Onderwijs Onderwijs
Daagt ons onderwijs nog voldoende uit? Iedereen moet zijn natuurlijke talenten ontdekken en dan zal het al spelende gaan. Maar wat is ‘talent’? Een wetenschappelijke onderbouwing is er alvast niet en ondertussen lijkt het niveau van ons onderwijs te dalen. In zijn beleidsnota (in bijlage bij dit nummer) over de manier waarop ons onderwijs en onze arbeidsmarkt zich verhouden stelt Serge Huyghe ook vast dat ons onderwijs nog goed scoort in internationale vergelijkingen, maar wel aan voorsprong inboet. Bovendien levert ons onderwijs buitensporig veel ongekwalificeerden af en ook nog eens jongeren met een diploma dat onvoldoende perspectieven biedt op de arbeidsmarkt. Dalend niveau In de lerarenkamer worstelt men bovendien al langer met het algemene aanvoelen dat het niveau daalt. Het onderzoekje dat voor de zomer de pers haalde en waaruit bleek dat de algemene kennis van onze hogeschoolstudenten onthutsend laag is, bevestigt dat aanvoelen. Onze kinderen ‘kennen’ niets meer. Je hoort het ook regelmatig zeggen door professoren en docenten uit het hoger onderwijs.
Talent ontwikkelen is te vrijblijvend
september
| vkw ondernemen 2013
Jan Van der Vurst (Kenaz)
(Foto Jan Locus)
16 |
Kinderen moeten vooral nog vaardigheden onder de knie hebben. Ze moeten zich in het Frans, Engels… kunnen uitdrukken, maar een correcte brief schrijven volgens de regels… ho maar. Daarmee hangt ook samen dat feitenkennis minder belangrijk is geworden. Ze zoeken het immers wel op via hun smartphone of tablet. Natuurlijk mikt ons onderwijs op de ontwikkeling van competenties in al zijn aspecten: zowel kennis als vaardigheden en attitudes. Maar het aanvoelen van veel leraars is dat de componenten
Onderwijs
‘kennis’ en ‘attitudes’ sterk inboeten ten voordele van de component ‘vaardigheden’. Ook Serge Huyghe signaleert een onderwaardering van de kenniscomponent. Al spelend leren Het klinkt logisch en sympathiek genoeg dat men iedereen vrij en vrolijk op zoek laat gaan naar zijn talenten, maar in welke mate geven we meteen impliciet de boodschap dat er geen moeite meer hoeft te worden gedaan
“We kunnen beter focussen op leren en op het stimuleren van leren in plaats van op talenten.”
voor wat niet zo vanzelf gaat? Leren moet immers een beetje fun zijn en men moet zich regels en kennis al spelende eigen maken. Dat kan ten koste gaan van de kenniscomponent, maar ook van de attitudecomponent: zijn afgestudeerden nog bereid om zich verder te ontwikkelen en om daar de nodige energie voor te mobiliseren? Heeft het onderwijs hen nog voldoende uitgedaagd? Het is bekend dat bepaalde ‘zachte’ richtingen uit het TSO/BSO-segment die zich richten op bijvoorbeeld administratie, weinig kansen bieden op de arbeidsmarkt. Ze bieden weinig werkzekerheid, zo blijkt duidelijk uit de VDABcijfers, geciteerd in de studie van Serge Huyghe. Is er geen nood aan administratieve krachten? Natuurlijk wel, maar dan wel aan mensen met voldoende competentie en de juiste attitude. Wat hier ook speelt, is een gebrek aan niveau. Men is de theoretische programma’s gaan verwateren en vertalen naar praktische deelcompetenties (een stevig inzicht in boekhouden en economie is verwaterd tot primaire inzichten en simpele admi-
nistratieve vaardigheden), waar op de arbeidsmarkt nog weinig vraag naar is. We kunnen hier ook verwijzen naar de stelling van Lynda Gratton (p.32), die stelt dat het middensegment van halfgeschoolden steeds minder aan de bak zal komen door structurele tendensen. Die vaststelling herinnert ons aan een opinie van Jan Van der Vurst. Van der Vurst leidt het trainings- en consultingbureau Kenaz en begeleidt bedrijven binnen en buiten België op het vlak van samenwerkingsprocessen en leiderschap. Los van de onderwijsdiscussie vonden we de bedenkingen van Jan Van der Vurst over talent en competenties bijzonder interessant. Van der Vurst wijst op een groot nadeel aan de notie ‘talent’, namelijk dat je impliciet uitgaat van ‘je hebt het of je hebt het niet’. En als je het niet hebt, kan je het ook niet ontwikkelen. Er hangt ook een impliciet geloof aan vast over wat veranderbaar en niet-veranderbaar is. Maar de notie ‘veranderbaarheid’ is wetenschappelijk niet onderbouwd. Erfelijkheid Hij verwijst onder meer naar onderzoek van eeneiige tweelingen die bij de geboorte gescheiden werden. Ook bij mensen met hetzelfde DNA die in verschillende milieus opgroeiden, kon men slechts een handvol kenmerken toewijzen aan dat gelijke DNA. En voor die kenmerken was de erfelijkheid nooit meer dan 55 procent de verklarende factor. Wat dus zelfs in die gevallen nog een ruimte van 45 procent overlaat voor ontwikkeling. Er is één uitzondering, met name IQ, dat blijkbaar voor 70 procent bepaald wordt door genetica. Van der Vurst: “Maar ook daar zie je een omgevingsinvloed: kinderen uit sociaal kansarme milieus vertonen gemiddeld een achterstand tussen 12 en 18 IQ-punten tegenover vergelijkbare kinderen die in kansrijke-
re milieus werden opgevoed.” Het valt ook op dat Aziaten die uitweken naar de VS en er 2 procent uitmaken van de bevolking, aan topuniversiteiten 20 tot 25 procent uitmaken van de populatie. “Worden ze slimmer geboren? Daar zijn geen argumenten voor”, zo stelt Van der Vurst. Verklaringen worden gezocht in de cultuur, die sterk gericht is op presteren en hard werken. Je ziet dat ook nog in de Aziatische landen zelf. Tel ook maar eens de joodse Nobelprijswinnaars. Nochtans worden Joden niet slimmer geboren. Van der Vurst wijst op een culturele factor: al van voor onze tijdsrekening moeten alle mannen de Talmoed kunnen lezen. “Reeds 1700 jaar voor enige andere cultuur was alfabetisme en intellectuele arbeid een sterke factor in de Hebreeuwse cultuur.” Dat zijn feiten, maar nog belangrijker is wat men gelooft. Van der Vurst: “Dat wat je gelooft over veranderbaarheid blijkt eerder een kwestie van ideologie dan van feiten. Ter verduidelijking: in Europa gelooft men veel minder in veranderbaarheid van mensen dan in de VS, en binnen de VS ligt dat geloof op zijn beurt lager bij democratische kiezers dan bij republikeinen. De feiten zijn nochtans dezelfde.” Opnieuw: de cultuurcomponent! Talent en leren Dat impliciete geloof in onveranderbaarheid heeft zo zijn gevolgen voor de manier waarop men kijkt naar talent en leren. Van der Vurst: “Er is onderzoek dat erop wijst dat wie sterk gelooft in talent, op de eerste plaats wil tonen aan anderen dat hij talent heeft en dat hij veel minder geïnteresseerd is in leren. Ik concludeer daaruit dat we beter kunnen focussen op leren en op het stimuleren van leren in plaats van op talenten. Natuurlijk verschillen individuen, maar de vraag is wat je er verder mee doet.” Het geloof in onveranderbaarheid
vkw ondernemen 2013 |
september
| 17
Onderwijs
en talent werkt ook het harde werken tegen, want individuen met dat beeld geloven niet echt dat het zal lukken. Van der Vurst: “Ze verwachten dat het vanzelf zal gaan als ze het talent hebben. En voor mensen met een sterk uitge-
“Het geloof in onveranderbaarheid en talent werkt ook het harde werken tegen, want individuen met dat beeld geloven niet echt dat het zal lukken.” sproken talent werkt dat ook een hele tijd, tot ze op de grens botsen van hun competentie. Wie gelooft in talent, zal op dat punt wellicht niet doorzetten. Het succesvolst blijken individuen die gemotiveerd worden door het leren op zich. Je ziet ook dat ze dikwijls het meest volhardend gedrag vertonen. De succesvolste CEO’s die ik coach, hebben zeker één ding gemeen: ze zijn nooit tevreden. Ze puren voldoening uit een succes, maar dat blijft nooit duren; al snel komt de onrust en de drang naar weer beter en ze doen daarvoor ook weer meer inspanningen. En dat blijkt ook uit onderzoek naar genialiteit en belangrijke doorbraken: mensen die zorgen voor die doorbraken, hechten
dus veel belang aan inspanning. Maar ze hebben nog een kenmerk en dat gaat in tegen de populaire opinie: ze focussen op de dingen waarin ze niet goed zijn.” Volhouden Eén conclusie ligt alvast voor de hand: wie de top wil bereiken, zal dat moeten doen door zich in te spannen en door vol te houden. Maar een individu zal dat niet opbrengen als het er impliciet vanuit gaat dat een aantal zaken toch niet veranderbaar zijn. En er is heel veel onderzoek dat wijst in de richting van de samenhang tussen enerzijds geloof in veranderbaarheid en anderzijds doorbraakresultaten, de bereidheid om zich te laten beïnvloeden en openstaan voor teamwerk, het mentoren van de eigen medewerkers (je gaat er niet vanuit dat ze fataal beperkt zijn, dus je gelooft in ontwikkeling). Dergelijke mensen zullen ook meer leren uit hun fouten en dus blijvend beter presteren. Alles moet ‘fun’ zijn Het begrip talentmanagement doet dus tekort aan de noodzaak van zeer hard, volgehouden werken aan de eigen ontwikkeling. Dit heeft consequenties voor strategieën van ontwikkeling. Ontwikkeling van je beste mensen,
die ook de sterkste garantie zijn voor je toekomst, gebeurt het best niet langs wegen van geleidelijkheid, maar door hen in oncomfortabele situaties te brengen waar ze wel verplicht zijn om capaciteiten aan te spreken waar ze anders pas heel geleidelijk (en te traag) aan toekomen. Fun komt daar weinig aan te pas, wel voldoening. Voldoening die men put uit het gevoel achteraf om vooruit te gaan. Het verspreiden van een dergelijke leermentaliteit is veel nuttiger. Deze visie is niet per definitie politiek correct, maar mijns inziens noodzakelijk om het hoofd boven water te houden. Met talent alleen zullen we het niet halen van markten waar ook talent is, waar ook goede opleidingen bestaan maar waar men ook harder werkt. Veel harder werkt. Ik ben geen voorstander van de kreet ‘Belgium’s got talent’. Ik pleit eerder voor ‘Belgians work hard!’ ‘And love learning.’ Deze observatie bevat minstens een les voor iedereen die werkt in het onderwijs of die erover nadenkt: op welk abstractieniveau kinderen ook zitten, in welke richting of school of structuurcomponent: blijf het kind uitdagen en waak over de kwaliteit. Jo Cobbaut
(Foto Jan Locus)
Reduceer mensen niet tot een bundel competenties
Daniëlle Krekels (zaakvoerder CoreTalents)
18 |
september
| vkw ondernemen 2013
In ons vorig artikel haalt Jan Van der Vurst stevig uit naar de notie ‘talent’. Rekruteringsspecialiste Daniëlle Krekels vindt dat hij ‘de aard van het beestje’ negeert. Je kan mensen niet reduceren tot een amalgaam van capaciteiten of competenties. In de klassieke betekenis van ‘talent’ gaat het inderdaad over ‘iets hebben dat je zal toelaten iets heel goed te kunnen’. “Ik geef Jan dan ook overschot van gelijk
Onderwijs
als hij stelt dat het er vooral om gaat wat je ermee doet”, zo schrijft Daniëlle Krekels als reactie op de stelling van Van der Vurst (zie vorig artikel). Kerntalenten Krekels (Alprocor en CoreTalents) ontwikkelde een selectiemethodiek rond de notie ‘KernTalenten’. Voor haar gaat het daarbij om Aard (karakter, vastliggende persoonlijkheidseigenschappen vanuit de vroege kinderjaren - een persoonlijkheid is gevormd rond 3-4 jaar) + Potentieel (wat je zal kunnen mits opleiding en/of oefening) + Intrinsieke Motivatie (goesting om iets te doen). “De aard van het beestje en je goesting om iets te doen, bepalen in sterke mate mee of je je potentieel al dan niet wil en zal ontwikkelen.
De opleidingen aan Brugge Business School bieden alle elementen voor het uitbouwen van een succesvolle carrière: kennis, vaardigheden en netwerking. De aangeboden programma’s bestaan uit een gezonde mix van theoretische invalshoeken en praktische inzichten. Specialisten uit het bedrijfsleven stellen, in overleg met de directie en de programmadirecteurs, de opleidingen samen en kiezen de docenten.
POSTGRADUAAT FISCALE WETENSCHAPPEN 2 jaar - startdatum: 4-10-2013
“Denken dat iemand het diepste van zijn wezen mits training kan veranderen, is niet alleen onjuist, het is ook nefast voor de zelfwaarde en de zelfontwikkeling van het individu. ”
POSTGRADUAAT ACCOUNTING & CONTROLLING 1 jaar - startdatum: 4-10-2013
POSTGRADUAAT SUPPLY CHAIN MANAGEMENT 1 jaar - startdatum: 11-10-2013
Met normale (intellectuele) capaciteiten kan je weliswaar zowat alles aanleren mits meer of minder oefening en/of studie, maar of je dat ervoor wil opbrengen, zit niet meer in dat stukje ‘potentieel’ maar daarbuiten: in je aard en intrinsieke motivatie”, zo schrijft Krekels.
POSTGRADUAAT FINANCIEEL MANAGEMENT 1 jaar - startdatum: 22-11-2013
EXPERT CLASS VERMOGENS- EN SUCCESSIEPLANNING 1 jaar 3 modules - startdatum: 4-10-2013
Waarom vindt iemand het na 20 jaar nog altijd leuk om voor de klas te staan en een collega, met vergelijkbare competenties en in vergelijkbare omstandigheden, niet meer? Een mens is veel meer dan zijn capaciteiten, zijn talenten, zijn competenties. Waar blijven we trouwens met volkswijsheden als: ‘dat zat er al altijd in’, ‘het is een geboren verkoper’, ‘ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is’, ‘van kindsbeen af’, ‘de aard van het beestje’, de appel valt niet ver van de boom’, ‘vijf kinderen, vijf verschillende’, enz. enz.? Spreuken ontstaan en overleven alleen als er een grond van waarheid in zit… Diepste wezen Denken dat iemand het diepste van zijn wezen mits training kan veranderen, is niet alleen onjuist, het is ook nefast voor de zelfwaarde en de zelfontwikkeling van het individu. Probeer maar eens van een luidruchtig, extravert iemand een stil, bescheiden persoon te maken — nog los van de vraag of dat wenselijk is — zuiver op basis van training, zonder ingrijpen in de hersenen, met medicatie of via een zwaar traumatische gebeurtenis.
EXPERT CLASS BEDRIJFSMANAGEMENT 1 jaar - startdatum: 22-11-2013
info en inschrijvingen WWW.BRUGGEBUSINESSSCHOOL.BE CAMPUS VIVES NOORD - KHBO Xaverianenstraat 10, B-8200 Brugge M 0495 321 485: Gilbert Van Nieuwenhuyze T 050 30 51 92: Ann Maeckelberghe
[email protected]
ad-ondernemen90x250.indd 1
3/09/13 15:18
vkw ondernemen 2013 |
september
| 19
Onderwijs
Aan appelbomen groeien geen peren. En waarom zouden we dat willen? Wie wil nu altijd alleen maar peren eten?! En wie heeft er trouwens het recht om te bepalen dat anderen een peer moeten worden? Een eersteklas fruitsalade is toch veel voedzamer, lekkerder en mooier? Natuurlijk word je geen geweldige appel als je er niet hard voor werkt om een eersteklas appel te worden. Maar wil jij worden wie je niet bent omdat iemand anders vindt dat je dat moet zijn?
nota 66 beleids sep te
ing • Inleid
•
201 3
smarkt: en arbeid Onderwijs atch? een mism
dsen arbei onderwijs formuleafstemming n ter zake en van de ren ons analyse standpunte We concentre tekort n we de duidelijke jfsleven. nijpend ta make ken met het bedri al jarenlange beleidsno de kaderstuk het beleid en In deze n we in naar het urgentie: markt, kome rete voorstellen met de hoogste blijft, conc en. ging pen uitda hoold ren we e beroe l op de sch gesc een knelschappelijk hierbij voora en technologi en weten Vlaanderen in welzijn. isch van technische 1 aan techn en ons unten in t. De verzanding welvaart l toenemen. op onze rond knelp crisis, acuu hebben oefte, enke ematiek omische grote weerslag De probl ngingsbeh de econ een grote verva ondanks mie zal echter van de omwille puntecono nood zal, e mstig De toeko tingen studierich liteit: ructurein de actua de herst ssie vaak werkloosheid, Inleiding deze discu jeugd den kwam n, een oplopende Is open maan biede dsmarkt? De afgel kans op werk rwijs. op de arbei aarheid op ig aarheid ndair onde die wein inzetb de inzetb ons secu ding of over het ring van liggen van voor een toelei . Het gaat hier fiwakker of kwali zetten breed rwijs te ies in etent we heel het onde om zich definiëren de nodige comp Maar moet het onderwijs aarheid aan en van En die inzetb het wel het bezitt dsmarkt? van een job tot natuurlijk de arbei primeert vinden oefenen. onderwijs zijn, is belangrijk. ie uit te simpelweg het funct n s nut een ct binne lijk tijden ijk van caties om edingsaspe niet onmiddell wordt name dat leven ene opvo die leerling van t Een algem zaken maak en verving. voor . Arbeid en zinge Het brede Ook aandacht coulissen cultuur assen’ leven zomaar in de nog altijd. hierbij maar aan het ‘volw niet ppij zijn. ereid op en kan of mag in de maatscha we n voorb Denken uit d eiland nddeel olloopbaa zijn scho wezenlijk besta geen afgescherm echter een onderwijs mag Ons g, op dwijnen. ntwikkelin peonso p. Com op perso rwijs inzet d is op één beroe sief, maar ons onde exclu aken tieel dat ifiek afgeb job vormt geen bedrijven heb: het essen te spec alde Auteur en meer werkers. VKW vindt vorming en niet van een bepa ie rwijs. Meer ijdige mede genehe in funct voor het onde een brede rmde, veelz de talenten en ikkeling Serge Huyg streefdoel breed gevo tentieontw ng van es: belangrijk voorkeur voor de ontwikkeli Wilrijk wel een Redactieadr aan 20 - 2610 ndien een gaan voor Sneeuwbesl 25 06 ben bove daarom volop jongeren. 829 en Tel.: 03 22 We moet etenties van onze e 829 25 03 vkw.b schappeFax: en weten rieke comp vkw.metena@ ?
t probleem ert zich he leven? et bedrijfs Rol voor h
situe • Waar
mb e r
E-mail: e www.vkw.b
ever: delijke uitg Verantwoor ank VKW Denkt
. www
vkw
.be
1
blz. 3 technische er 2012, ren voor van jonge atie, 25 oktob De keuze en Innov STEM: n voor Wetenschap 175, Kieze se Raad voor Advies s, Vlaam lijke studie
Gun mensen toch eens het recht zichzelf te zijn! Als je alle energie en kracht van een training steekt in de ontwikkeling van het uiteindelijke samenspel van al je sterke KernTalenten (gemiddeld zes tot negen), dan ben je al een leven lang bezig — alleen al om te worden wie je in aanleg bent! De fout die wordt gemaakt, is een mens te verengen tot wat hij als kiem tot ‘kunnen’ in zich draagt — zingen, voetballen, tekenen,… De kiem tot ‘zijn’ is echter nog veel belangrijker
en zal bepalend zijn voor wat iemand effectief graag zal willen kunnen en tot authenticiteit als gehele mens. Niet tot opvoerder van een kunstje, verworven door training alleen. Als altijd is het een ‘en-en’-verhaal, geen ‘of-of’. Jo Cobbaut
Onderwijs en arbeidsmarkt: een mismatch? 1
In de jongste VKW-beleidsnota analyseert Serge Huyghe een aantal onderwijsproblemen, uitgaande van het VKW-standpunt dat het essentieel is dat ons onderwijs inzet op persoonsontwikkeling en op een brede vorming. Competentie-ontwikkeling in functie van een bepaalde arbeidsfinaliteit is belangrijk, maar zeker niet het enige streefdoel. Meer en meer bedrijven hebben trouwens een voorkeur voor breed gevormde, veelzijdige medewerkers.
Het brede en algemene opvoedingsaspect primeert nog altijd. Ook aandacht voor zaken die niet onmiddellijk nuttig lijken, zoals cultuur en zingeving, is belangrijk. Maar we mogen niet vergeten dat arbeid een wezenlijk bestanddeel uitmaakt van dat leven en ook daarover moet ons onderwijs zinvolle dingen zeggen en er zelfs op voorbereiden. Ondertussen kunnen we er niet naast kijken dat er een ‘mismatch’ is tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Paradoxaal hebben we in Vlaanderen het hoogste aantal hooggeschoolden in de bevolking, maar zijn we evenzeer kampioen wat laaggeschoolden betreft. Het gevolg is weinig middengeschoolden, de typische vaklui. Het probleem is dus complex. Bedrijven zoeken niet alleen ingenieurs, maar ook lagergeschoolde technici, en ook die vinden ze niet. Momenteel zijn 80% van de in België uitgeoefende banen bedoeld voor midden- en hooggeschoolden. Terwijl de arbeidsreserve voor 80% uit laaggeschoolden bestaat. Daarnaast neemt ook de mismatch bij die hooggeschoolden toe. Hier merken we steeds vaker op dat hooggeschoolde werkzoekenden vaak niet het gewenste profiel hebben, dikwijls door een gebrek aan technische kwalificaties. In feite gaat het hier dus om sterk uiteenlopende uitdagingen die zich op diverse niveaus situeren. De nota analyseert de belangrijkste oorzaken. Huyghe Serge, ‘Onderwijs en arbeidsmarkt: een mismatch?’, VKW Metena, Beleidsnota 66, september 2013. (U vindt deze beleidsnota in bijlage bij deze Ondernemen of via www.vkw.be)
20 |
september
| vkw ondernemen 2013