Zo gezond is uw school!
Fons Vitae Lyceum
Schoolprofiel E-MOVO 2011-2012
HOE GEZOND IS UW SCHOOL? Waarom dit schoolprofiel?
Deze jongeren deden mee!
Om goed schoolgezondheidsbeleid te maken is inzicht nodig in de gezondheid, het welzijn en de leefstijl van leerlingen op uw school. De GGD Amsterdam verzamelt deze gegevens jaarlijks met de Jeugdgezondheidsmonitor. De Jeugdgezondheidsmonitor in het voortgezet onderwijs wordt uitgevoerd met behulp van E-MOVO, een digitale vragenlijst. De vragenlijst is te vinden op Gezondheid in Beeld.
Op uw school hebben 154 leerlingen uit de tweede klas de vragenlijst ingevuld. Zij worden vergeleken met 2169 jongeren van andere HAVO / VWO scholen die de vragenlijst in hetzelfde schooljaar invulden.
In dit schoolprofiel staan de resultaten van E-MOVO die de tweede klas leerlingen van uw school in schooljaar 2011-2012 hebben ingevuld. De focus van dit profiel ligt op onderwerpen waar de school invloed op kan hebben. Aan het einde van het schoolprofiel staan aandachtspunten voor preventie.
Vergelijking tussen scholen De resultaten van leerlingen in de tweede klas van uw school worden vergeleken met tweedeklassers van andere HAVO / VWO scholen in Amsterdam. In de tabellen is aangegeven of de resultaten van de leerlingen op uw school positief of negatief afwijken van de resultaten van tweedeklassers op vergelijkbare scholen. = de score van de jongeren op uw school behoort tot de beste 20% op dit onderwijsniveau. = de score van de jongeren op uw school behoort tot de slechtste 20% op dit onderwijsniveau.
Tabel 1: Kenmerken van de leerlingen (%)
geslacht jongen meisje etniciteit* Nederlands Surinaams Antilliaans/Arubaans Turks Marokkaans overig westers overig niet-westers gezinssituatie** woont bij beide ouders woont niet bij beide ouders ** ** ** ** **
uw school (N=154)
gelijke scholen (N=2169)
44,8 55,2
50,8 49,2
59,1 9,7 0,6 2,6 3,9 16,2 7,8
55,1 5,8 1,1 6,2 8,4 12,7 10,6
77,9 22,1
82,5 17,5
Jongeren van niet-Nederlandse afkomst hebben tenminste één ouder die in het buitenland geboren is Jongeren die bij beide ouders wonen, zijn jongeren die met beide ouders in één huis wonen of jongeren van wie de ouders co-ouderschap hebben
Het is belangrijk om u te realiseren dat een schoolprofiel gebaseerd is op een relatief klein aantal jongeren. Als een aantal te klein is (minder dan vijf tweedeklassers), wordt de uitkomst niet gepresenteerd.
Zo gezond is uw school!
Fons Vitae Lyceum
2011-2012
2
SCHOOLKLIMAAT School speelt een belangrijke rol in het leven van jongeren. Ze brengen er een groot deel van hun tijd door. Het is een plek om dingen te leren, maar ook om sociale contacten op te doen en vrienden te maken. Hoe uw leerlingen het schoolklimaat ervaren ziet u in tabel 2.
Schoolbeleving Plezier op school is belangrijk voor de sociaal-emotionele gezondheid van een leerling en komt de schoolprestaties ten goede. Van de tweedeklassers op uw school geeft 68,8% aan het '(hartstikke) leuk' te vinden op school, 27,9% zegt 'gaat wel' en 3,2% vindt het 'niet leuk' of 'vreselijk'. Leerlingen die het niet naar hun zin hebben op school vinden vooral dat 'de vakken niet leuk zijn'. Van de leerlingen zegt 82,5% met een docent op school te kunnen praten als hij/zij ergens mee zit.
Tabel 2: Schoolbeleving, pesten op school en schoolverzuim (%)
schoolbeleving school '(hartstikke) leuk' kunnen praten met docent pesten op school regelmatig gepest worden op school* regelmatig pesten op school* weleens mishandeld op school schoolverzuim verzuim door ziekte** spijbelen***
Pesten op school
Schoolverzuim
Wanneer jongeren gepest worden kan dit negatieve gevolgen hebben voor de lichamelijke en sociaalemotionele gezondheid. Ook kunnen schoolprestaties afnemen, net als de motivatie om naar school te gaan. Ook jongeren die zelf pesten ondervinden hiervan problemen. Zij zijn meestal niet zo populair, worden soms buitengesloten en maken moeilijk vrienden. Op uw school geeft 4,5% van de jongeren in de tweede klas aan minstens 2 keer per maand gepest te worden op school, een klein deel (<5) doet zelf 2 of meer keer per maand mee aan pesten. In het algemeen zijn jongens vaker pestkoppen dan meisjes, maar ze zijn even vaak slachtoffer.
Regelmatig verzuim van school hangt vaak samen met problemen op school of in de thuissituatie. Veel verzuim kan leiden tot voortijdig schoolverlaten. Frequent spijbelen blijkt daarnaast een risicofactor voor vandalisme, diefstal en geweld. Op uw school heeft 11,8% van de tweede klas leerlingen in de afgelopen vier weken minimaal 3 dagen school gemist vanwege ziekte. In dezelfde periode heeft een klein deel (<5) 3 of meer uren gespijbeld. In het algemeen wordt 'als ik geen zin heb in school' genoemd als belangrijkste reden om te spijbelen.
Een extreme vorm van pestgedrag is mishandeling. De leerlingen is gevraagd of zij weleens geestelijk (vaak getreiterd, gekleineerd of uitgescholden) en/of lichamelijk (bijvoorbeeld geschopt, geslagen, vastgebonden) mishandeld worden op school. Van de tweedeklassers op uw school wordt een klein deel (<5) weleens mishandeld op school. uw school (N=154)
gelijke scholen (N=2169)
68,8 82,5
59,1 78,3
4,5 ---
5,5 3,7 2,6
11,8 --
11,2 2,5
*** ≥ 2 keer per maand in de afgelopen 3 maanden. *** ≥ 3 dagen in de afgelopen 4 weken. *** ≥ 3 uren in de afgelopen 4 weken.
Zo gezond is uw school!
Fons Vitae Lyceum
2011-2012
3
SOCIAAL-EMOTIONELE GEZONDHEID Gezondheid is een toestand van niet-ziek-zijn en je goed voelen. Een goede gezondheid omvat dus meer dan alleen het ontbreken van ziekten. Het gaat ook over goed in je vel zitten, gelukkig en tevreden zijn met jezelf en je leven. Tabel 3 toont de resultaten voor ervaren gezondheid, sociaal-emotionele gezondheid en zelfdoding.
Ervaren gezondheid Hoe een jongere de eigen gezondheid ervaart, geeft een goed beeld van de huidige gezondheid. Daarnaast voorspelt het ook de gezondheid in de toekomst. Op uw school vindt 83,8% van de tweedeklassers de eigen gezondheid in het algemeen '(heel) goed', 14,9% zegt 'gaat wel' en een klein deel (<5) vindt de eigen gezondheid 'niet zo best' of 'slecht'.
Tabel 3: Ervaren gezondheid, sociaal-emotionele gezondheid en zelfdoding (%)
Daarnaast vertoont 87,0% van de jongens en 94,1% van de meisjes prosociaal gedrag. Prosociaal gedrag betekent onder andere dat je rekening houdt met de gevoelens van anderen, vriendelijk bent en vrijwillig hulp aanbiedt.
Zo gezond is uw school!
Fons Vitae Lyceum
2011-2012
gelijke scholen (N=2169)
83,8
81,1
7,8 8,4 3,2 5,8 21,4 90,9
8,3 8,9 9,1 7,4 22,2 89,9
12,3 --
13,9 1,5
ervaren gezondheid gezondheid '(heel) goed' sociaal-emotionele gezondheid* sociaal-emotionele problemen (SDQ-totaalscore) emotionele problemen gedragsproblemen problemen met leeftijdsgenoten hyperactiviteit/aandachtstekort prosociaal gedrag zelfdoding** gedacht aan zelfdoding poging tot zelfdoding ** In de afgelopen 6 maanden ** In de afgelopen 12 maanden
Sociaal-emotionele gezondheid Als jongeren sociaal-emotionele problemen hebben, kan dit negatieve gevolgen hebben voor hun ontwikkeling. Ook kunnen deze problemen thuis en op school leiden tot beperkingen in het dagelijks functioneren. In E-MOVO is de Strengths and Difficulties Questionnaire opgenomen, die het risico op sociaal-emotionele problemen meet. Van de tweedeklassers op uw school heeft 7,8% een verhoogd risico op sociaal-emotionele problemen1. In figuur 1 wordt voor jongens en meisjes getoond of het met name emotionele problemen, gedragsproblemen, problemen met leeftijdgenoten of hyperactiviteit/ aandachtstekort betreft.
uw school (N=154)
Zelfdoding
Figuur 1: Sociaal-emotionele gezondheid (%)
Overlijden door zelfdoding is onder jongeren zeldzaam. Het aantal jongeren dat een zelfmoordpoging overweegt of doet ligt echter hoger. Van de tweedeklassers op uw school zegt 12,3% in de voorgaande 12 maanden er weleens serieus over te hebben gedacht een einde aan het leven te maken en een klein deel (<5) heeft een poging tot zelfdoding ondernomen.
SDQtotaalscore emotionele problemen gedragsproblemen problemen met leeftijdsgenoten
In het algemeen geven meisjes vaker aan weleens serieus na te denken over zelfdoding en doen zij vaker een poging dan jongens.
hyperactiviteit/ aandachtstekort 0
5 Jongens Meisjes
10
15
20
25
30 % 1
De SDQ-totaalscore voor sociaal-emotionele problematiek wordt berekend op basis van de subschalen emotionele problemen, gedragsproblemen, problemen met leeftijdgenoten en hyperactiviteit/aandachtstekort.
4
VOEDING EN BEWEGEN Gezonde voeding en voldoende beweging zijn van groot belang voor een goede gezondheid. Een verkeerde balans tussen voedselinname en de hoeveelheid beweging is de belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van overgewicht. Overgewicht op jonge leeftijd vergroot de kans op overgewicht op volwassen leeftijd en kan leiden tot veel gezondheidsproblemen, zoals suikerziekte, hart- en vaatziekten en gewichtsproblemen. Daarbij hebben jongeren met overgewicht het vaak moeilijker op school. Wanneer iemand eenmaal overgewicht heeft, is het moeilijk om dat weer kwijt te raken. Voorkomen is dus beter! In tabel 4 ziet u de resultaten voor voeding en bewegen.
Voeding
Bewegen
Gezond eten is belangrijk voor een gezond gewicht en het voorkómen van andere ziekten. Eetgewoonten worden vaak al in de jeugd gevormd. Dagelijks ontbijten is een goede gewoonte die de concentratie op school en daarmee de leerprestaties bevordert. Daarnaast zorgt ontbijten ervoor dat er minder ongezonde tussendoortjes worden gegeten. Van de leerlingen in de tweede klas op uw school ontbijt 92,2% 5 of meer dagen per week. Dit betekent dat 7,8% van de tweedeklassers minimaal 1 dag in de week zonder ontbijt naar school gaat.
Lichamelijk actief zijn heeft een positief effect op de conditie, het welzijn en het lichaamsgewicht. Het verkleint daarmee de kans op gezondheidsproblemen die in het latere leven ontstaan, zoals hart- en vaatziekten en suikerziekte. Ook vergroot sporten het zelfvertrouwen van jongeren. Het advies van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen aan jongeren van 12-18 jaar is om elke dag minimaal 1 uur matig intensief te bewegen (Nederlandse Norm Gezond Bewegen). Aan deze norm voldoet maar 18,8% van de tweedeklassers op uw school. Een grotere groep jongeren was gemiddeld 1 uur per dag of meer lichamelijk actief: 70,8%.
Voldoende eten van groente en fruit beschermt tegen diverse vormen van kanker en hart- en vaatziekten. Van de jongeren eet 90,3% minstens 5 dagen per week groente en 71,2% minimaal 5 dagen per week fruit. Aan het advies van het Voedingscentrum om elke dag 2 stuks fruit te eten (de fruitnorm) voldoet slechts 18,8% van de leerlingen.
Na de basisschoolleeftijd neemt de lichamelijke activiteit van jongeren snel af. Dit heeft onder andere te maken met concurrerende activiteiten zoals huiswerk, tv-kijken en computeren. Een aanzienlijk deel van de leerlingen, namelijk 35,7%, besteedt gemiddeld 2 uur per dag of meer aan tv-kijken of computeren (niet voor school of huiswerk).
Tabel 4: Voeding en bewegen (%)
voeding ontbijten ≥ 5 dagen per week groente eten ≥ 5 dagen per week fruit eten ≥ 5 dagen per week voldoen aan fruitnorm* bewegen voldoen aan Nederlandse Norm Gezond Bewegen** lichamelijke activiteit gemiddeld ≥ 1 uur per dag*** tv-kijken/computeren gemiddeld ≥ 2 uur per dag**** **** **** **** ****
Zo gezond is uw school!
Fons Vitae Lyceum
2011-2012
uw school (N=154)
gelijke scholen (N=2169)
92,2 90,3 71,2 18,8
85,1 82,6 71,1 21,1
18,8 70,8 35,7
18,8 68,1 45,0
Elke dag ≥ 2 stuks fruit In de afgelopen week elke dag ≥ 1 uur matig intensieve lichamelijke activiteit In de afgelopen week ≥ 7 uur matig intensieve lichamelijke activiteit In de afgelopen week ≥ 14 uur tv-kijken/computeren, niet voor school of werk
5
GENOTMIDDELEN De puberteit is een levensfase waarin geëxperimenteerd wordt met diverse genotmiddelen, zoals tabak, alcohol en cannabis. Experimenteren hoort bij de leeftijd, maar aan het gebruik van deze middelen zitten ook risico's voor de gezondheid. Resultaten voor genotmiddelengebruik vindt u in tabel 5.
Roken Roken is de belangrijkste oorzaak van ziekte en sterfte in Nederland. Ernstige ziekten door roken zien we bij jongeren nog niet of weinig, maar rokende jongeren hebben wel vaker astmatische symptomen en mond- en tandproblemen. Hoe jonger iemand start met roken, hoe groter de kans is op een rookverslaving. Op uw school heeft 9,7% van de tweedeklassers weleens gerookt en rookt een klein deel (<5) minstens 1 keer per week.
Alcoholgebruik
Cannabisgebruik
Nederlandse jongeren drinken vaak en veel alcohol vergeleken met hun Europese leeftijdgenoten. Alcohol is erg schadelijk voor jongeren, omdat de hersenen en andere organen nog in ontwikkeling zijn en daardoor extra kwetsbaar zijn. Daarom wordt geadviseerd dat jongeren tot hun 16e en het liefst nog langer niet drinken. Andere negatieve gevolgen van (overmatig) alcoholgebruik zijn alcoholvergiftiging, risicovol seksueel gedrag, agressie en (verkeers)ongelukken. Van de leerlingen in de tweede klas op uw school heeft 16,9% weleens alcohol gedronken en dronk 5,2% recent (in de afgelopen 4 weken) alcohol. Van de jongeren dronk een klein deel (<5) recent zelfs 5 drankjes of meer bij 1 gelegenheid (binge drinken).
Het gebruik van cannabis (hasj en wiet) leidt bij langdurig en regelmatig gebruik tot geestelijke afhankelijkheid en gezondheidsrisico's, zoals luchtwegaandoeningen. Ook vermindert cannabisgebruik het reactievermogen, het concentratievermogen en het korte termijn geheugen. Dit kan onder meer leiden tot slechte schoolprestaties. Van de tweedeklassers op uw school heeft een klein deel (<5) weleens cannabis gebruikt en gebruikte een klein deel (<5) recent cannabis. Daarnaast zegt een klein deel (<5) weleens cannabis aangeboden te hebben gekregen op school.
Ouders hebben een belangrijke invloed op het alcoholgebruik van hun kind. Maar wat vinden de ouders van het alcoholgebruik van hun kind? 48,0% van de ouders keurt het af2, 44,0% vindt het goed3 en een klein deel (<5) weet het niet.
Tabel 5: Genotmiddelen (%)
roken weleens gerookt alcoholgebruik* recent alcohol gedronken binge drinken (≥ 5 drankjes bij 1 gelegenheid) cannabisgebruik weleens cannabis gebruikt * In de afgelopen 4 weken
Zo gezond is uw school!
Fons Vitae Lyceum
2011-2012
uw school (N=154)
gelijke scholen (N=2169)
9,7
16,5
5,2 --
9,0 3,0
--
4,0
2
De ouders vinden dat hun kind minder alcohol moet drinken, ze raden het af of ze verbieden het. 3 De ouders vinden het goed dat hun kind alcohol drinkt of ze zeggen er niets van.
6
SEKSUALITEIT De pubertijd is een leeftijdsfase waarin veel jongeren hun eerste seksuele ervaringen opdoen. Het is daarom belangrijk dat jongeren leren over pilgebruik en condooms om zwangerschap en seksueel overdraagbare aandoeningen (soa's) te voorkomen. Daarnaast is het voor een gezonde seksuele ontwikkeling belangrijk dat jongeren zelf beslissingen kunnen nemen, waarbij zij rekening houden met en respect hebben voor zichzelf en de ander. Tabel 6 toont de resultaten voor veilig vrijen, een ongewenste seksuele ervaring en de houding ten opzichte van homoseksualiteit.
Tabel 6: Veilig vrijen, ongewenste seksuele ervaring en houding ten opzichte van homoseksualiteit (%)
Veilig vrijen
* Onder een ongewenste seksuele ervaring wordt verstaan: 'alles van zoenen, intiem betasten tot naar bed gaan toe'.
Jongeren die seksueel actief zijn, maar geen condoom gebruiken lopen risico op een ongewenste zwangerschap of een soa. Toch vinden veel jongeren het lastig om over condoomgebruik te beginnen. Op uw school heeft 5,2% van de tweedeklassers ooit met iemand geslachtsgemeenschap gehad. Van de seksueel actieve leerlingen had een klein deel (<5) weleens geslachtsgemeenschap zonder condoom. In het algemeen wordt 'omdat we zelf niet wilde / omdat de ander niet wilde' genoemd als belangrijkste reden om geen condoom te gebruiken.
weleens tegen hun zin een seksuele ervaring te hebben gehad.
Ongewenste seksuele ervaring Ongewenste seksuele ervaringen kunnen ingrijpend zijn en ernstige gevolgen hebben voor het welzijn van jongeren. In E-MOVO wordt gevraagd of jongeren weleens tegen hun zin een seksuele ervaring met iemand hebben gehad. Een seksuele ervaring wordt hierbij uitgelegd als 'alles van zoenen, intiem betasten tot naar bed gaan toe'. Van de tweedeklassers geeft 3,9% aan
Zo gezond is uw school!
Fons Vitae Lyceum
2011-2012
veilig vrijen weleens geslachtsgemeenschap gehad niet altijd een condoom gebruikt ongewenste seksuele ervaring weleens een ongewenste seksuele ervaring gehad* acceptatie homoseksualiteit negatieve houding ten opzichte van homoseksualiteit op school eerlijk uit kunnen komen voor homoseksualiteit
uw school (N=154)
gelijke scholen (N=2169)
5,2 --
3,7 24,7
3,9
2,4
-56,5
11,2 50,2
Houding ten opzichte van homoseksualiteit Als veel jongeren op school een negatieve houding hebben ten opzichte van homoseksualiteit is het moeilijk voor een homoseksuele jongere om uit te komen voor de seksuele voorkeur. Van de leerlingen in de tweede klas op uw school heeft een klein deel (<5) een negatieve houding ten opzichte van homoseksualiteit. Ze willen geen vriendschap sluiten met homoseksuele jongeren, ze laten merken dat de ander van hen af moet blijven of ze gaan liever naast iemand anders zitten in de pauze. Op de vraag of op uw school een homoseksuele jongere eerlijk uit kan komen voor zijn/haar seksuele geaardheid antwoordt 56,5% van de tweedeklassers 'ja', 13,6% 'nee' en 29,9% 'ik weet het niet'. In het algemeen staan jongens negatiever tegenover homoseksualiteit dan meisjes.
7
AANBEVELINGEN Bij onderwerpen waar een bijstaat scoren de tweedeklassers op uw school slechter dan jongeren op vergelijkbare scholen. Het is belangrijk dat u zelf nagaat of uw school de slechte score op dit onderwerp herkent, of dit in alle klassen speelt en of uw school hier iets aan kan doen. Gezondheidswinst kan geboekt worden door schoolgezondheidsbeleid te ontwikkelen of aan te scherpen. U kunt onder andere denken aan het opstellen van een pestprotocol, het gezonder maken van de schoolkantine of het houden van een alcoholvrij schoolfeest. Daarnaast kan de school preventieprogramma's inzetten, gericht op jongeren zelf en/of hun ouders. Het aanbod van kwalitatief goede programma's in Amsterdam vindt u in de jeugdpreventiewijzer. Ook adviseert de GGD Amsterdam graag over programma’s en maatregelen die passen bij uw school.
Schoolklimaat
Sociaal-emotionele gezondheid
Pak pesten aan! Pesten heeft negatieve gevolgen voor de pester, de gepeste en de rest van de klas. Gepeste jongeren voelen zich vaak alleen, hebben een minderwaardigheidsgevoel en voelen zich somber. De pesters zelf liggen vaak niet goed in de groep en de rest van de klas lijdt onder de negatieve sfeer. Dit alles kan de schoolprestaties en de motivatie om naar school te gaan doen afnemen, wat leidt tot meer spijbelen en ziekteverzuim. De school heeft een belangrijke taak in de preventie van pesten. De sfeer op school en een positief onderwijsklimaat hebben invloed op pestgedrag. Schoolwide Positive Behavior Support (SWPBS) is een programma dat helpt om een veilig en positief schoolklimaat te creëren en gedragsproblemen te voorkomen. Hierdoor kan elke leerling optimaal profiteren van het geboden onderwijs.
Wees alert op 'onzichtbare' emotionele problemen! Angst, depressieve gevoelens, een scheiding of het hebben van een ouder met psychiatrische problemen kunnen de sociaal-emotionele gezondheid van jongeren negatief beïnvloeden. Doordat deze problemen vaak onzichtbaar zijn lijden deze jongeren in stilte. Voor het klassikaal bevorderen van geluk en welbevinden en het verminderen van depressieve klachten kan gekozen worden voor Happyles. Happyles bestaat uit twee e-learning lessen over geluk, met als vervolg daarop een groepscursus in een chatbox voor jongeren met somberheidsklachten.
De GGD vindt een aantal onderwerpen zo belangrijk dat er op alle scholen aandacht aan besteed zou moeten worden, ongeacht de schoolscore in dit profiel. Voor elk hoofdstuk (schoolklimaat, sociaal-emotionele gezondheid, voeding en bewegen, genotmiddelengebruik en seksualiteit) wordt hiernaast het belangrijkste advies eruit gelicht. Per advies vindt u voorbeelden van schoolbrede en/of klassikale programma's die ingezet kunnen worden. Wilt u meer informatie over de programma's of zoekt u een preventieprogramma voor een individuele leerling, neem dan contact op met de medewerker(s) van de Jeugdgezondheidszorg op uw school (contactinformatie op de achterzijde van dit schoolprofiel).
Zo gezond is uw school!
Fons Vitae Lyceum
2011-2012
8
AANBEVELINGEN Voeding en bewegen
Genotmiddelen
Seksualiteit
Maak de gezonde keuze de makkelijke keuze! Teveel Amsterdamse jongeren zijn te dik. Wanneer ze eenmaal te zwaar zijn is het moeilijk om de extra kilo’s kwijt te raken. Overgewicht brengt veel gezondheidsproblemen met zich mee. Het is daarom belangrijk dat gezond eten en voldoende bewegen op uw school de makkelijke en aantrekkelijke keuzes zijn. Mogelijkheden om dit te realiseren zijn onder andere een gezonde schoolkantine, het stimuleren van lopen en fietsen naar school, het uitbreiden van het aantal gymlessen, buitenschoolse sportactiviteiten, een beweegvriendelijk schoolplein en/of lesprogramma's gericht op meer bewegen en gezonder eten. Voor het VMBO levert Topscore DoiT een integrale totaalaanpak op het gebied van overgewicht. Topscore DoiT maakt leerlingen bewust van het belang van gezond eten en voldoende bewegen en past de schoolomgeving zo aan dat gezond eten en voldoende bewegen gestimuleerd wordt.
Probeer alcoholgebruik zo lang mogelijk uit te stellen! Er wordt de laatste tijd steeds meer bekend over het schadelijke effect van alcohol op het puberbrein. Het terugdringen van alcoholgebruik is dus van belang en daarbij geldt: hoe later de start, hoe minder riskant. Het opstellen van een alcoholbeleid op school en alcoholvrije schoolfeesten dragen bij aan de preventie van alcoholgebruik. Een lesprogramma dat ingezet kan worden op het voortgezet onderwijs om (riskant) gebruik van genotmiddelen zoals tabak, alcohol en cannabis te verminderen of in elk geval zo lang mogelijk uit te stellen is 'De Gezonde School en Genotmiddelen'. Het programma biedt een combinatie van voorlichting, oudervoorlichting, duidelijke regels stellen en vroegsignalering van riskant gebruik. Extra aandacht voor alcohol is binnen De Gezonde School en Genotmiddelen mogelijk met een korte interventie gericht op de regels die ouders hanteren (PAS-interventie).
Het draait om respect! De puberteit is een leeftijdsfase waarin veel jongeren hun eerste seksuele ervaring opdoen. Voor een gezonde seksuele ontwikkeling is het belangrijk dat jongeren zelf beslissingen kunnen nemen, waarbij zij rekening houden met en respect hebben voor zichzelf en de ander. Het programma 'Lang Leve de Liefde' richt zich op deze aspecten. Lang Leve de Liefde besteedt aandacht aan relaties en verliefdheid, veilig vrijen, weerbaarheid, grenzen stellen en homoseksualiteit.
Zo gezond is uw school!
Fons Vitae Lyceum
2011-2012
9
Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)
Colofon Uitgave
GGD Amsterdam, cluster EDG/JGZ
Auteurs
L van Dieren, CL van Vuuren, CE Verhagen, MF van der Wal
Website
www.gezond.amsterdam.nl
Fotografie
Fotobank Amsterdam, Beeldbank Maatschappelijke Stage
Vormgeving
F Mouthaan
JGZ locatie
Henrick de Keijserstraat (Zuid) Vertrouwelijk 020-5555834
[email protected]
Dit schoolprofiel is gemaakt vanuit 'Gezondheid in Beeld' en wordt alleen toegestuurd aan de school. De informatie in dit schoolprofiel is strikt vertrouwelijk. Alleen met uitdrukkelijke toestemming van de school mag informatie uit dit schoolprofiel worden overgenomen, vermenigvuldigd of verspreid.