FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN
Doctoreren in de Faculteit PPW Goedgekeurd door de Faculteitsraad op 15 december 1999 Gewijzigd door de Faculteitsraad op 15 december 2004 Gewijzigd door de Faculteitsraad op 19 januari 2005 Gewijzigd door de Faculteitsraad op 21 september 2005 Gewijzigd door de Faculteitsraad op 21 december 2005 Versie van 21 december 2005
1. Inleiding In de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen (FPPW) kunnen volgende academische graden van doctor behaald worden: • Doctor in de Pedagogische Wetenschappen; • Doctor in de Psychologische Wetenschappen1 . Deze tekst geeft een overzicht van de verschillende stappen die moeten doorlopen worden om te doctoreren in de FPPW, zonder evenwel in te gaan op de doctoraatsopleiding en de predoctorale opleiding die het voorwerp uitmaken van afzonderlijke reglementen.
2. De toelating om te doctoreren De kandidaat-doctorandus dient een schriftelijke vraag in bij de decaan. Deze vraag omvat: 1. een opgave van het diploma van de tweede cyclus op grond waarvan de kandidaat wenst te doctoreren; 2. een uiteenzetting in ongeveer e´ e´ n pagina van het voorgestelde onderzoeksthema; 3. een (voorlopige) titel van het proefschrift; 4. het schriftelijk akkoord van een promotor van de FPPW. In de FPPW geldt dat de promotor steeds een ZAP-lid van de faculteit is. Eventuele copromotoren kunnen lid zijn van de UGent of van een andere universiteit. Ingeval een copromotor voorgesteld 1
Besluit van de Vlaamse Regering van 12 oktober 1994 houdende vaststelling van de benamingen van de academische graden van doctor.
2
wordt, dient de toegevoegde waarde van dit copromotorschap voor het proefschrift gemotiveerd te worden. De decaan legt de vraag van de kandidaat-doctorandus voor aan de Doctoraatscommissie. De facultaire doctoraatscommissie bestaat in de FPPW uit de decaan, die voorzitter is en e´ e´ n ZAP-lid per optie2 . De Doctoraatscommissie brengt advies uit aan de Faculteitsraad over: 1. de toelaatbaarheid tot het doctoraat op grond van het diploma van de tweede cyclus; 2. de aanvaardbaarheid van het voorgestelde onderzoeksthema en de voorgestelde (voorlopige) titel; 3. de samenstelling van een Doctoraatsbegeleidingscommissie; 4. de wenselijkheid een doctoraatsopleiding te volgen; 5. de noodzaak een predoctorale opleiding te volgen. Het staat de promotor vrij om m.b.t. punten 3–5 vooraf voorstellen te formuleren aan de voorzitter van de Doctoraatscommissie. Indien de Doctoraatscommissie een predoctorale opleiding nodig acht, suggereert zij – in geval de kandidaat-doctorandus houder is van een buitenlands diploma – aan de Faculteitsraad een mentor. Tevens dient ze een voorstel te formuleren voor de omvang van de predoctorale opleiding: 30, 60, 90 of 120 studiepunten. In de FPPW wordt voor elk doctoraat een Doctoraatsbegeleidingscommissie samengesteld, hoewel dit niet vereist is door de Onderwijs- en Examenregeling. Een Doctoraatsbegeleidingscommissie bestaat uit minstens drie en maximaal vijf leden. De promotor en eventuele copromotor(en) maken steeds deel uit van de commissie. Minstens e´ e´ n van de leden van de commissie behoort tot een andere vakgroep van de faculteit dan de promotor. Van de overige leden wordt in zover het niet externe deskundigen betreft, verwacht dat ze de graad van doctor hebben. De leden van de Doctoraatsbegeleidingscommissie worden gekozen in functie van hun expertise. Het is de bedoeling dat ze door hun inbreng de doctoraatsstudent helpen en stimuleren in de uitwerking van zijn/haar project. Het is daarom wenselijk dat de Doctoraatsbegeleidingscommissie bestaat uit mensen met een verschillende achtergrond. In de eerstkomende zitting van de Faculteitsraad wordt de vraag van de kandidaat-doctorandus behandeld. Op grond van het advies van de Doctoraatscommissie 1. beslist de Faculteitsraad of de kandidaat al dan niet toegelaten wordt om te doctoreren in de FPPW; 2. keurt de Faculteitsraad al dan niet het voorgestelde onderzoeksthema en de voorgestelde (voorlopige) titel goed; 3. stelt de Faculteitsraad de Doctoraatsbegeleidingscommissie samen; 2
Tekst Permanente raden, commissies en adviesorganen in de FPPW initieel goedgekeurd door de Faculteitsraad op 20 oktober 1999, sectie 5.
Versie van 21 december 2005
3
4. beslist de Faculteitsraad of de kandidaat aangeraden wordt een doctoraatsopleiding3 te volgen4 ; 5. beslist de Faculteitsraad of het noodzakelijk is dat de kandidaat-doctorandus een predoctorale opleiding5 volgt6 . In geval de kandidaat-doctorandus houder is van een diploma van het hogeschoolonderwijs bedraagt de studieomvang 30, 60 of 90 studiepunten en stelt de Faculteitsraad zelf het studieprogramma vast. In geval de kandidaat-doctorandus houder is van een einddiploma van een buitenlandse universiteit dient de Faculteitsraad een mentor aan te duiden. Het studieprogramma dient 60 of 120 studiepunten te omvatten en dient op voorstel an de Faculteitsraad goedgekeurd te worden door het universiteitsbestuur7 . De kandidaat wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing van de Faculteitsraad. Van dit schrijven wordt een kopie gestuurd aan de promotor of de eventuele mentor. Nadat de kandidaat-doctorandus toelating gekregen heeft om te doctoren, kan hij/zij zich inschrijven op de rol voor het doctoraat. Dit gebeurt bij de centrale Studentenadministratie aan de hand van het formulier in Bijlage I. De volgende academiejaren kan de doctorandus zich bij de centrale Studentenadministratie herinschrijven op de rol voor het doctoraat middels het formulier in Bijlage II. Deze formulieren zijn te verkrijgen bij de centrale Studentenadministratie en bij de Facultaire Studentenadministratie (FSA).
3. De begeleiding van het doctoraat De doctorandus wordt doorheen de gehele studie- en onderzoeksperiode, die uitmondt in het doctoraatsproefschrift, begeleid door de Doctoraatsbegeleidingcommissie. Deze commissie vergadert minstens e´ e´ nmaal per jaar op uitnodiging van de promotor en brengt verslag uit aan de Doctoraatscommissie over de vordering van het doctoraatsproject8 . Minstens twee weken voorafgaand aan een vergadering van de Doctoraatsbegeleidingscommissie bezorgt de doctorandus een tekst aan de leden van de Doctoraatsbegeleidingscommissie. Tijdens de bijeenkomst brengt de doctorandus gedurende maximum 30 minuten mondeling verslag uit van de vordering van het project. De resterende vergadertijd wordt besteed aan het beantwoorden van vragen en aan discussie. De leden 3
Een doctoraatsopleiding is een specifieke vorm van postgraduaatsopleiding die een studieomvang heeft van ten minste 20 studiepunten en bestaat uit reguliere opleidingsonderdelen. Het studieprogramma wordt door het universiteitsbestuur vastgelegd (Art. 1, §1a, van het Besluit van het Bestuurscollege van 22 april 2004 m.b.t. de postgraduaatsopleidingen en de permanente vorming). 4 Krachtens art. 93 van de Onderwijs- en Examenregeling kan een kandidaat-doctorandus evenwel nooit verplicht worden een doctoraatsopleiding te volgen. 5 Een predoctorale opleiding is een specifieke vorm van postgraduaatsopleiding die een studieomvang heeft van 30, 60, 90 of 120 studiepunten en bestaat uit door het universiteitsbestuur nader te bepalen onderdelen van academisch onderwijs (Art. 1, §1b, van het Besluit van het Bestuurscollege van 22 april 2004 m.b.t. de postgraduaatsopleidingen en de permanente vorming). 6 In tegenstelling tot een doctoraatsopleiding kan een predoctorale opleiding wel verplicht worden voor houders van een einddiploma van het hoger onderwijs (buiten de universiteit) van twee cycli en voor houders van een einddiploma van een buitenlandse universiteit of van een buitenlandse instelling van academisch onderwijs (Art. 1, §1b, van het Besluit van het Bestuurscollege van 22 april 2004 m.b.t. de postgraduaatsopleidingen en de permanente vorming). 7 Art. 1 en 2 van het Besluit van het Bestuurscollege van 22 april 2004 m.b.t. de postgraduaatsopleidingen en de permanente vorming. 8 Onderwijs- en Examenregeling art. 101, 3◦ en 4◦ .
Versie van 21 december 2005
4
van de Doctoraatsbegeleidingscommissie kunnen suggesties formuleren die mogelijks leiden tot een wijziging in de aanpak van het project. Deze werkwijze beoogt: • de doctorandus te verplichten zich op regelmatige tijdstippen te bezinnen over de plannen en de vorderingen; • de doctorandus te helpen en te stimuleren in het verwoorden van de problematiek; • de doctorandus kennis te laten maken met andere visies en gezichtspunten aangaande de uitwerking van het probleem, de methodologische aanpak of de interpretatie van de bevindingen. Van elke vergadering van de Doctoraatsbegeleidingscommissie wordt een kopie van het verslag overgemaakt aan het Decanaat. Binnen het jaar na het verkrijgen van de toelating tot doctoreren door de Faculteitsraad, geeft de doctorandus een seminarie over het onderzoeksproject voor de leden van de faculteit. Dit seminarie kan pas plaats vinden nadat het doctoraatsproject voorgesteld en besproken werd in de Doctoraatsbegeleidingscommissie. De seminaries van de verschillende doctorandi worden gegroepeerd tijdens e´ e´ n a` drie sessies per jaar. Deze sessies worden georganiseerd door de Doctoraatscommissie. De plaats en datum van een dergelijke sessie samen met een lijst van de geagendeerde onderwerpen worden twee weken vooraf aangekondigd zodat een zo breed mogelijk publiek het seminarie kan bijwonen. Na dit seminarie kan de Doctoraatscommissie een bijsturing suggeren aan de betrokken Doctoraatsbegeleidingscommissie. Ook kan de Doctoraatscommissie na dit seminarie nog adviseren aan de Faculteitsraad dat een doctoraatsopleiding aangewezen is.
4. Wijzigen van de titel van het proefschrift De doctorandus kan schriftelijk een gemotiveerde vraag tot wijziging van de eerder goedgekeurde titel van het proefschrift richten aan de decaan ten laatste drie maanden v´oo´ r het indienen van het proefschrift. De decaan legt deze vraag voor aan de Doctoraatscommissie. Op grond van het advies van de Doctoraatscommissie beslist de Faculteitsraad de wijziging al dan niet toe te staan. De doctorandus wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing van de Faculteitsraad9 .
5. De taal van het proefschrift en de openbare verdediging In principe wordt het proefschrift in het Nederlands gesteld. De Faculteitsraad kan nochtans toelating geven om het proefschrift in een andere taal te schrijven10 . Typische redenen daarvoor zijn: • de doctorandus is niet Nederlandstalig; • de raad anticipeert dat e´ e´ n of meer leden van de examencommissie voor het doctoraat niet Nederlandstalig zullen zijn; 9 10
Deze procedure werd goedgekeurd door de Faculteitsraad op 18 september 2002. Onderwijs- en Examenregeling art. 102.
Versie van 21 december 2005
5
• het proefschrift bestaat uit een bundeling van (al of niet reeds gepubliceerde) tijdschriftartikels. Indien het doctoraatsproefschrift in een andere taal dan het Nederlands gesteld wordt, dient een samenvatting in het Nederlands opgenomen te worden11 . Om toelating te verkrijgen tot het schrijven van het proefschrift in een andere taal dan het Nederlands, richt de doctorandus ten laatste drie maanden v´oo´ r het indienen van het proefschrift een schriftelijke gemotiveerde vraag aan de decaan, die deze voorlegt aan de Faculteitsraad12 . De doctorandus wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing van de Faculteitsraad. De verdediging van het proefschrift gebeurt in principe in het Nederlands. De Faculteitsraad kan toelating verlenen om de verdediging in een andere taal dan het Nederlands te laten verlopen13 . Gangbare redenen daarvoor zijn: • de doctorandus is niet Nederlandstalig; • e´ e´ n of meer leden van de examencommissie voor het doctoraat zijn niet Nederlandstalig. Om toelating te verkrijgen om de verdediging in een andere taal dan het Nederlands te laten verlopen, richt de doctorandus een schriftelijke gemotiveerde vraag aan de decaan en dit ten laatste op het ogenblik dat het proefschrift neergelegd wordt. Deze vraag wordt behandeld door de Faculteitsraad. De doctorandus wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing van de Faculteitsraad.
6. De vorm van het proefschrift Het doctoraatsproefschrift bestaat uit een ge¨ıntegreerd wetenschappelijk rapport waarin de probleemstelling, de situering, het theoretisch kader, de methode, de resultaten, de conclusies en de bespreking gebundeld worden. De omvang van dit rapport wordt zo beperkt mogelijk gehouden. Het proefschrift wordt best opgesteld volgens de regels die vigeren voor tijdschriftartikels (b.v. APA stijl). Indien sommige gedeelten van het proefschrift reeds opgestuurd werden naar een wetenschappelijk tijdschrift, kan het proefschrift ook bestaan uit een collectie van artikels die door middel van bindteksten tot een samenhangend geheel worden gebundeld. Deze bindteksten omvatten minimaal een inleidend hoofdstuk en een concluderend eindhoofdstuk. Vooral indien een substantieel gedeelte van het proefschrift reeds gepubliceerd is, of in druk is, verdient de laatste vorm aanbeveling. Indien het proefschrift bestaat uit een bundeling van artikels, dient de doctorandus eerste auteur te zijn van minstens 75 % van de artikels die opgestuurd, gepubliceerd of in druk zijn. Van artikels waarvan de doctorandus niet de eerste auteur is, moet hij de tweede auteur zijn. Bovendien dient 11
Onderwijs- en Examenregeling art. 102. De beperking dat deze toelating ten laatste kan aangevraagd worden drie maanden v´oo´ r het indienen van het proefschrift werd goedgekeurd door de Faculteitsraad op 18 september 2002. 13 Onderwijs- en Examenregeling art. 105, 2◦ . 12
Versie van 21 december 2005
6
hij voorafgaandelijk schriftelijk de bevestiging te verkrijgen van de eerste auteur dat deze laatste akkoord gaat met de opname van het artikel in het proefschrift. Het titelblad van het proefschrift wordt opgesteld volgens de richtlijnen opgegeven in Bijlage III.
7. Het indienen van het proefschrift De doctorandus kondigt schriftelijk aan de decaan zijn/haar intentie aan het proefschrift neer te leggen ten laatste e´ e´ n week voor de vergadering van de Faculteitsraad waarop de examencommissie voor het doctoraatsexamen dient samengesteld te worden. Het proefschrift dient ten laatste e´ e´ n dag voor de betreffende vergadering van de Faculteitsraad ingediend te worden bij het decanaat in minstens acht exemplaren samen met het advies van de Doctoraatsbegeleidingscommissie opgesteld door de promotor14 . Indien het proefschrift niet op tijd is ingediend, wordt de samenstelling van de examencommissie verdaagd naar een volgende zitting van de raad. Tijdens zijn vergadering stelt de Faculteitsraad een examencommissie samen voor het doctoraatsexamen. Deze examencommissie is als volgt samengesteld: • voorzitter: de decaan15 ; • de promotor; • minstens drie andere ZAP-leden waarvan minstens twee geen deel uitmaakten van de Doctoraatsbegeleidingscommissie; het verdient aanbeveling dat minstens e´ e´ n van deze ZAP-leden behoort tot een andere faculteit van de UGent of een andere universiteit16 . In de FPPW wordt de bijkomende regel gehanteerd dat niet meer dan twee leden van de examencommissie kunnen behoren tot eenzelfde vakgroep. De leescommissie bestaat uit minstens drie en maximum vijf leden van de examencommissie. In de FPPW maakt in de regel de decaan geen deel uit van de leescommissie. Indien de examencommissie uit meer dan vijf leden bestaat, maakt het lid dat behoort tot een andere faculteit of een andere universiteit steeds deel uit van de leescommissie. Na de faculteitsraad worden de leden van de examencommissie schriftelijk op de hoogte gebracht van hun aanduiding. Tevens wordt hen de datum van beraadslaging over het eerste gedeelte van het doctoraatsexamen schriftelijk meegedeeld alsook een tentatieve datum voor de openbare verdediging. Tenslotte wordt hen een exemplaar van het proefschrift overhandigd. Indien dit nog niet gebeurde, dient de doctorandus zich binnen de acht dagen na neerlegging van het proefschrift in te schrijven op de rol bij de centrale Studentenadministratie (zie Bijlage I en Bijlage II). Na de faculteitsraad en v´oo´ r de openbare verdediging van het proefschrift dient de doctorandus zich bij de centrale Studentenadministratie in te schrijven voor het doctoraatsexamen. Dit gebeurt aan de hand van het formulier in Bijlage IV. 14
Onderwijs- en Examenregeling art. 103. Of zijn afgevaardigde (Onderwijs- en Examenregeling art. 104, 2◦ ). 16 Onderwijs- en Examenregeling art. 104, 1◦ . 15
Versie van 21 december 2005
7
8. Het eerste gedeelte van het doctoraatsexamen Minstens 30 dagen en ten laatste 90 dagen na haar aanstelling17 , oordeelt de examencommissie over het proefschrift van de doctorandus. Daartoe dient elk lid van de leescommissie een schriftelijke bespreking en gemotiveerde beoordeling van het proefschrift over te maken aan het decanaat. Dit verslag wordt ten laatste afgegeven tijdens de vergadering van de examencommissie. Tijdens de vergadering van de examencommissie wordt onder de leden een secretaris aangeduid. De leden ondertekenen een aanwezigheidslijst. Na beraadslaging kan de examencommissie komen tot drie einduitspraken: • de doctorandus wordt toegelaten tot het tweede gedeelte van het examen; • de doctorandus wordt toegelaten tot het tweede gedeelte mits het aanbrengen van correcties in het proefschrift die binnen de twee maanden door de doctorandus kunnen uitgevoerd worden; • de doctorandus wordt niet toegelaten tot het tweede gedeelte van het examen18 . Desgevallend kan de kandidaat, op verzoek van de examencommissie of op eigen verzoek, gehoord worden19 . Indien de doctorandus toegelaten wordt tot het tweede gedeelte van het examen, wordt de datum van het tweede gedeelte (de openbare verdediging) definitief vastgelegd. Na de vergadering van de examencommissie wordt de doctorandus schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing van de examencommissie d.m.v. een schrijven zoals opgenomen in Bijlage V.
9. De openbare verdediging van het proefschrift Het tweede gedeelte van het doctoraatsexamen bestaat uit een openbare verdediging van het proefschrift. Deze verdediging grijpt plaats ten laatste 30 dagen na de toelating tot het tweede gedeelte van het examen20 , tenzij de doctorandus om uitstel verzoekt21 . De plaats en het tijdstip van de verdediging worden aan de rector meegedeeld (Bijlage VII) en worden ad valvas bekendgemaakt (Bijlage VI). Tevens worden de ZAP-leden van de faculteit, de leden van de examencommissie en de leden van de begeleidingscommissie schriftelijk op de hoogte gebracht (Bijlage VIII). De verdediging duurt niet minder dan e´ e´ n uur en niet langer dan twee uren. In de FPPW vangt de verdediging aan met een uiteenzetting door de doctorandus van 15 a` 20 minuten over de voornaamste doelstellingen, de doorgevoerde onderzoekingen en de behaalde resultaten van het proefschrift. Daarna stellen de leden van de examencommissie om beurt een aantal vragen. Hierbij wordt de volgende volgorde aangehouden: 17
Deze termijn wordt onderbroken door vakantieperiodes (Onderwijs- en Examenregeling art. 107). Onderwijs- en Examenregeling art. 105, 1◦ . 19 Conform de Onderwijs- en Examenregeling art. 105, 1◦ . 20 Deze termijn wordt onderbroken door vakantieperiodes (Onderwijs- en Examenregeling art. 107). 21 Onderwijs- en examenregeling art. 105, 2◦ . 18
Versie van 21 december 2005
8
1. het lid of de leden van de examencommissie van buiten de faculteit; 2. de ZAP-leden van de faculteit; 3. de eventuele copromotor; 4. de promotor. Onmiddellijk na de verdediging trekt de examencommissie zich terug om te delibereren over het geheel van het doctoraatsexamen22 . De commissie kan slechts geldig vergaderen indien minstens 3/5 van haar leden aanwezig zijn. De aanwezige leden ondertekenen een aanwezigheidslijst. De commissie beslist met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen (onthoudingen niet meegerekend) over het al dan niet toekennen van de academische graad van doctor. Daarbij worden sinds 1 oktober 2001 geen graden meer toegekend23 . In geval van staking van stemmen na een eerste stemronde, wordt een tweede stembeurt gehouden; indien er opnieuw staking van stemmen optreedt wordt in het nadeel van de doctorandus beslist24 . Na de deliberatie wordt een proclamatieprotocol (zie Bijlage IX) ingevuld en ondertekend door de decaan en de secretaris van de examencommissie. Onmiddellijk daarna wordt het resultaat door de decaan geproclameerd.
10. Praktische schikkingen i.v.m. de openbare verdediging De volgende praktische schikkingen gelden: • De verdediging gaat zoveel mogelijk door in het Pand, Onderbergen 1, 9000 Gent, of in Auditorium A, Henri Dunantlaan 1, 9000 Gent. • De doctorandus staat in voor het drukken en versturen van de uitnodigingen. Dit dient te gebeuren volgens het voorbeeld in Bijlage X. • Hoogleraren en gewone hoogleraren die lid zijn van de examencommissie nemen deel aan de verdediging in toga. • De vakgroep van de promotor staat in voor de betaling van de reis- en eventuele verblijfsonkosten van leden van de examencommissie van buiten de UGent25 . Er wordt aan de leden van de examencommissie geen honorarium uitbetaald. • De organisatie en de kosten van de receptie zijn in principe ten laste van de doctorandus. 22
Onderwijs- en Examenregeling art. 106, 1◦ . Beslissing van de Raad van Bestuur van 21 september 2001. 24 Onderwijs- en Examenregeling art. 106, 3◦ . 25 De promotor kan immers via Directie Onderwijsaangelegenheden na de verdediging een krediet krijgen van 10.000 euro bedoeld als tussenkomst in de kosten die gemaakt werden voor het doctoraat. 23
Versie van 21 december 2005
9
11. Het doctoraatsdiploma Op grond van het proclamatieprotocol (Bijlage IX) dat na de deliberatie door de voorzitter en de secretaris van de examencommissie ingevuld en ondertekend wordt, maakt de FSA het diplomasupplement26 op. Dit diplomasupplement dient door de gedoctoreerde afgehaald te worden bij de FSA, waarbij getekend wordt voor ontvangst. Het proclamatieprotocol wordt overgemaakt aan de centrale Studentenadministratie die het diploma opmaakt en ter ondertekening voorlegt aan de rector. Het ondertekende diploma wordt ongeveer een week later aangetekend verstuurd naar het thuisadres van de gedoctoreerde. 26
Conform aan het Besluit van de Vlaamse Executieve van 2 december 1992 betreffende de vorm van de diploma’s waarbij een academische graad wordt toegekend.
Versie van 21 december 2005
10
Bijlage I. Formulier voor een eerste inschrijving op de rol voor het doctoraat ✬
✩
✫
✪
Versie van 21 december 2005
11 ✬
✩
✫
✪
Noot: Dit formulier is tevens elektronisch verkrijgbaar via de volgende URL: http://www.ugent.be/nl/studenten/administratie/formulierenmap/formdoc.pdf.
Versie van 21 december 2005
12
Bijlage II. Formulier voor een herinschrijving op de rol voor het doctoraat ✬
✩
✫
✪
Noot: Dit formulier is tevens elektronisch verkrijgbaar via de volgende URL: http://www.ugent.be/nl/studenten/administratie/formulierenmap/formherdoc.pdf.
Versie van 21 december 2005
13
Bijlage III. Titelblad van een proefschrift Het titelblad wordt opgesteld naar analogie met onderstaand voorbeeld: ✬
✩
UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen
Onderzoek naar het kijkgedrag van horende moeders en hun dove peuters in relatie tot de communicatieve vaardigheden van het kind Guido Lichtert
Promotor: Prof. Dr. Eric Broeckaert Copromotor: Prof. Dr. Leni Verhofstadt-Den`eve
Proefschrift ingediend tot het behalen van de academische graad van Doctor in de Pedagogische Wetenschappen
✫
Versie van 21 december 2005
1999
✪
14
Bijlage IV. Formulier om in te schrijven voor het doctoraal examen ✬
✩
✫
✪
Noot: Dit formulier is tevens elektronisch verkrijgbaar via de volgende URL: http://www.ugent.be/nl/studenten/administratie/formulierenmap/docex.
Versie van 21 december 2005
15
Bijlage V. Brief aan de kandidaat i.v.m. de toelating tot het tweede gedeelte van het doctoraatsexamen ✩
✬ Geachte heer/mevrouw, De examencommissie belast met de beoordeling van het doctoraatsproefschrift dat door u werd ingediend, heeft vandaag na beraadslaging besloten u toe te laten tot het tweede gedeelte van het examen. Overeenkomstig artikel 105 van de Onderwijs- en Examenregeling van de Universiteit Gent bestaat het tweede examengedeelte uit een openbare verdediging van het proefschrift. Deze openbare verdediging gaat door op ....................... om ...... u in Auditorium A, Henri Dunantlaan 1, 9000 Gent. De openbare verdediging vangt aan met een uiteenzetting door u van 15 a` 20 minuten over het proefschrift. Tijdens deze uiteenzetting kan u desgewenst gebruik maken van transparanten of video- en/of computer-projectie. Gelieve daarvoor voldoende op voorhand contact op te nemen met de h. Antoine Tavernier, tel. (09) 264.64.36. Na uw uiteenzetting stellen de leden van de examencommissie om beurt een aantal vragen die u dient te beantwoorden. Deze openbare verdediging duurt minimaal e´ e´ n uur en maximaal twee uur. Na de verdediging trekt de examencommissie zich terug om te delibereren over het resultaat van het geheel van het examen (conform artikel 106 van de Onderwijs- en Examenregeling). Onmiddellijk na deze beraadslaging wordt het resultaat publiek bekend gemaakt. Voor verdere praktische informatie kunt u steeds terecht bij uw promotor. Ik wens u alvast veel succes met het tweede gedeelte van uw doctoraatsexamen. Met vriendelijke groeten, Geert De Soete Decaan
Cc.: Promotor De h. Antoine Tavernier ✫
✪
Indien de verdediging doorgaat in het Pand dient de promotor in te staan voor de reservatie van het lokaal en dient men voor afspraken i.v.m. audiovisuele middelen contact op te nemen met de h. Franc¸ois Mussche.
Versie van 21 december 2005
16
Bijlage VI. Ad valvas kennisgeving van een openbare verdediging ✬
✩
UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen
AD VALVAS De openbare verdediging van het doctoraatsproefschrift van ..................... gaat door op ....................... om ... u in Auditorium A, Henri Dunantlaan 1, 9000 Gent. Deze verdediging vormt het tweede gedeelte van het examen voor het behalen van de graad van Doctor in de Psychologische Wetenschappen. De titel van het proefschrift luidt: “...................................................................”. De promotor is Prof. Dr. ............ Geert De Soete Decaan ✫
Versie van 21 december 2005
✪
17
Bijlage VII. Kennisgeving van de openbare verdediging aan de rector ✬
✩
Prof. Dr. Andr´e De Leenheer Rector van de Universiteit Gent St.-Pietersnieuwstraat 25 9000 Gent
Mijnheer de Rector, In haar vergadering van ............... heeft de examencommissie, samengesteld voor het doctoraatsexamen van de h./mevr. ..............., na beraadslaging besloten dat de doctorandus toegelaten wordt tot het tweede gedeelte van het examen. De openbare verdediging vindt plaats op ................... om ...... u in Auditorium A, Henri Dunanltaan 1, 9000 Gent. Het bericht in bijlage wordt ad valvas bekend gemaakt in de faculteit. Met vriendelijke groeten, Geert De Soete Decaan Bijlage: Ad valvas bericht
✫
Versie van 21 december 2005
✪
18
Bijlage VIII. Kennisgeving van de openbare verdediging aan het ZAP van de faculteit ✩
✬ Aan de ZAP-leden van de Faculteit PPW, Aan de leden van de examencommissie, Aan de leden van de begeleidingscommissie, Geachte collega, In haar vergadering van ............... heeft de examencommissie, samengesteld voor het doctoraatsexamen van de h./mevr. ..............., na beraadslaging besloten dat de doctorandus toegelaten wordt tot het tweede gedeelte van het examen. De openbare verdediging vindt plaats op ................... om ...... u in Auditorium A, Henri Dunantlaan 1, 9000 Gent. De titel van het doctoraat luidt: “.........................................”. De promotor is ...................... De leden van de examencommissie komen samen om ...... u in de Conferentiezaal, Henri Dunantlaan 1, 9000 Gent. De hoogleraren en gewoon hoogleraren die lid zijn van de examencommissie worden verwacht in toga. Met vriendelijke groeten,
✫
Versie van 21 december 2005
Geert De Soete Decaan
✪
19
Bijlage IX. Proclamatieprotocol ✬
✩
UNIVERSITEIT GENT Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen
Datum
PROCLAMATIE Na beraadslaging over het examen afgelegd door de h./mevr. .......................... heeft de examencommissie beslist dat de h./mevr. .......................... geslaagd is voor het examen. Derhalve wordt hij/zij uitgeroepen tot doctor in de Psychologische/Pedagogische Wetenschappen. De examencommissie wenst Dr. ........................... te feliciteren met zijn/haar nieuwe titel. De nieuwe doctor, zijn familie en alle aanwezigen worden uitgenodigd op de receptie die doorgaat in de Practicumzaal op het gelijkvloers.
Prof. Dr. .......................... Secretaris ✫
Versie van 21 december 2005
Prof. Dr. Geert De Soete Voorzitter ✪
Versie van 21 december 2005
De verdediging vindt plaats op dinsdag 14 december 1999 om 10:00u in auditorium A, Henri Dunantlaan 1, 9000 Gent. Na de verdediging bent u welkom op de receptie.
Promotor: Prof. Dr. Eric Broekaert Copromotor: Prof. Dr. Leni Verhofstadt-Den`eve
Doctorandus: Guido Lichtert
Onderzoek naar het kijkgedrag van horende moeders en hun dove peuters in relatie tot de communicatieve ontwikkeling van het kind
Prof. Dr. Geert De Soete, decaan van de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, nodigt u vriendelijk uit op de openbare verdediging van het proefschrift voorgelegd tot het behalen van de academische graad van Doctor in de Pedagogische Wetenschappen:
UNIVERSITEIT GENT
20
Bijlage X. Uitnodiging op de openbare verdediging
De uitnodigingen worden gedrukt volgens onderstaand voorbeeld op een formaat van 17 cm × 11 cm.
Er wordt verwacht dat een uitnodiging gestuurd wordt naar alle ZAP-leden van de faculteit en alle overige leden van de faculteitsraad en de begeleidingscommissie.