SREFI DENSI
25 november
SREFI DENSI
2
Suriname onder Nederlands bestuur Suriname viert jaarlijks op 25 november onafhankelijkheidsdag. Op die dag in 1975 is dit land onafhankelijk geworden van Nederland. Je zou zeggen: nou en. Wat gaat ons dat nou aan? Ze zoeken het zelf maar uit.
De vlag van Suriname
Toch doen we dat niet. We vinden het nog steeds belangrijk wat er in Suriname gebeurt en we besteden meer aandacht aan Suriname dan aan menig ander land in het Zuiden. Waarom doen we dat? Dat gaan we nu uitzoeken. Kolonisatie van Suriname Suriname wordt in 1499 door de Spaanse zeevaarder Alonso de Ojeda ontdekt. Daarna komen er Spanjaarden en Portugezen naar het gebied om naar goud te zoeken en vanaf 1595 ook Engelsen. Ze stichten nederzettingen waar ze handel drijven met de Surinen, Indianen in het gebied en ze leggen plantages aan om suikerriet, koffie en katoen te verbouwen. In 1613 stichten Nicolaas Baliestel en Dirck Claasz van Sanen een Nederlandse nederzetting aan de Surinamerivier. Deze nederzetting wordt later de stad Paramaribo. De Surinen worden uit hun woongebied verdreven en als slaven te werk gesteld op de plantages. Ze zijn niet bestand tegen het zware werk dat ze daar moeten doen en veel slaven sterven. Nog meer indianen sterven aan besmettelijke ziekten die de kolonisten meebrengen. De Surinen sterven dan ook bijna helemaal uit. Om aan nieuwe slaven te komen, laten de planters vanaf 1650 negerslaven uit West-Afrika komen. Europese en vooral Nederlandse handelaren kopen slaven in Afrika en verkopen die door aan de planters. In de 17e eeuw is Suriname dan weer een Engelse, dan weer een Nederlandse kolonie. In 1667 echter komt Suriname onder Nederlands bestuur. Nederland is dan in oorlog met Engeland. Admiraal Crijnssen verovert het land en eist die op voor de staat Zeeland, één van de Republieken der Nederlanden. Een fort dat door de Engelsen bij Paramaribo is gebouwd, noemt hij Fort Zeelandia. In hetzelfde jaar sluiten Nederland en Engeland vrede en stemt Engeland er in toe dat Nederland Suriname mag houden. In ruil hiervoor draagt Nederland een andere kolonie over aan Engeland, Nieuw-Amsterdam in Noord-Amerika. Die heet voortaan New York. Na de overdracht wordt “Suriname” officieel de naam van de kolonie. De naam is afgeleid van “Surinen”.
SREFI DENSI Vanaf 1682 staat Suriname onder beheer van de West-Indische Compagnie. De economie draait op de uitvoer van koffie, katoen en vooral suikerriet. Maar na 1770 komt ook uit landen in Azië suikerriet op de markt. Bovendien worden plantages telkens aangevallen door bendes van weggelopen slaven die zich in het oerwoud schuilhouden. Ten slotte wordt er steeds meer suiker verkregen uit de teelt van suikerbieten in Europa. Steeds meer plantages worden gesloten en steeds meer mensen verdienen hun brood door het aftappen van latex van rubberbomen in het oerwoud. Maar als de uitvoer van latex uit Suriname kleiner wordt door concurrentie uit Malakka (= deel van Maleisië) gaat de economie nog verder achteruit. Intussen groeit er in Europa verzet tegen de slavernij. In steeds meer landen wordt die afgeschaft. Nederland doet dat in 1863. Wel worden de vrijgelaten slaven verplicht om tot 1873 op de plantages te werken. Daarna zijn er nieuwe arbeidskrachten nodig. Het koloniale bestuur begint dan contractarbeiders te werven in India. Deze arbeiders en hun afstammelingen worden Hindoestanen genoemd. De Engelse koloniale bestuurders in India werken het werven van contractarbeiders echter steeds meer tegen en verbieden het in 1916 helemaal. Planters laten vanaf 1890 ook uit Oost-Indië arbeiders overkomen. Die zijn van Chinese of Javaanse afkomst. De economie van Suriname raakt weer uit het slop als er goud wordt gevonden en bauxiet, waar aluminium uit wordt gehaald. In 1922 begint een Amerikaans bedrijf, Alcoa, het bauxiet te winnen. Ook een Nederlands bedrijf genaamd Billiton opent bauxietmijnen. Deze grondstof wordt het voornaamste exportartikel van Suriname, en dus een grote bron van inkomsten voor Nederland. Andere bedrijven beginnen in het oerwoud bomen te kappen om aan tropisch hardhout te komen. Ook dat wordt een belangrijk exportproduct. Aanloop naar onafhankelijkheid Tijdens de Tweede Wereldoorlog begint een groep rijke mensen van Chinese en Javaanse afkomst te ijveren voor zelfstandigheid van Suriname. Ze richten een politieke partij op, de Nationale Partij Suriname, die onder de Creoolse bevolking veel aanhang krijgt. Ze willen zélf de natuurlijke rijkdommen van het land beheren. Na de oprichting van de NPS richten de Javanen de Indonesische Boerenpartij op en de Hindoestanen de Verenigde Hindoe Partij. De roep om zelfstandigheid wordt in 1949 nog sterker als in Oost-Indië de Republiek Indonesië wordt uitgeroepen. In 1954 krijgt Suriname (en ook de Nederlandse Antillen) een grote mate van zelfstandigheid. De regering mag nu alle zaken in Suriname zelf regelen, behalve Defensie en Buitenlandse Zaken waar de regering in Den Haag over blijft beslissen. De rijke elite en de NPS zijn niet tevreden met deze regeling. Zij vinden dat Suriname helemáál onafhankelijk van Nederland moet worden. De VHP sluit zich daar bij aan. Uiteindelijk gaat de Nederlandse regering onder leiding van premier Den Uyl akkoord met de onafhankelijkheid van Suriname. Op 25 november wordt de republiek Suriname uitgeroepen. De eerste president van het land wordt Ferrier en de eerste premier wordt Arron, de leider van de NPS.
3
SREFI DENSI Onafhankelijk Suriname In de periode voordat het land onafhankelijk werd en in de eerste jaren daarna besloot een deel van de Surinaamse bevolking naar Nederland te verhuizen en niet in Suriname te blijven wonen. Waarom deed ze dat?
Het wapen van Suriname. Justitia (rechtvaardigheid), pietas (eerbied) en fides (trouw)
De emigratiegolf voor en na de onafhankelijkheid Niet alle Surinamers willen dat Suriname helemaal onafhankelijk wordt. Velen van hen willen naar Nederland, omdat ze bang zijn voor economische achteruitgang in hun land. Hindoestanen vrezen bovendien dat de Creolen het in Suriname voor het zeggen zullen krijgen en de Hindoestanen weinig in de melk te brokken zullen hebben. De Creolen vormen de grootste bevolkingsgroep. Al vóór de onafhankelijkheid is uitgeroepen begint er een grote uittocht. Die blijft aanhouden door een andere afspraak tussen Nederland en Suriname. Alle Surinamers krijgen een Surinaams paspoort, maar ze houden nog vijf jaar lang ook een Nederlands paspoort en ze mogen zich tot 25 november 1980 in Nederland vestigen. In vijf jaar tijd verhuist bijna de helft van de Surinaamse bevolking naar Nederland. Steeds meer problemen leiden tot een staatsgreep De eerste jaren gaat het goed met de Surinaamse economie. De export van bauxiet en andere natuurlijke hulpbronnen levert veel geld op en de Nederlandse regering komt haar belofte van hulp na. Maar daarna gaat het slechter. Het land blijkt moeilijk te regeren te zijn omdat de diverse politieke en etnische groepen vaak ruzie met elkaar hebben. Ook gaat het met de economie slechter. Bouwprojecten van de regering (vooral voor woningbouw) komen niet af. Corruptie neemt hand over hand toe; ambtenaren en zakenlieden doen aan vriendjespolitiek, nemen steekpenningen aan of verduisteren geld. Ook neemt de overheid steeds meer ambtenaren aan. Die moeten worden betaald en dat kost veel geld. Hierdoor komt veel geld van belastingen en van buitenlandse hulp niet terecht bij woning- en wegenbouw, onderwijs en gezondheidszorg. De werkloosheid wordt eerder groter dan kleiner. Van de hulp die Nederland en andere landen geven, me rken de meeste mensen dan ook weinig. Vakbonden en actiegroepen protesteren steeds feller tegen de corruptie en het beleid van de regering en vele Surinamers emigreren alsnog naar Nederland.
4
SREFI DENSI De regering legt alle protesten naast zich neer. Als zij ook nog weigert in te stemmen met de oprichting van een vakbond bij het leger, plegen officieren onder leiding van Bouterse op 25 februari 1980 een staatsgreep. Eerst vindt de bevolking dat prima en ook in politiek Den Haag lijkt men Bouterse het voordeel van de twijfel te geven. De nieuwe regering zou de economie op orde brengen, de corruptie de kop indrukken en spoedig nieuwe verkiezingen uitschrijven. Maar als dat niet gebeurt, groeit er in Suriname verzet tegen de regering. Die treedt dan hard tegen dissidenten op door ze op te pakken en soms ook te martelen. Ook Nederland keert zich steeds meer tegen de regering van Bouterse. Als in de nacht van 8 en 9 december 1982 15 tegenstanders van het bewind worden opgepakt en gedood omdat die een staatsgreep beraamd zouden hebben, zet Nederland alle hulp aan Suriname stop. Dit voorval staat bekend als de Decembermoorden. De Decembermoorden Op 8 december 1982 laat Bouterse zestien journalisten, juristen, zakenlieden en vakbondsleiders oppakken en in Fort Zeelandia opsluiten. De groep wordt ervan beschuldigd een staatsgreep tegen de regering te beramen. De arrestanten worden gemarteld en op één na zonder vorm van proces doodgeschoten. Onderzoekers van de Organisatie van Amerikaanse Staten en de Verenigde Naties hebben niet kunnen vaststellen dat er van een ophanden zijnde staatsgreep sprake is geweest. Ook medewerkers van de Nederlandse ambassade in Suriname en die van Suriname in Nederland hebben geen aanwijzingen voor een staatsgreep gevonden. De moorden, die al snel worden aangeduid als de Decembermoorden, wekken in Suriname en in Nederland afschuw en woede. Men vindt dat hiermee de me nsenrechten op grove wijze zijn geschonden. Nederland stopt om die reden iedere samenwerking met de regering van Bouterse. Voor Nederland komt er nog bij dat één van de slachtoffers een Nederlands paspoort heeft. Wat er precies is gebeurd in Fort Zeelandia blijft onduidelijk. Eerst zegt Fort Zeelandia Foto: Digital Medialab, Bouterse dat hij er toen niet bij was en University of Virginia ook geen opdracht had gegeven om de gevangenen dood te schieten. Wel zegt hij later dat hij als opperbevelhebber van het leger verantwoordelijk is geweest Één van zijn medewerkers, Baghwandas, verklaart echter dat hij samen met Bouterse de gevangenen heeft doodgeschoten. En de ene gevangene die werd gespaard, vakbondsleider Fred Derby, blijft zwijgen over de moorden. Wel spreekt hij in april 2000 voor zijn familieleden een verslag in van wat er op 8 december met hem en zijn medegevangenen is gebeurd, maar de band wordt niet openbaar gemaakt. Juristen en nabestaanden van de slachtoffers vragen al snel na de moorden om een gerechtelijk onderzoek. Ze willen vooral weten of Bouterse schuldig is aan marteling en moord. Dat onderzoek komt er pas nadat Venetiaan op 12 augustus 2000 president van Suriname is geworden.
5
SREFI DENSI Op 8 december 2000 geeft Derby een interview aan de Surinaamse krant Waterkant. Hij vertelt wat er in de nacht van de Decembermoorden is gebeurd. Volgens het verhaal is Bouterse niet alleen aanwezig geweest, samen met Baghwandas, maar had hij ook de leiding bij de verhoren van de zestien gevangenen. Ook heeft hij enkele malen schoten gehoord. Tenslotte heeft hij de lijken van de slachtoffers gezien. Kort na zijn plotselinge overlijden op 19 mei 2001 wordt de band met het verslag van de moorden alsnog gepubliceerd. Het verhaal op de band stemt overeen met dat in Waterkant. Ook enkele voormalige medewerkers van Bouterse die door de Surinaamse politie worden verhoord zeggen dat Bouterse op 8 december 1982 in Fort Zeelandia is geweest. Ook in Nederland willen nabestaanden een onderzoek laten starten want één van de slachtoffers had een Nederlands paspoort. Ook zijn ze bang dat de Surinaamse politie het onderzoek niet goed zou kunnen uitvoeren, áls het er ooit van komt. Ten slotte vinden ze dat Bouterse in Nederland moet worden berecht omdat hij zich schuldig heeft gemaakt aan marteling en marteling valt volgens hen onder internationaal recht. In november 2000 geeft de rechtbank in Amsterdam hen gelijk. Op 18 september 2001 echter laat de Hoge Raad weten dat Bouterse niet in Nederland en volgens internationaal recht kan worden vervolgd. Dat moet in Suriname gebeuren. Wel mag Nederland Suriname helpen met het onderzoek aldaar. Daar is de politie in Suriname wel blij mee. Als de Hoge Raad had gezegd dat Bouterse in Nederland mag worden vervolgd, had Nederland de Surinaamse politie niet mogen helpen.
De 15 slachtoffers: Onder hen de advocaten John Baboeram, Kenneth Goncalves, Eddy Hoost en Harold Riedewald, de journalisten Bram Behr, Lesley Rahman, Jozef Slagveer en Frank Wijngaarde, vakbondsmannen Cyrrill Daal en Fred Derby, de universitair docenten Gerard Leckie en Sugrim Oemrawsingh, de soldaten Surendre Rambocus en Jiwansingh Sheombar, oud-minister André Kamperveen en zakenman Robby Sohansingh. Na mishandeling in Fort worden ze op één na vermoord. Alleen Fred Derby ontspringt de dans.
6
SREFI DENSI Vanaf 1983 is de armoede in Suriname eerder toe dan afgenomen. Dat komt op de eerste plaats door het wegvallen van de hulp uit Nederland. Die komt pas in 1991 weer op gang. Ook zakt de prijs van bauxiet op de wereldmarkt, waardoor Suriname minder verdient aan de export ervan. Bovendien voert een groep rebellen, die al snel de naam Junglecommando krijgt, onder leiding van Brunswijk een guerrillaoorlog tegen de regering. Het doel is Feestelijke opening van de Surinamebrug. de regering omver te werpen. Foto: Ballast Nedam Die oorlog duurt van 1986 tot 1991 en kost de regering veel geld. Op de vierde plaats moet de regering alle amb tenaren zien te betalen. Van alle Surinamers met een baan werkt de helft als ambtenaar en dat is meer dan in Nederland. Ten slotte laat de regering dure projecten uitvoeren om wegen en andere voorzieningen te verbeteren. Dat gebeurt vooral tussen 1996 en 2000 als Wijdenbosch president is. De regering vindt die nodig om het land te ontwikkelen, maar tegenstanders van deze projecten vragen zich af of het land zulke uitgaven kan opbrengen. Voorbeelden hiervan zijn twee grote verkeersbruggen over de Coppename - en de Surinamerivier. Begin 2000 is de staatskas leeg, heeft het land grote schulden aan andere landen en aan bedrijven en is de goudreserve van de staat (elk land heeft een goudreserve) bijna helemaal verkocht. Het grootste deel van de bevolking is arm, al krijgen sommigen van verwanten in Nederland regelmatig geld en voedselpakketten toegestuurd. Er vinden grote demonstraties plaats en Wijdenbosch besluit in mei verkiezingen uit te schrijven. Die worden gewonnen door het Nieuw Front van Venetiaan. Die bestaat uit de NPS, de VHP, de Javaanse volkspartij en de Surinaamse Arbeiders Partij. Venetiaan krijgt veel stemmen door te beloven de zaak van de Decembermoorden uit te laten zoeken en door aan te kondigen corruptie hard aan te pakken. Op 12 augustus wordt hij de nieuwe president van Suriname. De regering komt beide beloftes na. Venetiaan stelt een commissie in die moet nagaan waarom de staat bijna bankroet is gegaan tijdens het bewind van Wijdenbosch. In augustus 2001 brengt de commissie daar een rapport over uit met een lange lijst van gevallen van verduistering, omkopingen en andere knoeierijen. Daarna gaat de politie na wie voor dit alles verantwoordelijk is. Ook hoge ambtenaren en ministers van het kabinet van Wijdenbosch worden aan de tand gevoeld. Ook laat de regering uitzoeken of Bouterse en een aantal van zijn medewerkers die mogelijk medeplichtig zijn geweest vervolgd kunnen worden voor de Decembermoorden. Dat blijkt inderdaad te kunnen en op 1 november 2000 begint het strafrechterlijk onderzoek. Door het nakomen van deze beloftes worden de betrekkingen tussen Suriname en Nederland beter.
7
SREFI DENSI Meer informatie vind je op internet: http://www.nrc.nl/W2/Lab/Bouterse/inhoud.html dossier over de rechtszaak tegen Bouterse http://www.nrc.nl/W2/Lab/HAL15/decembermoorden.html Dossier over de Decembermoorden www.omroep.nl/nos/nieuws/dossiers/onafhankelijkheid_suriname/2000/portal/ beginpagina.html bevat factsheet van Suriname, geschiedenis, de Decembermoorden en enkele links http://www.waterkant.net/special/8december.html Een dossier over de Decembermoorden http://www.waterkant.net/special/8december2.html Fred Derby, de enige overlevende van de Decembermoorden, geeft een ooggetuigenverslag http://www.nrc.nl/W2/Columns/Etty/980704.html column over afschaffing slavernij http://www.surinamenet.com bevat nieuws, informatie, agenda van culturele activiteiten
8