Microfinanciering als impuls voor ondernemerschap in Nederland Advies van de Raad voor Microfinanciering in Nederland aan de staatssecretaris van Economische Zaken Inleiding Volgens onderzoek uit 2006 hebben circa 600.000 mensen in Nederland concrete pla nnen om binnen vijf jaar een onderneming te beginnen. Veruit de meesten van hen doen dat uiteindelijk toch niet. Voornaamste oorzaken zijn het ontbreken van ondersteuning, financiële barrières en onvoldoende kennis of vaardigheid. Het kabinet vindt dat in Nederland microkredieten moeten komen voor startende ondernemers, met extra aandacht voor de veertig aandachtswijken. De Raad voor Microfinanciering in Nederland brengt daarom versneld dit advies uit. Onder microfinanciering verstaat de Raad: de combinatie van professionele, op de ondernemer geric hte coaching én financiële producten (kleine kredie ten onder € 25.000 en verzekeringen). Kern van het advies is dat microfinanciering een grote potentie heeft op het gebied van het stimuleren van ondernemerschap. Dit heeft volgens de Raad een positieve invloed op economische groei, integratie van achterstandsgroepen en het verminderen van de werkloosheid. Daarmee is microfinanciering van belang voor de ministeries van Economische Zaken, van Wonen, Wijken en Integratie en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Lokale microfinancieringsinitiatieven – waarvan er al veel zijn in Nederland – vormen de krachtbron voor het benutten van die potentie. Om deze initiatieven meer slagkracht te geven en om hun duurzaamheid te vergroten, stelt de Raad een aanpak voor waarbij de lokale initiatieven, die directe toegang tot de doelgroepen hebben, ondersteuning krijgen van een franchisesysteem. Daarin kunnen zij gebruikmaken van coachingnetwerken en beschikken over een eenvoudig financieringsmodel. Waar gaat het om bij microfinanciering in Nederland Een voorbeeld: Anna John had een goede opleiding, relevante ervaring en een uitstekend ondernemersplan voor het promoten en distribueren in de Benelux van de Gum ’n Asbag, winnaar van de ‘Dit is handig Innovatie Awards 2007’. Zij kwam niet in aanmerking voor een regulier kredie t bij de banken. Met behulp van het Starters Coachkrediet – een samenwerking tussen STASON en de ABN Amro bank – kon zij ruim een halfjaar later toch starten met haar onderneming. Intussen heeft zij extra investeerders aangetrokken en gaat het voorspoedig met het bedrijf. Een ander voorbeeld: Mohammed Rahman is een vluchteling uit Syrië. Hij moest daar zijn boekhandel opgeven. In Nederland is hij een winkel in oosterse en Turkse producten begonnen: Wanzee. Het project Stamm CMO in Assen heeft hem daarbij ondersteund met coaching en een krediet van € 10.000. Dit bedrag – een aanvulling op leningen van zijn familie – had hij nodig om zijn bedrijf te kunnen starten. Deze voorbeelden zijn mogelijk gemaakt door steun van enkele van de ongeveer vijftien microfinancieringsinitiatieven in Nederland. Deze initiatieven komen van verschillende organisaties, zoals: • •
HandsOn, een groep mensen in Amsterdam die uit eigen middelen microkredieten verstrekt en zelf ook de ondernemers begeleidt; Zwarte Zaken Vrouwen Nederland in Rotterdam, die met onder andere geld van de Europese Unie een netwerk en coachingprogramma heeft opgezet voor allochtone vrouwen. Hiermee worden zij klaargestoomd voor het ondernemerschap en begeleid bij een kredie taanvraag bij de bank; 1
• • •
Fortis Bank Noordoost-Nederland, die zelf microkredieten geeft. Na beoordeling van de pla nnen door SEON, een adviesbureau op het gebied van microfinanciering, worden de ondernemers door vrijwilligers uit de Fortis-organisatie zelf begeleid; De Rabobank is betrokken bij veel lokale initiatieven, waarbij samengewerkt wordt met organisaties als de Ondernemershuizen in Amsterdam en Start Smart in Arnhem; Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is actief om starten vanuit een uitkering te bevorderen, onder meer met een pilot in drie regio’s.
Veel van de startende ondernemers die bij deze organisaties terechtkomen, blijken na bespreking en coaching geen externe financiering nodig te hebben of kunnen direct bij een bank terecht. Microfinanciering is in de visie van de Raad dan ook méér dan kredietverlening alleen. Het gaat om het geheel aan financiële en aanvullende diensten dat erop is gericht om ondernemers te helpen bij het starten van een bedrijf. Daarbij is de coaching voor en na de start van de onderneming van essentieel belang. De bestaande initiatieven zijn tekenend voor de situatie in Nederland: particulieren, lokale overheden en banken wachten niet op de rijksoverheid, maar steken zelf de handen uit de mouwen. De Raad constateert dat de initiatieven hoopgevend zijn: een groot aantal mensen steekt hier – vaak bela ngeloos – veel energie in. Ieder microf inancieringsinitiatief moet dezelfde drempels slechten en zelf het wiel uitvinden. De Raad wil daarbij helpen, door diensten aan te laten bieden die van gezamenlijk belang zijn. Daardoor worden opstartproblemen kleiner en de haalbaarheid van de init iatieven groter. Daar staat tegenover dat de schaal van de initiatieven nog beperkt is en het succes ervan wisselend. De init iatieven hebben nog verschillende tekortkomingen: • • •
Op dit moment worden niet alle doelgroepen bereikt. Initiatieven richten zich vooral op mensen met een uitkering; Er worden slechts circa tweehonderd financieringen per jaar verstrekt (met uitzondering van de publieke regelingen, zoals de BBZ – het Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen); De verschillende initiatieven zijn onvoldoende bekend bij de doelgroepen.
Ondanks deze tekortkomingen vindt de Raad dat de kracht van de initiatieven behouden moet worden. Door deze juist te ondersteunen met advies, en door ze de kans te geven een aantal activiteiten uit te besteden aan een landelijke organisatie, meent de Raad dat ze efficiënter, succesvoller, grootschaliger en dus duurzamer kunnen worden. Bovendien stelt de Raad voor deze initiatieven publicitair te stimuleren en te steunen.
2
De huidige activiteiten voor microfinanciering in Nederland zijn hoopgevend, maar nog beperkt; er is dus ruimte voor verdere groei Model
Omschrijving
1 2 3 4
Organisaties voor financiering
• Toegang tot krediet op grond van hoofdelijke
Organisaties voor coaching
• Focus op specifieke doelgroepen, zoals
Organisaties voor zowel financiering als coaching
Publieke initiatieven
Bestaande voorbeelden Microfinanciering in Nederland komt van de grond … • Verschillende bestaande initiatieven, zowel publiek als privaat • Veel aandacht
aansprakelijkheid of als ondersteuning voor een goed ondernemingsplan • Geen hulp bij het opstellen van het plan
werklozen, mensen in de bijstand, migranten
• Sterk gericht op praktische ondersteuning • Cliënten worden doorverwezen naar andere kanalen voor krediet, zoals banken en subsidies, en krijgen vaak ondersteuning bij de aanvraag
• Cliënt wordt geholpen met het ondernemingsplan
• Plan moet voldoen aan de acceptatiecriteria van kredietinstellingen
• Continue begeleiding • Bieden garanties en/of leningen aan specifieke doelgroepen (bijstand, kleine ondernemers, …) • Met name gericht op ontvangers van uitkeringen
Tante Agaath BBMKB
BBZ Pilot SZ
… maar er is ruimte voor verdere groei en verbetering • Niet alle doelgroepen worden bereikt • Beperkte schaal van ~200 financieringen per jaar • De doelgroepen zijn zich onvoldoende bewust van bestaande initiatieven
Bron: Interviews
Lessen uit andere Europese landen Nederland loopt achter in Europa op het gebied van het stimuleren van kleinschalige ondernemingen. Een aantal landen (met name Frankrijk, Spanje, Engeland, Finland) is al enkele jaren bezig met microfinanciering. Nederland kan uit die ervaringen een aantal lessen trekken: •
• • •
• •
Lokale microfinancieringsinitiatieven, gedragen door mensen die midden in de lokale gemeenschap staan, zijn van wezenlijk belang. Een-op-een-ontmoetingen met de ondernemer zijn nodig om zijn of haar behoeften te begrijpen. Succesvolle ondersteuning zorgt ook voor meer belangstelling via mond-tot-mondreclame onder de doelgroepen; Coaching, zowel aan het begin als tijdens de looptijd, is naast financiering zeer belangrijk; Schaal is van belang voor de duurzaamheid. Nationale coördinatie onder één centraal merk kan de sleutel tot succes zijn; Efficiënte en geautomatiseerde processen om aanvragen te beoordelen, zoals het cliëntscoremodel, die zijn aangepast aan de doelgroep, kunnen de kosten verlagen en zo bijdragen aan duurzaamheid; Microfinanciering kan helpen de arbeidsparticipatie van vrouwen te verhogen; Kostendekkende microfinanciering lijkt niet mogelijk zonder al te hoge rentetarieven.
3
De belangrijkste inzichten uit overige Europese landen kunnen ook in Nederland worden toegepast Voorbeelden van succesvolle projecten in West-Europa Frankrijk
• • • • •
Finland
• Kredietinstelling, eigendom van de staat • Dient als de “one-stop shop” voor de financieringsbehoefte van het MKB • Richt zich onder andere op werklozen, mensen met een uitkering e n vrouwen
Verenigd Koninkrijk
• Gericht op buitengesloten gemeenschappen in Oost -Londen • Sterke focus op een geografische niche met een makkelijk toegankelijk kantoor • SEZ-onderzoek in het Verenigd Koninkrijk beveelt aanbesteding door lokale
Actief sinds 1989, ~60,000 banen gecreëerd Gericht op werklozen en mensen met een uitkering Landelijk netwerk met gedecentraliseerde toetsing en monitoring Voor 80% gefinancierd uit subsidies Distributie dichtbij de doelgroepen door middel van uitgebreid netwerk – 1,000 vrijwilligers, 300 medewerkers – 22 regionale afdelingen – 380 agentschappen
organisaties aan voor een blijvende oplossing
Bron: Interviews
Voorstel voor microfinanciering in Nederland De Raad vindt het belangrijk dat een voorstel voor Nederland ook daadwerkelijk aansluit bij de Nederlandse situatie. Er bestaan al veel lokale en landelijke microfinancieringsinitiatieven, en er komen regelmatig nieuwe bij. Deze worden geleid door mensen die met veel inzet, en soms belangeloos, actief zijn op het gebied van microfinanciering. Het zijn initiatieven die vaak goed aansluiten bij specifieke doelgroepen die weinig toegang hebben tot de reguliere kanalen. De Raad presenteert in dit advies een aanpak voor de Nederlandse situatie, gebaseerd op de ervaringen in binnen- en buitenland. Deze aanpak moet schaalvoordelen bieden, mensen aansporen om nieuwe initiatieven te ontplooien en potentiële ondernemers de weg wijzen naar nieuwe mogelijkheden. Door nieuwe lokale initiatieven te ondersteunen zal meer diversiteit ontstaan, waarbij wellicht ook geput kan worden uit ervaringen in andere delen van de wereld (‘omgekeerde ontwikkelingshulp’). De voorgestelde aanpak bestaat uit drie samenhangende onderdelen: (1) promotie en distributie van de diensten, (2) coaching en (3) vereenvoudigde financiering. De Raad meent dat deze drie onderdelen samengebracht dienen te worden in een franchisemodel. In dit model worden onderdelen waar schaalvoordeel van belang is centraal opgezet, zoals marketing, administratieve afhandeling van leningaanvragen en contact met de centrale overheid. De lokale initiatieven krijgen ruim baan om hun eigen profiel te ontwikkelen voor hun eigen doelgroepen. 1. Promotie en distributie van de diensten door lokale microfinancieringsinitiatieven. Dit zijn bestaande of nieuwe organisaties waar (potentiële) ondernemers kunnen aankloppen voor vrijblijvende informatie, maar ook voor gerichte ondersteuning. Deze organisaties zorgen voor een intake, geven een eerste feedback op de ideeën en de capaciteiten van de ondernemer, adviseren welke coaching nodig is, welke financieringsmogelijkheden er zijn, et cetera. Ook geven ze op lokaal niveau meer bekendheid aan de mogelijkheden van microfinanciering. Ze kunnen bijvoorbeeld scouts uit lokale gemeenschappen inzetten om doelgroepen actief te benaderen. De Raad is in gesprek met enkele woningbouw coöperaties over steun op lokaal niveau in de vorm van het beschikbaar stellen van lokaliteiten en andere vormen van ondersteuning.
4
Bovendien adviseert de Raad om waar nodig ondersteuning te bieden aan het opric hten van nieuwe microfinancieringsinitiatieven, met daarbij ook aandacht voor vernieuwingen in de benadering van de doelgroepen, zoals het gebruik van internet. 2. Coaching door een netwerk van getrainde vrijwilligers en professionals. De coaches kunnen aspirant-ondernemers helpen plannen uit te werken en ze op de hoogte brengen van alle mogelijkheden om eventueel een krediet te krijgen. De netwerken worden gekoppeld aan de lokale microfinancieringsin itiatieven. Om de gewenste kwaliteit te waarborgen, wordt de coaches ondersteuning en training aangeboden. Hiervoor kunnen zij zich aansluiten bij bijvoorbeeld het Ondernemersklankbord dat al zo’n landelijk coachingnetwerk kent, maar ook bij andere lokale en landelijke initiatieven. Coaches kunnen bij landelijke netwerken zijn aangesloten, maar zullen in veel geva llen bij een lokaal initiatief een vaste thuisbasis hebben, in verband met de cultuur van de doelgroep en de eigen visie van de lokale initiatieven. Een versterkte coachingorganisatie met afspraken met financieringsinstellingen zal beter in staat zijn op lokaal niveau klanten naar ondernemerschap te leiden. Dit kan op zijn beurt lokale financiering aantrekken voor de dekking van de coachingkosten. 3. Vereenvoudigde toegang tot financiering moet de additionele risico’s en kosten wegnemen bij verstrekkers van microkredieten. Deze aanpak verzekert toegang tot kredieten voor ondernemers die nu worden afgewezen. Dat gebeurt door middel van een garantiefonds, een screeningsysteem en afspraken met geldverstrekkers. Het garantiefonds, waarin de overheid, de banken en mogelijk andere partijen ieder een deel van de verlieskosten voor hun rekening nemen, zorgt ervoor dat het risico voor de individuele geldverstrekker wordt verlaagd tot het niveau van een gemiddelde mkb-lener. Het screeningsysteem heeft tot doel het proces voor het aanvragen van een microkrediet te vereenvoudigen en de kosten voor de geldverstrekkers te verlagen. Het is de bedoeling om te komen tot een overeenstemming met geldverstrekkers over het accepteren van de garantie. De vier grote banken hebben toegezegd om ook collectief mee te doen aan dit financieringsmodel althans voor 2008. Er zijn ook gesprekken met een verzekeraar om binnen de franchise een overlijdensrisico verzekering voor de micro-ondernemers aan te bieden. . Franchisesysteem: er zijn al verschillende organisaties in meerdere of mindere mate actief op dit gebied, zoals Ondernemershuizen en Kamers van Koophandel en andere eerdergenoemde microfinancieringsinitiatieven. Om optimaal gebruik te maken van hun expertise en netwerken, stelt de Raad een franchisesysteem voor. In deze aanpak sluiten de lokale organisaties een overeenkomst met een (kle ine) landelijke projectorganisatie. Daarmee kunnen zij het franchiselabel voeren, gebruikmaken van de ondersteunende diensten en hierdoor een landelijk minimumniveau aan diensten voor de doelgroep garanderen, bijvoorbeeld wat betreft intake, doorverwijzing of deskundigheid. (Merk op dat franchise hier niet inhoudt dat de deelnemende organisaties bijdragen aan de financiering van de landelijke organisatie.) De kleine centrale projectorganisatie ondersteunt de lokale organisaties bij hun activiteiten, primair met publiciteit, advies en training, en bij het opzetten en optimaal inrichten van de organisatie. De centrale organisatie zorgt ook voor ondersteuning van coaches en coachingnetwerken, bijvoorbeeld via het ontwikkelen van trainingsmodules en het afgeven van kwaliteitscertificaten. Verder is de organisatie verantwoordelijk voor een goede opzet en onderhoud van het financieringsmodel en het identific eren van onvolledige dekking op het gebied van producten en beschikbaarheid van coaches. Deze organisatie zal ook helpen bij product ontwikkeling, waarbij ervaringen uit andere landen gebruikt kan worden in Nederland. Ten slotte zorgt deze organisatie voor de landelijke communicatie en ondersteunt zij de lokale communic atie. 5
De ondernemer wordt begeleid van initieel idee tot uitgewerkt plan, eventueel ondersteund door gegarandeerde financiering Te weinig kans op succes
Doorstroom Uitstroom
Negatief advies
Microfin ancieringsinitiatief
Netwerk vrijwillige coaches
Microfin ancieringsinitiatief
Geen financiering nodig Naar reguliere bank Speciaal krediet nodig
Initieel idee
• Intake • Beoordeling
Heldere vragen
coachingbehoefte
• Coaching • Hulp bij uit werken plan
Uitgewerkt idee, onder nemingsplan
Weinig afwijzingen door kwaliteit voortoetsing Centrale toetsing
Uitgewerkt plan, in staat te presenteren
• Beoordeling garantie aanvraag
• Beoordeling kredietbehoefte
• Hulp bij leningaanvraag • Hulp bij (re)presentatie
Nauwelijks afwijzing door centrale garantie Bank €
In bezit van garantievoucher
• Toekenning krediet
Uitgewerkt plan financiering
Doelgroepen De aanpak die de Raad voorstelt, richt zich op de grote groep potentiële startende ondernemers die in de huidige situatie door gebrek aan coaching of financiering zijn plannen niet uitvoert. Deze grote groep kan goed worden bereikt door een aantal specifieke doelgroepen gericht te benaderen, zoals: •
• • •
Starters zonder werk, bijvoorbeeld met een uitkering of ‘verborgen werkloos’. Dit zijn vaak mensen met een laag inkomen, in achterstandswijken en allochtonen. Maar zij zijn niet de enigen, ook schoolverlaters en herintreders behoren tot deze groep; Mensen uit de informele economie die nu onvoldoende worden geprikkeld om ‘wit’ te ondernemen; Mensen in loondienst die onder de juiste condities wel zouden willen en kunnen ondernemen; Eigenaars van bestaande kleine ondernemingen, met veelal een beperkte of niet-erkende opleiding, die geen zekerheden kunnen bieden.
Reguliere financiering door banken zal voor een groot deel van de doelgroep geen probleem zijn. Voor potentiële starters die moeilijk toegang krijgen tot een lening als gevolg van de kredietverleningprocedures bij banken, stelt de Raad de beschreven garantieregeling voor. Dit kan het geval zijn bij kleine leningen, als de ondernemer geen zekerheden kan bieden en niet voldoet aan standaardeisen, zoals een goed trackrecord of verdiencapaciteit (met name gerelateerd aan ople iding) om de lening eventueel in loondienst te kunnen terugbetalen. De Raad verwacht op basis van de ervaringen in het buitenland en bij enkele lokale in itiatieven dat vanuit deze doelgroepen op termijn per jaar circa tie nduizend extra ondernemingen zullen starten. Daarvan zullen slechts circa tweeduizend ondernemingen ondersteunende financiering nodig hebben. Dat is exclusief extra starters vanuit een uitkering. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegen-
6
heid is dit jaar begonnen met een pilot in drie regio’s om het starten vanuit een uitkering te stimuleren. De aanpak van de pilot sluit goed aan bij de aanpak die de Raad voorstelt. Aansluiting bij he t beleid van het kabinet Het kabinet vindt dat er ‘microkredieten moeten komen voor startende ondernemers, met extra aandacht voor ondernemers in de veertig aandachtswijken’. Het kabinet heeft drie redenen om het ondernemerschap in Nederland te bevorderen: • • •
Economische activiteit stimuleren: dit kan door de aanwas van bedrijven te vergroten en de groei van kleine bedrijven, waaronder innovatieve, te versterken; Sociale cohesie vergroten: dit kan door de economische structuur van aandachtswijken te versterken en de integratie van achterstandsgroepen te vergroten; Werkloosheid terugdringen: dit kan door duurzame arbeidsparticipatie van werklozen, parttimers en personen in de informele economie te vergroten.
De Raad ziet microfinanciering als een belangrijk instrument om de groei van ondernemerschap te realiseren, hiermee sociale cohesie te vergroten en de werkloosheid verder terug te dringen. Het aantal ondernemers in Nederland ligt weliswaar rond het Europees gemiddelde, maar het ondernemerschap zou verder kunnen groeien. Volgens het onderzoek 21minuten.nl uit 2006 hebben circa 600.000 mensen in Nederland concrete plannen om binnen vijf jaar een onderneming te beginnen. Maar de grote meerderheid begint er nooit daadwerkelijk aan. Ontbrekende vaardigheden, financiële onzekerheid en regels vormen een barrière om de stap naar ondernemerschap ook echt te zetten. Van de 3 miljoen mensen die een bedrijfsstart overwegen, begint momenteel maar 3% daadwerkelijk Aantal mensen, duizendtallen 3.000
Loondienst >12 uur/ wk
1.910
20% Loondienst <12 uur/ wk
280
100% werkloos
180
Huisvrouwen/ -mannen
170
Overig
460
Overwegen bedrijfsstart
600
15% Concrete plannen
Ambitie van jaarlijks structureel 10.000 extra ondernemers
10 70 Start onder neming
Bron: 21minuten.nl, 2006, KvK Ondernemerschapsbarometer 2007
Microfinanciering kan de belangrijkste belemmeringen voor het starten van een bedrijf wegnemen. Microfinanciering betekent immers zowel toegang tot een aanvangskapitaal als het verruimen van vaardigheden en toegang tot kennis over het opzetten van een bedrijf door coaching. Tot slot De Raad schetst hier de kaders van een ambitieuze en werkbare aanpak voor het bevorderen van ondernemerschap in Nederland door microfinanciering. Het succes van de voorgestelde aanpak zal in 7
sterke mate afhangen van een gedreven en niet-bureaucratische uitvoering. De Raad is van mening dat de gedetailleerde uitwerking van de voorgestelde aanpak nog een forse inspanning vergt en beveelt daarom de opzet van een projectorganisatie aan. Deze projectorganisatie zou rechtstreeks kunnen rapporteren aan de staatssecretaris van Economische Zaken en de Raad is graag bereid om de organisatie frequent met advies terzijde te staan. De projectorganisatie zou in staat moeten zijn om binnen twee maanden het proces operationeel te krijgen en een voorstel te doen voor de bestuursstructuur van de beoogde franchiseorganisatie. Voor het overige ziet de Raad het als zijn taak om: • Het belang van microfinanciering in Nederland uit te dragen; • In kaart te brengen welke knelpunten en ontwikkelingen voor microf inanciering van belang zijn. Daarbij lijkt in elk geval regelgeving een onderzoeksobject. Bijvoorbeeld: de bijstandsuitkering van een starter wordt verlaagd naar rato van de stijging van het eigen inkomen uit de onderneming. Voor dergelijke ondernemers blijft het inkomen dus de eerste jaren gelijk, terwijl ze van nul uren wellicht wel zestig uur of meer per week gaan werken. Bekeken zou moeten worden hoe de prikkel om toch een onderneming te starten versterkt kan worden. Een van die stimulerende maatregelen zou kunnen zijn om een deel van de inkomsten uit de onderneming gedurende een bepaalde tijd niet in mindering te brengen op de uitkering, maar te gebruiken voor een levensloopregeling of iets vergelijkbaars. Daarnaast zou soepeler omgegaan kunnen worden met de sollicitatieplicht. Ook ontwikkelingen als het gebruik van internet voor financiering door particulieren en telecoaching verdienen aandacht.
8