Subsidiereglement voor de socio-culturele volwassenenverenigingen en instellingen Relatiebepalende afspraken tussen het College van Burgemeester en Schepenen en de Culturele verenigingen. Artikel 1 Het college van Burgemeester en Schepenen van Moorslede stimuleert de verenigingen om aan te sluiten bij de Cultuurraad. Artikel 2 Het College van Burgemeester en Schepenen verbindt zich ertoe advies in te winnen bij de cultuurraad inzake alle subsidies aan culturele. Deze subsidies kunnen slechts verleend worden aan verenigingen die gedurende het volledige referentiejaar een werking hebben. Artikel 3 Het College van Burgemeester en Schepenen verbindt zich ertoe de globale dotatie voor cultuur in samenspraak met de cultuurraad jaarlijks te bepalen. Er wordt een afzonderlijke dotatie vastgesteld voor uitzonderlijke toelagen aan jubilerende verenigingen. Onder jubilerende verenigingen wordt verstaan: verenigingen die 25 jaar, 50, 75, … (om de 25 jaar) bestaan. Artikel 3 bis. Naast de bijzondere subsidies voorzien bij artikel 3 komen eveneens in aanmerking voor het toekennen van een subsidie welke afwijkt van de gewone subsidieverdeling: grootse activiteiten welke door hun opzet en uitstraling de gewone activiteiten overstijgen. De organiserende vereniging voegt hiertoe bij haar subsidieaanvraag voorzien bij artikel 11, de nodige bewijsstukken. Het college bepaalt het bedrag van deze subsidie, na advies van de cultuurraad. Artikel 4 Het bestuur van de cultuurraad verbindt zich ertoe jaarlijks in te staan voor het aanleggen van de dossiers voor aanvragen van de subsidies en deze na advies uiterlijk tegen 31 maart van ieder jaar aan het College van Burgemeester en Schepenen over te maken. Algemene bepalingen Artikel 5 Binnen de perken van de kredieten, daartoe uitgetrokken op de begroting van de gemeente Moorslede, kunnen aan de verenigingen of instellingen, die voldoen aan artikel 8, subsidies verleend worden volgens de regelingen en voorwaarden die hierna worden vastgesteld. Artikel 6 Het bibliotheekwezen, de instellingen tot het verstrekken van deeltijds kunstonderwijs, de VVV, de musea en culturele centra en de stoeten en processies vallen buiten de dotatie van de cultuurraad en worden door het College van Burgemeester en Schepenen afzonderlijk gesubsidieerd. Artikel 7 De toelagen worden verleend op voorstel van de cultuurraad door het College van Burgemeester en Schepenen van Moorslede. Artikel 8
De socio-culturele verenigingen of instellingen worden voor de subsidiëring verdeeld in twee groepen: 1.Organisaties voor sociaal-cultureel werk, die meer bepaald een activiteit ontwikkelen op volgende gebieden: sociaal-cultureel vormings- en ontwikkelingswerk met volwassenen kunstzinnige vorming culturele vrijetijdsbesteding 2.Verenigingen of instellingen die zich op niet-professionele of niet-winstgevende wijze bezighouden met actieve kunstbeoefening Artikel 9 Elke culturele vereniging of instelling behoort tot slechts één van de groepen vermeld in artikel 8. Overlapping is dus uitgesloten. Artikel 10 Een club opgericht in de schoot van een vereniging of instelling wordt beschouwd als deel uitmakend van deze laatste en kan dus niet afzonderlijk worden gesubsidieerd. Subsidieaanvragen Artikel 11 De verenigingen zullen voor alle activiteiten waarvoor subsidie zal aangevraagd worden een uitnodiging toesturen (via e-mail of gewone post) aan de dienst Cultuur van de gemeente en aan de voorzitter van de Gemeentelijke Cultuurraad. Er kan ook gekozen worden om in plaats van uitnodigingen op voorhand een jaarprogramma op te sturen, maar dan moeten alle wijzigingen ook doorgegeven worden. De aanvragen tot het bekomen van een gemeentelijke subsidie worden jaarlijks afgegeven op de cultuurdienst van de gemeente uiterlijk op 31 januari of op de eerste algemene vergadering van de cultuurraad die bij aanvang van het jaar van aanvraag plaatsgrijpt. Laattijdig binnenbrengen (maximum 3 weken) heeft tot gevolg dat de subsidies met 10% verminderd worden. Artikel 12 Bij de jaarlijkse aanvraag om subsidies zenden de verenigingen aan het bestuur van de cultuurraad: Het evaluatieformulier van hun activiteiten(reeks) in het afgelopen kalenderjaar met als bijlage één bewijsstuk per activiteit (bvb. uitnodiging, krantenknipsel,...) De samenstelling van het bestuur en een ledenlijst met vermelding van het aantal leden, of het aantal leden met de plaats waar de ledenlijst ter inzage ligt. Artikel 13 Activiteiten waarvoor de in artikel 11 bedoelde uitnodiging niet werd verstuurd komen niet in aanmerking voor subsidie. Verenigingen die geen werkingsverslag indienen, ontvangen geen subsidie. Artikel 14 Aan een door het College van Burgemeester en Schepenen of het bestuur van de cultuurraad aangeduide mandataris dienen alle gevraagde bescheiden te worden getoond en alle inlichtingen verstrekt die hij onder ambtsgeheim noodzakelijk acht voor de vervulling van zijn taak. Artikel 15 Het College van Burgemeester en Schepenen zal ieder jaar voor 1 mei aan de cultuurraad mededelen
welk gevolg er aan het uitgebracht advies zal worden gegeven. Bedrag van de subsidies Artikel 16 Het bedrag van de subsidie, dat kan verleend worden aan de culturele organisaties, wordt berekend volgens een verdeelsleutel, toegevoegd als bijlage aan dit reglement. Artikel 17 Van eenzelfde dag- of avondprogramma is slechts één programmapunt subsidieerbaar. De verenigingen mogen zelf dit punt aanduiden. Artikel 18 Een activiteit die niet voorkomt in de voorziene puntenschaal, zal gewaardeerd worden volgens een gelijkwaardige activiteit Artikel 19 Indien twee of meer verenigingen samenwerken, wordt aan elke van hen slechts een fractie van het in de puntenschaal voorziene puntentotaal toegekend. Dit gedeelte wordt in de puntenschaal voorzien. Onder samenwerken wordt verstaan dat de georganiseerde activiteit samen wordt gepland, dat het totaal van de kosten (organisatie, erelonen,...) gezamenlijk wordt gedragen. Wanneer een vereniging slechts met naam meewerkt komt ze niet in aanmerking voor subsidiëring.
Artikel 20 Indien een vereniging beslist op de datum van een activiteit deze geplande activiteit omwille van heerkracht (ziekte van de spreker, barre weersomstandigheden,...) niet te organiseren, wordt deze activiteit gehonoreerd met 50 % van de puntenwaarde, die men zou bekomen indien deze activiteit wel plaatsvond. Artikel 21 Het krediet, beschikbaar op de gemeentelijke begroting, wordt evenredig onder al de belanghebbende verenigingen verdeeld, naargelang het aantal punten dat elke vereniging heeft behaald. De geldelijke waarde van één punt wordt bepaald door de deling van het krediet, ter beschikking gesteld van de culturele organisaties, door het totaal van de aan alle organisaties samen toegekende punten. Uitbetaling van de subsidies Artikel 22 Het College van Burgemeester en Schepenen bepaalt na ontvangst van de subsidiedossiers, samengesteld en geadviseerd door de cultuurraad, het bedrag van de subsidies. De totale subsidie dient minimaal € 0,80 per inwoner te bedragen en is groot genoeg om een minimum waarde van € 0.07 aan een punt toe te kennen. Artikel 23 De subsidie wordt aan de organisaties uitgekeerd overeenkomstig de gedragsregelen van de gemeentelijke boekhouding, door overschrijving op post- of bankrekening. Artikel 24
Indien blijkt dat onjuiste gegevens zijn verstrekt of indien de voorwaarden van dit subsidiereglement niet zijn nageleefd, zal het College van Burgemeester en Schepenen de op grond van deze regeling toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de betrokken organisatie en deze van verdere betoelaging uitsluiten. Slotbepalingen Artikel 25 Dit subsidiereglement treedt in werking op 1 januari 2005 Artikel 26 Het subsidiereglement en het puntenstelsel zijn jaarlijks voor wijzigingen vatbaar. Artikel 27 In principe worden enkel activiteiten georganiseerd binnen de gemeente gehonoreerd, uitgezonderd indien Moorslede niet over de gepaste accommodatie beschikt.
Subsidieverdeling Voor de verdeling der subsidies worden de socio-culturele verenigingen onderverdeeld in vier secties: Sectie 1: De verenigingen die zich op niet-professionele en niet-winstgevende wijze bezighouden met actieve kunstbeoefening, als voorzien in artikel 8,2 van het subsidiereglement. Sectie 2: Organisaties voor sociaal-cultureel werk als voorzien in artikel 8,1 van het subsidiereglement die de organisatie van culturele activiteiten voor een ruim publiek beogen. Sectie 3: Organisaties voor sociaal-cultureel werk als voorzien in artikel 8,1 van het subsidiereglement die de organisatie van culturele en bezigheidsactiviteiten voor een bepaald publiek beogen. Sectie 4: -
Volgens artikel 6 van het subsidiereglement uit het puntensysteem gesloten culturele verenigingen Verenigingen voor gehandicapten en langdurig zieken milieuverenigingen
Voor deze socio-culturele verenigingen worden de subsidies individueel door het college van burgemeester en schepenen bepaald, na advies van de gemeentelijke cultuurraad. Subsidieverdeling sectie 1 Erkende muziekmaatschappijen, ed: € 865 te vermeerderen met € 375 indien klassering in een provinciale afdeling en met € 250 indien er een jeugdafdeling bestaat die aan een provinciaal jeugdtornooi deelneemt. Koren: € 175 te vermeerderen met € 75 indien klassering in een provinciale afdeling Toneelgezelschappen: € 200 te vermeerderen met € 100 indien aangesloten bij Open Doek en met € 100 indien er een tweede stuk in hetzelfde jaar wordt gebracht.
Andere: € 25 te vermeerderen met € 100 indien de vereniging in groep in de loop van het referentiejaar minstens tweemaal naar buiten treedt voor een ruim publiek (organisatie van een tentoonstelling, concert, beurs, …) zonder commerciële doeleinden. Subsidieverdeling secties 2 en 3 Er worden 2 soorten subsidies onderscheiden: 1. Een basissubsidie: Deze bedraagt 1000 punten voor sectie 2 en 250 punten voor sectie 3 2. Een werkingssubsidie: Voor de berekening van de werkingssubsidie worden de activiteiten in volgende categorieën onderverdeeld: Categorie A: deelname aan de activiteiten van de cultuurraad Categorie B: culturele activiteiten met een educatief karakter Categorie C: activiteiten met een sociaal of ontmoetingskarakter Categorie D: uitgave van een boek met een geschiedkundige, educatieve of maatschappelijk relevante inhoud Categorie E: 1.Uitgave van een al dan niet elektronisch tijdschrift (minimum 2 per jaar) waarin het eigen programma aan de leden kenbaar wordt gemaakt 2. Uitgave van een al dan niet elektronisch tijdschrift (minimum 2 per jaar) waarin, naast het eigen programma, ook eigen artikels met een educatief karakter voorkomen. Categorie F: openhouden van een museum of documentatiecentrum Categorie G: het vormen van kadervorming De subsidieverdeling gebeurt op basis van artikel 21 van het subsidiereglement volgens volgende puntenschaal Categorie A:
20 punten per deelname (max 1 persoon) aan de algemene vergadering 50 punten per deelname aan andere activiteiten
Categorie B:
400 punten per activiteit voor de sectie 2 100 punten per activiteit voor de sectie 3
Categorie C:
200 punten per activiteit voor de sectie 2 50 punten per activiteit voor de sectie 3
Categorie D:
2000 punten op voorwaarde dat: - het boek minstens 100 bladzijden telt - de geschiedkundige en/of maatschappelijk relevante inhoud ervan door het gemeentebestuur wordt erkend - de vereniging de enige uitgever van het werk is.
Categorie E:
1. 250 punten 2. 500 punten
Categorie F:
4 punten per openingsdag voor de sectie 2 1 punten per openingsdag voor de sectie 3
Categorie G:
50 punten per dag (8 uur) per persoon met een maximum van 500 punten op voorwaarde dat: - De cultuurraad zich akkoord verklaart met deze vorming. - Er bij het subsidiedossier een aanwezigheidsattest steekt
Sportactiviteiten worden gehonoreerd met de ½ van het puntenaantal voorzien in de categorie C. Aan activiteiten die in serie georganiseerd worden (meerdaagse activiteiten, lessenreeksen,
weekendactiviteiten, …) wordt de ½ van het voorziene puntenaantal per bijkomende dag toegekend met een maximum van tweemaal het voorziene puntenaantal.