Taal- en rekenniveau jongeren toch niet zo slecht als gedacht? N.B. In geval van afronding kan het voorkomen dat de som van de aantallen afwijkt van het totaal.
Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen wil graag dat het niveau van de basisvaardigheden taal en rekenen van scholieren en studenten verhoogd wordt. Op 7 oktober is vastgelegd wat leerlingen bij overstapmomenten (bijv. aan het einde van de basisschool) moeten kennen en kunnen. Daarnaast moeten middelbare scholieren vanaf het schooljaar 2013-2014 verplicht een rekentoets afleggen tijdens het examen. Graag horen we wat u vindt van het niveau van de basisvaardigheden taal en rekenen van de huidige basisschool- en middelbare schoolkinderen. 1a. Wat vindt u van het taal- en rekenniveau van de huidige leerlingen van basisscholen? Wat vindt u van het taal- en rekenniveau van de huidige leerlingen van basisscholen?
4% 35% 42%
taal 17% 1%
zeer slecht
4%
slecht
38% 41%
rekenen
voldoende
15%
goed
2%
zeer goed
1b. Wat vindt u van het taal- en rekenniveau van de huidige leerlingen van middelbare scholen? Wat vindt u van het taal- en rekenniveau van de huidige leerlingen van middelbare scholen? 6% 42% 36%
taal 14% 1%
zeer slecht
6%
slecht
48% 33%
rekenen
voldoende
12%
goed
1%
zeer goed
Flycatcher Internet Research
1
Taal- en rekenniveau
2a. U heeft aangegeven dat u het taalniveau van de huidige leerlingen (zeer) slecht vindt. Kunt u aangeven wat volgens u de redenen hiervoor zijn? absoluut (meerdere antwoorden mogelijk) (n=910) leraren hebben zelf niet genoeg kennis van taal om het de leerlingen goed te leren 367 533 het huidige taalonderwijs is onder de maat door het gebruik van MSN- en SMS-taal 520 door het gebruik van spelling- en grammaticacontrole in tekstverwerkingsprogramma's 324 592 leerlingen lezen te weinig anders 111 weet niet 11
relatief (n=910) 40% 59% 57% 36% 65% 12% 1%
U heeft aangegeven dat u het taalniveau van de huidige leerlingen (zeer) slecht vindt. Kunt u aangeven wat volgens u de redenen hiervoor zijn? (meerdere antwoorden mogelijk)
leraren hebben zelf niet genoeg kennis van taal om het de leerlingen goed te leren
40%
het huidige taalonderwijs is onder de maat
59%
door het gebruik van MSN- en SMS-taal
57%
door het gebruik van spellingen grammaticacontrole in tekstverwerkingsprogramma's
36%
65%
leerlingen lezen te weinig
12%
anders
weet niet
1%
2b. U heeft aangegeven dat u het rekenniveau van de huidige leerlingen (zeer) slecht vindt. Kunt u aangeven wat volgens u de redenen hiervoor absoluut zijn? (meerdere antwoorden mogelijk) (n=977) leraren hebben zelf niet genoeg kennis van rekenen om het de leerlingen goed te leren 363 586 het huidige rekenonderwijs is onder de maat door het gebruik van rekenmachines en computers 760 anders 81 weet niet 8
Flycatcher Internet Research
2
relatief (n=977) 37% 60% 78% 8% 1%
Taal- en rekenniveau
U heeft aangegeven dat u het rekenniveau van de huidige leerlingen (zeer) slecht vindt. Kunt u aangeven wat volgens u de redenen hiervoor zijn? (meerdere antwoorden mogelijk)
leraren hebben zelf niet genoeg kennis van rekenen om het de leerlingen goed te leren
37% 60%
het huidige rekenonderwijs is onder de maat
78%
door het gebruik van rekenmachines en computers 8%
anders 1%
weet niet
3. In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen?
9% 33% 32%
het huidige taalonderwijs op basisscholen is onder de maat
24% 1%
het huidige taalonderwijs op middelbare scholen is onder de maat
door het gebruik van MSN- en SMS-taal gaat het taalniveau van scholieren achteruit
er is in alle leeftijdsgroepen sprake van verloedering van de Nederlandse taal
het taalniveau van jongeren is beduidend lager dan het taalniveau van ouderen
10% 40% 29% 20% 1% 20% 52% 15% 10% 2% 16% 52% 19% 12% 1% 17% 52% 20% 9% 2% 21% 53% 18%
kinderen lezen te weinig 7% 1% 12%
iedereen in de leeftijd van 4 t/m 17 jaar zou verplicht een abonnement op de bibliotheek moeten hebben door het gebruik van spellingen grammaticacontrole in tekstverwerkingsprogramma's gaat het taalniveau omlaag
Flycatcher Internet Research
27% 27% 27% 8%
helemaal eens eens
8% 43% 26%
neutraal oneens
19% 3%
helemaal oneens
3
Taal- en rekenniveau
4. In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen?
11% 38%
het huidige rekenonderwijs op basisscholen is onder de maat
28% 21% 1% 12% 46%
het huidige rekenonderwijs op middelbare scholen is onder de maat
26% 15% 1% 18% 40%
door het gebruik van rekenmachines en computers is hoofdrekenen tegenwoordig niet meer nodig
9% 23% 10% 24% 56%
door het gebruik van rekenmachines en computers gaat het rekenniveau omlaag
11% 8% 1%
leraren in het basisonderwijs kunnen zelf niet goed rekenen; daarom kunnen ze het niet goed aan leerlingen leren
8% 33% 40% 17% 2% helemaal eens
20% het rekenniveau van jongeren is beduidend lager dan het rekenniveau van ouderen
51% 20%
eens neutraal
7% 1%
oneens helemaal oneens
5. In hoeverre bent u het eens met de volgende stellingen?
op basisscholen moet meer nadruk gelegd worden op het uit het hoofd leren van feiten (zoals tafeltjes) en minder op het begrijpen ervan
14% 34% 19% 26% 8% 1% 12%
het huidige onderwijs is beter dan vroeger
38% 39% 10%
de huidige middelbare school leerlingen hebben het veel te druk met andere vakken dan taal en rekenen
7% 49% 28% 14% 1% helemaal eens
tegenwoordig zijn andere vaardigheden op school, zoals gebruik van een computer, belangrijker dan taal en rekenen
Flycatcher Internet Research
eens
7% 46% 27% 17% 3%
neutraal oneens helemaal oneens
4
Taal- en rekenniveau
6. Hoe schat u uw eigen niveau in op het gebied van taal en rekenen?
0% 5% 34%
taal
44% 16%
zeer slecht slecht
0% 8% rekenen
voldoende
36%
goed
42% 14%
zeer goed
Graag willen we u nu enkele reken- en taalvragen voorleggen. U heeft per vraag 20 seconden om antwoord te geven. Indien u geen antwoord heeft gegeven binnen 20 seconden kunt u de vraag niet meer invullen en kunt u doorgaan met de volgende vraag. Indien u het antwoord niet weet, kunt u de vraag overslaan.
7a. Hoe vaak past 0,02 in 2? goed fout totaal
absoluut 1170 730 1900
relatief 62% 38% 100%
Hoe vaak past 0,02 in 2?
38%
62% goed fout
7b. Welk cijfer hoort op de plaats van het vraagteken? 250 = ? x 10 + 50 goed fout totaal
absoluut 1399 501 1900
relatief 74% 26% 100%
Welk cijfer hoort op de plaats van het vraagteken? 250 = ? x 10 + 50 26%
74%
goed fout
Flycatcher Internet Research
5
Taal- en rekenniveau
7c. Rond 2952,47 af op het dichtstbijzijnde gehele getal. goed fout totaal
absoluut 1245 655 1900
relatief 66% 34% 100%
Rond 2952,47 af op het dichtstbijzijnde gehele getal.
34%
66%
goed fout
7d. Hoeveel is 1/4 van 12? goed fout totaal
absoluut 1684 216 1900
relatief 89% 11% 100%
Hoeveel is 1/4 van 12? 11%
goed fout
89%
Totaal aantal goede antwoorden: 0 van de 4 1 van de 4 2 van de 4 3 van de 4 4 van de 4 totaal
absoluut 96 175 322 549 758 1900
relatief 5% 9% 17% 29% 40% 100%
Totaal aantal goede antwoorden: 5%
9% 0 van de 4
40%
17%
1 van de 4 2 van de 4 3 van de 4
29%
Flycatcher Internet Research
6
4 van de 4
Taal- en rekenniveau
8a. Welk werkwoord hoort op de plaats van de puntjes? Anneke ... haar vingers aan de hete oven. brand brant brandt niet ingevuld totaal
absoluut 458 16 1403 23 1900
relatief 24% 1% 74% 1% 100%
Welk werkwoord hoort op de plaats van de puntjes? Anneke ... haar vingers aan de hete oven. 1% 24%
1%
brand brant brandt
74%
niet ingevuld
8b. Zoiets ... mij altijd. gebeurd gebeurt gebeurdt niet ingevuld totaal
absoluut 705 1122 59 14 1900
relatief 37% 59% 3% 1% 100%
Zoiets ... mij altijd. 3% 1% 37% gebeurd gebeurt gebeurdt niet ingevuld
59%
8c. Zij ... dat het goed was. zegden zeiden zijden niet ingevuld totaal
Flycatcher Internet Research
absoluut 52 1810 21 17 1900
7
relatief 3% 95% 1% 1% 100%
Taal- en rekenniveau
Zij ... dat het goed was. 1%
1%
3%
zegden zeiden zijden niet ingevuld
95%
8d. Als je een brandwond hebt, ... je veel pijn. leid leidt lijd lijdt niet ingevuld totaal
absoluut 87 65 1160 573 15 1900
relatief 5% 3% 61% 30% 1% 100%
Als je een brandwond hebt, ... je veel pijn. 1% 5% 3% 30% leid leidt lijd lijdt niet ingevuld
61%
9a. In welke zin is het dikgedrukte woord fout gespeld? Dat fotolijsje is lelijk. Bankrovers zijn zware criminelen. Marloes leest graag verhalen over prinsessen. Eigenlijk vind ik ijs lekkerder. niet ingevuld totaal
absoluut 1610 52 92 31 115 1900
relatief 85% 3% 5% 2% 6% 100%
In welke zin is het dikgedrukte woord fout gespeld? 2% 6% 5% 3% Dat fotolijsje is lelijk. Bankrovers zijn zware criminelen. Marloes leest graag verhalen over prinsessen. 85%
Eigenlijk vind ik ijs lekkerder. niet ingevuld
Flycatcher Internet Research
8
Taal- en rekenniveau
9b. In welke zin is het dikgedrukte woord fout gespeld? Die televisie kost ongeveer 1000 euro. Ik vond het kettingkje erg mooi Wie is de beroemdste acteur van de wereld? We hebben zeeën van tijd. niet ingevuld totaal
absoluut 16 1697 50 53 84 1900
relatief 1% 89% 3% 3% 4% 100%
In welke zin is het dikgedrukte woord fout gespeld? 3% 4% 1% 3% Die televisie kost ongeveer 1000 euro. Ik vond het kettingkje erg mooi Wie is de beroemdste acteur van de wereld? We hebben zeeën van tijd. 89%
niet ingevuld
Totaal aantal goede antwoorden: 0 van de 6 1 van de 6 2 van de 6 3 van de 6 4 van de 6 5 van de 6 6 van de 6 totaal
absoluut 11 14 82 232 422 594 545 1900
Totaal aantal goede antwoorden:
1% 1%
0 van de 6
4% 12%
29%
relatief 1% 1% 4% 12% 22% 31% 29% 100%
1 van de 6 2 van de 6 3 van de 6
22%
4 van de 6 5 van de 6 6 van de 6
31%
Flycatcher Internet Research
9
Taal- en rekenniveau
Toelichting onderwerp: jaar: maand: opdrachtgever: onderzoeksgroep:
Taal- en rekenniveau 2009 oktober Flycatcher
veldwerkperiode reminder verstuurd op:
Nederlanders van 12 jaar en ouder 20-10-2009 / 27-10-2009 n.v.t.
respons Aantal respondenten:
1900
Respons per kenmerk: geslacht
absoluut
relatief
CBS 2007*
man
930
49%
49%
vrouw
970
51%
51%
totaal
1900
100%
100%
* De gegevens van het CBS hebben betrekking op de Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder op 1 januari 2007.
geslacht
man
vrouw
49% 49%
51% 51%
respondenten CBS 2007
leeftijd
absoluut
relatief
CBS 2007*
12 t/m 19
228
12%
12%
20 t/m 29
266
14%
14%
30 t/m 39
323
17%
17%
40 t/m 49
342
18%
18%
50 t/m 59
304
16%
16%
60 jaar en ouder
437
23%
23%
totaal
1900
100%
100%
* De gegevens van het CBS hebben betrekking op de Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder op 1 januari 2007.
Flycatcher Internet Research
10
Taal- en rekenniveau
leeftijd
12 t/m 19
20 t/m 29
12% 12% 14% 14% 17% 17%
30 t/m 39
18% 18%
40 t/m 49
16% 16%
50 t/m 59
23% 23%
60 jaar en ouder
respondenten CBS 2007
opleidingsniveau
absoluut
relatief
CBS 2007*
laag (basisonderwijs, lbo, e.d.)
779
41%
41%
middel (havo, vwo, mbo, e.d.)
702
37%
37%
hoog (hbo en universiteit)
419
22%
22%
totaal
1900
100%
100%
* De gegevens van het CBS hebben betrekking op de Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder op 1 januari 2007.
opleidingsniveau
41% 41%
laag (basisonderwijs, lbo, e.d.) 37% 37%
middel (havo, vwo, mbo, e.d.) 22% 22%
hoog (hbo en universiteit)
respondenten CBS 2007
Flycatcher Internet Research
11
Taal- en rekenniveau
provincie
absoluut
relatief
Drenthe
57
3%
CBS 2007* 3%
Flevoland
38
2%
2%
Friesland
76
4%
4%
Gelderland
228
12%
12% 4%
Groningen
76
4%
Limburg
133
7%
7%
Noord-Brabant
285
15%
15%
Noord-Holland
304
16%
16%
Overijssel
133
7%
7%
Utrecht
133
7%
7%
Zeeland
38
2%
2%
Zuid-Holland
399
21%
21%
totaal
1900
100%
100%
* De gegevens van het CBS hebben betrekking op de Nederlandse bevolking van 12 jaar en ouder op 1 januari 2007.
provincie 3% 3%
Drenthe Flevoland
2% 2% 4% 4%
Friesland
12% 12%
Gelderland 4% 4%
Groningen
7% 7%
Limburg
15% 15%
Noord-Brabant
16% 16%
Noord-Holland Overijssel
7% 7%
Utrecht
7% 7%
Zeeland
2% 2% 21% 21%
Zuid-Holland
Flycatcher Internet Research
12
respondenten CBS 2007
Taal- en rekenniveau