15/8/2008
MON
SYLLABUS ASSISTENT LERAAR B
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding
pagina 01 pagina 02 pagina 03
Hoofdstuk 1 Muaythai algemeen 1.1 Wat is Muaythai 1.2 De Wai khru 1.3 De geschiedenis van Muaythai 1.4 De organisatie structuur van de Muaythai
pagina 05 pagina 06 pagina 07 pagina 09
Hoofdstuk 2 De begeleiding van sporters 2.1 Fysieke en sociale veiligheid en hygiëne 2.2 Informeren
pagina 10 pagina 11
Hoofdstuk 3 Training geven 3.1 Het model van Van Gelder 3.2 De beginsituatie 3.3 Technieken aanleren 3.4 Bijsturen van de oefening 3.5 Een voorbeeld een Muaythai les
pagina 13 pagina 14 pagina 16 pagina 18 pagina 19
Hoofdstuk 4 Het examen 4.1 Het gradering systeem De eerste Khan (Khan Nueng) De tweede Khan (Khan Song) De derde Khan ( Khan Sam) De vierde Khan ( Khan Sih) De vijfde Khan ( Khan Hah) De zesde Khan ( Khan Hok) De zevende Khan (Khan Jed) De achtste Khan ( Khan Pad)
pagina 20 pagina 21 pagina 22 pagina 23 pagina 24 pagina 25 pagina 26 pagina 27 pagina 28
Hoofdstuk 5 Activiteiten 5.1 Wedstrijden
pagina 29
Hoofdstuk 6 EHBS 6.1 Flauwvallen 6.2 Kneuzing en verstuiking 6.3 Oogblessures 6.4 Bloedneus 6.5 Gescheurde wenkbrauwen of lippen 6.6 Bloemkooloren
pagina 32 pagina 32 pagina 33 pagina 34 pagina 34 pagina 34
Geraadpleegde literatuur
pagina 35
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
2
Voorwoord Voor u ligt de syllabus Assistent Leraar B van de Muaythai Organisatie Nederland. Deze syllabus strekt tot doel om hen die zich officieel in de martiale kunst van het Muaythai willen bekwamen te helpen. Deze syllabus is dankzij de onbaatzuchtige houding van Fidi Muller, Louise Gravestijn tot stand gekomen. Vanaf deze plaats ben ik hen veel dank verschuldigd voor het vele werk. Nu is het aan de student om met dit schrijven zijn vaardigheden te vergroten in de prachtige sport en vechtkunst Muaythai. De bronnen zijn veelledig en aan het slot toegevoegd, maar op zich al interessant om zelf eens te lezen.
Leeuwarden, 1 augustus 2008 Gilbert Cleveringa Voorzitter Muaythai Organisatie Nederland
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
3
Inleiding
Wat is een assistent-leraar B Muaythai? Een assistent-leraar B Muaythai is iemand die werkt onder begeleiding van een bevoegd leraar. Hij werkt op basis van een opgesteld trainingsschema of middels gegeven instructies van een bevoegd leraar. Hij heeft een rol bij het bewaken van waarden en normen, cultuur, de veiligheid en hygiene. De assistent-leraar B houdt rekening met de beleving en verwachtingen van de sporters en weet de sporters te enthousiasmeren in hun sportieve en sporttechnische ontwikkeling. Competenties voor assistent-leraar B Muaythai van de MON: A. Sporters en geïnteresseerde kunnen informeren over Muaythai. B. Sporters kunnen begeleiden. C. Zelfstandig, maar onder visie van een leraar training kunnen geven over de oefenstof van 1e t/m 8 Kahn. D. De leraar kunnen assisteren bij het afnemen van examens van 1e t/m 8e Kahn. E. Een vechter onder visie van een leraar kunnen begeleiden bij wedstrijden. F. Men heeft een beperkte kennis van EHBS
A
B
C
D
Competenties Sporters en geïnteresseerde kunnen informeren over Muaythai . A.1 Men kan kort vertellen wat Muaythai is en waarin het verschilt met andere vechtsporten. A.2 Men weet uit welke onderdelen het Muaythai bestaat en wat deze inhouden. A.3 Men kan het doel van de Wai kru uitleggen. A.4 Men kent de geschiedenis van het Muaythai. A.5 Men kan uitleggen hoe de organisatie van het Muaythai nationaal en internationaal is opgebouwd. Sporters kunnen begeleiden B.1 Men vervult een voorbeeldfunctie B.2 Men stelt normen en bewaakt de waarden. B.3 Men draagt zorg voor een fysieke en sociale veiligheid en hygiëne bij sporters. B.4 Men is in staat om sporters te informeren en contact te onderhouden met ouders. Zelfstandig, maar onder visie van een leraar training kunnen geven over de oefenstof van 1e t/m 8e Kahn. C.1 Men heeft kennis van de oefenstof van 1e t/m 8e Kahn. C.2 Men kan een training of deel van een training voorbereiden op grond van een opgesteld beschikbaar lesplan of gegeven instructies. C.3 Men kan adequate aanwijzingen geven aan groepen of individuele sporters. C.4 Men kan aansluiten bij de belevingswereld van de sporters. C.5 Men heeft kennis genomen van het model van Van Gelder. De leraar kunnen assisteren bij het afnemen van examens van 1e t/m 8e Kahn. D.1 Men kent de structuur van gradueren. D.2 Men kent het gebruik van versierselen behorende bij een graad. D.3 Men kan een examen van 1e t/m 8e Kahn houden conform het bestaande examenreglement van de bond. D.4 Men kan een eenvoudige voor en nabespreking houden met betrokkenen. D.5 Men is in staat de examenprocedure administratief af te handelen.
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
4
E
F
Assisteren bij activiteiten in de sportorganisatie. E.1 Helpen voorbereiden en uitvoeren van activiteiten. E.2 Contact onderhouden met ouders. E.3 Men is op de hoogte van de wedstrijdregels. E.4 Men weet welke officials er zijn en wat hun taken zijn. E.5 Men heeft beperkte kennis van coachen. E.6 Men heeft beperkte kennis van verzorging van een vechter tijdens en tussen de wedstrijden. Men heeft een beperkte kennis van EHBS. F.1 Men weet wat men moet doen bij flauwvallen. F.2 Men weet wat men tegen zwellingen moet doen. F.3 Men weet wat men moet doen bij oogblessures. F.4 Men weet wat met tegen een bloedneus moet doen. F.5 Men weet wat men moet doen bij kneuzingen. F.6 Men weet wat men moet doen bij mond verwondingen. F.7 Men weet wat men moet doen bij wenkbrauw blessures. F.8 Men weet wat men moet doen tegen bloemkooloren.
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
5
Hoofdstuk 1
1.1
Muaythai algemeen
Wat is Muaythai
Muaythai is een oosterse krijgskunst die al eeuwen wordt beoefend en zijn oorsprong heeft in Thailand (het voormalige Siam). Het wordt ook wel Thaiboxen genoemd, wat eigenlijk de Engelse vertaling is van Muaythai. Vaak wordt er gesproken van de vechtkunst met de 8 ledenmaten. Buiten de handen en voeten worden namelijk ook de knieën en de ellebogen gebruikt om te strijden. Muaythai bestaat uit een aantal onderdelen namelijk: - als oosterse ringsport - MuayBoran, dit is een verdedigingsvorm - Krabi Krabong, een vorm met zwaard en schild - Nuat Phaen Thai, Thaise verzorgingsmassage waarbij ook het gezondheidsaspect naar voren komt. Het gedeelte van Muaythai dat het bekendste en het meest beoefend is, is als oosterse ringsport. Vaak wordt het in een adem genoemd met kickboxen, maar deze twee zijn zeker niet hetzelfde. De verschillen zijn onder andere dat: - Muaythai al eeuwen wordt beoefend en zijn oorsprong heeft in Thailand, dat wil zeggen dat de benamingen en de cultuur tijdens de training ook Thais is. Kickboxen is in de jaren zeventig van de vorige eeuw in Japan en de Verenigde Staten ontstaan, vandaar dat men daar tijdens de trainingen Japanse of Engelse benamingen gebruikt en het op zijn Japans gestructureerd is. - Bij Muaythai maakt men gebruik van de versierselen zoals de mongkong deze heeft men bij kickboxen niet. - De wedstrijdregels van beide zijn verschillend. Bovendien heeft men tijdens wedstrijden bij Muaythai een Wai-Khru en Thaise muziek, terwijl dat bij kickboxen niet is toegestaan. Juist de Wai-Khru en de muziek zijn belangrijke onderdelen bij Muaythai wedstrijden en geven juist aan dat deze sport meer is dan een paar trappen en stoten, maar ook een rijke culturele historie heeft. De Wai Khru is een ritueel vóór het gevecht en wordt beschouwd als een gelofte van trouw en respect. Zo’n dans wordt op veler wijze uitgevoerd. Tijdens dit ritueel dragen de vechters een “Mongkon” (hoofdband) dat eigendom is van de leraar en wordt als heilig beschouwd. De “Prajiad” is een band, een talisman die beschermende kruiden bevat, die om één of om beide biceps gedragen wordt gedurende het gevecht. De muziek die tijdens de ceremonie voor het gevecht en tijdens het gevecht zelf wordt gespeeld is speciaal voor de Muaythai geschreven en wordt gespeeld door een orkest dat bestaat uit de Pi Java (Java fluit), de Ching ( een instrument die bestaat uit twee zwaar metalen kommen ) en de Glong Kack (de drums) Zij passen hun tempo en volume aan de bewegingen en acties van de vechters in de ring. Helaas moeten wij het in Nederland doen met een bandje. Muaythai zal een ieder op zijn eigen manier beleven, echter de manier waarop de sporter de techniek en theorie aangeboden krijgt heeft grote invloed op zijn beleving.
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
6
1.2
De Wai khru
Een van de eerste dingen die men eigenlijk behoort te leren bij Muaythai is de Wai Khru, want deze rituele dans waarin men traditie respect en eerbetoon uitdraagt hoort men uit te voeren voordat men met de training gaat beginnen en dus niet alleen bij het begin van elke wedstrijd. Bij wedstrijden is de Wai Khru een verplicht onderdeel. Het zou ook zeer onbeleefd zijn om het niet te doen, want deze dans aan het begin van een wedstrijd is een eerbetoon en laat zien dat de vechter respect heeft voor zijn leraar, trainer, voorouders, de tegenstander, de officials en het publiek. Door deze dans uit te voeren gelooft de vechter erin dat het geluk aan zijn kant staat en dat hij nergens bang voor hoeft te zijn. Voordat men aan de Wai khru begint lopen sommige vechters eerst langs de ring met hun rechterhand op de bovenste touwen tegen de richting van de klok in en zegelt daarmee de ring af voor kwade invloeden van buitenaf. Terwijl de vechter de Wai khru uitvoert rekt en stretcht hij zijn lichaam en voert hij die balans oefeningen en basistechnieken uit die nodig zijn bij het gevecht. Bovendien kan hij zich mentaal voorbereiden op het gevecht, zodat lichaam en geest klaar zijn voor het gevecht. Een Wai khru is per regio en per trainer anders. Het wordt ook vaak als strategie gebruikt door leraren om de eenheid in het team te krijgen. Hierdoor kan je aan de Wai kru zien van welke school men komt of van wie men les heeft gehad.
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
7
1.3
De geschiedenis van Muaythai
Muaythai is een gedeelte van het Siamese erfgoed en zijn geschiedenis, al meer dan 2000 jaar. Er bestaan verschillende verhalen over de historie van het Muaythai. Hoe het werkelijk is weet men niet zeker, omdat veel waardevolle aanwijzingen uit het staatsarchief over het ontstaan van Muaythai zijn verbrand toen het Birmaanse leger de koningsstad Ayutthaya vernietigde in 1767. Maar over een ding zijn alle verhalen het wel eens en dat is dat Muaythai in beginsel een zeer effectieve vechtkunst was dat door Thaise soldaten werd gebruikt bij de vele oorlogen die het land, dat nu bekend is als Thailand, heeft gekend. Gedurende deze oorlogen is er een handboek geschreven “Chupasart”waarin het gebruik van elk lichaamsdeel is beschreven. De onderliggende filosofie van het handboek is dat vechten meer is dan alleen maar het gebruik van wapens, maar een eenheid tussen hoofd, lichaam en ziel. De eerste Muaythai gevechten die worden gehouden als “sport” en niet in de chaos van het slagveld zijn in de 15e eeuw. Toch zien deze gevechten er nog heel anders uit dan wij vandaag de dag gewend zijn. Het was toen ontzettend gevaarlijk en zorgde voor vele blessures en verwondingen. Een van de personen die in die tijd veel voor de Muaythai heeft betekend is koning Pra Chao Sua ( 1697-1709), tijdens zijn regeerperiode kwam er langzamerhand hier en daar in het land Muaythai wedstrijden als zijnde sport. Zelf vocht hij vaak in vermomming op vele wedstrijden om de lokale kampioenen te verslaan. Hij gaf ook opdracht aan het leger ten tijden van vrede om Muaythai te trainen. Koning Pra Chao Sua schreef eveneens een boek. Dit boek, een soort bijbel voor het Muaythai, is in het Thais geschreven en nooit vertaald. Heden ten dage wordt het nog steeds uitgegeven. Een andere betekenisvolle vechter is Nai Khanom Dtom. Hij werd gevangen genomen toen de Birmese de oude hoofdstad Ayutthaya plunderde en in de brand staken. Na zeven jaar krijgsgevangenschap werd er op 17 maart 1774, door de Birmaanse koning Muaythai wedstrijden georganiseerd. Een van de deelnemers hieraan was dus Nai Khanom Dtom. Deze gevechten van Nai Khanom Dtom zijn legendarisch, omdat hij tegen 10 Birmese topboksers vocht en ze allemaal versloeg zonder een pauze te nemen. Door zijn mentale houding om door te gaan en te winnen vanwege de eer, liet hij zien dat niks je in de weg staat behalve jezelf. De koning was dusdanig onder de indruk van de Thaise vechtkunst dat hij hem de vrijheid schonk. Ieder jaar worden op 17 maart in de Thaise stadions wedstrijden gehouden ter ere van Nai Khanom Dtom. Muaythai werd in de jaren twintig verboden in Thailand, omdat er veel gewonden bij vielen. Door regulering in de jaren dertig is het verbod weer opgeheven. Muaythai werd toen officieel geregeld middels regels en afspraken, met als doel een veilige internationale ringsport te worden. Hiervoor nam men de regels van het internationale boksen over. De bokshandschoenen werden ingevoerd in plaats van de touwen die men daarvoor om hun handen bond. Er kwam een gewichtsklassen indeling. De gevechten werden gehouden in ronden met daartussen rust en er was nu een scheidsrechter die een gevecht kon beëindigen. Hierdoor werd het aantal blessures aanzienlijk verminderd en is het een veilige ringsport geworden. In de jaren tachtig heeft de Thaise regering Muaythai erkend als internationale sport.Om de sport beter te reguleren en te organiseren heeft men toen een commissie samengesteld die voor de uniformiteit van de sport moest zorgen. Ook hadden zij de taak om Muaythai internationaal te promoten als een cultureel, zelfverdedingingssysteem en ringsport en het bij de Southeist Asian Games ( Sea Games), Asian Games, GAISF en de Olympische spelen te krijgen. Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
8
In 1989 zijn de besprekingen rond de International Federeation of Muaythai Amateur( IFMA) begonnen met 20 amateur bonden van over de hele wereld. In 1990 was de IFMA een feit. Een bijzonder moment voor de IFMA en daarmee ook voor de Muaythai is het jaar 2006 toen de IFMA lid is geworden van de GAISF wat een zusterorganisatie is van het International Olympic Commitee (IOC) . Hierdoor was het voor de IFMA mogelijk om deel te nemen aan de Tafisa Games in 2008 die onder de Olympische vlag worden gehouden. Wat een voorlopige kroon is op weg naar Olympische erkenning van de Muaythai.
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
9
1.4
De organisatie structuur van de Muaythai
De lijn die men binnen de Muaythai hoort te volgen is die van de IFMA. De IFMA, wat staat voor International Federation of Muaythai Amateur is opgericht in 1990. Het is de enige wereldorganisatie van Muaythai amateurs die erkend is door de GAISF (General Association International Sport Federations). De GAISF is een zusterorganisatie van het IOC ( International Olympic Committee). Binnen europa is er ook nog de EMF (de Europese Muaythai Organisatie). De organisaties die hierbij aangesloten zijn, zijn ook alle leden van de IFMA. De EMF probeert een betere samenwerking tussen de Europese Organisaties te bewerkstellen om zo het Muaythai binnen Europa naar een hoger niveau te tillen. Bovendien organiseren zij ook de Europese kampioenschappen. Het Muaythai wordt in Nederland door diverse organisaties georganiseerd, als wedstrijd veelal. Echter de Muaythai Organisatie Nederland (MON) is de enige die het traditionele amateur Muaythai organiseert en uitdraagt. Zij heeft ook als doel om het Muaythai te bevorderen in de ruimste zin des woords en niet alleen maar wedstrijden. Bovendien is zij de enige organisatie in Nederland die lid is van de IFMA en de EMF. Tevens is de MON als enige Muaythai organisatie lid van de FOG (Federatie Oosterse Gevechtskunsten)en wordt daarmee erkent door het NOC*NSF. Een van de eisen die NOC*NSF stelt aan een lidmaatschap is dat de organisatie aangesloten is bij een erkende wereldorganisatie. Voor de Muaythai is dat dus de IFMA. Er kan maar een organisatie per land aangesloten zijn bij de IFMA, voor Nederland is dat dus de MON. Dat wil dus zeggen dat de MON dus ook maar de enige organisatie voor Muaythai kan zijn die erkend wordt door de NOC*NSF.
IOC GAISF
Continentale organisaties
IFMA
EMF
NOC
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
MON
Pagina
10
Hoofdstuk 2
2.1
De begeleiding van sporters
Fysieke en sociale veiligheid en hygiëne
Iedere sporter die komt trainen heeft een bepaalde achtergrond met betrekking tot omgang en een beeld van zichzelf en de omringende wereld. Vanuit dit perspectief heeft hij ook zijn normen en waarden mee gekregen. Deze normen en waarden zijn niet altijd en overal hetzelfde. We willen graag dat de trainingen ordelijk en op een prettige manier verlopen met respect voor elkaar. Vandaar dat de assistent-leraar B mede sporters er soms op moet wijzen wat de normen zijn tijdens de Muaythai trainingen. Zo kan het mogelijk zijn dat een grote mond tegen de leraar voor sommige normaal is, maar bij de Muaythai gezien wordt als geen respect voor de leraar en dus niet gewenst. Waarden zoals respect voor elkaar en elkaars eigendommen zorgen er ook voor dat er een sociaal veilige situatie ontstaat waarin de sporter zich kan ontplooien. Normen en waarden zijn verschillende zaken die wel aan elkaar verbonden zijn. Waarden zijn opvattingen, die een groep mensen belangrijk vindt. Bij de Muaythai kun je denken aan het respect hebben voor elkaar. Normen zijn regels die uit die waarden naar voren komen. Zo kan uit de waarde respect hebben voor elkaar de ongeschreven regel voortkomen dat je elkaar niet tijdens de training gaat uitschelden. Normen vormen de verbinding tussen de waarde die we hebben en de concrete gedragingen, het kan zijn over hoe men zich wel of juist niet moet gedragen in concrete omstandigheden. Als assistent-leraar B wordt geacht dat je de normen en de waarde bewaakt. Vandaar dat je ook ervan bewust moet zijn dat je een voorbeeldfunctie hebt, want een goed voorbeeld doet goed volgen. Bovendien is het lastig om medesporters aan te spreken op hun gedrag als je het zelf ook niet doet. Naast een sociaal veilige situatie moet je ook denken aan een fysiek veilige trainingssituatie. Deze bestaat hoofdzakelijk uit drie momenten namelijk: - Veiligheid voor de training Je kunt hierbij denken aan het checken of de trainingsruimte en de te gebruiken materialen in orde zijn. En of de sporters hun persoonlijke verzorging, zoals kort geknipte teennagels zijn nagekomen. - Veiligheid tijdens de training Je kunt hierbij denken aan een goede warming-up en cooling down om zo blessures te voorkomen. Opdrachten passend bij het niveau van de sporter, zodat men deze goed uit kan voeren. Het op een juiste manier gebruiken van materialen. - Veiligheid na de training Je kunt hierbij denken om sporters erop te wijzen dat ze niet te veel afkoelen en het wijzen op het nut van voldoende drinken. Als assistent-leraar B gaat men ervan uit dat je medesporters ook kan wijzen op het belang van hygiëne. Denk hierbij aan kort geknipte teennagels, zodat je andere niet kan verwonden. En dat sporters fris ruiken, want niemand vindt het prettig om met een onrein iemand te trainen, denk hierbij aan clinchen waar men toch dichtbij elkaar is. Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
11
2.2
Informeren
Informatie is volgens de Dikke van Dalen onder andere het verstrekken van kennis of inzicht. Als assistent-leraar B kan dat bestaan uit het informeren van sporters of als het om jeugdige sporters gaat de ouders over activiteiten die er zijn, bijvoorbeeld een wedstrijd die georganiseerd wordt. Of een wijziging, zoals bijvoorbeeld volgende week is er geen training vanwege Sinterklaas. Je kunt ook denken aan het terugkoppelen van de training of een deel van de training naar de leraar. Het informeren over de voortgang e.d. behoort de leraar te doen. Bij communicatie wordt informatie verzonden door een zender via een medium naar een ontvanger. Als het om een verzameling informatie gaat noemt men dit een boodschap. De persoon die een boodschap aan de ander overdraagt is de zender en de persoon die de boodschap ontvangt is de ontvanger.
Zender
informatie Medium
ontvanger
De communicatie kan eenzijdig zijn, d.w.z. de ontvanger blijft ontvanger, de zender blijft zender. Denk hierbij aan een brief die je mee geeft of een poster over een evenement dat in de sportschool hangt. Het kan ook tweezijdig d.w.z. de ontvanger kan zender worden en de zender ontvanger, zoals bij een mondelinge uitleg over wedstrijden die komen, waarbij de sporter ook kan reageren. Natuurlijk wil je graag dat je informatie goed overkomt, maar toch kan het zo zijn dat dit niet gebeurt. Dit kan door externe en interne ruis. Externe ruis zijn factoren die de ontvanger afleiden en daardoor de informatie niet goed ontvangt. Bijvoorbeeld de muziek staat zo hard dat je niet verstaanbaar bent. Interne ruis zijn factoren die de ontvanger afleiden door de ontvanger zelf. Bijvoorbeeld zijn kennis niveau is niet van die aard dat hij je begrijpt, hij is te geëmotioneerd, hij is in gedachte ergens anders, of het is zoveel informatie dat hij het niet kan verwerken. In het laatste geval is het dan handig om een brief mee te geven of een mailing de deur uit te doen, zodat men het nog eens rustig kan nalezen. Bovendien is het bij jeugdige sporters vaak handig, omdat de ouders/verzorgers dan ook op de hoogte zijn. Vaak zal zo’n brief of mailing in de vorm van een circulaire gebeuren. Probeer ervoor te zorgen dat iedereen die de circulaire leest zich persoonlijk aangesproken voelt en dat het gemakkelijk leesbaar is. Dit betekent dat het in een zeer direct taal gebruik geschreven is met niet te moeilijke woorden.
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
12
De opbouw van een circulaire kan er als volgt uitzien: - Naam en het adres van de geadresseerde worden vaak weggelaten - Plaats, datum - Onderwerp kan gebruikt worden - De aanspreking zo direct mogelijk, bijvoorbeeld Beste sporters, - Inleiding Een pakkende openingszin en de aanleiding voor het schrijven. - Midden Informatie over de boodschap die je wilt overbrengen; eventueel plaats,data, tijdstip, programma en andere feitelijke gegevens. - Slot Eventueel oproep actie/ komst, of insluiten van een antwoordkaart, vertrouwen op medewerking - Met vriendelijke groeten - Naam/ functie
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
13
Hoofdstuk 3
3.1
Training geven
Het model van Van Gelder
Tijdens een training is het de bedoeling dat een sporter wat leert. Een sporter kan dus aan het eind van de training meer kan dan aan het begin van de training. Het is meestal niet zo dat een sporter blanco binnenkomt, je hebt al een zekere beginsituatie. De beoogde verandering wordt dan leerdoel genoemd en jij als assistent-leraar B moet er dus mede voor zorgen dat het leerproces in de goede richting gaat.
Het is niet zo dat als een sporter binnenkomt dat we als eindsituatie stellen 14 Khan. Dit kan wellicht een doel zijn, maar een die we via stapjes bereiken. Dus elke eindsituatie is tevens een nieuwe beginsituatie. Je wilt dus graag dat de sporter een veranderingsproces doormaakt om tot het beoogde einddoel te komen. Je moet je dan afvragen met welke activiteit bereik ik deze verandering het beste. Om hier een antwoord op te kunnen geven moet je weten hoe de bewuste groep leert, zodat je daar je werkvormen, hulpmiddelen e.d. op aan kan passen. Je moet je er dus bewust van zijn dat niet elk einddoel op dezelfde manier kan worden aan geleerd en dat ook niet ieder mens op dezelfde manier leert. Van Gelder heeft dat vertaalt naar het volgende model.
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
14
Je ziet dus dat het model van Van Gelder bestaat uit 4 componenten namelijk: 1. 2. 3. 4.
De doelstelling De beginsituatie Onderwijsleersituatie Evaluatie deze kan formatief (zijn de juiste keuzes gemaakt met betrekking tot inhoud, werkvorm en hulpmiddelen) of summatief (vaststellen of de doelen zijn bereikt) zijn.
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
15
3.2
De beginsituatie
Om met je training aan te kunnen sluiten bij de sporter is het belangrijk om de beginsituatie te weten, anders herhaal je mogelijkerwijs stof die al lang bekend is of praat je over de hoofden van de sporters heen en laat je ze oefeningen doen die zij vanwege hun beginniveau niet goed kunnen uitvoeren. Beide kunnen demotiverend werken en dat is zeker niet de bedoeling. Alleen geef je vaak geen training aan een persoon, maar aan meerdere personen. Ieder met verschil in aanleg, voorkennis, tempo, belangstelling, motivatie en zelfvertrouwen. Bovendien is een groep niet een optelsom van de individuen, maar beïnvloeden ze elkaar. Bij het vaststellen van de beginsituatie kan je dus denken aan: - Wat weten, kunnen of vinden de sporters van het onderwerp - Hoe staan ze er tegenover? Hebben ze er al mee geoefend? - Hoe groot is de groep? Hoe is de verdeling binnen de groep? Hoe is de groepsdynamiek? Zijn er sporters bij die bijzondere aandacht nodig hebben vanwege een afwijking? - Zijn er toevallige omstandigheden waar ik rekening mee moet houden, zoals blessures, actuele gebeurtenissen, het weer of de temperatuur in de trainingsruimte, voorgaande training.
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
16
3.3
Technieken aanleren
Volgens de Dikke van Dalen is techniek de manier waarop een beoefenaar van een tak van sport zijn prestaties verricht. We kunnen de techniek indelen in: Leren bewegen
Effectiever bewegen
Natuurlijk bewegen
Niveau A
Niveau B
Niveau C
Waarbij: -
-
-
Niveau A Leren bewegen bestaat uit: Het aanleren van: houding, balans en bewegingsvorm Het ontwikkelen van: coördinatie, totale basisvorm Niveau B Effectiever bewegen bestaat uit: Het toevoegen van: snelheid en kracht Het ontwikkelen van: reflexen en totaalbewegen Niveau C Natuurlijk bewegen bestaat uit: Het ontwikkelen van: spontaniteit technieken, mentale kracht en tactiek
Een veel gebruikte methode bij het aanleren van een techniek is: – plaatje(voorbeeld) – praatje(uitleg) – daadje(uitvoeren) Plaatje(voorbeeld) Bij het demonstreren van de gewenste techniek kan je kiezen tussen: - De complete techniek snel en volledig te laten zien. - De techniek langzaam laten zien en aanwijzingen geven waar opgelet moet worden - De techniek vertraagd laten zien, dus de techniek beweging voor beweging laten zien. Zorg ervoor dat je bij het demonstreren van een techniek erop let dat: - Alle sporters de bewegingen kunnen volgen, doen hem desnoods voor vanuit verschillende hoeken. - Je de sporters aan kan blijven kijken, een gezicht verraadt meestal of ze je kunnen volgen of niet, zodat indien nodig daar nog extra uitleg bij kan geven. Praatje (uitleg) Zorg ervoor dat je bij je uitleg: - Voor iedereen duidelijk te verstaanbaar bent. - Niet te langdradig bent, want dan komt de boodschap niet over, omdat het moeilijker wordt om het verhaal te volgen of om de aandacht erbij te houden. - De sporters kunt zien, zodat een dialoog mogelijk is.
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
17
Ga op het eind ook na of iedereen je begrepen hebt. Dit kan middels een vraag, maar gebruik daarin geen algemene termen, zoals Heeft iedereen het begrepen? Niemand voelt zich dan aangesproken en je krijgt dan geen antwoord op je vraag. Geef ook duidelijk aan wat er daarna van hun verwacht wordt. Daadje (uitvoeren) Bij het laten uitvoeren van de techniek kan je ervoor kiezen om: - De gehele techniek gelijk te laten oefenen, dit kan bij eenvoudige bewegingspatronen. - De techniek op te splitsen in onderdelen en deze later weer samen te voegen. Het uitvoeren kan je doen in: Een gesloten opdrachtvorm: - wedstrijdvorm (creëren va een onderlinge competitie tussen de leerlingen) - spelvorm - partner oefening, de een voert uit de ander werkt mee - partner oefening, waarbij de een uitvoert en de ander juist wel tegenwerkt Een open opdracht vorm: - spelvorm - sparren Mensen leren allemaal op een verschillende manier. In hoofdlijnen onderscheiden we daarin de volgende leerstrategieën: Visuele strategie (leren door kijken) Auditieve strategie (leren door mondelinge instructies) Kinestetische strategie (leren door te doen ) Het voordeel van de methode plaatje, praatje, daadje is dat al deze leerstrategieën aanbod komen. Maar een van de belangrijkste randvoorwaarden om een techniek aan te kunnen leren is dat je in staat bent om orde te houden in je groep. Om orde te kunnen houden heb je invloed nodig. Alleen als je over voldoende gezag beschikt, zullen sporters zich zonder veel tegenstand houden aan jouw richtlijnen. De vraagt rijst dan hoe kom je aan voldoende gezag? Helaas zijn daar geen panklare antwoorden op te geven. Een aantal punten waarmee het gezag kan vergroten is: - Als je deskundigheid in de ogen van de sporter groot is - Als je op een aantrekkelijke en effectieve manier de stof kan aanreiken - Als je een goede persoonlijke relatie met de sporter ontwikkelt, dit kan door persoonlijk geïnteresseerd te zijn in de sporter en niet alleen maar een training af draaien. Doordat je de sporter in zijn waarde laat. Door het geven van positieve aandacht en niet alleen maar gepind bent op alle fouten die je ziet. - Als je niet over je heen laat lopen, maar erop toeziet dat (ongeschreven) regels niet overtreden worden. Je durft dus sporters aan te spreken op hun gedrag.
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
18
3.4
Bijsturen van de oefening
Je hebt een oefening uitgelegd, wellicht voorgedaan en er waren geen vragen. Dit geeft je niet automatisch de garantie dat de oefening ook goed uitgevoerd wordt. Je zult hier en daar toch nog moeten bijsturen om het gewenste resultaat te krijgen en op zich is dat ook niet onlogisch. Het bijsturen kan je doen door: -
Nog een keer voor te doen wat de bedoeling is en geef de accenten aan waar men extra aandacht aan moet schenken. Mondeling aangeven wat er fout is, maar geef ook aan wat wel goed is Iemand in de juiste stand zetten Zelf na laten denken wat er anders moet doormiddel van bijvoorbeeld gerichte vragen Elkaar te laten corrigeren, dit kan alleen maar als er een open sfeer is en respect is voor elkaar in de groep.
Er zijn in het algemeen twee soorten correcties namelijk: -
Individuele correcties Klassikale correcties, hierbij worden dus geen namen genoemd.
Ook kan je er achterkomen dat ondanks de geven aanwijzingen het de groep niet lukt om de oefening goed uit te voeren. Je kunt dan besluiten om de oefening op te splitsen of eerst een andere oefening doen die simpeler is en dan terug gaan naar de eerste oefening. Wie vraagt, die krijgt antwoord. De kwaliteit van het antwoord, respectievelijk het teweeggebrachte denkproces, hangt voornamelijk af van de formulering van de vraag. Dit kan door gebruik te maken van de volgende criteria: - Concrete formulering van het doel dat met de vraagstelling bereikt moet worden. - Rekening houden met het PACKO-schema. Bij deze methode is het de bedoeling dat een vraag iemand tot nadenken aanzet. Het schema luidt als volgt: P Persoonlijk A Activerend C Concreet K Kort O Open -
De vraagstelling is eenduidig en niet voor meer uitleg vatbaar of moeilijk te begrijpen. Slechts één vraag tegelijk formuleren, gezien meerdere vragen in een zin tot verwarring leiden. In de vraag niet vooruitlopen op het antwoord.
Als je een vraag stelt in een groep wacht dan even met een naam te noemen, zodat iedereen zich aangesproken voelt en na kan denken over het antwoord. Als je iemand een vraag hebt gesteld wacht dan even op het antwoord. Je geeft daarmee te kennen dat je verwacht dat hij wel op het antwoord komt en dit werkt aanmoedigend. Als je vraag snel aan een ander stelt, kan je daarmee aangeven dat er niets van deze sporter verwacht wordt.
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
19
3.5
Een voorbeeld een Muaythai les
Lesindeling Lesonderdeel Inleiding Kern 1 Kern 2 Afsluiting
Inhoud - warming-up - lesonderwerp - voortzetting kern 1 - cooling-down
De inleiding Onderdelen van de warming-up bestaan uit: - algemeen deel - specifiek deel concreet hoort een warming-up er als volgt uit te zien: - gymnastische oefeningen(algemeen) - korte aerobische activiteit(algemeen) - stretching(algemeen) - disciplinespecifieke oefeningen(specifiek) Didactische aanwijzingen voor de warming-up o gevorderden een langere en intensievere warming up o weinig uitleg o niet al te veel onderbrekingen o duidelijk, gedegen, grondig en simpel o veiligheidseisen in acht nemen(spotgeneeskunde) Kern 1 In kern 1 worden de technieken of bewegingsvormen getraind, die in het trainingsplan zijn opgenomen. Het gaat hier om het aanleren van nieuwe technieken, vandaar dat de sporter nog uitgerust moet zijn, zodat ze goed aangeleerd kunnen worden. Kern 2 In kern 2 wordt datgene wat in de voorgaande lessen aangeleerd en geoefend is herhaald. Eventueel wordt het pas aangeleerde in combinatie met bekende technieken beoefend. Deze kern 2 heeft het karakter van oefenen. Kern 1 +2 duren ongeveer 2/3 van de totale lestijd. Afsluiting Het doel is om na een trainingsbelasting weer in normale toestand terug te keren. Kies dan ook vormen die een wezenlijke andere belasting heeft dan het voorgaande. Geef bijvoorbeeld wat vrijheden in de opdrachten. Verder is dit een fase om tot innerlijke rust te komen.
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
20
Hoofdstuk 4
4.1
Het examen
Het gradering systeem
De Mon volgt het graduatiesysteem van de IFMA, met de daarbij behorende certificaten en versierselen. Vanaf 9e Khan wordt deze in Thailand geregistreerd. In totaal zijn er 16 Khan graden, welke door drie instanties geexamineerd worden namelijk: o de 1 t/m 8 Khan graad mogen door MON sportschoolhouders worden afgegeven. o de 9 t/m 13 Khan wordt door de MON afgenomen. o de 14 t/m 16 Khan wordt door de IFMA uitgegeven. Bij elke graad hoort ook een eigen kleur van de “Prajiad, deze kleuren zijn ook terug te vinden op het certificaat van de MON en ze zijn als volgt: 1e Khan = wit 2e Khan = geel 3e Khan = geel/wit 4 e Khan = groen 5 e Khan = groen/wit 6 e Khan = blauw 7 e Khan = blauw/wit 8 e Khan = bruin
9 e Khan = bruin/wit 10 e Khan = rood 11 e Khan = rood/wit 12 e Khan = zwart 13 e Khan = zwart/zilver 14 e Khan = zilver 15 e Khan = goud 16 e Khan = goud/zilver
Wat een sporter voor de 1e t/m 8e Khan kennen vind je in de volgende paragrafen.
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
21
De eerste Khan (Khan Nueng)
Introductie op Muaythai en fundamentele beginselen 1. De korte geschiedenis van het Muaythai 2. Kwetsbare punten op het lichaam in een Muaythai gevecht 3. Lichamelijke voorbereiding voor Muaythai 4. Warming up voor een Muaythai training 5. Bandageren 6. Basis stand ( Tah Kum) 7. Basis loop ( Tah Yang) -Voorwaarts loop stappen ( Touw Nam-Touw Tam) -Voorwaarts loop (slepend) (Tah Yang Salab Touw) -Naar rechts uitstappen (Tah Yang Pai Khaw) -Naar links uitstappen ( Tah Yang Pai Sai) -Drie punts loop (Yang Sam Kum) 8. Stoten - Verdediging (Chok-Pongkan) -Jab ( Mhad Num-Pongkan) -Directe stoot (Mhad Throng-Pongkan) 9. Voowaartse trap- verdediging (Teep-Pongkan) -Rechter voortrap- verdediging (Teep Trong-Pongkan) 10.Ronde trap-verdediging ( Dteh Cheang-Pongkan) -45˚trap-verdediging( Dteh Cheang-Pongkan) 11.Elleboogstoot van boven naar beneden ( Sok Tee) 12.Voorwaartse kniestoot (Khao Throng) 13.Cooling down
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
22
De 2de Khan ( Khan Song) Basistechnieken vervolg 1.Een kort verslag maken over: - de geschiedenis van het Muaythai - de voordelen van de Muaythai sport -de belangrijke lichaamspunten voor een Muaythai gevecht 2. Lichamelijke voorbereiding 3.Blessurepreventie - valbreken 4. Herhaling van de eerste Khan 5. Stoottechnieken - Verdediging (Jomtee – Pongkan) -Korte hoek (Mhad Taward) -Lange hoek (Mhad Weang) 6. Duwtrap – Verdediging (Teep – Pongkan) -Zijwaartse trap (Teep Khang) 7. Traptechnieken – Verdediging (Dteh – Pongkan) -Voorwaartse trap ( Dteh Trong) -Round house kick (Dteh Tad) 8. Kniestoot technieken – Verdediging (Tee Khao – Pongkan) -Kniestoot van buiten naar binnen (Khao Tee) -Kniestoot blok naar buiten (Khao Bang Nog) -Kniestoot blok van binnen uit (Khao Bang Nai) 9. Elleboogstoot – Verdediging (Sok – Pongkan) -Elleboogstoot horizontaal - 90o - (Sok Tad) 10.Clinch technieken – Verdediging (Plam – Pongkan) -Vastpakken (Kod Rad) -Clinch en gooien (Fad Weang) 11. Wai kru 12. Cooling down
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
23
De 3de khan (Khan Sam) Basistechnieken vervolg 1.Een verslag over: - Basis stand (Tah Kum) - Basis loop (Tah Yang) - Lichamelijke voorbereiding voor Muaythai 2. Herhaling van de tweede Khan 3. Stoottechnieken – Verdediging (Chok – Pongkan) - Lange opstoot naar kin (Mhad Suey) -Combinatie van stoten (Mhad Pahsom) 4. Traptechnieken – Verdediging (Dteh – Pongkan) -Achterwaartse cirkelschop (Dteh Taward Glab) 5. Elleboogstoot – Verdediging (Sok – Pongkan) -Elleboogstoot van beneden naar boven/kin (Sok Ngad) -Hoge ellboogstoot (Sok Kra Tung) 6. Kniestoot technieken – Verdediging (Tee Khao – Pongkan) -Voorwaartse knietechniek (Khao Noi) -Horizontale knietechniek (Kaho Tad) 7. Technische basis -Elleboog verdediging van het hoofd (Pra Ram Naow Sorn) -Verdediging van zijkant hoofd (Tad Mala) 8. Clinchtechnieken – Verdediging (Plam – Pongkan) -Nek vastpakken en knieën (Chap Khao Tee Khao) -Onderrug vastpakken (Lad Ewh Tee Khao) 9. Cooling down
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
24
De 4de Khan (Khan Sih) Basistechnieken vervolg 1. Een verslag over: - stoottechnieken – verdediging ( Chok – Pongkan) 2. Herhaling van de derde Khan 3. Stoottechnieken – Verdediging (Chok – Pongkan) - Achterkant hand slag – na missen stoot - (Mhad Weang Glab) - Achterwaartse slag (Mhad Glab) 4. Combinatie stoten – Verdediging (Mhad Pahsom – Pongkan) -Stoten en trappen (Mhad – Tao Pahsom) -Stoten en knieën (Mhad – Khao Pahsom) 5. traptechnieken – Verdediging (Dteh – Pongkan) -Achterwaartse trap (Kwang Leaw Lung) -Draaitrap (Chorakeh Fad Hang) 6. Elleboogtechnieken – Verdediging (Sok – Pongkan) -45° elleboogstoot (Sok Cheang) -Van boven naar beneden elleboogstoot (Sok Pung) 7. Knietechnieken – Verdediging (Tee Khao – Pongkan) -Neerwaartse knietechniek (Khao Kong) -Knieblok (Khao Laa) 8. Assessment eerste t/m derde Khan 9. Cooling down
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
25
De 5de Khan (Khan Hah) Muaythai vaardigheden en combinaties 1. Verslag over: - traptechnieken – verdediging ( Dteh- Pongkan) 2. Herhaling van de vierde Khan 3. Combinatie van stoten – verdediging (Mhad Pahsom – Pongkan) -Combinatie van stoot en– elleboog technieken (Mhad – Sok Pahsom) -Combinatie van stoot en- knietechnieken (Mhad – Khao Pahsom) 4. Elleboog technieken – verdediging (Sok – Pongkan) -Gedraaide elleboogstoot – (Sok Glab) -Neerwaartse elleboogstoot - vanuit clinch - (Sok Tong) 5. Clinchtechnieken – Verdediging (Plam – Pongkan) -Clinchtechniek gecombineerd met knietechnieken (Chap Koh Tee Khao) 6. Knietechnieken – verdediging (Tee Khao – Pongkan) -Gesprongen knietechniek (Khao Loy) 7. Technische basis - Veeg schop – om af te houden - (Ten Kward Lan) -Gesprongen en gedraaide schop (Kra Dode Dteh) 8. Cooling down
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
26
De 6de Khan (Khan Hok) Muaythai vaardigheden en combinaties vervolg 1. Verslag over: - traptechnieken – verdediging ( Dteh – Pongkan) 2. Muay thai tradities en basis regels bij wedstrijden -Beslissingen -Toekennen van punten 3. Herhaling van de vijfde Khan 4. Technische basis. -Stoptrap naar het lichaam (Mon Yan Lak) -Stoptrap naar het hoofd (Bata Loop Pak) 5. Combinatie van vaardigheden -Elleboogstoot combinaties (Sok Pahsom) -Stoot,trap,knie combinaties (Mhad tao Khao Pahsom) 6. Sparring op de pads (Loh Paow) 7. Sparring met partner (Som Koo) 8. Cooling down
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
27
Voor de 7de Khan (Khan Jed )
Zelfverdediging en eerste hulp 1. Verslag over: -Elleboogtechnieken – verdediging (Sok – Pongkan) 2. Zelfverdedigingtechnieken met wapens. -Technieken met een mes (Meed) -Technieken met een zwaard (Darb) 3. EHBSO -Bij flauwvallen (Phen Lom) -Zwellingen (Buam) -Oogblessures (Nai Ta Chum) -Kneuzingen (Fok Chum) 4. herhaling 6de khan. 5. Technische basis. -Nek vastpakken en knieën (Huk Koh Lyara) -Voorwaartse trap naar de bovenbeen (Virun Hok Glab) 6. Sparring op de kleine en de grote pads (Som Loh Paow) 7. Sparring met een partner (Som Koo) 8. Assessment over de 5 de khan – 7de khan. 9. Basis van het Thaise massage les 1 (10 uur totaal) 10. Cooling down.
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
28
De 8ste Khan (Khan Pad) Wai Kru – Hoe je Muaythai materialen moet gebruiken – Drills and Drills 1. Verslag over -Lichamelijke voorbereiding 2. Zelfverdedigingtechnieken tegen wapens. -Technieken tegen een stokaanval (Mai Son) -Technieken tegen een lange stok (Mai Yao) 3. EHBSO tegen: -Verzorging bij een bloedneus (Leard Kam Dao Lai) -Verzorging bij een mond verwonding (Park TaeK) -Verzorging bij wenkbrauwblessures (Kuew Taek) -Bloemkool oren (Whoo Phen Dok Ka Lom) 4. Technische basis. -Elleboogstoot aanval en verdedigingstechnieken (Java Sad Hok) -Blok voor een stoot (Ta Ten Kam Fag) 5. Gebruik van trainingsmaterialen -Springtouw (Kra Dode Cheak) -Bokszak (Chok Kra Sob) 6. Drills -Sparring op de kleine en de grote pads (Som Loh Paow) - Sparring met een partner (Som Koo) 7. Cooling down.
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
29
Hoofdstuk 5
5.1
Activiteiten
Wedstrijden
Bij wedstrijden worden deelnemers ingedeeld in de eerste plaats op leeftijd Deze zijn (artikel 7 WR = Wedstrijd Reglement’: Categorie Pupillen Aspiranten Junioren Senioren
Leeftijd 6 t/m 11 jaar 12 t/m 15 jaar 16 t/m 18 jaar 19 t/m 35 jaar
Daarna wordt je ingedeeld op gewicht. Officieel zijn er de volgende gewichtsklassen (artikel 46WR): Gewichtsklasse Junior vlieggewicht Vlieggewicht Junior Bantam gewicht Bantamgewicht Junior veder gewicht Veder gewicht Junior lichtgewicht Lichtgewicht Junior Welter gewicht Welter gewicht Junior midden gewicht Middengewicht Super midden gewicht Halfzwaar gewicht Super halfzwaar gewicht Cruiser gewicht Zwaar gewicht Super zwaar gewicht
Tot .... kg 48,99 50,80 52,16 53,52 55,34 57,15 58,97 61,23 63,50 66,68 69,85 72,57 76,25 79,38 82,55 86,18 91,00 + 91,00
Buiten de leeftijdscategorieen en de gewichtsklassen, bestaat er ook de indeling in klassen. Deze is (artikel 40WR): Nieuweling C-klasse B-klasse
Na 3 gewonnen wedstrijden promoveert men naar de C-klasse Na 6 gewonnen wedstrijden promoveert men naar de B-klasse Na 8 gewonnen wedstrijden promoveert men naar de A-klasse
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
30
De duur van de wedstrijden is als volgt vastgesteld (artikel 37WR): Categorie Pupillen Nieuwelingen,vanaf 16 jr C-klasse B-klasse A-klasse Toernooivorm
Rondes x tijd 2 x 1,5 min 3 x 1,5 min
Rustperiode na elke ronde 1 minuut 1 minuut
3 x 2 min 5 x 2 min 5 x 3 min 4 x 2 min, finale 5 x 2 min
1 minuut 1 minuut 1 ½ minuut
Toegestane wedstrijd- en vechttechnieken om punten te kunnen scoren zijn (Artikel 26 WR): Techniek Alle vuisttechnieken Traptechnieken met de voet en scheenbeen Elleboogtechnieken Knietechnieken Ronde trap met de scheenbeen Armworpen
Raakvlak Hoofd, romp Hele lichaam, behalve nek en rugwervel Hele lichaam, behalve nek en rugwervel Hele lichaam, behalve nek en rugwervel Hele lichaam, behalve nek en rugwervel Tegenstander moet met beide benen van de grond komen
Verboden handelingen zijn (Artikel 22 WR): o Kopstoten o Alle technieken naar het kruis o Alle technieken naar de gewrichten o Slaan, stoten of trappen na het commando “break”/ yekof “stop”/ yood van de ringscheidsrechter o Slaan, stoten of trappen als iemand buiten de touwen is o Doorvechten of trappen als iemand op de grond ligt. o Bijten, spuwen en krabben o Onsportief gedrag o Het gevecht opzettelijk ontlopen of opzettelijk stoppen o Te laag inkomen met het hoofd. Geldt niet voor de stijl waarin knieen naar het hoofd zijn toegestaan. o Het beledigen van de scheidsrechter, tegenstander of toeschouwers o Het opzettelijk uit de ring werpen van de tegenstander o Het vasthouden van de ringtouwen o Het opzettelijk uitspuwen van de mondbeschermer o Simuleren te laag geraakt te zijn o Het niet opvolgen van de commando’s van de ringscheidsrechter o Het met beide armen omklemmen van de tegenstander in zijn onderrug en hem dan naar je toetrekken. o Opzettelijk met knie of elleboog op een tegenstander vallen o Het vasthouden of vastklemmen van een been mits direct een techniek wordt uitgevoerd
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
31
Wanneer een vechter een van de hierboven genoemde verboden handelingen uitvoert, dan zal de scheidsrechter een vermaning geven bij een kleine overtreding. Bij herhaling of bij een grote overtreding zal de scheidsrechter een openbare waarschuwing geven. De openbare waarschuwing wordt door de scheidsrechter doormiddel van een duidelijk handgebaar kenbaar gemaakt aan de hoofdjury. Een openbare waarschuwing betekent per jurylid aftrek van 1 minpunt voor de vechter die de openbare waarschuwing heeft gekregen. Bij de derde openbare waarschuwing in de wedstrijd zal de scheidsrechter het gevecht stoppen en de overtreder diskwalificeren. Bij wedstrijden zij er de volgende officials aanwezig: o 5 scheidsrechters, 4 aan de buitenkant en 1 in de ring. o Een hoofdjury o Een tijdwaarnemer o Een ringspeaker o Een ringarts o wedstrijdadministrateur Volgens het wedstrijdreglement (Artikel 47 WR) mag een deelnemer worden bijgestaan door een instructeur/coach en twee helpers (verzorgers), die gekleed zijn in sportkleding. Voor de verzorging in de ring tijdens de rustpauze mogen er twee personen de ring in. Tijdens het gevecht mogen door de instructeur en de helpers geen aanwijzingen te geven, dit mag men alleen maar doen tijdens de rustpauze. Ook het slaan op de ringmat om de vechter aan te moedigen is niet toegestaan. Als het teken “helpers weg”wordt gegeven dan moeten de instructeur en helpers de ring direct verlaten en mogen de ring niet eerder betreden voor het einde van de ronde, dit is wanneer de scheidsrechter dat aangeeft en niet wanneer de bel gaat. Mocht de hervatting van een ronde geblokkeerd worden, doordat de helpers in de weg lopen dan krijgt de vechter wiens helpers de hervatting blokkeren een officiele waarschuwing. Dit kan ook als de instructeur en helpers zich niet volgens de voorschriften gedragen.
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
32
Hoofdstuk 6
6.1
EHBS
Flauwvallen
Flauwte is een kortdurende vermindering van het bewustzijn als gevolg van een tijdelijk afgenomen bloedtoevoer naar de hersenen. Dit kan veroorzaakt worden door: o uitputting door vermoeidheid, honger of zwakte ( na ziekte) o bloedarmoede, waardoor te weinig zuurstof in de hersenen komt. o psychische oorzaken, zoals plotselinge schrik, emoties, benauwde omgeving De verschijnselen zijn: o bleke gelaatskleur o zweten o geeuwen o uiteindelijk bewustzijnsverlies Wat te doen? Getracht moet worden bewustzijnsverlies te voorkomen. U brengt het slachtoffer in de frisse lucht, probeert hem gerust te stellen en legt hem plat neer. Wanneer het slachtoffer toch het bewustzijn verliest, komt hij binnen enkele ogenblikken vanzelf bij. Als hij bijkomt mag hij niet direct opstaan, omdat hij dan opnieuw flauw kan vallen. Laat hem ongeveer 10 minuten liggen. Als het slachtoffer niet snel bijkomt, is er iets anders aan de hand. Handel dan als bij ieder slachtoffer met een stoornis van bewustzijn.
6.2
Kneuzing en verstuiking
De verschijnselen zijn: o aanvankelijk alleen pijn o soms direct optredend onvermogen het getroffen lichaamsdeel te gebruiken. o later kunnen ook zwelling en blauwe verkleuring optreden Wat te doen? o Koelen van het getroffen lichaamsdeel, het kan met leidingwater, koude omslagen, coldspray, cold pack of ijsklontjes gedurende 10 tot 20 minuten. o Rust en steun geven wordt afhankelijk van de plaats van het letsel gegeven door het getroffen lichaamsdeel hoog te leggen. o Zo nodig doorsturen naar arts Algemeen Bij de beschadiging van weefsel verscheuren ook bloedvaatjes. Er vindt ook vochtuittreding uit de bloedbaan plaats in het getroffen gebied. Hierdoor kunnen zwelling (oedeem) en een verkleuring (bloeduitstorting) ontstaan.
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
33
Overmatige zwelling ten gevolge van bloeduitstorting en/of vochtophoping vertraagt de wondgenezing. Zwelling en pijn kunnen beperkt worden door plaatselijke koeling. Voorwaarde is dat de plaatselijke koeling zo snel mogelijk begint en tenminste 10 minuten wordt toegepast. Wees wel voorzichtig met ijs in verband met de kans op plaatselijke bevriezingsverschijnselen. Een tweede maatregel om de zwelling te beperken is het hoogleggen van het getroffen lichaamsdeel. De bloedafvoer is dan gunstiger. Een kneuzing kan ontstaan doordat iemand zich flink stoot, zich klemt of valt. De huid zelf scheurt niet, maar wel het onderhuids weefsel of de daaronder gelegen spieren. Wanneer een gewricht omzwikt, wordt de normale begrenzing van de gewrichtsbeweging overschreden. De gewrichtsbanden worden dan uitgerekt en kunnen zelfs scheuren, zonder dat er sprake is van een ontwrichting. Een dergelijk overrekken noemen wij een verstuiking, ook wel verzwikking.
6.3
Oogblessures
Verschijnselen: o Pijn in een of beide ogen o Rood oog o Tranende ogen en toegeknepen oogleden o Een bloeding en/ of vervormde pupil o Angst, onrust o Verminderd gezichtsvermogen Wat te doen? o Geruststellen o Zo mogelijk oorzaak wegnemen o (laten) vervoeren naar (oog)arts Algemeen Bij een loszittend vuiltje op het wit van het oog of aan de binnenkant van het ooglid kan een EHBO-er meestal zelf de definitieve behandeling verrichten. In alle andere gevallen moet er een ( oog) arts aan te pas komen. Een klein scherp voorwerp, dat met kracht het oog is binnengedrongen, veroorzaakt een kleine opening in het oog ( een doordringende oogverwonding). Als deze opening zich in het wit van het oog bevindt, kan ter plaatse een klein bloedinkje worden waargenomen. Als beide pupillen met elkaar worden vergeleken, kan de pupil van het getroffen oog groter zijn dan de andere of niet meer helemaal rond. Denk eraan dat, ook al wordt niets bijzonders waargenomen, er toch sprake kan zijn van een ernstige oogverwonding. Altijd moet druk op het oog worden vermeden. Door de druk kan vocht uit het inwendige van het oog verloren gaan. Daarom mag ook geen verband direct op het oog worden aangelegd. Als er nog een voorwerp in zit, mag je dit niet uit het oog trekken, dek dit af met een dopje, kopje of iets dergelijks. Voorkom altijd dat in een gewond oog wordt gewreven. Probeer nooit contactlenzen te verwijderen.
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
34
6.4
Bloedneus
Iemand kan een bloedneus krijgen door een slag of stoot op de neus, door hard snuiten, maar ook zonder aanwijsbare oorzaak. Wat te doen? o
Laat het slachtoffer zitten met het hoofd iets voorover, alsof hij schrijft.
o Druk de neusvleugels tegen het neustussenschot, vlak onder het neusbeen of laat het slachtoffer dit zelf doen. Het dichtdrukken van de neus moet 2 a 3 minuten worden volg gehouden. Indien nodig dit herhalen.
6.5
Gescheurde wenkbrauwen of lippen
Wat te doen? o o o
6.6
Grote verwondingen binnen 4 uur laten hechten. Bij lipwonden randen naar elkaar toedrukken en wond zo mogelijk afdekken. Bij kleine verwonding aan de wenkbrauw: evt. zwaluwstaartje. Indien er geen zwaluwstaartje voorhanden is, kan er zelf een gemaakt worden door deze uit een pleister te knippen. Deze kan pas gebruikt worden wanneer de sporter niet meer transpireert, anders blijft het zwaluwstaartje niet zitten.
Bloemkooloren
Bloemkooloren is de benaming voor een oor dat door beschadiging van het kraakbeen het uiterlijk van een bloemkool heeft gekregen. Deze beschadigingen ontstaan veelal door het veelvuldig klem komen te zitten van de oor. Ook ontstekingen van het vlies dat het kraakbeen bekleedt kunnen bloemkooloren veroorzaken.
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
35
Geraadpleegde literatuur - Didactische analyse studieboek, L. van Gelder. -Syllabus A.I.T.M.A. Office of the National Culture Commission - Syllabus I.F.M.A.( graduatie systeem ) - Syllabus graduatie systeem office of the National Culture Commission -The art of Muay Thai / Office of the National Culture Commission - Optimale training, J. Weinech.
Muaythai Organisatie Nederland. Assistent Leraar B Syllabus 2008.
Pagina
36