Tak Sranan?
Cheyenne Polderman (E&M) Jair Mathurin (C&M) Vak: Geschiedenis Fons Vitae Lyceum 6vB Begeleider: Willem Koperdraat Schooljaar 2011-2012 Inleverdatum: 6 Februari 2012 1
2
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Algemene informatie §2.1 Geschiedenis van Suriname §2.2 Geschiedenis van Sranan Tongo §2.3 Grammatica §2.4 Invloeden van andere talen §2.5 Deelconclusie
3. Positie van het Sranan Tongo in verschillende culturen §3.1 De wetenschappers §3.2 Hindoestanen versus Creolen §3.3 Ontwikkelingen
4. Toetsing van de theorieën door familie interview §4.1 Uitkomsten van de interviews
5. Conclusie antwoord hoofdvraag
6. Did you know? (weetjes) 7. Bronvermelding 8. Bijlage §8.1 Logboek §8.2 Plan van aanpak §8.3 Interview vragen voor de taalkundige antropologen §8.4 Interviewvragen voor de familie §8.5 Surinaamse teksten, invloeden van talen
3
1. Inleiding Al honderden jaren is Surinaams de taal van de Surinamers. Althans, daar gaat iedereen vanuit. Velen zeggen dat dé Surinamer niet bestaat. Bestaat het Surinaams dan wel? Velen zeggen van niet. Het “Surinaams” kan beter “Sranan Tongo” genoemd worden. Vaak wordt het ook afgekort tot “Sranan”. Dat is de taal die voornamelijk door de Creoolse Surinamers wordt gesproken. Maar is dat wel hun taal? Zou je dan niet verwachten dat, dat ook de taal van Suriname zou zijn? Dat is namelijk niet het geval. Nederlands is nog altijd de voertaal in Suriname. Het is de taal van de politiek, en het belangrijkste vak op de scholen. Sranan wordt eigenlijk alleen maar op straat, in informele kringen, gesproken. Nergens anders leert men de taal dan op straat, of, als kind, op het schoolplein. Thuis wordt het niet gesproken. Ouders en kinderen spreken Nederlands met elkaar. Een groot aantal Surinamers is vanuit Suriname naar Nederland verhuisd na de onafhankelijkheid in het jaar 1975, allemaal spraken ze het Sranan. In Nederland zijn vele woorden van het Sranan alleen nog maar terug te vinden in de straattaal die door sommige jongeren in Nederland op straat gesproken wordt, en bij de oudste generatie “Suri’s” die in Nederland woont. Toch zijn er uitzonderingen, want een heel klein deel van de Surinaamse jongeren spreekt het Sranan, en ook zij hebben dat in informele kringen op straat geleerd. Sranan is nooit erkend als een officiële taal. Het draagt dus het karakter van een dialect. De taal heeft geen officiële spelling en grammatica. Het is wel geprobeerd om een officiële spelling en grammatica vast te stellen, maar dat is heel fonetisch. Als mensen dus Sranan proberen te schrijven, spellen ze woorden zoals ze worden uitgesproken. Er zijn veel samensmeltingen van woorden in bepaalde zinsconstructies en dat is moeilijk vast te stellen als officiële grammatica. Wat is nu de positie van het Sranan in Suriname? En in Nederland? Wat voor ontwikkelingen heeft de taal doorgemaakt waardoor het een taal is geworden zoals het nu is? Waarom heeft de Surinaamse bevolking er niet voor gestreden om het Sranan als voertaal in te voeren? Dit zijn de voornaamste vragen die ons hebben bezig gehouden. Bijna iedere Surinamer heeft zijn eigen verhaal over hoe hij of zij vindt dat de cultuur en de geschiedenis in elkaar zit, wij zullen de taak op ons nemen uit te zoeken welk van alle verhalen het meest waarschijnlijk, of zelfs compleet waar zijn of niet. Ook zullen wij proberen te verklaren hoe het zo gekomen is dat het Sranan de positie heeft die het nu heeft. Dit gaan we doen aan de hand van de algemene geschiedenis van Suriname, maar nog belangrijker, de geschiedenis van de taal zelf. Daarvoor hebben we ook professionele hulp moeten inschakelen. We hebben taalkundige antropologen vragen gesteld en zij hebben aan de hand van onze vragen hun visie met ons gedeeld. Daarnaast hebben wij ook Surinamers geïnterviewd die zich niet op dit gebied hebben gespecialiseerd. Zij delen hun ervaringen met het Sranan, die zij vanuit de praktijk van de Surinaamse cultuur hebben meegekregen. Hun antwoorden hebben we overzichtelijk verwerkt en met elkaar vergeleken. Hieruit hebben wij een conclusie kunnen afleiden. Dit werkstuk dient ervoor om antwoord te geven op deze vragen, Het is dus ook deels filosofisch met eigen ideeën, waarin we onze vragen zoveel mogelijk proberen te antwoorden. We proberen onze eigen ideeën zoveel mogelijk naar voren te laten komen en een eigen hypothese te stellen. We hebben dan ook geprobeerd om de taalkundige antropologen en de mensen op straat hun visie meer onze richting op de duwen, zodat we betere antwoorden krijgen op onze openstaande vragen. Eerder in deze inleiding kwam de vraag wat is nu de positie van het Sranan in Suriname? voor. Dit is een deel van onze hoofdvraag. Het andere deel van onze hoofdvraag is wat is nu de positie van het Sranan in Nederland? We hebben onderzocht hoe het de positie heeft gekregen in de huidige samenleving. Onze deelvragen die ondersteunen onze hoofdvraag. De deelvragen zijn Hoe is de taal tot stand 4
gekomen? Welke ontwikkelingen heeft de taal doorgemaakt door de eeuwen heen? Wat voor rol speelt het conflict tussen de Hindoestanen en Creolen in de taal? In de vorm van een beschouwing zullen we proberen het onderwerp vanuit meerdere perspectieven te bekijken.
5
2. Algemene informatie §2.1 Geschiedenis van Suriname Suriname werd in 1593 in bezit genomen door de Spanjaarden, maar dat duurde niet lang. De Nederlanders hadden er in 1600 ook een vestiging die ook niet lang stand hield. Er werden plantages aangelegd voor katoen, tabak, koffie en later ook voor suiker. Eerst werkten er indianen op de plantages, later zijn de kolonisten mensen uit Afrika, vooral in en rond de gebieden wat nu Ghana is, gaan halen om als slaven op de plantages te werken. Een groep Engelse kolonisten van Barbados zich in 1650 met succes gevestigd aan de Surinamerivier. Zeventien jaar later telde de kolonie maar liefst 175 plantages en 4000 slaven. In 1667 veroverden de Zeeuwen, onder leiding van Abraham Crijnssen, een Nederlandse commandeur, Suriname en vanwege de Vrede van Breda konden ze dat ook behouden. De Vrede van Breda is een verdrag, dat gesloten is op 31 juli 1667, tussen de Republiek der zeven verenigden Nederlanden, Engeland, Frankrijk en Denemarken. Door dat verdrag kwam er een einde aan de tweede Engels-Nederlandse Oorlog. Hierin stond dat deze landen de gebieden mochten houden die zij tot mei 1667 van de tegenstander veroverd hadden. Hierdoor bleef de Nederlandse handelsnederzetting Nieuw Amsterdam, wat later New York werd, van de Engelsen. De Nederlandse republiek kon de Engelse
handelsnederzetting langs de Surinaamse kust in hun bezit houden. In 1682 wordt de nederzetting door Zeeland overgedragen aan de West Indische Compagnie (WIC). In 1863 werd de slavernij afgeschaft. Pas in 1873 werden de Surinaamse explantageslaven echt vrij. Om het tekort aan arbeiders op te vangen gingen veel plantages samenwerken. In 1862 telde Suriname maar liefst 216 plantages. Daarvan waren er in 1913 nog maar 79 van over. Dat was niet de enige maatregel die getroffen werd om het tekort aan arbeiders tegen te gaan. Na de afschaffing van de slavernij brachten de plantagehouders contractarbeiders, mensen uit Indonesië (Javanen) en Brits-Indië (Hindoestanen), naar Suriname om daar te werken. Het contract dat ze sloten duurde tien jaar, en zoals afgesproken met Groot-Britannië liepen die contracten af in 1873. Na afloop van het contract konden zij weer terug keren naar hun eigen land. Dat gebeurde overigens niet. De excontractarbeiders vestigden zich in de kolonie, toen de koloniale overheid vanaf 1890 het privébezit van kleine stukken land voor voedsellandbouw begon te bevorderen. De creolen kwamen na de afschaffing van de slavernij, naar de stad. Zij waren echter vrij kansloos en tevens onopgeleid. De slaven die 6
uit Afrika werden gehaald om op de plantages te werken, worden tot op de dag van vandaag nog steeds zo genoemd. De “trakkie’s”, zoals de contractarbeiders door de creolen genoemd worden, werden over het algemeen rijker dan de ex-slaven. Op de suikerplantages verbouwden zij rijst. Nederland steunde dat. Suiker leverde internationaal namelijk lang niet meer veel op en rijst was nodig om het stadsproletariaat te voeden en een Creoolse revolutie te voorkomen. Het stadsproletariaat bestond uit een laag van armen en laaggeschoolden. Door de overheid werden er ruim 30.000 Brits-Indiers en ruim 33.000 Javanen naar Suriname gebracht. Deze immigratie was in de periode rond het einde van de 19e eeuw en de eerste helft van de 20e eeuw.
In 1916 kwam aan de invoer van Brits-Indiërs een einde door de nationalistische oppositie in India die tegen deze vorm van arbeidsmigratie was. Aan de aanvoer van mensen van Java kwam een einde door de achteruit gang van de plantages.
Arme bevolking
Slaven verbouwen suikerriet
§2.2 Geschiedenis van het Sranan Het Sranan Tongo in ontstaan rond ongeveer 1651.Er zijn twee theorieën over het ontstaan van de taal. De ene theorie is dat er in Afrika een pidgin is ontstaan tussen de Afrikaanse talen waar de kolonisten hun slaven vandaan haalden, en het Portugees, die zich daar hadden gevestigd. Een pidgin is een vereenvoudigde en spontaan ontstane taal die gebruikt wordt voor onderlinge communicatie. De slaven zouden de pidgin mee genomen hebben naar Suriname en zo is het in aanraking gekomen zijn met de omliggende talen; Frans (Frans Guyana), Spaans (o.a Venezuela), Engels (Brits Guyana, en Suriname) en later nog Nederlands (Suriname).
Volgens de andere theorie zijn alle talen zich in Suriname zelf tot een lingua franca gaan vormen. Ook een lingua franca is een sterk vereenvoudigde vorm van verscheidene met elkaar gemengde talen. Sommigen denken dat de taal ontstaan was onder de slaven als een taal die zich afzette tegen de Nederlandse kolonisten. Daar bij zou er vanuit gegaan kunnen worden dat de slavengemeenschap al vernederlandst was. Een andere reden, en ook erg waarschijnlijk, zou kunnen zijn dat het Sranan is ontstaan omdat de slaven uit verschillende stammen zijn geworven en dus niet allemaal dezelfde taal spraken. Om elkaar te kunnen verstaan is 7
een vereenvoudigde vorm van die Afrikaanse talen ontstaan met (grote) invloed van de talen van de omliggende koloniën en natuurlijk de taal van de koloniehouders in Suriname zelf. Zoals bij een pidgin/lingua franca gebruikelijk is, wordt deze, alleen maar onder de minderheid gesproken, in dit geval dus de slaven. De Nederlandse plantagehouders bleven hun eigen taal spreken en verafschuwde de ontstane taal. Ze verboden de slaven Surinaams te spreken en zorgden er voor dat Nederlands als voertaal ingevoerd werd.
vrouwen in de Surinaamse klederdracht (kotomisi). Sranan wordt gezien als de moedertaal van de creolen, hoewel het ook door andere
bevolkingsgroepen wordt gebruikt. In de oudste vorm van de taal zijn woorden uit het Afrikaans, Portugees en Engels terug te vinden. Afrikaans: fom = slaan. Njam = eten doro = arriveren. Portugees: pina = gebrek lijden, kaba = eindigen, bari = ton, Er zijn ook woorden die op het eerste gezicht Engels lijken maar door verschillen in klank toch Portugees blijken te zijn. Engels: djari = tuin, fini = fijn, kibri = verbergen. (?) de Nederlandse invloed is van latere tijd,met uitzondering van enkele leenwoorden zoals figi = vegen, triki = strijken, kweki = kweken/opvoeden. Onderwijs. Suriname heeft grote onderwijsproblemen, die samen gaan met de etnische en culturele verschillen. Doordat veel onderwijzers naar Nederland vertrokken zijn is er een groot lerarentekort ontstaan. Er is sprake van Brain drain. Een groot deel van de scholen valt onder de hoede van de Evangelische Broeder Gemeenschap (EGB) of de Rooms Katholieke kerk. Pas vanaf 1968 heeft Suriname een universiteit.
8
§2.3 Surinaamse Grammatica. Surinaams is, zoals al duidelijk mag zijn, een taal die ontstaan is door vermenging van verschillende talen die al dan niet Suriname als kolonie hebben gehad, een lingua franca. Door die versimpeling zijn er ook velen die beweren dat het Sranan geen grammatica heeft. Dat het Surinaams geen grammatica heeft, is niet geheel waar. Er zijn namelijk weldegelijk vastgestelde regels voor bijvoorbeeld werkwoorden en velen soorten bepalingen. Zoals de linguïst Jan Voorhoeve dat onderbouwd: “een taal zonder grammatica wordt immer niet verstaan, kan dus zijn sociale functie niet vervullen en is dus geen taal.” In zijn betoog schrijft hij over het structurele onderzoek naar het Sranan Tongo. Er zijn namelijk hele duidelijke regels te vinden in de Surinaamse taal, dat komt naar voren in “Structureel onderzoek van het Sranan.” Voorhoeve beschrijft hoe bijvoorbeeld plaatsbepalingen niet door voorzetsels worden aangeduid, maar dat de werkwoorden veranderen naarmate de richting van de handeling verandert. Een voorbeeld: “go” betekent “gaan” “gwe” (afgeleid van “go away” uit het Engels) betekent “weg gaan” Hoewel het Surinaams al enkele honderden jaren bestaat is het voornamelijk een gesproken taal die zich steeds weer aanpast aan de tijd waarin het gesproken wordt, dan een geschreven. Uit de oude Surinaamse teksten die gevonden zijn, die overigens net zoals oude Nederlandse teksten met erg moeilijke spelling en meer gebaseerd op uitspraak, kunnen geen grammaticale regels worden afgeleid. Of dat nu nog steeds niet zo is, is de vraag. alle grammaticale regels op een rij te zetten, is een onbegonnen zaak. Het is namelijk, net zoals het Chinees, een gevoelstaal. Aan veel
woorden is meer dan één betekenis toegekend, er is dus ook niet maar één vertaling, die is afhankelijk van de context. Wat beleefdheidsvormen betreft, lijkt het Surinaams op het Engels. yu [joe] betekent zowel “jij” als “u”. Met een kleine letter betekent het “jij”, met een hoofdletter betekent het “u”. Een paar basisregels op een rijtje. Het werkwoord. •
•
•
Het Surinaams kent geen onderscheid tussen werkwoorden en zelfstandig naamwoorden. Voorbeeld: sutu [soetoe] betekent zowel “schieten” als “het schot” Ik schiet – mi e sutu het schot klonk luid – A sutu ben tranga. Er zijn nauwelijks tot geen werkwoordsvervoegingen. Voorbeeld: waka [wakkaa], wat “lopen” betekent. ik loop – me waka wij lopen – wi waka zij lopen – den waka Een tijdsaanduiding wordt gemaakt door een toevoeging. Zijn = “e” voor de tegenwoordige tijd, “ben” voor de verleden tijd. Dit geldt ook voor de onvoltooide tijd. Voorbeeld: ik ben aan het denken mi e denki, ik dacht – mi ben denki, wij dachten – wi en denki, zij dachten – den ben denki Zullen = “sa” voor de toekomende tijd. Moeten = mu [moe] voor de gebiedende wijs. Wij moeten lopen – wi mu waka.
9
•
Ook het woord “na” betekent “is”(zijn) of “ben”(zijn), maar los van dat kan het ook nadruk leggen. Voorbeeld: Dáár woon ik - Na drape me libi.
Het lidwoord. • • •
Het of de = a [a] De = den (ding) Een = wan ( wat ook het cijfer één betekent)
Het persoonlijk voornaamwoord. • • • • • •
ik = me [ mi ( als in wit )]of mi [ mie ] jij = yu [ joe ] hij, zij, het = en [ ing ] wij = we [ wi ] of wi [ wie ] jullie = unu [ oenoe] zij (meervoud) = den [ ding ]
De plaatsaanduiding. • • • • • •
daar = drape [ drappi ] naast = se sey [ si see ] achter = baka [ bakkaa ] op = tapu [ tappoe ] onder = ondro [ ondro ] in = ini [ ienie ]
Het vragend voornaamwoord. • • • • •
wat ? = san ? [ sang ] welke ? = sortu ? [ sortoe ] wie ? = suma ? [ soema ] waar ? = pe ? [ pi ] waarom ? = fu sa e de [ foe sa i di ]
Het bezittelijk voornaamwoord. • • • • •
mijn = me [ mi ]of mi [ mie ] jouw = yu [ joe ] zijn, haar = en [ ing ] onze = we [ wi ] of wi [ wie ]of unu [ oenoe] hun (meervoud) = den [ ding ]
Het aanwijzend voornaamwoord. • dit = disi [ diesie ] • dat = dati [ dattie ] • deze = den [ ding ] • die = den [ ding ]
Er zijn dus weldegelijk grammaticale regels. Ze zijn erg simpel, maar ze zijn er wel. De spelling is een ander verhaal. Zoals op het plaatje hierboven te zien valt. De spelling is vrijwel fonetisch, en dat lijkt ook algemeen geaccepteerd. Er is wel zekere sprake van nieuwe en oude spelling. Maar dat is simpel weg het verschil tussen aiti (acht) volgens de oude spelling, en ayti (acht) volgens de nieuwe spelling. Daar zijn echt niet strakke regels voor. Als iemand liever in de oude spelling schrijft, wordt dat niet als ‘fout’ gezien.
10
§2.4 Invloeden van Talen Het Sranan Tongo is een slaventaal en werd verbonden met de mensen uit de lagere sociale klassen in de plantagemaatschappij, die Suriname aan het begin van de 19e eeuw nog was. Het is dan ook niet gek dat er werd neergekeken op de taal. Het werd ook vaak Negertaal, Neger-Engels of Takki-Takki genoemd. Deze taal moet ontstaan zijn in een periode van ongeveer 17 jaar (1650-1667). Deze gedachten is te verklaren, want het is een Creoolse taal waarin vanaf het midden van de 17e eeuw negerslaven van WestAfrikaanse afkomst, met elkaar en met hun blanke meesters communiceerden. In Suriname waren er veel slaven afkomstig rondom de Golf van Guinee, waar tegenwoordig Nigeria, Togo, Benin, Ghana en Ivoorkust liggen. Die Creoolse taal heeft zich in de loop der eeuwen van een eenvoudig en praktisch communicatiemiddel van beperkte mogelijkheden tot een volwaardige taal, een taal die voor veel Surinamers de moedertaal is. Als mogelijke voorouders van het Sranan Tongo worden de volgende talen aangewezen: Twi, Ewe, Fon, Yoruba en Kinkongo. Er zijn ook veel vormen van de grammaticale- en klankstructuur terug te vinden in het huidige Sranan. Het is onmogelijk om één duidelijke voorouder aan te wijzen, want er zijn teveel “voorouders” Het Sranan Tongo is een jonge Creoolse taal. Creolentalen kunnen ontstaan in situaties waarbij spreker van verschillende talen met elkaar in contact komen, zoals de Spanjaarden, Engelsen, Portugezen, Nederlanders, Afrikanen maar ook de Aziatische contractarbeiders. Er zijn dan ook invloeden vanuit het Spaans en Portugees. De taal is voornamelijk gebaseerd op het Engels. De contractarbeiders die werden gehaald, de “kontrakkies”, hadden allemaal hun eigen taal en dialecten. Zij brachten het Hindi, Javaans en Chinees naar Suriname. Via een eenvoudig pidgin van het type “Ik Tarzan, jij Jane” ontwikkelt de taal zich en krijgt meer toepassingsmogelijkheden, en zodra zo’n taal eigen moedertaalsprekers begint te krijgen, noemen taalkundigen haar een creolentaaltje. Een pidgintaal is een (meestal simpele) taal die ontstaat wanneer mensen
met verschillende talen samenkomen en die elementen van beide talen bevat. Hoewel de taal voornamelijk is gebaseerd op het Engels, plaatst men het Sranan Tongo niet in de Engelse tak van de Germaanse talen, maar het via taalverandering als een Nieuw-Afrikaanse taal beschouwen, kan ook niet helemaal. Het beleid van de koloniale overheid is er op gericht geweest de talen en culturen van de slaven zoveel mogelijk te onderdrukken, en de door de slaven zelf ontwikkelde taal, het Sranan Tongo, een minderwaardige status te behouden. Daarnaast werd in 1876 met de invoering van de algemene leerplicht in Suriname, het Nederlands als enige schooltaal verplicht gesteld. Het gevolg hiervan was onderdrukking van al het eigene van de exslaven en een nog sterkere oriëntatie op het moederland waar alles beter is. Nederland was namelijk het dren kondre, het droomland. Charry Koefoed en Muysken zeggen: het effect van een dergelijke politiek is nog verwoestender dan van gewelddadige onderdrukking: het zelfrespect van de inheemse bevolking wordt ondermijn, het moederland wordt het culturele oriëntatiepunt, waar alles wat waardevol is vandaan komt. De koloniale cultuurpolitiek is er niet in geslaagd het Sranan Tongo en de daarmee samenhangende cultuur tot sterven te brengen. De huidige Surinaamse taalsituatie wordt gekenmerkt door een complete meertaligheid, een hoge mate van de zogenaamde codeswitching en het zogenaamde semilingualisme. Dit zijn de belangrijkste twee kenmerken van de drie. De complete meertaligheid is het eerste kenmerk van de huidige taalsituatie in Suriname. Zo zijn er talen aanwezig als het Sarnami Hindi (de taal van de Hindoestanen), het SurinaamsJavaans, het Surinaams-Chinees, maar ook, vooral in het binnenland, de indianen- en bosnegertalen, het Arowaks, Aucaans, Trio, Saramakkaans, en Ndjuka. Het tweede kenmerk is de zogenaamde code-switching. Dat wil zeggen het telkens overspringen van de ene naar de andere taal. Dit komt doordat er vele talen aanwezig zijn in Suriname. 11
Ook het Engels heeft een heel grote invloed in de taal. Veel Surinaamse woorden zijn afgeleid van Engelse woorden. Het derde en laatste kenmerk is het semingualisme. Dit is een gebrek van kennis van de eigen eerstgeleerde taal onder invloed van voornamelijk het Nederlands en Hindi. De tweegenoemde talen zijn de talen met de meeste prestige in het land. Vooral het Nederlands heeft de grootste waarde, want er wordt in deze taal les gegeven op school en ook in formele kringen wordt deze taal gesproken. Ook nu vinden er nog veel verschuivingen plaats, want het Surinaams is nog steeds een groeiende taal. Bij de groei kunnen we vaststellen dat er een duidelijke toename is van Nederlandse en Engels grammatica in het Sranan Tongo. Dit komt door de overheersende macht die de Nederlanders en Engelsen hebben gehad in het land. Ook na de beëindigingen van de overheersing, hielden die talen voor een groot deel stand. Gert Oostindie, gespecialiseert in de LatijnsAmerikaanse geschiedenis en surinamist, heeft een eigen kijk op het verder ontwikkelen van het Sranan Tongo. Volgens hem kun je een aantal niveaus onderscheiden. Het grootste niveau is de demografie. De mortaliteit was in de 18e eeuw namelijk bijzonder hoog in Suriname. Dat was geen reden voor de slavenhouders om een humaner gedrag aan te nemen tegenover hun slaven. In de loop der tijden worden de leefomstandigheden in Suriname wel beter door de verbetering van de algemene gezondheid en hygiëne. Ook moet je het bekijken vanuit een cultureel standpunt. De Nederlandse kolonisten beschouwden hun slaven alleen als werkkrachten en waren verder niet geïnteresseerd in hun levensstijl. De Nederlandse kolonisten waren dus ook niet geïnteresseerd in hun taal en hebben niet ervoor gezorgd die taal te verdrijven. Die onverschilligheid heeft het volgens Oostindie onder andere mogelijk gemaakt dat het Sranan Tongo zich zo goed kon ontwikkelen en handhaven. Er zijn dus vele verschillende talen heel belangrijk geweest voor de vorming van het huidige Sranan Tongo. Dit is ook terug te zien
in de Surinaamse poëzie. Er is geen officiële Surinaamse spelling en grammatica aanwezig in de taal. De gedichten zijn dus een poging tot een schriftelijke vastlegging. Ze hebben dit gedaan aan de hand van fonetische klanken. Je kunt dus stellen dat wat ze hebben geschreven, ze ook precies op die manier hebben gehoord. Wij hebben een aantal stukken uit de Surinaamse poëzie uitgekozen om die vervolgens te analyseren en te kijken per woord welke taal, misschien zelfs meerdere talen, mogelijk van invloed zijn geweest om dat woord te vormen.
Binnenland van Suriname waar veel talen te onderscheiden zijn
12
3. Positie in de Creoolse cultuur §3.1 De Wetenschappers Voor ons onderzoek zijn wij op zoek gegaan naar antropologen, sociologen en iedereen die veel wist van de Creoolse cultuur en taal. Velen hebben wij gecontacteerd door middel van telefoon en e-mail, maar slechts weinig hebben gereageerd. De een was op vakantie, de ander voelde er niet voor om ons bij te staan bij het onderzoek. Weer een ander werd in China benoemd tot ambassadeur van Suriname. Veel obstakels dus. De mensen die zo vriendelijk zijn geweest ons te willen helpen zijn de heer Gerd Baumann, antropoloog aan UvA. En wij hebben Karel Roessingh gesproken, een cultureel antropoloog die is gespecialiseerd verschillende bevolkingsgroepen die zich in het Caraïbische gebied hebben gevestigd door de eeuwen heen. We hebben hen vragen gesteld over hoe de positie van het Sranan Tongo in Suriname is, en ook hoe het in Nederland is. Zij vertellen wat zij weten wat het land en helpen ons daarmee zeer ons onderzoek verder uit te bouwen. Op deze manier kan gekeken worden of de theorie aansluit met wat deze twee mannen zeggen. Later in dit werkstuk zullen wij kijken of de theorie van deze twee mannen overeenkomt met ‘de werkelijkheid’. Er zijn twee theorieën die het ontstaan van het Sranan Tongo verklaren. Wij gaan op zoek naar de meest waarschijnlijke. De eerste theorie is dat het is ontstaan als verzetstaal tegen de kolonisten. De slaven wilden niet bij de kolonisten horen. De tweede theorie is dat de taal al bestond en dat er door de eeuwen heen vele invloeden van buitenaf van belang zijn geweest tot het vormen van het huidige Sranan Tongo. Karels theorie sluit aan op onze tweede theorie. Volgens hem is de taal ontstaan uit
een kern van woorden, het geraamte of fundament, en daarna zijn er leenwoorden bij gekomen uit allerlei andere talen. Hij ziet het dus als een soort verzameltaal, omdat er heel veel woorden zijn verzameld die niet afkomstig zijn uit de eigen taal. Vervolgens zijn de woorden vervormd en verbasterd uit vrije wil. De taal wordt ook niet geschreven volgens een vaste spelling en grammatica, maar wel op een fonetische manier. Dat wat je hoort, wordt opgeschreven. Gerd Baumann geeft helaas geen verklaring voor hoe het Sranan Tongo tot stand gekomen is. Wij hebben hen de vraag gesteld hoe volgens hen het Surinaams beschouwd wordt in de Surinaamse cultuur. Gerd Baumann’s antwoord daarop was dat ‘Het’ Surinaams niet bestaat, en de ‘Surinaamse’-cultuur een lastig begrip is vanwege de verschillende etnische groepen die in het land wonen. Over ‘het Surinaams’ zegt hij:” “HET Surinaams” bestaat niet, zoals je weet. Wie Sranan Tongo zo noemt is van de Bouterse partij en een Creools nationalist, of in het uiterste geval, een Nederlandse toerist die het verschil niet maakt tussen Sranan Tongo en “Surinaams”.” Hij gaat dus inhoudelijk niet in op onze vraag. Als antwoord op een andere vraag zegt hij dat het Sranan Tongo, met uitzondering van de hoogste sociale klasse in de Creoolse samenleving, wordt beschouwd als moedertaal en ook zo gebruikt wordt. Ook zegt hij dat in publieke banen in Suriname, zoals in de politiek, door Creolen verzorgd worden. Die creolen spreken ook Sranan in publiek. De niet-Creolen in Suriname, spreken in publiek Nederlands. In Suriname, vertelt Karel, zijn er op het gebied van taal twee niveaus te onderscheiden. Die twee niveaus zijn namelijk het Nederlands als officiële taal en het Sranan 13
Tongo als straattaal. Daarbij moet je nagaan welke groepen de taal gebruiken. Ook mag zeker niet het klassenverschil in Suriname worden vergeten. Verschillen in klassen zijn ontstaan door een bepaalde indeling van de stad. Net als in Amsterdam waren bepaalde buurten gebouwd voor een specifieke groep. Blauwgrond is bijvoorbeeld een wijk in Paramaribo waar veel Javanen wonen. Wel beginnen ze steeds meer met elkaar te mengen. In de lagere sociale klassen is men gewend elkaar aan te spreken in het Sranan Tongo. In de hogere klassen gaat het er anders aan toe. Ze zouden het Sranan Tongo als minderwaardig beschouwen en het Nederlands als superieur. Daarom spreken ze elkaar in het Nederlands, ongeacht of ze zich in formele of in informele kringen bevinden. Voornamelijk de oudere generaties hebben nog veel houvast aan de klassenverschillen. Dat komt doordat zij meer besef hebben van wat er tijdens de kolonisatie is gebeurd en het zo weer van hun ouders hebben geleerd. Op deze manier zou het kunnen zijn dat het meer een straattaal is geworden, omdat het meer op straat werd gesproken dan elders. Dit zie je ook met de straattaal hier in Nederland. Het grootste gedeelte van de straattaal bestaat uit Arabische en voornamelijk Surinaamse woorden. Natuurlijk heeft iedere groep weer zijn eigen straattaal. Taal is namelijk een goed middel om mensen, die de taal niet begrijpen, uit te sluiten. Dit deden de slaven dan tegenover de slavenhouders, puur om ze uit te sluiten van hun cultuur. Volgens onze theorie is het Sranan geen ‘echte’ taal en wordt het ook niet gebruikt als moedertaal. De vraag kwam bij ons op of het dan eerder gezien kan worden als straattaal. Men leert het namelijk alleen op straat, niet thuis of op school. Die vraag stelde wij aan meneer Baumann. In zijn antwoord refereert hij alleen naar de straattaal in Nederland. Op een andere vraag antwoordde hij dat in
Nederland er vrijwel geen mensen meer zijn, met een leeftijd van onder de 30, die Sranan spreken. De enige manier waarop zij nog met het Sranan in aanraking komen is door grootouders, of door straattaal. Ze spreken het alleen nog maar als onderlinge herkenning, en het blijft op beginnerniveau. Het Sranan is ook de straattaal van de jonge Nederlanders van alle etnische groepen binnengedrongen, net als het Arabisch en slang uit New York. Aan meneer Roessingh hebben wij, aansluitend op wat Gerd Baumann ons heeft verteld, een aansluitende vraag gesteld over de positie van het Sranan Tongo in Nederland. Zijn denkwijze is dat Surinamers hier nog steeds Sranan Tongo spreken omdat ze hun cultuur willen verheerlijken uit trots voor hun cultuur. Dat zie je ook bijvoorbeeld als het om “De Kabel” gaat, de grote van oorsprong Surinaamse voetballer in het Nederlands elftal. Het geeft daarnaast een gevoel van binding met onder elkaar. Heel veel Surinamers gaan dan ook terug naar hun eigen land, Suriname dus. Ze gaan op zoek naar hun eigen gronden. Taal is dan ook een onderdeel van die eigen gronden. Dit fenomeen zie je ook met Turken en Marokkanen die hier wonen. Ook de Turkse en Marokkaanse jongeren die hier geboren zijn, kunnen de taal redelijk goed of zelfs vloeiend spreken. In Nederland, beweerd meneer Baumann, wordt Sranan Tongo alleen nog maar door grootouders, of met enkele uitzondering door ouders beschouwd als moedertaal. Door sociale mobiliteit in Nederlands groeit het primaat van het Nederlands als moedertaal. Net als bij andere minderheden met een eigen taal. De politiek kan ook een grote rol spelen in het teruggrijpen naar je eigen cultuur, suggereert meneer Roessingh. Als bijvoorbeeld iemand al Geert Wilders opstaat in de politiek, voel je, je als allochtoon soms minder gewenst in een 14
samenleving. Het lijkt Karel dan ook vrij logisch om dus terug te grijpen naar je eigen cultuur. Taal is namelijk een heerlijk middel om mensen uit te sluiten van jouw groep. Je eigen taal draagt ook een soort sentiment met zich mee. Het roept namelijk gevoelens op, omdat het een gevoel van binding geeft binnen een cultuur. Een voorbeeld zijn de vele Ghanese kerken in Amsterdam Zuid-Oost. In die kerken spreken ze geen ABN (Algemeen Beschaafd Nederlands), maar gewoon het Ghanees, hun eigen taal. Dat zorgt natuurlijk weer voor een gevoel van saamhorigheid binnen die groep. Volgens Baumann zou het Sranan in Nederland noch tot een vergaande sociale cohesie noch tot segregatie leiden. Het wordt in Nederland namelijk nog maar weinig gesproken volgens hem, en als iemand het na jaren in Nederland te hebben gewoond nog steeds regelmatig doet, is dat volgens hem de altijd welkome uitzondering. Volgens hem is het zo dat als iemand na jaren nog steeds vast zit in de Creoolse `roots`, sluit hij zich aan bij de Creoolse kring. Volgens hem heeft dat niet zo zeer te maken met vasthouden aan cultuur, maar heeft het te maken met welke taal het meeste voordeel heeft voor de persoon. Hij vertelt ons dat hij afhankelijk van zijn doel, vijf talen per dag gebruikt. Baumann legt uit: “Dat beetje discours over “MIJN” cultuur is vooral propaganda voor de ouders generatie, niet voor nieuwe of sinds-10-jaar migranten.” Wat er nog terug te zien is van hoe er in de slaven tijd met Sranan Tongo werd omgegaan geeft Gerd Baumann geen duidelijk antwoord op. Al het schriftelijke is nog steeds in het Nederlands vertelt hij. In verschillende boeken die wij hebben kunnen bestuderen in het Koninklijk Instituut voor Taal- Land- en Volkenkunde (KITLV) is te vinden dat het Sranan, toen het alleen door de slaven werd gesproken, verafschuwd werd. De
plantagehouders zouden er zeer op neer keken. Zeer waarschijnlijk is dat die mentaliteit nog steeds in de cultuur is achter gebleven. In de eerste plaatst wordt het als zeer onbeleefd gezien om iemand in het Surinaams aan te spreken. Vervolgens leren kinderen het Sranan niet van hun ouders of op school, maar op straat. Sterker nog, over het algemeen wordt er thuis alleen maar Nederlands gesproken. In vroegere tijden was het zelfs ‘verboden’ om Surinaams te spreken thuis, omdat Nederlands de algemene omgangstaal was. Later werd het niet meer zo zeer verboden, maar was, en is het nog steeds, zeer ongebruikelijk en doen vrij weinig mensen het. Dit geldt dus vooral voor de hogere sociale klassen. Je moet volgens Karel rekening houden met het feit dat Suriname vrij laat is vrijgekomen, namelijk in het jaar 1975. Dat is vrij laat voor een land als je het vergelijkt met andere landen die werden overheerst dus westerse mogendheden. De Nederlanders waren eeuwenlang de kolonisten en hebben hun taal als officiële taal ingevoerd. De belangen van de Nederlandse overheid waren dus al daar die vanaf de kolonisatie zijn ingevoerd. Alle elementen om een staat te kunnen vormen zijn niet alleen de mensen die er wonen. Je moet namelijk bijvoorbeeld ook kijken naar het ambtenarenapparaat en de manier waarop de verkiezingen verlopen. Dat verloopt op een Nederlandse manier. Je ziet dat aan de manier van politiek bedrijven, want Suriname heeft namelijk ook een partijensysteem. Iedere partij heeft daar ook een lijsttrekker. De Nederlandse overheid heeft heel lang volgehouden aan de eigen taal, namelijk het Nederlands, en vertegenwoordigt de bureaucratie. Het is daarom dus lastig om de voertaal zo radicaal te veranderen in het Sranan Tongo. Het Nederlands zit na de afgelopen eeuwen 15
nu eenmaal ingesleten in de Surinaamse cultuur. Dat zal ook de meest waarschijnlijke reden zijn waarom de Creolen nooit gevochten hebben voor een eigen taal, het land is namelijk pas 37 onafhankelijk. Daarbij hield ex-president Venitiaan toch vast aan de dingen die tijdens de Nederlandse overheersing zijn ontstaan, en in het bijzonder heb ik het nu dan over de taal, het Nederlands. De regering speelt dus ook een rol hierin. Als je kijkt naar de huidige president, namelijk Desi Bouterse, zie je meer nationalisme terug en hij gebruikt ook bijvoorbeeld een paar kreten in het Sranan Tongo in zijn toespraken naar het volk toe. Daarna viel Karel weer terug op het feit dat het land Nederlands georiënteerd is. Ze zullen ook bijvoorbeeld het wetboek moeten vertalen naar het Sranan Togno, maar dat gaat niet want de taal heeft geen officiële spelling en grammatica. Je ziet dan ook dat Surinamers in Suriname heel veel oud-Nederlandse woorden gebruiken die hier allang verbasterd zijn, zoals “jokken”, en iedereen spreekt elkaar aan met de achternaam. Dat heeft te maken met twee aspecten, namelijk de overheersing van de Nederlanders en met het verzet tegen die overheersing. Op deze manier is de taal behoorlijk ouderwets gebleven. Zo zeggen ze ook bijvoorbeeld na een maaltijd niet dat ze “vol zitten”, maar dat ze “hun bekomst hebben”. Er zijn de afgelopen jaren veel onderzoeken gedaan naar zogenaamde ‘mental slavery’. Het begrip houdt in dat de groep die met slavernij geconfronteerd is, er in blijft hangen en zich dan ook minderwaardig voelt ten opzichte van bijvoorbeeld de ‘onderdrukker’. In het geval van Mental Slavery zou het zo kunnen zijn dat de Creool niet alleen zichzelf maar ook de taal een ondergeschikte positie geeft. Dat zou ook een reden kunnen zijn dat het Surinaams ten eerste nooit een officiële taal is geworden, en ten tweede, ook door de
Creolen zelf niet als taal gezien wordt, maar als mengelmoes van een paar bij elkaar geraapte worden uit andere talen. Volgens Gerd Baumann is het compleet oneens met deze theorie en noemt het neo-racisme. Het is volgens hem alleen een term waarover gediscussieerd kan worden. En dan alleen op de manier “de onbevlekte ontvangenis van Heilige Maria” bediscussieerd kan worden : “als een idiotie van niets-weters of evident ideologische cieniker die leven van liegen.” Wij kunnen ons wel aansluiten bij de mening dat er alleen over gediscussieerd kan worden, maar dan misschien weer niet op zo’n overdreven wijze. Als laatst zit Karel zelf nog met vragen die ook hij niet kan beantwoorden: 1) Wat voor rol gaat emancipatie spelen in de toekomst met betrekking tot de taal? Het zou namelijk kunnen dat volkeren in Suriname wel voor gelijke rechten strijden voor hun taal, zodat ook hun eigen taal een volwaardige taal wordt en misschien zelf wordt vastgesteld als officiële taal. 2) Stel als Sranan Tongo wordt vervangen door Engels of Braziliaans Portugees, wat voor sentiment gaat dat hier in Nederland dan oproepen? Gaat men het hier dan wel proberen te bewaren en in stand proberen te houden? Wij nemen de vrijheid een poging te wagen onze visie te geven op deze vragen, en op die manier deze vragen te beantwoorden. 1) De kans dat verschillende etnische groeperingen zullen gaan strijden voor gelijke rechten van hun taal, vrij klein is. Er zijn namelijk te veel verschillende volkeren die zich in Suriname hebben gevestigd. En er zijn nog veel meer verschillende talen in het land dan er etnische groepen zijn. De ‘bosnegers’ kan gezien worden als één groep, en die hebben al 150 verschillende talen. Dan zijn er nog de Chinezen, Javanen, Hindoestanen en Creolen. De groepen met de grootste kans op strijden voor hun taal, zijn de Creolen en Hindoestanen. Hoewel dat nog 16
steeds zeer klein blijft aangezien er een neutrale taal is, het Nederlands, waardoor ze met elkaar kunnen communiceren. Een talen-strijd zal volgens ons dus uit blijven. 2) Ook hier bij denken we dat we reactie niet al te heftig zal zijn. Over het algemeen houdt “De Nederlander” zich niet veel bezig met hoe het in Suriname gaat. Misschien dat er in de regering wat roering zal ontstaan. Dat zal dan te maken hebben met het feit dat Nederland Suriname financieel nog steunt. Als een ander land de greep legt op Suriname zal het waarschijnlijk zijn dat of de financiele steun wordt overgedragen aan dat betreffende land, of de Nederlandse regering zal zich er dusdanig mee bemoeien zodat Suriname niet in de klauw van een ander land zal vallen.
§3.2 Hindoestanen versus Creolen In de Creoolse cultuur is het algemeen bekend dat het onbeleefd is om Sranan Tongo te spreken tegen vreemden, ouderen, meerderen, en ieder ander waarvan verwacht wordt dat je, je er beleefd tegenover opstelt. Vooral is dat het geval in hogere sociale klasse in de Creoolse cultuur. In lagere sociale klassen is het veel gebruikelijker om iedereen in het Sranan aan te spreken. Zo´n groot verschil zou de acceptatie en de positie van het Sranan beïnvloeden. Gerd Baumann vertelde ons hoe dat gekomen is: “ Na de afschaffing van de slavernij trokken Creolen naar de steden, maar alsnog onopgeleid en redelijk kansloos. Tussen 1863 en 1873 vulden de (vooral Nederlandse) plantagebezitters hun werkplekken met “trakkies”: op 10 jaar ingehuurde contractarbeiders uit Nederlands Indonesië (weinig, de huidige “Javanen”) en de meesten uit Brits-Indië (Hindoestanen). In 1873 eindigden deze contracten, zoals met GrootBrittannië afgesproken en doorgezet. De Hindoestanen werden gemiddeld rijker dan de Creoolen, dit door de suikerplantages met rijst te verbouwen. Nederland steunde dat,
want suiker verdiende geen internationaal geld meer, en Nederland had rijst nodig om het Creoolse stadsproletariaat te voeden en een Creoolse revolutie te voorkomen. Ook is het bekend dat de relatie tussen Creolen en Hindoestanen niet al te best is. Van het verhaal dat Hindoestanen Creolen niet mogen en andersom hebben wij een voorbeeld gehaald uit het volgende deel waarin wij `de Surinamers in de praktijk` interviewen. Het verhaal gaat over de moeder van de geïnterviewde, tachtig jarige vrouw: “Mijn moeder had ooit op de Surinaamse markt een conflict met een Hindoestaanse vrouw. De vrouw zei dat zij had gezorgd dat de creolen te eten hadden. Zij was gekomen om rijst te planten voor de creolen. Mijn moeder zei dat ze speciaal voor haar gekomen waren, om voor háár rijst te planten.” De vraag die door deze verhalen die door zowel een antropoloog als een `gewone` Surinamer, bij ons op komt is of de positie van het Sranan Tongo, en relatie tot de verschillende etnische groeperingen in Suriname zeer dicht bij elkaar liggen. Zou het zo zijn dat het Sranan niet algemeen als taal wordt erkent omdat er zo veel verschillende talen zijn in Suriname? Deze vraag valt alleen te beantwoorden met een theorie. Het zou anders een heel nieuw onderzoek met zich meebrengen, als alle andere etnische groepen bij dit onderzoek betrokken zouden raken. Bij deze theorie blijft het dan ook beperkt tot de relatie tussen de Creolen en Hindoestanen. Dat zijn namelijk de twee grootste groepen in Suriname. De andere etnische groepen zoals Chinezen en Javanen hebben een minder sterke relatie met de Creolen. De reden dat de relatie tussen de Creolen en de Hindoestanen het duidelijkst te beschrijven is, komt omdat de twee talen van de groepen in een driehoeksverhouding zitten met het Nederlands. Dat geldt voor geen enkele andere taal in Suriname. Wat Gerd Baumann namelijk al in een eerder telefoon gesprek verteld heeft is dat de relatie Sranan Tongo – Nederlands niet buiten de driehoek met Hindoestaans gezien kan worden. 17
De reden dat Hindoestanen en Creolen elkaar niet mogen is door middel van het voorbeeld al min of meer verklaard. De Creool vindt dat hij beter is dan de Hindoestaan, en andersom. De Hindoestaan vindt dat hij gezorgd heeft dat Suriname weer een beetje op de been kwam na de afschaffing van de slavernij. De Creool vindt dat de Hindoestanen naar Suriname gehaald zijn om dat speciaal voor hen te doen. Op deze manier botsen de twee groepen niet alleen qua opvatting wat zij voor het land betekenen, maar ook nog eens qua taal. Hindoestanen hebben namelijk nog steeds hun eigen taal. Nederlands fungeert als een neutrale taal tussen beiden. Dat zou dus ook een goede reden kunnen zijn waarom Nederlands nog altijd de voertaal is in Suriname. Het fungeert als neutrale taal tussen de verschillende etnische groepen in Suriname. Niet alleen omdat de etnische groepen een slechte relatie hebben, maar ook omdat de groepen allemaal hun eigen taal hebben, en daar komt bij dat niet alle talen in Suriname te verstaan zijn voor iedereen. Nederland heeft dus een hele handige functie bij het oplossen van etnische taalproblemen. Los van dat is het ook nog zeer onhandig om de voertaal te moeten veranderen in bijvoorbeeld het Sranan Tongo, als Nederlands het al voor de afgelopen paar honderd jaar is.
§3.3 Ontwikkelingen Het Nederlands in Suriname zal waarschijnlijk verdwijnen als alle bevolkingsgroepen zich gaan samensmelten. Daardoor is een sterker gevoel van binding en wordt het gemakkelijker om het Sranan Tongo in te voeren als officiële taal. Dit gaat echter moeilijk omdat Hindoestanen nog steeds heel erg cultuurgebonden zijn. De ouders van tegenwoordig dragen deze sterke cultuurgebondenheid ook af op hun kinderen en de meesten moeten dan ook per se trouwen met een andere Hindoestaan. Misschien gaat Brazilië ook een grote rol spelen. Brazilië is één van de BRIC-landen. De BRIC-landen zijn Brazilië, Rusland, India en China. Deze landen staan bekend om hun
snelst groeiende wereldeconomieën. Brazilië is een buurland van Suriname. Dit land heeft een grote wereldeconomie, dus dat betekent meer macht in de wereld. Het is een Portugeessprekend land. Karel stelt de vraag wat voor invloed die taal zal hebben in de toekomst voor het Sranan. Er is zit weliswaar al Portugees in verwerkt, maar misschien wordt die invloed nog groter door de eeuwen heen. In een ander interview heeft Gerd Baumann ons verteld dat hij veronderstelde dat het Nederlands op vervangen gaat worden door het Engels. Karel heeft hier een andere visie op. Hij zit namelijk met een paar vragen bij deze stelling: 1) Welke economie gaat dan de grootste rol spelen? 2) Wat gaat er met de grondstoffen gebeuren? 3) Welk land gaat dan een klauw leggen op Suriname? Dit heeft in zijn optiek allemaal met taal te maken. De omliggende landen zoals FransGuyana, Guyana en Trinidad zijn niet bepaald succeslanden en hij ziet ze dan ook niet zo gauw een klauw leggen op Suriname en hij ziet ook niet in de toekomst gebeuren dat hun economie heel belangrijk gaat worden voor Suriname. Engeland zou het ook kunnen doen, omdat ze al eerder hun invloed in Suriname hebben uitgeoefend. Kijk maar eens naar het linksverkeer dat daar is ingevoerd, dat hebben de Engelsen daar ingevoerd. Het zou misschien wel moeilijk voor Engeland worden, omdat het een Europees land is en dus ver weg van Suriname is. Alleen Brazilië is dan nog een degelijke kandidaat om een klauw te leggen op Suriname. Ook gaat het erom in hoeverre nationalistische ideeën zo’n grote rol gaan spelen dat Suriname de Nederlandse taal verwerpt en dat het Sranan Tongo de eerste officiële taal wordt en het Engels of Braziliaans Portugees de tweede. Het zal dan ook bijvoorbeeld ook ingevoerd moeten worden in 18
het onderwijs, dit ziet hij namelijk niet zo gauw gebeuren omdat het te gecompliceerd is om een nieuwe taal zomaar in te voeren. Aan de andere kant zegt hij dat de nieuwe president Bouterse zorgt voor meer eenheid onder het volk, ondanks dat hij een crimineel verleden heeft. Dit komt doordat Bouterse
verschillende nationaliteiten heeft. Hij vertegenwoordigt hiermee drie grote groepen in Suriname, namelijk de Creolen, de Hindoestanen en de Javanen. Daarnaast spreekt hij de jeugd aan. Dit zorgt al voor een enige vorm van samensmelting, wat weer kan zorgen voor een sterker nationalisme.
19
4. Toetsing van de Theorie door interview van personen uit eigen kring In het derde deel wordt gekeken of dat was de specialisten beweren, overeenkomt met wat de Surinamer zelf denkt. Uit drie generaties vertellen mensen hoe ze tegen het Sranan aan kijken, of ze het spreken, en wanneer ze het gebruiken. De drie generaties zijn de mensen met een heel hoge leeftijd, de mensen met een middelbare leeftijd, en de jongere generatie. Allemaal wonen ze in Nederland. Een paar mensen die we hebben geïnterviewd hebben het grootste gedeelte van hun leven in Suriname gewoond en zijn op latere leeftijd naar Nederland gekomen. Ook hebben we mensen geïnterviewd die de taal slecht of niet spreken, en ook zelfs nooit in Suriname zijn geweest. Ze spreken vanuit hun eigen ervaring en brengen hun mening naar voren over bijvoorbeeld het feit dat de scholen in Suriname nog steeds Nederlands als belangrijkste schoolvak zien, en men zich daar ook naar gedraagt. Door de vergelijking te maken tussen de specialisten en “de Surinamer” kan het verschil gezien worden tussen theorie en praktijk. Met de specialisten duiden we de taalkundige antropologen aan die wij hebben benaderd en met “de Surinamer” de Surinaamse mensen die zich er niet op professioneel niveau mee hebben beziggehouden maar de taal wel of niet beheersen. Tevens kan hier mee gekeken worden hoe het in relatie staat tot de gestelde hypothese. Je ziet een duidelijk verschil tussen de verschillende generaties die we hebben benaderd. De jongere generatie spreekt nauwelijks Sranan, ze kunnen hooguit een paar woorden die ze vanuit de Nederlandse straattaal hebben gehoord en opgepikt. Er is dan ook wel een verschil tussen de mensen
die we hebben benaderd. De jongere generatie is geboren in Nederland en de middelbare en oude generatie is in Suriname geboren en gedeelte ook opgegroeid, dus daar moet je ook rekening mee houden. De mensen van middelbare leeftijd en de oude generatie goed de taal beheersen, of in ieder geval genoeg om een fatsoenlijk gesprek te voeren met iemand anders die de taal beheerst. Er is geen verschil in het feit dat ze het Sranan allen op de straat hebben geleerd. Als je het hoort, let je een beetje op en onthoud je bepaalde dingen vanzelf. Vooral in je kinderjaren gaat dit proces heel snel, het wordt dan een soort van tweede taal naast het Nederlands, wat de officiële taal is. Je leert het dus in de praktijk van de cultuur. Het werd niet onderwezen, dus je leerde het niet op school. Je leerde het ook niet van je ouders, want ze vonden Nederlands de belangrijkste taal in het land omdat je daar meer mee bereikte. Voor de oude generatie was het nog iets anders. Hun ouders wilden niet geconfronteerd met de slavernij. De moeder van een persoon dat wij hebben benaderd was een kind van een slavin, dus het was behoorlijk dichtbij en een moeilijk feit. Ze spreken allen weinig tot geen Sranan thuis. De personen van middelbare leeftijd en van de oude generatie spreken het alleen tegen leeftijdsgenoten. Ze spreken de taal niet met hun ouders en absoluut niet met hun kinderen. Ze vinden het Nederlands belangrijker, zoals ik al eerder had aangegeven. Dat speelt in deze tijd dus ook nog. Het Sranan blijft ondergeschikt aan het Nederlands, omdat het Sranan in feite maar een beperkte taal en het Nederlands meer invloed in de wereld heeft. Wel is het zo in Suriname dat gezinnen in de achtergestelde buurten wel Sranan thuis praten, ook tegen 20
hun kinderen. Deze moeten dan wel weer in het Nederlands antwoorden, want anders is het onbeleefd. Als je veel Sranan sprak was je “vernegerd” en werd er vaak met minachting naar je gekeken. In de hogere klassen wilden men dit voorkomen en spraken daarom gewoon Nederlands met elkaar. Het feit om iemand in het Surinaams werd als onbeleefd beschouwd. Dit stamt nog vanuit de koloniale overheersing. Er moest Nederlands worden gesproken van de kolonisten. De Surinamers hebben dit meegenomen in hun referentiekader en spreken elkaar dan ook vaak aan in het Nederlands. Ze zijn immers Nederlands georiënteerd en in de tijd vóór de onafhankelijkheid werd de taal als minachtend en denigrerend beschouwd. Alleen de middelbare en oudere generaties hebben hier enig besef van. De jongere generatie weet niet waarom het onbeleefd is om iemand in het Surinaams aan te spreken. Ze hebben dit namelijk niet meegekregen vanuit huis, omdat het Sranan geen grote rol speelt in de opvoeding. Het verschil tussen vroeger en nu is dat de middelbare en oudere generaties het niet erg zouden vinden als ze werden aangesproken in het Sranan. Dat was vroeger wel anders, dat hebben ze zelf ook zo ervaren. Het kwam namelijk ook ruw en grof over, vooral als een man een vrouw in het Sranan aansprak. Ze vonden het fijner om gewoon in het Nederlands met elkaar te communiceren. Nu speelt dat niet meer en hebben ze er geen moeite mee, dit geldt voor elke generatie. Voor de jongere generatie speelt er nog iets een rol. Als ze worden aangesproken in het Nederlands, gaat men er al vanuit dat ze de taal beheersen. Ze worden dan al in een hokje geplaatst. Dit speelt dan wel onder de jongeren uit de hogere sociale klassen. Op de vraag wat ze ervan vinden dat het Surinaams nooit is erkend als officiële taal zijn de meningen verdeeld. Onder de jongeren was er wel een unaniem antwoord te
bespeuren. Ze begrepen het omdat de taal niet veel aanzien heeft in de wereld, het heeft ook niet veel invloed. De voertaal was dan ook het Nederlands en het is moeilijk om dan terug te schakelen naar het Sranan. Het heeft ook niet, zoals bijvoorbeeld het Engels en het Nederlands een vaste spelling en grammatica. Ze vinden het dan ook niet erg dat de Creolen er niet voor hebben gevochten om de taal in te voeren als officiële taal van Suriname. Ook vinden ze dat het niet als een volwaardige taal beschouwd mag worden, omdat het meer een verzameltaal is en een verbastering van andere talen. Toch vinden ze het goed dat de taal niet helemaal is verdwenen, omdat het wel iets herkenbaars is van de Surinaamse cultuur. Bij de middelbare en oudere generatie waren de meningen verdeeld. De één vindt het wel jammer dat de taal niet is erkend als officiële taal omdat het een cultuurgoed is van de Surinaamse cultuur en dat zou moeten worden gestimuleerd. De ander vindt het niet jammer, omdat ze nu eenmaal Nederlands georiënteerd zijn en zich er niet echt mee bezig hebben gehouden. De meningen zijn dan ook verdeeld over het feit dat de Creolen niet voor hun taal hebben gevochten. De één vindt het jammer, omdat het Sranan op deze manier altijd het karakter zal dragen van een dialect en niet erkend zal worden als volwaardige taal. De ander vindt het niet jammer, omdat je in deze wereld veel meer kan bereiken met het Nederlands. Het onderwijs in Suriname is Nederlandstalig. De Surinamers die wij hebben benaderd hebben hier ook een unanieme mening over, ongeacht de leeftijd. Ze vinden het niet jammer dat het onderwijs Nederlandstalig is. Het Nederlands heeft namelijk een vaste structuur met duidelijk regels. Als er in het Sranan les zou worden gegeven, zou iedereen een eigen interpretatie kunnen hebben want het heeft geen vaste regels. Het is ook moeilijk om nu nog een andere taal in te stellen in het onderwijs. Zoals al eerder aangegeven stellen 21
ze ook hier dat je op nationaal, maar ook op internationaal niveau meer bereikt met het Nederlands. Er was na de onafhankelijk nog een plan om het Engels of Spaans in te voeren, maar dit is nooit gebeurd. Wat wel een mogelijkheid zou kunnen zijn om Sranan een grotere rol te geven in de opvoeding is die taal te onderwijzen, dus als schoolvak. Dit is dan bijvoorbeeld wel te zien op de Nederlandse Antillen, waar het Papiamento wel wordt onderwezen. Over het algemeen wilden de mensen die wij hebben benaderd geen verandering zien in het onderwijs, omdat dit te ingewikkeld zou zijn. Het land is nu eenmaal Nederlands georiënteerd. Het enige wat eventueel veranderd zou kunnen worden is onderwijzen als schoolvak. Tot slot hadden we een vraag over het feit dat Hindoestanen en Creolen niet met elkaar door een deur kunnen. Er werd naar hun mening gevraagd, dus hoe zij erover dachten. Ook hadden we gevraagd of ze enige weet ervan hebben hoe dat zou kunnen. Hierbij was een duidelijk kloof tussen de jongere generatie en de middelbare en oudere generatie. De jongere generatie wist wel dat dit speelde en ze vinden het ook niet kunnen. Verder hadden ze hier geen kennis over hoe dit conflict kan zijn ontstaan. De middelbare en oudere generatie delen dezelfde mening, want ze vinden dit ook een zeer kwalijke zaak. Iedere burger in een land heeft namelijk de taak om een steentje bij te dragen aan de
maatschappij. Door dit conflict wordt het proces verstoord. Ze proberen het wel, maar dat lukt niet altijd. De Creolen werden tijdens de slavernij naar Suriname gehaald en pas tien jaar later kwamen de Hindoestanen als contractarbeiders. Hierdoor hadden de Creolen het gevoel alsof zij het daar in Suriname voor het zeggen hadden. In deze tijd is het zo dat Hindoestanen in Suriname over het algemeen beter geschoold zijn dat Creolen. Er wordt ook gesteld dat Creolen qua mentaliteit en achtergrond minder prestatievermogen hebben dan de Hindoestanen. De één voelt zich dus superieur in vergelijking tot de ander. Een andere verklaring voor dit conflict is de manier van politiek bedrijven, de partijpolitiek. Deze is namelijk gestoeld op etniciteit. De term verdeel- en heerspolitiek is belangrijk hierin. Dat houdt namelijk in: verdeel het volk, dan is het makkelijker om te regeren. Net als in Nederland staan ook die politieke partijen tegenover elkaar. Daar gaat het nog wel een stapje verder. Ze spelen hun achterban tegen elkaar uit. Ze worden als het ware met haat gevoed. Op een gegeven moment waren het dus de Hindoestanen, de “koelies”, tegen over de Creolen, de “negers”. Dit speelde ook onder het volk zelf. Ze hebben er allen een verklaring voor, maar geen begrip. Bij hun speelt het conflict dan ook geen rol, ze vinden het juist kwalijk dat het conflict in deze moderne tijd van pluriformiteit, multiculturele samenleving, nog een grote rol speelt bij veel Creolen en Hindoestanen.
22
5. Conclusie We hebben gezien dat de twee wetenschappers die we gesproken allebei een vrij verschillende de visie hebben op de taal. De een zegt namelijk dat het feit dat er relatief weinig Sranan gesproken wordt in de Creoolse cultuur komt door dat het primaat bij het Nederlands ligt, en het dus makkelijker en functioneler is om Nederlands te spreken, ondanks dat Sranan de taal is van de Creolen. De ander vertelt ons dat het, wat wij ook hadden gesteld, inderdaad zou kunnen liggen aan het feit dat de Creolen een onderdrukte bevolking is geweest, en daarbij de taal ook. Beiden verhalen zouden deels kunnen kloppen. En als we kijken naar de toetsing van de theorie, door middel van het interview met de ´gewone` Surinamer, kan gezien worden dat ze allebei deels gelijk hebben. Als de vraag gesteld zou worden of de Surinamer zelf denkt hoe het zou komen dat het Sranan ondergeschikt is aan het Nederlands geeft het grootste gedeelte het antwoord dat het Surinaams geen taal is, maar een mengelmoes van bij elkaar geraapte talen. Nederlands is nog steeds de belangrijkste taal in Suriname. Het wordt namelijk nog steeds gezien als algemene omgangstaal. Men denkt ook niet zo snel dat, dat zal veranderen. De positie van het Sranan in Suriname blijkt dus inderdaad ondergeschikt te zijn aan het Nederlands, en dat zal ook niet snel veranderen. In Nederland schijnt het Sranan te verdwijnen. Het enige waar het nog terug te vinden is, is deels in de straattaal en deels bij de oudste generatie Creolen die in Nederland woont. Tijdens het maken van dit werkstuk zijn wij er achter gekomen dat het niet altijd even simpel is om mensen te kunnen bereiken die nodig zijn geweest bij het maken van dit stuk. Ook hebben wij veel onderscheid moeten maken tussen wat wel en niet klopt. Er zijn namelijk veel verschillende verhalen en er valt niet echt één rechte lijn uit te trekken. Wij weten nu dat in het vervolg wij op een andere manier te werk zullen moeten gaan om te zorgen dat mensen op tijd bereikt kunnen worden, natuurlijk met uitzondering van de mensen die niet in wilde gaan op onze vragen, omdat wij nog geen studenten zijn, maar `slechts` vwo-leerlingen op de middelbare school. Desondanks hebben wij veel plezier gehad in het maken van dit stuk. Zelf hebben wij er veel uit geleerd en hopen ook dat wij een nieuwe visie naar boven hebben gebracht.
23
6. Did you know? Extra weetjes over Su! Eenvoudige zinnen, basis. Hoe gaat het ? = Fa yu tan ? [fa joe tang] Mijn naam is ... = Mi nen na .... [mie ning na ...] Wilt u wat drinken ? = Yu wani dringi wan sani ? [joe wannie driengie wang sannie] Waar kan ik het toilet vinden ? = Pe mi man fen a kumakoysi ? [pi mie mang fin a koemakoisie]
bonkoro [bongkorro] = ongemanierde roodharige ka, stront = strond, poep kaolo [koulo of ka-ollo] = klootzak, poepgat pima [piemaa] = letterlijk piemel, figuurlijk klootzak toli [tollie] = penis
Scheldwoorden. "Schelden doet geen pijn, maar wie het doet is een zwijn". Wij hebben de voornaamste scheldwoorden op een rijtje gezet. Let op! In Suriname wordt de moeder op een voetstuk geplaatst. Haar beledigen is dan ook iets wat je nooit moet doen, want het is de ergste vorm van belediging die je een Surinamer kan aandoen. Er zijn in Suriname moorden gepleegd, alleen om het feit, dat iemands moeder werd beledigd. Het voorgaande voorbeeld is een kleine weerspiegeling van de ernst om iemands moeder te beledigen in Suriname. pampan [panmpang] = vagina buler [boeler] = kontneuker saka saka [sakkaa sakkaa] = klootzak didibri [diediebrie] = duivel
Namen van mannen en vrouwen geboren op een bepaalde dag. Als kinderen geboren werden kregen ze vaak de naam van de dag waarop ze geboren werden ook als werkelijke naam mee. Meisjes / Vrouwen geboren op: zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag Jongens / Mannen geboren op: zondag maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag
Kwasiba Adyuba Abeniba Akuba Yaba Afiba Amba
Kwasi Kodyo Kwamina Kwaku Yaw Kofi Kwami
wet man [wit mang] = ongelikte beer, zonder manieren buru [boeroe] = Boer is positief zowel negatief. Positief: landbouwer. Wordt ook gebruikt als het Nederlandse scheldwoord boer (ongemanierd) 24
Spelletjes “Pingi-pingi-kasi” Dit spel wordt meestal buitenshuis door meisjes gespeeld. Er zijn geen speelbeurten en alle spelers doen tegelijkertijd mee. Stel dat er drie spelers zijn. De eerste maakt een slappe vuist. De tweede knijpt zachtjes met duim en wijsvinger van een hand in het vel van de vuist van de eerste. De derde doet dit bij de tweede. Waarna vervolgend de eerste weer in de hand van de derde knijpt, zo gaat dit door totdat alle handen in het spel zijn. Daarna zingen alle deelnemer het volgende liedje waarbij ze de vuisten op de maat van het lied op en neer bewegen: Pingi pingi kasi mi pot’ mi brede dja mi pot’ mi kasi dja alata waka waka waka.. Bij de laatste waka laten ze elkaars vuisten los (waarbij er meestal nog geroepen wordt: “tiekel, tiekel, tiekel…”) en beginnen de spelers elkaar te kietelen waarbij natuurlijk totdat er weer een nieuw spel wordt begonnen. “Drai-batra” (Flesje draaien) Dit is een spel, dat zowel buitenshuis als binnenshuis gespeeld wordt en waaraan iedereen kan deelnemen. De spelers vormen dan op ca. 50 cm van elkaar af zittend een kring. Men plaatst midden in de kring een fles met een lange hals. De eerste speler houdt de fles in het midden vast en draait hem in het rond. Meestal zal de hals van de fles, wanneer deze weer stil staat, naar een van de deelnemers “wijzen”. Deze deelnemer moet dan aan degene die de fles gedraaid heeft iets betalen. Dit gebeurt meestal met pinda’s of gebakken koren.
Daarna mag de persoon die betaald heeft de fles weer draaien. Een Surinaams (kinder)verhaaltje Aan de afrikaanse kant: in de west Afrikaanse Titel Een grammatica van het Surinaams (Sranan Tongo) Auteur
I.D. Menke
Uitgever
Menke, 1986
ISBN
909001232X, 9789090012322
Lengte
115 pagina's
folklore komt in duizenden verhalen de spin voor als held of symbool. Deze “nansi” is een soort halfgod. In suriname heeft de creoolse cultuur hem steeds menselijker gemaakt. Binnen een eeuw in hij in de creoolse verhalen een zinnebeeld geworden van de sociale verschoppeling die vanuit de slaventijd terecht is gekomen in het staatproletariaat. Nansi in het Surinaams “Ba Anansi” (broer spin) is uiteindelijk een enorme huichelaar geworden, een sjoemelend liegbeest dat op allerlei manieren aan de kost wil komen door te werken, en als het moet steelt hij voedsel van vrouw en kind uit de keuken of sluit een verbond met broer vuur die zijn huis met vrouw en kroost en al verbrandt terwijl ba anansi sinds dien een veilig heenkomen zoekt tussen het beschot van andermans woning. Voor ons staat dit bekend als kinderverhaal.
25
Speciale feestdagen “Keti Koti” Dit is een jaarlijkse feestdag die ook wel de Dag van de vrijheden en Kettingsnijden wordt genoemd in Suriname. Het is de herdenkingsdag van de slavernij. Het is een dag voor iedereen, dus niet alleen voor de nazaten van de slaven. De naam betekent gebroken ketenen, of Manspasi, wat emancipatie betekent. De slavernij in Suriname en op de Nederlandse Antillen is door Nederland afgeschaft op 1 juli 1863. Die dag wordt sindsdien als feestdag gevierd. Er kwamen toen ongeveer 40.000 slaven vrij, maar het zware werk op de plantages moesten ze nog tien jaar blijven doen. Ook in Nederland wordt deze feestdag tegenwoordig nog groots gevierd. Sinds het jaar 2009 wordt het gevierd in het Oosterpark. Het is gebruikelijk voor de Surinaamse vrouwen om Surinaamse klederdracht te dragen, een koto. In het Oosterpark staat ook een monument ter nagedachtenis van de slavernij.
Monument in Oosterpark “Holi/Phagua” Dit is het nieuwjaarsfeest van de Hindoestanen in Suriname. Het feest begint op de avond van de volle maan en het duurt
tot de eerstkomende dinsdag. Het is een gewoonte om op de vooravond van de Holika een brandhoop aan te steken. Op de ochtend van de Holika wordt men besmeerd met een beetje as van de brandhoop en gaat men bij elkaar langs om elkaar subti-holi te wensen, de beste wensen voor het nieuwe jaar. Voornamelijk de jongeren gaan massaal de straat op om te feesten. Hierbij besprenkelen en besmeuren ze elkaar met parfum en poeder en met groene en rode kleurstof. Dit is voor hun een teken van vriendschap en hoop op een goede toekomst. Het verschil tussen de jongeren en ouderen is dus dat dat de jongeren voornamelijk naar buiten gaan en de ouderen het feest binnenshuis vieren. Surinaamse vlag en wapen De huidige vlag bestaat uit vijf horizontale lijnen (groen, wit, rood, wit, groen). In het midden van de vlag is de gele ster te zien. De vlag is ontworpen door Jacques Herman Pinas. Het groen symboliseert de vruchtbaarheid van het land, maar ook de hoopvolle verwachting, het nieuwe Suriname. Het wit staat voor de gerechtigheid en vrijheid. Het rood symboliseert de progressiviteit van het land. Tot slot, de gele ster. Deze ster staat voor de opofferende eensgezindheid en dat het land gericht is op een gouden toekomst. Deze vlag werd ingevoerd als nationale vlag op 25 november 1975 en de vlag die toen de nationale vlag was, kwam te vervallen.
26
De oude vlag was de nationale vlag van Suriname van 1959 tot 1975, het jaar wanneer de nieuwe nationale vlag werd ingevoerd. De vijf sterren, ieder een eigen kleur, vertegenwoordigen de vijf bevolkingsgroepen. De vijf bevolkingsgroepen zijn de Creolen, Hindoestanen, Javanen, Chinezen en Indianen. Met de sterren duiden ze dus de verschillende huidskleuren aan die aanwezig zijn in het land. De witte achtergrond staat voor vrede en de zwarte ovaal die de sterren verbindt, staat voor verbondenheid want dat verbindt de sterren met elkaar. Vóór 1959 had Suriname geen eigen, zelfontworpen vlag. De nationale vlag was namelijk de Nederlandse vlag met de drie
horizontale strepen, namelijk rood, wit en blauw.
27
7. Bronvermelding Websites: http://www.stadsarchief.breda.nl/images/stories/artikelen/thema/vrede%20van%20breda%20defini tief.pdf http://www.landenweb.net/suriname/geschiedenis/ http://surigids.com/suriname_nederland.htm http://www.suriname.nu/ Boeken: - Language change and language contact in pidgins and creoles - John McWhorter - De omgangstalen in Suriname, Sranan Tongo - Irena Glodowska - Creole drum : an anthology of Creole literature in Surinam - Voorhoeve, Jan / Yale University Press / 1975 - Mistorial and linguistic evidence in favour of the relexification theory in the formation of the creoles - Jan Voorhoeve pg 134-135 language in society & pg 138-140 - A project for the study of creole language history of Surinam - Jan voorhoeve - oso 1 1982 tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis Bladzijde 17 cultuur in Suriname - R.A.J. van lier Bladzijde 39 het Sranan als cultuurtaal - Jan Voorhoeve - onze taal: maandblad van het genootschap onze taal - genootschap onze taal 2010 79 nr 213 - alle wegen leiden naar Alakondre - Nederlands in Suriname jaargang 3 nr 2 oktober 1998 Wat doen wij in suriname met de nieuwe spelling van het Nederlands? De positie van het Nederlands in Suriname. Standaardisering van het Surinaams Nederlands: om welke problemen gaat het? 15 - Nederlands in Suriname jaargang 3 nr 1 april 1998 Taal en identiteit Koloniale taalpolitiek - Structureel onderzoek van het Sranan – Jan voorhoeve. 28
- De omgangstalen in Suriname – Sranan Tongo – Seminar paper
Wetenschappers: Karel Roessingh Gerd Baumann
Familie: Ilse Fernandes Mendes Rowan Fernandes Mendes Frances Fernandes Mendes Raisa Mathurin Ronald Mathurin Lilian Slijngard
29
8 Bijlage §8.1 Logboek Cheyenne & Jair: 25 oktober 14:30-17:00: KIT boeken gezocht, bekeken, gelezen om daar informatie uit te halen en te verwerken. 7 november 10:00-16:00, om 09:00 met de trein, 16:45 terug in Amsterdam: KITLV in leiden. Boeken gezocht, bekeken, gelezen informatie uit de boeken gefotografeerd om zo informatie te winnen . 13 december: 13:30-16:30: in KIT informatie verwerkt en tekst getypt. Interview vragen gemaakt om te sturen naar mensen aan wie we wilden vragen of ze ons wilden helpen. 22 december 08:30-15:30 in mediatheek gewerkt, mensen gemaild/gebeld. Met elkaar overlegd over pws, indeling en hoe we het in elkaar gaan zetten. 3 januari: Karel Goessingh geïnterviewd. 7 januari: in KIT veel informatie en interviews verwerkt. Informatie in boeken gezocht. 5 februari: bij Cheyenne thuis bij elkaar gekomen en alles doorgenomen wat er verbeterd moest worden en duidelijke taken verdeeld. Interviews beter verwerkt. Lay-out verbeterd, plaatjes toegevoegd, lettertype gewijzigd, inhoudsopgave aangepast. Totaal aantal uren: 29,25 uur. Cheyenne: 5 december: interview gehouden met een Surinaamse meneer over zijn ervaring met Sranan Tongo en zijn visie erop. 10 december: informatie gesorteerd zodat het verwerkt kon worden in de delen ‘grammatica’ en ‘geschiedenis’ . 13 december: gewerkt aan delen ‘geschiedenis’ en ‘grammatica’ en naar mensen gezocht waarmee we contact op zouden kunnen nemen. 15 december: drie mensen gemaild met de interviewvragen. 16 december: antwoord gekregen van de eerste persoon, antwoorden gelezen en doorgestuurd naar Jair. 18 december: interview van de eerste persoon deels verwerkt. Meer vragen verzinnen voor de volgende contactpersoon. 20 december: informatie op internet gezocht en overleggen met Jair. 30
9 januari: informatie verwerkt tot een geheel en naar Jair gestuurd. 28 januari: de delen geschiedenis en grammatica meer uitgewerkt en lay-out verzorgd. 29 januari: interview met Gerd Baumann verwerkt. 30 januari: interview met Gerd Baumann verwerkt en er een lopend verhaal van gemaakt. 2 februari: interviews met Gerd Baumann en Karel Roessingh verwerkt tot een geheel. 3 februari: deel tegenstellingen tussen Hindoestanen en Creolen verwerkt. 4 februari: conclusie geschreven en naar Jair gestuurd ter controle. Inleiding van Jair aangepast. 6 februari: Delen geschiedenis en grammatica aangepast en verbeterd. Interview met Gerd Baumann en Karel Goessingh aangepast en verbeterd. Meer plaatjes gezocht. 7 februari: bronvermelding verzorgd, deel van Did you know? verwerkt. 8 februari: alles met elkaar doorgenomen en veel delen aangepast en verbeterd. Bepaalde delen meer tot een geheel gevormd. Aantal uren: 36 uur Jair: 9 november: informatie uit KITLV doorgenomen en belangrijkste stukken eruit gelicht. 11 november: uitgelichte informatie voor een deel verwerkt. 7 december: ouders geïnterviewd over het onderwerp, en gevraagd naar hun visie. op meerdere dagen (o.a. 13 en 14 december): Op internet gezocht naar informatie over de invloed die andere talen hebben gehad op het Sranan Tongo. 9 december: zus en broer geïnterviewd. 10 december: interviews verwerkt. 12 december: uitgelichte informatie uit KITLV verwerkt. 14 december: verwerkte informatie controleren en aanpassen. Plaatjes gezocht die goed aansluiten op de tekst. 20 december: informatie op internet gezocht en overleggen met Cheyenne. 9 januari: zoveel mogelijk een geheel van alle informatie maken en ook de informatie van Cheyenne tot het geheel toegevoegd tot een voorlopige versie. 28 januari: interview met Karel verwerkt. 31 januari: interview met Karel verwerkt. 1 februari: interview met Karel verwerkt en er een lopend verhaald van gemaakt. 3 februari: fouten verbeterd aan de hand van de eerste versie en interviews met de mensen uit eigen kring verwerkt tot een geheel en lopend verhaal. 4 januari: inleiding aangepast en naar Cheyenne gestuurd ter controle. Conclusie van Cheyenne aangepast. 6 februari: interviews uit eigen kring aangepast en verbeterd, de bijlages aangepast. Deel invloeden van andere talen en Surinaamse teksten en invloeden van talen aangepast. 7 februari: deel van Did you know? verwerkt. 8 februari: alles met elkaar doorgenomen en veel delen aangepast en verbeterd. Bepaalde delen meer tot een geheel gevormd. Aantal uren: 35 uur
31
Totaal aantal uren Cheyenne, incl. opstartdagen: 100, 25 uur Totaal aantal uren Jair, incl. opstartdagen: 99, 25 uur.
§8.2 Plan van aanpak In dit werkstuk gaan wij uitzoeken wat de positie is in de creoolse cultuur in Nederland en in Suriname. Dit gaan wij uitzoeken door middel van het zoeken naar boeken in verschillende instituten. Daar naast gaan wij ook op zoek naar antropologen en andere wetenschappers die veel weten op dit gebied. Eerst zullen wij algemene informatie weergeven zodat het voor de lezer duidelijk is waar het over gaat. vervolgens zullen wij de informatie die wij hebben verkregen via de boeken en de wetenschappers verwerken en hun visie weergeven. Aan het eind zullen wij door middel van het interviewen van Surinaams-Creoolse mensen kijken of dat wat de wetenschappers zeggen overeen komt met hoe de 'gewone' Surinamer er over denkt. Daar zullen wij dan weer een conclusie uit kunnen trekken, en zullen vervolgens ook nog onze eigen visie geven nadat we al het onderzoek hebben gedaan. Aan het eind zullen er nog wat leuke en interessante weetjes worden gezet.
32
33
§8.3 Interviewvragen voor de taalkundige antropologen 1. Wat is uw visie op de positie die het Surinaams heeft in de Creoolse samenleving in Suriname? 2. Wat is uw visie op de positie die het Surinaams heeft in de Creoolse samenleving in Nederland? 3. Hoe wordt, volgens u, het Surinaams beschouwd in de Surinaamse cultuur? Wordt het beschouwd als moedertaal, of wordt het eerder gezien als de tweede belangrijkste taal na het Nederlands? Kunt u uw mening uitleggen? 4. Kan het zijn dat het Sranan Tongo gezien wordt als een soort straattaal? Als dat het geval is, zou u dat kunnen uitleggen waarom dat zo is, en hoe dat zo is gekomen? Van verschillende mensen in onze omgeving, en door eigen ervaring, hebben wij geleerd dat het zeer onbeleefd is om onbekenden, of mensen met een hogere ‘positie’ aan te spreken in het Surinaams. Al helemaal schijnt dat het geval te zijn in de hogere sociale klasse. Alleen in lagere sociale klasse zou het gebruikelijker dat er door iedereen, tegen wie dan ook, Surinaams te spreken. 5. Zou u kunnen uitleggen hoe dat gekomen is en of het en bepaald effect heeft op de acceptatie/positie van de taal? Wat zou dat effect kunnen zijn? 6. Hoe zou het Sranan bij kunnen dragen aan de sociale cohesie van de creoolse bevolking? 6b. Zou dat een sterker effect kunnen hebben in Nederland dan in Suriname zelf? Zou het misschien tot segregatie kunnen leiden? Van een Surinaamse meneer, die nu 10 jaar in Nederland woont, heeft één van ons gehoord dat nu hij in Nederland woont, hij meer Surinaams spreekt dan toen hij nog in Suriname woonde. 7.Zou dat kunnen komen door het willen benadrukken van de eigen cultuur, nadat men geëmigreerd is? 8. Is er nog veel terug te zien van hoe er in de slaventijd met Sranan Tongo werd opgegaan? Wat zou dat kunnen zijn en hoe uit zich dat in de cultuur? 9. Bestaat er ook iets als “mental slavery”? Zou dat misschien een reden kunnen zijn waarom het Sranan als ondergeschikt wordt beschouwd aan het Nederlands? Of heeft het niks te maken met het feit dat het Sranan onder de slavengemeenschap is ontstaan en dat daarom de Creolen liever geen Sranan Tongo spreken omdat het hen doet denken aan de tijd van de slavernij? In teksten hebben wij gelezen dat het Surinaams nooit erkend is als taal. Dat lijkt ons een van de redenen dat het Sranan Tongo ondergeschikt is aan het Nederlands. 10. Klopt onze gedachte? en, wat is eigenlijk de reden dat het niet erkend is? 11. Hoe staat het Sranan Tongo tegenover het Sarnami (Hindoestaans) en Nederlands? 12. Wat is de reden dat zo weinig mensen met een Surinaamse afkomst in Nederland nog Sranan Tongo spreken? Is dat eigenlijk wel zo? Er wordt namelijk gezegd dat alleen de oudste generatie in Nederland nog Surinaams spreekt. Is het dan niet zo dat door straattaal, waar het Surinaams een grote invloed op heeft, de jongere generatie het toch ook spreekt?
34
Concrete antwoorden Gerd Baumann 1. Wat is uw visie op de positie die het Surinaams heeft in de Creoolse samenleving in Suriname? GB 1: Het wordt beschouwd en, buiten de allerbovenste klas, ook gebruikt als moedertaal van alle Creolen. Gezien ook enorm veel publieke banen door Creolen verzorgd worden, gebruiken ook Creolen het ST onderling in publiek. De niet-Creolen gebruiken bijna altijd Nederlands in publiek. 2. Wat is uw visie op de positie die het Surinaams heeft in de Creoolse samenleving in Nederland? GB 2: In de NLse Creoolse kring zijn het maar nog de grootouders, hooguit de ouders, maar niet meer der onder-de-30igers, die het als moedertaal ervaren. Met sociale mobiliteit in NL groeit ook het primaat van Nls als moedertaal – net als bij andere minderheden met eigen talen. 3. Hoe wordt, volgens u, het Surinaams beschouwd in de Surinaamse cultuur? Wordt het beschouwd als moedertaal, of wordt het eerder gezien als de tweede belangrijkste taal na het Nederlands? Kunt u uw mening uitleggen? GB 3: DE S-cultuur is een lastig begrip, en “HET Surinaams” bestaat niet, zoals je weet. Wie ST zo noemt is van de Bouterse partij en een Creools nationalist, of in het uiterste geval, een Nlse toerist die het verschil niet maakt tussen ST en “Surinaams”. 4. Kan het zijn dat het Sranan Tongo gezien wordt als een soort straattaal? Als dat het geval is, zou u dat kunnen uitleggen waarom dat zo is, en hoe dat zo is gekomen? GB 4 : In NL vloeit ST vaak de straattaal binnen, want [ zie 2 :] zelfs de onder-de-30 Creolen hier spreken het nog maar als een onderlinge herkenning en op beginners niveau. Wel heeft ietsje ST ook ingang gevonden in de straattal von jonge Nlers van alle etniciteiten, net als brokkelstukjes Arabisch en rap New Yorks. Van verschillende mensen in onze omgeving, en door eigen ervaring, hebben wij geleerd dat het zeer onbeleefd is om onbekenden, of mensen met een hogere ‘positie’ aan te spreken in het Surinaams. Al helemaal schijnt dat het geval te zijn in de hogere sociale klasse. Alleen in lagere sociale klasse zou het gebruikelijker dat er door iedereen, tegen wie dan ook, Surinaams te spreken. GB 4 b : Ja, dat zie ik ook zo. [ zie GB 1 ] 5. Zou u kunnen uitleggen hoe dat gekomen is en of het en bepaald effect heeft op de acceptatie/positie van de taal? Wat zou dat effect kunnen zijn? GB 5 : Dat is een lang historisch en socio-liguistisch proces : Na de afschaffing vd slavernij [ 1863 ] trokken Creolen naar de steden, maar alsnog onopgeleid en redelijk kansloos. Tussen 1863 en 1873 vulden de [ vooral Nlse ] plantage-bezitters hun werkplekken met “trakkies” : op 10 jaar ingehuurde contractarbeiders uit Nls Indonesië [ weinig, de huidige
35
“Javanan” een de meesten uit Brits Indië [ Hindoestanen ]. In 1873 eindigden deze contracten, zoals met G-Brit afgesproken en doorgezet. Net de Hindoestanen werden gemiddeld rijker dan de Ceoolen, dit door de suikerplantagen met rijst te verbouwen. NL steunde dat, want suiker verdiende geen internationaal geld meer, en rijst had NL nodig om het Creoolse stadsproletariaat te voeden en een Creoolse revolutie te voorkomen. [ dat staat wel ook in ieder reisgids, toch ? ] 6. Hoe zou het Sranan bij kunnen dragen aan de sociale cohesie van de creoolse bevolking? Zou dat een sterker effect kunnen hebben in Nederland dan in Suriname zelf? Zou het misschien tot segregatie kunnen leiden? Van een Surinaamse meneer, die nu 10 jaar in Nederland woont, heeft één van ons gehoord dat nu hij in Nederland woont, hij meer Surinaams spreekt dan toen hij nog in Suriname woonde. GB 6 : Deze meneer is net de [ altijd welkome ! ] uitzondering : als je de eerste 10 jaar in NL nog gevangen zit in Creoole eigen kring, sluit je je uiteraard bij de binnen-creoolse kring aan. Mooi ! 7. Zou dat kunnen komen door het willen benadrukken van de eigen cultuur, nadat men geëmigreerd is? GB: Misschien, maar zo zou ik het argument niet beginnen : welke taal me welk voordeel belooft is de taal die ik gebruik [ ikzelf gebruik iedere dag 5, afhankelijk van mijn doelen ]. Dat beetje discours over “MIJN” cultuur is vooral propaganda voor de ouders generatie, niet voor nieuwe of sinds-10-jaar migranten. – Eerst de resources, dan pas het slogantje “cultuur.” 8. Is er nog veel terug te zien van hoe er in de slaventijd met Sranan Tongo werd opgegaan? Wat zou dat kunnen zijn en hoe uit zich dat in de cultuur? GB 8: alles schriftelijke moet nog steeds in het NLs. Denkt u even na wat u meent met “de cultuur”? 9. Bestaat er ook iets als “mental slavery”? Zou dat misschien een reden kunnen zijn waarom het Sranan als ondergeschikt wordt beschouwd aan het Nederlands? Of heeft het niks te maken met het feit dat het Sranan onder de slavengemeenschap is ontstaan en dat daarom de Creolen liever geen Sranan Tongo spreken omdat het hen doet denken aan de tijd van de slavernij? GB 9 : Hier spin je ietsje. Psycho babble “mental”, – geen één wet.sch.ke onderbouwing ; en ondergeschikt in welke zin voor wie ? – De vraag is misschien nuttig voor jullie om te bespreken, maar alleen zo als men de “onbevlekde ontvankenis van Heilge Maria” discussiëert : als een idiocie van niets-weters of evident ideologische cieniker die leven van liegen. Ontmaskeren als fraude, 100%. Een vorm van retro-racisme. Veel succes ! Gerd Baumann Van Karel Roessingh was het helaas lastiger om zijn antwoorden concreet weer te geven. Het geval wil dat wij persoonlijk met hem een afspraak hebben gemaakt en dus het gesprek hebben
36
opgenomen in plaats van opgeschreven. Het staat, net zo als het verhaal van Gerd Baumann, verwerkt in het deel `de wetenschappers`.
§8.4 Interviewvragen voor de familie 1) Spreek je Sranan? 2) Van wie heb je het geleerd? 3) Spreek je Sranan thuis? 4) Spreek je Sranan tegen je ouders of andere familie leden? (waarom niet?) 5) Weet je waarom het onbeleefd is om mensen aan te spreken in het Sranan? 6) Zou je het erg vinden als iemand die je niet kent je aan zou spreken in het Sranan? 7) Wat vind je ervan dat Sranan eigenlijk nooit erkend is als taal? 8) Vind je het niet jammer dat de creolen nooit hebben gevochten voor hun taal? Suriname is nou eenmaal wel hun land nu. 9) Wat vind je er van dat alle scholen in Suriname Nederlands zijn? 10) Zou je het graag anders willen zien? (hoe?) 11) Wat vind je er van dat Surinamers en Hindoestanen niet met elkaar door een deur kunnen? Hoe komt dat denk je?
37
1) Zij is 17, woont haar hele leven al in Nederland. Ze is Surinaams, maar spreekt maar een paar woorden Sranan. Spreek je Surinaams? Een heel klein beetje. De spreekwoorden die oma me geleerd heeft weet ik wel. Ook kan ik vragen hoe het met iemand gaat, en ik kan het een beetje verstaan. Daar blijft het wel bij. Van wie heb je het geleerd? De kleine beetjes die ik kan heb ik van oma geleerd. Spreek je Surinaams thuis? Nee, mijn vader vindt het belangrijker om Nederlands te spreken in Nederland. Daar heb je meer aan dan Surinaams. Als het bijvoorbeeld Spaans geweest zou zijn, zou ik het wel geleerd hebben. Dat is namelijk een belangrijke wereldtaal. Surinaams spreekt men alleen in Suriname. Spreek je Surinaams tegen je ouders of andere familie leden? Alleen af en toe met oma. Waarom niet? omdat ik het niet goed spreek, en ik ook nog wel veel foutjes maak. Het is net zo makkelijk om Nederlands te spreken, anders word ik toch alleen maar gecorrigeerd door iedereen. Weet je waarom het onbeleefd is om mensen aan te spreken in het Surinaams? Ik heb geen idee. Ik spreek zelf nooit mensen aan in het Surinaams. Tenzij ik ze goed ken, dan weten ze van mij dat ik het vriendelijk bedoel. Zou je het erg vinden als iemand die je niet kent je aan zou spreken in het Surinaams? Nee. Als ik het erg zou vinden als mensen mij in het Sranan aan zouden spreken zou ik dat alleen vinden als ik de taal op zich als een
belediging zou beschouwen. Net zo als dat iemand mij uit zou schelden. Dat vind ik dus niet, mijn roots liggen namelijk in de Surinaamse gemeenschap. Wat vind je ervan dat Surinaams eigenlijk nooit erkend is als taal? Ik vind niet dat het echt een officiële taal is omdat het geen werkwoordconstructies heeft. Omdat het anders wordt uitgesproken wordt dat maar Surinaams genoemd. Ook ontbreken veel woorden die ze uit andere talen halen. Nederlands bijvoorbeeld is echt een eigen taal. Surinaams is een bijeengeraapt zooitje woorden dat ze uit andere talen hebben afgeleid en op een Surinaamse manier hebben uitgesproken, daarom denk ik dat het niet als officiële taal gezien kan worden. Vind je het niet jammer dat de creolen nooit hebben gevochten voor hun taal? Suriname is nou eenmaal wel hun land nu. Ik vind niet dat als het jouw land is dat je ook per se een eigen taal nodig hebt. De taal die er is, kan ook goed genoeg zijn zolang iedereen elkaar maar begrijpt. Anders zou het betekenen dat bijvoorbeeld Brazilië of een ander land dat kolonie was van een land in europa, ook voor een eigen taal zou moeten vechten. Daar is het ook gewoon Portugees of spaans gebleven. Ze hebben het hun wel eigen gemaakt, en ongetwijfeld is dat in Suriname met het Nederlands het zelfde geval. Wat vind je er van dat alle scholen in Suriname Nederlands zijn? Ik vind het wel goed. Ik denk dat het beter Spaans geweest had kunnen zijn. Het is logisch dat het een Nederlands onderwijssysteem is, het land is namelijk nog wel deels afhankelijk van Nederland. Aan de andere kant denk ik, dat ze ook Portugees of Spaans zouden kunnen leren. Suriname grenst namelijk aan Spaanssprekende landen, ze kunnen dan ZuidAmerika in gaan. Tevens is het ook een 38
wereldtaal en kunnen ze op veel meer plekken terecht dan alleen Nederland. 2) Zij is 52, en woont al sinds haar negende in Nederland. Ze beheerst de taal een beetje. Dat is precies genoeg, ze spreekt het namelijk heel weinig. Spreek je Surinaams? Ik spreek wel Surinaams, maar ik moet er veel bij nadenken. Ik spreek het niet zo vloeiend als iemand die ik Suriname woont. Van wie heb je het geleerd? Ik denk dat ik het gewoon op straat geleerd heb. Of bijvoorbeeld op het schoolplein. Spreek je Surinaams thuis? Nee. Een reden was daar niet echt voor. De regel was. Thuis spreek je Nederlands. Ook niet dat het verboden was hoor. Spreek je Surinaams tegen je ouders of andere familie leden? Tegen mijn drie Surinaamse vriendinnen spreek ik wel eens Surinaams. Maar tegen mijn moeder of andere familie leden eigenlijk nooit. Waarom niet? Omdat ik bijna geen Surinaamse vrienden heb. Tegen mijn broers en zus of moeder Surinaams spreken ben ik niet gewend, daarom doe ik dat ook nooit. Het is niet zo dat het verboden was, maar het was gewoon zo. Het is niet zo dat mijn moeder boos werd als wij Surinaams spraken. Maar we waren het niet gewend dus we hadden ook nooit de intentie. In gegoede families is het zo, dat het iedereen gewoon altijd Nederlands spreekt thuis. Bijvoorbeeld in arbeiderswijken waar wat armere mensen wonen is het wel normaler om Surinaams te spreken thuis. Moeders spreken daar ook wel eens Surinaams tegen hun kinderen. Die moeten dan wel in het Nederlands antwoorden. Weet je waarom het onbeleefd is om mensen aan te spreken in het Surinaams? Omdat in de Surinaamse cultuur je eigenlijk pas Surinaams gaat spreken met iemand die je
heel goed kent. Omdat Nederlands de voertaal is, is het normaal om iedereen in het Nederlands aan te spreken. Op school sprak iedereen ook gewoon Nederlands. Zou je het erg vinden als iemand die je niet kent je aan zou spreken in het Surinaams? Nee hoor. Ik vind dat geen probleem. Wat vind je ervan dat Surinaams eigenlijk nooit erkend is als taal? Hier heb ik geen mening over. Ik kan me er wel iets bij voorstellen. Het is namelijk meer een slang dan een taal. Net zoals het dialect in Drenthe. Vind je het niet jammer dat de creolen nooit hebben gevochten voor hun taal? Suriname is nou eenmaal wel hun land nu. De Creolen spraken van oorsprong het Sranan, dus het hoort wel bij hun cultuur. In dat opzicht vind ik het wel jammer. Vanuit een ander opzicht, namelijk de beperkte mogelijkheden van die taal, vind ik het niet jammer, want je bereikt in op mondiaal niveau niet veel als je die taal beheerst. Mijn mening over deze kwestie is dus verdeeld. Wat vind je er van dat alle scholen in Suriname Nederlands zijn? Nou ik begrijp dat het niet makkelijk is om een taal om te gooien. Maar mij zou het logischer lijken om Spaans of Engels als taal in te stellen in het onderwijs. 3) Zij is een 82 jarige Surinaamse vrouw. Nog voor de onafhankelijkheid is ze met haar zes kinderen naar Nederland verhuisd. Het grootste gedeelte van haar leven heeft ze in Suriname gewoond. Spreek je Surinaams? Ja. Tenminste, ik denk het wel. Er zijn een aantal dingen die ik niet zo goed begrijp in het Surinaams. Als iemand een verhaal verteld in het Surinaams kan ik het niet altijd goed volgen. Dat komt omdat we thuis, als kind geen Surinaams mocht spreken. Ik moest mijn moeder altijd in het Nederlands antwoorden. De Nederlandse taal was het belangrijkste vak 39
op school. Voor onze ontwikkeling mochten wij daarom geen Surinaams praten thuis. Van wie heb je het geleerd? Op de wandelgangen heb ik het geleerd. Als je iets hoorde, luisterde je goed. Mijn moeder hoorde ik wel eens Surinaams spreken. Als ik vroeg wat de woorden betekenden, gaf ze geen antwoord. Ze was in het jaar 1897 geboren. De slavernij was net 35 jaar afgeschaft. De mensen die uit de slavernij kwamen hebben er nog veel mee te maken gehad. Mijn moeder was kind van een slavin. Dus wilde er liever niet mee geconfronteerd worden. Sprak je Surinaams tegen je ouders of andere familie leden? Tegen mijn ouders mocht ik geen Surinaams spreken. Zie 1. Andere kinderen hadden dat ook. Algemene omgangstaal was Nederlands. Ook tegen mijn nichten en neven. Ik mocht niet veel met familie leden omgaan dus ik sprak weinig van mijn familie. Ik had een erg strenge moeder. Weet je waarom het onbeleefd is om mensen aan te spreken in het Surinaams? Misschien omdat ze het zelf niet weten. Dan weten ze je geen antwoord te geven. Terwijl je spreekt met vriendinnen spreekt kan er wel eens een Surinaams woord vallen. Maar we beginnen altijd in het Nederlands. Zou je het erg vinden als iemand die je niet kent je aan zou spreken in het Surinaams? Nee hoor. Daar heb ik geen moeite mee. Omdat ik het een taal van mijn land vind. Wat vind je ervan dat Surinaams eigenlijk nooit erkend is als taal? Ik blijf denken dat Surinaams een mengelmoes is van mensen die slavernij gehanteerd hebben. Het Surinaams heeft eigenlijk geen grammatica. In mijn ogen blijft het nog een brabbeltaaltje van al die eigenaren van de slavernij.
Vind je het niet jammer dat de creolen nooit hebben gevochten voor hun taal? Suriname is nou eenmaal wel hun land nu. mijn mening is, ik ben in Suriname geboren. Je mag me in die taal aanspreken. Maar echt leren doe ik het niet. Ik luister veel naar Surinaamse radio. Iemand die iets in het Surinaams vertellen kan ik niet altijd goed verstaan. Ik weet wel wat ze bedoelen maar ik kan het niet goed vertalen. Wat vind je er van dat alle scholen in Suriname Nederlands zijn? Nederlands is de algemene omgangstaal. Toen Suriname onafhankelijk werd hebben ze er over nagedacht om het te veranderen in Spaans of Engels. Maar die verandering is nooit doorgevoerd. Men probeert zoveel mogelijk Surinaams te spreken maar Nederlands blijft er altijd tussen door komen. Dat komt omdat men jaren, jaren, jaren Nederlands hebben moeten spreken. Als nu iedereen Surinaams zou spreken zou je het gevoel hebben dat ze achterlopen. Zou ik het gevoel hebben dat ze niet blij zijn. Dat ze niet tevreden zijn met het Surinaams. Zou je het graag anders willen zien? Ik vind dat het Nederlands moet blijven. Dat is namelijk iedereen gewend. Ook de kinderen van toen. Als ze er voor kiezen zal ik me er bij neerleggen, maar het is niet mijn eigen wens. Ik ben zelf ook al te oud om een andere taal te leren. Wat vind je er van dat Surinamers en Hindoestanen niet met elkaar door een deur kunnen? Hoe komt dat denk je? Nou, ze doen hun best maar het lukt niet altijd. Creolen werden tijdens de slavernij naar Suriname gehaald. Hindoestanen zijn 10 jaar later naar Suriname gekomen, onder een contract. Misschien is het zo dat de creolen het gevoel hebben dat zij het voor het zeggen hebben. De Hindoestanen zijn gekomen om het land weer op te bouwen. De hedendaagse 40
Hindoestaan heeft gestudeerd, en heeft dezelfde mogelijkheden gekregen als de creolen. Maar toch beter opgeleid. Mijn moeder had ooit op de Surinaamse markt een conflict met een Hindoestaanse vrouw. Zij zei dat zij had gezorgd dat de creolen te eten hadden. Zij plantten rijst voor de creolen. Mijn moeder zei dat ze speciaal voor haar gekomen waren, om voor haar rijst te planten. De creolen hebben qua mentaliteit en achtergrond minder prestatievermogen dan de Hindoestanen. Ik ben van de oude stempel. Het was heel anders toen. In mijn tijd was het zo dat als een buurvrouw iets tegen je zei, dat je het moest aannemen alsof je moeder het tegen je zei. Mijn moeder zei dan altijd: het is een volwassenen, dus ze zal niet liegen. dus dan moest ik het aannemen. 4) Hij is 55, 1987 is hij naar Nederland gekomen. Thuis gebruikt hij het heel af en toe. Spreek je Surinaams? Vloeiend, want ik ben in Suriname geboren en getogen. Ik ben pas op latere leeftijd naar Nederland gekomen. Van wie heb je het geleerd? Surinaams leer je in de praktijk. Het wordt niet onderwezen, waardoor je het op straat leert. Tijdens je socialisatie pik je heel veel dingen op. Spreek je Surinaams thuis? Alleen met mijn vrouw, maar met mijn kinderen spreek ik Nederlands. Spreek je Surinaams tegen je ouders of andere familie leden? Ja, maar alleen met familieleden van mijn eigen generatie en ouder. Weet je waarom het onbeleefd is om mensen aan te spreken in het Surinaams? Dit stamt nog vanuit de koloniale tijd. Van de kolonisatoren moest er Nederlands gesproken
worden en dat is door de Surinamers uit die periode overgenomen. Die hebben vanuit hun referentiekader vastgesteld dat het onbeleefd is om Surinaams te spreken. Ik kijk er anders tegenaan, want ik vind het niet onbeleefd. Ik vind het juist een cultuurgoed. Zou je het erg vinden als iemand die je niet kent je aan zou spreken in het Surinaams? Nee, ik zou het helemaal niet erg vinden. Wat vind je ervan dat Surinaams eigenlijk nooit erkend is als taal? Ik vind het jammer dat het nooit erkend is, omdat je niet echt toegankelijkheid hebt in de westerse maatschappij. Het is namelijk een zeer beperkte taal en in de westerse maatschappij wordt deze taal niet volledig geaccepteerd. Het wordt dan ook niet gesproken door van oorsprong westerlingen. Vind je het niet jammer dat de creolen nooit hebben gevochten voor hun taal? Suriname is nou eenmaal wel hun land nu. Ja, dat vind ik jammer, omdat het Sranan Tongo op deze manier altijd het karakter van een dialect zal dragen. Wat vind je er van dat alle scholen in Suriname Nederlands zijn? Op zich vind ik dat niet verkeerd, omdat dit al door de eeuwen heen zo is gegroeid en het is niet eenvoudig om daar nu verandering in te brengen. Wat wel een mogelijkheid zou kunnen zijn is het Sranan Tongo ook te onderwijzen. Dit zien wij bijvoorbeeld wel op de Nederlandse Antillen waar het Papiamento wel wordt onderwezen op de scholen. Zou je het graag anders willen zien? Ja, zoals ik net al vertelde. Wat vind je er van dat Creolen en Hindoestanen niet met elkaar door een deur kunnen? Hoe komt dat denk je? Ik vind het een zeer kwalijke zaak, omdat je als burger van een land ongeacht je etniciteit de 41
taak hebt om een steentje bij te dragen aan de ontwikkeling van het land. Doordat, zoals jij jouw vraag stelt, Creolen en Hindoestanen niet met elkaar door een deur kunnen, wordt dat proces verstoord. Ik moet er wel bij zeggen dat er in de afgelopen jaren daarin wel verandering is gekomen. De twee groepen tolereren elkaar steeds meer. Er is echter nog wel een lange weg te gaan. Het komt grotendeels door de oude partijpolitiek. Deze politiek was gestoeld op etniciteit. Daar had Nederland ook wel een rol in. Hiervoor was gekozen voor de term verdeel- en heerspolitiek. Dat houdt in verdeel het volk, dan is het makkelijker om te regeren. 5) Zij is 54 en eind 1986 is ze naar Nederland gekomen om hier te wonen. Met haar man en drie kinderen woont ze nu samen in Amsterdam. Spreek je Surinaams? ja, vloeiend Van wie heb je het geleerd? vanuit de cultuur, want je hoort het overal om je heen. Het is niet zo dat je ouders met je gaan zitten om je de taal te leren. Spreek je Surinaams thuis? Ja, af en toe. Met mijn man. Ik kom uit de Surinaamse cultuur, maar ik heb een Nederlandse achtergrond. Suriname was een kolonie van Nederland, dus we zijn Nederlands georiënteerd. Spreek je Surinaams tegen je ouders of andere familie leden? Nee, absoluut niet tegen mijn ouders. Wel tegen andere familieleden van mijn eigen generatie, want wij gaan er anders mee om dan ouderen. Ik zit in de generatie van de overgang (wel of geen Surinaams praten). Als je Surinaams sprak, was je “vernegerd”. Het hangt af van je milieu. In het binnenland of in de achterstandswijken in Suriname, wordt er voornamelijk Surinaams gesproken.
Weet je waarom het onbeleefd is om mensen aan te spreken in het Surinaams? We zijn Nederlands georiënteerd en in de tijd voor de onafhankelijk vonden mensen de taal achterlijk en denigrerend.
Zou je het erg vinden als iemand die je niet kent je aan zou spreken in het Surinaams? Het wordt steeds minder. Vroeger wel, want ik ben het niet gewend. Vooral als een man mij in het Surinaams aansprak. Door mijn studie en werk kwam ik in contact met Surinamers uit lagere milieus die mij in het Surinaams aanspraken. Ze voelden zich meer op hun gemak door Surinaams te praten. Daardoor ben ik er anders tegenaan gaan kijken. Wat vind je ervan dat Surinaams eigenlijk nooit erkend is als taal? Ik heb er nooit bij stilgestaan om eerlijk te zijn. Ik heb me er niet mee beziggehouden omdat ik Nederlands georiënteerd ben. Vind je het niet jammer dat de creolen nooit hebben gevochten voor hun taal? Suriname is nou eenmaal wel hun land nu. Nee, ik vind dat niet jammer. Wat vind je er van dat alle scholen in Suriname Nederlands zijn? Ik vind het prima. Met Nederlands bereik je meer op nationaal, maar ook zeker op internationaal niveau. Zou je het graag anders willen zien? Nee, ik ben er tevreden mee. Wat vind je er van dat Surinamers en Hindoestanen niet met elkaar door een deur kunnen? Hoe komt dat denk je? Ik vind het belachelijk. Dat vind ik omdat het ook in deze moderne tijd nog speelt. Historisch bekeken heb ik er wel een verklaring voor, doordat de politieke partijen speelden hun achterban uit tegenover elkaar. 42
Ze werden met haat gevoed. Het waren op een gegeven moment de “negers” (Creolen) tegen de “koelies” (hindoestanen) . Ik heb er
geen begrip voor, maar dat is wel mijn verklaring ervoor.
6) Zij is 22 jaar oud en is geboren en getogen in Nederland. Ze spreekt helemaal geen Surinaams, maar ze kan wel een heel klein deel verstaan, maar dat komt meer door de straattaal. Spreek je Surinaams? Nee
goede zaak dat de taal niet helemaal verloren is, want het wordt nog steeds gesproken, ook hier in Nederland.
Spreek je Surinaams thuis? Nee Spreek je Surinaams tegen je ouders of andere familie leden? Nee Waarom niet? We spreken gewoon Nederlands, omdat ik het Sranan niet beheers. Weet je waarom het onbeleefd is om mensen aan te spreken in het Surinaams? Misschien komt het ruw over, een beetje intimiderend. Zou je het erg vinden als iemand die je niet kent je aan zou spreken in het Surinaams? Nee, maar wel een beetje raar. We wonen in Nederland, dus we moeten Nederlands tegen elkaar spreken. De voertaal is immers Nederlands. Iemand die me in het Surinaams zou aanspreken, gaat er al vanuit dat ik Surinaams ben en ook de taal beheers. Ik heb dan het gevoel dat ik in een hokje wordt geplaatst.
Wat vind je ervan dat Surinaams eigenlijk nooit erkend is als taal? Ik vind het wel logisch. De voertaal was en is Nederlands. Het is moeilijk om dan weer terug te schakelen op het Sranan. Het is wel een
Vind je het niet jammer dat de creolen nooit hebben gevochten voor hun taal? Suriname is nou eenmaal wel hun land nu. Ik snap wel dat ze er niet voor hebben gevochten. Mensen keken er met minachting naar dus er was volgens mij weinig reden om er trots op te zijn. Het wordt alsnog veel gesproken, dus ik vind het niet jammer. Toch kan ik enige trots herkennen in de straattaal van de Nederlandse jeugd waar heel veel Surinaamse woorden in zijn te vinden. Wat vind je er van dat alle scholen in Suriname Nederlands zijn? De voertaal is Nederlands. Deze taal heeft een vaste structuur met duidelijk regels. Als er werd onderwezen in het Sranan Tongo zou iedereen eigen interpretatie kunnen hebben van wat ze leren, want er is geen spelling en grammatica aanwezig. Zou je het graag anders willen zien? Nee, want er zijn geen vaste regels. Wat vind je er van dat Surinamers en Hindoestanen niet met elkaar door een deur kunnen? Hoe komt dat denk je? Ik weet dat dit probleem al jarenlang speelt onder deze twee bevolkingsgroepen van Suriname. Ik vind het niet kunnen dat twee bevolkingsgroepen in dezelfde samenleving zo tegenover kunnen staan. Ik heb geen idee hoe dit zou komen. Ik heb me er namelijk niet in verdiept en beschik niet over de juiste kennis om deze vraag te kunnen beantwoorden.
43
§8.5 Surinaamse teksten, invloeden van talen Surinaamse teksten Verjaardagslied A di mi yere yu friyari toen ik hoorde dat jij jarig was a di mi yere yu friyari toen ik hoorde dat jij jarig was a di mi yere yu friyari, ne mi kon fristeri yu. toen ik hoorde dat jij jarig was, daarom kwam ik jou feliciteren. A no fu yu kuku, a no fu yu sopi niet vanwege jouw koek, niet vanwege jouw drank a no fu yu kuku, a no fu yu sopi niet vanwege jouw koek, niet vanwege jouw drank a no fu yu kuku, a no fu yu sopi, ma mi kon fristeri yu niet vanwege jouw koek, niet vanwege jouw drank, maar (echt speciaal) om jou te feliciteren. Invloeden van talen: A di mi yere yu friyari, A di Surinaams eigen mi Engels (Me) yere Engels (To hear) yu Engels (You) friyari Nederlands (Verjaardag) ne mi kon fristeri yu ne Surinaams eigen mi Engels (Me) kon Engels/Nederlands (To come/komen) fristeri Nederlands (Feliciteren) yu Engels (You)
A no fu yu kuku, a no fu yu sopi A no Engels (Not for) fu yu Engels (For your) kuku (uitspraak koekoe) Nederlands (Koek) sopi Nederlands (Koek en sopie) Sopie komt van soope en betekent borreltje. ma mi kon fristeri yu ma Nederlands/Frans (Maar/mais) mi Engels (Me) kon Engels/Nederlands (To come/komen) fristeri Nederlands (Feliciteren) yu Engels (You) Opo! Kondreman... (1977) volkslied (eerste couplet) Opo! Kondreman un opo! Landgenoten staat op! Sranangron e kari un. De Surinaamse grond roept u. Wansi ope tata komopo, Waar de voorouders ook vandaan kwamen Wi mu seti kondre bun. Wij moeten het land opbouwen. Invloeden van talen: Opo! Kondreman un opo! kondreman Engels (letterlijk countryman, landgenoot) un opo! Engels (Get up) Sranangron e kari un Sranangron Sranang = Surinaams eigen Gron Engels/Nederlands (Ground/grond) e kari Engels (To call) un (uitspraak oeng) Surinaams eigen Wansi ope tata komopo 44
Wansi (uitspraak wans) Surinaams eigen (Maakt niets uit) ope Surinaams eigen (Waar) tata Surinaams eigen (Voorvader) komopo Engels (To come from)
Firi-boto (1995) (eerste twee strofes) Trobi-boto Ruzieboot tranga sten krachtige stem wortu-alen woordenregen Sari-boto treurnisboot wanti wai wind die waait drei watrai tranen afgedroogd Invloeden van talen: Trobi-boto Trobi Engels (Trouble) Boto Engels/Nederlands/Frans (Boat/boot/bateau) Tranga sten Tranga Engels (Strong) Sten Nederlands (Stem) Wortu-alen Wortu Engels (Word) alen Surinaams eigen Sari-boto Sari Engels (Sad) boto Engels/Nederlands (Boat/boot) Winti wai Winti Engels/Nederlands/Spaans (Wind/wind/viento)
wai Nederlands (Waaien) Drei watrai Drei Engels (To dry) watrai (Eigenlijk watra ai (=wateroog), maar uitspraak = watrai) Engels (Water, eye) Michaël Slory - Mi sa singi (eerste strofe) Mi sa singi ik zal zingen A son om de zon Opo kon, te laten opkomen Te den stari wasi komoto wanneer de sterren weggewassen zijn Na loktu uit de lucht Invloeden van talen: Mi sa singi mi Engels (Me) sa Engels of Nederlands (Shall/zal) singi Engels en Nederlands (Sing/zingen) A son a Frans (à = naar) son Engels/Nederlands (Sun/zon) Opo kon, opo Engels/Nederlands (Up/op) kon Engels/Nederlands/Duits (To come/komen/kommen)
Te den stari wasi komoto te Engels (Till) den Engels (Then) stari Engels (Star) wasi komoto Engels/Nederlands (Wash/(weg)wassen) komoto Engels (Coming from) Na loktu na Nederlands (Naar) aanwijzend
45
voornaamwoord.
loktu Nederlands lucht
46
Tot in Su ! 47