Joost Duflou, voorzitter van de stuurgroep, en Marc Lambaerts, de dagelijkse manager.
10
Wat was het oorspronkelijke doel van FabLab?
Zijn jullie tevreden over de gang van zaken?
Joost Duflou: Het doel van een FabLab is ‘het maken van dingen simpel maken’. FabLab ondersteunt innovatie door ervoor te zorgen dat een nieuw prototype simpel en goedkoop gemaakt kan worden. In FabLab vind je platte tweedimensionale lasersnijders of graveerders en driedimensionale-laserprinters naast allerlei ander meer gangbaar gereedschap. Het 3D-laserprinten van een polymeer is momenteel een echte hype. Pixel per pixel wordt een materiaal in laagjes boven elkaar aangebracht. Zo kun je er, eventueel met behulp van verbindingsmateriaal dat later weggenomen wordt, qua vorm quasi alles mee maken wat je kunt modelleren via de computer, toch binnen bepaalde afmetingen. Momenteel zijn er wel nog beperkingen op het gebied van materiaal en kwaliteit; hierbij is er nog heel wat ruimte voor verdere verbeteringen.
Joost Duflou: Toen ik vroeger rondliep op een projectvoorstelling van P&O3 (het opleidingsonderdeel Probleemoplossen en Ontwerpen waarin studenten van de tweede fase ingenieurswetenschappen een project mogen uitwerken, nvdr) en mooigemaakte dingen zag, bleek het altijd een vader, nonkel of buurman te zijn die het gemaakt had. Tegenwoordig krijg ik als antwoord dat ze het in FabLab gemaakt hebben. Dat stemt me zéér tevreden. Marc Lambaerts: Over het aantal bezoekers zijn we ruim tevreden, we zijn eerder overboekt. De uitbreiding is daarom erg welkom, al zou daarbij een verhoging van het aantal werknemers ook welkom zijn. Meer toestellen brengen immers meer werk met zich mee en een brand afgelopen herfst heeft ons geleerd dat we een lasersnijder nooit alleen mogen laten, zelfs niet met een geroutineerd programma. Het snijden gebeurt immers door weg te branden en we blijven dus met vuur werken.
Voor wie is het FabLab bedoeld? Joost Duflou: Het FabLab is bedoeld voor alle creatief gedreven mensen, zowel studenten, doctoraatsstudenten, afgestudeerden als de uitvinder om de hoek. Het werkt met het principe van ‘open innovatie’ wat wil zeggen dat alles wat je er ontwikkelt publiek gemaakt wordt, iedereen profiteert mee van de uitvinding van één iemand. Dit zorgt voor een creatieve boost. Het FabLab wordt gesubsidieerd door de KU Leuven en door de stad Leuven en is relatief goedkoop. Als iemand een vondst niet publiek wil maken, kan dat maar ligt het aangerekende tarief veel hoger. Marc Lambaerts: Ook krijgen we scholieren en mensen uit de sociale economie over de vloer. Mensen die langdurig werkloos zijn of leerlingen uit het secundair onderwijs met een time-out van drie weken kunnen hier komen experimenteren en winnen aan zelfvertrouwen. Hier mogen ze fouten maken, iedereen maakt hier fouten.
Wat houdt de uitbreiding juist in en wanneer zal ze in werking treden? Marc Lambaerts: De uitbreiding geeft plaats aan meer elektronicawerkstations, een extra lasersnijder en een grote kolomboor en zal hopelijk klaar zijn tegen juli 2013.
Aan welk project heb je de mooiste herinneringen? Marc Lambaerts: Ik vind de jeugdkampen echt tof. Sterk wat kinderen van 12-13 jaar op een week of minder kunnen realiseren. Zo maakte iemand een spaarpot die ‘dank u’ of ‘gierigaard’ en dergelijke riep naargelang het muntstuk dat je erin stak. Een ander maakte een toestel om zijn mama te laten schrikken wanneer ze de kamerdeur opendeed. Mensen die beweren dat jongeren niet geïnteresseerd zijn in technologie, moeten hier maar eens komen kijken: ze worden snel overtuigd van het tegendeel.
Welk project zou je nog graag realiseren?
Enkele voorwerpen gemaakt met de 3D-laserprinter o.a. een molecule, een citroenpers en siervoorwerpen
Marc Lambaerts: Nu al zijn er een aantal mensen die hier werken op het spanningsveld tussen kunst en technologie. Ze willen een reeks kunstwerken maken die allemaal net iets verschillend zijn en proberen via een computerprogramma bijvoorbeeld toeval te creëren zonder inmenging van een mens. Ik zou graag een ‘artist in residence’ hier huisvesten, een kunstenaar die voor een half jaar logies en toegang tot het FabLab krijgt om er te experimenteren. De kunstenaar leert de mogelijkheden en beperkingen van de technologie en ook wij leren veel van hem of haar doordat hij of zij de machines op de grenzen gaat aftasten. Sigrid Maene
Studenten eerste bachelor winnen Leuvense ingenieurscompetitie EBEC Leuven!
burgerlijk ingenieur, werd bekroond voor haar inventiviteit en mag Leuven vertegenwoordigen op EBEC Benelux in de categorie Team Design. Team ‘Nabla’, dat de tweede plaats behaalde, zal de Case Study uitwerken op EBEC Benelux.
EBEC Leuven: een competitie gesteund door de KU Leuven
Op zaterdag 2 maart 2013 vond EBEC Leuven plaats, de Leuvense ronde van de Europese ingenieurscompetitie, aan de KU Leuven, op Campus Arenberg in Heverlee. In ruim 6 uur moesten 15 teams van 4 studenten een praktische opdracht oplossen op de meest creatieve manier, waarna ze die voorstelden aan een jury. Studenten uit de eerste bachelor en uit de eerste master wisten zich een weg te banen naar de top. Beide teams stootten door naar EBEC Benelux, de laatste stap vóór de Europese finale in Warschau. Voor de lokale ronde in Leuven bestond de opgave uit twee delen. Enerzijds een Team Design, waarbij de studenten een ontwerp bedenken voor een gegeven probleem, dat ze ook bouwen en testen. Anderzijds ook een kleine Case Study, waarbij de deelnemers een theoretische vraag (die verband houdt met het Team Design) op papier oplossen. In samenwerking met de NMBS is een onderwerp rond treinverkeer uitgewerkt. Voor het Team Design moesten de 15 aanwezige ploegen een treinstel bouwen dat stevig genoeg was om langs een steile helling te dalen, op het laagste punt door een opgespannen blad papier heen te geraken en op een andere helling weer zo hoog mogelijk te komen. Hierbij kregen ze een gelimiteerde hoeveelheid basismateriaal ter beschikking, namelijk spaghetti, secondelijm, rijst en vier Lego wielen (zonder de wielassen). Meer materiaal konden ze verkrijgen door vragen van de NMBS te beantwoorden. Bij wijze van Case Study werd de teams gevraagd om wiskundig te berekenen welke hoogte hun locomotief zou halen op de opwaartse helling. Tijdens de hele wedstrijd was het enthousiasme van de deelnemers en de spanning om een werkend ontwerp te verkrijgen duidelijk voelbaar. Na het bouwen volgde een demonstratie- en presentatiemoment, waarin de groepen zich onderling konden meten. Het geheel werd geëvalueerd door een jury bestaande uit gemotiveerde professoren uit verschillende departementen van de Faculteit Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven en leden van de NMBS. De belangrijkste criteria voor de beraadslaging waren het materiaalgebruik, de robuustheid van de locomotief, de opnieuw bereikte hoogte, de Case Study en de presentatie. ‘Team 404’, bestaande uit studenten uit de eerste fase
Steunend op de wetenschap van vandaag bouwt de ingenieur verder aan de toekomst. Maar wie ver wil geraken, neemt best (goede) reisgezellen met zich mee, zegt een Afrikaans spreekwoord. Samenwerking is vaak de sleutel tot succesvolle ideeën en ontwerpen. Als deel van het EBEC Project (European BEST Engineering Competition) organiseert BEST Leuven (Board of European Students of Technology) sinds 2009 een jaarlijkse ontwerpwedstrijd voor studenten van de ingenieursopleiding, ongeacht hun studiejaar of specialisatie(s), in samenwerking met de Faculteit Ingenieurswetenschappen van de KU Leuven. BEST Leuven en de Faculteit Ingenieurswetenschappen willen dus via ludieke ontwerpopgaven het gevoel voor innovatie en teamwork aanscherpen. De Europese Commissie steunt de 13 regionale ingenieurscompetities in Europa en de Finale in Warschau via ‘Youth In Action’. De EBEC Final krijgt de steun van UNESCO! Meer informatie vind je op best.eu.org/leuven/nl/ebecleuven-2013 of www.facebook.com/bestleuven
Over BEST BEST, Board of European Students of Technology, is een groeiende, non-profit, niet-politieke organisatie voor technologiestudenten uit heel Europa. BEST voorziet communicatie, samenwerking en kennisoverdracht tussen Europese studenten, bedrijven en universiteiten. 94 lokale BEST-groepen in 32 Europese landen, elk gelinkt aan een lokale universiteit, organiseren jaarlijks samen meer dan 100 internationale evenementen, zoals cursussen, ingenieurscompetities, symposia, enzovoort. De evenementen van BEST bereiken meer dan 10.000 technologiestudenten over heel Europa. Sinds 2000 heeft BEST een lokale groep verbonden aan de KU Leuven. BEST Leuven bestaat momenteel uit een 30-tal actieve leden uit alle mogelijke studierichtingen (bachelor-, master- en doctoraatsstudenten) aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen en Bio-ingenieurswetenschappen. BEST Leuven staat in voor het organiseren van talrijke activiteiten, met de nadruk op het bevorderen van relaties tussen Europese ingenieursstudenten. Voor meer informatie over BEST: http://best.eu.org of BEST Leuven: http://best.eu.org/leuven. Benoît de Brabandère
11
Betrouwbare detectie van na Epilepsie is een van de meest voorkomende neurologische aandoeningen, vooral bij kinderen. En hoewel het merendeel van de patiënten behandeld kan worden door middel van medicatie of een operatie (70% tot 75%), kan een aanzienlijke groep patiënten niet behandeld worden. Voor deze laatste groep is het aangewezen om de evolutie van de aandoening op te volgen door het automatisch monitoren van het aantal epilepsieaanvallen. In zijn doctoraatswerk aan Thomas More Kempen en de KU Leuven (Departement Elektrotechniek (ESAT)) onderzocht Kris Cuppens of accelerometers dit mogelijk maken op een correcte en patiëntvriendelijke manier.
12
Het is mogelijk de evolutie van de epileptische aandoening bij patiënten op te volgen door middel van een langdurige monitoring van het aantal aanvallen dat de patiënt heeft, bijvoorbeeld tijdens de nacht. ’s Nachts is er echter een verminderde sociale controle en kunnen de ouders of zorgverleners sommige aanvallen missen. Bij hevige aanvallen is het nochtans noodzakelijk om gevaarlijke situaties tijdens of na de aanval te voorkomen (bijvoorbeeld het gevaar op verstikking door overgeven, een positie die het ademen bemoeilijkt of gevaar op verwonding tijdens de hevige bewegingen) en om het kind gerust te stellen na de aanval. De huidige gouden standaard voor het monitoren van epilepsie maakt gebruik van de combinatie van video en EEG, die de elektrische hersenactiviteit opmeet. De opname van EEG wordt echter bemoeilijkt door de elektrodes die bevestigd moeten worden op de hoofdhuid. Dit is oncomfortabel voor de patiënt om mee te slapen en bovendien is het bevestigen van de elektrodes arbeidsintensief waardoor een langdurige thuismonitoring onmogelijk wordt.
De aanvalsdetectiemethode met behulp van accelerometers kon meer dan 90% van de aanvallen bij patiënten met hypermotore aanvallen detecteren. Hierbij waren gemiddeld minder dan 30% vals positieven, hoewel dit varieerde van patiënt tot patiënt. Uit het combineren van beide signalen bleek dat de accelerometerdata een hogere performantie gaven in vergelijking met de videodata. Een voordeel van de detectie op basis van videobeelden is dan wel weer dat deze volledig contactloos kan werken. Het uiteindelijke doel van het onderzoek is om te komen tot algoritmes die bruikbaar zijn in de praktijk. Dit heeft geleid tot een thuismonitoringsysteem dat zich op dit moment in een testfase bevindt, waarbij patiënten telkens gedurende een maand gemonitord worden. Dit onderzoek probeert dan ook bij te dragen tot een verbetering van de opvolging en bijgevolg de levenskwaliteit van de patiënten. Kris Cuppens voerde zijn doctoraat uit aan de Onderzoeksgroep Mobilab aan Thomas More Kempen en de Onderzoeksgroep BioMed, Afdeling SCD, van het Departement Elektrotechniek (ESAT) van de KU Leuven, onder de begeleiding van zijn promotoren professor Bart Vanrumste en professor Sabine Van Huffel. Het onderzoek kaderde binnen een lopend
Om deze thuismonitoring mogelijk te maken onderzocht Kris Cuppens in zijn doctoraat of sensoren die minder ingrijpen op het comfort van de patiënt, namelijk accelerometers bevestigd in pols- en enkelbandjes en video, gebruikt kunnen worden voor de detectie van epileptische aanvallen waarbij er een motorische component aanwezig is. Hierbij werd gefocust op twee typen van aanvallen bij kinderen, namelijk de hypermotore en de myoclone aanvallen. (Myoclonus is een korte, onvrijwillige samentrekking van een spier of groep spieren, nvdr.) Voor het registreren van deze aanvallen werd er samengewerkt met het revalidatiecentrum Pulderbos en met de Afdeling Kinderneurologie van het UZ Leuven onder leiding van professor Lieven Lagae (UZ Leuven) en professor Berten Ceulemans (UZ Antwerpen). Omdat ze met dit onderzoek de normale slaap bij een patiënt niet willen verstoren, wordt er geen gebruik gemaakt van markers of andere visuele hulp, en kan de patiënt onder de lakens blijven liggen. Bovendien werd onderzocht of een geïntegreerde aanpak een beter resultaat kan opleveren. Hier worden de video- en accelerometerdata samengevoegd, zowel op het kenmerkniveau, als op het niveau van de uitvoer van een algoritme op de individuele modaliteiten.
Figuur 1: Nachtelijke momentopname van een gemonitorde patiënt. De pijlen in de figuur duiden op de berekende beweging in de beelden (via optical flow). De extra kleurcomponent in de afbeelding dient om deze beweging aanschouwelijk voor te stellen, waarbij de kleurtint en de saturatie respectievelijk wijzen op de richting en de sterkte van de beweging.
chtelijke epilepsieaanvallen onderzoeksproject gefinancierd door het IWT om epileptische aanvallen te detecteren uit accelerometersignalen, en een IWT-doctoraatsbeurs over de aanvalsdetectie met behulp van videobeelden. De verdediging van dit doctoraat op 21 december 2012 werd gecombineerd met een symposium over de niet-traditionele methoden voor aanvalsdetectie. Hierbij gaven drie sprekers, die deel uitmaakten van de examencommissie, een uiteenzetting over verschillende aspecten van epilepsiemonitoring. Professor Berten Ceulemans van het UZ Antwerpen gaf uitleg over de klinische achtergrond. Professor Helge Sørensen van
de Technical University of Denmark presenteerde een onderzoek onder andere over aanvalsdetectie op basis van het meten van spieractiviteit. Als laatste spreker gaf professor Hamid Aghajan van Stanford University een uiteenzetting over het gebruik van videodata in verschillende (biomedische) toepassingen. Op dit moment heeft Kris Cuppens een lesopdracht aan de masteropleiding in de industriële wetenschappen gecombineerd met een onderzoeksfunctie binnen Mobilab. Kris Cuppens Annelies Malfliet
Eredoctoraat TU Eindhoven toegekend aan professor Sabine Van Huffel Op donderdag 25 april 2013 reikt de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) aan Sabine van Huffel van het Departement Elektrotechniek (ESAT) een eredoctoraat uit voor haar expertise in de biomedische signaalverwerking. Als hoofd van de gelijknamige onderzoeksgroep heeft ze internationale faam opgebouwd in het domein van de (multi)lineaire algebra, de (niet-)lineaire signaalanalyse en de classificatie en identificatie van systemen met als voornaamste doelstelling de medische diagnostiek te verbeteren door het ontwikkelen van numeriek betrouwbare en robuuste algoritmes. Graag laten we hier Sabine Van Huffel zelf aan het woord over deze verdiende erkenning voor haar wetenschappelijke en toepassingsgerichte bijdrage aan de biomedische signaalverwerking. Sabine van Huffel: ‘Ik was zeer verrast toen ik eind november 2012 het nieuws telefonisch vernam van rector Hans van Duijn van de TU/e. Dat me een dergelijke eer te beurt zou vallen, had ik eerlijk gezegd nooit verwacht. Ik wil er dadelijk aan toevoegen dat mijn oeuvre niet enkel mijn eigen werk is maar het resultaat van een excellente en jarenlange samenwerking met verschillende diensten uit het UZ Leuven waaronder radiologie, pediatrie, neurologie en gynaecologie, alsook Europese centra. Het is steeds mijn droom geweest om als ingenieur te werken in de gezondheidszorg en mijn talenten ten dienste te stellen van de levenskwaliteit van de patiënt. Om deze droom waar te maken, heb ik ervoor gekozen mijn expertise uit te bouwen in de biomedische signaalverwerking ter bevordering van de medische diagnostiek. Een schakel mogen zijn in deze vooruitgang, alsook studenten en medewerkers kunnen begeesteren in deze visie, is mijn drijfkracht en die van mijn onderzoeksgroep. Concrete toepassingen zijn onder meer detectie en opvolging van epilepsieaanvallen, opvolging van hersenschade bij pasgeborenen als gevolg van zuurstoftekort, preoperatieve voorspelling van kanker, herkenning van stress, slaap- en hartritmestoornissen.
De vergrijzing, de opmars van draadloze laagvermogen meettechnologie en de toenemende vraag van de patiënten zelf om hun gezondheidstoestand te monitoren, onderstreept de nood aan geautomatiseerde en intelligente langetermijn patiëntenmonitoring in hun thuisomgeving. Hier zijn belangrijke uitdagingen weggelegd voor het domein van de biomedische signaalverwerking waarop we onze aandacht willen richten de volgende jaren. Ik heb de laatste 20 jaar een grote internationale en interdisciplinaire groep uitgebouwd van enthousiaste en gedreven medewerkers die meehelpen deze droom te realiseren. Dit eredoctoraat is zeker ook een bekroning van hun werk en een stimulans om verder die weg op te gaan naar kwaliteitsverbetering in de intelligente gezondheidszorg.’ De uitreiking van het eredoctoraat aan Sabine Van Huffel vindt plaats op de 57e verjaardag van de TU/e op donderdagmiddag 25 april 2013 tijdens de Diesviering in de Paterskerk in Eindhoven. Het persbericht over de uitreiking van het eredoctoraat van Sabine Van Huffel vind je op: www.tue.nl/universiteit/nieuws-en-pers/nieuws/06-12-2012eredoctoraat-voor-sabine-van-huffel-ku-leuven/ Annelies Malfliet
13
De Faculteit Ingenieurswete presents her Faculty STAR Cultuur heeft een prominente plaats bij de vorming van studenten aan de KU Leuven. We willen daarop inspelen met het project Faculty Student Artists in Residence of kortweg Faculty STARs. De vele studenten met een artistiek talent verdienen immers groeikansen en een podium. Bij de start van dit academiejaar gingen de Dienst Cultuur en de dertien faculteiten voor de tweede keer op zoek naar studenten die creatief bezig zijn met fotografie, schilderkunst, poëzie, dans, performance of een andere kunstvorm. De kandidaten konden tussen 24 september en 16 november 2012 individueel of in groep een portfolio inzenden op www.facultystars.be. Alle details rond deelname kun je nalezen in het wedstrijdreglement. Uiteindelijk werden 85 portfolio’s ingediend en beoordeeld door een professionele jury, voornamelijk uit de Leuvense culturele sector. Ook het publiek mocht een voorkeurstem uitbrengen via Facebook.
14
De selectie van de jury en de winnende publieksstem vormden per faculteit (maximaal) een top vijf, waaruit de decaan, de culturele faculteitsvertegenwoordiger en de cultuurverantwoordelijken van de kringen hun Faculty STAR kozen. Bij Ingenieurswetenschappen werd dat fotografe Hannelore Veelaert. ‘Al lang was ik ‘van op afstand’ geïnteresseerd in fotografie, tot ik vijf jaar geleden mijn eigen camera kocht. Toen nog een
eenvoudig toestelletje, maar na enkele maanden wist ik al dat dat niet genoeg was en ben ik beginnen sparen voor iets dat mij meer mogelijkheden bood. Ondertussen zijn we vijf jaar verder en is die investering meer dan de moeite waard gebleken. Mijn liefde voor fotografie is er alleen maar groter op geworden, en sinds een jaar ben ik zelfs fotografie beginnen studeren aan de kunstacademie in Leuven. Toen ik vorig jaar voor het eerst hoorde van Faculty STARs was ik meteen enthousiast. Ik heb ook deelgenomen toen, maar moest het afleggen tegen Jean-Sébastien Bernaert. Dit jaar nam ik, op aandringen van de Dienst Cultuur van de universiteit, opnieuw deel en met succes! Het is enorm fijn om dankzij deze wedstrijd te weten dat je werk geapprecieerd wordt en dat er mensen geïnteresseerd zijn in wat je doet. Bij mijn inschrijving voor Faculty STARs zag ik het als een mooie kans om meer met mijn werk naar buiten te komen, maar ondertussen weet ik dat er veel meer bij komt kijken. Samen met vier andere fotografen word ik begeleid door Rob Stevens, de huisfotograaf van KU Leuven, die ons met raad en daad bijstaat tijdens dit proces. De Dienst Cultuur
nschappen proudly Hannelore Veelaert
15
organiseert ook verschillende workshops voor ons, zodat we uitgedaagd worden om nieuwe dingen te proberen en bij te leren. Daarnaast is het ook gewoon heel interessant om geconfronteerd te worden met de andere Faculty STARs. Zoveel creativiteit en enthousiasme bijeen zorgen gegarandeerd voor veel inspiratie en interessante samenwerkingen. Mijn foto’s ontstaan meestal heel spontaan: onbewust ben ik altijd bezig met mooie beelden zoeken, en dus probeer ik altijd een camera op zak te hebben. Zo niet, heb ik gegarandeerd spijt achteraf. Ik hou er heel erg van om de mensen en de wereld om mij heen te observeren en vast te leggen. Het gebeurt maar zelden dat ik een geposeerde foto neem en ondertussen zijn de meesten onder mijn vrienden het ook wel gewend dat ik hen fotografeer. Als je er maar aandacht voor hebt, kan je zoveel mooie beelden in het dagelijks leven ontdekken, en dan vind ik het niet echt nodig om nog iets in scène te gaan zetten. Als architectuurstudent is architectuur uiteraard ook iets dat heel vaak terugkomt in mijn foto’s. Ik hou van heel grafische beelden die inzoomen op details, waardoor je misschien niet onmiddellijk ziet wat er precies op de foto staat. Schaduwen zijn hierbij ook iets waar ik enorm op let. Mijn grote voorbeeld qua architectuurfotografie is Hélène Binet. Zij maakt hele straffe foto’s die kunst op zich zijn en niet louter een foto om een gebouw te tonen. Het fotograferen van architectuur komt heel
natuurlijk voor mij. Door mijn studie ben ik er uiteraard heel veel mee bezig en het combineren van die twee interesses is iets onvermijdelijks voor mij, wat ook vaak terugkomt in mijn foto’s van andere onderwerpen, te zien aan de rechte lijnen en grafische composities. De foto’s in dit artikel en die ik inzond voor mijn portfolio, zijn allemaal gemaakt in Lissabon, waar ik het afgelopen half jaar mijn Erasmus heb doorgebracht. (Enkele zijn wel al anderhalf jaar geleden gemaakt tijdens een vakantie daar.) Zo’n mooie stad kon niet anders dan inspirerend werken en ik heb er dan ook heel wat foto’s gemaakt waar ik best wel trots op ben. Ronddwalen door een nieuwe stad vind ik heel stimulerend, het zorgt ervoor dat ik heel alert ben voor mijn omgeving en resulteert meestal in foto’s waar ik achteraf heel blij mee ben.’ Hannelore Veelaert
Wie de ervaringen van Hannelore en de andere Faculty Student Artists in Residence wil volgen kan terecht op www.facultystars.be. Op 16 mei 2013 vindt er een groots slotevent plaats. Alle Faculty STARs tonen dan hun werk in de Universiteitshal.
Oproep voor de VILv vzw Algemene Ledenvergadering op 17 mei 2013, 18 u. in Auditorium B (ELEC 00.24) van het Departement Elektrotechniek (ESAT), Kasteelpark Arenberg 10 te 3001 Heverlee
18 u.
Opening door voorzitter ir. Gert Sablon Agendapunten: • Activiteitenverslag 2012 - 2013 door secretaris-generaal ir. Bart Van Buggenhout • Goedkeuring van de jaarrekeningen van het voorbije boekjaar 2012 en goedkeuring van de begroting van het lopende boekjaar 2013 door penningmeester ir. Johan Vanmarcke • Het verlenen van decharge aan de leden van de Raad van Bestuur • Vervanging van de bestuurders die aan het einde van hun mandaat zijn en aanstelling van nieuwe leden van de Raad van Bestuur • Rondvraag • Besluiten door de voorzitter
16
19.30 u.
VILv-aperitief en -diner
#
Inschrijvingsformulier • Jaarvergadering & diner op 17 mei 2013 Inschrijven (graag vóór 3 mei) kan gemakkelijk en snel op onze website www.vilv.be, ga naar ‘Kalender’ Dit formulier kun je ook faxen, of je kunt inschrijven per post of per e-mail aan het VILv-secretariaat fax 016 32 19 82, e-mail:
[email protected]
NAAM: ....................................................................................................................................................................................
PROMOTIE: ...................................................... SPECIALITEIT: ...........................................................................................
ADRES: ..................................................................................................................................................................................
TEL.: ................................. FAX:.................................... E-MAIL: ..........................................................................................
• Meldt .......... deelnemers aan voor de jaarlijkse algemene vergadering 2013 • Neemt deel aan het diner en stort hiervoor ...... X € 65,- = € ............ op rekening nr. 001-0980529-32 van VILv - Kasteelpark Arenberg 1, 3001 Leuven (Heverlee) betalingsuittreksel geldt als inschrijvingsbewijs)
5 oktober 2013: Dag van de Ingenieur STIP DEZE DATUM ALVAST AAN IN JE AGENDA! ’s Namiddags krijgen we de primeur om enkele departementen aan de faculteit te bezoeken, als voorsmaakje van de Open Bedrijvendag de dag erna. Om de avond goed in te zetten worden we om 18 u. verwacht in de Universiteitshallen voor de receptie. Ook het traditionele diner zal gehouden worden op deze unieke locatie. Bij het diner hebben we Rik De Nolf als spreker uitgenodigd. Hij zal het hebben over ‘de ir in/en de media’. Rik De Nolf is CEO van de NV Roularta Media Group, uitgever van de weekbladen Knack, Le Vif/L’Express, Trends, Trends/Tendances, Sport Voetbal/Foot Magazine, Krant van West-Vlaanderen, De Streekkrant, De Zondag en de maandbladen Plus, Industrie Technisch Management, Datanews, Steps, Style, Nest, Grande, Royals, Ik ga Bouwen. Hij is eveneens voorzitter of gedelegeerd bestuurder van de vennootschappen behorende tot de Roularta-groep en Groupe Express/Roularta, voorzitter van de VMMa (VTM, 2BE, JIMTV, Q-Music, Joe FM), lid van de Raad van Beheer van The Ppress (Federatie van de Belgische Magazines) en lid van EBP (European Business Press). Na het diner zal niemand op zijn honger blijven zitten. Zo houden we in Fakbar ’t ElixIr een ‘Ouwzakkenavond De Luxe’ waar er tot in de vroege uurtjes herinneringen kunnen opgehaald worden op de muziek van vroeger en nu. Het belooft een gezellige ingenieursdag te worden! Meer informatie op http://eng.kuleuven.be/AlumniVILv Kim Proost
17
Forumavond 19 februari 2013 ‘Engineering your health: utopie of realiteit’ De bijdrage van de ingenieur aan de vooruitgang in de geneeskunde wordt niet altijd onderkend door de maatschappij. Om die reden focuste de afgelopen forumavond op de toekomstige technologische mogelijkheden en verwachtingen in de medische wereld, zowel vanuit het standpunt van de ingenieur als van de geneesheer. Deze forumavond werd trouwens georganiseerd met de steun van Alfagen, de alumnivereniging van de Faculteit Geneeskunde. Prof. Sabine Van Huffel, verbonden aan de Afdeling SCD van het Departement Elektrotechniek, behandelde het thema van de dataverwerking. In alle aspecten van de geneeskunde wordt dit een steeds grotere uitdaging. Denk maar aan de medische beeldverwerking of aan genetica en DNA-onderzoek. Sabine Van Huffel nam er het voorbeeld van epilepsiedetectie uit. Hierbij analyseert men meetdata van een elektro-encefalogram (EEG) en anticipeert men op een nakende epilepsieaanval. De groep van Sabine Van Huffel heeft hiervoor specifieke algoritmes ontwikkeld. Het wordt o.a. gebruikt bij het monitoren van baby’s die bij de geboorte met zuurstoftekort te kampen hebben gehad.
18
Prof. Jan Goffin startte de avond met een overzicht van de evolutie in de neurochirurgie zoals hij die in zijn lange carrière heeft ondervonden. Volgens Jan Goffin is vooral de beeldvorming zeer spectaculair ontwikkeld en dit zowel voor diagnostiek als tijdens de ingreep zelf. Maar de decaan van de Faculteit Geneeskunde focuste zijn verhaal op het vastzetten van ruggenwervels. Na een zware hernia kan het nodig zijn om de getroffen wervels te fixeren met behulp van metalen plaatjes. Verschillende systemen zijn hiervoor op de markt gekomen. Vreemd genoeg gebruikt Jan Goffin nog steeds het systeem dat als eerste beschikbaar was. Dat bestaat uit een combinatie van een dun plaatje en lange schroeven die door het ingenieuze ontwerp het perfecte evenwicht vindt tussen stevigheid en flexibiliteit. Moderne tussenwervelschijfprothesen vereisen zeer complexe operaties. Bovendien zijn ze niet 100% betrouwbaar: het polyurethaanschuim durft er wel eens uit lekken, wat tot afstoting leidt. Prof. Bart Nuttin, eveneens verbonden aan de dienst Neurochirurgie van het UZ Leuven, illustreerde hoe technologie kan helpen bij neurologische aandoeningen zoals obsessive-compulsive disorder (OCD). Patiënten met deze aandoening lijden aan dwangmatig gedrag dat hun normaal functioneren in de maatschappij bemoeilijkt of soms zelfs onmogelijk maakt. In die gevallen waar gedragstherapie of medicatie niet werkt, is een chirurgische ingreep een mogelijkheid. Hierbij wordt het deeltje van de hersenen dat verantwoordelijk is voor OCD vernietigd. Een minder ingrijpend alternatief hiervoor is deep brain stimulation (DBS). Hierbij worden de symptomen van OCD onderdrukt door het toedienen van kleine elektrische impulsen aan de hersenen. Bart Nuttin is een pionier van DBS. Hij toonde aan dat dit effectief werkt voor de bestrijding van OCD. De ervaring die hij heeft opgedaan met hersenprobes voor DBS, wil hij nu inzetten om een elektronisch systeem te ontwikkelen dat als een soort bypass voor beschadigde hersenzones zou moeten werken. Dat systeem moet hersensignalen kunnen registreren en verwerken en vervolgens de juiste impulsen kunnen genereren. De realisatie van zo’n systeem is Bart Nuttins grote droom, maar een utopie is het alleszins niet.
De laatste spreker van de avond was prof. Bart De Moor, ook van de Afdeling SCD van het Departement Elektrotechniek. Hij maakte duidelijk welke gigantische hoeveelheid data er wordt gegenereerd bij het analyseren van DNA-materiaal. De technologische vooruitgang in dat domein heeft ervoor gezorgd dat men nu het volledige genetisch materiaal van een individu kan karakteriseren voor een kostprijs van ongeveer 1.000 dollar. De grote uitdaging is om de nuttige informatie uit de datastroom te halen. Dit vereist niet alleen veel hardware, maar ook intelligente software om bijvoorbeeld bepaalde menselijke kenmerken te kunnen toewijzen aan een bepaalde DNA-sequentie. Bart De Moor belichtte ook de synthetische biologie. In deze discipline van de biologie worden levende wezens gemodelleerd als een systeem, zoals ingenieurs dat kennen uit de klassieke systeemtheorie. Maar het gaat verder dan modelleren alleen. Men ontwerpt en realiseert kunstmatige organismen die specifieke taken kunnen uitvoeren, bijvoorbeeld het aanmaken van een geneesmiddel op het juiste tijdstip en op de juiste plaats in het menselijk lichaam. De internationale wedstrijd iGEM promoot dergelijk werk. De KU Leuven heeft er al een aantal keer een gouden medaille gewonnen. De avond werd afgerond met een debat waarin nog een aantal aspecten aan bod kwamen: de industrialisatie van deze innovaties, de regelgeving en de ethiek. Stof genoeg om geheel volgens de traditie nog verder na te praten bij een frisse pint op de afsluitende receptie. David Maes
Revue 2013: ‘Dierckx Never Dies’ Maandag 4 maart was het weer zo ver. Na een eerste semester vol voorbereidingen, een nog drukker begin van het tweede semester en ten slotte zelfs een weekend volledig gewijd aan onze show stond iedereen klaar om drie dagen lang het beste van zichzelf te geven. Zij zouden de proffen en medestudenten trakteren op een revue vol spanning, ontroering en humor. Dit jaar stond de revue met de titel ‘Dierckx Never Dies’ duidelijk in het teken van zowel James Bond als professor Dierckx en deze laatste bleek hier zelfs zo door gecharmeerd dat wij hem in de komende weken een affiche en medewerkers-T-shirt mogen bezorgen! Matthias van der Hallen
Professor Joos Vandewalle, die de communicatie tussen de spionnen verzorgt, bezingt zijn dekmantel: als groenteboer op de markt staan.
19
Mark Peeters wordt opgepakt als verdachte door professoren Philip Dutré en Bart Blanpain
Professoren Claude Creemers en Philip Dutré ontmoeten elkaar in een ietwat lugubere setting
Professor Creemers haalt bij deze revue het einde niet
Professor Paul Dierckx neemt na de voorstelling even de tijd om te poseren met zijn imitator
Onderwijs in de toekomst: Professor Erik Duval is een overtuigd gebruiker van de digitale sociale media. Je kunt hem volgen op Twitter, zijn profiel vinden op Facebook, LinkedIn en Google+, zijn blog lezen, te weten komen waar hij naartoe reist op TripIt, al zijn publicaties en voordrachten terugvinden op het web (slideshare, mendeley, academia.edu, ...). Onlangs kon ik zijn verrassende les over deze en andere sociale media volgen aan de Universiteit Derde Leeftijd Leuven, waar hij heel wat heilige huisjes omver gooide en vaste zekerheden in vraag stelde. Al lang is hij actief op het gebied van onderwijsvernieuwing: hij was de oprichter en bezieler van de ARIADNE Foundation, waarin vandaag meer dan een miljoen ‘leerobjecten’ zijn opgenomen (zie kader); in 2011 ontving hij de prijs van de Onderwijsraad KU Leuven voor zijn vernieuwende didactiek. Redenen te over dus om met hem een afspraak te maken. Mijn eerste vraag is dan ook hoe jij het onderwijs aan de universiteit beoordeelt.
20
‘Ik sta vol bewondering voor de leergierigheid van jonge kinderen, voor hun motivatie, hun zelfvertrouwen en de inspanningen waartoe ze bereid zijn om nieuwe dingen te leren en zich nieuwe vaardigheden eigen te maken. Alle ouders maken de periode mee waarin hun kind voortdurend ‘waarom?’-vragen op hen afvuurt, vaak tot vervelens toe. Ik herinner mij de dag waarop onze jongste dochter leerde fietsen: ik liep achter haar fietsje aan, maar kon toch een val niet voorkomen. Met bloedende knieën klauterde ze opnieuw op de fiets: ze zou het leren! En diezelfde avond kon ze fietsen.’ ‘Wat een contrast met de houding van de meeste studenten aan de universiteit! Wat is er toch verkeerd gegaan tijdens het twaalftal jaar dat ze school moesten lopen? Hoe komt het dat leren en studeren plots is verworden tot een vervelende karwei? Die vraag houdt mij al jaren bezig. Ik denk dus dat het kwaad al in het basisonderwijs of secundair onderwijs is geschied – aan de universiteit is het vermoedelijk te laat om dit probleem aan te pakken ...’ ‘Dit vind ik het fundamentele probleem waarvoor wij staan, maar ik zie er nog een ander. Tot vervelens toe wordt herhaald dat de evolutie van wetenschap en techniek tijdens de laatste vijftig jaar een ongekende versnelling heeft gekend, dat we van een statische naar een dynamische wereld zijn overgegaan. Maar in onze onderwijssystemen vind ik daar geen spoor van terug: onderwijs wordt meestal beschouwd als ‘kennisoverdracht’, en de wijze waarop die gebeurt, is de laatste honderd jaar bijna niet veranderd ... Nochtans zou ik een (ingenieurs)opleiding vandaag het liefst omschrijven als: ‘leren problemen op te lossen die we nog niet kennen met technologische middelen die we nog niet kennen’. Het moet duidelijk zijn dat zo’n opdracht de loutere kennisoverdracht overstijgt. En dat het geen gemakkelijke taak is! Vanzelfsprekend wil ik, als informaticus, ook onderzoeken hoe wij hiervoor informatietechnologie kunnen inschakelen. Je zult al begrepen hebben dat ik niet zo hoog oploop met de huidige onderwijsmethodes: daarom heb ik er geen probleem mee om experimenten te wagen en risico’s te nemen ...’
De problemen heb je duidelijk gesteld; hoe wil je ze aanpakken? ‘Eerst en vooral, door open kaart te spelen, en dit op elk vlak: ‘open standards, open content, open learning’. Al mijn lessen en didactisch materiaal zijn publiek toegankelijk, evenals alle communicatie met de studenten en tussen de studenten onderling. Dit wordt vooraf duidelijk aan de studenten meegedeeld. Deze openheid heeft soms onverwachte gevolgen; daarover vertel ik graag de volgende anekdote. In het college ‘mensmachine interactie’ vraag ik aan de studenten om de gebruikersinterface van een informaticatoepassing kritisch te bekijken. Hun bevindingen worden publiek op het web geplaatst (als een blog). Groot was hun verwondering toen een reactie kwam van de CEO van de softwarefirma die deze toepassing op de markt brengt. Met sommige punten in hun beoordeling ging hij akkoord en gaf hij aan hoe hij die wou verbeteren, voor andere verdedigde hij zijn keuze. Zo ontstond een interessante discussie. Je begrijpt best dat zoiets voor de studenten zeer motiverend werkt: hun werk was relevant, zij konden mee bepalen hoe een product in de reële wereld eruit ziet! Op de blogs voor mijn vakken zijn 10 tot 20% van de commentaren afkomstig van mensen uit de buitenwereld.’ ‘Die openheid biedt ook andere didactische voordelen: alle studenten kunnen mijn reacties lezen op het werk van hun medestudenten; ze kunnen ook reageren op elkaars teksten: zo wordt leren een echte groepsactiviteit. Het gebruik van informatietechnologie leidt dus helemaal niet tot een situatie waarbij elke student alleen in zijn kamer met de computer werkt, wel integendeel! IT helpt om het sociale aspect van het leren te benadrukken. Studenten worden trouwens aangepord om bij te dragen tot deze discussies: hun activiteit op het lesforum wordt automatisch bijgehouden en is een van de evaluatiecriteria bij de examenquotering. Ik gebruik ook regelmatig Twitter om de pols te voelen van mijn les en om thesisstudenten te volgen.’ Je gebruikt programma’s die de activiteit van elke student controleren op de websites van je vakken. Is er geen gevaar dat je op die manier hun privacy schendt? ‘Dat denk ik niet: de studenten worden hierover ingelicht. Alleen hun activiteiten op de lessites worden gevolgd! Ik vind trouwens dat je niet moet overdrijven met de eis voor privacy: privacy heeft ook negatieve kanten. Daar kun je heel wat over lezen in een recent boek van Jeff Jarvis: ‘Public Parts’, waarin de auteur pleit voor meer ‘publiekheid’ (‘publicness’). Hij stelt dat de kwaliteit van ons werken en van ons leven veel kan verbeteren wanneer we informatie en emoties delen met anderen.’
open en beter Je vermeldde ‘open learning’: de laatste tijd wordt daarover heel wat geschreven, vooral in de VS. ‘Inderdaad, een reeks prestigieuze Amerikaanse universiteiten zijn nu erg actief met een nieuwe vorm van afstandsonderwijs: ‘massive open online courses’ (MOOC), cursussen die online ter beschikking staan, zich richten op een zeer talrijk publiek, en kosteloos toegankelijk zijn via het web. Het woord ‘massive’ mag je heel letterlijk nemen: meer dan 160.000 studenten hebben zich ingeschreven voor een van de eerste initiatieven! Dat was een cursus over ‘artificiële intelligentie’ aan de Stanford University (je kunt daarover een ‘TED talk’ door professor Peter Norvig vinden op het web). Heel wat commerciële firma’s betoonden al interesse, hoewel het nog onduidelijk is hoe er geld mee te verdienen valt: men is druk bezig om hiervoor businessmodellen te verzinnen.’ ‘Studenten onderschatten vaak hoeveel tijd en inspanning een vak vereist: bij de MOOC’s voltooien minder dan 10% van de ingeschrevenen alle taken en opdrachten binnen de strikte tijdslimieten die hierbij worden opgelegd (om uitstelgedrag tegen te gaan). Meestal worden er op basis van een MOOC geen credits of diploma’s afgeleverd: de eindevaluatie (en de controle van de echte identiteit van de student) geven problemen. Maar ook daaraan wordt gewerkt: een aantal projecten doen een beroep op commerciële firma’s die zich specialiseren in het afnemen van testen wereldwijd.’ ‘Het individueel volgen van meer dan honderdduizend studenten vormt natuurlijk ook een grote uitdaging. Hier wordt gebruik gemaakt van de ‘Google truc’: alle reacties van de studenten worden bijgehouden (hoeveel tijd spenderen ze aan elk didactisch onderdeel, welke bijkomende uitleg wordt aangeklikt, welke vragen worden verkeerd beantwoord, over welke onderwerpen worden de meeste vragen gesteld, ...). Ook de sociale media worden hier ten volle benut, studenten worden aangezet om elkaars vragen te beantwoorden, en al deze interacties worden eveneens bijgehouden. Zo verkrijgen de docenten zeer uitgebreide gegevens, die in databanken worden bijgehouden en met de meest geavanceerde technieken worden onderzocht. Voor vele docenten vormt dit het meest vernieuwende en interessante aspect van dit model. Voor de eerste keer in de geschiedenis wordt het mogelijk om wetenschappelijke experimenten uit te voeren over didactische technieken en om statistische gegevens te verkrijgen. Dit geeft aanleiding tot een nieuw onderzoeksgebied, dat ‘learning analytics’ wordt genoemd, en waarin onze onderzoeksgroep actief is. Van 8 tot 12 april 2013 organiseerden wij hier in Leuven de derde Conferentie over ‘Learning Analytics and Knowledge’ (LAK 2013).’ ‘Het spreekt voor zich dat dezelfde gegevens ook kunnen gebruikt worden om aan elke individuele student feedback te geven over zijn vooruitgang, om hem aan te moedigen of aan te porren, zijn prestaties te vergelijken met de gemiddelden van de medestudenten of met zijn prestaties van de vorige week ... Ook dit kan zeer motiverend werken. Zo kan men een soort instrumentenbord maken waarop het leertraject van de student zichtbaar gemaakt wordt. Mijn studenten hebben bijvoorbeeld een dergelijk ‘dashboard’ ontworpen, dat ze
PROF. DR. IR. ERIK DUVAL • ir. computerwetenschappen (KU Leuven, 1983) • doctoraat computerwetenschappen (KU Leuven, 1989) • gewoon hoogleraar, Departement Computerwetenschappen • afdelingsverantwoordelijke Informatica • leidt de Onderzoeksgroep Mens-Machine Interactie • onderzoeksthema’s: visualisatie van informatie, mobiele toegang tot informatie, multi-touch schermen en persoonlijke informatica • typische toepassingen: technologieondersteund leren, toegang tot muziek en ‘research2.0’ • doceert colleges: mens-machine interactie, multimedia, probleemoplossen en ontwerpen • stichter en vorig voorzitter (2003 – 2009) van de ARIADNE Foundation (stichting ter bevordering van het delen en hergebruik van digitaal leermateriaal) • prijs Onderwijsraad KU Leuven (2011) weblog: http://erikduval.wordpress.com/
‘streamy’ hebben gedoopt. Op die manier komen we een stap dichter bij de droom waarover ik het bij het begin van ons gesprek had: ‘technology enhanced learning’ (TEL): informatietechnologie gebruiken om het leerproces te verbeteren.’ ‘Bij het begin van dit gesprek ben ik misschien wat hard van stapel gelopen met mijn kritiek op ons huidig onderwijs. Maar ik sta niet alleen: ook anderen aan de KU Leuven zijn zich bewust van de problemen. Onlangs startte onze universiteit met een ‘project e-leren’. Er werd al een medewerker aangeworven, met wie ik al een gesprek had. Ik hoop haar en jou te hebben overtuigd dat er veel wegen zijn naar beterschap!’ Yves Willems
21
Starters aan het woord Nathalie Voeten (1e bach burgerlijk ingenieur-architect): Mijn studiekeuze verliep niet van een leien dakje. Toegepaste taalkunde, handelsingenieur, geschiedenis, burgerlijk ingenieurarchitect ... ik kon echt niet kiezen! Mijn voorkeur ging eerder uit naar die laatste richting, maar het drukke lessenrooster en het vele werk hielden me tegen. Met het einde van de vakantie in zicht, werd het toch wel tijd om te beslissen. Uiteindelijk heeft mijn sterke interesse voor architectuur de doorslag gegeven. De vele uren en het zware werk kon ik wel aan, dacht ik. De eerste weken verliepen niet zoals verwacht. In het ontwerpen kroop veel meer tijd dan ik gedacht had, en de andere vakken bijhouden lukte niet. Toch voelde ik me meteen thuis tussen alle archi’s op het kasteel! Ik wist dat ik de juiste keuze gemaakt had. Na mijn studies zou ik graag wat ervaring opdoen in het buitenland. Maar tot het zover is, ga ik genieten van het Leuvense studentenleven. 22
Jana Coeckelberghs (1e bach burgerlijk ingenieur-architect): Al sinds ik me kan herinneren ben ik verzot op tekenen, schilderen en huizen bouwen met Lego of met het computerspelletje ‘De Sims’. Een studiekeuze als deze kwam dus niet totaal onverwacht. De wetenschapsvakken schrokken mij wel eerst wat af, waardoor ik toch even getwijfeld heb. Om wat meer inzicht te krijgen in de opleiding ben ik naar de infodag getrokken, waar ik meteen een grote dosis goesting kreeg om erin te vliegen! Het is serieus hard blokken en zelfs nachtjes doorwerken voor de ontwerpvakken, maar laat dat je zeker niet afschrikken! Samen tot middernacht in het prachtige atelier van het Kasteel van Arenberg zitten en pizza bestellen of superluid op muziek meebrullen, het schept een band! De ontwerpbegeleiders zijn streng, zeer streng zelfs, veeleisend, maar rechtvaardig! Jammer genoeg kan ook ik het cliché beamen: er kruipt heel veel tijd in ontwerpen, waardoor de moeilijke wetenschapsvakken niet aan hun aangewezen dagelijkse herhaalbeurt komen. In deze richting MOET je er volledig voor willen gaan en je tanden erin zetten, anders wordt het zeer moeilijk! Als ik afgestudeerd ben, zou ik me enorm graag specialiseren in renovatie, maar gewone huizen ontwerpen doe ik ook met veel plezier. Tot die tijd wordt het blokken, soms afzien en een echte Leuvense student zijn!
Olivier Selleslag, Pieter Reumers & Filip Reniers (1e bach burgerlijk ingenieur):
Pieter
Tussen de whisky en de Guinness door, op de Ierse avond in de gezellige bar van de Heilige Geestpeda, in een uiterst select gezelschap, dachten we terug aan hoe het allemaal begon. Het schachtenweekend was een schot in de roos. Uit vrees om de eerste dag moedeloos alleen in de aula te moeten doorbrengen, zakten we af naar de weidse contreien van Bree. Ons stonden daar drie dagen vol Spaβ, (weinig) geen slaap, en een nieuw hoofdstuk in ons leven te wachten. Aangezien wij ons niet veel herinneren, moet het wel plezant geweest zijn. We zagen het al helemaal zitten.
Olivier
Beste lezer, dit is een kort, boeiend stukje over eerste bach burgies. Pieter, Olivier en Filip, drie viriele gasten en burgerlijk ingenieurs in spe, die hun hand niet omdraaien voor gemalen gerst en die het hebben gehaald met kerst. Maar waarom ingenieur? Heel simpel: Pieter, omdat de rest hem niet interesseerde, Olivier, omdat het van moeten was, en Filip voor de meisjes. De motieven van anderen zijn voor ons helaas ein Unbekanntes.
Na enkele dagen bekomen konden we er dan echt aan beginnen: de eerste dag aan de alom gekende KU Leuven. Na de kennismaking met de campus, VTK, Theokot en het centrum op maandag, startte dinsdagochtend de les mechanica van prof. Vander Sloten. Natuurlijk veel te vroeg. Alles die dag was ‘de magische eerste keer’: het eten in de Alma, het geeuwen in de lessen, het rijden op onze kettelfietsen en het genieten van de woordspelingen van prof. Creemers. We waren als snel helemaal ingeBURGerd.
Dan kwam de doop: in één woord fantastisch. Een nieuw woord is nodig om het gevoel te beschrijven van deze once-in-a-lifetime experience die je enkel en alleen leert kennen wanneer je je laat dopen. Zoals de schachtenmeester het beloofde, werd het een waar genot voor iedereen.
Filip
Gelukkig was er VTK om onze overvloed aan vrije tijd op te vullen. Drie uur doorbrengen op de cursusdienst hoorde hier ook bij. Leren en studeren kwamen de eerste weken niet echt aan bod. In plaats daarvan schreven we ons in om ons te laten dopen. Dit hield in dat we ons een paar weken ter beschikking van onze doopmeesters moesten stellen. Jammer genoeg werden we ‘aangekocht’ door leden van het presidium, die bekend staan om hun hoge eisen. Midden tussen het afwassen, het fak-kuisen en het koken voor onze kopers door, moesten we voor onze tussentijdse toetsen studeren. Prof. Vander Sloten was dan ook niet helemaal tevreden met het gemiddelde van 3,4 op 20 voor de tussentijdse toets van zijn vak. Maar dit was nog geen reden tot paniek, want zoals menig student wel weet: ‘Snap je de leerstof echt nog niet, bekijk dan de tipclips van Riet’.
23
Desondanks desalniettemin desniettegenstaande was het waarschijnlijk toch iets leukerder der der der … voor de doopmeesters ... Gelukkig kregen we allerlei zelfgemaakte lekkernijen voorgeschoteld en dorstlessende sapjes aangeboden om het barre weer te verzachten. Na de doopcantus en het zingen van enkele traditionele liederen waren we dan officieel gedoopt (hoewel we ondertussen nog steeds op ons doopcertificaat aan het wachten zijn ...). We konden ons weer volledig concentreren op de lessen, die vanaf dan een versnelling hoger gingen. De examens leken plots akelig dichtbij. Gelukkig waren we naïef genoeg om alles tot de blokperiode te laten liggen.
Laat ons kort de examens beschrijven, want het moet natuurlijk in het kadertje passen. Voor analyse presteerden we constant, mechanica bleef inert, en algebra was (letterlijk) wortel schieten. Voor sommigen bleek wijsbegeerte nog het moeilijkste examen. De week vakantie was meer dan welkom. Maar tegen alle naïviteit in, begon in semester 2 heel de cirque weer opnieuw ...
COLOFON ‘GeniaaL’ is een tijdschrift van de Faculteit Ingenieurswetenschappen en VILv - Alumni Ingenieurs KU Leuven, met bijdragen van medewerkers van de faculteit, alumni en studenten. ‘GeniaaL’ verschijnt viermaal per jaar: in januari, april, juli en oktober.
verantwoordelijke uitgever: Michiel Steyaert redactie: Riet Callens, Annemie Caproens, Jelle De Borger, Kathleen Geraedts, Sigrid Maene, David Maes, Annelies Malfliet, Gert Sablon, Michiel Steyaert, Joos Vandewalle, Yves Willems, VTK-Communicatie
redactieadres: GeniaaL Faculteit Ingenieurswetenschappen Jelle De Borger Kasteelpark Arenberg 1 bus 2200 3001 HEVERLEE tel. + 32 16 32 16 89 fax + 32 16 32 19 82
[email protected] www.eng.kuleuven.be
grafisch ontwerp: altera.be drukwerk: Artoos Oudestraat 19 1910 KAMPENHOUT tel. + 32 16 61 83 59