<)+<=;*7-3
PASSIE
1
<)+<=;*7-3
<)+<=;*7-38);;1-
2
tactus locatie houtwal zutphen :
Van biljarten, het sleutelen aan fietsen tot een goed gesprek… alles is mogelijk.
Tactus locatie Houtwal Zutphen: Het werken met cliënten in een Inloopcentrum
3
Tactus locatie Houtwal Zutphen
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
I N L EI DI N G
PASSIE 4
pas·sie (de ~ (v.), ~s) groot verlangen naar iets of iemand of hartstochtelijke liefde voor iets of iemand Verslaving en passie. Twee begrippen die op het eerste gezicht mijlenver van elkaar afstaan. Maar niets is minder waar. Passie is overgave; de gedrevenheid om dingen met grote inzet te doen. Maar passie kan ook doorslaan. In verslaving. Passie is het thema van dit jaarboek en u vindt het dan ook op veel plekken in dit boek terug. Passie is het grote verlangen naar iets of iemand. Dat verlangen zien we terug bij onze cliënten die hongeren naar het verslavende middel; het wordt een obsessie. Ze zoeken naar water in de woestijn. Passie wordt dan een verslaving. Verslaving als doorgeschoten lust.
TEKST : ruud rutten, bestuurder
Goede voorbeelden van doorgeslagen passie zijn de zeven zonden. Deze zijn van iedereen en van alle tijden; ze zijn niet voor niets al eeuwen inspiratie voor schilders, dichters en filosofen. Hebzucht, lust, luiheid, afgunst, woede, vraatzucht en trots; menselijk gedrag dat zijn oorsprong vindt in de hersenen. Dat gedrag kunnen we nu dus op neurobiologisch niveau bekijken. Verslaving aan genotsmiddelen wordt meer en meer beschouwd als een hersenziekte; een ontspoorde passie van het brein. Dat geeft nieuwe inzichten en mogelijkheden voor behandeling. Verslaving is geen keuze, maar een ziekte. Nieuwe technieken geven wetenschappers de mogelijkheid om real time te zien wat
zich in de hersenen van een verslaafde afspeelt. En dan blijkt dat de mentale zwakte van weleer een chronische hersenziekte is. De tijd dat verslaafden werden weggezet als karakterzwakke personen die hun toestand aan zichzelf te wijten hebben, moet daarom achter ons liggen. Ik draai het liever om: cliënten die er in slagen af te kicken van hun verslaving zijn, in mijn ogen, mensen met een sterk karakter. In het boek ‘Passies van het brein’, een mooi boek dat ik onlangs las, gaat hoogleraar klinische neuropsychologie Margriet Sitskoorn in op de relatie tussen onze hersenen en de verleidelijke kracht van bijvoorbeeld verslavende middelen. In het hoofdstuk over vraatzucht gaat Sitskoorn in op eetstoornissen als het Prader-Willi-syndroom. Deze aandoening wordt gekenmerkt door een extreme eetlust en voedselinname. Geen vrijwillige keuze, maar een genetische weeffout. Ons brein zorgt dat we beloond worden op het moment dat we actie ondernemen die goed is voor de overleving van de soort; denk aan eten, drinken en seks. Stoffen als alcohol, cocaïne, heroïne en nicotine werken verslavend, omdat ze dit beloningssysteem ‘kapen’. De werking van deze middelen is zelfs sterker dan de oorspronkelijke prikkels. Erfelijke aanleg kan extra gevoeligheid voor verslaving triggeren. In het wetenschappelijk artikel over de neurobiologische aspecten van verslaving leest u alles over de mechanismen die hier verantwoordelijk voor zijn.
De reportage gaat dit jaar over de Verslavingsreclassering en Forensische Polikliniek JusTact Flevoland. De relatie tussen hulp aan verslaafden en criminaliteitsbestrijding is er een met een lange traditie. Sterker nog: de verslavingszorg in Nederland is ooit begonnen als een vorm van reclasseringswerk. Zelfs voor beperkte vormen van crimineel gedrag en verslaving is er sprake van een gemeenschappelijke neurobiologische oorzaak. Het maatschappelijk rendement van verslavingsreclassering is hoog: iedere euro die wordt geïnvesteerd levert er drie à vier op in andere sectoren. Verreweg het grootste deel van die winst wordt geboekt op het gebied van vermindering en voorkomen van criminaliteit en maatschappelijke overlast. Aangezien verslaving een proces is op neurobiologisch niveau is het niet verwonderlijk dat erfelijkheid een grote rol speelt. Vooral bij jongeren die op jonge leeftijd al stevig drinken ligt de schatting op 60%. Deze inzichten zijn niet helemaal nieuw. Toen ik 25 jaar geleden de ontslagbrieven voor cliënten schreef viel al op dat veel van deze mensen al rond hun 12e waren begonnen met drinken. Gelukkig zijn we tegenwoordig in staat veel eerder in te grijpen door preventieactiviteiten en outreachende hulp in jeugdzorg, op school en op straat. Met als sluitstuk van dit aanbod de jeugdkliniek, waarover u leest in het artikel over het succesproject. Het ontwikkelen van zelfcontrole en zelfsturing is voor jongeren belangrijk. Zeker de jongeren in de jeugdkliniek worden gestimuleerd in het zelf maken van keuzes. Daarbij is er altijd de beschermende en helpende hand van de professional van Tactus.
De kennis over erfelijke aanleg geeft ons veel aanknopingspunten voor vroeginterventie; de jeugdkliniek is daar maar één voorbeeld van. Helaas is dat besef nog niet voldoende doorgedrongen bij de politiek gezien de komende bezuinigingen. Naïviteit en ondeskundigheid binnen het huidige kabinet zullen een volgend kabinet opzadelen met wachtlijsten, verhoogde criminaliteit en maatschappelijke onrust. In een later stadium wordt dan bij economische voorspoed de zorg weer gerepareerd. Terwijl er een prachtige mogelijkheid ligt om nu gezamenlijk de zorg efficiënter, beter en goedkoper te maken. Op alle maatschappelijke gebieden wordt efficiënter en effectiever werken mogelijk gemaakt door investeren. Alleen in de gezondheidszorg lijkt de overheid steeds weer te kiezen voor aanbodbeperking. Het is alsof door het uitstellen van eten de honger vanzelf overgaat. Maar in plaats van rond te lopen met een hongerige maag en je later vol te proppen is het beter te investeren in gezond en regelmatig eten. Zo voorkom je dat de passie voor eten ontspoort. Eigenlijk lijnt de overheid dus op een verkeerde manier.
Verslaving in Nederland neemt niet toe en de negatieve gevolgen nemen af door vroeginterventie. We helpen meer mensen af van hun verslaving; onder andere door de passie van onze medewerkers.
Ruud Rutten, Bestuurder Tactus Verslavingszorg
5
Passie; ik zie het ook bij onze medewerkers. Om elke dag weer klaar te staan voor onze cliënten. Om datgene te doen wat de cliënt weer op weg helpt. Door het boek heen vindt u andere passies van medewerkers in polaroidformaat. Mooi en soms verrassend om te zien hoe gedreven en op welk niveau mensen met hun hobby bezig zijn. Die inzet en gedrevenheid nemen ze dus ook mee naar hun werk; één van de redenen dat de verslavingszorg de laatste decennia veel heeft bereikt.
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
6
Tactus locatie Houtwal Zutphen: Het werken met cliënten in een Inloopcentrum
7
Tactus locatie Houtwal Zutphen
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
I N H O U D S OP G AV E
8
TACTUS BOEK 2010-2011: PASSIE
I n lei d i n g:
PASSIE
4
door Ruud Rutten, bestuurder
H o ofd stu k 1
Verslavingsreclassering en JusTact Flevoland goede tandem bij delictpreventie
10
door Karel van Delft, freelance journalist
H o ofd stu k 2
Inzichten in het brein. De ontspoorde passie
18
door Hein de Haan, directeur zorgzaken/psychiater Tactus en Sjoerd van der Wal, bedrijfsjournalist Wetenschappelijke publicaties Tactus 2010-2011
22
H o ofd stu k 3
In de Tactus Jeugdkliniek maken jongeren eigen keuzes
24
door Sjoerd van der Wal, bedrijfsjournalist
H o ofd stu k 4
Geschiedenis Instelling Verslavingszorg Stedendriehoek (IVS) door Sjoerd van der Wal, bedrijfsjournalist
30
H o ofd stu k 5
Beleidsperspectief 2011-2016
36
door Ruud Rutten, bestuurder en Sjoerd van der Wal, bedrijfsjournalist
H o ofd stu k 6
Tactus in cijfers 2009-2010
38 38 39 39 41 42 44 44 46 47 50
Klachtencommissie Klachtenoverzicht Incidentenmeldingen Personeelsgegevens Cliëntgegevens Productie Toelating intramurale capaciteit Productie Tactus Verslavingsreclassering Toelichting wijzigingen overzicht Verslavingsreclassering Geconsolideerde jaarrekening
H o ofd stu k 7
Stichting Vrienden van Tactus: Kinderen van Verslaafde Ouders
52
Organogram
54
Colofon
56
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
9
H O O F D ST U K 01
10
VERSLAVINGSRECLASSERING EN JUSTACT GOEDE TANDEM BIJ DELICTPREVENTIE TEKST : K arel van Delft
In de provincie Flevoland werken Tactus Verslavingsreclassering Flevoland en de forensische polikliniek JusTact van Tactus nauw samen. De Verslavingsreclassering adviseert de rechtbank en begeleidt verslaafde cliënten, die met justitie in aanraking zijn gekomen en JusTact voorziet in diagnose en behandeling. Beide onderdelen van de Tactus-organisatie zijn gevestigd in een pand aan de Randstad 22183 in Almere. Door nauwe samenwerking kunnen de Tactus-afdelingen optimaal werken aan het gezamenlijke doel: terugdringen van recidive. Dat hoofddoel wordt bereikt door een scala aan activiteiten, zoals cliënten inzicht in zichzelf geven, hun financiën en huisvesting op orde brengen, sociale relaties helpen ontwikkelen alsook steun verlenen bij het zoeken van werk of dagbesteding. Tevens biedt de forensische polikliniek JusTact diagnostiek en behandeling met als doel middelengebruik en delictgedrag te voorkomen. Deze combinatie van begeleiding, toezicht en zorg maakt Tactus uniek. Er kan een nauw verband bestaan tussen middelengebruik en delictgedrag. Door die problemen in samenhang te benaderen werk je het beste aan delictpreventie en voorkomen van middelengebruik. Dat is het uitgangspunt van Tactus Verslavingsreclassering en de forensische polikliniek JusTact.
Het werk van Tactus Verslavingsreclassering Flevoland bestaat uit drie onderdelen. Enerzijds brengt de afdeling via rapporten adviezen uit aan de rechtbank. Anderzijds houden de Verslavingsreclasseringsmedewerkers toezicht op de uitvoering van vonnissen en begeleiden zij cliënten bij praktische zaken als werk en huisvesting. Het derde element betreft de begeleiding bij executie van werkstraffen. “De belangrijkste doelstelling van de Verslavingsreclassering is recidive te voorkomen”, zegt Simon Sneep. Hij is hoofd bedrijfsvoering van Tactus Verslavingsreclassering Flevoland. Zijn afdeling kent vijftien medewerkers. “Vaak vallen verslaafden terug in gebruik van verslavende middelen en/of crimineel gedrag. Terugval hoort bij verslaving”, zegt Sneep. “Als iemand geen sociaal netwerk, werk of huisvesting heeft, is de kans op terugval veel groter.” Van de cliënten van Tactus Verslavingsreclassering Flevoland haalt 62 procent het einde van hun voorwaardelijke proeftijd. Dus bijna tweederde van de cliënten sluit twee jaar toezicht en begeleiding positief af. De gemiddelde leeftijd van de cliënten van Tactus Verslavingsreclassering Flevoland is 36,6 jaar. Het gros is tussen de 20 en 50 jaar en 95 procent van de cliënten is man. Slechts tien procent van de cliënten is ouder dan 48 jaar. Sneep: “Verslaafd zijn is echt topsport: je bent de hele dag bezig met scoren. Na een moment van euforie begin je weer van voor af aan. Dat is slopend.”
11
Tactus locatie Randstad Almere
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
12
Tactus locatie Randstad Almere
De delicten waarvoor cliënten van de Verslavingsreclassering veroordeeld zijn variëren van een reeks winkeldiefstallen tot doodslag. Ongeveer tien procent van de cliënten heeft een TBSveroordeling. Een aantal cliënten wordt agressief als ze onder invloed zijn en ze plegen dan delicten. Ook komen stelen en overvallen plegen vaak voor als ze geld nodig hebben om drugs te kopen. In het middelengebruik bemerkt Sneep tendensen. Terwijl heroïnegebruik afneemt, zijn GHB en gebruik van speed sterk in opkomst. GHB is erg verslavend. Iedereen kan het maken en het is erg goedkoop. Het is belangrijk dat de Verslavingsreclassering zorgt dat de financiën en huisvesting van cliënten op orde zijn en dat ze werk of dagbesteding hebben. Regelmatig contact in het kader van toezicht dient om dit in goede banen te leiden. “Als iemand uit de gevangenis komt en niet weet waar hij heen moet, gaat het vaak binnen de kortste keren fout. Dan wordt het geld voor een treinkaartje omgezet in drugs en is de eerste bon alweer binnen als iemand dan zonder geldig vervoersbewijs de trein pakt.” “De gemeente Almere heeft dat goed begrepen”, zegt Sneep. De gemeente, die 190.000 inwoners telt, heeft sinds najaar 2010 een unieke overeenkomst ‘nazorg ex-gedetineerden’ met Tactus Verslavingsreclassering Flevoland. Per jaar begeleidt de Verslavingsreclassering 80 inwoners van Almere die in de gevangenis zitten of deze net verlaten hebben. De Verslavingsreclasseringsmedewerkers halen de exgedetineerden bij de poort op, gaan met de cliënt mee naar het
UWV, helpen bij het vinden van huisvesting en zorgen waar nodig voor verwijzing naar geestelijke gezondheidszorg. Het betreft cliënten die maximaal vier maanden gevangenisstraf hebben. In tegenstelling tot langer gestraften bestaat voor deze categorie geen begeleiding na hun ontslag uit de gevangenis. Veelplegers vormen circa 20 procent van de criminele verslaafden, maar zij zijn goed voor circa 80 procent van de criminaliteit. Sneep constateert dat de aanpak van veelplegers het afgelopen jaar in Flevoland provinciebreed meer aandacht krijgt. Openbaar ministerie, gemeente, politie en Verslavingsreclassering werken nu veel beter samen. “Voor de Verslavingsreclassering is in die samenwerking een belangrijke taak weggelegd”, zegt Sneep. “Wij zijn de organisatie die het beste zicht heeft op de veelplegers. Wij weten wie het zijn en welke problemen ze hebben.” Alle cliënten van Tactus Verslavingsreclassering Flevoland zijn verslaafd en in aanraking gekomen met justitie. In meer of mindere mate gaat dat gepaard met persoonlijkheidsstoornissen. Om de kans op recidive te verminderen (een groot maatschappelijk belang) en in het belang van het welzijn van de cliënt zelf is het belangrijk dat de cliënten zorg krijgen. Zo’n 90 procent van de cliënten van Tactus Verslavingsreclassering Flevoland wordt voor diagnose en behandeling doorverwezen naar JusTact Flevoland.
Behandeltraject JusTact In de forensische polikliniek van JusTact Flevoland werkt een multidisciplinair team van acht mensen: een hoofd bedrijfsvoering, een hoofd behandeling (klinisch psycholoog/psychotherapeut), drie psychologen, een maatschappelijk werker, een administratief medewerkster en een psychiater. Gemiddeld zijn er jaarlijks zo’n 150 cliënten in behandeling. Het merendeel ondergaat een verplichte behandeling. Dit is een behandeling die door de rechter is opgelegd, meestal op advies van de (verslavings)reclassering. Het behandeltraject van JusTact duurt in de regel een half jaar tot een jaar. In die periode zien de zorgverleners hun cliënten wekelijks gedurende een sessie van 45 minuten. Meestal komen de cliënten naar de polikliniek, in een enkel geval bezoekt de zorgverlener de cliënt thuis. JusTact krijgt de cliënten onder andere doorverwezen door Tactus Verslavingsreclassering Flevoland, gemeenten of de politie. De cliënten hebben een diverse achtergrond, van veelvuldige winkeldiefstal tot huiselijk geweld in combinatie met middelengebruik. Zo’n tien procent heeft een TBS-veroordeling. “Na de intake waarin een diagnose wordt gesteld, volgt een behandeling die wordt vastgelegd in een overeenkomst met de cliënt”, vertelt psychologe Jannetje van Mourik. JusTact werkt zoveel mogelijk op basis van evidence-based methoden. De MATE-Crimi is een triage-instrument om de zorgzwaarte van de cliënt te bepalen. Door het afnemen van deze vragenlijst ontstaat inzicht in de mate van verslaving en psychische problemen.
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
13
14
Bij het stellen van een diagnose en opstellen van een zorgplan bestaat nadrukkelijk aandacht voor de achtergrond, de sociale omgeving en mogelijke toekomstperspectieven van cliënten. Er wordt gekeken of en in hoeverre er sprake is van een psychische stoornis en/of een persoonlijkheidsstoornis, bijvoorbeeld ADHD, een autistiforme stoornis of een borderlinepersoonlijkheidsstoornis. “Als we de problemen hebben gediagnosticeerd, wordt een zorgplan vastgesteld. Dat bestaat in de regel uit cognitieve gedragstherapie, eventueel aangevuld met medicatie”, vertelt Van Mourik. De therapie is onder meer gericht op het verwerven van zelfinzicht, inzicht in de symptomen van een psychiatrische stoornis, inzicht in de samenhang met middelengebruik en/of delictgedrag. Dat gebeurt bijvoorbeeld door psycho-educatie. Ook wordt daarbij aandacht gegeven aan het ontwikkelen van sociale vaardigheden. Het zorgplan is gebaseerd op maatwerk. “Sommige cliënten hebben bijvoorbeeld een sociale fobie of last van depressies”, licht Van Mourik toe. “De psychologen en de psychiater zorgen voor diagnose en behandeling, de maatschappelijk werker neemt eventuele praktische kwesties ter hand. Hij draagt er zorg voor dat de voorwaarden voor behandeling optimaal blijven of worden door het regelen van de financiën, de huisvesting, etc., kortom de materiële dienstverlening.” Naast individuele begeleiding biedt JusTact groepstrainingen aan op het gebied van agressieregulering, huiselijk geweld,
impulscontrole en leefstijltraining. Eventueel worden die trainingen ook individueel aangeboden. In de impulscontroletraining wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van psychomotorische therapie (PMT). Veel cliënten hebben geen rem op hun gedrag, via deze therapie leren ze signalen in hun lichamen herkennen. Psychologe Van Mourik ervaart de nauwe samenwerking met de Verslavingsreclassering als nuttig. “Wij kunnen op basis van inzicht in de persoon gerichte adviezen aan de Verslavingsreclassering geven en de Verslavingsreclassering kan snel meedenken over vragen hoe we de praktische problemen kunnen oplossen waar een cliënt tegen aanloopt.”
Piet vraagt hulp bij manische buien
Op een woensdag in juni heeft de 39-jarige Piet (niet zijn echte naam) twee afspraken na elkaar in het Tactus-pand aan de Randstad in Almere. In het kader van een resocialiseringstraject spreekt hij met zowel psychologe Jannetje van Mourik (JusTact) als met Verslavingsreclasseringsmedewerkster Martine Batelaan (Tactus Verslavingsreclassering Flevoland). Piet wordt begeleid door socio-therapeute Floor Gilbert van de resocialisatieafdeling van de Oostvaarderskliniek, de TBS-kliniek ‘om de hoek’. Piet is vijftien jaar geleden tot TBS veroordeeld wegens doodslag. Hij is een eenvoudige magere man, die gespannen overkomt. Bij hem is een schizo-affectieve stoornis vastgesteld. Dat betekent dat hij zonder behandeling en medicatie wanen en hallucinaties kan hebben en manisch of depressief kan zijn. Voor de zorgverleners is Piet de ideale cliënt, want hij is heel
coöperatief. “Dat geldt slechts voor twee van de tien cliënten”, zegt psychologe Van Mourik. “Zeven op de tien moeten eerst flink gemotiveerd worden voordat ze mee willen werken aan een behandeling en één op de tien weigert eenvoudigweg mee te werken.” Piet woont al twee jaar op zichzelf in Almere. Hij heeft sinds vijf jaar een volledige baan bij een verpakkingsbedrijf. De laatste tijd is hij behoorlijk ziek geweest. Hij is dertig kilo afgevallen en gevreesd werd voor leukemie. Piet heeft een proefverlof en verplicht contact met de Verslavingsreclassering. Hij mag geen drugs en alcohol gebruiken en moet zich maandelijks hier op laten controleren door de Verslavingsreclassering. Omdat het lichamelijk slecht met hem gaat, is hij tijdelijk weer in de Oostvaarderskliniek opgenomen. Piet vertelt dat hij bang is voor manische buien. Vooralsnog is de schade beperkt en uit het zich in kopen van allerlei huishoudelijke artikelen die hij leuk vindt. Terugval in cocaïnegebruik ligt echter op de loer, weet hij ook zelf. Met psychologe Van Mourik bespreekt hij zijn emotionele problemen en hij krijgt advies hoe hij daar mee om moet gaan. Piet is tevreden over de contacten met psychologe Van Mourik. “We praten over m’n psyche. Ik kan me bij haar uiten en ze leert me ontspanningsoefeningen. Ik kan bij haar terecht met dingen die me dwarszitten. Voor mij heeft het heel veel zin. Ze leert me met mijn problemen om te gaan.” Psychologe Van Mourik stelt vast dat Piet baat heeft bij de sessies. “De gesprekken luchten hem op en geven hem zelfinzicht. Dat helpt hem op het rechte pad te blijven. We spreken ook over hoe hij zijn vrije tijd kan invullen en hoe hij verder kan gaan met zijn leven.”
15
Tactus locatie Randstad Almere
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
16
Met Verslavingsreclasseringsmedewerkster Martine Batelaan spreekt Piet over een rapport dat zij binnenkort voor de rechtbank moet schrijven. Daarin moet zij een advies uitbrengen over voorwaardelijke beëindiging van de TBS. Omdat Piet ernstig ziek is geweest heeft Batelaan een schriftelijk advies gegeven aan het Openbaar Ministerie Amsterdam om de zitting op te schorten. In de tussentijd kan Piet dan in de Oostvaarderskliniek weer op krachten komen. De psychiater van de kliniek kan dan direct toezicht op hem hebben. Tijdens het gesprek informeert zij naar zijn gezondheidstoestand, medicijngebruik en zijn manische buien. Ook komt het gevaar van terugval naar cocaïnegebruik ter sprake. Waar nodig geeft socio-therapeute Gilbert aanvullende informatie. Batelaan geeft in het gesprek aan dat zij de rechtbank zal voorstellen dat er een uitspraak in het vonnis wordt opgenomen waarin wordt vastgelegd dat Piet bij een terugval in de toekomst tijdelijk in de TBS-kliniek kan worden opgenomen. Andere voorwaarden die zij noemt zijn dat Piet werk moet blijven houden, eigen woonruimte, geen harddrugs gebruikt en onder behandeling blijft van JusTact. Piet herhaalt dat het belangrijk is dat mensen opletten of hij manisch wordt. Hij kent de kenmerken: grote ogen, druk gedrag, weinig remmingen, spullen kopen en veel uithuizig. “Ik ben moe van de cocaïne, maar als je manisch wordt, word je steeds gekker. Dan is er een risico dat ik weer ga gebruiken. Daarom is het belangrijk dat mensen goed op me letten.” Martine stelt hem een positief advies in het vooruitzicht. “Maar het ligt aan jezelf, je moet je wel aan de afspraken houden. Een volgende keer bespreken we het rapport.”
“Stuur mij maar terug naar de kliniek” Eind van de middag op een doordeweekse dag rijdt Verslavingsreclasseringsmedewerkster Martine Batelaan met haar auto naar een vestiging van het RIBW in Almere. Ze brengt een bezoek aan Jan (niet zijn echte naam). De midden-veertiger woont in een aanleunwoning van het RIBW. Probleem is dat hij zich niet wenst te houden aan de voorwaarden van zijn voorwaardelijke TBS-beëindiging. In het vonnis staat dat hij zijn medicijnen onder toezicht moet innemen indien Tactus Verslavingsreclassering dit indiceert. Als sanctie op overtreding van de voorwaarden staat dat hij mogelijk weer dwangverpleging krijgt en naar de TBS-kliniek moet. Jan is een behoorlijk verhospitaliseerde cliënt die eigenlijk na zoveel jaar niet op zijn plaats is in een TBS-kliniek. Veertien jaar geleden is hij daar terecht gekomen na vernieling, bedreiging en brandstichting. Hij is tegenwoordig niet gevaarlijk en hij is het best op zijn plaats in een vorm van beschermd wonen. De missie van Batelaan is hem te overtuigen van het onder toezicht innemen van zijn medicijnen. Jan heeft Refusal voorgeschreven gekregen tijdens een recente time-out in de kliniek. Die time-out was het gevolg van het overtreden van de voorwaarden omtrent alcoholgebruik. Doel van de Refusal is om alcoholgebruik te voorkomen en zo het delictrisico te verminderen. Om er zeker van te zijn dat hij het medicijn gebruikt is hem een aanwijzing gegeven dat hij dit onder toezicht moet innemen.
Jan ontvangt Batelaan en een medewerker van het RIBW vriendelijk in zijn appartement. Aan de boodschap van Batelaan heeft hij echter maling. Jan: “Ik kan zelf mijn medicijnen innemen. Het enige dat er de afgelopen drie maanden is gebeurd is dat ik een keer gedronken heb en tegen een auto ben opgefietst. Ik heb geen kind gemolesteerd of zoiets. Ik ben liever van die hele TBS af.” Batelaan: “Er zijn duidelijke voorwaarden door de rechtbank gesteld.” Jan: “Ik ben alweer vergeten waar dat gesprek over ging. Ik drink af en toe om mijn angsten kwijt te raken. Ik wil een andere woonvorm. Mijn benedenbuurman maakt lawaai en ze gebruiken hier alleen maar.” Batelaan: “Je neemt jezelf overal mee naar toe. Overal kom je mensen tegen die gebruiken. Ik denk niet dat het de oplossing is om te verhuizen, maar ik wil er wel serieus met je naar kijken.’ Jan: ‘Het gaat steeds maar over TBS, terwijl ik een hulpvraag heb en dat is een goede woonvorm.” Batelaan: “Wat zou je dan willen?” Jan: “Dat weet ik ook niet.” Batelaan: “Maar wat heeft de rechter tegen je gezegd tijdens de zitting?” Jan: “Dat is me niet zo bijgebleven.” Batelaan: “Hij zei dat je naar deskundigen moet luisteren en niet alles moet afwijzen wat je wordt aangeboden.” Jan: “Wie is er nou deskundig? Ik ben alleen maar tegen een auto opgefietst. Jullie zijn helemaal niet deskundig. Ik knok voor mezelf,
maar jullie luisteren niet.” Batelaan: “Ik wil graag naar je luisteren, maar het is lastig om je te begrijpen want je spreekt jezelf soms tegen.” Jan: “Ja, maar dat doet iedereen.” Batelaan: “Op de TBS-kliniek zit je niet op je plek. Je kunt je beter aan de voorwaarden houden.” Jan: “Nou, zo slecht heb ik het daar niet gehad.” Batelaan: “Het is belangrijk dat je je medicijnen op tijd gebruikt.’ Jan: ‘Dat kan ik prima zelf.” Batelaan: “Vanwege voorzichtigheid en als ondersteuning kan het RIBW beter je medicijnen geven.” Jan: “Jullie moeten eens ophouden en normaal doen. Ik kan goed met mijn medicijnen overweg. Als het moet ga ik wel terug naar de kliniek of de gevangenis. Ik wil mijn pillen in eigen beheer.” Batelaan: “Ik ga dit gesprek nu stoppen, omdat ik zie dat je erg boos bent en we nu niet verder komen. Ik ga er over nadenken wat nu verstandig is.” Jan: “Als je het gesprek niet aankan, moet je het niet doen.” Rond vijf uur besluit Martine Batelaan de kwestie even te laten betijen. De officier van justitie is niet direct bereikbaar, een woonbegeleider die Jan goed kent is de volgende dag weer in dienst en zijn Refusal voor twee dagen heeft Jan die dag al gehad. Batelaan heeft met de woonbegeleiders afgesproken dat zij Jan die avond goed in de gaten houden. Dit is een situatie waarin hij zou kunnen terugvallen in alcoholgebruik. Om de cliënt wat tegemoet te komen en toch het risicomanagement goed in de gaten te houden, spreekt Batelaan met de begeleiding af dat hij de
aanwijzing krijgt om alleen zijn Refusal onder toezicht in te nemen. De rest van zijn medicatie mag hij in eigen beheer houden en innemen. Bij calamiteiten omtrent deze cliënt moet de woonbegeleiding direct Batelaan informeren, zodat er overleg kan plaatsvinden met de officier van justitie. Wijsheid is het verschil tussen doen en soms even laten. Bij de Oostvaarderskliniek is voor noodgevallen in ieder geval een plek gereserveerd. Batelaan: “Jan heeft borderline, hij heeft wisselende stemmingen en alles ligt altijd aan een ander. Ik blijf in ieder geval via mijn mobiel bereikbaar. Dit is geen negen tot vijf baan.”
17
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
H O O F D ST U K 0 2
18
INZICHTEN IN HET BREIN. DE ONTSPOORDE PASSIE TEKST : Hein de haan, sjoerd van der wal
Ons brein is geprogrammeerd op overleven. Seks geeft genot en eten toch minimaal voldoening. Nieuwe inzichten in de neurobiologie wijzen erop dat gebruik van verslavende middelen stevig ingrijpt in dit systeem. Verslaving is lang - en nog steeds - toegeschreven aan sociale factoren en de leefomgeving. Wie erfelijk belast is voor verslaving en daarnaast opgroeit in een gezin met middelenproblematiek maakt goede kans op een leven lang vechten tegen verslaving. Ook een kind met hechtingsproblemen loopt een grotere kans op het ontwikkelen van verslavingsproblematiek. Daar is niks aan veranderd. De wetenschap heeft de laatste decennia wel meer en meer aangetoond hoe al deze factoren en problemen de gevolgen van verslaving op hersenniveau laten zien. Een neurobiologische benadering is daarmee een weerslag van verschillende biologische, psychologische en sociale factoren. Onze genen leren we steeds beter te begrijpen. “Sinds we het menselijke genoom in kaart hebben gebracht, zien we steeds duidelijker wat de invloed van genen is. Maar aan de andere kant is er nog een lange weg te gaan als het gaat om oplossingen”, zegt Hein de Haan, directeur Zorg bij Tactus. Het samenspel van genen en omgeving is simpelweg te complex om verslaving vanuit een eenduidig neurobiologisch model te verklaren.
Voedingsbodem In onze hersenen bevindt zich het limbisch systeem dat betrokken is bij emotie, motivatie, genot en het emotioneel geheugen. Het is (evolutionair gezien) één van de oudste delen van de hersenen. In deze omgeving wordt ons handelen dat gericht is op overleving beloond. Daarbij komt dopamine vrij; een neurotransmitter dat een grote rol speel bij het ervaren van genot en bevredigen van behoeften. “Dopamine zorgt dat we onze aandacht gaan focussen op datgene wat het genot oplevert. Ten koste van veel. Het is als zoeken naar water in de woestijn; je bent vastberaden het te vinden”, legt De Haan uit. We komen er steeds meer achter dat verslavende middelen dit systeem als het ware kapen. In het beloningssysteem komt enorm veel dopamine vrij als verslavende middelen worden gebruikt. “Gebruik wordt dan evolutionair geïnterpreteerd als goed gedrag. Tijdens het verslavingsproces heeft het geheugen geleerd om automatisch te kiezen voor een verbinding tussen middelengerelateerde prikkels en gebruik als reactie; ook als deze op de lange termijn alleen maar nadelig zijn .” Met saillantie wordt het fenomeen aangeduid dat verklaart dat ons brein zo sterk reageert op de prikkels die zijn opgeslagen in het beloningssysteem, zoals in het geval van verslaving. De verslaafde zal daarmee sneller kiezen voor de verkeerde ‘oude’ oplossing, in plaats van voor een ‘goede’ nieuwe oplossing: nieuw te ontwikkelen ‘banen’ in ons brein die minder door het beloningssysteem ondersteund worden. “Het is één van de minder prettige bijkomstigheden van de evolutie. Zonder dat we
nu precies weten waarom dat gebeurt.” Ons brein was er kennelijk niet op voorbereid om stoffen, die evolutionair gezien nog niet zo lang geleden zeer schaars waren, in zulke grote en geconcentreerde hoeveelheden toegediend te krijgen. De mens is gezegend met een relatief grote prefrontale hersenschors. Hier bevindt zich het evolutionair gezien nieuwe mechanisme dat een rem kan zetten op impulsief gedrag. “Het bespringen van een willekeurig iemand is best verantwoord; het gaat toch om voortplanten. In onze huidige maatschappij hebben we echter afgesproken dat het sociaal niet gewenst is te paren met de eerste de beste op straat. Een afspraak waar de meesten van ons zich gelukkig aan kunnen houden door de rem in de prefrontale schors.” Deze sociale rem vermindert echter door overmatig gebruik van middelen. “De prefrontale hersenen raken overprikkeld, receptoren trekken zich terug en geven daarmee vrij spel aan het (compulsieve) gebruik. Middelen leggen het prefrontale hersendeel plat door het systeem uit te blussen. Daarmee verdwijnt het lange termijnperspectief en slaat de impuls gericht op het krijgen van het middel toe. Een ideale voedingsbodem voor obsessief gebruik.” Daarnaast kan het dopaminerge systeem per mens sterk verschillen in de mate waarop het geprikkeld moet worden, voordat een gevoel van verzadiging of genot ontstaat. De een heeft genoeg aan een kopje thee, de ander moet minimaal met een stuk elastiek aan de enkel van een brug springen. “Die
laatste groep moet veel krachtigere prikkels hebben en zoekt het in extreme situaties als bijvoorbeeld middelengebruik en is daardoor gevoeliger voor verslaving.” De recente ontdekking van het gen AUTS2 is een voorbeeld van de neurobiologische invloed op verslaving. Het gen speelt een rol in het besturen van de prikkels die mensen ervaren als zij een borrel drinken. Niet toevallig is het gen actief in het deel van de hersenen dat de neuropsychologische beloningsmechanismen regelt. In feite zijn er zelfs twee versies van het gen, ook wel polymorfisme genoemd. Bij de ene versie, die minder voorkomt, maar actiever is, drinken mensen gemiddeld vijf procent minder alcohol. Dit gen lijkt dus alcoholgebruik te dempen. Maar gen AUTS2 is maar één van de vele genen die een rol spelen in verslaving. En juist die hoeveelheid maakt het complex om de neurobiologische mechanismen te doorgronden. Het snuiven van cocaïne bijvoorbeeld heeft weer een andere uitwerking op de hersenen dan het spuiten van cocaïne. “De hersenen zijn vele malen gecompliceerder dan we ooit voor mogelijk hebben gehouden.”
Beïnvloeding De Attentional Bias is een ander radertje in verslavingsgedrag. “Attentional Bias kun je omschrijven als gewoontegedrag; prikkels waar we onbewust aandacht voor hebben. Dat gewoontegedrag ontstaat voor een deel ook bij verslaving.” De Haan noemt het voorbeeld van autorijden. “Dat wordt op een
gegeven moment een automatisme. We verrichten de handelingen zonder er bij na te denken. Zo gaat het ook met verslaving; voor je het weet is die sigaret al weer opgestoken.” De onbewuste prikkels die het verslaafde gedrag in de hand werken zijn moeilijk te corrigeren. Maar onmogelijk is het niet. “Op onbewust niveau is beïnvloeding door retraining van automatische processen mogelijk. Daarmee doorbreek je de automatische kant van verslaving.” De Haan noemt daarnaast allerlei vormen van cognitieve gedragstherapie als een blijvende inzet voor het aanleren van bewuste gedragingen. “Je kunt iets niet afleren, maar wel leren hoe iets niet moet.” Verslaving leer je nooit helemaal af, maar je kunt wel leren hoe je in alle (on) mogelijke situaties niet kan gaan drinken of gebruiken.
Determinisme De toenemende ontsluiering van de hersenen roept een ethisch dan wel filosofisch vraagstuk op. Als onze hersenen inderdaad een groot deel van onze bepalingen aansturen, wat hebben we dan zelf nog in te brengen? Dit zogenaamde gendeterminisme is ook voor verslaving een punt van aandacht. Want als je er toch niks aan kunt doen dat je verslaafd bent, waarom zou je dan actief met je herstel aan de slag gaan? Zo eenvoudig ligt het echter niet. De Haan: “Je kunt stellen dat verslaafden minder keus hebben op het moment dat ze verslaafd zijn. De genetische make-up die iedereen meekrijgt is mede bepalend voor je aanleg tot verslaving.” Maar dat betekent volgens De Haan niet dat ‘je alles maar moet laten gebeuren’. “Voor fatalisme is geen plek. De mogelijkheid om andere gedragingen, in plaats van het
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
19
verslavingsgedrag, aan te leren is er wel degelijk. Maar daar zul je wel je best voor moeten doen.”
20
De Haan denkt wel dat de cliënt baat heeft bij de uitleg dat het niet alleen hun keuze is dat ze verslaafd zijn. “Verduidelijking van het neurobiologisch systeem aan de cliënt kan destigmatiserend werken. Door de uitleg kun je schaamte- en schuldgevoelens voor een deel weghalen. De wetenschap dat de verschillende soorten verslaving toch veel overeenkomsten hebben, kan therapeutisch van waarde zijn; cliënten praten makkelijker over hun verslaving en geven daarmee een betere start aan hun behandeling”, verwacht De Haan. Daarnaast is de maatschappij verantwoordelijk om mensen niet tot slachtoffer te maken. “Verslaafden moeten (weer) vat krijgen op hun eigen autonomie en verantwoordelijkheid. Soms met hulp van anderen.”
Kinderschoenen Het voortschrijdende inzicht in de werking van de hersenen betekent voor de behandeling van verslaving dus nieuwe kansen. De Haan noemt een aantal voorbeelden. “Ten eerste medicatie. Daar moeten we heel gericht naar kijken met daarbij de vraag wat het kan toevoegen aan de behandeling.” Het ingrijpen in de hardware (de neurobiologische substraten zelf), zoals De Haan het noemt, zou een veel sneller resultaat kunnen geven. Tegelijkertijd is het vakgebied nog zo jong dat we nog lang niet overal een antwoord op hebben. “We begrijpen heel veel zaken
gewoon nog niet. En zeker de lange termijngevolgen van bepaalde ingrepen zijn nog volstrekt niet duidelijk.” Een ander voorbeeld is rechtstreekse beïnvloeding van de hersenen met behulp van elektromagnetische velden. Of Deep Brain Stimulation, waarmee depressies en angsten behandeld worden. Neurofeedback, waarbij de frequentie van hersengolven en dus de hersenactiviteit wordt beïnvloed, is nog een voorbeeld. “Met scans kunnen we in beeld brengen wat de directe gevolgen van bepaalde acties zijn. En ook waar die gevolgen zich afspelen. Voor verslaving betekent dat wellicht rechtstreekse interventie.” De neurobiologie staat nog in de kinderschoenen, maar lijkt veelbelovend. “Waar medicijnen nu nog onvoldoende opbrengst hebben, kunnen nieuwe neurobiologische inzichten wellicht helpen. Medicatie kan verbeterd worden en nieuwe technieken ontwikkeld. Maar ook therapieën kunnen beter beoordeeld werken op hun werkzaamheid.” De aanknopingspunten en uitdagingen zijn legio. De wetenschap zet grote stappen en de zorg zou dankbaar aan kunnen haken. “De toekomst van de verslavingszorg ligt echter ook in de handen van de politiek. Gezien de laatste berichten zal het nog wel even duren voordat de huidige minister ons de beschikking geeft over fMRI’s en PET-scans om het brein en daarmee de neurobiologie van onze cliënten beter in beeld te brengen.”
21
Tactus locatie Houtwal Zutphen
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
Lijst wetenschappelijke publicaties Tactus 2010-2011
22
1. de Jong, C.A.J. en de Haan, H.A. Het ziekteconcept van verslaving: Nederlands tijdschrift voor anesthesiologie. April 2011. 2. de Haan, H.A., Joosten, E.A.G., Wijdeveld, A.G., Boswinkel, P.B., van der Palen, J., & De Jong, C.A.J.(2011). Cognitive Behavioural Treatment Is as Effective in High- as in Low-Scoring Alexithymic Patients with Substance-Related Disorders. Psychother Psychosom, 80(4), 254-255. 3. Noorthoorn, E.O., Havenaar, J.M., de Haan, H.A., van Rood, Y.R. en van Stiphout, W.A.H.J. Mental Health Service Use and Outcomes After the Enschede Fireworks Disaster: A Naturalistic Follow-Up Study. Psychiatric Services. November 2010 Vol. 61 No. 11 4. Brenninkmeijer, M. en Postel, M.G. (2011). Benzo’s de baas Silhouet, 2, 23-25. 5. Postel, M.G., de Haan, H.A., en de Jong, C.A.J. (2010). Evaluation of an e-therapy program for problem drinkers: A pilot study. Substance Use and Misuse, 45(12), 2059-2075. 6. Postel, M.G., de Haan, H.A., ter Huurne, E.D., Becker, E.S. en de Jong, C.A.J. (2010). Effectiveness of a Web-based Intervention for Problem
Drinkers and Reasons for Dropout: Randomized Controlled Trial. Journal of Medical Internet Research, 12(4), e68. 7. Postel, M.G., de Haan, H.A., ter Huurne, E.D., Becker, E.S. en de Jong, C.A.J. Characteristics of problem drinkers in e-therapy versus face-to-face treatment. Am J Drug Alcohol Abuse. 8. Postel, M.G., de Haan, H.A., ter Huurne, E.D., Becker, E.S., & de Jong, C.A.J. Attrition in Web-based Treatment for Problem Drinkers. 9. Postel, M.G., Joosten, E.A.G., de Haan, H.A., ter Huurne, E.D., Becker, E.S. en de Jong, C.A.J. Therapeutic alliance in e-therapy versus face-to-face addiction treatment. 10. Postel, M.G. en Brenninkmeijer, M. (2010). Hoofdstuk 16. Methodiek online behandeling. In Schalken, F. (Eds). Handboek online hulpverlening. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. 11. Essen J.B. van, Horst K.A.H. van der, Wieske E.L., Ruyten M.C.M., De Jong C.A.J. Richtlijn Alcoholgebruiksruimten. GGZ Nederland, Amersfoort, 2011.
23
lucy :
Oud wordt weer nieuw
Lucy Olthoff, senior secretaresse, locatie Ripperdastraat Enschede - tassen ontwerpen en maken
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
H O O F D ST U K 0 3
24
IN DE TACTUS JEUGDKLINIEK MAKEN JONGEREN EIGEN KEUZES TEKST : S joerd van der wal
De jeugdkliniek van Tactus op het terrein van Avenier in Wapenveld is bijna een jaar in bedrijf. Het concept lijkt aan te slaan, want de kliniek zit nagenoeg altijd vol. Enkele betrokkenen laten hun licht schijnen over de successen en uitdagingen van de kliniek. “Jongeren moet je hun eigen keuzes laten maken.”
Elise Melker - hoofd Behandeling De werkwijze binnen de Tactus Jeugdkliniek is voor een deel bewerkstelligd door Elise Melker. Het hoofd Behandeling gaf handen en voeten aan de behandelingen binnen de kliniek. In alle documenten loopt een duidelijke rode draad. “Jongeren moeten een stem hebben in hun eigen zorgtraject.” De eerste maand was vol sollicitatiegesprekken en in september trapte de jeugdkliniek af met zes jongeren. De kliniek biedt een onderkomen voor jongeren tot achttien jaar die problematisch middelengebruik vertonen. Melker: “Jongeren die zich in de thuissituatie niet kunnen ontworstelen aan hun problemen. Binnen de kliniek gaan we stapje voor stapje werken aan herstel. Dat betekent op tijd opstaan en naar school gaan. Maar ook een actieve dagbesteding en voor enkelen moeten we nog verder terug en de hygiëne weer oppakken.” Een klein jaar na de aftrap beantwoordt Melker de vraag of de kliniek een succes is met ‘ja en nee’. “Ja, omdat we gewoon goed
bezet zijn. Jongeren hebben het hier naar hun zin; we hebben nog geen weglopers gehad. Terwijl iedereen op elk moment mag vertrekken. De omgeving van het gebouw draagt daar aan bij. Jongeren ervaren hier veel vrijheid.” Datzelfde pand schiet in de ogen van Melker ook tekort. “De indeling van het pand is ietwat ongelukkig. We hebben veel
‘Zelf de regie houden is voor jongeren erg belangrijk’ hoeken waar de controle moeilijk te handhaven is. Maar uiteindelijk zijn de voordelen van het terrein groter dan de nadelen van het pand. Bovendien gaat het om een tijdelijk pand.” Op termijn denkt Melker ook aan capaciteitsuitbreiding. En differentiatie. “Meer gerichte zorg; onderscheid maken in de verschillende groepen jongeren.” Het ritme en regelmaat dat de jongeren wordt bijgebracht is een belangrijke stap in het herstelproces. Naar school gaan past daar goed in. En dat kan binnen de Jeugdkliniek. “De mogelijkheid om binnen het terrein naar school te gaan is wat mij betreft een erg sterk punt van de Jeugdkliniek”, zegt Melker. “Het maakt de kliniek uniek. Jongeren worden weggehaald uit hun ‘vertrouwde’ plek, maar tegelijkertijd proberen we hun leven ook hier te normaliseren. Daar hoort school bij.” Daarnaast ziet Melker school als een eerste stap naar een terugkeer in de maatschappij.
25
Tactus Jeugdkliniek Wapenveld
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
26
Tactus Jeugdkliniek Wapenveld
“Ze ervaren school als waardevol. Het past ook heel goed in de visie van het stellen van doelen; het werken aan jezelf.” Jongeren blijven gemiddeld drie maanden in de Jeugdkliniek. “Ze komen vrijwillig, al is hun motivatie vaak extern. De motivatie van het al dan niet vrijwillig hier komen is belangrijk als startpunt.” Net als de thuisomgeving van de jongere.
‘Motivatie is erg belangrijk voor een goede start’ “Het inschakelen van het systeem van de jongere kan ontzettend waardevol zijn in de therapie. Bovendien willen de meeste jongeren uiteindelijk toch weer naar huis. Dan is het goed daar op voorbereid te zijn. Jongere en ouders.” Die ondersteuning uit zich in onder andere familietherapie, opvoedingsondersteuning, zelfcontrole en behandeling. “Allemaal zaken die de overgang bij vertrek uit de Jeugdkliniek versoepelden.”
Johan de Weerd - opname-coördinator Officieel is Johan de Weerd opnamecoördinator, maar de praktijk leert dat hij druk is met veel meer dan dat. Telefoontje hier, gesprekje daar. Hij ziet zichzelf dan ook een beetje als de smeerolie van de Jeugdkliniek. “In een kliniek als deze gebeurt elke dag wel iets dat niet gepland staat; daar ben ik dan bij. Dat maakt het een dynamische omgeving.” Tijdens het gesprek blijkt
dat De Weerd niet gelogen heeft; regelmatig wordt hij weggeroepen voor een gesprek of gaat zijn telefoon. Troubleshooter noemt hij zichzelf ook wel. In het relatief jonge team op de Jeugdkliniek is De Weerd een man met ervaring. Hij is al 38 jaar actief als hulpverlener. Zo werkte hij vijftien jaar in diverse internaten en was hij tien jaar ambulant hulpverlener bij Tactus in Apeldoorn. De Jeugdkliniek is dus een nieuwe halte in de reis van De Weerd door de wereld van de zorg. “Een mooie nieuwe uitdaging; ik was wel toe aan iets anders.” Zijn keuze is vooral gebaseerd op zijn visie dat jongeren tijdig geholpen moeten worden. “Jongeren zijn de toekomst. Tijdig ingrijpen is dan ook van groot belang.” Wie je ook spreekt binnen de Jeugdkliniek; één aspect komt telkens terug. Insteek is dat jongeren zelf de regie houden over hun behandeling. “Ze moeten inzicht krijgen in wat ze doen; dat geven wij ze. Die handreiking kan ze helpen de nadelige gevolgen van gebruik te ontdekken. Daar is het uiteindelijk om te doen. Niet voor niks betrekken we jongeren heel sterk in het opstellen van hun zorgplan.” De koppeling tussen gebruik en gedrag wordt door de jongeren niet altijd gemaakt. “Ze willen vaak niet zien dat het een het gevolg van het ander is. Dat besef proberen we over te brengen.” Niet altijd even gemakkelijk: de Weerd ziet vaak dat bij de jongeren na binnenkomst de motivatie daalt. “Ze hebben het gevoel in een keurslijf te zitten, geen eigen keuzes te kunnen
maken. Het vertrouwen in volwassenen is vaak ook laag vanwege ruzie en onbegrip in de thuissituatie. Hulpverleners vertrouwen ze dan in eerste instantie ook niet. Ze denken dat ze veel moeten en weinig mogen. Na verloop van tijd wordt dat beter. Al pikt de een het wat sneller op dan de ander.” Het verschil met vroeger? “Niet zoveel”, zegt De Weerd. “Buiten de moderne middelen van tegenwoordig. De communicatie is wat dat betreft wel anders. Ze zijn de hele dag in contact; dat kan wel eens afleidend werken.” Daarnaast merkt De Weerd dat jongeren tegenwoordig al snel denken dat ze volwassen zijn. “Ze denken erg snel erg slim te zijn; ik noem het eerder bijdehand.” Professionele teleurstelling is De Weerd niet vreemd. “Werken met jongeren is erg mooi, maar je weet dat je af en toe ook teleurgesteld wordt. Vaak is het een zaak van lange adem en dan
‘Jongeren nemen altijd gereedschap mee naar huis’ nog gaat het soms mis. Maar ik ben er van overtuigd dat jongeren altijd gereedschap meenemen naar huis. Dat is misschien niet altijd direct zichtbaar, maar later zeker wel.”
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
27
Bert Willerink - docent School is een belangrijk onderdeel van de jeugdkliniek. Bert Willerink is één van de docenten die de jongeren dagelijks onder zijn hoede neemt. “Wij geven les. En handvatten voor het leven.”
28
De school is eigenlijk onderdeel van de organisatie De Sprengen, maar de Tactus-jongeren zijn eveneens welkom. “Ze vormen wel een eigen klas, dat is gewoon praktisch. Verder verschilt het niet zoveel met een ‘normale’ school. Vijf dagen in de week les en gewone schooltijden.” De jongeren krijgen een individueel programma dat is afgestemd met hun oude school. “Daarmee leggen we een basis voor de tijd dat ze weer teruggaan naar hun oude omgeving. “Ook in de schoolomgeving nemen de doelen van de jongere een centrale plek in. “We kijken heel gericht wat ze willen en waar ze goed in zijn; daar kan bijvoorbeeld een beroepskeuzetest bij helpen. De wensen en mogelijkheden van de jongere zijn daarbij de basis.” Engels, Nederlands en wiskunde zijn verplichte vakken voor alle jongeren uit de jeugdkliniek. Naast de normale schoolvakken krijgen de jongeren drie keer in de week Equip. ”Noem het maar handvatten voor het leven. We willen graag dat ze ook met zichzelf aan de slag gaan. Dat vraagt bij deze jongeren wel wat inspanning.” Gebruik van middelen is ook in het klaslokaal uiteraard verboden. Maar dat wil niet zeggen dat het nooit gebeurt. “Ik ben geen specialist, maar merk wel als er gebruikt is.
Ik signaleer en maak het bespreekbaar met de mensen van Tactus.” Willerink noemt het werk ‘enerverend’. “De jongeren dagen elke dag uit; de groepsdynamiek is groot. Maar dat maakt het wel erg leuk.”
29
Tactus Jeugdkliniek Wapenveld
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
H O O F D ST U K 0 4
30
GESCHIEDENIS INSTELLING VERSLAVINGSZORG STEDENDRIEHOEK (IVS)
Het waren de tijden van de geboorte van de gebruiksruimten. Het was pionieren. Maar ook een periode van grote stappen, zoals het afscheid van Groenlo en belangrijke samensmeltingen van organisaties mede bepalend voor de verslavingszorg van nu. Over de IVS (Instelling Verslavingszorg Stedendriehoek) die in 1995 ontstond en in 2001 Tactus werd, valt dan ook zeker een verhaal te vertellen door de betrokkenen van toen en daarvoor. De begroeting is hartelijk. Vier mensen die een verleden delen bij de IVS ontmoeten elkaar op een zonnige dinsdagmiddag in caférestaurant Moskou. Ze waren betrokken bij een periode die zich laat kenmerken door nieuwe initiatieven, groei en ‘samensmelting’ van verschillende disciplines binnen de verslavingszorg. Het verleden was geweest, de verslavingszorg was zichzelf opnieuw aan het uitvinden. Dat daarbij oude zekerheden sneuvelden was inherent aan de weg die was ingeslagen. Paul van Hulzen, Riet Venneman, Johan Raubun en Lucy Olthoff vertellen.
Proefpolder TEKST : S joerd van der Wal
Voormalig bestuurder Paul van Hulzen schetst de omstandigheden waarin de voormalige IVS van start ging. “We hadden destijds te maken met een sterke verkokering binnen de verslavingszorg. Zowel binnen als tussen de klinische en ambulante verslavingszorg bepaalden vooral ideologie en traditie de visie op ontstaan en aanpak van verslavingsproblemen.” De verkokering ging samen en werd in stand gehouden door gescheiden
financieringsstromen. Bovendien betrad een derde partij het speelveld: de gemeenten. “In het kader van overlastbeleid en sociale vernieuwing probeerden ze invloed uit te oefenen op het beleid.” Deventer was één van de eerste gemeenten die zichzelf een duidelijke rol toebedacht in het zorgproces. De polarisatie binnen de verslavingszorg was de gemeente een doorn in het oog. Ze wilde dan ook graag grip krijgen op dit zorgproces. In de notitie ‘Naar verslavingscentra’ van de landelijke koepel van verslavingsinstellingen NeVIV werd een visie van gebundelde krachten neergelegd. De nota bepleitte de vorming van geïntegreerde circuits; ambulante en klinische functies zouden moeten samengaan. Van Hulzen was sinds 1993 directeur van het CAD IJsselstreek. Zijn eerste prioriteit was het beëindigen van het conflict tussen de grote gemeenten en het CAD. “De verhoudingen kwamen onder druk te staan door de overheveling van de landelijke financiering van de CAD’s naar de gemeenten. Toen die verhoudingen eenmaal waren verbeterd, kon gekoerst worden op het integreren van de activiteiten van de drie aparte regionale verslavingszorgorganisaties CAD, Stichting Drugshulpverlening en de Stichting Waspada.” Dat resulteerde een jaar later in een fusie tot de IVS. Bij de samensmelting was de grootste opgave het bij elkaar brengen van de verschillende visies van de drie organisaties. “Een samenwerking waarin het soms lastig was om recht te doen aan de werkwijze van elke afzonderlijke partij”, zegt Van Hulzen die hierin uiteindelijk heel goed slaagde en de onrust wist te kalmeren.
31
Interview geschiedenis Instelling Verslavingszorg Stedendriehoek in café Moskou in Deventer
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
32
Interview geschiedenis Instelling Verslavingszorg Stedendriehoek in café Moskou in Deventer
Pionierswerk De methadonverstrekking was één van de meer controversiële taken die op het bordje van de IVS kwam te liggen. De oorsprong daarvan lag al bij het CAD die in de tweede helft van de jaren 80 deze taken kreeg toebedeeld. “De uitvoering van de methadonverstrekking betekende een omslag in het denken en doen; de rol van huisartsen werd geëlimineerd en apothekers waren niet langer verstrekkers van de methadon.” Alle taken rondom de methadonverstrekking werden bij het CAD neergelegd. Voor de verslavingsorganisatie hield dit in dat allerlei nieuwe disciplines binnen werden gehaald. Lucy Olthoff daarover: “Opeens kwamen er artsen, psychiaters en zelfs een preventieafdeling ontstond in die tijd.” Het CAD leek klaar voor de nieuwe taak, maar schijn bedroog; soepel verliep het allemaal niet. Een moeilijke, nieuwe doelgroep, ontoereikende middelen en ontevreden cliënten maakten de methadonverstrekking een tour de force. Het was pionierswerk op alle fronten. In 1985, ten tijde van het CAD, werden al de eerste drie methadonposten geopend. In Deventer in de kelder van de vestiging aan de Brinkpoortstraat, in Zutphen aan de Marschpoortstraat en in Apeldoorn werd gekozen voor de Mariannalaan. Arts Peter Vossenberg speelde een grote rol in de verstrekking van methadon. Zijn visie haalde hij voor een deel uit Amerika. Riet Venneman licht toe: “In Amerika waren binnen de methadonverstrekking verschillende richtingen geëvolueerd. Het onderhoudsmodel en het reductiemodel vochten om voorrang. In het eerste geval was het een kwestie van onderhouden, in het
tweede geval van daadwerkelijk afbouwen. Het eerste model paste beter in de Nederlandse visie op methadonverstrekking. Dat leverde strijd op.” Een strijd die niet zomaar gewonnen werd. “Het leverde heftige disputen met de Inspectie en binnen de verslavingszorg op. Mede door de volharding van Vossenberg kreeg het onderhoudsmodel steeds meer ondersteuning.”
Doelgroepeigen Methadonverstrekking was een onderwerp dat hoop en verbetering symboliseerde. Verbetering voor de verslaafde die tot dan toe noodgedwongen op zoek ging naar bevrediging van zijn verslaving. Met alle randverschijnselen van dien. Maar anderzijds was er ook de publieke opinie die afkerend stond tegen de verstrekking van methadon. “Er stak een storm van protest op; we gingen toch zeker niet de verslaafden helpen hun verslaving in stand te houden?”, verwoordt Johan Raubun de heersende publieke opinie van destijds. Niet voor niets waren er in het eerste stadium veel zorgen over de beperking van overlast. Raubun: “We wilden niet dat het mislukte door negatieve voorvallen. En er zijn best wel incidenten geweest, maar daar hebben medewerkers meer last van gehad dan de omgeving.” Waar nu de methadonverstrekking tot in de puntjes is geprotocolleerd, was het vroeger meer een gevoelskwestie. Olthoff: “Wat ik nog weet is dat we vroeger gewoon met liters methadon over straat gingen. Er is mee gestopt, omdat het
simpelweg te zwaar werd, niet zozeer vanuit veiligheidsoverwegingen.” Toch kwam de methadon niet altijd aan op de plaats van bestemming. “Ik heb twee keer meegemaakt dat ze het tijdens de verstrekking pikten”, zegt Venneman. Of cliënten die midden in de nacht bij de hulpverlener aan de deur stonden voor methadon. “‘Doelgroepeigen’ noemden we dat maar.” Het waren de dagen van pionieren met minimale middelen; voor elk probleem was wel een praktische oplossing.
De IVS heeft al met al een jaar of zes bestaan. Maar in die jaren gebeurde er het nodige. Ook de nu overal bekende alcohol- en gebruiksruimte is ontstaan tijdens de IVS-periode. Het verhaal over het eerste spuithuis, zoals het in de volksmond heette, is een mooie anekdote die Johan Raubun dan ook al vaak heeft verteld, maar dat graag nog eens doet. “Tijdens een werkbezoek van burgemeester Bruins-Slot kwamen we in de binnenstad waar hij letterlijk over een verslaafde struikelde. De man was hier erg van onder de indruk, riep ‘dit kan zo niet’ en daarmee was het idee van het spuithuis geboren.” Wat overigens niet wil zeggen dat de gebruiksruimte er zonder slag of stoot was. Het was een samenwerking van vele partijen die uiteindelijk allemaal hetzelfde wilden, maar toch hun eigen inbreng hadden. Uiteindelijk werd het spuithuis begin jaren
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
33
negentig geopend. Het was weer een stap in de ontwikkeling dat overlastbestrijding een maatschappelijke taak voor de verslavingszorg was.
34
De gebruiksruimte in Apeldoorn werd een succes. “Het werd binnen de kortste keren als succesmodel naar andere plekken geëxporteerd. Het leverde ook aantoonbare winst op: enerzijds werd de overlast in de stad vele malen minder, anderzijds en wellicht nog belangrijker betekende het stabilisatie van de doelgroep.” De IVS bewees wederom niet bang te zijn voor nieuwe initiatieven en zo de basis te leggen voor de succesvolle ontwikkeling van methadonverstrekking en gebruiksruimte. “We vervulden wel een voortrekkersrol; konden een stempel drukken op de ontwikkelingen van die tijd. De IVS werd dan ook gezien als een pioniersclub. Dat leverde vaak complimenten, maar af en toe ook bedenkingen op.”
Turbulent Van Hulzen was de man die alle nieuwe ontwikkelingen in goede banen moest leiden. Zijn managementstijl van mensen binden, zowel in- als extern, paste dan ook precies in de tijdsgeest. “Het was een spel in de goede zin van het woord. Afstemmen van visies, recht doen aan ieders belangen. Maar gaandeweg dat proces vielen de stukken van de puzzel op de goede plek.” De IVS ging in 2001 samen met Tactus, Instelling voor Verslavingszorg, de organisatie die ontstond door een fusie tussen het IVON en CAD Twente.
Deze organisatie ging op haar beurt samen met Stichting Cad Zwolle en werd het huidige Tactus Verslavingszorg. Alle betrokkenen delen de mening dat de IVS-tijd ‘een goede periode was om op terug te kijken’. Een periode die zich laat kenmerken door nieuwe ontwikkelingen en schaalvergroting binnen de verslavingszorg. “We waren, zeker na de turbulente aanloopperiode, een hechte club. Een relatief kleine club ook; 100 tot 150 mensen. Als je dat vergelijkt met de 1200 medewerkers van nu.” De IVS heeft al met al een jaar of zes bestaan. Maar in die jaren gebeurde er het nodige. “Het waren de jaren van integratie. Tijden waarin veel is gerealiseerd door samen nieuwe zaken aan te pakken”, zegt Raubun. Ook Venneman noemt het pionierswerk. “Het was echt pionieren. De dingen gewoon maar doen en kijken waar het op uit draaide. Zonder te veel vast te zitten aan protocollen en regels.” Voor Olthoff blijft de term ‘enerverend’ hangen als ze terugkijkt naar de IVS-jaren. “Het waren andere tijden. Met een kleine club deden we veel met minimale middelen.” Van Hulzen tenslotte noemt het een vruchtbare periode waarin het engagement ruimschoots aanwezig was. “Veel van de maatschappelijke taken van de verslavingszorg kwamen in deze periode tot wasdom. Het stempel van de IVS is duidelijk gezet.”
Portretten
Johan Raubun In 1980 werd Johan Raubun aangesteld bij Waspada, de instelling voor multiculturele verslavingszorg. Na de fusie met
CAD en Stichting Drugshulpverlening werd hij regiomanager Apeldoorn. Nog later werd hij circuitmanager Behandeling en Begeleiding. Sinds dit jaar is hij manager Woonzorg. Riet Venneman Riet Venneman kwam in 1989 in dienst bij het toenmalige CAD in de kelder aan de Brinkpoortstraat in Deventer. Begin jaren negentig verhuisde ze naar de locatie Brink; tot 1998 werkte ze op de methadonpost en deels voor preventie. Momenteel is ze opnamecoördinator in het IMC in Zutphen. Lucy Olthoff In 1983 begon Lucy Olthoff bij het CAD in Zutphen. In 2002 stapte ze over naar de Stichting Gezondheidscentra, maar binnen drie dagen stond ze weer op de stoep met de vraag of ze terug mocht komen. Ze begon haar tweede carrière in Enschede en klom op tot haar huidige functie van seniorsecretaresse. Volgend jaar hoopt ze met pensioen te gaan. Paul van Hulzen Paul van Hulzen begon in 1981 als adjunct-directeur van het CAD IJsselstreek. In 1993 werd hij directeur CAD IJsselstreek en in 1995 van de IVS om uiteindelijk in 2001 in de Raad van Bestuur van Tactus te belanden. In 2004 nam Van Hulzen afscheid van Tactus en stortte zich op zijn tweede leven als fotograaf.
35
Interview geschiedenis Instelling Verslavingszorg Stedendriehoek in café Moskou in Deventer
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
H O O F D ST U K 0 5
36
BELEIDSPERSPECTIEF 2011-2016
TEKST : RUUD RUT TEN, S joerd van der Wal
Tactus is altijd bezig met de toekomst van de verslavingszorg. Ons beleid is een uitkomst van actuele ontwikkelingen en nieuwe inzichten. In dit document leest u highlights van het beleid zoals we dat het komende jaar gaan uitvoeren. Onze kennis over verslaving is de laatste jaren sterk toegenomen. En door wetenschappelijk onderzoek zal deze kennis de komende jaren alleen maar meer toenemen. Dat betekent dat we beter, eerder en gerichter kunnen ingrijpen bij specifieke doelgroepen. Selectieve en geïndiceerde preventie is daarbij een belangrijke troef. We moeten naar een constructie waarbij de preventie al onderdeel van de behandeling is. Dus niet alleen universele voorlichting, maar filtering van risicojongeren en een eerste aanzet tot gedragsbeïnvloeding. Uitzondering is problematiek die een hele groep aangaat; het massaal toegenomen drankgebruik onder jongeren bijvoorbeeld. Belangrijk in dit soort gevallen is het probleem op de agenda te krijgen en de publieke opinie te beïnvloeden. Binnen de hulpverlening zetten we het proces dat de cliënt doormaakt steeds meer centraal in de ontwikkeling van de organisatie. We denken in servicelijnen in plaats van afdelingen en units. Hiermee komt ook de cliënt zelf daadwerkelijk centraal te staan. Verkorting van wachttijden, snellere diagnoses en zorg op maat zijn het resultaat. Iemand met specifieke problemen helpen kan niet altijd alleen binnen de eigen organisatie.
Afgelopen jaren hebben we daarom al veel de samenwerking gezocht, maar doen dat nu ook meer en meer buiten de zorg. Samen met bijvoorbeeld scholen en politie zoeken we naar nieuwe vormen op gebieden als veiligheid en wonen. Naast de algemene tendensen richten we ons op de zogenoemde ‘nieuwe’ verslavingen én de meer traditionele verslavingen. Als Tactus vinden we dat de impact van cannabis nog altijd wordt onderschat. Het gebruik van cannabis is met name onder probleemjeugd een groot probleem aan het worden. Binnen de jeugdzorg hebben we daarom al veel gedaan. Zowel het doorontwikkelen van face-to-face behandelingen als het inzetten van online interventies is een vereiste. GHB is een relatief nieuw en opkomend probleem in de regio; in samenwerking met diverse partijen ontwikkelen we specifiek aanbod en doen onderzoek. Wat betreft het thema gokken bereiden we ons voor op het legaliseren van internetgokken door de overheid. Binnen de nieuwe verslavingen gaan we ons richten op bijvoorbeeld koopverslaving en seksverslaving. Nieuwe terreinen die onze aandacht hebben. Tactus is een marktleider op het gebied van E-health. Op alle terreinen is E-health een probaat antwoord. E-health was, is en blijft in het algemeen een belangrijke interventie. Helaas worden in onze ogen de mogelijkheden nog onderschat. Online behandelingen zijn effectief, laagdrempelig en goedkoop. Daarom gaan we door met de ontwikkeling van nieuwe behandelingen.
Ouderen en de groep Licht Verstandelijk Beperkten doen ook steeds meer een beroep op de verslavingszorg. Behandelprogramma’s spitsen we toe op de LVB-groep en in samenwerking met de sector ontwikkelen we programma’s. Sinds het midden van de jaren negentig heeft de verslavingszorg zich sterk ontwikkeld op het gebied van de jeugdverslavingszorg en de aanpak van verslavingsproblematiek bij psychiatrische patiënten. De aanpak van chronische verslaving heeft de afgelopen decennia gezorgd voor vermindering van criminaliteit en overlast op straat; autodiefstal wordt aantoonbaar minder gepleegd door verslaafden. Ondanks een hoger oplospercentage en strengere straffen is het tekort aan gevangenisbedden omgeslagen in een overschot. Dat betekent dat deze werkwijze niet alleen effectief, maar ook kostenefficiënt is. De huidige regering dreigt dit alles teniet te doen. Niet alleen door fors te bezuinigen, maar ook door bemoeizorgcliënten een hoge en voor deze mensen vaak onbetaalbare eigen bijdrage te vragen voor hulp. De positieve resultaten van afgelopen jaren zullen dan ook verdampen met alle negatieve gevolgen van dien. Hier blijven we voor waarschuwen, maar tegelijkertijd zullen wij de organisatie in gereedheid brengen om deze maatregelen het hoofd te kunnen bieden. Ten eerste gaan we efficiencymaatregelen nemen die reëel, maar economisch noodzakelijk zijn. Daarnaast zullen
programmaonderdelen die niet meer gefinancierd worden, stoppen. Helaas zal dit vooral op het gebied van preventie en bemoeizorg zijn; terreinen waar we juist vroege winst kunnen boeken. Tot slot anticiperen we als organisatie op het feit dat mensen minder vaak kiezen voor vroege (en dus eenvoudige en goedkopere) manieren van zorg. Met als gevolg dat de crisis- en intensieve opnamecapaciteit groeit ten koste van kortdurende behandelingen en ambulante interventies. Met dit overheidsbeleid keren we terug naar de situatie van voor de midden jaren negentig.
van wonen, werken en preventie. Politie, woningcorporaties en scholen zijn hierbij goede partners. Alleen zo kunnen we de huidige standaard van kwalitatief goede en vertrouwde zorg behouden en versterken.
37
Betere, innovatieve én goedkope zorg is mogelijk. Daar zijn we ons van bewust en daar gaan we onze uiterste best voor doen. De verhoging van de eigen bijdrage voor GGZ-cliënten is echter een discriminerende maatregel die een extra drempel opwerpt. De principieel verkeerde vooroordelen van dit kabinet, gevoed door de aanname dat geestelijke gezondheidsproblemen door een goed gesprek met de buurman kunnen worden opgelost, dragen op lange termijn bij aan een verzwaring van de zorgbehoefte. Juist door tijdig en adequaat in te grijpen kunnen we problematiek in veel gevallen en voor een groot deel voorkomen. Het afremmend effect van preventie en vroeginterventie is daarbij van onschatbaar belang. Op allerlei manieren zullen we de bezuinigingen trachten te voorkomen. Maar we moeten meer doen. Antwoorden vinden; innovatieve manieren van zorg aanbieden; oplossingen creëren door samen te werken met niet-zorgorganisaties op het gebied
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
Klachtencommissie
H O O F D ST U K 0 6
38
TACTUS IN CIJFERS 2009-2010
De samenstelling van de klachtencommissie is als volgt: De heer L.T. Vogel
voorzitter, rechter
Mevrouw N. van der Plas-Fitzpatrick
plaatsvervangend voorzitter, bestuurder
Mevrouw F.H.W. Teekman
lid, rechter
De heer D.F.J. Hoekstra
lid, arts en jurist
De heer D. Soykan
lid, adviseur en trainer
De heer J. Vlug
lid, advocaat
Mevrouw A. Stevens
lid, psychiater
Mevrouw H. Doornwaard
secretaresse Raad van Bestuur, ambtelijk secretaris van de commissie voor cliëntenzaken
De heer T. Doornberg
personeelsadviseur, ambtelijk secretaris van de commissie voor medewerkerszaken
klachtenoverzicht
Klachtzaken Klachtzaken ingediend bij de klachtencommissie
Klachtzaken ingediend bij management en raad van bestuur
Aantallen 2010 2
Afhandelingen 2010
Aantallen 2009 5
Er zijn 2 klachten rechtstreeks binnengekomen bij de klachtencommissie. Dit heeft in beide gevallen geleid tot een hoorzitting, waarbij klacht ongegrond is verklaard. Overige klachtzaken zijn bij het management terecht gekomen en door hen afgehandeld naar tevredenheid van de klagers. Dit geldt voor alle 18 gevallen.
18
Afhandelingen 2009 Er zijn 5 klachten rechtstreeks binnengekomen bij de klachtencommissie. 4 ervan zijn teruggeleid naar het betreffende bedrijfsonderdeel en daar ook afgehandeld, c.q. in behandeling, evenals de klachtzaken die bij het management zijn binnengekomen. Eén is door de klachtencommissie beoordeeld en ongegrond bevonden.
11
39
Incidentenmeldingen In november 2010 is Tactus gestart met de invoering van een digitaal systeem rondom het melden van incidenten. Dit is vanuit het nieuwe HKZ schema 2009, onderwerp patiëntveiligheid, één van de eisen. De reacties van de medewerkers op het gebruik is zeer positief en is er een toename van het aantal meldingen te zien; dit door de gebruikersvriendelijkheid van de module en de geautomatiseerde terugkoppeling in de lijn na melden.
Incidenten 2010
Incidenten 2009 405
207
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
40
Eva :
Oranje boven!
Uitreiking certificaten aan geslaagden voor Tactus leergang Management Ontwikkeling, Hoofdkantoor Deventer
Personeelsgegevens 2009-2010
Personeel
2010
2009
Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar (koppen) Aantal personeelsleden in loondienst per einde verslagjaar (fte) Verzuimpercentage exclusief zwangerschap Aantal personeelsleden ingestroomd in het verslagjaar Instroompercentage Aantal personeelsleden uitgestroomd in het verslagjaar Uitstroompercentage
1.116 887 6,0 194 18,9% 149 14,5%
1.027 833 6,4 218 23,5% 120 12,9%
Scholing
2010
2009
Interne scholing Aantal cursussen* Interne scholing Aantal cursisten*
185 2072
115 1051
Externe scholing Aantal cursussen** Externe scholing Aantal cursisten**
123 1860
132 1268
41
* Tactus besteedt veel aandacht aan opleiden. Het (directe) budgetbedrag voor opleiden bedraagt meer dan 2% van de totale loonkosten. ** Optelsom van Tactus Training & Advies en afdeling Opleidingen
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
Cliëntgegevens
Aantal nieuw ingeschreven cliënten 42
6000 5000 4000 3000 2000 1000 0
2010
2009
2008
2007
2006
Aantal inschrijvingen per 1 januari
Instroom naar geslacht
01-01-2010: 01-01-2011:
Man % Vrouw %
6616 6499
2010 74,2% 25,8%
2009 68% 32%
Totaal aantal cliënten in behandeling 2009: 2010:
10.192 11.733
Instroom naar middel
25
60
2010 2009
50 40
Instroom naar leeftijdscategorie
2010 2009 20
15
30
10 20
5
10
0
0 alcohol
gokken
hard drugs
soft drugs
overig*
0-17 18-24 25-29 30-34 35-39 40-49 50-59 60 e.o.
* eetproblemen, internet, games en sex
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
43
Productie
Productie Aantal in verslagjaar geopende DBC’s* Aantal in verslagjaar gesloten DBC’s Aantal in verslagjaar geopende DBBC’s** Aantal in verslagjaar gesloten DBBC’s Aantal verzorgingsdagen inclusief kleinschalig wonen - waarvan verzorgingsdagen kleinschalig wonen (AWBZ)*** Aantal deeltijdbehandelingen in verslagjaar (ZVW)**** Aantal ambulante contacten in verslagjaar (ZVW en AWBZ) Aantal uren dagactiviteiten in verslagjaar (ZVW en AWBZ) Aantal verblijfsdagen Justitie Aantal behandelingen Justitie
44
Toelating intramurale capaciteit 2010 2009 8.032 7.214 7.637 6.244 775 613 101.798 78.430 28.459 23.982 5.393 8.212 105.423 99.281 43.560 6.575 19.581 17.242 9.568 7.428
*
Diagnose Behandeling Combinaties: is een weergave van alle zorgactiviteiten en verrichtingen die een cliënt doorloopt in de ggz gedurende een jaar.
**
Diagnose Behandeling en Beveiliging Combinaties: Om de aansluiting tussen de justitie- en ggz-instellingen te verbeteren en de geboden zorg en beveiliging beter te kunnen
vergelijken neemt Justitie ook de financieringssystematiek van de ggz over. Binnen de ggz werkt men met Diagnose Behandeling Combinaties (DBC’s).
Voor de forensische zorg is daar nog een B van Beveiliging aan toegevoegd.
*** Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten **** Zorgverzekeringswet
Klinische bedden Forensische bedden Dubbeldiagnose Jeugd Kleinschalig wonen
Totaal:
2010
2009
139 48 48 24 134
139 48 48 24 121
393 plaatsen
380 plaatsen
45
Eva :
Oranje boven!
Eva Wieske, beleidsmedewerker Zorgontwikkeling, Hoofdkantoor Deventer - Koningshuis
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
Productie Tactus Verslavingsreclassering 2009-2010
46
Vroeghulp Reclasseringsadvies beknopt zonder diagnose Reclasseringsadvies beknopt op basis van met Quick Scan Reclasseringsadvies op basis van RISc Reclasseringsadvies op basis van RISc en verdieping Reclasseringsadvies op basis van RISc voor TBS-inrichting of Penitentiaire Inrichting Toeleiding zorg Toezicht niveau 1 Toezicht niveau 2 Toezicht niveau 3 (inclusief TBS) Toezicht (oud) Gedragsinterventie korte leefstijltraining Gedragsinterventie leefstijltraining Oude gedragsinterventies (incl. leerstraffen) Werkstraf (groep) Werkstraf (individueel) DJI -productie* Reclasseringsadvies beknopt op basis van Quick Scan Reclasseringsadvies op basis van RISc Reclasseringsadvies op basis van RISc en verdieping Toeleiding zorg Toezicht niveau 1 Toezicht niveau 2 Toezicht niveau 3 (incl. TBS) Gedragsinterventie korte leefstijltraining Gedragsinterventie leefstijltraining Oude gedragsinterventies
2010 330 117 393 473 112 21 86 439 486 44 342 11 1 100 153 261
15 109 28 106 9 12 4 39 1 109 3801
* De Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) zorgt namens de Minister van Veiligheid en Justitie voor de tenuitvoerlegging van straffen en vrijheidsbenemende maatregelen, die na uitspraak van een rechter zijn opgelegd.
2009 Vroeghulp Vroeghulpinterventie Voorlichting Adviesrapport Maatregelrapport (Her)diagnose / Quick Scan RISc Toeleiding Zorg Toezicht Toezicht TBS Werkstraf individueel Werkstraf groep Leerstraf Gedragsinterventie Gedragsinterventie VBA
443 140 621 508 20 419 740 609 1346 24 358 148 79 51 105
TR-productie* (Her)diagnose / Quick Scan RISc Adviesrapport Toezicht Toeleiding zorg Gedragsinterventie
14 58 161 7 46 94 5991
* Het programma Terugdringen Recidive (TR) is een onderdeel van het Project Modernisering Sanctietoepassing, dat weer onderdeel is van het Veiligheidsprogramma van het kabinet. Het programma TR wordt uitgevoerd door de Dienst Justitiële Inrichtingen in samenwerking met het gevangeniswezen (GW) en drie reclasseringsorganisaties (3RO). Te weten de Reclassering Nederland, het Leger der Heils, Jeugdzorg en Reclassering en tot slot de Stichting Verslavingsreclassering GGZ Nederland.
Toelichting wijzigingen overzicht verslavingsreclassering
In 2009 werden de diagnose producten (RISc en Quick Scan) en de rapportages nog als aparte producten geregistreerd. In 2010 bepaalt het diagnose-instrument het soort rapportage en is de norm voor het reclasseringsadvies inclusief de vergoeding voor de diagnose. De vroeghulpinterventie valt nu onder de reguliere adviesproducten.
In de loop van 2010 is er ook het e.e.a. veranderd binnen de toezichten. Om de recidive te verminderen heeft het kabinet besloten tot een meer persoonsgerichte aanpak van daders. Toezicht wordt een combinatie van begeleiding en controle en onderverdeeld in 3 niveaus. Hoe hoger het recidiverisico, hoe hoger het niveau toezicht, hoe intensiever de inzet binnen het toezicht. Daarom is er in het productieoverzicht nu sprake van verschillende niveaus binnen het toezicht, maar ook nog een afrekening van de “oude” toezichten”.
47
Toeleiding zorg: In 2010 mag de toeleiding zorg als apart product alleen nog maar bij adviesproducten geregistreerd worden. Loopt er een toezicht dan wordt de verwijzing naar zorg binnen dat toezicht geregistreerd en is de vergoeding voor een verwijzing ook verrekend binnen de vergoeding voor het toezicht. Vandaar dat het aantal toeleidingen zorg in 2010 veel lager is dan in 2009.
Leerstraffen: Leerstraffen komen te vervallen. De leerstraffen die in 2010 zijn uitgevoerd worden afgerekend als ‘oude’ gedragsinterventies. Leerstraffen worden voortaan opgelegd als gedragsinterventie binnen een toezicht en ook als zodanig geregistreerd.
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
48
joka :
nu kan ik niet meer stoppen, maar het geeft mij veel ontspanning.
Joka Flierman, creatief therapeut, locatie Piet Heinstraat Zutphen - stenen verzamelen
49
jeannette :
Ik hou van puurheid en schoonheid, of het nu gaat om een reis, muziek, eten, mode of kunst.
Jeannette Ooink, hoofd Communicatie, Hoofdkantoor Deventer - heel veel passies!
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
jaarrekening GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2010 (na resultaatsbestemming)
ACTIVA Vaste activa
50
31-dec-10 €
31-dec-09
PASSIVA
31-dec-10
31-dec-09
€
Eigen vermogen
€
€
Kapitaal Collectief gefinancierd gebonden vermogen Niet collectief gefinancierd vrij vermogen
6.012 10.862.854 2.300.703
6.012 10.137.479 2.300.703
Totaal eigen vermogen
13.169.569
12.444.194
Voorzieningen
730.669
616.025
Langlopende schulden
10.895.349
3.916.396
Kortlopende schulden Schulden uit hoofde van financieringsoverschot Kortlopende schulden en overlopende passiva
8.691.697 12.938.075
3.265.796 16.836.597
Totaal Passiva
46.425.359
37.079.008
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa
2.042.228 23.179.524
2.774.964 17.750.850
Totaal vaste activa
25.221.752
20.525.814
Vlottende activa Voorraden 65.022 Onderhanden werk uit hoofde van DBC’s 11.971.757 9.026.591 Vorderingen en overlopende activa 8.759.455 7.128.644 RC Effecten - Liquide middelen 407.373 397.959 Totaal vlottende activa
21.203.607
16.553.194
Totaal activa
46.425.359
37.079.008
GECONSOLIDEERDE RESULTATENREKENING OVER 2010
2010
2009
BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie Overige bedrijfsopbrengsten
€ 45.131.071 24.124.209
€ 41.838.211 22.873.942
Som der bedrijfsopbrengsten
69.255.280
64.712.153
BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Overige bedrijfskosten
48.726.661 2.756.763 16.750.811
43.701.027 2.732.542 15.778.836
Som der bedrijfslasten
68.234.235
62.212.405
BEDRIJFSRESULTAAT Financiële baten en lasten
1.021.045 295.675-
2.499.748 212.624-
RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING Buitengewone baten en lasten
725.370 -
2.287.124 -
RESULTAAT BOEKJAAR VÓÓR BELASTING Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsvoering
725.370 -
2.287.124 -
RESULTAAT BOEKJAAR NA BELASTING
725.370
2.287.124
RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld: Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten 816.928 Bestemmingsreserve egalisatie afschrijvingen 91.558-
2.378.105 90.981-
2.287.124
725.370
51
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
H O O F D ST U K 0 7
52
STICHTING VRIENDEN VAN TACTUS
De Stichting Vrienden van Tactus is in 2002 opgericht en heeft zich ten doel gesteld gerichte financiële steun te verlenen aan de voorzieningen van Tactus Verslavingszorg alsmede aan de daarmee verbonden instellingen of activiteiten, een en ander in de meest ruime zin. Het gaat om investeringen op korte dan wel langere termijn die niet via het reguliere budget worden afgedekt. Ook is de stichting vaste uitgever van het jaarlijkse Tactus Boek. De Stichting vraagt speciale aandacht voor projecten voor kinderen van verslaafde ouders.
Steun Kinderen van Verslaafde ouders (KVO)
Doneren Stichting Vrienden van Tactus Wilt u de doelstellingen van de Stichting Vrienden van Tactus en daarmee die van Kinderen van Verslaafde Ouders ondersteunen, stort uw bijdrage dan op bankrekeningnummer 66.67.28.844 t.n.v. Stichting Vrienden van Tactus o.v.v. KVO sponsoring. In het volgende Tactus Boek zullen we u dan noemen als sponsor.
Opgroeien in een gezin waar een van de ouders verslavingsproblemen heeft, is niet altijd even gemakkelijk. Op indringende wijze krijgen deze kinderen te maken met soms permanente gedragsveranderingen bij de ouder. Dit kan heel beangstigend zijn voor een kind. In zijn ogen kan de veilige thuissituatie opeens veranderen in een onveilige plek waar de sfeer onvoorspelbaar en chaotisch is. Bijvoorbeeld bij terugkomst uit school. Je weet nooit hoe en op welke manier je je ouder aan zult treffen. Kinderen durven om deze reden ook geen vrienden meer mee naar huis te nemen. Er heerst voortdurend spanning in huis.
Gevolgen voor de kinderen Slechte schoolprestaties, spijbelen, vroegtijdig schoolverlaten komen vaker voor bij deze kinderen. Veel van de kinderen hebben identiteitsproblemen. Hun hele leven heeft in het teken gestaan van die ene ouder en zij hebben niet geleerd om aan zichzelf te denken. Ze zijn gewend zich weg te cijferen en hebben moeite met het maken van keuzes. Dit heeft vooral te maken met het moeizame losmakingproces en de onduidelijkheid over de eigen identiteit. Kinderen van verslaafde ouders hebben een anderhalf maal zo grote kans om op volwassen leeftijd een psychische stoornis te krijgen (stemmingsstoornissen, angststoornissen en eetstoornissen) dan andere kinderen (50% tegen 30%). Voorts is er een verhoogd risico (vier tot zes keer grotere kans) om zelf een verslaving aan alcohol of drugs te ontwikkelen (Maguin, Zucker & Fitzgerald, 1994). Erfelijkheid bepaalt volgens sommigen mede de kwetsbaarheid, terwijl de familieomgeving of omgevingsinvloeden doorslaggevend zijn voor het drinkgedrag van kinderen van verslaafde ouders.
Activiteiten Speciaal voor deze kinderen organiseert Tactus activiteitendagen, Doe - praatgroepen en een jaarlijks terugkerende vakantieweek.
53
willem :
De vrouw is de blues van de man. Vrouwen leiden de aandacht alleen maar af.
Willem Schoordijk, maatschappelijk werker, locatie Ripperdastraat Enschede - mannenclub
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
Organogram Raad van Toezicht
De heer drs. F. Linnebank, voorzitter
De heer drs. L.W. Sietsma
De heer drs. G.F. Feij
De heer drs. H. van der Stelt
De heer drs. J. Schermerhorn RA
Mevrouw drs. B. van Emmerik MBA
Raad van Bestuur
Ondernemingsraad
54
Cliëntenraad
Managementontwikkeling
Zorgontwikkeling
Bestuursondersteuning
Communicatie
Directeur Zorg
Circuit Preventie & Consultancy
Circuit Behandeling en Begeleiding Twente
Circuit Sociale Verslavingszorg Twente
Directeur Bedrijfsvoering
Circuit Behandeling en Begeleiding Stedendriehoek
Circuit Sociale Verslavingszorg Stedendriehoek
Automatisering & Telecommunicatie
Financieel Economische Zaken
Informatiemanagement
Personeelszaken
Facilitaire Zaken
Opleidingen
Circuit Behandeling en Begeleiding Zwolle, Flevoland en Noord-Veluwe
Circuit Sociale Verslavingszorg Zwolle, Flevoland en Noord-Veluwe
Circuit Forensische Verslavingszorg
Circuit Verslavingsreclassering
55
anne-marie :
Werken doe ik niet alleen … mijn passie deel ik graag met jou!
Anne-Marie Garst, secretaresse circuitmanager, locatie Dr. Stolteweg Zwolle - kunst/beeldhouwwerk
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
Colofon
Het Tactus Boek wordt u aangeboden door de Stichting Vrienden van Tactus
Steenwijk
tekst Hoofdkantoor Tactus Verslavingszorg Keulenstraat 3 Postbus 154 7400 AD Deventer 0570 50 01 00 www.tactus.nl
Emmeloord Kampen Zwolle
OVERIJSSEL
Lelystad
56
Hardenberg
Wapenveld
FLEVOLAND Almere
Almelo
Deventer
Hengelo
Harderwijk Warnsveld Apeldoorn Zutphen
GELDERLAND Doetinchem Beneden Leeuwen
Rekken Groenlo Winterswijk
Enschede
fotografie Ab Hakeboom, Deventer (pagina 4) Ewout Staartjes, Deventer (pagina 2, 3, 6, 7, 11, 12, 15, 21, 25, 26, 29, 31, 32, 35, 40, 48, 58) samenstelling en redactie Afdeling Communicatie Tactus, Deventer ontwerp Ontwerpatelier B.V., Losser druk Graphic Improvements, Hengelo
57
peter :
blijf gewoon jezelf, want zonder je kern kun je eindeloos blijven compenseren.
Peter Hoogeveen, hoofd Personeelszaken, Hoofdkantoor Deventer - Aikido
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
58
peter :
Bang om gestoken te worden, ben ik niet.
Peter van de Vondervoort, maatschappelijk werker, locatie Ripperdastraat Enschede - bijenhouden
Fotografie Het thema dit jaar is passie. De passie voor stenen, schoonheid of bijen, maar ook voor het leven, elk verhaal is zeer persoonlijk. De vorm van dit boek sluit daar bij aan. Het is een soort verzamelalbum vol kleine verhaaltjes bestaande uit drie beelden. De manier van fotograferen speelt hierbij een grote rol, de fotograaf kruipt dicht op de huid, dit maakt het heel persoonlijk en fragmentarisch. Vera Wamsteeker, art director Ontwerpatelier, Losser
Missie Tactus Verslavingszorg • Tactus staat voor het zoveel mogelijk beperken van de risico’s voor de gezondheid en veiligheid van haar doelgroepen en de samenleving als gevolg van middelengebruik en verslavingsgedrag.
• Tactus geeft haar diensten vorm volgens de hoogste standaarden in de Nederlandse en internationale verslavingszorg en draagt bij aan de (wetenschappelijke) ontwikkeling van die standaarden.
• Tactus geeft op klantvriendelijke, respectvolle en zorgvuldige wijze voorlichting en advies en/of passende zorg aan mensen met verslavingsproblemen, hun naasten en de samenleving. Hierbij staat de – al dan niet uitgesproken – vraag van haar cliënten centraal.
59
• Tactus is voor haar medewerkers een professionele organisatie waar zij trots op kunnen zijn, waarin een open en creatieve werksfeer heerst en waarin zij met plezier samenwerken en uitgenodigd worden om hun talenten steeds vakkundiger in te zetten voor hun cliënten. © Tactus Verslavingszorg
• Tactus is voor ketenpartners een instelling waarop zij kunnen rekenen en met wie zij gemakkelijk deskundigheid kunnen uitwisselen en samenwerken in het belang van hun gemeenschappelijke cliënten.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar kenbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige ander manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Tactus. Voorzover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912, juncto het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351 zoals gewijzigd bij Besluit
• Tactus zet zich in om snel en goed te kunnen inspelen op veranderende vragen en wensen van publiek, financiers, overheden en andere belanghebbenden. Tactus wil hen bovendien volledig inzicht verschaffen in haar doen en laten.
van 23 augustus 1985, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot Tactus te wenden.
TACTUS BOEK 2010-2011
PASSIE
Keulenstraat 3
0570 50 01 00
Postbus 154
Fax 0570 50 01 15
7400 AD Deventer
www.tactus.nl
<)+<=;*7-38);;1-
H O O F D K A N T O O R TA C T U S C E N T R A A L B U R E A U TA C T U S