Suriname Landenonderzoek
Juli Hoekstra & Kirsten Ravensbergen Minor Internationalisering 2014-‐2015
Inhoudsopgave INLEIDING ............................................................................................................................................................... 3 ONDERWIJS (SOCIOLOGISCH/HISTORISCH) ................................................................................................ 4 HOE ZIET HET SURINAAMSE ONDERWIJS ERUIT? ................................................................................................................. 4 HOE IS DE KLASSENVERDELING? IS DE TOEGANG/VERDELING TUSSEN JONGENS EN MEISJES GELIJK? ..................... 6 HOEVEEL MENSEN IN SURINAME ZIJN ANALFABEET? ......................................................................................................... 6 IS ER IN SURINAME VERNIEUWINGSONDERWIJS AANWEZIG? ............................................................................................ 6 DEMOGRAFIE ......................................................................................................................................................... 7 WAT IS HET INWONERAANTAL EN WELKE STEDEN ZIJN HET DICHTST BEVOLKT? ........................................................ 7 WELKE VERSCHILLENDE BEVOLKINGSGROEPEN ZIJN TE ONDERSCHEIDEN IN SURINAME? ......................................... 7 WELKE TALEN WORDEN ER IN SURINAME GESPROKEN? ................................................................................................. 10 WAT IS DE VERHOUDING TUSSEN JONGEREN EN OUDEREN? GEBOORTE/STERFTECIJFER? ...................................... 10 GEOGRAFIE ........................................................................................................................................................... 11 WAT IS DE LIGGING VAN HET LAND? ................................................................................................................................... 11 WAT VOOR SOORT KLIMAAT KENT HET LAND? .................................................................................................................. 11 WELKE FLORA EN FAUNA KOMEN ER IN SURINAME VOOR? ............................................................................................ 12 WELKE VERSCHILLENDE DISTRICTEN ZIJN ER IN SURINAME? ........................................................................................ 15 GESCHIEDENIS ..................................................................................................................................................... 19 WAT WAS DE GESCHIEDENIS VAN SURINAME VOOR DE KOLONISATIE DOOR NEDERLAND? ..................................... 19 WAT WAS DE GESCHIEDENIS VAN SURINAME TIJDENS DE KOLONISATIE DOOR NEDERLAND? ................................ 19 WAT WAS DE GESCHIEDENIS VAN SURINAME NA DE DEKOLONISATIE? ........................................................................ 20 HUIDIGE POLITIEK ............................................................................................................................................. 22 HOE ZIET DE SURINAAMSE POLITIEK BESTUURLIJKE INDELING ERUIT? ....................................................................... 22 WELKE POLITIEKE PARTIJEN ZIJN HET GROOTST IN SURINAME? ................................................................................... 23 WIE IS DE HUIDIGE POLITIEK LEIDER VAN SURINAME? ................................................................................................... 25 HOE ZIT HET MET DE CORRUPTIE IN SURINAME? ............................................................................................................. 26 ECONOMIE ............................................................................................................................................................. 27 WELKE MUNTEENHEID BEZIT SURINAME? ........................................................................................................................ 27 WAT IS HET BRUTO NATIONAAL PRODUCT PER HOOFD IN SURINAME? ........................................................................ 28 WAT ZIJN DE GROOTSTE INKOMSTENBRONNEN VOOR SURINAME? ............................................................................... 28 WIE ZIJN DE BELANGRIJKSTE AFNEMERS EN LEVERANCIERS VAN DE SURINAAMSE EXPORT EN IMPORT EN WAT ZIJN DE IMPORTPRODUCTEN VAN SURINAME? ................................................................................................................... 30 LITERATUURLIJST .............................................................................................................................................. 31
2
Inleiding Wij zijn Juli Hoekstra en Kirsten Ravensbergen. Twee studenten uit het derde jaar van de opleiding Pabo die wij volgen op de Hogeschool in Leiden. Wij hebben gekozen voor de minor internationalisering en gaan naar Suriname. In de afgelopen periode ging het bij ons allebei steeds meer kriebelen om in het 4e jaar deel te kunnen nemen aan deze minor. Wij hebben elkaar pas ontmoet tijdens deze bijeenkomsten. Daar kwamen we erachter dat onze interesses hetzelfde waren en zo besloten wij om dit avontuur aan te gaan. Na vele bijeenkomsten en een berg aan informatie was de keuze duidelijk! Wij willen naar Suriname! Een land vol met culturen en avonturen. Met dit landenonderzoek gaan we op zoek naar antwoorden op de vele vragen die wij nu al hebben over dit land op het gebied van onderwijs, demografie, geografie, geschiedenis, politiek en de economie.
3
Onderwijs (sociologisch/historisch)
Hoe ziet het Surinaamse onderwijs eruit? Het onderwijs in Suriname wordt gegeven in de Nederlandse taal. Er is leerplicht tot en met je 12de jaar. Tot deze tijd ben je verplicht om naar school te gaan. Kleuters hebben geen leerplicht, maar in Paramaribo en andere grote steden gaan de meeste kinderen gewoon naar een kleuterschool. Er zijn openbare scholen en privéscholen. Ook zijn er scholen waar wel of juist geen geloof aan is verbonden. Op school wordt een schooluniform gedragen om het verschil tussen rijk en arm minder zichtbaar te maken (Bos, 2008). De peuter-‐ en de kleuterschool Een klein deel van de kinderen gaat vanaf hun derde jaar naar de peuterschool. Vanaf vier jaar kunnen de kinderen naar de kleuterschool. Hier worden vakken gegeven als zingen, tekenen, gym, voorbereidend rekenen en lezen. De dag begint om 08.00 uur en eindigt om 12.00 uur (Bos, 2008). De lagere school Vanaf zes jaar kan je als kind naar de lagere school. Dit duurt in totaal zes jaar. Het schooljaar begint pas in oktober na een lange vakantie. Dit komt omdat het in de zomer erg warm is. Een schooldag begint om 08.00 uur en eindigt om 12.30 voor de twee laagste klassen en om 13.00 uur voor de rest. Voordat de kinderen naar de klassen gaan wordt gezamenlijk het volkslied gezongen op het schoolplein. Tot 1975 leerden de kinderen er veel over Nederland, maar na de onafhankelijkheid zijn de boeken vernieuwd en meer gericht op Suriname (Bos, 2008). Na de lagere school Na de lagere school kan er worden gekozen tussen verschillende richtingen voor het voortgezet onderwijs. Er kan daarna doorgeleerd worden via het hoger beroepsonderwijs, het instituut voor de opleiding van leraren of de universiteit van Paramaribo. Er zijn ook kinderen die kiezen voor een vervolgstudie in Nederland of Amerika als de studiemogelijkheden niet aanwezig zijn in Suriname zelf (Bos, 2008).
4
Het huidige onderwijssysteem van Suriname.
Onderwijs in het binnenland In grote delen van het binnenland van Suriname is het geven van onderwijs niet vanzelfsprekend. Er zijn vaak te weinig opgeleide leerkrachten en te weinig leermiddelen aanwezig. Ook wordt er in het binnenland vaak een andere taal gesproken waardoor de Nederlands sprekende leraren niet begrepen worden. Het komt voor dat kinderen in het binnenland helemaal niet naar school gaan, omdat zij moeten helpen op het kostgrondje of op moeten passen op de broertjes en zusjes. In het binnenland zijn alleen lagere scholen aanwezig. Voor vervolgonderwijs moeten de jongeren naar de stad verhuizen. Zij komen dan terecht in hiervoor bestemde internaten. Zo kunnen zij toch naar school (Bos, 2008).
5
Hoe is de klassenverdeling? Is de toegang/verdeling tussen jongens en meisjes gelijk?
In Suriname komen veel combinatieklassen voor. Dit komt grotendeels door een tekort aan leerkrachten of lokalen. Ook kan het zijn dat er niet veel leerlingen op een school zitten, waardoor de klassen te klein worden. Een klas bestaat gemiddeld uit 15 leerlingen. Zowel jongens als meisjes zijn verplicht om naar school te gaan (Eerstelling, 2012).
Hoeveel mensen in Suriname zijn analfabeet?
Er zijn geen recente data bekend, maar volgens de laatste statistieken ligt het aantal analfabeten op circa 35.000. De meeste analfabeten wonen in het binnenland in gebieden als Brokopondo en Sipaliwini. De afdeling Alfabetisering is wel bezig met onderzoek naar het analfabetisme. Dit gebeurt in samenwerking met het centraal bureau van statistiek (redactie Suriname, 2013).
Is er in Suriname vernieuwingsonderwijs aanwezig?
Er is niet veel te vinden over het vernieuwingsonderwijs in Suriname zoals wij dat hier kennen in Nederland. Verschillende vormen van onderwijs zoals het dalton onwijs, jenaplan, montessori etc. zijn daar niet aanwezig. Als je op zoek gaat naar het vernieuwingsonderwijs in Suriname kom je vooral artikelen tegen op het gebied van vernieuwingen binnen het reguliere onderwijs. Zo geeft minister Shirley Sitaldin van onderwijs en volksontwikkeling aan dat er wel degelijk vernieuwingen zijn in het onderwijs op gebied van leerkrachtscholing, verbetering van leerprestaties en het aantrekkelijker maken van het leerklimaat. Door verschillende trainingen voor leerkrachten moet het percentage zitblijvers en vroegtijdige schoolverlaters afnemen. Verder is er vernieuwing van schoolboeken en worden verenigingen als naschoolse opvang verder uitgebreid (Sitaldin, 2012).
6
Demografie
Wat is het inwoneraantal en welke steden zijn het dichtst bevolkt? Aantal inwoners: Circa 530.000 inwoners, iets meer dan 3 % ten opzichte van Nederland. Ongeveer de helft van de inwoners woont in Paramaribo. De tweede plaats is Lelydorp met 17.000 inwoners. Dan volgen Nieuw Nickerie ( 10.000) en Moengo (7000). In Nederland wonen ruim 345.000 Surinamers. Bevolkingsgroepen: Het grootste deel betreft Hindoestanen 27,4 %, Creolen 17,7 %, Marrons (bosnegers) 14,7 % en Javanen 14,6 %. Het aandeel van de inheemse ‘ Indianen’ ligt op een paar procent. Andere kleine groepen zijn Chinezen, Libanezen, Joden, en blanke Europeanen (Schuring, 2012).
Welke verschillende bevolkingsgroepen zijn te onderscheiden in Suriname? Suriname is een land met vele
bevolkingsgroepen afkomstig uit verschillende werelddelen. De oorspronkelijke bewoners zijn de Indianen, ook wel inheemsen genoemd. Daarnaast heb je de Creolen, Marrons, Chinezen, Europeanen, Hindoestanen, Javanen, Joden, Libanezen en inwoners van buurlanden. Deze etnische groepen onderscheiden zich van elkaar door verschillende waarden en normen, culturele uitingen en de geestelijke belevingswereld. De uiterlijke verschillen tussen deze bevolkingsgroepen worden steeds minder. De trek naar de stad om economische redenen heeft ervoor gezorgd dat de gewoonten en gebruiken van elkaar zijn overgenomen. Zo leven veel verschillende mensen naast elkaar zonder al te veel radicale spanningen (Leuwsha, 2005).
7
Inheemsen Dit zijn de huidige Indianen. Columbus dacht dat hij in Indië was beland en noemde de bevolking zo ten onrechte Indianen. De term inheemsen geeft de toename aan van het zelfbewustzijn van deze kleine groep. Deze bevolkingsgroep is de eerste bewoner van Suriname en leefde er al ongeveer 10.000 tot 7.000 jaar geleden (Leuwsha, 2005). Marrons Dit waren slaven die van de plantages wegliepen. Veel van deze slaven waren afkomstig uit West-‐ en Midden-‐Afrika en werden gebruikt om het zware werk op de plantages te verrichten. De term is afgeleid van het Spaanse woord Cimarron, wat ontsnapt vee betekent. De naam veranderde in bosneger voor de Marrons met wie het gouvernement vrede had gesloten. Tegenwoordig is het begrip Marron weer van toepassing uit trots op de voorouders die de vrijheid wisten te veroveren. De Marrons leven vooral in dorpen langs de oevers van de rivieren en leven van landbouwgrond, de visvangst en de jacht (Leuwsha, 2005). Creolen De Creolen stammen af van de vroegere negerslaven. Dit woord stamt af van het Portugese woord criar, wat in huis geboren of eigen kweek betekent. Rond de 16e eeuw werd deze term voor het eerst gebruikt voor personen, die uit Portugese of Spaanse ouders in Zuid-‐ Amerika geboren werden. Deze kinderen die geboren werden kregen de naam creool. Vanaf het begin van de koloniale overheersing ontsnapten er slaven. Zowel in het bos als in de stad ontstonden zwarte gemeenschappen. Wanneer er tegenwoordig gesproken wordt over Creolen bedoelt men de negerbevolking van de stad en kuststreek (Leuwsha, 2005). Hindostanen Nadat de slavernij was afgeschaft in 1863 ontstond er al snel een arbeidstekort op de plantages. Zo werden er krachten uit Brits-‐Indië gehaald, uit het toenmalige Hindoestan. Deze groep vormt tegenwoordig het grootste deel van de Surinaamse samenleving en is niet meer weg te denken (Leuwsha, 2005).
8
Javanen Toen de Nederlanders problemen kregen met de Hindostaanse arbeiders, wilden zij arbeidskrachten uit hun eigen kolonie Nederlands-‐Indië halen. Deze Javaanse immigranten behoren tegenwoordig ook tot een van de grotere bevolkingsgroepen van Suriname. De Javanen zijn bescheiden en in economisch en politiek opzicht achtergesteld bij de andere bevolkingsgroepen. De Javaanse keuken is erg populair en veel Surinaamse huisvrouwen weten hun gasten behoorlijke nasi of bami schotels te serveren (Leuwsha, 2005). Overige bevolkingsgroepen De overige bevolkingsgroepen bestaan uit de Joden, Chinezen, Libanezen, Boeroes en fortuinzoekers. De Joden hebben nog maar sinds kort invloed op de Surinaamse gemeenschap. Dit aantal bedraagt nauwelijks 1 %. In het verleden is de betekenis van de Joden zeer groot geweest. Zo telde de kolonie rond 1700 driemaal zoveel Joden als christenen onder de blanke bevolking. Veel gebruiken in taal, voeding en gewoonten, persoons-‐ en plaatsnamen zijn terug te voeren op de invloed van de Joden uit het begin van de koloniale periode van Suriname. Ook de Chinezen zijn niet meer weg te denken uit de Surinaamse samenleving. Deze kwamen rond 1853 als contractarbeiders richting Suriname. Tegenwoordig is op elke hoek van de straat wel een winkel van Omu Snesi (oom Chinees) te vinden. Zo zijn er ook veel Chinese winkels met kruiden, medicijnen, specerijen etc. De Libanezen zijn in de loop der jaren richting Suriname gekomen om geld te verdienen in de textielhandel. Deze groep is vrijwillig geëmigreerd (Leuwsha, 2005). De Boeroes worden gezien als Hollandse boeren en bewerkten landbouwgrond. De akkers waren slecht en er was weinig vee. De leefomstandigheden waren zwaar en velen overleden aan tropische ziektes. De overblijvers werden vooral specialisten op het gebied van melkvee (Wesselink, 2008). Als laatste groep heb je nog de fortuinzoekers. Dit zijn de mensen uit de buurlanden die een nieuw leven wilden opbouwen in Suriname.
9
Welke talen worden er in Suriname gesproken? In Suriname geldt het Nederlands als de officiële voertaal. Maar buiten deze voertaal zijn er nog vele andere talen. Omdat bijna iedere bevolkingsgroep ook een eigen ‘thuistaal’ heeft, is het Sranantongo (Surinaams, ook wel verouderd Neger-‐Engels genoemd) de contacttaal in het dagelijkse leven. Het Sranan is geen ‘taki-‐taki’, dit is een term voor de Surinaamse taal, maar een omgangstaal, beïnvloedt door het Afrikaans, Portugees, Engels en Nederlands. Tussen het deftige Nederlands en het Sranantongo bevindt zich nog het Surinaams-‐ Nederlands. Dit is de Surinaamse versie van de Nederlandse taal. Hier worden woorden anders gebruikt. Zo wordt het werkwoord ‘gaan’ bijvoorbeeld toekomend gebruikt als: ‘Wij gaan gaan’ of ‘Ga je gaan?’. Het Nederlandse woord ‘zetten’ wordt gebruikt in de betekenis van ‘leggen’: ‘Zet die dinges daar’. Het Sranantongo klinkt soms een beetje streng, maar ondanks dit is het een levendige taal met humor. Ook bestaat er een vorm van het Sranantongo die ‘wakamantaal’ wordt genoemd. Dit wordt door de wakamans (rondhangende jongeren) gesproken. Het Sranantongo is een echte spreektaal en geen schrijftaal. Zo wordt er met de officiële spelling speels omgegaan (Leuwsha, 2005).
Wat is de verhouding tussen jongeren en ouderen? Geboorte/sterftecijfer? Leeftijd 0-‐14 jaar 15-‐64 jaar >65 jaar
Aantal
Mannen
Vrouwen
26.4% 67.3% 6.3%
66.440 164.739 13.300
63.469 166.139 17.902
De bevolking van Suriname is vrij jong. Zo is te zien in bovenstaande tabel dat de leeftijdsgroep van 15-‐64 jaar het grootst is met 67.3% (Republiek Suriname, z.j.). Daarnaast is bekend dat het geboortecijfer in Suriname is 17,44 geboortes op de 1000 inwoners en het sterftecijfer 6,17 doden op de 1000 inwoners. Er is dus een geboorteoverschot in Suriname (Index Mundi , 2012).
10
Geografie
Wat is de ligging van het land? Suriname ligt aan de noordkust van Zuid-‐Amerika, vlak boven de evenaar en behoort tot het gebied Guyanaschild, een gebied ingesloten tussen de rivieren de Orinoco in het westen en de Amazone in het oosten en zuiden. Guyanaschild is een vulkanisch uitgebarsten gesteente dat gevormd is in de oertijd. Suriname maakt ondanks de ligging geen deel uit van het Zuid-‐ Amerikaanse cultuur-‐ en taalgebied. De afstand van oost naar west is circa 350 kilometer en van noord naar zuid 450 kilometer. Dit brengt de totale oppervlakte van Suriname op 164.000 vierkante kilometer. Het land is ruim vier keer zo groot als Nederland (Leuwsha, 2005). Suriname grenst aan de buurlanden Guyana, Frans Guyana en Brazilië, en ligt aan de Atlantische oceaan. Het land is te verdelen in drie gebieden. In het Noorden ligt de kustvlakte. Dit is een gebied met veel zoetwatermoerassen. Deze zijn nog geen meter diep en de bodem bestaat uit een dikke laag veen. Tussen de moerassen groeien struiken en bomen. In het zuiden ligt het grote tropische regenwoud. Dit regenwoud is zo’n 80 % van de totale oppervlakte van Suriname en maakt deel uit van het Amazone regenwoud, het grootste regenwoud ter wereld (Bos, 2008)
Wat voor soort klimaat kent het land?
Door de ligging dicht bij de evenaar heeft Suriname een tropisch klimaat met een erg hoge luchtvochtigheid. De gemiddelde temperatuur is 27 graden. De neerslag in Suriname bedraagt meer dan in Nederland en is gemiddeld 60 millimeter per maand. Door deze omstandigheden is het grootste gedeelte van het land bedekt met oerwoud. Er wordt onderscheid gemaakt tussen een lange en een korte regentijd. Het korte regenseizoen is van december tot februari, gevolgd door een korte droge periode. Van eind april tot half augustus is de grote regentijd met daarna de grote droge tijd. In deze periode valt de Surinaamse schoolvakantie vanwege de hitte. In de droge periode kan het ook regenen en de seizoenen kunnen per jaar nogal wisselen. Het weer in Suriname is erg wisselvallig. De regenbuien die vallen zijn kort en hevig. Dit wordt een sibibusi (‘bosbezem’) genoemd. Het
11
land wordt schoongeveegd door de regen (Leuwsha, 2005). De zon komt iedere ochtend rond zes uur op en gaat in de avond tussen half zeven en zeven uur weer onder. De seizoenen herfst, winter, lente en zomer zoals wij die kennen komen in Suriname niet voor. Hier wordt onderscheid in jaargetijde gemaakt door de regentijden en droge tijden. Suriname ligt tussen twee grote rivieren in. De Corantijn aan de westkant en de Marowijne aan de oostkant. In beide rivieren liggen eilandjes. Andere grote rivieren zijn de Coppename, de Saramacca en de Surinamerivier. Door het regenwoud stromen veel verschillende rivieren. Veel ervan met sula’s ( stroomversnellingen), waar het water wild tussen de rotsen doorloopt. Voordat je door een sula gaat mag je de naam ervan niet noemen uit respect. De rivieren zijn erg belangrijk voor de Surinamers. De vis uit de rivieren wordt gegeten, de afwas wordt er gedaan, de kleding gewassen en ook de mensen wassen zich in de rivier (Bos, 2008)
Welke flora en fauna komen er in Suriname voor? Planten
Ongeveer 90% van Suriname is bedekt met bos. Dit grote bos werd lange tijd als niemandsland beschouwd, maar nu de natuurlijke hulpbronnen van het binnenland in kaart zijn gebracht, staan de belangen van bos-‐ en stadbewoners tegenover elkaar. De bomen zijn hoog en de stammen kaarsrecht. Onder het bladerdak dat weinig licht door laat, kan op de dikke humuslaag nog maar weinig anders groeien dan schimmels en zwammen. Er zijn vele
12
planten-‐ en boomsoorten die nog niet allemaal naar familie en geslacht zijn ingedeeld. Alles wat bruikbaar en eetbaar is wordt gezien als nuttig en krijgt een naam. De rest is brandhout. De bodem van het binnenland is arm aan voedingsstoffen. De belangrijke stoffen in de humuslaag worden door de zware regenval weggespoeld. Fruitbomen komen hier niet voor. Verder zijn er wel eetbare gewassen te vinden. Van de cassave worden alleen de knollen gegeten, van de bredebon (broodboom) worden de grote vruchten gegeten. Deze boom is door de Britten hier naartoe gehaald en was bestemd als goedkoop voedingsgewas om de slaven in leven te houden. De zaden van de kastanje broodboom kunnen ook worden gegeten, de cacaoboom levert chocolade, de bosvrucht mopé is een oranjegele vrucht en wordt veel verkocht in de steden. Verder word er uit het bos veel bruikbaars gehaald. In Suriname komen ongeveer zestig palmsoorten voor. De bladeren van deze bomen worden gebruikt als bedekking van de daken en de vezels worden gebruikt en verwerkt tot touwhangmatten. Verder wordt bamboe nog voor vele andere dingen gebruikt. De kantantri is een heilige boom voor de bosbewoners. De Marrons geloven dat de geesten van hun voorouders in de woudreus wonen. Een bosbewoner haalt dus voedsel, materiaal en geneesmiddelen uit het bos (Leuwsha, 2005). Dieren Bijna alle diergroepen zijn in Suriname te vinden. Van zoogdieren tot vogels, reptielen, amfibieën, vissen en insecten. Ook bij de dieren geldt: eetbaar is bruikbaar. In het binnenland wordt nog veel gejaagd. Niet alleen eetbare dieren, maar ook angstaanjagende, gevaarlijke of giftige dieren worden vaak gedood. Katachtige dieren (tigri’s), bosspinnen (vogelspinnen), makslagen (bosmeester), anaconda’s (wurgslangen) en pirengs (piranha’s) worden zeer gevreesd. Insecten De insecten zijn niet te missen in dit land. Er zijn honderdduizenden insectensoorten in Suriname van mooi tot eng. Neem bijvoorbeeld de morpho vlinder. Dit is een staalblauwe dagvlinder van zo’n 10 cm
13
groot. Minder zijn de mot en de plantenetende sprinkhanen. Verder zijn er vele soorten muggen. Deze kunnen zorgen voor ziektes als gele koorts en malaria. Vogels De vele insecten worden weer opgegeten door verschillende vogels. Vogels zoals de stern, de blue wing, de visarend, de koprofowru en de voerenzwaluw komen jaarlijks uit Noord-‐Amerika om aan de kust te overwinteren. Ook de rode ibis is een bekende vogel in Suriname en wordt vaak verward met flamingo. De reigersoorten worden sabaku genoemd en komen in veelvoud voor. Behalve het kustgebied is ook de omgeving van Paramaribo een goudland voor vogelliefhebbers: wevervogels (banabeki en ponpon), zangvogels (pikolet en twatwa), blauwgrijze tangara, blawki (blauwtje), katoenvogeltje, gotromotyo (straatslet), powisi, zwarte hokko, marai (jonge kalkoen), busi-‐ kaka (roodpoot caracara), kwetkwetyaba (roepende piha), papegaaien (24 soorten), parkieten, raafparkieten, toekan en het rotshaantje. Daarnaast zijn in Suriname 48 soorten roofvogels gesignaleerd. Zoogdieren De zoogdieren laten zich niet makkelijk zien. Het grootste doelwit van een jager is de bofru die 250 kilogram kan wegen. Dit dier is in grote delen uitgeroeid en laat zich nog maar weinig zien. Ook wilde zwijnen komen veel voor, zoals de pingo en de pakira. Er zijn drie hertensoorten aanwezig; het savannehert, en het groot en klein boshert. Deze grazen veel op open plekken in het bos en de savanne en zijn makkelijk waar te nemen. Ook apen komen voor in Suriname. Er zijn acht soorten. De brulaap (babun), kapucijnapen (keskesi’s) en de witkopaap (wanaku) zijn moeilijk te vangen. Helaas voor de zwarte spinaap (kwata) schijnt zijn vlees bijzonder lekker te zijn. De zwarte pluimstaart van de baardaap (pisa) kan tot plumeau dienen. Doodskopaapjes (monkimonki) en zijdeaapjes (saguwenke) zijn zo klein, dat ze niks waard zijn. Beide soorten komen dan ook in heel Suriname voor. De Paramaribo Zoo in de Cultuurtuin heeft een aardige verzameling groot wild. De kans om
14
groot wild in het echt tegen te komen is klein. Eén exemplaar zwerft rond in een enorm groot jachtgebied van wel 6000 ha. In Suriname komen de jaguar, geelbruine poema, de kleinere ocelot (tigrikati), boomkat/margay (pikin tigrikati) en de jagoearoendi (blakatigrikati) voor. Vissen Er is een groot aanbod in zoet-‐ en brakwatervissen. Niet alle soorten worden gegeten, bijvoorbeeld door teveel graten, een giftige soort of een verbod. Bekende roofvissen zijn de anyumara en de piranya, die met hun sterke en scherpe tanden vingers of tenen kunnen afhappen. Veel mensen zijn er bang voor, maar toch wordt de mens zelden aangevallen. De anyumara is een geliefde vis en komt veel voor in het van Blommenstein stuwmeer. Verder zijn de pataka en de kubi voedzame vissen. Slangen en kaaimannen Ook slangen en kaaimannen zijn veelvoorkomende diersoorten in Suriname. De slangen komen veel voor in hoog gras en de kaaimannen in sloten. De kaaiman lijkt op een alligator en leeft vooral in de buurt van stroomversnellingen. Deze dieren zien er vaak angstaanjagend uit, maar leveren geen direct gevaar op. Een paar slangen zijn maar giftig. De beet van een lanspuntslang kan de dood tot gevolg hebben. Ook de bruine ratelslang is giftig. De grootse giftige slang met een lengte van ruim drie meter is de bushmaster (Leuwsha, 2005).
Welke verschillende districten zijn er in Suriname?
In Suriname zijn meer dorpen dan steden. De steden die er zijn, bevinden zich in de kuststrook. Suriname is opgebouwd uit de tien districten (zoiets als provincies) Paramaribo, Nickerie, Coronie, Marowijne, Commewijne, Saramacca, Para, Brokopondo, Wanica en Sipaliwini. Het grootste district is Sipaliwini, dat voornamelijk uit regenwoud bestaat. Het kleinste district is Paramaribo, maar hier wonen wel de meeste mensen.
15
District Paramaribo Paramaribo is de hoofdstad van Suriname, tevens het economisch centrum van het land. De naam stamt af van Parmurbo, een vroeger indianendorp. Naast de moderne gebouwen staan er ook nog veel houten huizen in de stad. Dit zijn overblijfselen uit de koloniale tijd toen hier rijke plantage eigenaren woonden. In de kleinere houten huisjes woonden de armere mensen, onder wie de slaven. Deze bebouwing is uniek en zorgt er voor dat de hele stad op de UNESCO wereld erfgoedlijst staat. Paramaribo is het kleinste district van Suriname en biedt plaats aan de helft van de Surinaamse bevolking. District Nickerie De tweede grote stad is Nieuw-‐Nickerie, tevens de hoofdstad van het district Nickerie, ontstaan in het jaar 1879. De stad bevindt zich aan de monding van de Corantijn en de Atlantische oceaan. In de koloniale tijd lagen hier veel plantages, waar koffie, cacao, suiker, bananen, aardvruchten en mais werden verbouwd. Maar na hevige en langdurige regenval, begon de malariamug dood en verderf te zaaien. De mensen gingen dood en de plantages raakten in verval. Rond 1900 bloeide de balata (rubber) industrie hier op, toen dit product niet meer genoeg opbracht ging men over op de rijstbouw. Tegenwoordig heeft het district ongeveer 41000 inwoners. Ruim een kwart hiervan woont in Nieuw Nickerie. Rijst en banaan zijn grote exportproducten. District Coronie Het district Coronie heeft maar een inwonersaantal van ongeveer 3500 mensen. Totness is de hoofdstad van het district. De naam van dit dorp is schots en komt uit de tijd van de Britse overheersing. Ook veel andere Engelse namen kom je nog tegen in dit district door het tijdelijke Engelse bestuur in het begin van de 19e eeuw. Coronie stond bekend als het ‘kokosdistrict’, omdat er kokosolie werd verhandeld van geperste kokosnoten. Tegenwoordig is de kokoshandel sterk verminderd door onder andere de komst van andere producten. Naast kokosolie staat Coronie nu bekend om de rijst, honing en varkensveeteelt. De bevolking is overwegend Creools. Het grootste gebied is onbewoond en de meeste mensen wonen langs de oost-‐westverbinding.
16
District Marowijne De hoofdstad van dit district is Albina. Albina heeft een belangrijke ligging. Vanuit hier vertrekken veel boten naar het dorp Galibi aan de monding van de Marowijne. De bewoners in dit district zijn voornamelijk afstammelingen van de plantagearbeiders. Het district telt ongeveer 20000 inwoners. De meeste inwoners zijn bosnegers en Creolen. Er wordt vooral geleefd van de visserij. District Commewijne Nieuw-‐Amsterdam is de hoofdplaats van dit district. Tussen 1734 en 1747 werd hier een fort gebouwd dat diende als verdedigingslijn tegen vijandelijke vloten. In de koloniale tijd lagen hier de meeste plantages. Vandaag de dag zijn er hier nog een paar van over die bezichtigd kunnen worden. District Saramacca Sarramacca telt maar 13000 inwoners en is daarmee redelijk dun bevolkt. Het voor ons bekende Groningen siert het plaatsnaambord van de hoofdstad van het district Saramacca. De naam stamt uit de tijd van de Nederlandse boeren. Het is een klein dorpje. De grond in dit gebied is erg vruchtbaar en daarom zijn er veel landbouwbedrijven. Ook bevinden zich in Sarramacca de grootste olieputten van het bedrijf Staatsolie. Daarnaast liggen er twee belangrijke natuurreservaten: de Coppenamemonding en de Boven-‐Coesewijne. District Para De hoofdstad van het district heet Onverwacht. Para telt 15000 inwoners. De grootste bevolkingsgroep bestaat uit Javanen. Daarnaast wonen er ook Creolen en Hindoestanen. Voor toeristen is Para een aantrekkelijk district. In dit district bevinden zich de Jodensavanne en de Johan Adolf Pengel Airport (beter bekend als vliegveld Zanderij). Verder vindt er in het gebied veel bosbouw plaats, is er sprake van veeteeld en er wordt bauxiet gewonnen.
17
District Brokopondo Dit district telt ongeveer 8000 inwoners. Bijna alle inwoners zijn bosnegers. In dit district met de gelijknamige hoofdstad ligt het enorme Brokopondo Stuwmeer. Er wordt aan goudwinning gedaan, maar ook aan houtkap, steenkoolwinning en veeteelt. Veel toeristen bezoeken dit district om de eilanden in het stuwmeer te bezoeken of om te wandelen op de Brownsberg. District Wanica Wanica is een van de kleinste districten, echter niet qua inwonersaantal. Het inwonersaantal betreft namelijk ruim 76000 mensen. Hiermee komt dit district na het district Paramaribo op de tweede plaats. De belangrijkste plaats van het district is Lelydorp. Begin twintigste eeuw legde gouveneur Lely hier een spoorweg aan. In Wanica wonen veel Javanen en daardoor zijn hier veel eettentjes te vinden. District Sipaliwini Sipaliwini is verruit het grootste district van Suriname met een oppervlakte van 130000 vierkante kilometer. Het grootste deel is onbewoond. Het district telt in totaal maar 30000 inwoners en is daardoor erg dunbevolkt. Het district bestaat voornamelijk uit bergen, heuvels en tropisch regenwoud, die moeilijk te bereiken zijn. De bewoners zijn voornamelijk inheemsen en Marrons. Er zijn in dit gebied veel dieren te vinden (Bos, 2008). Het district is onderverdeeld in zes ressorten: Tapanahony, Boven-‐Suriname, Boven-‐ Saramacca, Boven-‐Coppename, Kabalebo en Curuni.
18
Geschiedenis
Wat was de geschiedenis van Suriname voor de kolonisatie door Nederland? De naam ‘Suriname’ komt van ‘Surinen’. Dit indianenvolk was de oorspronkelijke bewoner van Suriname. In 1499 werd Suriname ontdekt door de Europeanen. Om precies te zijn door de Spaanse zeevaarders. De Europeanen stichtten nederzettingen om handel te drijven met Suriname. Later werden er ook plantages aangelegd. De Surinen werkten als slaaf op de plantages. In 1613 werd een Nederlandse nederzetting gesticht in Suriname waaruit later Paramaribo ontstaat. Zeeuwse ontdekkingsreizigers probeerde Suriname te veroveren, maar dit mislukte. De Nederlanders gaven het op en vertrokken. Rond 1651 lukte het Engeland een volksplanting te stichten. Door die kennis en het kapitaal veranderde Suriname van handelspost naar landbouwgebied. Al de aangelegde plantages vereisten heel veel Afrikaanse slaven. In 1667 werd Suriname veroverd door de Zeeuwen onder leiding van Abraham Crijnssen. De Engelsen ruilden Suriname met de Nederlanders voor Nieuw Amsterdam (tegenwoordig New-‐York). In 1682 werd Suriname overgedragen aan de West Indische Compagnie (WIC). De aandelen werden verdeeld. Een derde van de aandelen was voor de WIC, een derde voor de stad Amsterdam en een derde aandeel was voor de familie Van Aerssen van Sommelsdijk (Fey, 2003).
Wat was de geschiedenis van Suriname tijdens de kolonisatie door Nederland? De eerste gouverneur van Suriname werd Cornelis van Aerssen. Hij vergrootte het aantal plantages. Hij maakte Suriname aantrekkelijk voor Europese investeerders. De koffie en suiker uit Suriname werd op de Nederlandse markt verkocht. In het derde kwart van de achttiende eeuw kwam er een weerslag in de ontwikkeling van Suriname. Dit kwam door de problemen in Europa en de Nederlanden. De Nederlanden kregen te maken met de macht van de patriotten, de revolutie van Frankrijk, de opmars van Napoleon en een crisis op de Amsterdamse beurs. Hierdoor werd Suriname aan haar lot overgelaten. De slaven bleven wel gedwongen hun arbeid verrichten. Rond die tijd waren er nog zo’n 50.000 slaven in Suriname. Engeland wilde voorkomen dat Suriname net als Nederland in de handen van hun aarsrivaal de Fransen terecht zou komen. Daarom ontfermde Engeland zich tussen 1799-‐1802 en 1804-‐1816 over Suriname. Na de tijd van Napoleon werden de Nederlanden definitief een koninkrijk. Door de grondwetten van 1814 en 1815 kwam Suriname onder
19
het gezag van de koning van Oranje. In 1863 wordt de slavernij in Suriname afgeschaft. Landbouw kreeg economisch een steeds minder grote betekenis. Door de vondst van goud kwam er weer meer werkgelegenheid. De Staten van Suriname werden in 1866 ingesteld. Hierin werden de sociale machtsverhoudingen weerspiegeld. In 1948 werd het algemeen kiesrecht in Suriname ingevoerd. Na de tweede wereldoorlog kreeg Suriname een mate van zelfbestuur verleend. De positie van Suriname en de Nederlandse Antillen werden in 1954 in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden geregeld. Er was niet echt sprake van een industriële ontwikkeling in Suriname. In 1970 kwam 23% van de inkomsten van landbouw, 15% van industrie en 40% van diensten, zoals overheid en ambachten. Bij parlementsverkiezingen in 1973 won de Nationale Partij-‐kombinatie (NPK). De voorzitter van de NPK, Arron, vormde een nieuwe regering en wilde Suriname voor het einde van 1975 onafhankelijk maken. Op 25 november 1975 werd Suriname officieel onafhankelijk. Gouverneur Ferrier werd de eerste president en premier Arron bleef leider van de NPK (Fey, 2003).
Wat was de geschiedenis van Suriname na de dekolonisatie? De eerste parlementsverkiezingen in het onafhankelijke Suriname waren in 1977 en werden gewonnen door de NPK. Arron vormde opnieuw een regering. In 1980 kwam er een militaire staatsgreep tot stand. Dit kwam door een oud conflict tussen de regering en beroepsmilitairen over de oprichting van een vakbond. Hierdoor verdween de burgerregering. Een aantal opstandige militairen waaronder Sital en Desi Bouterse, vormde een Nationale Militaire Raad (NMR). Ze verklaarden dat ze de macht overgenomen hadden. Ze wilden zo corruptie beëindigen en hervormingen invoeren. President Ferrier was bereid de staatsgreep te legaliseren als er een burgerregering zou komen. Het parlement aanvaarde een machtigingswet die de rol van de volksvertegenwoordiging sterk verminderde en de regering verstrekkende bevoegdheden gaf. De militairen van Desi Bouterse hadden het laatste woord. In 1982 vonden de decembermoorden plaats. Hierbij werden vijftien prominente oppositieleden door de militairen geëxecuteerd. De populariteit van Desi Bouterse werd minder. Dit kwam door de politieke onvrijheid, de verslechterde economie en het ontstaan van guerrilla onder leiding van Ronnie Brunswijk. Er kwamen nieuwe verkiezingen in 1987, die de oude partijen weer in het kabinet brachten. President R. Shankar werd de belangrijkste man van het land. Toch hielden de militairen, ondanks het
20
verlies, grote macht. In 1990 vond er een nieuwe staatsgreep plaats door militairen op kerstavond. Oude partijen werden verenigd in het Nieuwe Front. Het Nieuwe Front werd de grootste partij. Ronald Venetiaan werd de nieuwe opvolger in 1991. Met leden van het Nieuwe Front zocht hij meer toenadering tot Nederland. In 1992 kwam er een vriendschapsverdrag tussen Nederland en Suriname. Afgesproken werd om de grensoverschrijdende misdaad aan te pakken. In 1994 kwam er een grote sociale onrust in Suriname. Dit kwam door de uit de hand gelopen inflatie wat er voor zorgde dat de salarissen van overheidspersoneel steeds minder waard werden. Suriname moest op de been worden gehouden door financiële steun vanuit Nederland. In 1995 bleef nieuwe hulp uit, omdat Suriname het IMF en de wereldbank niet accepteerde. In 1996 vonden er nieuwe parlementsverkiezingen plaats. Het Nieuwe Front raakte de meerderheid van het parlement kwijt. Desi Bouterse was met de NPD een van de grootste winaars van de verkiezingen. Jules Wijdenbosch werd bij de presidentverkiezingen de opvolger van Ronald Venetiaan. Suriname had op het gebied van drugs een slechte naam. Vooral de cocaïnehandel speelde daarbij een belangrijke rol. Bouterse werd verdacht van betrokkenheid bij drugshandel en later ook door Nederland veroordeeld. In 2000 werd Ronald Venetiaan weer gekozen tot president van Suriname. Hij wilde de economie verbeteren, vertrouwen van de Surinaamse bevolking in de politiek herstellen en de relatie met Nederland verbeteren. In 2005 bij de nieuwe verkiezingen verloor het Nieuwe Front zetels. De NPD van Desi Bouterse boekte winst. Ronald Venetiaan werd weer president en Ramdien Sardjoe werd vicepresident. In 2007 was er een conflict over een olierijk gedeelte voor de kust tussen Guyana en Suriname. Uiteindelijk krijgen beide landen een gedeelte. In 2010 wint Bouterse de verkiezingen. Hij wordt tot president verkozen met steun van twee vroegere vijanden. Bouterse is alleen in Nederland welkom om zijn straf uit te zitten. In 2012 wordt de amnestiewet in Suriname aangenomen. Hierdoor gaan de verdachten van de decembermoorden vrijuit. Nederland stopt hierdoor met betalingen aan Suriname. Later treedt er nog wel een lichte verbetering op in de relatie tussen Nederland en Suriname (Verrijp & Willems, 2015).
21
Huidige politiek
Hoe ziet de Surinaamse politiek bestuurlijke indeling eruit? Suriname is een presidentiële republiek met als regeringsvorm een parlementaire democratie. De meest recente versie van de grondwet is op 30 september 1987 vastgesteld. In deze grondwet is de president een belangrijke positie toebedeeld. De president is naast regeringsleider ook staatshoofd, te vergelijken met de president van Amerika. Suriname heeft een eenkamerparlement, De Nationale Assemblee (DNA), dat 51 zetels telt. Elke vijf jaar worden er algemene, vrije en geheime verkiezingen gehouden om vast te stellen wie plaats mogen nemen op de parlementszetels. Ook voor de verkiezingen wordt Suriname opgedeeld in tien (kies)districten. Elk district wordt vertegenwoordigd met een aantal zetels. Dunbevolkte districten hebben daarbij in verhouding meer zetels op basis van het aantal inwoners dan dichtbevolkte districten als Paramaribo. Van de 51 DNA zetels worden er 3 toegekend aan het district Brokopondo, 4 aan Commewijne, 2 aan Coronie, 3 aan Marowijne, 5 aan Nickerie, 3 aan Para, 17 aan Paramaribo, 3 aan Saramacca, 4 aan Sipaliwini en 7 aan Wanica. De tien districten zijn hun beurt weer onderverdeeld in ressorten. Aan het hoofd van het districtsbestuur staat de districtscommissaris. Ieder district wordt in De Nationale Assemblee vertegenwoordigd door een evenredig aantal parlementariërs. In de Nationale Assemblee worden ook de leden van de ressortraden gekozen. De ressortraden hebben naast beperkte uitvoerende bevoegdheden vooral een controlerende functie en signaalfunctie naar de regering in Paramaribo (Fey, 2003). Er bestaan onder de 10 districten van Suriname 62 ressorten. Die ressorten zijn vooral wijken. Een gemiddeld ressort is 2600 vierkante kilometer en heeft bijna 8000 inwoners. De leden van de ressortraad worden tegelijk gekozen met de 5-‐jaarlijkse verkiezingen voor De Nationale Assemblee (Ministerie van Regionale Ontwikkeling). De regering in Suriname bestaat uit de president, de vicepresident en de ministers. De eerste twee worden gekozen in de DNA. Ze hebben daarvoor een twee derde meerderheid nodig van ten minste 34 DNA-‐leden. Indien na twee stemrondes deze meerderheid niet is
22
behaald wordt de Verenigde Volksvergadering (VVV) opgeroepen. Alle DNA-‐ leden, maar ook de districtraadsleden en ressortraadsleden maken deel uit van deze vergadering. De VVV kiest bij meerderheid van stemmen. De gekozen president mag vervolgens zijn eigen kabinet van ministers samenstellen (Fey, 2003). De eerstvolgende verkiezingen vinden plaats op 25 mei 2015.
Welke politieke partijen zijn het grootst in Suriname? Suriname heeft veel verschillende politieke partijen. Dit heeft te maken met het feit dat vrijwel elke partij in de eerste plaats een etnische bevolkingsgroep vertegenwoordigt. Een evenwichtige vertegenwoordiging van alle bevolkingsgroepen is de voornaamste zorg van de politiek, omdat dit maar niet goed van de grond wil komen. Ook de gezondheidszorg en het onderwijs zijn aan verbetering toe (Fey, 2003). Voor de verkiezingen vormen de politieke partijen vaak combinaties met meerdere partijen om zo een maximaal aantal zetels te krijgen. Hieronder worden de belangrijkste partijen en combinaties beschreven die hebben meegedaan aan de verkiezingen van 2010. NPS staat voor Nationale Partij Suriname. Deze partij is een grote politieke partij in Suriname. Johan Ferrier is een van de oprichters van de partij. In 1973 vormde de NPS een coalitie met een aantal andere partijen onder de naam Nationale Partij-‐Kombinatie (NPK). NPK won de verkiezingen van 1973 en in 1977 opnieuw. Na een staatsgreep werd de NPS deel van de Front voor Democratie en Ontwikkeling. Vier jaar later werd NPS-‐politicus Ronald Venetiaan president. Bij de verkiezingen in 2000 maakte de NPS deel uit van de combinatie het Nieuw Front (NF). NF haalde 33 zetels waarvan 16 voor de NPS. Ook in 2005 won NF de verkiezingen. Ronald Venetiaan werd opnieuw president. Ronald Venetiaan is nu nog steeds parlementslid voor de NPS. Gregory Rusland is sinds 2012 voorzitter van de NPS. NDP staat voor Nationale Democratische Partij. Deze partij is ook een grote partij in Suriname. Voorzitter van deze partij is Desi Bouterse. Voor de verkiezingen van 2010 nam de NDP deel aan een samenwerkingsverband met KTPI en PALU. KTPI staat voor Kerukunan Tulodo Prenatan Inggil, een partij die vooral onder Javanen veel kiezers trekt. Willy Soemita is de voorzitter van de partij. PALU (Progresssieve Arbeiders en Landbouwers Unie) werd opgericht in 1977 en heeft als doelstelling om een betere,
23
rechtvaardige verdeling in de productie te krijgen. Samen vormden de partijen de Megacombinatie (MC) die in 2010 als winnaar van de verkiezingen uit de bus kwam. VHP: staat voor Vooruitstrevende Hervormings Partij. Deze partij is oorspronkelijk een Hindoestaanse partij. De partij is momenteel, op de NDP van Desi Bouterse na, de grootste politieke partij van Suriname. In 2011 trad Santokhi als voorzitter van de VHP aan. Hierdoor is de partij ontzettend in populariteit gestegen. De partij ontplooit meer dan alleen politieke activiteiten. Het is namelijk ook uitgegroeid tot een grote multi-‐etnische partij. Samen met de NPS en SPA vormt de VHP het huidige Nieuw Front (NF). Ramdien Sardjoe is de ere-‐voorzitter van de VHP. SPA staat voor Surinaamse Partij van de Arbeid. De Surinaamse Partij van de Arbeid richt zich op personen uit alle bevolkingsgroepen en dan vooral arbeiders, landbouwers, vrouwen, jongeren en progressieve intellectuelen. Fred Derby was de eerste voorzitter van de partij. Bij de verkiezingen van 2005 haalde de partij twee zetels. Siegfried Gilds werd de tweede voorzitter van de partij, later opgevolgd door Guno Castelen. Bij de verkiezingen van 2010 deed de SPA als onderdeel van NF weer mee en haalde maar één zetel. ABOP: staat voor Algemene Bevrijdings-‐ en Ontwikkelings Partij, de partij van Ronnie Brunswijk. Doel van deze partij is het nastreven van maximale ontwikkeling van de Surinaamse natie en van de Surinaamse bevolking. Dit in het kader van vrijheid en democratie. Sinds 2005 nemen ze deel aan de verkiezingen en doen dit als lid van de A-‐ Combinatie. De A-‐Combinatie bestaat uit de ABOP en SEEKA (op waardige wijze orde op zaken brengen) onder leiding van Paul Abena. Doel van de A-‐Combinatie is om de bewoners van het binnenland kans te geven invloed uit te oefenen op hun ontwikkeling. De leiders zijn van mening dat er te lang te weinig aandacht wordt geschonken aan de mening van de mensen in het binnenland. Daarnaast streeft de partij ook naar verbetering voor de gehele Surinaamse maatschappij. Ze voeren een zo sterk mogelijk economisch en sociaal beleid Naar het zich laat aanzien zal er bij de eerstvolgende verkiezingen op 25 mei 2015 sprake zijn van vier combinaties en een tiental individuele partijen. Het voert te ver om nu al een voorschot te nemen op de uitslag, maar zeker is dat er de nodige politieke verandering komt (Verkiezingen Suriname, 2015).
24
Wie is de huidige politiek leider van Suriname? De huidige president van Suriname is Desi Bouterse. Hij is geboren op 13 oktober 1945 in Suriname. Na zijn opleiding vertrekt hij in 1968 naar Nederland. Hier vervult hij zijn militaire dienstplicht. Daarna meldt hij zich aan bij de Koninklijke Militaire School in Weert voor de opleiding tot onderofficier. In 1970 trouwt hij met Ingrid Figueira en krijgt met haar twee kinderen. Hij werkt een aantal jaar op een Nederlandse militaire basis in Duitsland genaamd Seedorf. In 1975 keert Bouterse terug naar Suriname. In datzelfde jaar wordt Suriname onafhankelijk. Bouterse wordt voorzitter van een militaire vakbond. In 1980 neemt hij, samen met vijftien anderen, deel aan een illegale poging om de macht van het land over te nemen. De regering van president Arron wordt hierbij omver geworpen. Hij wordt na deze staatsgreep bevelhebber van het Surinaamse leger. Desi Bouterse wordt lid van de Nationale
Militaire Raad
(NMR). Bouterse
wordt in de NMR een
van de machtigste
figuren. In december
1982 worden
vijftien critici van het
militaire regime
geëxecuteerd, in de
volksmond de
Decembermoorden
genoemd. De
militairen door wie
de moorden
worden gepleegd,
staan onder leiding
van Desi Bouterse
die ontkent betrokken te zijn. In 1994 doet hij afstand van al zijn militaire functies. Dit gebeurt na conflicten met de regering. Hij blijft wel leider van de Nationale Democratische Partij (NDP). In 1996 komt er een coalitie onder leiding van deze partij. Jules Wijdenbosch wordt president en Bouterse wordt adviseur van de staat. In 1997 komt er vanuit Nederland een internationaal arrestatiebevel tegen Bouterse. Hij wordt verdacht betrokken te zijn bij de handel in cocaïne. Het gaat hierbij om de drugslijn Colombia-‐Paramaribo-‐ Schiphol. Bouterse ontkent tot op de dag van vandaag zijn betrokkenheid. In april 1999 vindt er een proces tegen hem plaats en wordt hij veroordeeld tot zestien jaar gevangenisstraf en een boete van 4,6 miljoen gulden. Bouterse vindt zijn veroordeling ‘een politiek spel van Nederland’. In 2007 begint het proces over de Decembermoorden. Bouterse is de hoofdverdachte. Naast hem staan er nog 24 anderen terecht. Bouterse biedt uiteindelijk wel zijn excuses aan voor de moorden, erkent dat hij toen politiek
25
verantwoordelijk was, maar ontkent dat hij erbij betrokken was. In mei 2010 wint de Mega Combinatie de verkiezingen in Suriname. De NDP van Desi Bouterse maakt hier ook onderdeel van uit. De Mega Combinatie kreeg 23 van de 51 zetels. Tot op de dag van vandaag verbiedt Nederland Bouterse het land binnen te komen. Hij is alleen welkom in Nederland om zijn straf uit te zitten (Admin, 2010).
Hoe zit het met de corruptie in Suriname?
Op hoger niveau wordt voorgang geboekt in de bestrijding van corruptie in Suriname. Vooralsnog wordt een deel van de corruptie nog steeds geaccepteerd (Van Der Parre, 2011). Hieronder volgen enkele voorbeelden. Grond. In Suriname is er heel veel onbewoonde en lege grond. Toch kost het de gemiddelde Surinamer veel moeite om een stuk grond te kunnen kopen. Dit komt door ingewikkelde regelgeving en macht van de overheid. Alleen als een Surinamer in staat is om veel geld te betalen lukt het om uiteindelijk een stuk grond te bemachtigen. Er gaan geruchten dat politici grond verkopen die ze zelf gratis hebben gekregen of de grond weggeven in ruil voor politieke gunsten. Twee keer salaris. In Suriname zijn er etnische politieke partijen die kiezers rechtstreeks belonen. De politieke partij geeft de kiezer dan bijvoorbeeld een baan of zet ze op de loonlijst van de overheid. Het gebeurt vaker in Suriname dat mensen niet werken maar wel loon krijgen of mensen die meerdere baantjes hebben en niet komen opdagen. Kleinere betalingen worden in Suriname niet gecontroleerd. Vandaar dat grote bedragen vaak gesplitst worden in kleinere bedragen. Bedrijfsleven. In de journalistiek komt ook corruptie voor. Zo moeten Surinaamse freelance-‐journalisten een deel van hun inkomsten terugbetalen aan de hoofdredacteur die hun de klus heeft gegund. Daarnaast worden journalisten omgekocht door politieke partijen en bedrijven in ruil voor goede berichten. Kabinet. In 2007 was er het bericht dat een verjaardagsfeestje van een politicus werd betaald door het ministerie. Deze politicus moest aftreden. Daarnaast werd een aantal ambtenaren verdacht van het vervalsen van rekeningen.
26
Economie
Welke munteenheid bezit Suriname? In 2004 heeft Suriname de Surinaamse gulden vervangen voor de Surinaamse dollar. Er waren verschillende redenen voor de overstap naar de Surinaamse dollar: -‐
Er was namelijk een groot aantal bankbiljetten in omloop waardoor de vervanging, die gemiddeld om de twee jaar plaatsvond, erg duur was.
-‐
De gulden was niet efficiënt door de vele nullen op de bankbiljetten en de grote hoeveelheden die moesten worden gebruikt.
-‐
Er was weinig vertrouwen in de Surinaamse gulden.
Voordelen van de overstap naar de Surinaamse dollar: -‐
Er werd bespaard op de vervangingskosten van de bankbiljetten, omdat er minder in omloop waren.
-‐
Het was efficiënter, omdat het rekenen met de Surinaamse dollar makkelijker ging, omdat er minder biljetten nodig waren en het geldsysteem werd vereenvoudigd.
-‐
Er kwam een betere aansluiting op de rest van de regio.
-‐
De waardering van de eigen munteenheid werd hoger.
Een risico was dat de waarde van het geld zou veranderen. Uiteindelijk heeft de komst van de Surinaamse dollar niet geleid tot onderbreking van het economisch proces en is de overgang van de gulden naar de dollar goed verlopen. 1 euro staat gelijk aan 3,68 Surinaamse dollar. Er zijn munten van 1, 5, 10, 25, 100 en 250 cent, muntbiljetten van 1 en 2,5 en bankbiljetten van 5, 10, 20, 50 en 100 Surinaamse dollar (Orie, 2015).
27
Wat is het bruto nationaal product per hoofd in Suriname? Om te kijken hoe de economie ervoor staat in een land kan er worden gekeken naar het Bruto Nationaal Product per hoofd van de bevolking (BNP). Het BNP is een maat voor de welvaart in een land. Met het BNP kan ook de welvaart van twee landen worden vergeleken. Het BNP is alles wat in een jaar door een land wordt verdiend, gedeeld door het aantal inwoners. Dit bedrag wordt meestal uitgedrukt in dollars. In 2011 was het BNP van Suriname 9600 Amerikaanse dollar. In Nederland was in 2011 het BNP 42700 Amerikaanse dollar. Dat is dus bijna 4,5 keer zo veel (Indexmundi, 2012).
Wat zijn de grootste inkomstenbronnen voor Suriname? In potentie is Suriname een rijk land volgens economen. Dit komt voornamelijk door de aanwezigheid van delfstoffen. Het gaat hierbij om de delfstoffen bauxiet, olie en goud. Deze delfstoffen vormen een stevige basis voor de economie van Suriname. Bauxiet. Bauxiet wordt ook wel beschreven als de kurk waar de Surinaamse economie op drijft. In 1915 werd deze grondstof in Suriname ontdekt. Deze grondstof wordt gebruikt voor aluminium en de export hiervan besloeg voor lange tijd het grootste deel van het totale exportbedrag. De bauxietwinning is formeel in handen van twee multinationals genaamd: Alcoa en Billiton. Olie. In 1980 werd in Suriname voor het eerst olie uit de grond gehaald. Vooral de olievoorraden aan de kust van Suriname zijn spectaculair. Door deze voorraden kwam er al snel meer belangstelling. Hierdoor kwam er een tijdelijke samenwerking tussen de bedrijven: Staatsolie, Shell, TotalFina en enkele andere oliemaatschappijen (Fey, 2003). Tegenwoordig heeft de olie-‐export de export van bauxiet al verdreven (Ramdharie, 2013). Goud. De goudwinning in Suriname leverde niet alleen geld op, maar ook werkgelegenheid voor de Creolen. De mechanische goudwinning mislukte waardoor de kleinschalige goudwinning opkwam. Eigenaren verhuurden hun percelen aan meestal Creoolse arbeiders. Dit deden ze voor een bepaald percentage van de opbrengst (Fey, 2003). De goudkoorts begon in 2004 toe te nemen waardoor de goudproductie in Suriname bijna is
28
verdrievoudigd tot jaarlijks meer dan 20 duizend kilo. Het Surinaamse aandeel in de Rosebel-‐mijn wordt uitgebreid naar 30%. De goudmijn van Newmont wordt voor 25% van Suriname. Op deze manier wordt er nog meer aan het goud verdiend (Ramdharie, 2013). Niet alleen delfstoffen leveren een grote bijdrage aan de economie van Suriname, maar ook het klimaat en de vruchtbare bodem aan de kust. Hierdoor kan Suriname onder andere bananen en rijst verbouwen. Maar ook bosbouw en visserij vormen een inkomstenbron voor Suriname. Bananen zijn lang een van de belangrijkste exportproducten geweest van Suriname. De bananen zijn afkomstig uit de plaatsen Jarikaba en Nickerie en werden geproduceerd door staatsbedrijf Surland. Het werk aan de bananen is arbeidsintensief (Fey, 2003). Surland ging failliet en er werd een doorstart gemaakt onder de naam Stichting tot Behoud van de Bananensector in Suriname (SBBS). De SBBS werknemers krijgen slecht betaald en de werkomstandigheden zijn ook niet goed (Hendriks, 2008). Rijst. De rijstbouw komt voor rekening van de Javanen en Hindoestanen, die vroeger in hun families rijst zaaiden en verbouwden. Dit is uiteindelijk uitgebreid tot een ver doorgevoerde mechanisatie. Het totale oppervlak aan rijstvelden in Suriname telt ongeveer 52000 hectare. Niet alle rijstvelden worden nog intensief gebruikt. Dit komt door de marksituatie en de verzilting van de grond. Bosbouw. In Suriname is een uitgestrekt regenwoud. De houtproductie was lange tijd uiterst winstgevend. Aziatische bedrijven hebben echter een groot deel van deze bedrijfstak overgenomen. Zij kregen over een groot gebied winningrechten en eigendomsrechten over de bossen. Door slechte controle van de overheid wordt er vrijwel zeker meer gekapt dan toegestaan. De verwerking van het hout vindt maar gering plaats. Dit komt door gebrek aan onvoldoende geschoold personeel. Voor de kleine Surinaamse houtverwerkingsbedrijven is het lastig om aan boomstammen te komen, omdat buitenlandse bedrijven hogere prijzen kunnen vragen. Er zijn wel stappen ondernomen om de kwaliteit van de bosbouw aan te passen. In 1999 is de Stichting Bosbeheer en Bostoezicht (SBB) opgericht.
29
Visserij. Vis wordt veel gegeten in Suriname. De exportvisserij wordt met name uitgevoerd door buitenlandse vissersboten. In Paramaribo bevindt zich een visverwerkende industrie (Fey, 2003).
Wie zijn de belangrijkste afnemers en leveranciers van de Surinaamse export en import en wat zijn de importproducten van Suriname?
Hierboven werd al beschreven dat de belangrijkste exportproducten van Suriname goud, aluminium, olie en voedingsmiddelen zijn. De meeste producten worden geëxporteerd naar de Verenigde Staten, België, Verenigde Arabische Emiraten, Canada en Guyana. In 2013 bedroeg de totale waarde van de export in Suriname 2,5 miljard dollar. Terwijl de waarde van de import 1,8 miljard dollar bedroeg. Dit betekend dat de balans in de handel voor Suriname positief is. (Verrijp & Willems, 2015). Volgens statistieken van het CBS uit 2014 bestaat het grootste deel van de import uit voeding en levende dieren. Hieronder vallen vleesproducten, zuivel, graanproducten, groenten & fruit etc. Vervolgens komen de niet eetbare grondstoffen zoals kurk, hout, textielvezels, papierstof etc. Op nummer drie staan de diverse gefabriceerde goederen, op nummer vier de chemische producten, op nummer vijf de machines en vervoermateriaal, op zes de dranken en tabak en als laatste de niet genoemde overige goederen. De belangrijkste exportlanden voor Suriname zijn de Verenigde Staten, Nederland, China, en de Verenigde Arabische Emiraten (Verrijp & Willems, 2015).
30
Literatuurlijst Admin. (2010). Desi Bouterse (1945). Historiek. Verkregen op 20 maart, 2015 van http://historiek.net/desi-‐bouterse-‐1945/7179/ Ammerlaan, R. (2005). Koloniale tijd in Suriname bracht verscheidenheid aan culturen. NPO geschiedenis. Verkregen op 20 maart, 2015 van http://www.npogeschiedenis.nl/nieuws/2005/november/Koloniale-‐tijd-‐in-‐Suriname-‐ bracht-‐verscheidenheid-‐aan-‐culturen.html Bos, K. (2008). Op bezoek in Suriname. Amsterdam: KIT Publishers, cop. Centraal Bureau voor de Statistiek (2015). Verkregen op 27 maart, 2015, van http://statline.cbs.nl/Statweb/publication/?DM=SLNL&PA=81266NED&D1=0&D2=a&D3= 221&D4=51,64,77-‐78&HDR=G1&STB=G3,G2,T&CHARTTYPE=1&VW=T Fey, T. (2003). Suriname Switi Sranan. Amsterdam: Uniepers, Abcoude. Hendriks, H. (2008). Surinaamse bananen, speelbal van de politiek. Parbode Surinaams Magazine. Verkregen op 20 maart, 2015 van http://www.parbode.com/reportage/item/544-‐surinaamse-‐bananen-‐speelbal-‐van-‐de-‐ politiek Index Mundi (2012). Verkregen op 27 maart, 2015, van http://www.indexmundi.com/map/?t=0&v=67&r=xx&l=nl Index Mundi. (sd). Nederland . Opgehaald van Index Mundi : http://www.indexmundi.com/nl/suriname/demografie-‐profiel.html Leuwsha, T. (2010). Suriname (Wereldwijzer). Rijswijk: Elmar. Ministerie van Regionale Ontwikkeling. Verkregen op 22 maart, 2015 van http://www.gov.sr/media/283100/brochure_bestuurlijke_indeling_ro_1_.pdf Orie, W. (2015). De Surinaamse Dollar. Centrale Bank van Suriname. Verkregen op 22 maart, 2015 van https://www.cbvs.sr/nl/externe-‐links/27-‐publicaties/publicaties-‐ stafmedewerkers-‐cbvs/79-‐de-‐surinaamse-‐dollar Ramdharie, S. (2013). Olie en goud: met Suriname gaat het goed. Volkskrant. Verkregen op 20 maart, 2015 van http://www.volkskrant.nl/buitenland/olie-‐en-‐goud-‐met-‐suriname-‐ gaat-‐het-‐goed~a3375560/ Redactie Suriname. (2013). Verkregen op 13 maart, 2015 van http://www.dbsuriname.com/dbsuriname/index.php/suriname-‐telt-‐ruim-‐35-‐000-‐ analfabeten/ Republiek Suriname . (sd). Demografie. Opgehaald van Republiek Suriname:
31
http://www.gov.sr/sr/over-‐suriname/demografie.aspx Sitaldin, S. (2012). Nieuw schooljaar in teken vernieuwing onderwijs. Opgehaald van http://www.waterkant.net/suriname/2012/10/01/nieuw-‐schooljaar-‐in-‐teken-‐ vernieuwing-‐onderwijs/ Schuring, H. (2012). Suriname. Den Haag: ANWB, cop. Van Der Parre, H. (2011). Corruptie in Suriname: een handleiding. NOS. Verkregen op 27 maart, 2015, van http://nos.nl/artikel/217866-‐corruptie-‐in-‐suriname-‐een-‐ handleiding.html Verkiezingen Suriname (2015). Verkregen op 20 maart, 2015 van http://www.verkiezingensuriname.nl/ Verrijp, A. & Willems, G. (2015). Suriname Economie. Landenweb.net. Verkregen op 22 maart, 2015 van http://www.landenweb.net/suriname/economie/ Verrijp, A. & Willems, G. (2015). Suriname Geschiedenis. Landenweb.net. Verkregen op 22 maart, 2015 van http://www.landenweb.net/suriname/geschiedenis/ Wesselink, P. (2008). Wij willen weten Suriname. Arnhem: Ellessy jeugd, cop.
32