’t zijn geen engeltjes omgaan met moeilijke situaties op het speelplein Koen Steuperaert, november 2004
Een speelpleinwerking is een jeugdwerkvorm die zich focust op het speelplezier van kinderen tijdens de
vakantie. Binnen dit profiel krijgen speelpleinwerkingen alle soorten kinderen over de vloer. Zo spelen er kinderen van verschillende leeftijden, kinderen uit middenklasse of een kansarm milieu, kinderen met een handicap, kinderen uit het bijzonder onderwijs of de bijzondere jeugdbijstand, allemaal samen op het speelplein. Zonder een etiket te willen kleven stellen we in de praktijk vast dat speelpleinwerkingen geconfronteerd worden met kinderen die vaker dan andere kinderen in conflictsituaties terecht komen met andere kinderen of met de begeleiders van de werking. We stelden ons in dit onderzoek niet de vraag waarom die kinderen doen wat ze doen, we vertokken van de ‘hoe’ vraag. Hoe kunnen we het speelpleinwerk toegankelijker maken voor kinderen die vaak in conflictsituaties terecht komen. Hoe kan een begeleider (en de speelpleinwerking als organisatie) anticiperen op moeilijke situaties zodat ook die kinderen een aangename vakantie kunnen beleven op het speelplein. Het einddoel van dit project is het ontwikkelen van een vormingspakket voor begeleiders. We maken daarbij geen onderscheid tussen nieuwe begeleiders en ervaren begeleiders. Via observaties in 4 dagcentra (bijzondere jeugdzorg) en verschillende groepsgesprekken met opvoeders en speelpleinverantwoordelijken kregen we een klare kijk op de zaak. De observaties en gesprekken werden uitgeschreven en gestructureerd. Conclusies werden getrokken door de observatoren en de gespreksleiders en daarna terug getoetst aan de doelgroep. In dit hoofdstuk bekijken we op welke vlakken een speelpleinwerking, en in het bijzonder haar individuele begeleiders, kunnen bijdragen tot het ‘speelplezier’ van kinderen die vaak in conflictsituaties terecht komen. De conclusies hieronder worden verwoord als ‘mee te nemen ideeën’ voor organisatoren en begeleiders van kadervorming voor het speelpleinwerk. Er werden conclusies getrokken op twee verschillende vlakken: •
op niveau van het individueel functioneren van begeleiders
•
op niveau van het beleid van een speelpleinwerking
Omgaan met moeilijke situaties op het speelplein
VDS
1.
1. Conclusies op niveau niveau van het individueel functioneren van begeleiders Begeleiders spelen een grote rol in de kwaliteit van een speelpleinwerking, om niet te zeggen dat een speelpleinwerking staat of valt met een sterke ploeg van enthousiaste jongeren. Die begeleiders, die soms heel veel van hun (vrije)tijd investeren om op het speelplein te staan, hebben binnen de werking heel uiteenlopende taken. Zo staan begeleiders soms in voor de inschrijvingen, het onthaal van ouders en kinderen, toezicht houden, opruimen, klaarzetten, enz. Maar in de eerste plaats zijn ze ‘speelbegeleider’ en begeleiden ze activiteiten voor de kinderen. De begeleiders staan dan ook op de eerste rij als er conflictensituaties ontstaan tussen kinderen onderling of tussen kinderen en zichzelf. Bijna dagelijks worden begeleiders heel direct en zonder nuances geconfronteerd met kleine of grote conflicten die, mede door hun interventie, worden opgelost of verder ontsporen. Bij deze eerste reeks conclusies vertrekken we van deze heel directe relatie tussen kinderen en hun begeleiders. We stelden ons daarbij de vraag over welke vaardigheden en inzichten een begeleider het best beschikt om een positieve kind – begeleiderrelatie uit te bouwen. We maken daarbij in deze fase geen onderscheid tussen het verschil in leeftijd, verantwoordelijkheid en ervaring van begeleiders. We structureerden deze eerste reeks conclusies in 4 blokken: •
voorkomen van conflictsituaties
•
omgaan met conflicten
•
na een conflict
•
in de knoop
1.1. Voorkomen van conflictsituaties Een conflictsituatie ontstaat niet zomaar. Voor een conflict echt uitbreekt is er meestal al een en ander aan vooraf gegaan. Die aanleiding is in vele gevallen een combinatie van verschillende factoren (gebeurtenissen) die de voedingsbodem zijn voor het eigenlijke conflict. Soms ligt een deel van die aanleiding bij de kinderen zelf zoals slecht geslapen, niet graag naar het speelplein komen, een verstoorde thuissituatie of een bepaalde aandoening (bijvoorbeeld ADHD). In andere gevallen ligt de aanleiding op het speelplein zelf, omdat er bijvoorbeeld niet genoeg te beleven valt, een kind gepest wordt, er te veel dode momenten zijn, enz. In de meeste gevallen is het een combinatie van beiden. De rol van de begeleider zelf in het tot stand komen van een conflict is niet te onderschatten. Hij kan enerzijds zelf een deel van de aanleiding zijn door z’n manier van begeleiden (een vorig conflict, een straf of een opmerking), of hij kan de situatie verkeerd inschatten (kind verkeerd ingeschat, signalen niet gezien) waardoor een al gespannen situatie escaleert tot een conflict. Speelpleinbegeleiders hoeven geen hulpverleners te worden die elke situatie kunnen inschatten. Maar een goede begeleider kan beschikken over een aantal vaardigheden om in hun dagdagelijkse omgang met kinderen, en misschien wel zonder het zelf te beseffen, conflictsituaties te voorkomen.
Omgaan met moeilijke situaties op het speelplein
VDS
2.
De begeleider is een echt speelbeest! Goede begeleiders hebben de vaardigheid om veel en graag met kinderen te spelen. Ze beschikken over een extra zintuig om te ontdekken wat kinderen leuk vinden en stappen zelf ook mee in het spel van kinderen. Veel jongeren kunnen dit zonder veel moeite omdat ze zelf heel dicht bij kinderen staan. Begeleiders die over deze vaardigheid beschikken leveren, vaak zonder het te beseffen, een grote bijdrage in het voorkomen van conflictsituaties. Spelen is universeel, elk kind doet het en het is hun manier om zich uit te drukken. Spelen en meespelen met kinderen is dan ook de ideale manier (ijsbreker) om kinderen ook goed te leren kennen. Begeleiders die goed kunnen meespelen, slagen er gemakkelijker in om een relatie op te bouwen met kinderen en signalen op te vangen. Begeleiders spelen ook een belangrijke rol in het tot stand brengen van het aanbod (de activiteiten) voor de kinderen. Een sterk activiteitenaanbod is er een dat streeft naar zoveel mogelijk speelplezier en gevarieerd is om zoveel mogelijk kinderen aan te spreken. Kinderen die zich amuseren op de werking hebben minder aanleiding om in een conflictsituatie terecht te komen. Inzichten en vaardigheden -
zelf graag spelen en meespelen
-
een speelse ingesteldheid
-
activiteiten kunnen uitwerken en zorgen voor speelplezier
Kinderen goed kennen Signalen van kinderen opvangen en interpreteren is een hele opgaven voor jonge begeleiders. Het vraagt van hen dat ze de kinderen zelf goed kennen en beschikken over de vaardigheid om via meespelen, aandacht te hebben, contacten te leggen en te luisteren naar hun grote en kleine verzuchtingen. Met kennen bedoelen we niet enkel bij naam maar ook kunnen inschatten wat kinderen leuk vinden en signalen kunnen opvangen als kinderen in de knoei zitten. Jongeren (zelfs heel jonge begeleiders) hebben daarvoor, net omdat ze jong zijn, heel sterke troeven in handen. Het feit dat ze zelf graag naar het speelplein komen en door hun leeftijd heel dicht bij de kinderen staan heeft een positief effect. Misschien nog belangrijker is dat ze zelf graag spelen en daarvoor de tijd hebben. Een ideale uitgangssituatie om een positieve kind – begeleiderrelatie op te bouwen. Kinderen die in een moeilijke situatie terecht komen zoeken zelf ook die begeleiders op waar ze het goed mee kunnen vinden. Belangrijk is dat er binnen de speelpleinwerk aandacht is voor ‘alle’ kinderen. Ook voor kinderen die zelf niet zo communicatief zijn. Zij hebben meestal nog meer nood aan een begeleider die af en toe eens komt meespelen en luistert naar hen. Ook hier speelt de begeleider een cruciale rol in het ontdekken van kinderen die uit de boot vallen.
Omgaan met moeilijke situaties op het speelplein
VDS
3.
Vaardigheden en inzichten: -
kinderen persoonlijk leren kennen door contact leggen, luisteren en meespelen
-
aandacht voor alle kinderen
Een positieve en flexibele basishouding Zelf graag spelen en de kinderen goed kennen is een basis voor een goede relatie. Daarnaast is het voor een begeleider belangrijk om zelf een positieve ingesteldheid te hebben en kinderen consequent te bevestigen in wat ze goed kunnen en graag doen. Het vraagt van de begeleider een positieve basishouding van gelijkwaardigheid (elke mens is fundamenteel gelijk), echtheid (zijn wie je bent) en respect voor alle kinderen. In de loop van hun speelpleincarrière ontwikkelen animatoren ook technieken om goed te kunnen observeren, signalen van kinderen te zien en te interpreteren. Tijdens het spelen kunnen ze zich flexibel opstellen en ruimte laten om kinderen zelf een inbreng te laten doen. Een flexibele houding waardoor ze kort op de bal kunnen spelen en nieuwe speelimpulsen van kinderen zien en gebruiken. Vaardigheden en inzichten: -
positieve ingesteldheid en consequent bevestigen
-
basishouding van gelijkwaardigheid, echtheid, respect
-
observeren en interpreteren
-
ruimte laten, flexibele houding en improviseren
Duidelijke regels en afspraken maken Een speelpleinwerking stelt een aantal grenzen, spelregels om kinderen samen te laten spelen. In speelpleintermen worden die grenzen vaak omschreven als regels en afspraken. Botsen met de regels en afspraken is op het speelplein een veel voorkomende aanleiding voor conflictsituaties. We maken een onderscheid tussen organisatorische regels (regels die de organisatie vlot laten draaien) en tijd, plaats en groepsgebonden spelregels (regels die het spelen vlot laten verlopen). In beide gevallen heeft een individuele begeleider een belangrijke taak.
Organisatorische regels worden meestal voor de volledige periode van de speelpleinwerking opgesteld. Ze hebben als functie om de speelpleinwerking goed te laten verlopen en hebben niet rechtstreeks iets te maken met het spelen zelf. De taak van een begeleider kan eruit bestaan om mee die regels vorm te geven. Belangrijk daarbij is om te vertrekken van eerlijke en ondubbelzinnige verwachtingen naar de kinderen. Stel jezelf eens de vraag of je van kinderen kan verwachten dat ze over de middag stil aan een tafel blijven zitten? De begeleider moet de regels zelf goed kennen, kunnen uitleggen, verwijzen naar en consequent toepassen op het speelplein. Begeleiders die de regels consequent toepassen stralen naar de kinderen betrouwbaarheid uit.
Omgaan met moeilijke situaties op het speelplein
VDS
4.
Spelregels hebben als doel het spel goed te laten verlopen. Ze zijn tijd, plaats en groepsgebonden en worden meestal op het moment zelf uitgevonden. Spelregels opstellen behoort tot de dagdagelijkse taak van een speelpleinbegeleider. Ook hier heeft de begeleider als taak om de spelregels zo eerlijk en duidelijk mogelijk op te stellen. Spelregels kunnen ook samen met de kinderen worden opgesteld en krijgen dan het karakter van een afspraak. Vaardigheden en inzichten -
eerlijke en ondubbelzinnige verwachtingen van kinderen
-
de regels kennen, duidelijk communiceren, uitleggen en verwijzen naar
-
regels en afspraken consequent toepassen = betrouwbaarheid
-
spelregels kunnen ook samen met kinderen worden afgesproken
Een team om te zien! Sterke begeleiders hebben een positieve invloed op de kinderen en spelen een belangrijke rol in het voorkomen van conflictsituaties. Maar een sterk team is meer dan de som van alle sterke begeleiders. Nieuwe begeleiders die in een sterk team terecht komen leren veel van de ervaringen van oudere begeleiders. Het effect van een sterk team op de kinderen blijft niet uit. In een goed functionerende groep kunnen signalen van kinderen op een positieve manier geventileerd worden. Er is permanent overleg en er wordt samengewerkt in het toepassen van regels en afspraken. Onduidelijke regels, afspraken en situaties worden door de groep opnieuw bekeken en eventueel bijgestuurd. Er wordt in een positieve sfeer gezocht naar oplossingen. Elke individuele begeleider speelt een belangrijke rol in het tot stand komen van het team en de positieve sfeer in de groep. Van een animator mag je verwachten dat hij of zij, als de sfeer goed zit ook open en eerlijk kan en wil communiceren over moeilijke situaties. Vaardigheden en inzichten: -
in een positieve sfeer ventileren
-
permanent overleg over regels, afspraken en sancties
-
samenwerken in het toepassen van regels en afspraken
-
gedragen aanpak bij het aanpakken van conflictsituaties (strategie)
-
indien er onduidelijkheid bestaat over bepaalde regels en afspraken > opnieuw overleg
1.2. Omgaan met conflicten Ondanks alle inspanningen om conflictsituaties preventief aan te pakken worden begeleiders dagdagelijks geconfronteerd met kleine of grotere conflicten. Het speelplein, de animatoren en de andere kinderen stellen voortdurend grenzen aan het (speel)gedrag van kinderen. Dat kinderen botsen tegen die grenzen en over de grens gaan is de normaalste zaak van de wereld. Even normaal is het dat die kinderen daarop gewezen worden en/of daarvoor een sanctie krijgen. We stellen in de praktijk echter vast dat er niet altijd even adequaat gereageerd wordt op het ‘grensoverschrijdend’ gedrag. Zo belonen animatoren soms
Omgaan met moeilijke situaties op het speelplein
VDS
5.
negatief gedrag ‘om er vanaf te zijn’. In dit luik formuleren we een aantal conclusies ‘om mee te nemen’ over hoe een begeleider op een positieve manier kan omgaan met conflictsituaties. Een conflictsituatie kunnen inschatten Conflictsituaties kunnen heel open en bloot zijn. Je kan er bijvoorbeeld zelf last van hebben omdat je activiteit stilvalt of er fysiek gevaar is voor andere kinderen. In dat geval word je er als begeleider heel rechtstreeks mee geconfronteerd en gedwongen om in te grijpen. Ander grensoverschrijdend gedrag is eerder verdoken en merk je per toeval in het voorbij wandelen of omdat andere kinderen je komen waarschuwen. Begeleiders dragen een grote verantwoordelijkheid om ook die conflicten te zien en in te schatten of hun hulp nodig is. Ze kunnen de situatie inschatten en overwegen goed of het nodig is om zelf tussen te komen. In bepaalde gevallen kunnen kinderen zelf hun probleem oplossen en maakt de tussenkomst van een begeleider de situatie alleen maar moeilijker. Het is belangrijk om de situatie in z’n juiste proporties te zien. Loopt hier iemand gevaar, dreigt de situatie te ontsporen, kunnen kinderen zelf een oplossing vinden? Interpreteer het gedrag niet te vlug maar sta stil bij de betekenis van de situatie. Het gevaar bestaat dat je reageert op wat je ziet en daarmee vergeet dat er waarschijnlijk heel wat aan vooraf is gegaan. Zoek op dit moment niet naar een schuldige. Vaardigheden en inzichten: -
een conflict zien en je verantwoordelijkheid opnemen
-
situatie in zijn juiste proporties zien
-
de noodzaak van je tussenkomst kunnen inschatten
-
niet te snel interpreteren en stil staan bij de betekenis van gedrag
Een conflict positief benaderen Een goede aanpak van een conflictsituatie begint bij een rustig en positieve benadering. Gemakkelijk gezegd! Het is begrijpelijk dat begeleiders in het heetst van de strijd niet goed weten hoe de situatie moet worden aangepakt. Zorg er voor dat je zelf niet in paniek geraakt en probeer rustig te blijven. Neem rustig je tijd en vraag desnoods aan andere begeleiders om je rol in de activiteit over te nemen. Als je zelf rustig blijft heeft dit een rustgevend effect op de situatie. Blijf de situatie altijd vanuit een positieve invalshoek zien, ook al gaat het er soms hevig aan toe. Zelf het conflict opzoeken door in discussie te gaan of boos te worden heeft een negatief effect. Vaardigheden en inzichten: -
niet panikeren, rustig blijven en tijd nemen
-
zelf niet in conflict gaan
Omgaan met moeilijke situaties op het speelplein
VDS
6.
-
altijd positie blijven reageren, ook in een conflictsituatie
Blijven communiceren en de situatie analyseren Midden in een conflictsituatie is het belangrijk om te blijven communiceren. Zelf blijven communiceren belet dat het conflict verder ontspoort. Speel tijdens het communiceren op het gedrag en niet op de persoon. Als begeleider laat je iedereen aan het woord (indien nodig zelfs afzonderlijk van elkaar) en probeer de situatie te analyseren door uitleg en verduidelijking te vragen. Laat de betrokken partijen echt hun verhaal doen. Deze stap verreist van een begeleider heel veel inlevingsvermogen. Indien nodig kan je een rustmoment inlassen om de grootste spanning weg te halen. Vaardigheden en inzichten: -
indien nodig tijd geven om tot rust te komen
-
inlevingsvermogen, goed kunnen communiceren en het conflict niet laten ontsporen
-
analyseer de situatie door iedereen aan het woord te laten (uitleggen, verduidelijken)
-
spelen op het gedrag en niet op de persoon
Zoeken naar een mogelijke oplossing oplossing De inzet van de oplossing zou moeten zijn dat iedereen zo vlug mogelijk terug kan gaan spelen. Alle partijen moeten zich kunnen vinden in de voorgestelde oplossing. Probeer er voor te zorgen dat iedereen de volgende dag even graag naar het speelplein komt. Vertrek bij het zoeken naar een oplossing van de regels en afspraken die zijn gemaakt. Pas de gemaakte regels consequent toe op de situatie. Als iemand de regels heeft overtreden dan breng je duidelijkheid in de situatie. Vraag eventueel hulp aan oudere collega’s als je niet tot een oplossing komt. Het belangrijk dat de oorspronkelijke partijen (kinderen en begeleiders) het conflict uiteindelijk oplossen. Een oplossing voor een conflictsituatie hoeft niet noodzakelijk een sanctie te zijn. Je kan gerust zelf een maar laat de deur open voor hen om zelf oplossingen aan te reiken. Indien het noodzakelijk is om over te gaan tot een sanctie hou er dan rekening mee dat de sanctie in verhouding staat met het ‘misdrijf’. Kies voor sancties die de situatie terug recht zetten en let erop dat de sanctie in tijd niet te ver verwijderd is van wat er oorspronkelijk gebeurt is. Vaardigheden en inzichten: -
vertrek van een consequente houding (regels en afspraken)
-
vraag indien nodig hulp aan oudere collega’s maar zorg ervoor dat de oorspronkelijke partijen het conflict uiteindelijk terug afronden.
-
een oplossing is niet altijd een sanctie
-
‘alle’ betrokken partijen kunnen oplossingen voorstellen
Omgaan met moeilijke situaties op het speelplein
VDS
7.
-
sancties in verhouding met het conflict
Bewust worden van je eigen eigen effect op de situatie Als begeleider is het belangrijk om je bewust te zijn van je eigen effect tijdens het oplossen van een conflict. Het verreist een stevige portie zelfkennis om dat te doen. Maak er een zaak van om jezelf te zijn tijdens het omgaan met conflicten en laat je eigen problemen achterwege. Durf zelf ook toegeven als je een fout hebt gemaakt. Vaardigheden en inzichten: -
stevige portie zelfkennis en bewust worden van je eigen effect op een situatie
-
durven toegeven dat je een fout hebt gemaakt (eerlijk en echt)
-
je eigen problemen niet meenemen in een conflict
1.3
Na een conflict
Een conflictsituatie blijft meestal nog wat nazinderen bij alle betrokken partijen. Als er een goede oplossing is gevonden, en dat wil zeggen dat alle partijen zich kunnen vinden in de oplossing, start je best onmiddellijk met een propere lei. Geef iedereen nieuwe kansen en probeer zelf aan nazorg te doen door kinderen wat extra positieve aandacht te geven. In elke conflictsituatie schuilen kansen om een goede relatie op te bouwen. Als kinderen het gevoel hebben dat je mee hebt gewerkt aan een eerlijke oplossing beschouwen ze je als een betrouwbare begeleider. De kans dat ze nadien bij je terugkomen in een volgende conflictsituatie is groot. Vaardigheden en inzichten:
1.4.
-
probeer zo vlug mogelijk met een propere lei te starten
-
nazorg door wat extra positieve aandacht
-
goede aanpak van het conflict is een kans om een goede relatie op te bouwen
In de knoop
Een speelplein is vaak verre van ‘pedagogisch perfect’. Begeleiders op een speelplein laten, zoals alle opvoeders, pedagogisch wel eens steken vallen omdat ze op een spontane, natuurlijke manier omgaan met kinderen. De meeste kinderen lijken zich echter op één of andere manier te schikken in het systeem van het speelplein. Maar elk speelplein maakte ook melding van enkele kinderen met wie ze voortdurend in conflict komen, die duidelijk hun draai niet vinden op het speelplein. Deze ‘hardnekkige conflicten’ ontstaan volgens ons in de interactie met die kinderen waarbij de gewone huis-tuin-en-keuken pedagogie van praten of eens goed boos maken of een straf geven niet het beoogde effect heeft. De relatie verzuurt. Vaak zitten de animatoren met de handen in haar, ze zien geen perspectief, ze hebben ‘alles’ geprobeerd. Soms worden de kinderen in kwestie voor een bepaalde periode geweerd van
Omgaan met moeilijke situaties op het speelplein
VDS
8.
het speelplein. Het gaat over een zeer kleine minderheid van de kinderen maar ze bezorgen het speelplein vaak wel heel wat kopzorgen. Een eerste aanzet Een kant en klare oplossing voor hardnekkige conflicten is er niet. Uit de praktijk merken we dat dergelijke situaties kunnen leiden tot negativisme en etikettering. Als persoon sta je vaak machteloos tegenover dergelijke situaties, het slorpt veel van je tijd op en je raakt gefrustreerd. Het help als je daarover in je team kan ventileren. Misschien zijn er collega’s die met hetzelfde probleem zitten en kan je elkaar steunen in het zoeken naar oplossingen. Zorg er zeker voor dat je moeilijke situaties (crisis) op een positieve manier bespreekt. En zie het zoeken naar oplossingen als een uitdaging en niet als een last. Vertrek bij het zoeken naar oplossingen voor hardnekkige conflicten ook van de juiste verwachtingen. Verwacht niet dat kinderen, door jullie toedoen, plots heel anders worden. Sta ook hier stil bij de betekenis van het gedrag en ga met collega’s creatief op zoek naar oplossingen. stappenplan 1. Ventileren 2. Het probleem scherp uitdiepen Wie is betrokken? Wat doet hij/zij precies? Waar speelt het zich af? Wanneer? In welke context? Zoeken naar informatie bij de ouders, op de school, andere verenigingen, eventueel bij experts. Observeren, zoeken naar alternatieve verklaringen: wat zou er allemaal aan de hand kunnen zijn? Op het einde van deze fase zo ‘objectief’ mogelijk te omschrijven wat er aan de hand is.
3. Concreet gedrag aanpakken (aanpak op maat, afspraken) Het concrete storende gedrag doen stoppen. Een consequente houding van de begeleiderploeg, een methode van thuis over nemen, de situatie veranderen (niet meer eten in een lawaaierige eetruimte bijvoorbeeld), verschillende oplossingen uitproberen en evalueren…
4. Evalueren en vastleggen Afspraken maken en vast leggen hoe je dergelijke situaties in de toekomst zal vermijden.
5. Nazorg Als je een kind toch (een tijdje) moet wegsturen van het speelplein, hoe pak je dit dan zo goed mogelijk aan, kan je eventueel doorverwijzen?
Vaardigheden en inzichten: -
ventileren over situaties die afschrikken of frustreren
-
moeilijke situaties (crisis) op een positieve manier bespreken
-
stil staan bij de betekenis van het gedrag
-
eerlijke verwachtingen hebben
-
creatief op zoek naar mogelijke oplossingen
Omgaan met moeilijke situaties op het speelplein
VDS
9.
-
een conflictsituatie zien als een uitdaging niet als een last
2. Conclusies op niveau van het beleid van een speelpleinwerking Uit het onderzoek bleek al snel dat naast de begeleiders, ook het speelplein als organisatie een grote invloed heeft op het conflictsituaties. In oorsprong was het binnen dit onderzoek niet de bedoeling om de organisatie als invalshoek te nemen voor het benaderen van conflictsituaties. We vermelden ze hier heel kort omdat we ervan overtuigd zijn dat ze relevant zijn voor het thema. We denken dat een deel van de problemen preventief kunnen worden opgelost door speelpleinen kritisch te laten nadenken over de soms onnodige grenzen die ze (het spelen van kinderen) opleggen en over de manier waarop ze conflictsituaties aanpakken. We structureerden deze eerste reeks conclusies in 4 blokken: •
speelmogelijkheden
•
speelpleinploeg
•
organisatorische onderbouw
•
externe relaties
2.1. 2.1.
Speelmogelijkheden
Het speelpleinwerk heeft een duidelijk profiel. Heet staat voor speelplezier voor kinderen tijdens de vakantie. Het eerste kenmerk ‘speelplezier’ blijkt in de praktijk een heel belangrijke factor te zijn in het voorkomen van conflictsituaties. Werken aan een kwalitatief speelaanbod Het speelpleinwerk moet zich blijven focussen op de eerste basistaak, kinderen zoveel mogelijk speelkansen aanbieden tijdens de vakantie onder begeleiding van jongeren. Daarvoor maakt een speelpleinwerking werk van een aanbod speelmogelijkheden vanuit de begeleiders (activiteiten), speelmogelijkheden in de infrastructuur (speelse en uitdagend) en een sterk materiaalaanbod. Een speelpleinwerking streeft ernaar om een sluitend aanbod te voorzien waar ‘alle’ kinderen zich kunnen in vinden. Eerlijke verwachtingen Bij het organiseren van een speelpleinwerking moet uitgegaan worden van eerlijke verwachtingen tegenover de kinderen. Dat veronderstelt dat de organisatoren een realistisch beeld hebben van hoe kinderen zijn in speelsituaties en in de vakantie (hun vrije tijd). Niet alle kinderen komen met een positieve voorgeschiedenis naar het speelplein. Ze voelen zich soms niet zo goed in hun vel, terwijl de eerste voorwaarde voor speelplezier net dat welbevinden is. Nog te
Omgaan met moeilijke situaties op het speelplein
VDS
10.
vaak houdt een speelplein geen er geen rekening mee dat kinderen zich soms niet zo best voelen. Het speelplein presenteert zich als ‘alles of niets’. Ofwel passen de kinderen binnen het concept van het speelplein en amuseren ze zich. Ofwel passen ze er niet in en ontstaan er conflictsituaties. Speelsysteem Een speelsysteem is de manier waarop het spelen van kinderen georganiseerd wordt op een speelpleinwerking. Hoe verhouden de activiteiten van begeleiders, het speelmateriaal, de eigen inbreng van kinderen zich ten opzichte van elkaar. Het speelsysteem mag geen evidentie worden en staat in functie van wat de kinderen verlangen. Het is erop gericht om zoveel mogelijk speelkansen voor ‘alle’ kinderen aan te reiken. En aan de andere kant zorgt het speelsysteem voor de noodzakelijke veiligheid, geborgenheid en duidelijkheid in het aanbod. De georganiseerde vrijheid en de duidelijke structuur moeten aan elkaar afgewogen worden. Voor bepaalde kinderen uit de bijzondere jeugdzorg heeft het niet dwingend karakter (het kunnen ontsnappen) binnen een speelpleinwerking een positief effect. Gezelligheid en verbondenheid Tijdens de observaties in de dagcentra viel het ons sterk op dat daar veel werk word gemaakt van een huiselijke sfeer, gezelligheid en verbondenheid. Binnen het speelpleinwerking is het creëren van een huiselijke sfeer zeker niet evident. Veel kinderen, veel begeleiders, een groot domein zijn pluspunten maar ook een beperking. Mits creatief denkwerk liggen ook hier kansen om moeilijke situaties preventief aan te pakken
2.2.
De speelpleinploeg
We kunnen het niet vaak genoeg zeggen. De kwaliteit van een speelpleinwerking is af te meten aan het enthousiasme van de speelpleinploeg. In de eerste reeks conclusies over het individueel functioneren van begeleiders werd duidelijk dat zij ook in het aanpakken van conflictsituaties een primaire rol spelen. Op organisatorisch niveau is het dus uitermate belangrijk om veel energie te investeren in het tot stand komen van een (h)echte speelpleinploeg. Terecht komen in een sterke speelpleinploeg Het is evident dat nieuwe begeleiders (16 jaar) nog niet over alle noodzakelijke bagage beschikken om altijd een goede oplossing te vinden in conflictsituaties met kinderen. We willen ook van de begeleiders geen hulpverleners maken. Belangrijk is dat jonge begeleiders terecht komen in een sterke ploeg. Een ploeg met gezonde mix ervaren en nieuwe begeleiders. Een goed functionerend team waar begeleiders hun ervaringen kunnen delen en waar nieuwe begeleiders door ervaren begeleiders gecoacht worden. Het loont de moeite om veel te investeren in de ploeg. Overleg in een positieve sfeer Het is belangrijk dat hardnekkige conflicten met de volledige ploeg worden aangepakt in een positieve sfeer. Zoeken naar oplossingen voor conflictsituaties mag geen belasting worden voor de ploeg. Als de
Omgaan met moeilijke situaties op het speelplein
VDS
11.
ploeg de crisissituaties als een uitdaging opvat is er meer kans op een goede oplossing. Het is interessant om binnen een speelpleinwerking structureel overleg in te bouwen rond dit thema. Overleg waar iedereen mee de regels en afspraken kan bepalen, en waar strategieën worden uitgewerkt om bepaalde situaties aan te pakken. Tijd om contacten uit te bouwen met de kinderen Het speelpleinwerk verwacht van haar begeleiders dat ze activiteitgericht zijn en in mindere mate persoonsgericht. Ze verwacht van haar begeleiders dat ze dagelijks activiteiten voorbereiden voor de kinderen. Die activiteiten moeten goed zijn, ingekleed, goed gebracht. Daarnaast worden de begeleiders nog belast met de praktische organisatie, de opkuis, de evaluatie, enz. Door de band blijft er weinig tijd over voor persoonlijk contact met de kinderen. De kinderen echt leren kennen en met hen een vertrouwensband opbouwen is cruciaal in de aanpak van conflictsituaties. Binnen de organisatie kan er structureel ruimte (tijd) worden vrijgemaakt om de kind – begeleiderrelatie uit te bouwen.
2.3.
Organisatorische onderbouw
Deze term wordt gebruikt om alle organisatorische aspecten van het speelpleinwerk aan te geven die geen rechtstreeks verband hebben met het spelen van kinderen. Speelpleinwerk = jeugdwerk / profiel Het speelpleinwerk moet zich blijven profileren als jeugdwerkvorm die staat voor spelen, vakantie en kinderen. Speelpleinwerk is geen hulpverlening en mag ook die ambitie niet hebben. Voor plaatselijke speelpleinwerkingen kan het interessant zijn om eens goed na te denken over hun eigen profiel. Wie zijn we? Wat doen we? Voor wie? Organisatorische aspecten mogen geen belasting zijn voor kinderen In bepaalde gevallen kunnen organisatorische aspecten van een speelpleinwerking een directe aanleiding zijn in het ontstaan van conflictsituaties. Zo zijn momenten als lang wachten op het middagmaal, een bus die niet op tijd vertrekt, in de rij staan voor de inschrijvingen, momenten waar de kans op moeilijk gedrag groter wordt. Dode momenten kunnen eveneens aanleiding geven tot storend gedrag. Een 'dood moment' is een moment dat er geen georganiseerd aanbod is en er weinig spelimpulsen zijn'. Kinderen moeten het dan stellen met wat er op dat moment voor handen is. 2.4. Externe relaties In deze laatste categorie trekken we enkele conclusies over het speelplein en z’n relaties met ouders en de sector bijzondere jeugdbijstand Contact met de ouders Ouders zijn een heel belangrijke partner voor het speelplein. In vele gevallen zijn het de ouders die de beslissing nemen om de kinderen in de vakantie naar het speelplein te sturen. Een speelpleinwerking
Omgaan met moeilijke situaties op het speelplein
VDS
12.
heeft dus alle belang bij om met de ouders te om een vertrouwensband uit te bouwen met de ouders via een verzorgd onthaal, folder, persoonlijke contacten, ouderfeest, enz. Uit het de bevraging blijkt dat ouders van kinderen die in de bijzondere jeugdzorg verblijven het speelpleinwerk niet zo goed kennen. Contact met de sector BJB Binnen de Bijzondere jeugdzorg leeft een verkeerd beeld van het speelpleinwerk. Het speelpleinwerk moet werken aan naambekendheid binnen die sector. Speelpleinwerk kan een volwaardig alternatief zijn voor de vrijetijdsbesteding van kinderen en jongeren uit de bijzondere jeugdzorg. Plaatselijke speelpleinwerkingen kunnen werken aan een betere communicatie met dagcentra en instellingen uit de buurt. Eventueel samen voorstellen uitwerken en een afstemming van de strategie tegenover bepaalde kinderen. Toegankelijkheid We komen hier uit op het thema van de toegankelijkheid van het speelplein waarbij we vinden dat elk speelplein het recht heeft om z’n eigen keuzes te maken. Speelpleinen kunnen zelf bepalen hoeveel tijd en energie ze investeren om ook die kinderen die minder in het plaatje passen op een goeie manier te betrekken bij het speelplein. We zijn ervan overtuigd dat het een verrijking kan zijn voor deze kinderen dat het samen spelen met andere kinderen ook een positieve ervaring kan zijn. Maar evenzeer kan het een verrijking zijn voor het speelplein. Deze kinderen zijn immers veel meer dan alleen het ‘lastige gedrag’ dat ze stellen. Het zijn vaak enthousiaste kinderen die ook veel erkenning kunnen terug geven wanneer ze een aanpak op maat krijgen. We merken dat speelpleinmensen er vaak ook het hart van in zijn als ze een kind moeten wegsturen van het speelplein.
Omgaan met moeilijke situaties op het speelplein
VDS
13.