D 2.1.2
PEDAGOGISCH WERKPLAN: PEUTEROPVANG DE STAPVOGEL / ‘T BEERTJE
INHOUD: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
BEREIKBAARHEID GROEPSOMVANG EN LEEFTIJDSOPBOUW VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE (VVE) DAGINDELING EIGEN SPULLEN VAN DE KINDEREN SPECIALE GELEGENHEDEN BRENG- EN HAALTIJDEN VIER-OGEN-PRINCIPE KENNISMAKING EN WENNEN ONTWIKKELING EN WELBEVINDEN VAN KINDEREN COMMUNICATIE MET OUDERS INTERNE COMMUNICATIE HUISREGELS KINDERDAGVERBLIJF SNOOPY PEDAGOGISCH BELEID PEUTEROPVANG
1.
Bereikbaarheid
Peuteropvang de Stapvogel / ‘t Beertje Doorbraak 22 1747 AM Warmenhuizen Tel: 06-41891464 Bij de Peuteropvang wordt gebruik gemaakt van twee lokalen binnen Brede school de Hoge Ven. Eén lokaal wordt gebruikt door groep “de Stapvogel”, het andere lokaal door groep “’t Beertje”. De pedagogisch medewerkers zijn tijdens schoolweken aanwezig van 8.30 tot 12.00 uur. Bij afwezigheid van de pedagogisch medewerkers kan evt. het antwoordapparaat worden ingesproken. Ook kan er vanaf 15.00 uur tot 18.30 uur een boodschap worden doorgegeven aan de medewerkers van de BSO (zij maken gebruik van dezelfde ruimtes en telefoon). Het Centraal Bureau (directeur, leidinggevenden, stafmedewerker Financiën, stafmedewerker Kwaliteit) is telefonisch bereikbaar tussen 8.30 en 15.00 uur, op telefoonnummer 0226-393970. Bij afwezigheid van medewerkers van het Centraal Bureau kan evt. het antwoordapparaat worden ingesproken. 2.
Groepsomvang en leeftijdsopbouw
Bij de Peuteropvang bieden wij het product kinderopvang op ochtenden van 3 uur. Er wordt gewerkt met een groep van maximaal 16 kinderen van 2 tot 4 jaar. Hierbij wordt de beroepskracht-kind-ratio toegepast, d.w.z. dat het aantal pedagogisch medewerkers dat wordt ingezet past bij de leeftijdsopbouw van de groep. Dit betekent in de
Stichting Kinderopvang Harenkarspel / D.2.1.2 Ped. Werkplan de Stapvogel / ‘t Beertje / CONCEPT / juni 2015 / Pagina 1 van 13
praktijk dat er met maximaal 2 pedagogisch medewerkers wordt gewerkt. Op dagen dat er maximaal 8 kinderen komen, wordt er gewerkt met 1 pedagogisch medewerker op de groep. Er wordt zoveel mogelijk gewerkt met vaste pedagogisch medewerkers die het kind goed kennen en hierdoor goed kunnen reageren op het gedrag van het kind, en beter rekening houden met de eigenheid van het kind. Bovendien krijgen de kinderen op die manier niet teveel wisselende gezichten te zien. De pedagogisch medewerkers van de peuteropvang zijn allen getraind in Voor- en Vroegschoolse educatie en werken met het programma Uk & Puk. Hierdoor is er voldoende kennis en ervaring om de kinderen de nodige zorg en begeleiding te bieden, en hen te stimuleren in hun spraak en taalontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling, motorisch en zintuiglijke ontwikkeling en ontluikend rekenen. De Peuteropvang maakt gebruik van de ruimtes die in de middag ook worden gebruikt door Buitenschoolse Opvang (BSO) Villa Kakelbont (ook onderdeel van de Stichting Kinderopvang Harenkarspel). Peuteropvang de Stapvogel gebruikt dezelfde ruimte als de kleutergroep van de BSO, peuteropvang ’t Beertje gebruikt de ruimte van de middengroep (6- en 7-jarigen). Deze ruimtes zijn ook passend ingericht voor de peuterleeftijd. Zo zijn er verschillende hoeken waarin gespeeld kan worden, en lage tafels waaraan spelletjes en knutselactiviteiten gedaan kunnen worden. Bij het buitenspelen wordt gebruik gemaakt van de buitenruimte van KDV Snuffie, die geheel is ingericht voor dreumesen en peuters. Hier kunnen de peuters veilig buitenspelen. Deze buitenruimte is binnendoor via de kas (tussen Brede School de Hoge Ven en Kinderdagverblijf Snuffie in) te bereiken. 3.
Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE)
Binnen de Stichting Kinderopvang Harenkarspel gebruiken we bij de Kinderdagverblijven en de Peuteropvang het Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) programma Uk & Puk, een totaalprogramma met speelse activiteiten voor kinderen van nul tot vier jaar. Uk & Puk werkt met verschillende thema's, die dicht bij de belevingswereld van het jonge kind staan. Zeker bij de Peuteropvang worden de activiteiten uitgevoerd rondom het thema van Uk & Puk. Uk & Puk biedt de kinderen de optimale speelruimte om vaardigheden te oefenen op het gebied van spraak en taal, het omgaan met gevoelens en omgaan met elkaar, bewegen en ervaren, en ruimtelijk begrip. Voor- en Vroegschoolse Educatie is waardevol voor taalvaardige kinderen en voor kinderen met een gesignaleerde taalachterstand. Voor alle kinderen wordt een aanbod op maat gegeven. De pedagogisch medewerkers stimuleren de kinderen tijdens de speelse activiteiten van Uk & Puk, maar zorgen ook voor voldoende ruimte voor vrij spel. We informeren ouders over de themaactiviteiten die op de peuteropvang gedaan worden en geven tips voor activiteiten en spelletjes die thuis met de kinderen gedaan kunnen worden. 4.
Dagindeling: Een ochtend bij de peuteropvang
De Peuteropvang kent een vaste indeling van de ochtend. Een vast ritme biedt kinderen houvast. De pedagogisch medewerkers zorgen voor een goede balans tussen vrij spelen en aangeboden activiteiten. Door de kinderen goed te observeren stemmen de pedagogisch medewerkers hun activiteiten af op wat de kinderen verbaal of non-verbaal aangeven. 1. Spelen Als de kinderen binnenkomen kunnen ze vrij spelen en even thuiskomen op de Peuteropvang. De kinderen kiezen zelf waar ze mee gaan spelen. Er zijn telkens voldoende uitdagende mogelijkheden voor vrij spel, de pedagogisch medewerker voegt regelmatig nieuw materiaal en ervaringen toe om de interesses van kinderen te stimuleren. Hierbij houdt zij tevens rekening met het thema van Uk & Puk, zodat ook het vrij spel goed hierop aansluit (bij het thema Hatsjoe kan in de poppenhoek bijv. een bedje klaar staan met hierin een zieke Puk, met een dokterskoffertje erbij). Hierdoor kunnen de kinderen spelen en leren, afgestemd op hun eigen behoefte, en wordt de groep een uitdagende, avontuurlijke plek waar kinderen graag naar toe gaan, waar ze dingen leren en nieuwe ervaringen opdoen. Als alle ouders weg zijn, spelen de kinderen nog even verder totdat het tijd is voor de kring. We ruimen samen op en zingen daarbij onze opruimliedjes.
Stichting Kinderopvang Harenkarspel / D.2.1.2 Ped. Werkplan de Stapvogel / ‘t Beertje / CONCEPT / juni 2015 / Pagina 2 van 13
2.In de kring Als we samen in de kring zitten, zingen we ons “goedemorgen-lied”. Alle kinderen en ook Puk worden dan van harte welkom geheten. De pedagogisch medewerker introduceert het Uk & Pukthema en vertelt iets over Puk (bijv. dat Puk ziek) of leest een boekje voor dat aansluit bij het thema. We praten met elkaar over het thema en hierbij worden ook nieuwe woorden geïntroduceerd. De pedagogisch medewerker zorgt ervoor dat ieder kind aan bod komt. Tijdens de kring wordt ook de “hulp van de dag” gekozen: één van de peuters mag die dag helpen en voorop lopen als we gaan buitenspelen. De kring sluiten we af met het lied: “zo nu zijn we allemaal klaar en kunnen wij lekker spelen gaan!” 3. Aan de slag! Na de kring gaan we aan de slag. De pm-er biedt leuke en plezierige activiteiten aan die bij de leeftijd en het niveau van de kinderen passen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het activiteitenboek van Uk & Puk. Dit kan zijn begeleid samen spelen met Puk in een van de speelhoeken (bijv. samen met Puk taartjes bakken) of in een klein groepje een prentenboek bekijken, of iets knutselen dat met het thema te maken heeft. Bij alle activiteiten is veel aandacht voor de taalontwikkeling van het kind. De pedagogisch medewerker kijkt en luistert goed naar de kinderen en stemt zo de activiteiten af op hun behoeften. 4. Fruit eten Eerst gaan de kinderen plassen (of worden verschoond) en daarna handen wassen. We eten fruit en drinken iets in de kring. Er staat een grote schaal met gevarieerd fruit klaar waar de kinderen uit kunnen kiezen. Ook tijdens het fruit eten leren kinderen spelenderwijs. De pedagogisch medewerker praat met de kinderen over kleuren, smaken, grootte en aantal, en andere zaken waarover ze kunnen nadenken. Hierdoor vergroten kinderen hun kennis en inzicht. Ze leren meer taal, ze leren converseren en nadenken over wat ze samen bespreken. Ook is er volop aandacht voor sociale vaardigheden, zoals op je beurt wachten. We praten met elkaar over wat we tijdens het spelen allemaal hebben gedaan. Regelmatig wordt er ook nog een prentenboek over het thema voorgelezen en praten we over het boek. We sluiten de kring weer af met het lied: “zo nu zijn we allemaal klaar en kunnen wij weer spelen gaan!” 5.(Buiten) Spelen We vinden het belangrijk dat de kinderen ook lekker kunnen bewegen. We doen allerlei bewegingsspelletjes zoals gym, dansen, evenwichtsspelletjes, aansluitend bij het thema van Uk & Puk. Bij droog weer doen we deze spelletjes buiten en anders binnen. 6. Afsluiting van de ochtend Als er buiten is gespeeld, zorgen we dat we op tijd weer terug bij de groep zijn. De kinderen kunnen dan hun jas aanhouden en hun tasje pakken. Om 11.45 uur nemen we afscheid van elkaar en gaan de kinderen weer met hun ouders mee naar huis. 5.
Eigen spullen van de kinderen Het enige wat de kinderen zelf mee moeten nemen is een tasje met reservekleding. Dit tasje kan ’s morgens aan de kapstok worden gehangen. Bij het ophalen dient de tas weer meegenomen te worden. Er hoeven geen luiers meegenomen te worden. Fruit, drinken en andere levensmiddelen hoeven ouders niet mee te brengen, tenzij het kind speciale voeding krijgt i.v.m. bijvoorbeeld een allergie. Als het kind jarig is of afscheid neemt, mag er getrakteerd worden. Wij geven de voorkeur aan een gezonde traktatie. Als ouders bederfelijke voedingsmiddelen voor bijvoorbeeld een traktatie meenemen, mogen deze niet langer dan 30 minuten buiten de koeling zijn geweest. Post aan de ouders (bijv. uitnodigingen voor een ouderavond) wordt over het algemeen via de mail verstuurd, maar wordt soms ook meegegeven aan ouders bij het ophalen. Elke keer als er een nieuw thema van Uk & Puk start, krijgen ouders een informatieblad mee met tips voor leuke activiteiten om thuis te doen rondom het thema.
Stichting Kinderopvang Harenkarspel / D.2.1.2 Ped. Werkplan de Stapvogel / ‘t Beertje / CONCEPT / juni 2015 / Pagina 3 van 13
6.
Speciale gelegenheden
Uiteraard is niet iedere dag op de Peuteropvang hetzelfde, er zijn natuurlijk ook speciale gelegenheden die gevierd worden, en er zijn bepaalde weken die duidelijk afwijken.
Verjaardag: graag van tevoren aangeven of dit op de groep gevierd gaat worden, i.v.m. voorbereidingen. De jarige krijgt een feestmuts, en tijdens de kring wordt gezongen (eventueel met muziek). Hierna mag de jarige trakteren.
Afscheid: Wanneer het kind 4 jaar wordt, wordt hetzelfde ritueel gevolgd als bij verjaardagen. Er kan hierbij gebruik gemaakt worden van het Uk & Puk-thema: Wielewoelewool: ik ga naar school!
Vader- / moederdag: met de kinderen wordt een cadeautje gemaakt. Deze wordt ingepakt meegegeven.
Sint Maarten (11 november): er worden lampionnen gemaakt en liedjes geoefend.
Sinterklaas: deze feestdag wordt op of rond 5 december gepland. De Peuteropvang sluit hierbij aan bij de activiteiten van de Hoge Ven. Op de dagen voorafgaand aan 5 december worden allerlei Sint-activiteiten gedaan met de kinderen.
Kerst: De laatste week voor Kerst worden er gewerkt en geknutseld rondom het thema Kerst.
Opa- en omaweek: in deze week krijgen de grootouders de kans om een ochtendje een kijkje te komen nemen op de groep van hun kleinkind. Ze kunnen dan samen met hun kleinkind bijv. een puzzeltje maken of een andere activiteit doen.
Fotograaf: de fotograaf bezoekt 1 keer per jaar een aantal dagen de Peuteropvang.
7.
Breng- en haaltijden
De ochtend op de Peuteropvang start om 8.45 uur. De deur van het lokaal gaat dan open, en de kinderen mogen naar binnen. Ouders kunnen er dan nog even bij blijven, zodat het kind op een rustige manier kan wennen in de groep. We vinden het prettig als iedereen om 9.00 uur daadwerkelijk aanwezig is, zodat we met elkaar de ochtend kunnen beginnen. Juist dit gezamenlijke moment zorgt ervoor dat de kinderen zich prettig voelen in de groep.
Om 11.45 uur nemen we weer afscheid van elkaar en kunnen alle kinderen weer worden opgehaald.
Kinderen die reeds geplaatst zijn, kunnen eventueel extra komen op andere dagen, in overleg met de pedagogisch medewerkers van de groep. Er wordt niet boventallig geplaatst, en er wordt gekeken of de groepssamenstelling het toelaat om extra te plaatsen.
Ruilen van dag kan, mits binnen twee weken, in overleg met de pedagogisch medewerkers. Er wordt niet boventallig geplaatst, en er wordt gekeken of de groepssamenstelling het toelaat.
8.
Vier-ogen-principe
Een situatie waarin een groep kinderen op kinderdagverblijven lang alleen kan zijn met één volwassene, is uit oogpunt van veiligheid niet acceptabel. Hiertoe is de maatregel: ‘zorgen voor vier ogen, vier oren en meer transparantie” bedacht, kortweg genoemd: het vier-ogen-principe. Hierbij gaat het er om dat er niet per definitie “vier ogen” aanwezig hoeven te zijn, maar de mogelijkheid dat er iemand meekijkt, bestaat altijd. De Stichting Kinderopvang Harenkarspel geeft hier op de volgende manieren vorm aan:
Stichting Kinderopvang Harenkarspel / D.2.1.2 Ped. Werkplan de Stapvogel / ‘t Beertje / CONCEPT / juni 2015 / Pagina 4 van 13
Bij de Peuteropvang wordt gewerkt met 1 of 2 pedagogisch medewerkers, afhankelijk van de groepsgrootte. Als een van de 2 pedagogisch medewerkers even van de groep af moet, dan meldt zij dit altijd aan haar collega. De aankleedtafel staat in de ruimte, en niet in een aparte ruimte, zodat altijd goed zicht is op het verschonen. Er is een doorzichtige afscheiding tussen de groepsruimte en de gang. Deze ramen worden niet afgeplakt of beschilderd zodat goed zicht is op wat er in de verschoonruimte gebeurt. Er is altijd de mogelijkheid om de groepsruimtes binnen te lopen (voor ouders, leerkrachten in school) De leidinggevende kan altijd even de groepsruimtes binnen lopen Als er een uitstapje / wandeling met de kinderen wordt gemaakt, gaan er altijd ten minste twee pedagogisch medewerkers mee.
9.
Kennismaking en wennen
De periode van wennen is belangrijk voor het slagen van de plaatsing van uw kind. Zowel u als uw kind zal moeten wennen aan de nieuwe situatie. Wij vinden het daarom belangrijk dat er voldoende tijd en aandacht aan het wennen geschonken wordt. Ruim voor de daadwerkelijke plaatsing, neemt een van de pedagogisch medewerkers (degene die de mentor gaat worden van dit kind, die het kind/ de ouders / de gesprekken “onder haar hoede neemt) telefonisch contact op met de ouders, om een afspraak te maken voor een Intakegesprek. Het kind is hierbij aanwezig, zodat het al even de groep kan zien, en kan kennismaken met de pedagogisch medewerker(s). Het reilen en zeilen van de peuteropvang wordt uitgelegd, en eventuele bijzonderheden kunnen worden besproken. In principe komt het kind 2 ochtenden voor de plaatsingsdatum wennen. Tijdens dit wennen mag afgeweken worden van de wettelijke afspraken over het aantal kinderen per medewerker. Het kind wordt dus niet meegeteld in de kindaantallen. Als blijkt dat dit wennen erg moeilijk is voor het kind, kan het altijd weer worden opgehaald door de ouders. Van ouders wordt dus verwacht dat zij beschikbaar blijven voor als het kind opgehaald moet worden. In overleg met de pedagogisch medewerkers wordt bepaald of, en op welke ochtenden het kind komt wennen. Het is mogelijk om te komen wennen op ochtenden dat uw kind niet geplaatst is. Op basis van dit intakegesprek en in overleg met ouders kan ook besloten worden dat kinderen niet van tevoren wennen, en direct vanaf de plaatsing meedraaien op de groep. Het is fijn als kinderen in de wenperiode goed op tijd worden gebracht, dan is er voldoende tijd en aandacht om aan de groep te wennen, en kan de dag gezamenlijk worden begonnen. Ouders mogen tijdens de eerste dag op de groep er bij blijven, even kort om het kind op gang te helpen, of indien gewenst de hele ochtend. Voor kinderen is het prettig als ouders telkens op dezelfde manier afscheid nemen, bij voorkeur kort en duidelijk, zodat het kind weet waar het aan toe is. Zeker als het afscheid wat moeilijker gaat, biedt dit duidelijkheid en veiligheid voor het kind. Uiteraard mogen ouders altijd even vanaf huis bellen als zij graag willen weten hoe het met hun kind gaat (bijv. als de start van de dag moeizaam verliep). Het kind en zijn ouders worden telkens persoonlijk ontvangen door een van de vaste pedagogisch medewerkers op de groep. Direct als ouders en het kind binnen komen, maakt de pedagogisch medewerker contact met ze. Dit gebeurt door een vriendelijke begroeting (met de naam van het kind), en oogcontact met het kind. Hierdoor wordt het kind op zijn gemak gesteld en voelt zich gezien en gehoord. Bij het brengen wordt afgesproken wanneer het kind weer wordt opgehaald, zodat het kind weet dat ouders straks weer terugkomen. Bij het afscheid nemen van de ouders, krijgen zowel het kind als de ouders de ruimte om emoties te uiten: vaak is het best een grote stap om naar de peuteropvang te gaan! Het kind wordt geïntroduceerd in de nieuwe groep: zijn naam wordt genoemd, en de kinderen krijgen uitgebreid de kans om met elkaar kennis te maken. Tijdens het “Goedemorgen-lied” worden alle namen nogmaals genoemd, zodat het kind ook de namen van de andere kinderen kan leren. Telkens vertelt de pedagogisch medewerker wat ze doet, en maakt het kind op die manier de nieuwe situatie duidelijk. Ook wordt telkens verteld wat de volgende activiteit zal zijn (dagritme), en wat er van het kind wordt verwacht. Tijdens het vrij spelen laat de pedagogisch medewerker de groepsruimte zien, en benoemt wat er gebeurt (bijvoorbeeld als andere kinderen samen ergens mee spelen). Hierbij let de pedagogisch medewerker goed op wat ze ziet en merkt bij het kind, zodat ze hierbij kan aansluiten. Sommige kinderen vinden het prettiger Stichting Kinderopvang Harenkarspel / D.2.1.2 Ped. Werkplan de Stapvogel / ‘t Beertje / CONCEPT / juni 2015 / Pagina 5 van 13
om even zelf in eigen tempo de kinderen en de groep te leren kennen. Ook zij krijgen hiervoor de tijd en ruimte. Bij het ophalen vertelt de pedagogisch medewerker aan de ouders hoe de ochtend is verlopen, wat het kind heeft gedaan en ervaren, en wordt benoemd wanneer het kind weer op de Peuteropvang komt. 10.
Ontwikkeling en welbevinden van kinderen
We vinden het belangrijk om continu in de gaten te houden of kinderen zich op een positieve manier (blijven) ontwikkelen, en waar nodig, extra zorg krijgen. Dit doen wij op de volgende manieren: Ontwikkeling en welbevinden volgen d.m.v. observatieformulieren / oudergesprekken Extra inzet van Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) bij taalachterstand Bij zorgen rondom ontwikkeling of gedrag advies inwinnen bij derden Als kinderen 4 jaar worden zorgen we voor overdracht naar de bassischolen Bij zorgen rondom de thuissituatie / vermoeden van mishandeling of misbruik volgen we de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling In alle gevallen worden ouders hierover geïnformeerd. Ontwikkeling en welbevinden volgen d.m.v. observatieformulieren / oudergesprekken Om de ontwikkeling en het welbevinden van de kinderen goed in de gaten te kunnen houden, observeren de pedagogisch medewerkers de kinderen regelmatig volgens een vaststaand schema. Dit gebeurt door middel van observatieformulieren. Deze formulieren worden na de observaties besproken met de ouders tijdens de oudergesprekken. Er wordt een uitgebreide observatie van het kind gemaakt als het kind ongeveer 10 weken op de peuteropvang zit. Met name de eerste periode op de groep en het aan elkaar wennen wordt besproken, en de ontwikkeling van het kind. Hierna zijn er observaties bij 3 jaar, en bij 3 jaar en 9 maanden. Deze observatieformulieren worden met ouders besproken tijdens de zogenaamde oudergesprekken: Oudergesprek na 10 weken op de peuteropvang Oudergesprek voor kinderen rond de leeftijd 3 jaar Oudergesprek / Eindgesprek 4 jaar Ouders krijgen na afloop van het gesprek een kopie mee van het formulier Oudergesprekken. Het origineel wordt bewaard in het dossier van het kind (tot 2 jaar nadat het kind de peuteropvang heeft verlaten). Wanneer ouders geen prijs stellen op het houden van een gesprek, vragen wij hiervoor een ondertekende schriftelijke bevestiging. Pedagogisch medewerkers van de Peuteropvang zijn VVE-gecertificeerd, dit betekent dat zij verschillende trainingen hebben gevolgd m.b.t. het observeren en stimuleren van de ontwikkeling. Tijdens de kindbesprekingen wordt de ontwikkeling en het gedrag van alle kinderen samen met de leidinggevende besproken. De leidinggevende kan de pedagogisch medewerkers adviseren en ondersteunen bij eventuele vervolgstappen. Extra inzet van Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) bij taalachterstand Binnen de gemeente Schagen is een Taalformulier opgesteld dat wij hanteren om de taalontwikkeling van kinderen te kunnen volgen. Dit taalformulier is onderdeel van onze observatieformulieren, en wordt voor kinderen vanaf 2 jaar ingevuld. Als blijkt dat peuters vanaf 2,5 jaar een achterstand in hun taalontwikkeling hebben, worden zij doorgestuurd naar het Consultatiebureau om deze achterstand vast te stellen. Als uw kind een vastgestelde taalachterstand heeft, adviseren wij uw kind vier ochtenden in de week de Peuteropvang de bezoeken in verband met het vereiste aanbod van VVE. De gemeente verleent hiervoor subsidie, waardoor ouders slechts twee ochtenden hoeven te betalen. Op deze manier proberen we te voorkomen dat kinderen naar de basisschool gaan met een taalachterstand. Bij zorgen rondom ontwikkeling of gedrag advies inwinnen bij derden Bij kinderen die op basis van de observatieformulieren een achterstand hebben in hun ontwikkeling, of waarbij zorgen zijn rondom het gedrag wordt samen met de leidinggevende een handelingsplan opgesteld in overleg met de ouders. Hierdoor wordt er extra aandacht besteed aan dat ontwikkelingsgebied, om te voorkomen dat het kind met een achterstand naar de basisschool gaat.
Stichting Kinderopvang Harenkarspel / D.2.1.2 Ped. Werkplan de Stapvogel / ‘t Beertje / CONCEPT / juni 2015 / Pagina 6 van 13
Er worden dan bijv. heel gericht activiteiten uit Uk & Puk aangeboden op de Peuteropvang, en ouders krijgen handvatten om hier zelf thuis mee aan de slag te gaan. Als blijkt dat dit niet helpt, of als er meer zorg nodig is, kan er een adviesvraag worden voorgelegd aan bijv. het Consultatiebureau (bijv. over een vraag over voeding of slapen), de logopedist (bijv. als er zorgen zijn rondom de uitspraak van een kind). Ook kan de hulp van het Voorschoolszorg advies Team (VAT) worden ingeroepen. Er kan dan een afspraak worden gemaakt met het VAT om samen met ouders en pedagogisch medewerkers de zorgen te bespreken. Dit kan plaatsvinden op het kindercentrum. Ook kunnen ouders naar een andere instelling doorverwezen worden en kan vooraf samen een hulpvraag geformuleerd worden. Als ouders de zorgen van de pedagogisch medewerkers niet delen, kunnen we voor ons eigen handelen advies inwinnen bij een deskundige. Als kinderen 4 jaar worden zorgen we voor overdracht naar de bassischolen Tijdens het Eindgesprek 4 jaar komt de overdracht aan de basisschool aan de orde. Het is voor de basisscholen van belang om - voordat het kind 4 jaar wordt - informatie te hebben over de ontwikkeling van het kind. Als de ontwikkeling van het kind zonder problemen verloopt, wordt dit gesprek gevoerd rond de leeftijd van 3 jaar en 9 maanden. Als er zorgen rondom de ontwikkeling zijn, bij voorkeur eerder, rond de leeftijd van 3 jaar en 6 maanden. Hier kan school rekening mee houden bij het samenstellen van de groepen, en de inzet van eventuele extra begeleiding. Ook kan het voor de leerkrachten van de basisscholen van belang zijn om extra informatie te hebben over een bepaalde pedagogische aanpak die goed werkt bij het kind, en om informatie te hebben over de gezondheid en het welbevinden van het kind. De Stichting Kinderopvang Harenkarspel, Stichting Voor-school en de basisscholen in Warmenhuizen en Tuitjenhorn (St. Barbara, Doorbraak en de Torenven) hebben afspraken gemaakt over de informatieoverdracht over de kinderen. Het gaat om informatie over: de ontwikkeling van de kinderen, het gedrag / afstemmen van de pedagogische aanpak, de gezondheid het welbevinden van de kinderen We maken hierbij onderscheid tussen een “koude” overdracht (d.m.v. doorsturen van formulieren naar de basisschool) bij kinderen waar we geen of weinig zorgen om hebben en een “warme” overdracht (d.m.v. mondelinge gesprekken met ouders en de basisschool) bij kinderen waarbij we zorgen hebben over de ontwikkeling en / of gedrag, en die baat kunnen hebben bij extra begeleiding. In geval van een warme overdracht hebben de pedagogisch medewerkers hierover altijd even overleg met de leidinggevende. Wij verstrekken de informatie alleen aan de basisschool indien ouders hier nadrukkelijk schriftelijk toestemming voor geven tijdens het Eindgesprek 4 jaar. Jaarlijks is er een overleg tussen de scholen en de kinderopvang om de overdracht te evalueren en eventueel te verbeteren. Bij zorgen rondom de thuissituatie / vermoeden van mishandeling of misbruik volgen we de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Kinderen die worden mishandeld vertellen hier meestal niet uit zichzelf over, en dat geldt ook voor degenen die mishandelen. Daarom is het nodig dat beroepskrachten, die vanwege hun functie verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van die kinderen en hun ouders, in actie komen als er mogelijk sprake is van kindermishandeling of huiselijk geweld. Verschillende pedagogisch medewerkers hebben een training gevolgd m.b.t. signalen en communiceren, en de SKH heeft drie aandachtsfunctionarissen aangesteld en getraind. De leidinggevende Kinderdagverblijf / Peuteropvang en de Leidinggevende BSO zijn beide aandachtsfunctionaris. Op die manier kunnen zij tijdens de kindbesprekingen de pedagogisch medewerkers begeleiden als zij zorgen hebben over een kind. De aandachtsfunctionarissen gaan (in afvaardiging) regelmatig naar Netwerkbijeenkomsten m.b.t. Kindermishandeling om daar hun kennis op peil te houden. De Stichting Kinderopvang Harenkarspel maakt gebruik van de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (Brancheorganisatie Kinderopvang, versie juli 2013). Deze Meldcode is op alle vestigingen van de Stichting Kinderopvang Harenkarspel aanwezig, en kan ook door de pedagogisch medewerkers geraadpleegd worden. In een duidelijk stappenplan staat vermeld hoe de pedagogisch medewerkers moeten handelen als zij zorgen hebben omtrent een kind. In ieder geval moeten zij hun zorgen bepreken met één van de aandachtsfunctionarissen van de Stichting. De aandachtsfunctionaris bewaakt het proces en ondersteunt de pedagogisch medewerkers bij alle stappen die genomen moeten worden. De aandachtsfunctionaris kan besluiten om een kind aan te Stichting Kinderopvang Harenkarspel / D.2.1.2 Ped. Werkplan de Stapvogel / ‘t Beertje / CONCEPT / juni 2015 / Pagina 7 van 13
melden in de Verwijsindex, een digitaal hulpmiddel om in contact te komen met andere professionals rondom het kind (bijv. consultatiebureau, huisarts, hulpverlening) om te kijken of eventuele zorgen rondom het kind gedeeld worden en – indien nodig- zorg af te stemmen. Ouders worden hier altijd van op de hoogte gesteld als dit het geval is. 11.
Communicatie met ouders
Wij vinden het erg belangrijk dat de pedagogisch medewerkers en de leidinggevende een goed contact met de ouders hebben. Voor de pedagogisch medewerkers is het belangrijk te weten hoe het thuis gegaan is; zij kunnen daar op inspelen. Voor ouders is het belangrijk om te weten hoe de ochtend verlopen is. Informatie kan uitgewisseld worden tijdens de breng- en haaltijden. Een andere belangrijke vorm van communicatie met ouders is het houden van de Oudergesprekken (zie Welbevinden). Verdere contacten met ouders zijn: Nieuwsbrief:
Minimaal 4 keer per jaar wordt er een nieuwsbrief uitgegeven, met allerlei wetenswaardigheden binnen de SKH, vanuit de verschillende vestigingen. Deze nieuwsbrief wordt digitaal via de e-mail verspreid. Wanneer hier aanleiding toe is), wordt er een extra nieuwsbrief door de directie uitgegeven.
Ouderavond:
De oudercommissie organiseert een keer per jaar een thema-avond waarvoor ook de ouders van de Peuteropvang uitgenodigd worden.
Oudercommissie:
De taak van de oudercommissie is het behartigen van de belangen van de ouders. Minimaal vijf ouders van kinderen die op het KDV, de BSO of de Peuteropvang geplaatst zijn, maken deel uit van de oudercommissie.
De Oudercommissie: - denkt mee over het pedagogisch beleid van de Stichting, - kan, gevraagd of ongevraagd, advies geven aan de leiding of het bestuur, - is aanwezig bij bestuursvergaderingen (afvaardiging) - heeft geen beslissingsbevoegdheid, maar heeft een verzwaard adviesrecht op diverse punten, - vergadert eenmaal per zes weken, - stelt in samenwerking met de directie een nieuwsbrief samen, welke ten minste drie keer per jaar uitkomt, - organiseert mede de ouderavonden. Ouders kunnen te allen tijde vragen of suggesties kwijt aan de oudercommissie. Dit kan via:
[email protected] Op dit moment zijn er nog geen ouders van de Peuteropvang in de Oudercommissie. Indien u hieraan wenst deel te nemen, kunt u contact opnemen met de Oudercommissie. 12.
Interne communicatie
Er zijn verschillende manieren van interne communicatie:
Overdracht via de overdrachtsmap: Op de groep is een overdrachtsmap aanwezig. Hierin wordt aan het einde van de dag de belangrijkste mededelingen voor de collega’s die de volgende dag werken vermeld, evenals bijzondere gebeurtenissen van de dag. Overdracht via de agenda: Belangrijke gebeurtenissen (verjaardagen, vrije dagen van kinderen, gesprekken, overleggen e.d. worden in de agenda opgeschreven. Kindbespreking / pedagogisch overleg: elk kwartaal is er een kindbespreking met de pedagogisch medewerkers en de leidinggevende, waarin alle kinderen uit de groep uitgebreid besproken worden (gedrag, ontwikkeling e.d.). Ook komen tijdens dit overleg pedagogische
Stichting Kinderopvang Harenkarspel / D.2.1.2 Ped. Werkplan de Stapvogel / ‘t Beertje / CONCEPT / juni 2015 / Pagina 8 van 13
13.
aanpak en werkinstructies aan de orde. Ook aandachtspunten uit de jaarlijkse Risico Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) op gebied van veiligheid en gezondheid worden besproken. Teamvergaderingen: twee keer per jaar is er een teamvergadering met als doel kwaliteitsverbetering in de samenwerking en het functioneren.
Huisregels Peuteropvang
In Brede School de Hoge Ven wordt gewerkt volgens Positive Behaviour Support (PBS). Dit betekent dat er voor alle ruimtes gedragsverwachtingen zijn geformuleerd met als uitgangspunt Veiligheid, Respect en Verantwoordelijkheid. Alle gedragsverwachtingen zijn positief geformuleerd, en benoemen dus het gedrag dat we van de kinderen verwachten. Er zijn een aantal gedragsverwachtingen van school die ook voor de Peuteropvang gelden. Hiernaast zijn er nog een aantal “huisregels” die met name betrekking hebben op de veiligheid op de Stapvogel.
Algemeen Binnen lopen we rustig Binnen praten we met onze “binnen-stem” Samen spelen, samen delen Houd je handen en voeten bij jezelf Wanneer de ouder aanwezig is, ligt de verantwoordelijkheid voor het kind bij de ouder Altijd de deur (zachtjes) achter je dicht doen Alleen eigen kinderen door de deur laten gaan, en deur weer sluiten Kinderen dragen liefst schoenen aan met klittenband of rits (veters zijn erg tijdrovend) Kleding en schoeisel liefst voorzien van naam van het kind Het spelen van kinderen gebeurt meestal op de grond. Kijk dus bij het lopen goed uit voor speelgoed dat op de grond ligt Geen tassen laten rondslingeren of op de grond plaatsen (i.v.m. opeten van mogelijke medicijnen / sigaretten). Bij traktaties wordt geen gevaarlijk snoepgoed (wat verstikkingsgevaar kan opleveren) uitgedeeld aan de kinderen. Kies bij voorkeur voor een verantwoorde traktatie. Leefruimte Kinderen jonger dan 3 jaar spelen alleen onder toezicht met speelgoed kleiner dan 3,5 cm Grotere kinderen ruimen zelf hun speelgoed op als ze uitgespeeld zijn Koffie en thee worden alleen in een thermoskan (dus geen theepot of koffiekan) of tafel geplaatst. Kopjes met hete dranken worden buiten bereik van de kinderen midden op tafel geplaatst. Er worden geen kinderen op schoot genomen wanneer koffie of thee wordt gedronken. Verschonen Kinderen die nog niet zindelijk zijn mogen alleen onder toezicht bij de toiletten komen Begeleid kinderen op het trapje van de aankleedtafel. Gebruik dit trapje zodra een kind zelf kan klimmen Na gebruik van het trapje van de aankleedtafel deze gelijk inschuiven en "op slot" Niet weglopen bij kinderen die op de aankleedtafel liggen Verschoonspullen worden binnen handbereik op de aankleedtafel gelegd, om te voorkomen dat het kind onbeschermd op de aankleedtafel ligt Kinderen mogen niet zelf het trapje van de aankleedtafel bedienen (gevaar voor vingers en tenen!) Keuken Kinderen mogen niet in de keuken komen Buitenterrein Niet klimmen in / op het hek van de buitenspeelplaats
Stichting Kinderopvang Harenkarspel / D.2.1.2 Ped. Werkplan de Stapvogel / ‘t Beertje / CONCEPT / juni 2015 / Pagina 9 van 13
14.
Pedagogisch beleid Peuteropvang
Ons pedagogisch beleid sluit aan op de Beleidsregels Kwaliteit Kinderopvang (behorend tot de Wet Kinderopvang) en het Pedagogisch Kader. Hiermee bieden wij kinderen: 1. Emotionele veiligheid 2. Ontwikkeling van persoonlijke competentie 3. Ontwikkeling van sociale competentie 4. Ontwikkeling van waarden en normen Het Pedagogisch beleid is vastgelegd om de volgende redenen: -
-
Het is een leidraad voor de pedagogische medewerksters en biedt houvast bij hun dagelijkse omgang met de kinderen. Het pedagogisch beleid is per vestiging uitgewerkt in het Pedagogisch Werkplan voor pedagogisch medewerkers (pm-ers). Zonodig kunnen medewerkers worden aangesproken op hun handelen. Het informeert ouders van kinderen die de opvang (gaan) bezoeken over onze werkwijze en de omgang met de kinderen. Andere betrokkenen (bijvoorbeeld gemeente, GGD) kunnen inzicht krijgen in onze pedagogische werkwijze.
Op alle locaties van SKH zijn de activiteiten, de ruimtes en het speelmateriaal afgestemd op de belevingswereld van kinderen. We willen dat de opvang bij SKH kinderen inspireert tot ontdekken, spelen en plezier hebben. We bieden behalve veiligheid ook voldoende uitdaging. De pm-ers hebben hart voor kinderen en aandacht voor hun verschillen in karakters, temperament en talenten. Bij SKH is het belangrijk dat alle kinderen zich thuis voelen en zichzelf kunnen zijn. De Peuteropvang kent een vaste indeling van de ochtend. Een vast ritme biedt kinderen houvast. De pm-ers zorgen voor een goede balans tussen vrij spelen en aangeboden activiteiten. Door de kinderen goed te observeren stemmen zij hun activiteiten af op wat de kinderen verbaal of nonverbaal aangeven. Bij alles wat we doen hebben we de volgende pedagogische uitgangspunten: - we benaderen de kinderen en ouders op een positieve manier - we stimuleren de zelfstandigheid van kinderen en hebben respect voor de autonomie - we hebben een vaste structuur en rituelen - we stimuleren de ontwikkeling van kinderen door kansen te grijpen of te creëren - we vinden het belangrijk om veel te praten met de kinderen, uit te leggen en te luisteren - we ondersteunen kinderen in hun omgang met andere kinderen Deze uitgangspunten worden als volgt zichtbaar tijdens de peuteropvang: Binnenkomst - De pm-er begroet iedere ouder en elk kind op een vriendelijke en persoonlijke manier en maakt daarbij oogcontact. De pm-er benoemt wat ze ziet bij het kind (lichaamstaal en / of kleding, knuffel, speelgoed). De pm-er vraagt aan ouders of er bijzonderheden zijn over het kind en de thuissituatie. Hierdoor wordt de relatie tussen pm-er, ouders en kind versterkt. - De pm-er betrekt het kind bij het gesprek, stelt het kind ook vragen over thuis e.d. Hierdoor voelt het kind zich gezien, serieus genomen. - De ouder kan evt. nog even samen met het kind iets doen, bijv. een boekje lezen of een puzzel maken. Hierdoor krijgen de kinderen de mogelijkheid om soepel de overgang van thuis naar de groep te maken. - De pm-er is alert op het moment van afscheid nemen: samen zwaaien, troosten en benoemen en erkennen wat het kind voelt. Het afscheid gebeurt bij voorkeur zorgvuldig, kort, duidelijk en steeds op dezelfde manier. - Na het afscheid van de ouders helpt de pm-er het kind op weg in de groep: ze wijst welk materiaal er ligt, welke mogelijkheden er zijn voor spel of activiteiten. Hierdoor weten ze wat ze kunnen doen, waardoor ze gerichter kunnen spelen. - De pm-er vertelt of laat zien hoe de ochtend er in grote lijnen uit zal zien. Hierdoor krijgen de kinderen inzicht in hoe de dag gaat verlopen. Stichting Kinderopvang Harenkarspel / D.2.1.2 Ped. Werkplan de Stapvogel / ‘t Beertje / CONCEPT / juni 2015 / Pagina 10 van 13
-
De pm-er verwoordt de gevoelens van kinderen tegenover elkaar (bijv. verdriet door afscheid). Ze stimuleert dat de kinderen elkaar begroeten. Ze praat met de kinderen over thuis en betrekt daar zo mogelijk andere kinderen bij. Hierdoor worden de kinderen zich bewust van elkaar en krijgen ze begrip voor gevoelens en behoeften van anderen. De pm-er helpt kinderen in te voegen in het spel van andere kinderen. Hierdoor leren ze hoe ze met elkaar kunnen spelen.
Vrij spel (binnen of buiten) - Als de kinderen binnenkomen kunnen ze vrij spelen en even thuiskomen op de groep. De kinderen kiezen zelf waar ze mee gaan spelen. Er zijn telkens voldoende uitdagende mogelijkheden voor vrij spel, de pedagogisch medewerker voegt regelmatig nieuw materiaal en ervaringen toe om de interesses van kinderen te stimuleren. Hierbij houdt zij tevens rekening met het thema van Uk & Puk, zodat ook het vrij spel goed hierop aansluit. - De pm-er heeft oog en oor en aandacht voor alle kinderen door een positieve en actieve houding aan te nemen. Ze is betrokken bij het vrije spel van de kinderen. Ze helpt de kinderen bijvoorbeeld in te voegen of ze speelt zelf mee. Hierdoor hebben de kinderen plezier en voelen ze zich prettig, gewaardeerd, thuis, veilig, gehoord en begrepen. - De pm-er geeft de kinderen de ruimte om zelf aan te geven wat ze willen doen met vrij spel door iets aan te wijzen of door het te zeggen. Hierdoor kunnen de kinderen zelfstandig kiezen en worden ze gerespecteerd in hun keuze. - De pm-er blijft bij jonge kinderen in de buurt. Soms hebben ze een steuntje of een aanwijzing nodig. Ze wijst de kinderen erop welk vrij spel mogelijk is (ze doet het voor, speelt mee of laat materialen zien). - De pm-er observeert de kinderen en ‘vertaalt’ het gedrag van de kinderen naar een spelidee. Hierdoor worden de behoeften van de kinderen serieus genomen. - De pm-er benut tijdens het spelen kansen om de kinderen uit te dagen en een stapje verder te brengen. Ze zoekt naar nieuwe, uitdagende mogelijkheden voor vrij spel. Hierdoor kunnen de kinderen spelen en leren, afgestemd op hun eigen behoefte, en wordt de groep een uitdagende, avontuurlijke plek waar kinderen graag naar toe gaan, waar ze dingen leren en nieuwe ervaringen opdoen. - De pm-er benoemt veel tijdens het spel en praat op prettige toon over wat de kinderen aan het doen zijn of gedaan hebben. Hierdoor leren de kinderen veel woorden en begrippen en worden gestimuleerd in het nadenken en praten. - De pm-er begeleidt en ondersteunt positieve interacties tussen de kinderen. Samen doen, samen beleven en samen plezier hebben, staat centraal. Hierdoor zijn de kinderen bij elkaar betrokken en spelen in een positieve sfeer. - Als een kind zich niet aan de afspraken houdt, geeft de pm-er dit kind op rustige manier een waarschuwing, en legt uit welk gedrag wel gewenst is. Gaat het kind toch door met het ongewenste gedrag, dan zet de pm-er dit kind eventjes apart (wel binnen de groepsruimte) op een stoeltje. Na korte tijd spreekt de pm-er het kind weer aan en geeft op een positieve manier aan wat ze van het kind verwacht (bijv. Je mag nu weer lekker verder spelen). Omgaan met conflicten - Als kinderen een conflict hebben, dan kijkt de pm-er eerst of de kinderen dit zelf kunnen oplossen. Hierbij houdt ze in de gaten of de kinderen dit zelf kunnen oplossen. Bij groot leeftijdsverschil, verschil in taalvaardigheid of bij machtsstrijd ondersteunt ze de kinderen om het samen op te lossen. - Als kinderen elkaar bij een conflict pijn doen (bijv. slaan, schelden, speelgoed afpakken), grijpt de pm-er in, en legt uit dat dit niet mag. Hierbij legt ze uit welk gedrag wel van het kind wordt verwacht (bijv. samen delen, lief zijn voor elkaar, om de beurt). De pm-er geeft aan dat het helpt als het kind ‘sorry’ zegt maar dwingt het hiertoe niet. Opruimen - Een paar minuten voordat er opgeruimd moet worden, geeft de pm-er aan dat er zo opgeruimd gaat worden. Kinderen kunnen zich hierdoor beter aanpassen aan het programma en kunnen dat waar ze mee bezig zijn goed afsluiten. - Het opruimen is een gezamenlijke activiteit. De pm-er geeft het goede voorbeeld en nodigt ieder kind uit om mee te helpen maar dwingt het kind hierbij niet. Als kinderen goed meehelpen krijgen ze een complimentje. Hierdoor ervaren ze het opruimen als iets gezamenlijks en vanzelfsprekends. De kinderen merken dat hun inbreng wordt gezien en gewaardeerd. Stichting Kinderopvang Harenkarspel / D.2.1.2 Ped. Werkplan de Stapvogel / ‘t Beertje / CONCEPT / juni 2015 / Pagina 11 van 13
-
De pm-er ondersteunt de kinderen door tips aanwijzingen te geven, zodat kinderen het opruimen zoveel mogelijk zelf kunnen doen.
In de kring - Als we samen in de kring zitten, zingen we ons “goedemorgen-lied”. Alle kinderen en ook Puk worden dan van harte welkom geheten. Hierdoor ontwikkelen de kinderen een groepsgevoel: wie is er en wie missen we. - De pm-er maakt contact met alle kinderen door oogcontact te maken en (regelmatig) hun naam te noemen. Zo krijgen alle kinderen individuele aandacht. - De pm-er introduceert het Uk & Puk-thema en vertelt iets over Puk (bijv. dat Puk ziek) of leest een boekje voor dat aansluit bij het thema. We praten met elkaar over het thema of we doen een kringspelletje. Soms worden ook nieuwe woorden geïntroduceerd. De pm-er zorgt ervoor dat ieder kind aan bod komt. Hierdoor leren de kinderen meer taal, ze leren converseren en nadenken over wat ze samen bespreken. Ook kunnen de kinderen genieten van het gezellig samenzijn in de kring. - De kring sluiten we af met het lied: “zo nu zijn we allemaal klaar en kunnen wij lekker spelen gaan!”. Hierdoor wordt het kringmoment duidelijk afgesloten en weten de kinderen dat de volgende activiteit begint. Deze structuur biedt duidelijkheid en veiligheid. Aan de slag (binnen of buiten)! - De pm-er biedt leuke en plezierige activiteiten aan die bij de leeftijd en het niveau van de kinderen passen. Hierbij wordt regelmatig gebruikt gemaakt van het activiteitenboek van Uk & Puk. Dit kan zijn samen spelen met Puk in een van de speelhoeken (bijv. samen met Puk taartjes bakken) of in een klein groepje een prentenboek bekijken, of iets knutselen dat met het thema te maken heeft. De pm-er kijkt en luistert goed naar de kinderen en stemt zo de activiteiten af op hun behoeften. - De pm-er geeft kinderen de ruimte om zelf aan te geven of ze mee willen doen met een activiteit. Waar mogelijk biedt ze kinderen die niet mee willen doen een alternatief. De pm-er staat hierbij altijd positief tegenover ideeën van kinderen voor activiteiten en zoekt samen naar mogelijkheden om die uit te voeren. Hierdoor leren de kinderen kiezen en waar mogelijk wordt hun keuze uitgevoerd. - De pm-er heeft oog en oor en aandacht voor alle kinderen door een positieve en actieve houding aan te nemen bij alle activiteiten. Ze benadert de kinderen ook individueel (benoemt wat ze doen, geeft complimentjes, bemoedigt concreet). Hierdoor hebben de kinderen plezier en voelen ze zich prettig, gewaardeerd, thuis, veilig en gehoord. - We zorgen ervoor dat kinderen niet te lang hoeven te wachten voor ze met de activiteit kunnen beginnen. Eventuele voorbereidingen zijn al gedaan: materialen zijn aanwezig en staan klaar voordat de activiteit begint. - Kinderen krijgen volop de gelegenheid om allerlei materialen te verkennen, en er is voldoende variatie in het activiteitenaanbod. Met het programma Uk & Puk worden de kinderen gestimuleerd in hun spraak en taalontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling, motorisch en zintuiglijke ontwikkeling en ontluikend rekenen. - De pm-er benoemt dingen en praat op een plezierige toon over wat de kinderen ervaren en doen. Ze maakt samen plannen en praat na over wat er is gedaan. Hierdoor leren de kinderen veel woorden en begrippen en worden ze gestimuleerd in het (samen) nadenken en praten. - De pm-er organiseert ‘samen’ spelletjes, waarin het samen doen, samen beleven en inleven in de ander en samen plezier hebben, centraal staat. Ze verbindt de activiteiten van de kinderen met elkaar. Hierdoor leren de kinderen van elkaar en hebben ze plezier in het samen spelen. De kinderen leren elkaar beter kennen. - Tijdens de ochtend is er ook altijd een moment waarop kinderen lekker kunnen bewegen. Bij droog weer doen we dit buiten en anders binnen. We doen allerlei bewegingsspelletjes zoals, gym, dansen, evenwichtsspelletjes. Soms doen we spelletjes waarbij het thema van Uk & Puk aan te pas komt. - Als er buiten gespeeld wordt, is er naast een geleide activiteit ook altijd even ruimte voor vrij spel. Verschonen en wc-bezoek - We zien zindelijk worden als een natuurlijk proces, en gaan hier pas actief mee aan de slag als een kind hieraan toe is. De pm-er is alert op signalen waaruit blijkt dat dit zo is: langere tijd droog, zeggen dat ze moeten plassen of poepen, op de pot willen zitten en andere Stichting Kinderopvang Harenkarspel / D.2.1.2 Ped. Werkplan de Stapvogel / ‘t Beertje / CONCEPT / juni 2015 / Pagina 12 van 13
-
-
-
-
kinderen imiteren. Hierdoor worden de kinderen zich bewust van wat er in hun lichaam gebeurt en van hun aandrang om te plassen of poepen. Pas als ouders zelf ook thuis actief met hun kind aan de slag gaan met zindelijk worden, gaan we hier mee aan de slag. Als een kind er aan toe is, EN als hier zowel thuis als op de Peuteropvang aan gewerkt wordt, heeft dit een positief effect. De pm-er moedigt de kinderen aan door op een positieve manier te benoemen dat ze stappen maken in het zindelijk worden. Hierdoor voelen ze zich aangemoedigd om zelf te plassen en te poepen. Kinderen die oefenen met zindelijk worden krijgen regelmatig een sticker als ze op de wc of pot plassen, ook als het niet helemaal goed gaat. De pm-er reageert neutraal op kinderen die een ‘ongelukje’ hebben (bijv. Oh dat kan gebeuren, kom we trekken even een andere broek aan). Bij kinderen die nog niet zindelijk zijn en een schone luier krijgen, moedigt de pm-er hen aan om zelf mee te werken tijdens het verschonen en het aan- en uitkleden. Het tempo is afgestemd op het kind. Hierdoor heeft het kind waar mogelijk controle over wat er gebeurt en leert het mee te doen. Tijdens het verschoonmoment praat de pm-er met het kind: ze benoemt wat ze gaat doen en benoemt wat het kind doet. Ze benoemt wanneer het kind geplast of gepoept, en geeft woorden aan de lichaamsdelen van het kind. Zo leren de kinderen hun eigen lichaam kennen. De pm-er maakt de kinderen duidelijk dat ze rekening moeten houden met de privacy van andere kinderen, als ze hier behoefte aan hebben. De pm-er leert de kinderen dat ze na het plassen of poepen hun handen met zeep wassen. Ze ziet er op toe dat dit ook echt gebeurt. Zo leren de kinderen om te gaan met persoonlijke hygiëne.
Fruit eten en drinken - We eten fruit en drinken limonade in de kring. Kinderen krijgen elk een bakje met vers fruit. We proberen kinderen aan te moedigen ook het fruit te eten wat ze niet kennen of niet zo lekker vinden, zodat ze alle smaken leren proeven. Maar als een kind iets echt niet wil eten is dit ook prima. De pm-er respecteert de keuze van het kind hierbij. - Ook tijdens het fruit eten leren kinderen spelenderwijs. De pm-er praat met de kinderen over kleuren, smaken, grootte en aantal, en andere zaken waarover ze kunnen nadenken. Hierdoor vergroten kinderen hun kennis en inzicht. Ze leren meer taal, ze leren converseren en nadenken over wat ze samen bespreken. - De pm-er attendeert de kinderen erop even te wachten als er een ander kind aan de beurt is, of aan het woord is. Hierdoor leren de kinderen rekening te houden met elkaar. - We praten met elkaar over wat we tijdens het spelen zoal hebben gedaan. Soms wordt er ook nog een prentenboek voorgelezen en praten we over het boek. - We sluiten de kring weer af met het lied: “zo nu zijn we allemaal klaar en kunnen wij weer spelen gaan!” Einde van de ochtend - De pm-er bereidt de kinderen voor op het moment dat de ouders hen komen halen. Hierdoor zijn de kinderen voorbereid op de overgang van de groep naar huis. - De pm-er begroet alle ouders op een vriendelijke en persoonlijke manier. - De pm-er vertelt alle ouders iets specifieks over wat ze van het kind heeft gezien en / of wat er samen gedaan is. Hierbij betrekt ze zoveel mogelijk het kind zelf, zodat hij over zijn ervaringen kan vertellen. Eventuele werkjes worden getoond aan ouders. - Om 11.45 uur nemen we afscheid van elkaar en gaan de kinderen weer met hun ouders mee naar huis. Er is een duidelijk en soepel afscheidsmoment. De pm-er benoemt eventueel wanneer het kind weer komt en wie er dan ook aanwezig is.
Het pedagogisch beleidsplan geeft pedagogisch medewerkers handvatten hoe te handelen in gewone, alledaagse situaties. Hiernaast zijn er specifieke werkinstructies opgesteld: zoals Signalering ontwikkelingsproblemen, Meldcode Kindermishandeling, Ziekte en ongevallen, Calamiteiten, Toediening van medicijnen, e.d.
Stichting Kinderopvang Harenkarspel / D.2.1.2 Ped. Werkplan de Stapvogel / ‘t Beertje / CONCEPT / juni 2015 / Pagina 13 van 13