Doctoreren
1
5 Formele aspecten 5 Het doctoraat Componenten De taal van het proefschrift Toelatingsvoorwaarden Inschrijving 9 De predoctorale opleiding 11 De vakgebieden 14 De begeleiding 14 Begeleiding van doctorandi De promotor De doctoraatsbegeleidingscommissie (DBC) De onderzoeksgroep De Doctoral Schools De doctoraatsopleiding Haal meer uit je doctoraat Het gezamenlijk doctoraat 21 Het financiële aspect Essentieel 21 Broodnodig De rol van studieresultaten Financieringsbronnen De afdeling Onderzoekscoördinatie van de Universiteit Gent 23 Toelichting bij de verschillende financieringsmogelijkheden Assistentenmandaten-bezoldigd assistent Persoonsgebonden doctoraatsprojecten Aanstelling op een onderzoeksproject Andere aanstellingen Je betaalt alles zelf Overzicht 29 30 Sociale en fiscale aspecten 31 Werkingskredieten en aanvullende financiering 34 Met een doctorstitel gewapend naar de arbeidsmarkt Doctoreren: concrete stappen 37 37 A. Je hebt een Belgisch masterdiploma 40 B. Je hebt geen Belgisch masterdiploma 41 Addendum Nuttige adressen Nuttige websites
2
Grafisch ontwerp: www.blauwepeer.be
Gedrukt met vegetale inkten op FSC-papier
Fotografie: Edelweiss
en met elektriciteit voor 100 % opgewekt
Opmaak: www.johnnybekaert.be
uit duurzame CO2-neutrale bronnen.
Doctoreren aan de Universiteit Gent Creativiteit gezocht
Je hebt je masterdiploma op zak. Je gaat op zoek naar een geschikte baan of je kiest voor een verdere studie. Voor alle afgestudeerden behoort ook doctoreren tot de mogelijkheden; voor sommigen is dat meteen een gedroomde eerste baan.
Op het vlak van onderzoek en wetenschappelijke dienstverlening heeft de Universiteit Gent een stevige reputatie opgebouwd. Er zijn aan onze universiteit een aanzienlijk aantal onderzoekscentra en laboratoria, verspreid over alle wetenschappelijke domeinen. Projecten in diverse disciplines vinden internationale weerklank en genieten wereldfaam. De Universiteit Gent wil maximale kansen bieden voor de creatieve input van jonge onderzoekers. Een hoge graad van expertise en de gepaste omkadering zijn alvast aanwezig. Voel je dan ook steeds welkom om je aan te sluiten bij het korps van wetenschappers aan onze universiteit. Deze brochure is bedoeld als een uitnodiging en een eerste wegwijzer voor degenen die overwegen om aan de Universiteit Gent een doctoraat aan te vatten. Durf Denken: dat is het credo van de Universiteit Gent. Kritische en onafhankelijke breinen studeren, onderzoeken, werken aan de Universiteit Gent. Ieder jaar dragen we deze boodschap uit via een creatieve en onderscheidende campagne. Ieder jaar roepen we onszelf en de buitenwereld op om mee te durven denken.
3
Uitsluitend voor bollebozen? Het voorbereiden en het schrijven van je masterproef of eindverhandeling was een proef die je met verve hebt doorstaan. Zelfstandig een stukje wetenschap ontsluieren, vind je een uitdaging. Je diepgaande interesse voor een bepaald vakgebied, gekoppeld aan een brede maatschappelijke belangstelling én de bereidheid om je een aantal jaren in te zetten voor vernieuwend wetenschappelijk onderzoek, zijn dé basisvoorwaarden om aan een doctoraat te beginnen. Doordringen tot de kern Doctoreren is een doorgedreven vorm van wetenschappelijke specialisering. De doctorstitel kan je pas verkrijgen na een intensieve periode (meerdere jaren) van zelfstandige studie en wetenschappelijk onderzoek over een bepaald onderwerp, onder begeleiding van een promotor. In die periode dring je door tot de kern van fundamentele of concrete vraagstukken binnen je vakgebied, met de bedoeling hieraan een originele bijdrage te leveren. Het eindresultaat van je onderzoek schrijf je neer in een proefschrift dat je voor een jury verdedigt. Wie dat succesvol doet, mag de titel dragen van ‘doctor’. Kritische reflectie, creativiteit en doorzetting vormen de middelen; een originele bijdrage aan de wetenschap is het doel; de doctorstitel ten slotte de kroon op het werk. Teamwork Doctoreren gebeurt in zeer nauw overleg met je faculteit, vakgroep en promotor. In sommige vakgroepen kom je terecht in een onderzoeksgroep waarin je eigen onderzoek een duidelijke plaats krijgt. Ongeacht de grootte van het team treed je steeds in contact met onderzoekers die al werk hebben verzet op jouw domein of gelijkaardig onderzoek verrichten en … dankzij het internet kan dat wereldwijd. Ook het contact met andere onderzoekers in je faculteit en in je Doctoral School is belangrijk. Je wisselt informatie uit, pleegt overleg, rapporteert tussentijds en je tilt jezelf geleidelijk aan op een hoger wetenschappelijk niveau. Jobs in research, industrie, dienstverlening … Het diploma van doctor is de hoogste graad die je in Vlaanderen aan de universiteit kan behalen. Wie ervoor openstaat, krijgt tijdens de creatieve wetenschappelijke periode ruime kansen om een aantal pijlen op de boog te verzamelen, nuttig met het oog op de instap op de arbeidsmarkt. Een doctoraatstitel wordt o.m. op prijs gesteld omdat het diploma blijk geeft van ervaring in het zelfstandig verrichten van wetenschappelijk onderzoek. Het behalen van een doctoraat kan een aanloop vormen tot een carrière in het bedrijfsleven of bij de overheid, onder andere door de internationale ervaring die je als doctoraatsstudent hebt opgebouwd. Academische carrière De titel van doctor is een voorwaarde voor wie een academische carrière binnen de universiteit of een andere wetenschappelijke instelling ambieert. Wie wil doceren in de academische bachelor- en masteropleidingen moet een doctorsdiploma kunnen voorleggen.
4
Formele aspecten Onderzoeksonderwerp, promotor en financiering blijken onontbeerlijke ingrediënten in de receptuur. Vele doctorandi volgen bovendien een doctoraatsopleiding. Het hele proces is ingebed in een aantal formele regels zoals toelatingsvoorwaarden, inschrijvingsmodaliteiten, examenvorm enz.
Zoals in de inleiding wordt geschetst, gaat er een en ander aan vooraf eer je de titel van ’doctor’ opgespeld krijgt.
We werpen eerst een blik op de formele aspecten van doctoreren.
Het doctoraat >> Componenten Start van het doctoraat Vóór je aan een doctoraat kan beginnen, is het belangrijk dat je je ideeën afbakent tot een degelijk onderzoeksvoorstel en een promotor zoekt die jou inhoudelijk het beste kan begeleiden. Vervolgens leg je je onderzoeksproject voor aan de faculteit. Je hebt haar toestemming nodig om je in te schrijven voor het doctoraat en de doctoraatsopleiding. De beide inschrijvingen gebeuren automatisch samen. Bij je inschrijving word je ook lid van de Doctoral School van je keuze (meer info vind je op p. 15). Het studiewerk Gedurende een aantal jaren leg je je intensief toe op een afgebakend onderwerp binnen een vakgebied met als groot doel een originele bijdrage te leveren aan de wetenschap. Het onderzoekswerk impliceert niet enkel omstandig laboratoriumof veldwerk, uitvoerige studie van de vakliteratuur, het publiceren van wetenschappelijke artikels en het bijwonen van wetenschappelijke congressen, symposia, seminaries e.d., maar vooral heel wat denkwerk, kritische zin en inventiviteit. Je wordt geacht je werk zelfstandig te plannen, te organiseren en aan te pakken, weliswaar onder begeleiding van je promotor en met de ondersteuning van je Doctoral School. Het studiewerk neemt een aantal jaren in beslag en vormt de voorbereiding op het eigenlijke doctoraatsexamen. Je kan ten vroegste twee jaar na het behalen van je basisdiploma een doctoraat behalen. De meeste doctoraatsstudenten doen er drie à zes jaar over. 5
Het wetenschappelijk verslag / examen Het eindresultaat van je onderzoek verwoord je in een doctoraatsproefschrift. Het is een uitgebreid wetenschappelijk verslag over de problematiek, de methodologie en de onderzoeksresultaten betreffende je doctoraatsonderwerp. De verdere vereisten waaraan het proefschrift moet voldoen, worden per faculteit bepaald.
De verdediging Het is pas als het doctoraatsproefschrift door de faculteit is ‘aanvaard’ dat de openbare mondelinge verdediging kan volgen. Hierbij verdedig je voor de examenjury de werkwijze, de resultaten en eventueel de stellingen die in het proefschrift zijn geponeerd.
Het doctoraatsproefschrift vormt het eerste deel van het doctoraatsexamen. Zodra je je proefschrift in de vereiste vorm (elektronisch en/of gedrukt) en het vereiste aantal exemplaren (afhankelijk van de faculteit) hebt ingediend, wordt er door de faculteit een examencommissie aangesteld en een leescommissie aangeduid. De examencommissie beoordeelt het proefschrift en de waarde van het onderzoek. Haar oordeel bepaalt of je, al dan niet na het aanbrengen van correcties in het proefschrift, wordt toegelaten tot het tweede gedeelte van het examen: de openbare mondelinge verdediging van het proefschrift.
De doctoraatsverdediging is één van de grootste uitdagingen in de carrière van jonge onderzoekers. De verdediging is – ook al is het een echt ‘examen’ – een feestelijk moment, waarop je onderzoekswerk van de voorbije jaren de erkenning van een doctoraatstitel krijgt. Tijdens de openbare verdediging krijg je de kans de kernideeën van je onderzoek uiteen te zetten voor een publiek van experts, collega’s, vrienden en familie. De verdediging duurt één à twee uur. De leden van de leescommissie leveren commentaar bij je werk en vragen waar nodig toelichting of verantwoording, maar ook het publiek kan vragen stellen. Onmiddellijk na de verdediging beraadslaagt de examencommissie over het examen en wordt het resultaat bekendgemaakt: geslaagd of niet geslaagd. Aan een doctoraat worden geen graden (onderscheiding, grote onderscheiding …) toegekend. De universiteit volgt met belangstelling de resultaten van je onderzoek. Je wordt uitgenodigd om de resultaten mee te delen aan de afdeling Communicatie van de Universiteit Gent, die de pers regelmatig op de hoogte brengt van het meest recente onderzoek. Op die manier kan ook het brede publiek kennis maken met je onderzoeksbevindingen. De universiteit vraagt aan alle doctores om een exemplaar van hun doctoraats proefschrift en een Engelstalige samenvatting ter beschikking te stellen van de universiteitsbibliotheek. Meer gegevens over de examenprocedure vind je in het ‘examenreglement voor het doctoraat, de doctoraatsopleiding en de predoctorale opleiding’, opgenomen in het Onderwijs- en Examenreglement. ×× www.UGent.be > onderzoek > doctoreren > administratie en regelgeving > regelgeving Ook in de aanvullende facultaire reglementen kunnen bepalingen over het doctoraatsexamen opgenomen zijn. Je vindt deze reglementen eveneens via bovenstaande link.
>> De taal van het proefschrift Het doctoraatsproefschrift wordt in het Nederlands of in het Engels geschreven. De faculteit kan, na een gemotiveerde aanvraag van de doctorandus, het gebruik van een andere taal toestaan. Wie doctoreert over een andere taal kan worden verplicht het proefschrift in die taal te schrijven. Wanneer het proefschrift in een andere taal dan het Nederlands is geschreven, dan moet een Nederlandstalige samenvatting worden gemaakt. De verdediging gebeurt in het Nederlands of het Engels, tenzij de faculteit het gebruik van een andere taal toelaat of zelfs verplicht maakt. Het Engels is in de academische wereld veruit de belangrijkste taal in zowat alle vakgebieden. Zelfs als je je proefschrift in het Nederlands schrijft, is het van belang dat je je goed leert uitdrukken in het Engels en je vakterminologie goed beheerst. 6
7
>> Toelatingsvoorwaarden Als algemene toelatingsvoorwaarde voor de inschrijving voor het doctoraat en de doctoraatsopleiding geldt dat je in het bezit bent van een diploma van een masteropleiding (‘nieuwe structuur’) of een als gelijkwaardig beschouwd diploma uit de ‘oude structuur’: ×× een academisch tweedecyclusdiploma of masterdiploma (universiteit of hogeschool); ×× een diploma van burgerlijk ingenieur polytechnicus of van licentiaat behaald aan de Koninklijke Militaire School. In sommige gevallen vraagt het universiteitsbestuur om een bijkomend onderzoek waarin gepeild wordt of je geschikt bent om in de betrokken discipline wetenschappelijk onderzoek uit te voeren en de resultaten ervan in een proefschrift neer te schrijven. De faculteiten kunnen vrijstelling verlenen om aan die bijkomende voorwaarden te voldoen. Bijkomende studies of andere relevante ervaring spelen hierbij een rol. Ben je in het bezit van een buitenlands diploma dan is het opleggen van bijkomende voorwaarden – onder de vorm van een predoctorale opleiding – een vaak gebruikte procedure (hierover meer op de volgende bladzijde). Ben je niet in het bezit van een masterdiploma, dan kan het universiteitsbestuur je toelaten tot de inschrijving voor een predoctorale opleiding, als voorbereiding op het eigenlijke doctoraatsonderzoek.
>> Inschrijving De inschrijving voor het doctoraat en de doctoraatsopleiding omvat drie componenten: de eerste inschrijving, de jaarlijkse herinschrijving (een doctoraatsstudie loopt immers meestal over meerdere jaren) en de inschrijving voor het doctoraatsexamen. Voor je eerste inschrijving heb je vooraf van de faculteit de formele toelating nodig om te doctoreren. Zodra je de toelating hebt gekregen, moet je je bij de centrale studentenadministratie officieel inschrijven voor het lopend academiejaar en het verschuldigde studiegeld betalen (eerste inschrijving). Dat gebeurt meteen bij de aanvang van het doctoraatsonderzoek. Voor studenten afkomstig uit een door de OESO erkend ontwikkelingsland is de inschrijving vóór 1 januari van het lopende academiejaar een verplichting. Wie aangesteld wordt als assistent (AAP) moet binnen één jaar na aanstelling een doctoraatsonderwerp door de faculteitsraad laten goedkeuren en zich vervolgens inschrijven als doctoraatsstudent.
ontvankelijk heeft verklaard. Wie door nalatigheid het inschrijvingsgeld (nog) niet vereffend heeft, mag het doctoraatsproefschrift niet verdedigen. Aanvragen voor het doctoraat en de doctoraatsopleiding moeten gericht worden aan de Facultaire Studentenadministratie (FSA) van je faculteit. De eigenlijke inschrijving gebeurt bij de afdeling Studentenadministratie en Studieprogramma’s (alle adressen vind je op het einde van deze brochure). De inschrijvingsbedragen en -formulieren vind je op: www.UGent.be > onderzoek > doctoreren > administratie en regelgeving > studiegeld Ben je in het bezit van een buitenlands diploma, dan moet je een specifieke procedure volgen. Informatie hierover vind je op www.UGent.be/en > for PhD students.
De predoctorale opleiding Behaalde je je masterdiploma in het buitenland of ben je niet in het bezit van een masterdiploma, dan kan de faculteit de verplichting opleggen om een predoctorale opleiding te volgen vooraleer je aan je doctoraatsonderzoek mag beginnen. Het studieprogramma van een predoctorale opleiding laat je o.m. toe om aan de noodzakelijke achtergrond te bouwen om aan wetenschappelijk onderzoek te doen. Het programma wordt georganiseerd als een specifieke vorm van postgraduaats opleiding. Je volgt een pakket opleidingsonderdelen en legt hierover examen af. Ben je geslaagd, dan krijg je een postgraduaatsgetuigschrift, op basis waarvan je tot het doctoraat kan worden toegelaten. Ben je in het bezit van een einddiploma van een buitenlandse universiteit of gelijkwaardige instelling, dan bedraagt de studieomvang al naargelang van je vooropleiding 60 of 120 studiepunten. Ben je niet in het bezit van een masterdiploma, dan omvat de predoctorale opleiding minimum 20 studiepunten. Aan de hand van je individuele voortraject wordt een opleidingspakket samengesteld. De faculteit kan op grond van eerder verworven competenties (EVC’s) of eerder verworven kwalificaties (EVK’s) vrijstellingen verlenen van bepaalde onderdelen van het predoctorale programma.
In de daaropvolgende jaren van de voorbereiding van het doctoraatsproefschrift moet je je jaarlijks (bij het begin van het academiejaar) opnieuw inschrijven (herinschrijving). Dat is volledig gratis. De (her)inschrijving is meer dan een formaliteit. Zowel de eerste inschrijving als de jaarlijkse herinschrijvingen zijn administratief belangrijk en verplicht. Zonder formele inschrijving heb je bovendien geen toegang tot het aantrekkelijke aanbod van de Doctoral Schools (zie p. 15). Voor de eigenlijke verdediging moet je je afzonderlijk inschrijven voor het doctoraatsexamen. Dat kan je doen zodra de examencommissie je proefschrift 8
9
De vakgebieden Doorgaans doctoreer je in het verlengde van je basisopleiding. Als master in de wiskunde bereid je je voor op een doctoraat in de wetenschappen: wiskunde; als master in de wijsbegeerte op een doctoraat in de wijsbegeerte. Ook is het bv. mogelijk om als houder van een diploma van master in de muziek en podiumkunsten behaald aan een hogeschool aan de Universiteit Gent te doctoreren in je eigen studiegebied ‘kunsten’.
Je kan doctoreren in alle studiegebieden die binnen de academische basisopleidingen worden aangeboden.
Je kan ook een andere doctorstitel, al dan niet in een andere faculteit, behalen. Zo is het perfect denkbaar dat je als master in de biotechnologie, doctor in de medische wetenschappen wordt. Je dient een aanvraag in bij de faculteit waar je wenst te doctoreren. Op grond van de situering van het doctoraatsonderwerp wordt beslist welke doctorstitel zal worden uitgereikt. Aan de Universiteit Gent worden onderstaande doctorstitels uitgereikt: Faculteit Letteren en Wijsbegeerte ×× Doctor in de wijsbegeerte ×× Doctor in de moraalwetenschappen ×× Doctor in de taalkunde ×× Doctor in de letterkunde ×× Doctor in de taal- en letterkunde ×× Doctor in de vertaalwetenschap ×× Doctor in de geschiedenis ×× Doctor in de kunstwetenschappen ×× Doctor in de archeologie ×× Doctor in de vergelijkende cultuurwetenschap ×× Doctor in de oosterse talen en culturen ×× Doctor in de Oost-Europese talen en culturen ×× Doctor in de Afrikaanse talen en culturen ×× Doctor in de kunsten: beeldende kunsten ×× Doctor in de kunsten: audiovisuele kunsten ×× Doctor in de kunsten: muziek ×× Doctor in de kunsten: drama
10
11
Faculteit Rechtsgeleerdheid ×× Doctor in de rechten ×× Doctor in het notariaat ×× Doctor in de criminologische wetenschappen Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen ×× Doctor in de politieke wetenschappen ×× Doctor in de sociologie ×× Doctor in de communicatiewetenschappen ×× Doctor in de EU-studies Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen ×× Doctor in de psychologie ×× Doctor in de pedagogische wetenschappen ×× Doctor in het sociaal werk Faculteit Economie en Bedrijfskunde ×× Doctor in de economische wetenschappen ×× Doctor in de toegepaste economische wetenschappen Faculteit Wetenschappen ×× Doctor in de wetenschappen ×× Doctor in de wetenschappen: wiskunde ×× Doctor in de wetenschappen: fysica ×× Doctor in de wetenschappen: informatica ×× Doctor in de wetenschappen: bio-informatica ×× Doctor in de wetenschappen: chemie ×× Doctor in de wetenschappen: biologie ×× Doctor in de wetenschappen: mariene wetenschappen ×× Doctor in de wetenschappen: geografie ×× Doctor in de wetenschappen: geologie ×× Doctor in de wetenschappen: geomatica en landmeetkunde ×× Doctor in de wetenschappen: biochemie ×× Doctor in de wetenschappen: biotechnologie ×× Doctor in de wetenschappen: biochemie en biotechnologie ×× Doctor in de wetenschappen: sterrenkunde ×× Doctor in de statistische data-analyse
×× ×× ×× ××
Doctor in de ingenieurswetenschappen: textielkunde Doctor in de ingenieurswetenschappen: fotonica Doctor in de ingenieurswetenschappen: biomedische ingenieurstechnieken Doctor in de ingenieurswetenschappen: bedrijfskundige systeemtechnieken en operationeel onderzoek ×× Doctor in de ingenieurswetenschappen: wiskundige ingenieurstechnieken ×× Doctor in de stedenbouw en ruimtelijke planning Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen ×× Doctor in de toegepaste biologische wetenschappen ×× Doctor in de toegepaste biologische wetenschappen: scheikunde ×× Doctor in de toegepaste biologische wetenschappen: landbouwkunde ×× Doctor in de toegepaste biologische wetenschappen: land- en bosbeheer ×× Doctor in de toegepaste biologische wetenschappen: milieutechnologie ×× Doctor in de toegepaste biologische wetenschappen: cel- en genbiotechnologie Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen ×× Doctor in de medische wetenschappen ×× Doctor in de biomedische wetenschappen ×× Doctor in de tandheelkunde ×× Doctor in de sociale gezondheidswetenschappen: logopedie en audiologie ×× Doctor in de sociale gezondheidswetenschappen: voedings- en dieetleer ×× Doctor in de sociale gezondheidswetenschappen: medisch-sociale wetenschappen ×× Doctor in de motorische revalidatie en kinesitherapie ×× Doctor in de lichamelijke opvoeding ×× Doctor in de gezondheidswetenschappen Faculteit Diergeneeskunde ×× Doctor in de diergeneeskundige wetenschappen Faculteit Farmaceutische Wetenschappen ×× Doctor in de farmaceutische wetenschappen
Faculteit Ingenieurswetenschappen en architectuur ×× Doctor in de ingenieurswetenschappen ×× Doctor in de ingenieurswetenschappen: bouwkunde ×× Doctor in de ingenieurswetenschappen: chemische technologie ×× Doctor in de ingenieurswetenschappen: toegepaste natuurkunde ×× Doctor in de ingenieurswetenschappen: materiaalkunde ×× Doctor in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek ×× Doctor in de ingenieurswetenschappen: werktuigkunde-elektrotechniek ×× Doctor in de ingenieurswetenschappen: computerwetenschappen ×× Doctor in de ingenieurswetenschappen: architectuur ×× Doctor in de ingenieurswetenschappen: maritieme techniek 12
13
Doctoreren aan de universiteit vraagt een grote individuele inzet: veel zelfstudie, veel zelfstandig werk, maar is verre van een soloactiviteit.
De begeleiding
Het opstellen van een jaarlijks voortgangsrapport is sinds de invoering van de Doctoral Schools verplicht.
Begeleiding van doctorandi
Om de belasting minimaal te houden, is het sjabloon van het voortgangsrapport zo flexibel mogelijk: wie een aanvraag voor een hernieuwing van een onderzoeksbeurs voorbereidt, heeft op die manier eigenlijk al het grootste werk voor een dergelijk rapport afgeleverd.
>> De promotor
>> De onderzoeksgroep
Centraal in de begeleiding van het doctoraatsonderzoek staat de promotor. Elke doctoraatsstudent heeft minstens één promotor. Ten minste één van de promotoren behoort tot het Zelfstandig Academisch Personeel van de Universiteit Gent, is gastprofessor met een onderzoeksopdracht en/of is mandaathouder van het FWO met een aanstelling van onbepaalde duur. In bepaalde gevallen stelt de faculteit meerdere promotoren aan. Dat is bv. het geval als je doctoraatsonderzoek in een faculteitsoverkoepelend of interdisciplinair domein wordt uitgevoerd. Indien geen enkele promotor hoort tot de faculteit waarin het onderzoeksdomein is gesitueerd, dan wordt het voorgestelde promotorschap ter goedkeuring aan de faculteitsraad voorgelegd. Iedere promotor wordt formeel door de faculteit aangeduid.
In sommige vakgroepen word je opgenomen in een team – in omvang variërend van een handvol tot meer dan 20 personen – van beginnende en ervaren onderzoekers werkzaam in eenzelfde onderzoeksdomein. Het is niet ongebruikelijk dat er binnen dergelijke onderzoeksgroep geregeld bijeenkomsten zijn waarin elk de vorderingen in het onderzoek naar voren brengt en er ruimte is voor vragen en voorstellen. Niet alleen worden onderzoekservaringen uitgewisseld; als jonge doctoraatsstudent leer je hier ook om te presenteren en te rapporteren. Een belangrijke troef voor een doctor is immers zeer ingewikkelde materie op accurate wijze in heldere taal uiteen te kunnen zetten.
Het is van groot belang een promotor te vinden die achter je onderzoek staat, met wie de gehele onderzoeksproblematiek bespreekbaar is en die je de nodige logistieke middelen ter beschikking stelt. Je promotor onderschrijft een engagement m.b.t. het toezien op het ‘vlot verloop’ van de doctoraatsstudie vanaf de formele aanvraag tot doctoreren tot en met het voordragen van het proefschrift bij de faculteit. Je promotor zit tevens de eventuele doctoraatsbegeleidingscommissie voor. Het zoeken naar een passend onderzoeksonderwerp en de meest aangewezen promotor zijn moeilijk los van elkaar te zien; je vindt hierover meer op p. 37 van deze brochure.
>> De Doctoral Schools
>> De doctoraatsbegeleidingscommissie (DBC) Wanneer je tot het doctoraat en de doctoraatsopleiding wordt toegelaten, kan een doctoraatsbegeleidingscommissie (DBC) worden samengesteld. In een aantal faculteiten is het zelfs verplicht. De DBC bestaat minstens uit je promotor en twee andere experts, waarvan minstens één van buiten je vakgroep. Ook externe deskundigen of professoren verbonden aan een andere universiteit kunnen dus lid zijn van de DBC. Je DBC wordt tijdens je hele studie- en onderzoeksperiode minstens eenmaal per 14
jaar gevraagd om je werk te evalueren en indien nodig suggesties te formuleren die kunnen leiden tot een wijziging of een nieuwe stimulans in de aanpak van je onderzoek. Jaarlijks breng je hiervoor verslag uit aan de DBC over de vorderingen van je doctoraatsonderzoek (voortgangsrapport). Op die manier word je gestimuleerd om regelmatig je onderzoeksproblematiek en -resultaten te verwoorden en word je geconfronteerd met andere visies en gezichtspunten over de uitwerking van je doctoraatsproject. Je DBC brengt op haar beurt verslag uit over de vordering van je onderzoek en eventueel de doctoraatsopleiding. Heb je geen doctoraatsbegeleidingscommissie, dan beoordeelt je promotor je voortgangsrapport.
Bij je inschrijving voor het doctoraat en de doctoraatsopleiding word je automatisch lid van de Doctoral School van jouw keuze. Samen met je promotor, doctoraats begeleidingscommissie, vak- en onderzoeksgroep zorgt je Doctoral School voor een optimale ondersteuning van je doctoraatsonderzoek. De Universiteit Gent heeft vijf Doctoral Schools: ×× Arts, Humanities and Law ×× Social and Behavioural Sciences ×× Natural Sciences ×× (Bioscience) Engineering ×× Life Sciences and Medicine Elk van de vijf Doctoral Schools neemt initiatieven om de kwaliteit van de doctoraten te garanderen, om doctorandi begeleiding en opleiding te bieden tijdens hun doctoraatsonderzoek en om aan het doctoraat een grotere uitstraling te geven, zowel internationaal als op maatschappelijk vlak. In overleg met de faculteiten organiseren de Doctoral Schools enerzijds gespecialiseerde, vakinhoudelijke opleidingen en anderzijds ook workshops in onderzoeks15
vaardigheden en ‘transferable skills’ (zie volgende blz.). Voorts worden gastlezingen, informatiesessies en contacten met bedrijven opgezet. Op die manier krijg je de mogelijkheid je kennis te verdiepen en verbreden en kan je promotor meer tijd en energie vrijmaken voor de inhoudelijke begeleiding van je doctoraatsonderzoek. De Doctoral Schools stimuleren de contacten tussen doctorandi uit aanverwante disciplines, uit verschillende faculteiten en zelfs uit binnen- en buitenlandse universiteiten. Onder andere om die reden is de voertaal van de Doctoral Schools het Engels. Bovendien is het aantal internationale doctorandi aan onze universiteit vrij groot. Engels is ook in bijna elke wetenschappelijke discipline de internationale lingua franca. Via de Doctoral Schools kan je al meteen op een spontane, natuurlijke wijze deel uitmaken van de internationale onderzoeksomgeving. Door het Engels als werktaal te gebruiken, krijg je de kans om je academisch Engels taalgebruik en algemene communicatieve vaardigheden in het Engels gaandeweg te verfijnen.
×× Wie meer wil weten over de Doctoral Schools surft best even naar www.UGent.be/doctoralschools.
>> De doctoraatsopleiding Wie zich inschrijft voor het doctoraat schrijft zich automatisch (en kosteloos) in voor de doctoraatsopleiding. De doctoraatsopleiding is in sommige faculteiten en voor sommige studenten geheel of gedeeltelijk verplicht. Om te weten of die verplichting voor jou geldt, kijk je best het facultair doctoraatsreglement van de faculteit waar je wil doctoreren na. ×× Dat reglement is te vinden via www.UGent.be > onderzoek > doctoreren > administratie en regelgeving > faculteitswebsites i.v.m. doctoreren Ook zonder verplichting kan je de doctoraatsopleiding voor een deel of in zijn geheel volgen. Wie de opleiding volledig volgt, krijgt het getuigschrift van de doctoraatsopleiding. De doctoraatsopleiding wordt om diverse redenen sterk aanbevolen: het is een gelegenheid om je horizon te verbreden, om je onderzoeksvaardigheden aan te scherpen, om je kennis van je vakgebied te verdiepen en om (gratis) opleidingen te volgen die een belangrijke meerwaarde kunnen zijn in je zoektocht naar een job ná het doctoraat. Flexibel pakket De doctoraatsopleiding bestaat uit een flexibel opleidingspakket, dat individueel voor en vaak in samenspraak met jou wordt vastgelegd. De opleiding bestaat uit vier onderdelen: 1 – Gespecialiseerde cursussen waarin je voor je doctoraatsonderzoek relevante kennis verwerft. Tot die deze categorie behoren opleidingsonderdelen die specifiek voor doctorandi door één van de Doctoral Schools worden georganiseerd, reguliere opleidingsonderdelen uit de master- of master-namasteropleidingen van de Universiteit Gent of van andere universiteiten in binnen- of buitenland, opleidingen in het kader van Permanente Vorming, en onderdelen van een doctoraatsopleiding aan een andere binnen- of buitenlandse universiteit. 16
2 – Transferable skills seminars: workshops, seminaries en trainingsprogramma’s gericht op het verwerven van vaardigheden en een ‘verbreding’ van je kennis, niet op nieuwe kennis zelf (zie hierna). 3 – Onderzoeksactiviteiten: publicaties, presentaties en posters op nationale en internationale conferenties. 4 – De doctoraatsverdediging, want het getuigschrift van de doctoraatsopleiding wordt niet uitgereikt als het doctoraat zelf niet wordt behaald. Transferable skills Doctorandi hebben meer dan vroeger nood aan een verbreding van hun kennis en ervaring om hun onderzoek tot een goed einde te brengen én om daarna met succes te solliciteren naar een andere job. De kloof tussen de universiteit en het bedrijfsleven of de dienstverleningssector is dikwijls nog groot. Diverse faculteiten, onderzoeksinstellingen, instituten voor permanente vorming én de Doctoral Schools organiseren daarom transferable skills-trainingen. Zij vormen een belangrijk onderdeel van de doctoraatsopleiding. De vaardigheidstrainingen kunnen heel diverse gebieden bestrijken, zoals: ×× communicatie (academisch Engels, wetenschapscommunicatie …), ×× onderzoek en valorisatie (statistiek, technology transfer …), ×× netwerking en teamwork (teambuilding, vergadertechnieken, onderzoeks begeleiding …); ×× career management (financieel management, een business plan schrijven …).
>> Haal meer uit je doctoraat Door op een bewuste manier met je onderzoek bezig te zijn en jezelf te verrijken met extra opleidingen, werk je niet alleen aan een doctoraatsproefschrift, maar ook aan de vorming van jezelf als ‘onderzoeker’. De ‘onderzoeksactiviteiten’, die het derde deel van het opleidingspakket van de doctoraatsopleiding uitmaken, leveren daartoe ook een belangrijke bijdrage. Publiceren Aan wetenschappelijk onderzoek doen, doe je niet louter voor jezelf, hoewel je diepgaande interesse in je onderzoeksonderwerp je belangrijkste drijfveer vormt. Je maakt deel uit van een vak- en onderzoeksgroep en je legt contacten, ook internationaal, met onderzoekers die aanverwante onderwerpen bestuderen. Een van de manieren waarop de (academische) wereld met je onderzoek kan kennismaken, is via publicaties. Publicaties zijn in eerste instantie nuttig om je gedachten en bevindingen te leren organiseren, te structureren en met overtuigingskracht te verwoorden. Door te publiceren ga je een dialoog aan met andere onderzoekers. Publiceren is de manier bij uitstek om je onderzoeksideeën te toetsen aan een ruimer publiek dan je onmiddellijke collega’s, een publiek dat weliswaar specialist is op jouw terrein. Wie publicaties voorlegt aan de redactie van een tijdschrift (met peer review), krijgt nuttige feedback van de editors - zelfs (en vooral) als je artikel niet wordt aanvaard. Veel hangt af van de kwaliteit van je werk en van hoe en waar je publiceert. Durf ‘hoog’ te mikken en bied je artikels aan gereputeerde tijdschriften aan. Slaag je erin een onderdeel van je onderzoek in een tijdschrift met peer review te publiceren, dan krijg je meteen een bevestiging dat je onderzoek goed 17
geargumenteerd, grensverleggend en methodologisch onderbouwd is. Precies daarom zijn (internationale) publicaties zo belangrijk als kwaliteitsindicator van je verrichte onderzoekswerk. Over het algemeen geldt het Web of Science (enkel toegankelijk binnen het UGentportaal) als kwaliteitscriterium voor wetenschappelijke publicaties. Artikels in tijdschriften die daarin zijn opgenomen, worden ook ‘A1-publicaties’ genoemd. De publicatiecultuur in de alfawetenschappen verschilt nogal van die in de exacte, medische en toegepaste wetenschappen. In de humane wetenschappen genieten publicaties in boekvorm bij een gerenommeerde uitgeverij ook een hoge status. De Vlaamse Interuniversitaire Raad heeft daarom een selectie gemaakt van zowel uitgevers als tijdschriften die niet voorkomen in het Web of Science, maar toch een internationale wetenschappelijke reputatie genieten.
×× Meer informatie vind je op www.UGent.be > onderzoek > voor personeel > onderzoeksbeleid > publiceren Presenteren en netwerken
Op conferenties komen specialisten in je vakgebied samen. Je leert jonge en meer ervaren collega’s kennen. Je krijgt de kans je onderzoek te bespreken met experts van over de hele wereld. Je leert spreken voor een publiek van geïnteresseerde luisteraars, waarschijnlijk zelfs in het Engels, en je leert gebruik te maken van de technologische middelen en software applicaties die daarvoor voorhanden zijn (PowerPoint-presentaties, resultaten omzetten naar grafieken e.d.). Deelnemen aan conferenties (met een mondelinge presentatie of poster, of als lid van een discussiepanel) vormt dan ook een essentiële schakel in je ‘opleiding’ als onderzoeker. Je vindt aankondigingen van conferenties in vaktijdschriften, op websites en via mailinglists. Je promotor kan je hierover meer informatie verstrekken. Internationale ervaring Internationale ervaring opdoen vormt een cruciale component van een onderzoekscarrière. Contacten met internationale collega’s onderhouden en aan internationale conferenties deelnemen maken daar deel van uit, maar een onderzoeksverblijf in het buitenland is toch nog een heel andere ervaring. Je kan een korte periode verblijven in een land waar onderzoeksmateriaal te vinden is, waar een expert in je vakgebied jou nieuwe technieken of nieuwe visies bijbrengt of waar een bibliotheek een speciale collectie bevat die voor jou interessant is. Je kan ook voor een langere periode aan een buitenlandse universiteit verblijven waar je echt de kans krijgt om ondergedompeld te worden in een andere universitaire omgeving en cultuur. Dergelijke ervaringen verruimen niet alleen je blik op de wereld, ze dagen je ook uit om nog meer zelfstandig te werken, initiatief te nemen en algemeen aanvaarde praktijken, gewoontes of procedures uit je werkomgeving thuis in vraag te stellen. Buitenlandse congressen, studiebezoeken en onderzoeksverblijven selecteer je echter doelgericht en bereid je goed voor: je doctoraat blijft de voornaamste focus.
onderzoeksverblijf in het buitenland geheel of gedeeltelijk gefinancierd kan worden. Daarnaast kan je financiering aanvragen bij instanties zoals het FWO-Vlaanderen, het Bijzonder Onderzoeksfonds, de Belgian American Educational Foundation en Fulbright. Meer informatie over financieringskanalen vind je verder in deze brochure op p. 23.
×× Voor meer informatie: www.UGent.be > onderzoek > doctoreren > naar het buitenland tijdens je doctoraat
>> Het gezamenlijk doctoraat Voor wie een deel van het doctoraatsonderzoek aan een andere universiteit of instelling voor hoger onderwijs uitvoert, behoort een gezamenlijk doctoraat tot de mogelijkheden. Je moet minstens zes maanden aan elk van de betrokken instellingen verblijven, hebt in elk van de instellingen een promotor en bent als doctorandus in elk van de instellingen ingeschreven. Wie slaagt voor het doctoraatsexamen ontvangt een ‘joint’ of ‘double degree’ van die instellingen (zodat uit je doctoraatsdiploma duidelijk blijkt dat het om een gezamenlijk doctoraat gaat). Het kan gaan om een samenwerking tussen twee Vlaamse universiteiten, maar in de meeste gevallen gaat het om internationale doctoraten. Je kan van bij de start van je onderzoek met een gezamenlijk doctoraat beginnen, maar ook als je al enige tijd bezig bent met je doctoraatsonderzoek kan een eventuele samenwerking met een copromotor aan een andere (buitenlandse) universiteit gaandeweg leiden tot een bestendiging van de samenwerking via een gezamenlijke doctoraatsovereenkomst. Voor elk gezamenlijk doctoraat wordt een individueel contract afgesloten. Niet alle landen laten gezamenlijke doctoraten toe. Informeer je dus goed wanneer je aan een gezamenlijk doctoraat denkt. De Universiteit Gent heeft een specifiek doctoraatsreglement voor gezamenlijke doctoraten.
×× Je vindt meer informatie over het statuut en de mogelijkheden ervan op: www.UGent.be > Education and study > Enrolment and administration > Enrolment > Doctorate (Ph.D.) > Joint PhD (Joint Doctorate)
Internationale mobiliteit van onderzoekers is een prioriteit in het Europese onderzoeksbeleid. Vanuit diverse hoeken worden doctoraatsstudenten gestimuleerd om naar het buitenland te trekken. Er zijn heel wat mogelijkheden om financiering te vinden om voor een kortere of langere periode in het buitenland te werken als onderzoeker. Sommige doctorandi genieten van werkingsmiddelen waarmee een 18
19
Het financiële aspect
Er zijn meerdere mogelijkheden om je doctoraatsstudie te financieren.
Essentieel >> Broodnodig Tijdens je doctoraatsstudie maak je het ‘onderzoeken’ tot je beroep; je vervolmaakt je via de doctoraatsopleiding en je bereidt je voor op het behalen van het hoogste universitair diploma in het land. Het voltooien van een doctoraat vergt doorgaans meerdere jaren opzoekings- en studiewerk. Daarenboven zijn er extra kosten verbonden aan je doctoraatsstudie zoals bv. deelname aan congressen en symposia in binnen- en/of buitenland en het drukklaar maken van je proefschrift. Genoeg redenen om ernaar te streven een statuut te verkrijgen dat je toelaat het doctoraatsonderzoek te verrichten en gelijktijdig een volwaardig inkomen te verwerven. Dat betekent echter niet dat je niet ‘mag’ doctoreren zonder financiering. Een aantal jonge onderzoekers, vooral in de medische en humane wetenschappen, slaagt er zelfs in om een job buiten de universiteit te combineren met een succesvol doctoraat. Noch voor het volgen van een (pre)doctorale opleiding, noch voor een doctoraat, kan studiefinanciering worden aangevraagd bij de Vlaamse Gemeenschap. Evenmin kan het zgn. jokerkrediet gebruikt worden.
>> De rol van studieresultaten Hoe beter je studieresultaten, hoe gemakkelijker je een promotor vindt en hoe meer kans je maakt op financiering van je doctoraatsstudie. Vooral afstudeergraden zijn belangrijk: de masterproef die je afwerkt, is immers een eerste proeve van zelfstandig en origineel onderzoekswerk. Wie daarin goed slaagt en blijk geeft van veel belangstelling en inzet, zal gemakkelijker een promotor vinden bij wie het doctoraatsonderzoek kan worden uitgevoerd. In de meeste gevallen is de begeleider van je eindverhandeling ook de persoon die jou het best op weg kan zetten om financiering te vinden voor je doctoraatsonderzoek. Studieresultaten zijn dus belangrijk. Bij je aanvraag voor financiering worden echter ook andere aspecten beoordeeld zoals je motivatie, het gekozen onderzoeksonderwerp en de voorgestelde methodologie. Een aanvraag voor financiering vereist 20
21
dus een grondige aanpak. Het voorbereiden van een aanvraag neemt enige tijd (soms meerdere maanden) in beslag. Vaak wordt de financiering niet voor de hele onderzoeksperiode toegekend, maar worden je onderzoeksresultaten tussentijds geëvalueerd. In dat geval moet je het voortzetten van je doctoraat jaarlijks of om de twee jaar motiveren.
>> Financieringsbronnen Diverse instanties stellen financiering voor doctoraatsonderzoek ter beschikking. Waarvoor je kandideert, wordt best in samenspraak met je promotor bepaald. Bij sommige instanties kan je geen financiering aanvragen zonder de steun van een promotor en/of zonder uitgewerkt onderzoeksvoorstel. Het contacteren van een promotor en het maken van afspraken m.b.t. het doctoraatsonderzoek zijn dan ook belangrijke (en soms zelfs de eerste) stappen in het zoeken naar financiering. Hou er rekening mee dat er voor de diverse financieringsmogelijkheden vaak veel meer gegadigden dan uitverkorenen zijn. Financiering voor het doctoraat kan gebeuren via: ×× een assistentenmandaat - bezoldigd assistent; ×× een persoonsgebonden doctoraatsproject (bv. FWO-Vlaanderen, IWTVlaanderen, Bijzonder Onderzoeksfonds); ×× een aanstelling op een onderzoeksproject dat door je promotor werd aan gevraagd (bv. FWO-Vlaanderen, IWT-Vlaanderen, Bijzonder Onderzoeksfonds, POD Wetenschapsbeleid); ×× een aantal andere categorieën. Bij elk van die statuten hoort een bepaalde aanvraagprocedure, een bepaalde (aanstellings)vorm (beurs of arbeidscontract) en een bepaalde reglementering (toekenningsvoorwaarden, duur, e.a.). Een aantal van de statuten zijn specifiek bedoeld om iemand toe te laten een doctoraat voor te bereiden en kunnen dus niet gecombineerd worden met een andere activiteit of opleiding.
>> De afdeling Onderzoekscoördinatie van de Universiteit Gent De afdeling Onderzoekscoördinatie adviseert en begeleidt jonge onderzoekers en promotoren van de Universiteit Gent bij het verwerven van externe onderzoeks financiering. De afdeling Onderzoekscoördinatie kan je helpen bij het exploreren van financieringsmogelijkheden vanaf het ogenblik dat je doctoraatsplannen een vaste vorm aannemen en je een promotor gevonden hebt die je werk wil begeleiden. Ook de medewerkers van de Doctoral Schools kunnen je meer informatie verschaffen over administratieve procedures en over diverse statuten zoals doctoraatsbursaal of wetenschappelijk medewerker.
×× Meer informatie over onderzoeksfinanciering vind je op www.UGent.be > onderzoek > financiering
Toelichting bij de verschillende financieringsmogelijkheden >> Assistentenmandaten – bezoldigd assistent Assistent kan je worden door te solliciteren naar een specifieke vacature binnen een vakgroep. Als assistent behoor je tot het Assisterend Academisch Personeel (AAP) van de universiteit. Je staat het Zelfstandig Academisch Personeel (ZAP = de professoren) bij in hun opdrachten: je ondersteunt en begeleidt het academisch onderwijs (oefeningen, practica, lessen); je voert wetenschappelijk onderzoek uit en eventueel assisteer je de vakgroep bij de wetenschappelijke dienstverlening aan de gemeenschap. Het wetenschappelijk onderzoek heeft de specifieke bedoeling te leiden tot een doctoraat. Assistenten hebben het recht om ten minste de helft van hun werktijd aan de voorbereiding van het doctoraatsproefschrift te besteden, via weten schappelijk onderzoek of het volgen van de doctoraatsopleiding. Als assistent ben je verplicht om ten laatste een jaar na je aanstelling een onderzoeksplan voor je doctoraat voor te leggen en je in te schrijven voor het doctoraat en de doctoraats opleiding. Soms is het even zoeken naar een evenwicht tussen de onderwijstaken en het eigen onderzoek. Een dergelijke combinatie verschaft je echter nuttige onderwijservaring. Door oefeningen of praktijklessen te geven leer je wetenschappelijke inhouden op een duidelijke en gestructureerde manier over te brengen naar je studenten – een aanpak die je wellicht ook zal helpen je onderzoekswerk beter te organiseren. De communicatie met je studenten leert je eveneens hoe je constructieve feedback geeft en zal je beslist helpen om je eigen onderzoeksargumenten beter te verwoorden of om te anticiperen op mogelijke kritiek. Een assistentenmandaat is een aanstelling voor twee jaar en is tweemaal verlengbaar (in totaal zes jaar). Onder uitzonderlijke voorwaarden kan hier een zevende jaar aan toegevoegd worden. Je ontvangt een wedde van de universiteit; zoals elke loontrekkende betaal je belastingen. Alle nieuwe aanstellingen als assistent gebeuren op basis van de openverklaring van een functie met welomschreven functie-inhoud. Je kan altijd bij een potentiële promotor of vakgroep informeren of er binnenkort assistentenplaatsen vacant komen. Daarnaast vind je alle vacatures op www.UGent.be > vacatures aan de UGent.
>> Persoonsgebonden doctoraatsprojecten Je kan ook zelf een beurs aanvragen om doctoraatsonderzoek te verrichten. Een beurs wordt op competitieve basis uitgereikt aan de kandidaten met het beste cv en het beste onderzoeksproject. Verschillende instanties kennen beurzen voor doctoraatsprojecten toe: A – het Bijzonder Onderzoeksfonds (BOF), B – het FWO-Vlaanderen, C – het IWT-Vlaanderen, D – andere externe financieringskanalen. De beurzen zijn specifiek bedoeld om een doctoraat voor te bereiden. De toekenning gebeurt op naam. In tegenstelling tot een aanstelling op een onderzoeksproject of
22
23
als assistent, kan je bij het verzaken of onderbreken van het doctoraatsproject dan ook niet vervangen worden. Tussen de beurzen van het BOF, het FWO en het IWT bestaan (kleine) verschillen. Je gaat best na welk financieringskanaal het best aansluit bij je profiel en onderzoeksvoorstel. De FWO-beurzen zijn doorgaans de meest prestigieuze en worden meestal uitgereikt aan kandidaten met hoge afstudeergraden. Wil je een FWO-beurs aanvragen en daarvoor in het laatste jaar van je masteropleiding nog proberen een hoge graad te behalen, dan kan het interessant zijn de aanvraag voor een doctoraatsmandaat (gewoonlijk in februari) een jaar uit te stellen. Voor de financieringsaanvraag voor een BOF-mandaat of voor een aanstelling in het kader van een onderzoeksproject geldt geen leeftijdsbeperking of nationaliteits beperking. Voor de IWT-beurzen moet het voorgestelde doctoraatsonderzoek e en economische finaliteit nastreven. A – Bijzonder Onderzoeksfonds (BOF): doctoraatsmandaat Jaarlijks kent de Universiteit Gent, na advies van de Onderzoeksraad, nieuwe doctoraatsmandaten toe ten laste van het Bijzonder Onderzoeksfonds. De mandaten zijn bedoeld voor doctoraatsstudenten, met het oog op het behalen van een doctoraat binnen een periode van vier jaar. De initiële duur bedraagt twee jaar. Na een tussentijdse evaluatie, waarbij de Onderzoeksraad bekijkt in hoeverre het mandaat daadwerkelijk gaat uitmonden in het vooropgestelde doctoraat, kan een tweede termijn van twee jaar worden toegekend. De oproep voor het indienen van voorstellen wordt jaarlijks door de Onderzoeksraad gelanceerd en bekendgemaakt via ‘Berichten over Onderzoek’ en de website van de afdeling Onderzoekscoördinatie: www.UGent.be > onderzoek > financiering > Bijzonder Onderzoeksfonds. Je moet er rekening mee houden dat de indiendatum in het voorjaar is gesitueerd en dat het mandaat start in oktober daarop volgend. B – FWO-Vlaanderen B1 – FWO-aspirant Jaarlijks kent het FWO-Vlaanderen voor alle studierichtingen aspirantenmandaten toe. Het onderzoeksproject, dat je als aspirant zelf voorstelt en uitschrijft, dient te worden doorgevoerd onder de leiding van een promotor, die vast verbonden is aan een Vlaamse universiteit. Het kan eventueel uitgevoerd worden in samenwerking met een promotor verbonden aan een Vlaamse of federale wetenschappelijke instelling. De aspirantenmandaten beginnen op 1 oktober, hebben een looptijd van twee jaar en kunnen eenmaal worden verlengd (met twee jaar). Behaal je als aspirant een doctoraat op proefschrift gedurende de eerste termijn van je mandaat, dan kan je geen verlenging van het mandaat aanvragen. Er zijn een aantal formele voorwaarden waaraan je als kandidaat-aspirant moet voldoen. Je vindt deze voorwaarden op www.fwo.be. Daar vind je ook het volledige reglement m.b.t. het mandaat van aspirant, de deadlines en de formulieren voor het indienen van aanvragen. Nieuwe aanvragen en aanvragen voor een verlenging dienen vóór de uiterste indiendatum (1 februari) elektronisch te worden ingediend bij het FWO-Vlaanderen. Indien je aanvraag de eerste keer niet wordt goedgekeurd, dan kan je je aanvraag slechts één keer opnieuw indienen. 24
B2 – Klinische doctoraatsbeurzen Het FWO-Vlaanderen ondersteunt het fundamenteel klinisch onderzoek door aan jonge clinici halftijdse mandaten te verlenen voor het afwerken van hun doctoraat. Dat mandaat is bestemd voor dierenartsen en voor artsen, tandartsen en apothekers erkend als geneesheer-specialist, tandarts-specialist of apotheker-specialist in België. Je kan niet voor de beurs postuleren indien je vroeger reeds een predoctoraal mandaat van het FWO-Vlaanderen, zelfs gedeeltelijk, genoten hebt. Het mandaat vangt aan op 1 oktober, duurt twee jaren en kan niet hernieuwd worden. Je kan een klinische doctoraatsbeurs aanvragen als je voldoet aan de formele voorwaarden gesteld door het FWO. Je vindt deze op www.fwo.be. Daar vind je ook het volledige reglement m.b.t. de klinische doctoraatsbeurs, de deadlines en de formulieren voor het indienen van aanvragen. Nieuwe aanvragen dienen vóór de uiterste indiendatum (1 februari) elektronisch te worden ingediend bij het FWO-Vlaanderen. Iedere aanvraag dient vergezeld te zijn van een attest van de directeur van het betrokken universitair ziekenhuis of van de vakgroepvoorzitter van de betrokken dierenkliniek en van de decaan van de betrokken faculteit, waarin bevestigd wordt dat je, zo het mandaat toegekend wordt, halftijds zal vrijgesteld worden van je huidige opdracht, om een doctoraat op proefschrift te kunnen afwerken. B3 – Bijzondere doctoraatsbeurzen Personen die een vaste betrekking hebben (bv. bij de overheid), kunnen bij het FWO-Vlaanderen een ‘bijzondere doctoraatsbeurs’ aanvragen. Je kan niet voor e beurs postuleren indien je vroeger reeds een predoctoraal mandaat van het FWO-Vlaanderen, zelfs gedeeltelijk, genoten hebt. Clinici kunnen zich voor de beurs geen kandidaat stellen. Een bijzondere doctoraatsbeurs heeft een duur van één jaar, waardoor je je gedurende dat jaar voltijds aan het doctoraat kan wijden. In dat geval dien je bij je werkgever hetzij een terbeschikkingstelling van een jaar aan te vragen voor een wetenschappelijke opdracht of voor een opdracht van algemeen belang, hetzij een jaar verlof zonder wedde (geen loopbaanonderbreking) te nemen, met de zekerheid je betrekking op het einde van het verlof opnieuw op te nemen. Om een bijzondere doctoraatsbeurs te kunnen aanvragen, moet je voldoen aan een aantal voorwaarden. Je vindt deze, samen met het volledige reglement m.b.t. de bijzondere doctoraatsbeurs, de deadlines en formulieren voor het indienen van de aanvragen, op www.fwo.be. De aanvragen moeten vóór de uiterste indiendatum (1 februari) elektronisch worden ingediend bij het FWO-Vlaanderen. C – IWT-Vlaanderen C1 – Specialisatiebeurzen Het IWT kent jaarlijks doctoraatsbeurzen toe aan doctorandi in alle takken van de wetenschap. Het voorgestelde doctoraatsonderzoek moet aansluiten bij de doelstellingen van het IWT en perspectieven tot valorisatie op lange termijn bieden. Een specialisatiebeurs wordt toegekend voor een termijn van twee jaar die eenmalig verlengbaar is met een tweede termijn van twee jaar. Het volledige reglement, met inbegrip van de voorwaarden waaraan kandidaat25
aanvragers moeten voldoen, de deadlines voor indienen en de indienformulieren, vind je op www.iwt.be. C2 – Baekeland-programma Baekeland-mandaten bieden kansen om te doctoreren in nauwe samenwerking met het Vlaamse bedrijfsleven. Het onderzoek in het kader van het Baekelandprogramma is gericht op het behalen van een doctoraat. Tegelijk heeft het onderzoek een economische finaliteit en biedt het een meerwaarde voor het bedrijf. Het bedrijf treedt op als hoofdaanvrager van de financiering, is betrokken bij de strategische oriëntatie van het onderzoek en staat in voor cofinanciering van het project. Als doctoraatsstudent ben je werkzaam aan de universiteit of in het bedrijf. Je hebt een promotor aan de universiteit, waar je ook de doctoraatstitel behaalt. Alle informatie m.b.t. de Baekeland-mandaten is te vinden op de website van het IWT-Vlaanderen: www.iwt.be. D – Persoonsgebonden doctoraatsprojecten van andere externe financieringskanalen Een aantal organisaties reiken doctoraatsmandaten uit op competitieve basis, o.m. ×× VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek): onderzoeksmandaten voor doctorandi (onderzoek vindt plaats in de laboratoria van VITO in Mol): www.vito.be > jobs > doctoreren; ×× SCK-CEN (Studiecentrum voor Kernenergie): onderzoeksmandaten voor doctorandi (onderzoek vindt plaats in de laboratoria van SCK in Mol): www.sckcen.be > over SCK-CEN > carrièremogelijkheden; ×× Steunfonds Marguerite-Marie Delacroix: beurzen voor navorsing ten gunste van personen met een mentale handicap: www.fondsmmdelacroix.org/nl > onze activiteiten > onderzoeksbeurzen; ×× VLIR-UOS: doctoraatsbeurzen voor EU-onderzoekers verbonden aan een Vlaamse universiteit met als doel de expertise inzake de Derde Wereld en de ontwikkelingssamenwerking aan de Vlaamse universiteiten te handhaven en te vergroten: www.vliruos.be > beurzen > Vlaamse doctoraatsbeurzen.
>> Aanstelling op een onderzoeksproject Aan de universiteit worden talrijke onderzoeksprojecten uitgevoerd met de financiële steun van o.a. het FWO-Vlaanderen, het IWT-Vlaanderen, de Vlaamse Gemeenschap, de provincies, de Europese Unie, federale ministeries, bedrijven en private ondernemingen. Ook de Universiteit Gent kent, op advies van de Onderzoeksraad, onderzoeksprojecten toe aan professoren. Het verwerven van een onderzoeksproject vergt initiatief en aangehouden inzet van een promotor. Op dergelijke projecten zijn doorgaans jonge onderzoekers tewerk gesteld. Het onderzoekswerk dat in het kader van een dergelijk project uitgevoerd wordt, kan eveneens leiden tot een doctoraat. Vanuit onderstaande instanties zijn er regelmatig terugkerende oproepen voor onderzoeksprojecten: ×× Bijzonder Onderzoeksfonds: geconcerteerde onderzoeksacties; ×× Bijzonder Onderzoeksfonds: startkredieten; ×× FWO-Vlaanderen: onderzoeksprojecten; ×× Federale InterUniversitaire Attractiepolen (IUAP); 26
27
×× Europese Unie (7de kaderprogramma en andere onderzoeksprogramma’s); ×× Federale ministeries, o.a. Programmatorische OverheidsDienst (POD) Wetenschapsbeleid; ×× Vlaamse Gemeenschap: diverse types onderzoeksopdrachten, bv. Steunpunten voor beleidsrelevant onderzoek; ×× IWT-Vlaanderen: diverse types onderzoeksprogramma’s; ×× industrie. Om een aanstelling op een onderzoeksproject te bekomen, kan je solliciteren voor een openstaande plaats op een al toegekend project of in samenspraak met de promotor een projectvoorstel uitwerken waarop je wordt aangesteld wanneer het project wordt toegekend. Je dient er rekening mee te houden dat tussen de uiterste indiendatum van de projectaanvraag en de eigenlijke startdatum van een goedgekeurd project al vlug één jaar kan verlopen. De vacatures voor aanstellingen als onderzoeker (als wetenschappelijk medewerker of doctoraatsbursaal) worden in vele gevallen bekend gemaakt op de UGentwebsite (www.UGent.be > vacatures aan de UGent), maar promotoren kunnen ook zelf afgestudeerden aanspreken met de vraag of zij in het kader van een dergelijk project onderzoek willen uitvoeren en al dan niet een doctoraat behalen. Het is daarom belangrijk dat potentiële promotoren weten dat je geïnteresseerd bent om op een onderzoeksproject te worden tewerkgesteld.
>> Andere aanstellingen Ook de hogescholen hebben middelen om wetenschappelijk personeel aan te stellen en doctoraatsonderzoek te stimuleren. In dat geval werk je bij de betreffende hogeschool (doorgaans als personeelslid) en schrijf je je tegelijkertijd in als doctoraatsstudent aan de Universiteit Gent. Je kan genieten van alle faciliteiten van je statuut als doctoraatsstudent, je krijgt begeleiding van een promotor van de UGent (en niet zelden ook van een promotor uit de hogeschool) en kan deelnemen aan het programma van de Doctoral Schools. Aan de universiteit bestaan naast de mogelijkheden van assistentschap, tewerkstelling via een persoonsgebonden doctoraatsproject of via een onderzoeksproject nog andere mogelijkheden voor aanstellingen. Voorbeelden zijn: praktijkassistent, plaatsvervangend assistent, wetenschappelijk medewerker op onderwijsprojecten e.d. Onderzoek in functie van een doctoraat maakt bij dergelijke aanstellingen zelden de kern uit van je opdracht. De mogelijkheden om met een dergelijk statuut aan je doctoraat te werken zijn dan ook klein. De aanstellingen kunnen je eventueel wel een ‘opstap’ bieden naar doctoraatsonderzoek.
>> Je betaalt alles zelf Als je niet over een of andere vorm van financiering voor een aanstelling aan de universiteit beschikt, kan je overwegen om een job te zoeken die je genoeg ruimte laat voor je doctoraatsonderzoek. Een voor de hand liggende oplossing is het niet en dus veeleer uitzondering dan regel. Een speciaal geval vormen de personen die een vaste benoeming bij de overheid hebben omdat zij in bepaalde gevallen aanspraak kunnen maken op een éénjarige bijzondere doctoraatsbeurs van het FWO-Vlaanderen (zie p. 25, B3). 28
Overzicht
hieronder volgt een schematisch overzicht van de aangehaalde financieringskanalen Type
Assistentenmandaten
Intern
Extern
Universiteit Gent
statuut
assistent
Doctoraatsmandaten financiering is steeds persoonsgebonden
FWO-aspirantschap en klinische doctoraatsbeurs
FWO-Vlaanderen
doctoraatsbursaal
IWT-specialisatiebeurs
IWT-Vlaanderen
doctoraatsbursaal
Doctoraatsmandaat Bijzonder Onderzoeksfonds (BOF)
Universiteit Gent (Bijzonder Onderzoeksfonds)
doctoraatsbursaal of arbeidscontract als wetenschappelijk medewerker bv.: VITO, VLIR,....
doctoraatsbursaal
financiering is niet persoonsgebonden
Universiteit Gent (Bijzonder Onderzoeksfonds)
o.m. FWO-Vlaanderen, IUAP, Europese Unie, federale ministeries, Vlaamse Gemeenschap, Provincies, SBO-programma, IWT-Vlaanderen, VLIR-UOS, private ondernemingen
doctoraatsbursaal of arbeidscontract als wetenschappelijk medewerker
andere Wetenschappelijke medewerkers
Universiteit Gent (bv. praktijkassistent)
externe dienstverlening (o.m. bedrijven / private instellingen)
doctoraatsbursaal (uitzonderlijk) of arbeidscontract als wetenschappelijk medewerker
Andere doctoraatsmandaten
Wetenschappelijk medewerker op een onderzoeksproject
andere
eigen middelen
Bijzondere doctoraatsbeurs FWO voor wie een vaste benoeming bij de overheid heeft
FWO-Vlaanderen
29
Sociale en fiscale aspecten Na het afstuderen Als je afstudeert en je wil doctoreren maar je hebt nog geen nieuws over de financiering van je onderzoek, dan laat je je best bij de VDAB als schoolverlater inschrijven. Krijg je naderhand een positieve beslissing, dan stel je de VDAB hiervan op de hoogte. Is de beslissing negatief, dan heb je al een deel van je beroepsinschakelingstijd doorlopen. Tijdens de beroepsinschakelingstijd van twaalf maanden ontvang je - voor zover je nog geen 25 bent - verder kinderbijslag (binnen bepaalde inkomensgrenzen) en blijf je zoals voorheen in regel met de ziekteverzekering. Na beëindiging van de beroepsinschakelingstijd ontvang je een uitkering als schoolverlater (bedrag afhankelijk van leeftijd en gezinssituatie: samenwonend / alleenstaand / gezinshoofd). Een van de voorwaarden om inschakelingsuitkeringen als schoolverlater te ontvangen, is dat je beschikbaar bent voor de arbeidsmarkt. Dat is niet evident als je je daadwerkelijk aan een doctoraat wil wijden. Wat de ziekteverzekering betreft, sluit je je na het doorlopen van je beroepsinschakelingstijd zelf aan bij een ziekenfonds. Kinderbijslag De meeste doctorandi komen in de praktijk niet in aanmerking voor kinderbijslag omdat aan alle voorwaarden tegelijk moet voldaan worden, te weten: - je moet jonger dan 25 jaar zijn; - je moet voor minstens 27 studiepunten ingeschreven zijn; - je moet minder dan 240 uren per kwartaal werken. Wie voltijds werkt aan een doctoraat met een arbeidscontract of daarmee gelijkgesteld (bv. FWO- of IWT-beurs) komt dus niet in aanmerking voor kinderbijslag. Heb je vragen over bovenstaande materie, dan neem je best contact op met de afdeling Sociale Voorzieningen van de Universiteit Gent (zie adressenlijst p.40). Verschillende statuten Afhankelijk van de manier waarop je doctoraatsonderzoek gefinancierd wordt, heb je als doctoraatsstudent een verschillend sociaal en fiscaal statuut. Als gevolg hiervan verschillen bv. de nettolonen. De verschillende statuten hebben in principe geen impact op je mogelijkheden om te doctoreren. Assistenten krijgen een arbeidscontract bij de Universiteit Gent. Aspiranten van het FWO-Vlaanderen en houders van een specialisatiebeurs van het IWT ontvangen een fiscaal vrijgestelde beurs. Wie wordt aangesteld op een onderzoeksproject of een doctoraatsmandaat van het Bijzonder Onderzoeksfonds van de Universiteit Gent, kan aangesteld worden als doctoraatsbursaal (Dehousse-bursaal). In dat geval blijft de loonkost voor de promotor of voor de universiteit relatief laag. Zelf ontvang je een fiscaal vrijgestelde beurs. Als doctoraatsbursaal ben je verplicht je voltijds te wijden aan het verrichten van onderzoek in het kader van de voorbereiding van een doctoraatsproefschrift. Het statuut kan dus niet gecombineerd worden met een andere opleiding of beroepsactiviteit. Je moet je ook verplicht inschrijven als doctoraatsstudent. Vóór de aanvang van de beurs mag je slechts in beperkte mate als assistent of gelijkgesteld personeel hebben gewerkt. Wie niet in aanmerking komt voor het statuut van 30
doctoraatsbursaal krijgt een arbeidscontract als wetenschappelijk medewerker. Dat is bv. het geval voor wie al een aantal jaren wetenschappelijke anciënniteit heeft. Meer informatie over de verschillende statuten vind je op: www.UGent.be > onderzoek > doctoreren > inschrijving en administratie > personeelsstatuut Wie van een fiscaal vrijgestelde beurs van het FWO-Vlaanderen of het IWT-Vlaanderen geniet, kan ook daar meer informatie over het sociaal en fiscaal statuut van de beurs verkrijgen.
Werkingskredieten en aanvullende financiering Aan het doctoraatsonderzoek zijn kosten verbonden zoals bv. deelname aan congressen en symposia, drukklaar maken van het proefschrift. Hiervoor wordt in de meeste statuten een werkingskrediet toegekend aan de promotor ten behoeve van het doctoraatsonderzoek. Houders van een persoonsgebonden mandaat van het FWO, BOF en IWT beschikken op die manier over werkings middelen. Voor wetenschappelijke medewerkers op onderzoeksprojecten is het werkingskrediet afhankelijk van de projecttoekenning. Naast de ‘vaste’ werkingskredieten die automatisch aan een project of een mandaat worden gekoppeld, kan je via competitieve selectie aanvullende werkingskredieten verwerven bij interne of externe instellingen. Een greep uit het aanbod: ×× Elke faculteit beschikt over een facultair onderzoeksfonds. De faculteit bepaalt in een eigen reglement op welke wijze de middelen worden verdeeld, maar veelal kunnen ook doctorandi of promotoren van doctoraatsonderzoek er gebruik van maken; ×× FWO-Vlaanderen: www.fwo.be; ×× Human Frontier Science Program (kredieten voor basisonderzoek): www.hfsp.org; ×× European Science Foundation (beurzen voor deelname aan ESF workshops en conferenties): www.esf.org; ×× Van Goethem-Brichant Stichting - Revalidatie en socio-professionele integratie (leningen, prijzen, toelages):
[email protected]; ×× Universitaire Stichting (subsidies voor publicaties: boeken en tijdschriftartikels): www.fondationuniversitaire.be/nl > wetenschappelijke activiteiten. Bovendien worden bij diverse instanties vrij veel middelen vrijgemaakt om de internationale mobiliteit van onderzoekers te ondersteunen. De volgende instanties verlenen financiering, gewoonlijk op competitieve basis, voor korte of middellange buitenlandse verblijven: ×× FWO-Vlaanderen (kredieten voor kort verblijf in het buitenland): www.fwo.be; ×× bilaterale akkoorden van de Vlaamse Gemeenschap (beurzen voor studie of onderzoek in het buitenland): www.ond.vlaanderen.be/internationaal/CA/; ×× Marie Curie Fellowships bij door de Europese Commissie gefinancierde gastinstellingen (korte verblijven bij universiteiten, onderzoeksinstellingen en bedrijven): http://ec.europa.eu/research/mariecurieactions/; ×× Belgisch-Duits cultureel akkoord (beurzen voor korte verblijven in Duitsland voor jonge onderzoekers): www.daad.de; 31
×× BAEF- beurzen (studie- of onderzoeksverblijf van een jaar aan een Amerikaanse universiteit): www.baef.be; ×× Fulbright Foundation (studie- of onderzoeksverblijf aan een Amerikaanse universiteit): www.fulbright.be; ×× EMBO short fellowships (reisbeurzen binnen het domein van de moleculaire biologie): www.embo.org; ×× Experimental Psychology Society (reisbeurzen): www.eps.ac.uk; ×× The Company of Biologists (reisbeurzen binnen een aantal domeinen van de biologie): www.biologists.com; ×× The Wenner Gren Foundation for anthropological research (reisbeurzen naar bibliotheken, dissertation fieldwork grants omtrent antropologisch basisonderzoek): www.wennergren.org; ×× Belgisch Historisch Instituut Rome (kredieten voor Italië bij voorkeur voor personen met een historische, archeologische, kunsthistorische of filologische opleiding; voor onderzoek in archieven, bibiotheken,opgravingssites en musea): www.academiabelgica.it; ×× Alexander S. Onassis Foundation (kredieten voor korte verblijven in Griekenland voor onderzoek in de humane en politieke wetenschappen, rechten en economie en architectuur): www.onassis.gr; ×× en vele andere … Gezamenlijke doctoraten (op p. 19 hierover meer) zijn een specifieke vorm van ‘internationaal mobiele doctoraten’. Het BOF van de Universiteit Gent voorziet in extra financiering voor die doctoraten. Meer informatie over bijkomende financiering voor je doctoraatsonderzoek vind je op: www.UGent.be > onderzoek > doctoreren > financiering. Ook in de ‘Berichten over Onderzoek’ vind je informatie over werkingskredieten en andere vormen van aanvullende financiering (na inloggen): www.UGent.be > onderzoek > Berichten over Onderzoek.
32
33
Het beeld van de onderzoeker die zich opsluit in een ivoren toren is compleet achterhaald.
Met een doctorstitel gewapend naar de arbeidsmarkt De graad van doctor staat in bepaalde Europese landen zeer hoog aangeschreven, zelfs met bijhorende sociale status. In België is een doctorstitel een absolute voorwaarde voor wie een academische carrière binnen een universiteit of een andere wetenschappelijke instelling wil uitbouwen. Wie in het hoger academisch onderwijs wil doceren moet eveneens een doctoraatsdiploma hebben behaald. De doorgroeimogelijkheden aan die instellingen zijn evenwel beperkt. Gedoctoreerden vinden ook buiten de academische wereld hun weg op de arbeidsmarkt. In bepaalde takken van de industrie worden specifiek voor doctores diverse aantrekkelijke kansen geboden. Voor sommige overheidsbetrekkingen werft men enkel doctores aan vanwege hun expertise. In een aantal gevallen worden zij aan een hoger barema aangeworven. Motivatie eerst Alhoewel een doctoraat een mooie aanloop betekent naar een boeiende loopbaan in de academische wereld, research, bedrijfsleven of non-profitsector, wordt de keuze om een doctoraat aan te vatten zelden ingegeven door financiële overwegingen of lonkende carrièreperspectieven. Een veel grotere rol speelt de intrinsieke motivatie om actief aan wetenschappelijk onderzoek te doen in een boeiende en stimulerende omgeving, in nauw contact met de internationale wetenschappelijke onderzoeksgemeenschap. De meeste doctoraatsstudenten ervaren hun doctoraatsstudie dan ook als een creatieve en zeer leerrijke periode in hun leven. Meerwaarde In de loop van je doctoraatsstudie vergaar je een pak bijkomende kennis. De ‘marktwaarde’ hiervan is sterk afhankelijk van het onderzoeksdomein en van de arbeidsmarktsector. Wie zich als doctoraatsstudent over een meer technologisch of toepassingsgericht onderwerp buigt, heeft een heuse troef in handen. Soms worden doctorandi nog voor het afronden van hun doctoraatsonderzoek door de industrie van de universiteit weggekaapt vanwege hun specifieke knowhow.
34
Kennis is evenwel niet tijdsbestendig. De echte meerwaarde van een doctoraat situeert zich dan ook vooral in de vormende waarde die ervan uit gaat. Je doet werkervaring op in een academische onderzoeksomgeving. Je leert zelfstandig plannen, coördineren, evalueren en in teamverband functioneren. Een omstandige onderzoeksopdracht tot een goed einde brengen, inclusief het neerschrijven van de onderzoeksresultaten, is niet eenvoudig en vormt een oefening in stressbestendigheid en langetermijnplanning. In diverse sectoren wordt dat, samen met het geoefend analytisch denken en probleemoplossend vermogen van een doctor, wel degelijk op prijs gesteld. Tijdens je doctoraatsperiode heb je geleerd een ingewikkelde materie eenvoudig voor te stellen, te verwoorden en met overtuiging naar voren te brengen. Je bent gewend op mature wijze inhoudelijk te discussiëren en dialogeren. Wie de doctoraatsperiode bovendien aangrijpt om ook communicatie- en management vaardigheden en talenkennis bij te spijkeren en een netwerk van (internationale) contacten uit te bouwen, is duidelijk in het voordeel. Op de arbeidsmarkt zijn onderzoekers immers vooral gegeerd om hun groot zelfstandig leervermogen en volharding, hun creativiteit en oog voor innovatie. Een en ander compenseert veelal ruimschoots de latere instap op de arbeidsmarkt. ‘Een doctor in spe timmert gaandeweg aan zijn cv’ zou een goede slagzin kunnen zijn om te duiden dat een doctoraat zoveel meer is dan je doctoraatsonderzoek. Veel hangt van jezelf af; benut de talrijke kansen die je krijgt tijdens de doctoraatsstudie en bereid op die manier je stap naar de arbeidsmarkt buiten de universiteit voor. Het beeld van de onderzoeker die zich opsluit in een ivoren toren is compleet achterhaald; een brede kijk op de wereld, kennis gekoppeld aan maturiteit en onmiddellijk inzetbare vaardigheden en ervaring doen het des te meer. Internationale ervaring Doctores met internationale ervaring hebben een duidelijke streep voor op de arbeidsmarkt. Dergelijke ervaring is immers een bewijs van je zin voor initiatief, zelfstandigheid, interculturele ervaring, kortom van je open blik op de wereld en goede sociale vaardigheden. Ook de arbeidsmarkt ondergaat een onomkeerbaar internationaliseringsproces en een bepaalde mate van ‘international exposure’ vormt een pluspunt voor aanwerving. Op de website vind je informatie over carrièremogelijkheden na het doctoraat en links naar vacaturedatabanken: www.UGent.be > onderzoek > doctoreren > financiering > verwerving van een inkomen Naar de arbeidsmarkt en dan pas doctoreren? In tegenstelling tot in andere landen is het in ons land veeleer ongebruikelijk om eerst enkele jaren in de private of openbare sector te werken en daarna terug te keren naar de universiteit om er te doctoreren. Veel heeft te maken met het financieringssysteem dat voor een belangrijk deel gebaseerd is op doctoraatsbeurzen voor recent afgestudeerden en het Belgische systeem van sociale zekerheid dat gekoppeld is aan een studentenstatuut of aan een statuut als werkende of werkzoekende. Als je al enkele jaren de universiteit hebt verlaten, mag je die elementen echter niet beschouwen als een ‘nadeel’ om een onderzoekscarrière uit te bouwen. 35
De overheid stimuleert bv. de samenwerking tussen de industriële en de academische sector en na enkele jaren werkervaring in de privésector kan je de ideale kandidaat zijn om dergelijk onderzoek met een sterke maatschappelijke of economische valorisatie uit te voeren. Bovendien heb je ook al enige maturiteit verworven, inzicht in een specifiek toegepast domein en weet je al beter wat je van een onderzoekscarrière kan verwachten dan een pas afgestudeerde. Verschillende onderzoekers uit de industrie of lesgevers uit het middelbaar of hoger onderwijs spenderen na een aantal jaren werkervaring opnieuw enkele jaren aan de universiteit, met het oog op het opdoen van specifieke kennis en het behalen van een doctoraat. Het Baekeland-programma werd specifiek in het leven geroepen om de samenwerking tussen de universiteit en de industrie te bevorderen (zie p. 27).
Doctoreren: concrete stappen Na het lezen van deze brochure resten je nog de volgende stappen:
Je voelt veel voor wetenschappelijk onderzoek en je bent bereid jezelf een aantal jaren in intensieve studie en onderzoekswerk onder te dompelen.
>> A. Je hebt een Belgisch masterdiploma Je bezit het vereiste diploma om een doctoraat aan te vatten: een masterdiploma van de Universiteit Gent, van een andere Belgische universiteit of van een Belgische hogeschool. A1 – Zoek een onderwerp en een promotor Neem contact op met de promotor van je masterproef of met de professor(en) in wiens vakgebied je overweegt te doctoreren. Ook indien je je masterdiploma aan een andere universiteit of een hogeschool behaalde, kan je zelf contact opnemen met een specialist in je vakgebied aan de Universiteit Gent. Zoek je daar nog naar, dan biedt de databank van onderzoeksprojecten aan de Universiteit Gent een goede startplek: www.UGent.be > onderzoek > toponderzoek > research directory > IWETO. Maak bij voorkeur een afspraak met mogelijke promotoren, zodat zij de nodige tijd voor je kunnen vrijmaken. Pols of de professor bereid is als je promotor op te treden en welke logistieke of andere steun de prof je tijdens je doctoraatsstudie zou kunnen verlenen. Het is een pluspunt als je een weloverwogen onderzoeksvoorstel hebt waaruit het nut en het belang van je onderzoek blijken. Als je nog geen bepaald onderzoeksthema hebt, geef dan aan waarin je specifiek bent geïnteresseerd en informeer naar de mogelijke onderwerpen. Surf naar de websites van de diverse vakgroepen en onderzoekseenheden. Vraag naar brochures en bekijk geregeld de ad valvas berichten over onderzoeksonderwerpen en projectvoorstellen. Sommige faculteiten organiseren doctoraatssymposia waar jonge onderzoekers hun werk voorstellen: de gelegenheid bij uitstek voor een verkenningsronde. Aarzel niet langs te gaan bij de vakgroepen die onderzoek verrichten in een domein dat jou interesseert. Praat met assistenten en andere 36
37
onderzoekers over hun onderzoeksonderwerp en -ervaringen. Ga gerust bij meerdere potentiële promotoren en vakgroepen langs als je nog geen geschikt onderwerp en/of promotor gevonden hebt. A2 – Zoek financiering Informeer jezelf over de beschikbare financieringskanalen, de voorwaarden en de te volgen procedure. Bekijk de rubriek ‘Het financiële aspect’ op p. 21 in deze brochure en de webpagina: www.UGent.be > onderzoek > doctoreren > financiering. Bespreek met een mogelijke promotor eveneens eventuele beschikbare assistentschappen of andere vormen van financiering. Vraag in welke mate men bereid is om je eventuele financieringsaanvraag te steunen en hoe men je kansen wat dat betreft inschat. Vergeet niet dat aanvraagprocedures voor een beurs of andere financiering vaak meer dan een jaar in beslag nemen. Begin er dus tijdig aan. A3 – Vraag het facultair reglement aan Op de Facultaire Studentenadministratie kan je ondertussen het facultair reglement betreffende het doctoraatsexamen aanvragen. Ook te consulteren via www.UGent.be > onderzoek > doctoreren > Administratie: inschrijving en regelgeving > regelgeving. Informeer eveneens naar de modaliteiten en de inhoud van een eventuele doctoraatsopleiding. Als je een doctoraatsopleiding zal volgen, bespreek je met je promotor uit welke opleidingsonderdelen het programma zal bestaan. Kijk ook uit naar de activiteiten van de Doctoral Schools. A4 – Doe een officiële aanvraag bij de faculteit Als je een geschikt onderwerp en dito promotor gevonden hebt, doe je een officiële aanvraag bij de faculteit om tot de doctoraatsstudie en de doctoraatsopleiding te worden toegelaten. Hiervoor gelden specifieke procedures en worden specifieke formulieren gebruikt. Informeer je hierover bij de Facultaire Studentenadministratie van je faculteit. Meer informatie vind je ook op www.UGent.be > onderzoek > doctoreren > Administratie: inschrijving en regelgeving. A5 – Inschrijving Als je de toelating tot de doctoraatsstudie hebt verkregen van de faculteit, schrijf je je in voor het doctoraat en de doctoraatsopleiding bij de afdeling Studentenadministratie en Studieprogramma’s (zie ook bij ‘Inschrijving’ op p. 8) . Bij de inschrijving breng je de officiële toelating van de faculteit, een kopie van je masterdiploma en een kopie van je identiteitskaart mee. Met het vereffenen van het studiegeld (voor 2012-2013 bedraagt dat 283,40 EUR) bevestig je je inschrijving. Vervolgens voer je je doctoraatsonderzoek uit in overleg met je promotor en/of doctoraatsbegeleidingscommissie. Voor de verdere stappen verwijzen we naar www.UGent.be > onderzoek > doctoreren > Administratie: inschrijving en regelgeving.
38
39
>> B. Je hebt geen Belgisch masterdiploma
>> Addendum
Dan zijn er de volgende mogelijkheden:
NUTTIGE ADRESSEN
B1 – Je bezit een Vlaams diploma van het hoger onderwijs dat geen rechtstreekse toegang biedt tot een doctoraat In de meeste gevallen loopt deze weg via een predoctorale opleiding van minimum 20 studiepunten. Instappen in een masterprogramma aan de universiteit, al dan niet via een voorbereidingsprogramma, vormt een alternatieve toegang tot het doctoraat, waarover je je best ook informeert. Je richt in ieder geval je toelatingsaanvraag tot het doctoraat rechtstreeks aan de decaan van de faculteit. Die zal je aanvraag, na omstandig onderzoek, doorsturen naar mogelijke promotor(en). In bepaalde gevallen kan de faculteit om bijkomende gegevens verzoeken of je uitnodigen voor een persoonlijk gesprek. De faculteit bepaalt de studieomvang en het programma van de predoctorale proef die je moet afleggen. Als je naderhand slaagt voor de predoctorale proef, volg je hierna de stappen zoals vermeld onder A 2, 3, 4 en 5. B2 – Je behaalde je diploma buiten België Studenten die op basis van een buitenlands diploma aan de Universiteit Gent willen doctoreren, moeten een specifieke toelatingsprocedure doorlopen. Die kan enkele maanden in beslag nemen. Informeer je eerst over de administratieve implicaties en vraag dan pas op het rectoraat een ‘application form’ aan, i.e. het formulier voor een toelatingsaanvraag. Daarop staat vermeld welke documenten en gegevens je bij je aanvraag moet voegen (o.m. een gelegaliseerde kopie van je diploma en indien nodig een beëdigde vertaling in het Nederlands, Frans, Engels of Duits). Het legaliseren dient te gebeuren in de Belgische ambassade in het land waar het diploma is uitgereikt. In tegenstelling tot studenten met een buitenlands diploma die willen (verder) studeren aan de Universiteit Gent, dienen studenten die een aanvraag doen voor een doctoraat, geen rekening te houden met deadlines voor indiening van hun aanvraagdossier. Je ‘application form’ en de begeleidende stukken richt je aan de afdeling Studentenadministratie en Studieprogramma’s. Eerst zal worden onderzocht of je aan de toelatingsvoorwaarden tot het doctoraat en de doctoraatsopleiding voldoet en of de Universiteit Gent voldoende begeleiding kan bieden voor je onderzoek. Is dat het geval, dan ontvang je een toelatingsbrief van de rector om te doctoreren. Daarna volg je verder de stappen zoals vermeld onder A 2, 3 en 5. Als je al afspraken over doctoreren hebt gemaakt met een promotor en over financiering beschikt voor doctoraatsonderzoek, dan kan je promotor een ‘verkort traject’ in de aanvraagprocedure opstarten, zodat je sneller met je doctoraatsonderzoek kan starten. Je promotor gebruikt hiervoor de PhD Wizard: www.UGent.be/phdwizard. Wie een buitenlands diploma heeft, moet in sommige gevallen een één- of tweejarige predoctorale opleiding volgen (60 of 120 studiepunten), waarna wordt geëvalueerd of je geschikt bent voor het doctoraatsonderzoek. Meer informatie over de predoctorale opleiding vind je op p. 9 in deze brochure. Meer informatie over de toelatingsprocedure voor studenten die op basis van een buitenlands diploma willen doctoreren, vind je op www.UGent.be/en > for PhD students. 40
Adviescentrum voor Studenten, Afdeling Studie- en Loopbaanadvies Universiteitsforum, Sint-Pietersnieuwstraat 33 (1ste verdieping), 9000 Gent, T 09 331 00 31, F 09 331 01 47,
[email protected] Afdeling Onderzoekscoördinatie Rectoraat, Sint-Pietersnieuwstraat 25, 9000 Gent, T 09 264 30 36, F 09 264 35 83,
[email protected] Afdeling Studentenadministratie en Studieprogramma’s Universiteitsforum, Sint-Pietersnieuwstraat 33 (1ste verdieping), 9000 Gent, T 09 331 00 99, F 09 331 01 45,
[email protected] Associatie Universiteit Gent Het Pand, Onderbergen 1, 9000 Gent, T 09 264 82 24, F 09 264 83 94,
[email protected], www.AUGent.be Doctoral Schools Ondersteuningscel, Directie Onderzoeksaangelegenheden Rectoraat, Sint-Pietersnieuwstraat 25, 9000 Gent, T 09 264 95 65 (dagelijks van 9 u. tot 12 u.),
[email protected] Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO-Vlaanderen) Egmontstraat 5, 1000 Brussel, T 02 512 91 10, www.fwo.be IWT-Vlaanderen (Instituut voor de aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen) Bischoffsheimlaan 25, 1000 Brussel, T 02 20 90 900, F 02 223 11 81, www.iwt.be Afdeling Sociale Voorzieningen Sint-Pietersnieuwstraat 47, 9000 Gent, T 09 264 70 72 of 09 264 70 78, F 09 264 35 80,
[email protected] Facultaire Studentenadministratie: Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Blandijnberg 2, lok. 0.60, 9000 Gent, T 09 264 39 37 Faculteit Rechtsgeleerdheid Voldersstraat 3, lok. 100.013, 9000 Gent, T 09 264 67 78 Faculteit Wetenschappen K.L. Ledeganckstraat 35, 1ste verdieping, 9000 Gent, T 09 264 50 50 Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen De Pintelaan 185, K3, 3de verdieping, 9000 Gent, T 09 332 39 18
41
Faculteit Ingenieurswetenschappen J. Plateaustraat 22, 9000 Gent, T 09 264 37 15 Faculteit Economie en Bedrijfskunde Tweekerkenstraat 2, 9000 Gent, T 09 264 34 68 Faculteit Diergeneeskunde Salisburylaan 133, 9820 Merelbeke, T 09 264 75 02 Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, H. Dunantlaan 2, 9000 Gent, T 09 264 63 60 Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen Coupure Links 653, lok. 162, 9000 Gent, T 09 264 59 02 Faculteit Farmaceutische Wetenschappen Harelbekestraat 72, 9000 Gent, T 09 264 80 32 Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen Universiteitsstraat 8, 9000 Gent, T 09 264 67 85 Nuttige websites www.UGent.be > onderzoek > doctoreren www.UGent.be/doctoralschools Overzicht van het onderzoek aan de UGent: www.UGent.be > onderzoek > toponderzoek Studiegids: www.UGent.be/studiegids
42
43
Voor alle verdere inlichtingen kan u zich wenden tot:
Adviescentrum voor Studenten Directie Onderwijsaangelegenheden afdeling Studieloopbaanadvies Sint-Pietersnieuwstraat 33 (Ufo), 9000 Gent T 09 331 00 31
[email protected] www.UGent.be/Adviescentrum Deze brochure kwam tot stand i.s.m. de Directie Onderzoeksaangelegenheden UGent. De redactie werd afgesloten op 15/01/2013.
44