Call for proposals
Take-off
Haalbaarheidsstudies en Vroegefasetrajecten 2015
Utrecht, juli 2015 STW – NWO - ZonMw
Inhoud 1
Inleiding
1
1.1 1.2 1.3
Achtergrond Beschikbaar budget Geldigheidsduur call for proposals
1 1 2
2 3
Doel Richtlijnen voor aanvragers haalbaarheidsstudies
3 5
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Wie kan aanvragen Wat kan aangevraagd worden Wanneer kan aangevraagd worden Het opstellen van de aanvraag Specifieke subsidievoorwaarden Het indienen van een aanvraag
5 5 5 5 6 6
4
Beoordelingsprocedure haalbaarheidsstudies
7
4.1 4.2
Procedure Criteria
7 8
5
Richtlijnen voor aanvragers vroegefasetrajecten
9
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
Wie kan aanvragen Wat kan aangevraagd worden Wanneer kan aangevraagd worden Het opstellen van de aanvraag Subsidievoorwaarden Het indienen van een aanvraag
6
Beoordelingsprocedure vroegefasetrajecten
6.1 6.2
Procedure Criteria
7
Contact en overige informatie
7.1 7.2
Contact Overige informatie
8
Bijlagen
8.1 8.2 8.3
Richtlijnen voor het opstellen van een aanvraag voor een haalbaarheidsstudie Richtlijnen voor het opstellen van een aanvraag voor een vroegefasetraject Relevante delen algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV) van de commissie nr. 651/201 Speciale subsidievoorwaarden haalbaarheidsstudies
8.4
9 10 10 10 11 12
13 13 14
16 17 17
18 18 18 18 19
1 Hoofdstuk 1: Inleiding / Take-off
1 Inleiding 1.1
Achtergrond
Het programma Take-off richt zich op het faciliteren en stimuleren van bedrijvigheid en ondernemerschap
vanuit
onderzoeksinstituten.
Het
de
Nederlandse
gaat
daarbij
universiteiten
om
het
creëren
en
door
van
NWO
innovatieve
erkende nieuwe
bedrijvigheid die volgt op kennisontwikkeling en –benutting door onderzoekers aan deze kennisinstellingen. De kennisinstellingen voeren op hoog niveau wetenschappelijk onderzoek uit, mede mogelijk
gemaakt
door
onderzoeksfinanciering
van
NWO,
ZonMw
en
STW.
Waardevolle onderzoeksresultaten dreigen echter onbenut te blijven omdat kennis en innovaties lastig hun weg vinden naar de markt. Voor het starten van innovatieve, nieuwe bedrijvigheid is financiering nodig om de kloof tussen het onderzoek
en
de
markt
te
kunnen
overbruggen.
Deze
zogenaamde
vroegefasefinanciering vormt een knelpunt: private investeerders en banken vinden het een te groot risico om te investeren in deze idee- en planfase. Het programma Take-off overbrugt deze ‘funding gap’ in de vroege fase van een onderneming. Aan het einde van het traject zouden anderen – private of publieke investeerders bereid moeten zijn de volgende fase te financieren. Take-off is een wetenschapsbreed programma dat open staat voor aanvragen uit alle wetenschapsgebieden (bèta/techniek, life sciences en alfa/gamma). Medewerkers van STW, NWO en ZonMw zijn betrokken bij de uitvoering. LET OP: De twee onderdelen van het programma Take-off - haalbaarheidsstudies en vroegefasetrajecten - worden beide in deze call for proposals toegelicht. Take-off is een programma voor de jaren 2014-2018 en kent in beginsel twee rondes voor beide onderdelen per jaar. In het najaar van 2015 vindt de derde ronde plaats. Na deze ronde wordt het verloop ervan geëvalueerd en worden, indien nodig, de onderdelen van het programma aangepast. Het
onderdeel
haalbaarheidsstudies
wordt
via
NWO
gefinancierd
door
de
Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW). Het onderdeel vroegefasetrajecten van Take-off betreft titel 3.16 Vroege Fase Financiering van de Regeling Nationale EZ-subsidies (RNES) van de Minister van Economische Zaken en wordt door STW in mandaat uitgevoerd. OCW stelt voor dit onderdeel van het programma aanvullende middelen beschikbaar als onderdeel van het valorisatiebeleid van STW. De link naar de officiële publicatie van de RNES en alle bijbehorende documenten ten behoeve van de vroegefasetrajecten zijn te vinden op de Take-off-website, www.stw.nl/takeoff.
1.2
Beschikbaar budget Het maximale budget voor deze derde ronde van Take-off haalbaarheidsstudies is M€ 0,925. Het maximale budget voor Take-off vroegefasetrajecten bedraagt M€ 2,05 afkomstig van het Ministerie van Economische Zaken op basis van de RNES plus M€ 0,5 afkomstig van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
2 Hoofdstuk 1: Inleiding / Take-off
1.3
Geldigheidsduur call for proposals Deze call for proposals is geldig tot en met de sluitingsdatum 28 september 2015. Aanvragen kunnen tussen 1 augustus 2015 en 28 september 2015 17.00 uur worden ingediend.
3 Hoofdstuk 2: Doel / Take-off
2 Doel Het programma Take-off stelt middelen ter beschikking voor financiering van de vroege fase (vroegefasefinanciering) van innovatieve, nieuwe bedrijvigheid. Het betreft
proof-of-principle-/proof-of-concept-financiering
waarbij
het
gaat
om
commerciële toepassing van innovatieve kennis en de start van bedrijvigheid op basis van kennisinnovaties uit de kennisinstellingen. Het kan gaan om product-, proces-, zorg- of diensteninnovatie in de breedste zin van het woord, binnen alle wetenschapsgebieden. Take-off haalbaarheidsstudies Het Take-off programma, onderdeel haalbaarheidsstudies, verstrekt subsidies met een maximale omvang van € 40.000 aan onderzoekers ten behoeve van de uitvoering van haalbaarheidsstudies voor commerciële toepassing van innovatieve kennis en de start van bedrijvigheid op basis van kennisinnovaties uit de kennisinstellingen. Het gaat bij de haalbaarheidsstudie om een strategische rapportage waarbij na een systematisch opgezette en afgeronde analyse, de reële inschatting van de praktische en commerciële mogelijkheden van een start-up worden beschreven. In dit rapport dient aandacht te worden besteed aan de belangrijkste vooronderstellingen van de case, gerichte feedback uit de markt (potentiële klanten, zakelijke partners en investeerders) en een itererende ontwikkel- en ontwerpaanpak. Voorts kan de subsidie worden gebruikt voor opleiding in ondernemersvaardigheden en/of het ontwikkelen van tools die gebaseerd zijn op onderzoek (bijv. het ontwikkelen van een game). Haalbaarheidsstudies worden binnen zes maanden na honorering gestart en lopen maximaal zes maanden. De haalbaarheidsstudies kunnen bij positieve resultaten aanleiding zijn voor het indienen van een aanvraag voor een vroegefasetraject, het andere onderdeel van het programma Take-off. Take-off vroegefasetrajecten Het Take-off programma, onderdeel vroegefasetrajecten verstrekt subsidies in de vorm van een geldlening met een minimale omvang van € 50.000 en een maximale omvang
van
€
250.000 aan
pas
gestarte
ondernemingen
(start-ups)
van
onderzoekers of ondernemers ten behoeve van de financiering van de uitvoering van vroegefasetrajecten op basis van kennisinnovaties uit kennisinstellingen. LET OP: − Voor Take-off vroegefasetrajecten worden subsidies in de vorm van een geldlening verstrekt, Het gaat om een financieringsregeling en niet om projectsubsidie. Over de geldlening is rente verschuldigd; −
Het onderdeel vroegefasetrajecten is uitsluitend bedoeld voor innovatieve nieuwe
bedrijvigheid.
Daarbij
moet
‘nieuw’
begrepen
worden
dat
de
betreffende ondernemer aantoonbaar niet langer dan 5 jaar een onderneming heeft op het moment van toewijzing van zijn aanvraag, gerekend vanaf de datum van inschrijving bij de Kamer van Koophandel; Bij
indiening
van
een
aanvraag
voor
een
vroegefasetraject
dient
een
haalbaarheidsrapport te worden bijgevoegd. Dit rapport kan het resultaat zijn van een Take-off haalbaarheidsstudie, Valorisation Grant fase 1 of op andere wijze zijn verkregen. Tevens dient bij indiening van een vroegefasetraject een overeenkomst te worden bijgevoegd waaruit blijkt dat de economische activiteiten van de academische innovatieve starter voortkomen uit onderzoek van de kennisinstelling.
4 Hoofdstuk 2: Doel / Take-off
Een vroegefasetraject bestaat uit de stappen en activiteiten om te zorgen dat het idee/concept commercieel levensvatbaar wordt, dat het proces of de dienst met succes de markt op kan en gaat, dat de onderneming zal groeien en dat er geld zal worden verdiend. In het vroegefaseplan wordt in detail uiteengezet hoe het vroegefasetraject wordt uitgevoerd, inclusief prognoses en planningen. Uit dit plan, dat bij de aanvraag moet worden overgelegd, moet blijken dat er voldoende reden is om aan te nemen dat het vroegefasetraject tot economische activiteiten zal leiden met voldoende commercieel perspectief. De lengte en de inhoud hangen onder andere af van de complexiteit van de zaken en de markt die wordt bediend. Veelal mondt een vroegefasetraject uit in de volgende resultaten: missie van de onderneming, productieproces, marktonderzoek, value chain, marketingplan, financieringsplan en SWOT-analyse. De met de vroegefasefinanciering te financieren activiteiten kunnen o.a. beslaan: de ontwikkeling van een prototype dat niet commercieel gebruikt wordt, marktverkenning en –analyse met een concurrentie- en risicoanalyse, inschatting
benodigd
Intellectueel
Eigendom
(IE),
inventarisatie
distributiemogelijkheden, aantrekken eerste betalende klant en het voeren van onderhandelingen met potentiële investeerders, coaching en ondersteuning van de startende ondernemer etc. Activiteiten die niet in aanmerking komen zijn: verbetering van bestaande producten, commerciële exploitatie en algemene managementactiviteiten. Het doel van de vroege fase is te komen tot het punt waarop publieke en private financiers de verdere bedrijfsontwikkeling voor hun rekening willen nemen en het bedrijf klaar is de markt te betreden. Deze fase eindigt met een gevalideerde business case, op basis waarvan financiers bereidheid tonen de volgende fase te bekostigen. In feite moet er een bloeiende onderneming uit voort kunnen komen of moet een onderneming verder kunnen groeien. Dit beoogde doel moet dan ook voldoende worden onderbouwd. Vroegefasetrajecten lopen maximaal twee jaar vanaf het moment dat een uitvoeringsovereenkomst betreffende het vroegefasetraject tussen STW en de starter gesloten is.
5 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers haalbaarheidsstudies / Take-off
3 Richtlijnen voor aanvragers haalbaarheidsstudies 3.1
Wie kan aanvragen Onderzoekers van de volgende kennisinstellingen kunnen aanvragen indienen: − Nederlandse universiteiten (of met vergelijkbare posities aan de universitaire medische centra);
3.2
−
KNAW- en NWO-instituten;
−
het Nederlands Kanker Instituut (NKI);
−
het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek te Nijmegen;
−
de Dubble-bundellijn bij de ESRF te Grenoble;
−
NCB Naturalis;
−
Advanced Research Centre for NanoLithography (ARCNL).
Wat kan aangevraagd worden Verstrekt worden subsidies van maximaal k€ 40 tot maximaal 100% van de gemaakte projectkosten. De volgende kostensoorten worden geaccepteerd: − kosten van personeel in dienst van de universiteit, maximaal € 35 per uur (o.a. student-assistenten, technici, postdocs, personeel in dienst van de technology transfer office (TTO)); −
kosten van personeel in dienst van de start-up ten behoeve waarvan de haalbaarheidsstudie wordt aangevraagd (indien reeds opgericht), voor zover zij projectactiviteiten uitvoeren in opdracht van de aanvrager, maximaal € 35 per uur;
−
kosten van derden, voor zover zij projectactiviteiten uitvoeren in opdracht van de aanvrager, maximaal € 125 per uur;
−
kosten van gebruiksgoederen, kleine instrumenten en hulpmiddelen;
−
investeringen in apparatuur en uitrusting;
−
reis- en verblijfskosten;
−
kosten voor octrooibescherming gedurende de looptijd van de studie;
−
overige direct aan het project gerelateerde kosten. Ook vallen onder deze post kosten voor opleiding in ondernemersvaardigheden.
De genoemde kostensoorten dienen in de aanvraag nader gespecificeerd te worden. Niet vergoed worden: − algemene bedrijfskosten
(zoals
oprichtings-,
notaris-,
accountant-
en
administratiekosten, etc.); −
3.3
kosten gemaakt voorafgaand aan de honorering.
Wanneer kan aangevraagd worden Een aanvraag kan ingediend worden vanaf 1 augustus 2015 tot uiterlijk 28 september 2015, 17.00 uur.
3.4
Het opstellen van de aanvraag Uw aanvraag bestaat uit twee delen: de factsheet en het aanvraagformulier; − De factsheet vult u direct in het elektronisch aanvraagsysteem Iris in (te bereiken
via
STW
Open
calls
www.stw.nl/nl/calls?type=288).
Het
6 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers haalbaarheidsstudies / Take-off
aanvraagformulier kunt u downloaden van de website www.stw.nl/takeoff. Op dit formulier kunt u uw voorkeur voor behandeling in een bepaald cluster aangeven: alfa/gamma, life sciences of bèta/techniek. Het take-off bureau beslist
over
de
indeling
van
de
aanvragen
in
de
drie
clusters.
Dit
aanvraagformulier voegt u, zodra ingevuld, als pdf-bestand toe aan de Iris factsheet. Het pdf-document mag op geen enkele wijze beveiligd zijn om een goede verwerking van uw aanvraag te garanderen.
3.5
Specifieke subsidievoorwaarden Op de haalbaarheidsstudies zijn de algemene voorwaarden van STW van toepassing en de specifieke voorwaarden gegeven in bijlage 8.4. De NWO-bezwaarregeling en de
NWO
Gedragscode
Belangenverstrengeling
zijn
van
toepassing
(www.nwo.nl/code). De hoofdaanvrager is verantwoordelijk voor de uitvoering van de studie, zowel in inhoudelijke als in financiële zin. Haalbaarheidsstudies moeten binnen zes maanden na honorering van start gaan.
3.6
Het indienen van een aanvraag Het indienen van een aanvraag verloopt via Iris, het elektronisch aanvraagsysteem (
te
bereiken
via
STW
Open
calls
www.stw.nl/nl/calls?type=288).
Een
hoofdaanvrager is verplicht zijn/haar aanvraag via zijn/haar eigen Irisaccount in te dienen. Indien de hoofdaanvrager nog geen Irisaccount heeft, dient deze dat minimaal drie dagen voor het indienen aan te maken. Dit is om eventuele aanmeldproblemen nog op tijd te kunnen verhelpen. Iris bevestigt via een e-mail de ontvangst door STW van uw elektronische aanvraag. Voor vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de Iris helpdesk, zie 7.1.2.
7 Hoofdstuk 4: Beoordelingsprocedure haalbaarheidsstudies / Take-off
4 Beoordelingsprocedure haalbaarheidsstudies 4.1
Procedure
4.1.1
Algemeen Het Take-off-budget voor haalbaarheidsstudies valt onder mandaat van het bestuur van de Technologiestichting STW. Om die reden treedt het STW-bestuur op als besluitvormend orgaan van het Take-off programmaonderdeel haalbaarheidsstudies en vindt de uitvoering van het onderdeel plaats onder primaire verantwoordelijkheid van het STW-bestuur. Het STW-Bestuur wordt ondersteund door het Take-off bureau, bestaande uit medewerkers van STW, NWO en ZonMw. Bij de beoordeling van de aanvragen geeft de Adviescommissie vroegefasefinanciering academische innovatieve starters, hierna: de Adviescommissie, advies aan het STW-Bestuur. Deze commissie bestaat uit onafhankelijke deskundigen die worden benoemd door de Minister van Economische Zaken. De Adviescommissie wordt bij het advieswerk ondersteund door een poule van onafhankelijke deskundigen. Het betreft onder meer ondernemende wetenschappers (uit verschillende wetenschapsgebieden), ondernemers en private financiers. De onafhankelijke deskundigen en de aanvragen worden door het Take-off bureau over drie clusters verdeeld. Deze clusters zijn bèta/techniek, life sciences en alfa/gamma. Het verdelen van het budget voor haalbaarheidsstudies vindt plaats op volgorde van rangschikking per cluster.
4.1.2
Toets op ontvankelijkheid en schriftelijke beoordeling De eerste stap in de beoordelingsprocedure is een toets door het Take-off-bureau of de aanvraag in behandeling genomen kan worden (ontvankelijkheid). Hiervoor worden de voorwaarden uit paragraaf 4.2 toegepast. Na indiening stellen wordt er per aanvraag een rapport van schriftelijke bevindingen opgesteld aan de hand van de gestelde criteria (zie 4.2). Deze schriftelijke oordelen worden aan de aanvragers verzonden. De aanvragers kunnen de commentaren gebruiken ter voorbereiding op het interview. Hierbij wordt de Adviescommissie ondersteund door de onafhankelijke deskundigen in de clusters.
4.1.3
Interviews en rangschikking In de interviewronde krijgen de aanvragers de gelegenheid om hun aanvraag te presenteren aan de Adviescommissie en de onafhankelijke deskundigen in het cluster, die daarna de gelegenheid hebben tot het stellen van vragen ter nadere toelichting van de aanvraag. De leden van de Adviescommissie en de onafhankelijke deskundigen scoren individueel de aanvragen op de rangschikkingscriteria (zie 4.2) en geven hier een korte motivering bij. De gemiddelde cijfers zijn de basis voor een rangorde aan het eind van de interviews. Deze wordt door de Adviescommissie besproken, waarna de Adviescommissie een finale rangorde opstelt. Hierbij wordt de Adviescommissie ondersteund door de onafhankelijke deskundigen in de clusters. In het uitzonderlijke geval dat er meer dan vier keer zoveel voorstellen worden ingediend als gefinancierd kunnen worden, behoudt het Take-off-bureau zich het recht voor om een aangepaste procedure uit te voeren conform de gebruikelijke
8 Hoofdstuk 4: Beoordelingsprocedure haalbaarheidsstudies / Take-off
NWO-standaarden. Op hoofdlijnen betekent dat dat niet alle aanvragers voor een interview worden uitgenodigd. Wel worden alle aanvragers in de gelegenheid gesteld te reageren op een voorlopige beoordeling van hun aanvraag. De Adviescommissie stelt het honoreringsadvies aan het STW-Bestuur op met inachtneming van het voor de ronde gereserveerde budget. Het STW-Bestuur toetst de gevolgde procedure en neemt – op basis van een door de Adviescommissie opgesteld honoreringsadvies - een besluit over de aanvragen. Globaal tijdpad 1 augustus 2015
Openstelling indiening aanvragen
28 september 2015
Deadline indiening aanvragen
eind september/begin
Toets ontvankelijkheid
oktober 2015
4.2
oktober/november 2015
Terugkoppeling schriftelijke beoordeling
november/december 2015
Interviews
januari 2016
Besluitvorming STW-bestuur; bekendmaking
Criteria Bij de ontvankelijkheid van aanvragen voor haalbaarheidsstudies wordt allereerst gekeken naar een aantal voornamelijk formele vereisten die worden gesteld aan de aanvraag: Dit zijn: − de aanvraag is voor de deadline ingediend; −
de aanvraag is correct en volledig opgesteld;
−
de aanvraag is volgens het opgegeven format;
−
de aanvraag is ingediend door daartoe bevoegde instanties of personen (zie boven onder Wie mogen er aanvragen, 3.1);
−
de aanvraag is gebaseerd op eerder uitgevoerd wetenschappelijk onderzoek binnen een kennisinstelling;
−
de aangevraagde kosten mogen niet hoger zijn dan € 40.000;
−
de tarieven overschrijden niet de daartoe gestelde maxima (zie boven onder 3.2 Wat kan aangevraagd worden).
Rangschikkingscriteria 1.
2.
Commercieel potentieel −
toepassingsmogelijkheden en toegevoegde waarde;
−
markt- en commerciële perspectieven.
Wetenschappelijke innovativiteit en (praktische) haalbaarheid − wetenschappelijk vernieuwende elementen; −
3.
Kwaliteiten van het team − wetenschappelijke expertise aanvrager(s) en ondersteunend personeel; −
4.
wetenschappelijk state-of-the-art.
ondernemers- en commerciële vaardigheden.
Projectaanpak − praktische en economische aanpak; −
activiteitenplan;
−
projectbegroting, opgesplitst naar projectactiviteit.
De wegingsfactor van de criteria is 1:1:1:1.
9 Hoofdstuk 5: Richtlijnen voor aanvragers vroegefasetrajecten / Take-off
5 Richtlijnen voor aanvragers vroegefasetrajecten 5.1
Wie kan aanvragen Een aanvraag kan worden ingediend door een academische innovatieve starter. Dat moet een natuurlijke persoon of een rechtspersoon zijn, die voldoet aan de vereisten voor een innovatieve onderneming als bedoeld in artikel 2, onderdeel 80, van de algemene groepsvrijstellingsverordening van de commissie nr. 651/2014, die tevens starter is, als bedoeld in artikel 22, tweede lid, van die verordening (zie bijlage 8.3). De academische innovatieve starter kan een onderzoeker zijn die economische activiteiten verricht en aldus een ondernemer is, op voorwaarde dat voldaan is aan deze verordening. De innovatieve starter is een kleine onderneming die minder dan vijf jaar bestaat op het tijdstip dat de steun wordt toegekend en die innovatief is 1. De innovativiteit van de starter zal expliciet beoordeeld worden in de Take-offaanvraagprocedure. Als de starter een ‘verklaring speur- en ontwikkelingswerk’ (S&O-verklaring) van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft, kan deze als bewijs van innovativiteit aan de aanvraag toegevoegd worden. LET OP: In het geval de academische innovatieve starter een natuurlijke persoon is, is de vroegefasefinanciering
een
persoonlijk
krediet,
hetgeen
de
financiële
bewegingsvrijheid van die persoon aanmerkelijk kan belemmeren. De economische activiteiten van de academische innovatieve starter komen rechtstreeks en onmiddellijk voort uit onderzoek van één van onderstaande kennisinstellingen. Deze relatie tussen de academische innovatieve starter en de kennisinstelling blijkt uit een overeenkomst tussen beiden. De academische innovatieve starter bouwt specifiek voort op deze kennis. De academische innovatieve starter kan een aanstelling hebben aan de universiteit en de kennis zelf ontwikkeld hebben, maar het kan ook gaan om een innovatieve starter die nauw samenwerkt met de hieronder genoemde instellingen. Instellingen: − Nederlandse universiteiten (waaronder academische ziekenhuizen); −
KNAW- en NWO-instituten;
−
het Nederlands Kanker Instituut;
−
het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek te Nijmegen;
−
NCB Naturalis;
−
de Dubble-bundellijn bij de ESRF te Grenoble;
−
Advanced Research Centre for NanoLithography (ARCNL).
Het is toegestaan dat op het moment van aanvraag de aanvrager een rechtspersoon in oprichting is. De overeenkomst van geldlening die STW met de subsidieontvanger (de academische innovatieve starter) sluit wordt onder de opschortende voorwaarde aangegaan
van
de
tijdige
bekrachtiging
van
de
daadwerkelijk
opgerichte
rechtspersoon. De overeenkomst van geldlening wordt toegelicht in 5.5.
1
De starter is innovatief in de zin van de algemene groepsvrijstellingsverordening blijkend uit een
door een externe deskundige uitgevoerde evaluatie of als de onderzoeks- en ontwikkelingsuitgaven minstens 10% van haar totale exploitatiekosten bedragen.
10 Hoofdstuk 5: Richtlijnen voor aanvragers vroegefasetrajecten / Take-off
5.2
Wat kan aangevraagd worden Verstrekt worden subsidies in de vorm van een geldlening van minimaal k€ 50 en maximaal k€ 250 ten behoeve van de financiering van het vroegefasetraject. De volgende kostensoorten die verband houden met het vroegefasetraject worden geaccepteerd: − eigen arbeidskosten van de aanvrager en loonkosten van personeel in dienst van de onderneming, maximaal € 35 per uur; −
kosten van derden, voor zover zij activiteiten uitvoeren in opdracht van de aanvrager, maximaal € 125 per uur. Hieronder vallen ook kosten te maken voor coaching en opleiding in ondernemersvaardigheden;
−
kosten van gebruiksgoederen, kleine instrumenten en hulpmiddelen;
−
investeringen in apparatuur en uitrusting;
−
reis- en verblijfskosten;
−
kosten
voor
octrooibescherming
gedurende
de
looptijd
van
het
vroegefasetraject; −
overige direct aan het vroegefasetraject gerelateerde kosten. Onder deze post kunnen kosten van infrastructuur en de kosten van huisvesting worden opgevoerd.
De genoemde kostensoorten dienen in de aanvraag nader gespecificeerd te worden. Niet vergoed worden: − algemene bedrijfskosten
(zoals
oprichtings-,
notaris-,
accountant-
en
administratiekosten etc.); −
kosten gemaakt voorafgaand aan de indiening van de aanvraag voor een vroegefasetraject.
5.3
Wanneer kan aangevraagd worden Een aanvraag kan ingediend worden vanaf 1 augustus 2015 tot uiterlijk 28 september 2015, 17.00 uur.
5.4
Het opstellen van de aanvraag Uw aanvraag bestaat uit meerdere delen: een factsheet en het aanvraagformulier met bijlagen. − De factsheet vult u direct in het elektronisch aanvraagsysteem Iris (te bereiken via STW Open calls www.stw.nl/nl/calls?type=288) in.; −
Het aanvraagformulier kunt u downloaden van de website www.stw.nl/takeoff. Op dit formulier kunt u uw voorkeur voor behandeling in een bepaald cluster aangeven: alfa/gamma, life sciences of bèta/techniek. Het take-off bureau beslist
over
de
indeling
van
de
aanvragen
in
de
drie
clusters.
Dit
aanvraagformulier voegt u, zodra ingevuld, als PDF bestand toe aan de Iris factsheet. Het pdf-document mag op geen enkele wijze beveiligd zijn om een goede verwerking van uw aanvraag te garanderen; −
De bijlagen bestaan uit:
Vroegefaseplan;
Ingevuld en ondertekend formulier MKB-toets aanvrager;
Overeenkomst tussen aanvrager en samenwerkende kennisinstelling;
Rapport Haalbaarheidsstudie;
Brieven van aanbeveling (optioneel);
Verklaring
speur-
en
ontwikkelingswerk
(S&O-verklaring)
(optioneel). De inhoud van deze bijlagen wordt toegelicht in het aanvraagformulier.
van
RVO
11 Hoofdstuk 5: Richtlijnen voor aanvragers vroegefasetrajecten / Take-off
5.5
Subsidievoorwaarden De relevante regelgeving voor de vroegefasetrajecten is de RNES, titel 3.16 Vroege fase financiering en het Kaderbesluit EZ-subsidies (bijlage 8.9). Deze documenten zijn ook te vinden op de Take-off-website www.stw.nl/takeoff. Daarnaast wordt de NWO Gedragscode Belangenverstrengeling overeenkomstig toegepast(www.nwo.nl/code). De aanvrager is verantwoordelijk voor de uitvoering van het vroegefasetraject, zowel in inhoudelijk als in financiële zin. Geldlening Take-off De financiering voor vroegefasetrajecten wordt verstrekt als subsidie in de vorm van geldlening (hierna te noemen: geldlening), waarover rente verschuldigd is. Er wordt geen borg, onderpand of andere zekerheid gevraagd voor de geldlening. STW sluit een overeenkomst met de academische innovatieve starter die de economische, commerciële activiteiten ontplooit, waarin onder andere de omvang van de maximale hoofdsom, de verschuldigde rente, de aflossing en de vervroegde opeisbaarheid vastgelegd worden. Als deze overeenkomst niet tijdig tot stand komt, bijvoorbeeld omdat de subsidieontvanger en STW geen overeenstemming bereiken, is er geen aanspraak op de subsidie mogelijk. De standaardbepalingen voor de overeenkomst van geldlening staan op de website (bijlage 8.8; bijlage bij titel 3.16 van de RNES). Binnen 8 weken na honorering moet de overeenkomst van geldlening tussen STW en de subsidieontvanger (academische innovatieve starter) getekend zijn. Uit de overeenkomst vloeit voort dat de lening moet worden terugbetaald volgens een vast schema. Dat schema houdt een jaarlijkse terugbetaling in, startend 3 jaar na inwerkingtreding van de overeenkomst. De eerste vijf jaarlijkse terugbetalingen zijn 20% van de geldlening. De zesde en laatste termijn bedraagt in principe de verschuldigde rente. De terugbetaalverplichting stopt als de financiering plus rente is terugbetaald. De rente wordt jaarlijks aan het openstaande krediet toegevoegd en bedraagt de Europese referentierente (op het moment van schrijven bedraagt deze ongeveer 0,34%) plus 5%. Versneld aflossen is mogelijk. De uitbetaling van de geldlening verloopt via twee tranches. De eerste tranche bedraagt in principe 1/3 van de totale geldlening, en wordt overgemaakt nadat STW de overeenkomst met de academische innovatieve starter heeft gesloten en deze in werking is getreden. Voor de uitbetaling van de tweede tranche dient de academische innovatieve starter aan te tonen dat hij de begrote kosten voor de uitvoering van het vroegefasetraject grotendeels gemaakt heeft ten bedrage van de eerste tranche.
12 Hoofdstuk 5: Richtlijnen voor aanvragers vroegefasetrajecten / Take-off
Intellectueel Eigendom Voorafgaand aan de start van een vroegefasetraject dient de academische innovatiever starter overlegd te hebben met de eigenaar (de kennisinstelling of een derde) van reeds bestaand Intellectueel Eigendom (IE) dat hij van plan is te valoriseren. Deze eigenaar dient a priori bereid te zijn de academische innovatieve starter zodanige rechten op de IE te verlenen zodat dit later in het proces geen belemmering vormt. De afspraken hierover tussen de kennisinstelling en de academische innovatieve starter eventueel vastgelegd in een overeenkomst, wordt in de rangschikking van de aanvraag meegenomen. Staatssteun De subsidie voor vroegefasetrajecten houdt staatssteun in. Deze staatssteun wordt met inachtneming van de relevante vereisten van de hiervoor genoemde algemene groepsvrijstellingsverordening van de commissie nr. 651/2014 (AGVV) toegekend. Voor academische innovatieve starters zijn artikel 2, onderdeel 80 (innovativiteit), en artikel 22, tweede lid (starterssteun) van die verordening relevant. LET OP: Voor de academische innovatieve starter geldt dat het maximum steunbedrag zoals benoemd in artikel 22 van de AGVV niet alleen betrekking heeft op een subsidie uit het Take-off programma, maar ook op andere mogelijke staatssteun die deze starter uit andere hoofde ontvangt als innovatieve starter.
5.6
Het indienen van een aanvraag Het indienen van een aanvraag verloopt bij voorkeur via Iris, het elektronisch aanvraagsysteem (te bereiken via STW Open calls www.stw.nl/nl/calls?type=288). Hier dient u een account aan te maken. In het tweede scherm wordt u gevraagd een organisatie
te
kiezen.
Hier
dient
u
de
organisatie
“STW-Starter
Take-off
Vroegefasetraject” te kiezen (acroniem STW-STOV). Dit is een voorgedefinieerd ‘adres’ 2) voor dit instrument. Het adres van STW wordt nu automatisch ingevuld. Bij contactadres kunt u nu de gegevens van uzelf als aanvragende starter opgeven. Iris bevestigt via een e-mail de ontvangst door STW van de elektronische aanvraag. Voor vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de Iris helpdesk, zie 7.1.2.
2
Take-off Vroegefasetrajecten is een van de weinige instrumenten waar niet universiteiten/
kennisinstellingen aanvrager zijn. De IRIS-interface is niet aangepast aan deze aparte situatie. Deze indieninstructie is een workaround.
13 Hoofdstuk 6: Beoordelingsprocedure vroegefasetrajecten / Take-off
6 Beoordelingsprocedure vroegefasetrajecten 6.1
Procedure
6.1.1
Algemeen STW neemt namens de Minister van Economische Zaken de besluiten op de aanvragen op grond van paragraaf 4 van titel 3.16 van de RNES. Het STW-Bestuur wordt ondersteund door het Take-off-bureau, bestaande uit medewerkers van STW, NWO en ZonMw. Bij de beoordeling van de aanvragen geeft de Adviescommissie vroegefasefinanciering
academische
innovatieve
starters,
hierna:
de
Adviescommissie, advies. Deze commissie bestaat uit onafhankelijke deskundigen die worden benoemd door de Minister van Economische Zaken. De Adviescommissie wordt bij het advieswerk ondersteund door een poule van onafhankelijke deskundigen. Het betreft onder meer ondernemende wetenschappers (uit verschillende wetenschapsgebieden), ondernemers en private financiers. De onafhankelijke deskundigen en de aanvragen worden door het Take-off bureau over drie clusters verdeeld. Deze clusters zijn bèta/techniek, life sciences en alfa/gamma. Het verdelen van het budget voor vroegefasefinanciering voor academische innovatieve starters vindt plaats op volgorde van rangschikking. 6.1.2
Toets op ontvankelijkheid en schriftelijke bevindingen De eerste stap in de beoordelingsprocedure is een toets of de aanvraag in behandeling genomen kan worden (ontvankelijkheid). Hiervoor wordt nagegaan of de aanvraag aan de vereisten in paragraaf 6.2.1 voldoet. Deze toets wordt door het Take-off-bureau uitgevoerd. Per (formeel ontvankelijke) aanvraag wordt er een rapport van schriftelijke bevindingen opgesteld aan de hand van de gestelde criteria (zie 6.2.2 en 6.2.3). Dit rapport
wordt
aan
de
aanvragers
verzonden.
De
aanvragers
kunnen
de
commentaren gebruiken ter voorbereiding op het interview. Hierbij wordt de Adviescommissie ondersteund door de onafhankelijke deskundigen in de clusters. 6.1.3
Interviews en rangschikking In de interviewronde krijgen de aanvragers de gelegenheid om hun aanvraag te presenteren aan de Adviescommissie en de onafhankelijke deskundigen in het cluster, die daarna de gelegenheid hebben tot het stellen van vragen ter nadere toelichting van de aanvraag. De leden van de Adviescommissie en de onafhankelijke deskundigen geven advies omtrent de afwijzing en rangschikking van de aanvragen op grond van de afwijzingsgronden en de rangschikkingscriteria (zie 6.2.2 en 6.2.3). Met betrekking tot de rangschikking scoren zij individueel de aanvragen op de rangschikkingscriteria en geven hier een korte motivering bij. De gemiddelde cijfers zijn de basis voor een rangorde aan het eind van de interviews. Deze wordt door de Adviescommissie besproken, waarna de Adviescommissie een finale rangorde opstelt. Hierbij wordt de Adviescommissie ondersteund door de onafhankelijke deskundigen in de clusters.
14 Hoofdstuk 6: Beoordelingsprocedure vroegefasetrajecten / Take-off
In het uitzonderlijke geval dat er meer dan vier keer zoveel voorstellen worden ingediend als gefinancierd kunnen worden, behoudt het Take-off-bureau zich het recht voor om een aangepaste procedure uit te voeren conform de gebruikelijke NWO-standaarden. Op hoofdlijnen betekent dat, dat eerst bepaald wordt welke aanvragen op basis van de inhoudelijke toets (6.2.2) worden afgewezen, en dat dus niet alle aanvragers voor een interview worden uitgenodigd. Wel worden alle aanvragers in de gelegenheid gesteld te reageren op een voorlopige beoordeling van hun aanvraag. STW besluit na het advies van de Adviescommissie namens de Minister van Economische Zaken op de aanvragen en, voor het deel dat door het Ministerie van OCW gefinancierd wordt, namens het Algemeen Bestuur van NWO. Het doet dat door de afwijzing en de rangschikking van de aanvragen vast te stellen. Het budget wordt aan de hand van die rangschikking verdeeld. Globaal tijdpad 1 augustus 2015
Openstelling indiening aanvragen
28 september 2015
Deadline indiening aanvragen
eind september/begin
Toets ontvankelijkheid
oktober 2015 oktober/november 2015
Terugkoppeling schriftelijke beoordeling
november/december 2015
Interviews
januari 2016
Besluitvorming STW; bekendmaking
Na
de
subsidiebeschikking
dient
uiterlijk
8
weken
na
de
beschikking
een
overeenkomst van geldlening tussen STW en de subsidieontvanger te zijn ondertekend (zie website www.stw.nl/takeoff).
6.2
Criteria
6.2.1
Formele ontvankelijkheidseisen Bij de ontvankelijkheid van aanvragen voor vroegefasetrajecten wordt allereerst gekeken naar een aantal voornamelijk formele vereisten die worden gesteld aan de aanvraag: Dit zijn: − de aanvraag is voor de deadline ingediend; −
de aanvraag is juist en volledig opgesteld;
−
de aanvraag is ingediend met gebruikmaking van het voorgeschreven
−
de aanvraag is ingediend door daartoe bevoegde instanties of personen (zie
−
de aangevraagde kosten mogen niet lager zijn dan € 50.000 en niet hoger dan
aanvraagformulier; boven onder Wie mogen er aanvragen, 5.1); € 250.000); −
de gehanteerde tarieven overschrijden niet de daartoe gestelde maxima;
−
er is een rapport van een haalbaarheidsstudie overgelegd;
−
de aanvraag heeft betrekking op nieuwe bedrijvigheid: In geval er sprake is van een onderneming, dan mag deze niet ouder zijn dan 5 jaar op het moment van de toewijzing, gerekend vanaf de datum van inschrijving bij de Kamer van Koophandel;
−
het vroegefasetraject is nog niet gestart;
−
het vroegefasetraject duurt niet langer dan 24 maanden;
−
er is nog niet eerder door de minister van Economische Zaken subsidie verstrekt aan het vroegefasetraject;
−
een overeenkomst tussen de academische innovatieve starter en de betrokken kennisinstelling is bijgesloten.
15 Hoofdstuk 6: Beoordelingsprocedure vroegefasetrajecten / Take-off
6.2.2
Inhoudelijke toets De Adviescommissie toetst de aanvraag inhoudelijk en gaat na of de aanvraag moet worden afgewezen. Aanvragen moeten voldoen aan de volgende voorwaarden: − de aanvraag is ingediend door een starter die innovatief is in de zin van de algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV), zie bijlage 8.3; −
het vroegefasetraject is gebaseerd op kennis uit de bij ad 5.1 genoemde kennisinstellingen;
−
er bestaat voldoende vertrouwen dat de academische innovatieve starter het vroegefasetraject in uitvoeringstechnische zin zo zal kunnen voltooien dat hij financiering voor de fase na het vroegefasetraject zal kunnen verkrijgen. Hierbij wordt gekeken naar de achtergrond en de ervaring van de starter en zijn team;
−
er bestaat voldoende vertrouwen dat de academische innovatieve starter de geldlening kan terugbetalen. Dit houdt in dat als onvoldoende aannemelijk is dat in de fase na een vroegefasetrajecten groei zal plaatsvinden, zo’n traject niet in aanmerking zal komen voor subsidie;
−
het is aannemelijk is dat de academische innovatieve starter de financiering waarvoor de aanvraag is ingediend niet zelf heeft of kan verkrijgen bij anderen.
6.2.3
Rangschikkingscriteria Aanvragen worden gerangschikt op basis van de volgende vier criteria: 1. −
Commercieel perspectief van het vroegefasetraject: economische activiteiten van de academische innovatieve starter;
−
marktbehoefte;
−
de zekerheid van terugbetaling van de geldlening (economisch perspectief, dit op basis van de verwachte introductie op de markt en de verwachte inkomsten);
−
de positie met betrekking tot intellectuele eigendomsrechten;
−
commerciële haalbaarheid.
2. − − 3.
Wetenschappelijke innovativiteit van het vroegefasetraject: wetenschappelijk onderbouwing van de aanvraag; praktische haalbaarheid. Kwaliteit van de academische innovatieve starter en het wetenschappelijk team
−
dat betrokken is bij het vroegefasetraject: inhoudelijke (wetenschappelijke) expertise;
−
expertise in economische zin;
−
aantoonbare
coaching
en
begeleiding
gedurende
het
vroegefasetraject,
inclusief plan; −
relevant netwerk met bedrijven;
−
ondernemerskwaliteiten;
−
motivatie en ambitieniveau van het betrokken wetenschappelijk team;
−
betrokkenheid van ervaren ondernemerscoaches en geïnteresseerde financiers met relevante netwerken.
4. −
Kwaliteit van het vroegefasetraject: kwaliteit en haalbaarheid van het vroegefasetraject, waaronder een deugdelijk onderbouwde begroting en het financieringsplan;
−
de begroting dient passend te zijn bij de voorgenomen activiteiten in het vroegefasetraject.
De wegingsfactor van de criteria is 2:1:1:1.
16 Hoofdstuk 7: Contact en overige informatie / Take-off
7 Contact en overige informatie 7.1
Contact
7.1.1
Inhoudelijke vragen Voor inhoudelijke vragen over Programma Take-off en deze call for proposals neemt u contact op met: Voor algemene vragen Take-off coördinator: Frank Karelse en Ellen Feddes Tel: 030 6001270 en 030 6001320 E-mail:
[email protected] en
[email protected] Voor het bèta/techniek cluster Program Officer: Wouter Segeth Tel: 030 6001274 E-mail:
[email protected] Management Assistent : Yvonne van Scharenburg Tel: 030 6001267 E-mail:
[email protected] Voor het cluster life sciences Beleidsmedewerker: Jacqueline Selhorst Tel: 070 3495170 E-mail :
[email protected] Secretaresse : Wendy Tiemens Tel : 070 3495216 Email :
[email protected] Voor het alfa/gamma cluster Beleidsmedewerker: Jacob Eerbeek Tel: 070 3440833 E-mail:
[email protected] Secretaresse : Sherida Soeleman Tel: 070 344 0 757 E-mail :
[email protected]
7.1.2
Technische vragen over het elektronisch aanvraagsysteem Iris Bij technische vragen betreffende het gebruik van Iris neemt u contact op met de Iris helpdesk. Het is raadzaam eerst de handleiding te raadplegen voordat u contact legt met de helpdesk. Bereikbaarheid Iris helpdesk: van maandag t/m vrijdag van 11.00 tot 17.00 uur, telefoonnummer 0900-696 47 47. Helaas ondersteunen niet alle buitenlandse providers het bellen naar 0900-nummers. U kunt ook uw vraag per e-mail sturen aan
[email protected].
17 Hoofdstuk 7: Contact en overige informatie / Take-off
7.2
Overige informatie Meer informatie over het programma Take-off kunt u vinden op de websites www.nwo.nl/takeoff, www.zonmw.nl/takeoff en www.stw.nl/takeoff.
18 Hoofdstuk 8 Bijlagen / Take-off
8 Bijlagen 8.1 Richtlijnen voor het opstellen van een aanvraag voor een haalbaarheidsstudie 8.2 Richtlijnen voor het opstellen van een aanvraag voor een vroegefasetraject 8.3 Algemene groepsvrijstellingsverordening van de commissie nr. 651/2014, artikel 2 onderdeel 80 en artikel 22. 8.4 Specifieke subsidievoorwaarden haalbaarheidsstudies 8.5 Titel 3.16 Vroege fase financiering van de Regeling Nationale EZ-subsidies (RNES) (separaat document op de website) 8.6 Aanvraagformulier haalbaarheidsstudies (separaat document op de website) 8.7 Aanvraagformulier vroegefasetrajecten (separaat document op de website) 8.8 Standaardbepalingen voor de overeenkomst van geldlening met betrekking tot vroegefasetrajecten inclusief bijlage (separaat document op de website) 8.9 kaderbesluit EZ-subsidies (separaat document op de website)
8.1
Richtlijnen voor het opstellen van een aanvraag voor een haalbaarheidsstudie De richtlijnen omtrent het opstellen van een aanvraag van een haalbaarheidsstudie worden opgenomen in het aanvraagformulier. Hiervoor kunt u terecht op de website www.stw.nl/takeoff.
8.2
Richtlijnen voor het opstellen van een aanvraag voor een vroegefasetraject Aanvrager dient gebruik te maken van het vastgestelde aanvraagformulier en de daarin gevraagde bijlagen bij zijn aanvraag te overleggen. In de toelichting op het formulier wordt toelichting op de gevraagde bijlagen gegeven. U vindt het formulier op de website www.stw.nl/takeoff.
8.3
Relevante delen algemene groepsvrijstellingsverordening (AGVV) van de commissie nr. 651/2014 Artikel 2, onderdeel 80: „innovatieve onderneming”: een onderneming: a) die aan de hand van een door een externe deskundige uitgevoerde evaluatie kan aantonen dat zij in de voorzienbare toekomst producten, diensten of procedés zal ontwikkelen die in technologisch opzicht nieuw zijn of een wezenlijke verbetering inhouden ten opzichte van de huidige stand van de techniek in deze sector, en die een risico op technologische of industriële mislukking inhouden, of b) waarvan de kosten voor onderzoek en ontwikkeling ten minste 10 % bedragen van haar totale exploitatiekosten in ten minste één van de drie jaren voorafgaande aan de toekenning van de steun of, in het geval van een startende onderneming zonder
enige
financiële
voorgeschiedenis,
bij
de
audit
van
haar
lopende
belastingjaar, gecertificeerd door een onafhankelijke accountant; Artikel 22 Starterssteun 1. Regelingen inzake starterssteun zijn verenigbaar met de interne markt in de zin van artikel 107, lid 3, van het Verdrag en zijn van de aanmeldingsverplichting van artikel 108, lid 3, van het Verdrag vrijgesteld, mits de in dit artikel en in hoofdstuk I vastgestelde voorwaarden zijn vervuld. 2. In aanmerking komen niet-beursgenoteerde kleine ondernemingen tot vijf jaar na hun registratie, die nog geen winst hebben uitgekeerd en niet uit een fusie zijn
19 Hoofdstuk 8: Bijlagen / Take-off
ontstaan. Voor in aanmerking komende ondernemingen die zich niet hoeven te laten registreren, kan de periode van vijf jaar om in aanmerking te komen, geacht worden aan te vangen op het tijdstip dat de onderneming ofwel haar economische activiteiten aanvangt of belastingplichtig wordt voor haar economische activiteiten. 3. Starterssteun heeft de vorm van: a) leningen tegen een rente die niet marktconform is, met een looptijd van tien jaar en voor een nominaal bedrag van ten hoogste 1 miljoen EUR, of 1,5 miljoen EUR voor ondernemingen gevestigd in steungebieden die aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag voldoen, of 2 miljoen EUR voor ondernemingen gevestigd in steungebieden die aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder a), van het Verdrag voldoen. Voor leningen met een looptijd tussen vijf en tien jaar kunnen de maximumbedragen worden bijgesteld door bovenstaande bedragen te vermenigvuldigen met een ratio tien jaar/daadwerkelijke looptijd van de lening. Voor leningen met een looptijd van minder dan vijf jaar is het maximumbedrag hetzelfde als voor leningen met een looptijd van vijf jaar; b) garanties met premies die niet marktconform zijn, met een looptijd van tien jaar en een gegarandeerd leningbedrag van ten hoogste 1,5 miljoen EUR, of 2,25 miljoen EUR voor ondernemingen gevestigd in steungebieden die aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag voldoen, of 3 miljoen EUR voor ondernemingen gevestigd in steungebieden die aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder a), van het Verdrag voldoen. Voor garanties met een looptijd tussen vijf en tien jaar kan het maximaal gegarandeerde bedrag worden bijgesteld door bovenstaande bedragen te vermenigvuldigen met een ratio tien jaar/daadwerkelijke looptijd van de garantie. Voor garanties met een looptijd van minder dan vijf jaar is het maximaal gegarandeerde bedrag hetzelfde als voor leningen met een looptijd van vijf jaar. De garantie bedraagt ten hoogste 80 % van de onderliggende lening. c)
subsidies,
met
inbegrip
van
eigenvermogens-
of
quasi-
eigenvermogensinvesteringen, rentekortingen en kortingen op de garantiepremies tot maximaal 0,4 miljoen EUR bruto-subsidie-equivalent, of 0,6 miljoen EUR voor ondernemingen gevestigd in steungebieden die aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder c), van het Verdrag voldoen, of 0,8 miljoen EUR voor ondernemingen gevestigd in steungebieden die aan de voorwaarden van artikel 107, lid 3, onder a), van het Verdrag voldoen. 4. Een begunstigde kan steun ontvangen via een mix van de in lid 3 van dit artikel bedoelde steuninstrumenten, mits het aandeel van de via één steuninstrument verleende steun, berekend op basis van het voor dat instrument toegestane maximale steunbedrag, in aanmerking wordt genomen voor het bepalen van het resterende deel van het maximale steunbedrag dat is toegestaan voor de overige instrumenten die onderdeel vormen van dit soort gemengde instrument. 5. Voor kleine en innovatieve ondernemingen kunnen de in lid 3 genoemde maximumbedragen worden verdubbeld.
8.4
Speciale subsidievoorwaarden haalbaarheidsstudies De
algemene
voorwaarden
van
STW
zijn
van
toepassing
op
de
Take-off
haalbaarheidsstudies. Take-off haalbaarheidsstudies is een instrument gericht op het creëren van nieuwe innovatieve bedrijvigheid die het gevolg is van kennisbenutting bij universiteiten en publieke kennisinstellingen. Take-off haalbaarheidsstudies is daarmee onderscheidend en aanvullend ten opzichte van andere instrumenten van STW. Dientengevolge gelden een aantal onderdelen van de algemene voorwaarden niet of in gewijzigde vorm. −
Bepalingen van de algemene voorwaarden die niet van toepassing zijn op de Take-off haalbaarheidsstudies zijn:
20 Hoofdstuk 8: Bijlagen / Take-off
−
bepalingen
over
Gebruikers
en
Gebruikerscommissie
(zie
artikel
3
Gebruikerscommissie en rapportage); −
bepalingen
over
Cofinanciering
(zoals
opgenomen
in
artikel
6
Cofinanciering); −
bepalingen over Toekennen van rechten op resultaten (zoals opgenomen in artikel 8);
−
bepalingen over PIF (zoals in artikel 5 lid 3);
−
bepalingen die naar hun aard of inhoud redelijkerwijs niet van toepassing
−
bepalingen over Voortzetting en Voortzettingsaanvraag (zoals opgenomen
zijn op de Take-off haalbaarheidsstudies; in artikel 3). −
Bepalingen van de algemene voorwaarden die in gewijzigde vorm van toepassing zijn: −
In afwijking van de bepalingen over de Duur van het project zoals deze zijn opgenomen in artikel 12 Duur en beëindiging geldt dat de maximale duur van een Take-off haalbaarheidsstudieproject
een half (0,5) jaar is. De
financiering vangt aan op de startdatum en eindigt uiterlijk – in afwijking van de algemene voorwaarden – een half (0,5) jaar na de startdatum; −
In afwijking van de algemene voorwaarden zal de startdatum van een Take-off haalbaarheidsstudieproject binnen 6 maanden na de dagtekening van het honoreringsbesluit zijn, tenzij STW schriftelijk toestemming geeft voor een latere startdatum;
−
Bijzondere bepalingen over financiering: −
in afwijking van de algemene voorwaarden kunnen tijdelijke en vaste personeelsplaatsen voor financiering in aanmerking komen tot een maximum van de duur van het project;
−
in aanvulling op de algemene voorwaarden komen ‘out of pocket’ octrooikosten gemaakt voor indiening of instandhouding van (een) octrooi(aanvrage)(n)
gedurende
de
duur
van
het
Take-off
haalbaarheidsstudieproject in aanmerking voor financiering voor zover onderdeel van de goedgekeurde begroting; −
in aanvulling op de algemene voorwaarden komen kosten gemaakt door derden voor zover deze projectactiviteiten betreffen die in opdracht van de projectleider door derden worden uitgevoerd in aanmerking voor financiering;
−
in afwijking van de algemene voorwaarden rapporteert de projectleider schriftelijk eenmaal per Take-off haalbaarheidsstudieproject over de voortgang van het project, middels een eindrapport;
−
De
Take-off
financiering
persoonsgebonden
subsidie.
voor In
haalbaarheidsstudies aanvulling
op
de
is
een
algemene
voorwaarden kan STW de financiering tussentijds beëindigen indien de projectleider niet meer in staat is het project geschikte vervanger kan worden
te
leiden en er geen
gevonden door de projectleider en
STW; −
bepalingen die naar hun aard of inhoud redelijkerwijs in gewijzigde vorm van toepassing zijn op de Take-off haalbaarheidsstudies.
Uitgave: Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek Bezoekadres: Laan van Nieuw Oost-Indië 300 2593 CE Den Haag
juli 2015