TAALDREMPELS OP SCHOOL André Fruithof, Marijke Decavel, Martine Gillis, Paul Raes, Bellinda Staelens, Martine Van Overmeiren en Riet De Vos voor leraren zaak- en praktijkvakken, leraren talen, coördinatoren, technisch adviseurs, directieteams
De boetiek van Taalblad: webwinkel voor wie Nederlands leert Zie: http://www.taalblad.be/e-zine/nieuws/de-boetiek-van-taalblad-be-webwinkelvoor-wie-nederlands-leert/803.html In deze boetiek vind je leer- en werkmateriaal waarmee je op een efficiënte en actieve manier Nederlands kan leren. Klik op de logo's van één van de boekenpartners (bol.com en proxisazur.be) om de boeken online te bestellen. Als je een boek koopt, gaat een klein percentage van het bedrag naar taalblad.be. Met dat geld kan men taalblad.be dan weer verbeteren. Later zul je hier ook woordenboeken, spelletjes, leesboeken en ander interessant taalmateriaal vinden.
Doe wat met grammatica: leerpakket voor zelfstudie Nederlands Doe wat met grammatica is een volledig leerpakket, met een handboek en twee oefenboeken. De gids legt de grammaticaregels kort en helder uit en illustreert elke regel met duidelijke voorbeelden: de of het?, woordvolgorde, scheidbare werkwoorden... komen allemaal aan bod. Oefenboek 1 bevat "gemakkelijke" oefeningen. Zo kan je testen of je de theorie goed begrepen hebt. In oefenboek 2 zijn de oefeningen iets moeilijker. Je moet er goed uitkijken voor uitzonderingen en andere addertjes onder het gras. Ook als je al goed Nederlands kent, kun je de boeken blijven gebruiken: je haalt ze uit de kast om iets op te zoeken, om een regel op te frissen of om tussendoor wat Nederlands te oefenen.
DM januari 2012
Taaldrempels op school www.vicog.be
pagina 1
Vanzelfsprekend: heerlijk amusant Nederlands leren
Vanzelfsprekend is een basismethode voor hooggeschoolde volwassenen: een tekstboek biedt tweeduizend frequent gebruikte woorden, basisgrammatica en nuttige taalhandelingen. Een cd met reportages en een dvd met een hilarische soap houden je bij de les. Met het werkboek kan je alles toepassen wat je geleerd hebt. De regels en opdrachten zijn in het Nederlands geschreven en ze zijn ook vertaald in één van de twee "steuntalen": Frans (gele kaft) of Engels (oranje kaft). Vanzelfsprekend is een compleet pakket, waarmee je op amusante, actieve manier door het Nederlands fietst. Je leert met dit pakket bovendien ook heel veel over de Vlaamse en Belgische samenleving. Als je klaar bent met Vanzelfsprekend, kun je overstappen naar Niet vanzelfsprekend. Met dat vervolgpakket leer je nog meer woordenschat en grammatica, met een heerlijk futuristisch taalverhaal.
Klare taal!: de basis van het Nederlands in 88 lessen
Klare taal! geeft je een duidelijk en uitgebreid overzicht van de grammatica van het Nederlands. In 88 korte lesjes kun je de grammatica van het Nederlands grondig bestuderen, natuurlijk met oefeningen. Het boek bevat een apart hoofdstuk over de spelling en de leestekens. Je krijgt ook een slimme lijst met veelgebruikte het-woorden.
Zonder fout: typische fouten wegwerken met veel oefeningen
Zonder fout is een zéér praktisch boek om het niveau van je Nederlands een flinke extra te geven. Het vertrekt vanuit de typische fouten die anderstaligen maken in het Nederlands: de of het, een adjectief met of zonder -e, het woordje er, de woordvolgorde... Het boek legt heel kort uit waar de fout vandaan komt en waarom ze zo vaak gemaakt wordt. Je krijgt ook één helder voorbeeld en vooral: een heleboel oefeningen.
DM januari 2012
Taaldrempels op school www.vicog.be
pagina 2
Woordvolgorde van de Nederlandse taal: handige aanvulling in je boekenkast
De woordvolgorde is één van de moeilijkste dingen van het Nederlands. Denk bijvoorbeeld aan de inversieregels: als een zin begint met een ander zinsdeel dan het onderwerp, dan moet het werkwoord (verbum) voor het onderwerp (subject). In een bijzin moet het werkwoord dan weer helemaal achteraan staan. Met het woordje "er" en de scheidbare werkwoorden (separabele verba) wordt de correcte woordvolgorde in het Nederlands helemaal een ingewikkelde zaak. Daarom is het boekje Woordvolgorde van de Nederlandse taal een slimme aanvulling op andere boeken over Nederlandse grammatica. Het boekje stelt elke regel voor in een schema. De uitleg is in vier talen: Nederlands, Engels, Frans en Turks.
Leuvens Centrum voor Taal en Onderwijs krijgt 14de Wablieft-prijs Wablieft reikt ieder jaar de Wablieft-prijs uit. Hiermee bekroont het projecten, organisaties of personen die duidelijke taal gebruiken om informatie toegankelijk te maken. Enkele vorige winnaars zijn het project Luisterogen (2010), de Christelijke en Socialistische Mutualiteiten (2009) en Hendrik Vos en Rob Heirbaut met hun boek ‘Hoe Europa ons leven beïnvloedt’ (2008). De Wablieft-prijs 2011 gaat naar het coachingsproject G-kracht van het Centrum voor Taal en Onderwijs (CTO) van de K.U.Leuven. G-kracht zet de hele school in, zowel vakleerkrachten, directie en taalbeleidscoördinatoren, om het lees- en schrijfniveau van jongeren in BSO en TSO te verhogen. 'G-kracht werkt' "G-kracht werkt", zegt Wablieft-coördinatrice Ilona Plichart. "Na twee schooljaren gingen de leerlingen 4 procent vooruit voor lezen en acht procent voor schrijven." Het project werd opgestart omdat een groot aantal jongeren in het beroepssecundair onderwijs ruim onvoldoende scoren op lees- en schrijfvaardigheden. G-kracht zet de volledige school in, zowel vakleerkrachten als directie en taalbeleidscoördinatoren, om het lees- en schrijfniveau van jongeren in BSO en TSO (technisch secundair onderwijs) te verhogen. Schrijven en lezen blijven niet beperkt tot de lessen Nederlands, zegt Plichart. "Dankzij G-kracht lezen bijvoorbeeld leerlingen voeding-verzorging in hun praktijklessen over de twee manieren om te testen of een ei nog vers is. Ze doen zelf de proef, waarna ze een verslag maken van hun experiment. G-kracht daagt leerlingen dus uit om te schrijven, lezen en rekenen zoals ze later in het beroepsleven zullen moeten doen."
DM januari 2012
Taaldrempels op school www.vicog.be
pagina 3
Het initiatief liep gedurende twee jaar op tien scholen in Vlaanderen. "De sterkste vooruitgang was te vinden bij de zwakste groepen in BSO. Binnen deze groep boekten vooral de zittenblijvers, leerlingen die thuis geen Nederlands spreken en leerlingen van wie de moeder geen diploma secundair onderwijs heeft, vooruitgang. Wat in tien scholen een positief verschil kan maken, kan dat beslist in meer scholen. Het project loopt nog tot eind dit jaar, en we hopen dat het ministerie van Onderwijs het in de toekomst uitbreidt", aldus Plichart.
Taalgerichtheid in het vak techniek Met dank aan Pieter Van De Steen, pedagogisch begeleider techniek Het vak techniek stelt zich o.a. tot doelstelling de belangstelling van de leerlingen voor techniek te verhogen (Lissabondoelstellingen ). (Leerplan D/2010/7841/017§3 p7). Taal is een van de middelen die we voorhanden hebben om deze interesse op te wekken en de vakinhouden over te brengen. Taalgerichte technieklessen wil zeggen dat we tijdens de interactieve lessen techniek aandacht hebben voor het referentiekader en de voorkennis van onze leerlingen(= context) . We bieden hen daarbij ook de nodige taalsteun om de nieuwe leerinhouden en vaktermen te kunnen begrijpen. Om te kunnen spreken van taalgerichte technieklessen is het nodig dat: de lessen rekening houden met de context van de leerlingen; de lessen interactief zijn; de lessen taalsteun bieden waar nodig. Rekening houden met de context Rekening houden met de context wil zeggen dat je rekening houdt met de voorkennis van de leerlingen en met hun referentiekader. Vandaar dat we bij het aanreiken van een nieuw project steeds proberen aan te sluiten bij de leefwereld van de leerlingen. Hierdoor maak je het onderwerp voor hen zo concreet mogelijk en verhoog je de betrokkenheid. Als je bijvoorbeeld een project hebt rond het bewaren van voedsel (toepassingsgebied biochemie) kun je de leerlingen vragen zelf een aantal verpakkingen mee te brengen van etenswaren die bij hen op tafel komen. Via klasgesprekken, brainstorming, opstellen van een mindmap, … kun je natuurlijk ook peilen naar hun voorkennis. Rekening houden met de context betekent ook dat je, waar mogelijk, verbindingen legt met andere vakken. Zo kun je bijvoorbeeld bij het realiseren van een eenvoudige elektrische schakeling de link leggen met wat ze reeds geleerd hebben rond de elektrische kringloop bij natuurwetenschappen of wetenschappelijk werk. Gebruik van interactieve werkvormen Het actief uitwisselen van vragen, antwoorden, bevindingen tussen leerling en leerkracht en tussen leerlingen onderling is van groot belang. Zo gebruiken leerlingen op een actieve manier nieuwe begrippen en vaktermen. Een goed contact met de leerlingen heft reeds heel wat (taal)barrières op. Door het integreren van allerlei vormen van groepswerk gaan de leerlingen uit eigen beweging met elkaar in gesprek over het onderwerp. Kennis en inzicht groeien immers door er met elkaar over in gesprek te gaan. Door het aanduiden van een gespreksleider, materiaalmeester, secretaris, … kun je de groepswerken gestructureerd laten verlopen. Vragenlijsten , duidelijke opdrachten, … ondersteunen dit proces.
DM januari 2012
Taaldrempels op school www.vicog.be
pagina 4
Interactieve werkvormen komen onvermijdelijk aan bod in de component ‘hanteren’. Hierbij wordt er dikwijls in groepjes gewerkt en gaan de leerlingen spontaan met elkaar informatie uitwisselen, ervaringen delen, worden nieuwe vaktermen gelinkt met alledaagse termen,… Wanneer je als leerkracht een opdracht of handeling hebt toegelicht kan het heel waardevol zijn aan een leerling te vragen de opdracht met eigen woorden te herhalen. Hierdoor krijg je als leraar een beeld of de leerling de opdracht/handeling heeft begrepen. De leerling wordt daarenboven verplicht zelf actief vaktaal te hanteren. Je demonstreert bijvoorbeeld hoe een tafelboor veilig moet gehanteerd worden en vraagt naderhand aan een leerling om deze handeling zelf te demonstreren en ondertussen te verwoorden wat hij/zij doet. Het is belangrijk dat ruimte wordt gegeven aan de leerlingen voor eigen inbreng. Interactie zal namelijk verhogen als we de probleemstelling waarmee we een project techniek starten zo uitdagend mogelijk maken. Vandaar het belang om te evolueren naar projecten met meer open opdrachten, zeker in het tweede jaar. Taalsteun bieden daar waar nodig Met het bieden van taalsteun wordt bedoeld dat lessen, opdrachten, toetsen,… begrijpelijk gemaakt worden voor leerlingen. Taalsteun kun je binnen de lessen techniek bieden door extra aandacht te besteden aan vaktaal. Je kunt bijvoorbeeld een lijst aanleggen met specifieke technische begrippen. Hierdoor zorg je voor een overzichtelijk begrippenkader. Het is belangrijk dit begrippenkader te beperken. Hou er bij het opstellen van een begrippenkader rekening mee dat het vak techniek als algemene doelstelling heeft de leerlingen techniek bij te brengen voor de “techniekgebruiker” en niet voor de “technicus”. Bepaalde technische begrippen en synoniemen hoeven de leerlingen uit de eerste graad dus nog niet te kennen. In de wereld van techniek wordt veelvuldig gebruikgemaakt van plannen, tekeningen en schema’s. Het gebruik van visuele weergaven tijdens de lessen biedt een enorme taalsteun. Duidelijke figuren, tekeningen, schema’s, stappenplannen, stroomdiagrammen, … genieten in het vak techniek dan ook vaak de voorkeur. Voor taalzwakkere leerlingen kan dit heel wat verduidelijking brengen. Merk hierbij op dat tekeningen vaak te verkiezen zijn boven foto’s: ze tonen de essentie en leiden minder af. Taalsteun wordt ook geboden door: nieuwe woorden op het bord te noteren; schema’s op te stellen waarin voor- en nadelen, overeenkomsten en verschillen worden gevisualiseerd; de lesstructuur duidelijk aan te geven; begrippen te ‘vertalen’ naar alledaagse taal; opdrachten te herformuleren in spreektaal; leerlingen vakinhouden te laten verwoorden; instructies te geven in een logische volgorde, stap voor stap en daarbij gebruik te maken van sleutelwoorden; de juiste wenken één voor één te geven en in een beperkte hoeveelheid.
DM januari 2012
Taaldrempels op school www.vicog.be
pagina 5