SUBSIDIEREGLEMENT VOOR CULTURELE VERENIGINGEN HOOFDSTUK I: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1: Binnen de perken van de kredieten daartoe uitgetrokken op de begroting van de Stad Menen kunnen voor hun activiteiten, toelagen verleend worden aan culturele organisaties volgens de regeling en voorwaarden die hierna worden vastgesteld. Artikel 2: De bedragen van de toelagen worden vastgesteld door het College van Burgemeester en Schepenen, na advies van de Stedelijke Culturele Raad. Deze bedragen worden ter mededeling voorgelegd aan de Gemeenteraad. HOOFDSTUK II: DE ORGANISATIES EN HUN ERKENNING Artikel 3: Voor erkenning en subsidiëring op grond van dit besluit komen in aanmerking de plaatselijke culturele organisaties, dit wil zeggen verenigingen, instellingen of hun diensten die tot doel hebben : A. 1. de volksontwikkeling 2. de vrijetijdsbesteding, voor zover ze een vormende of creatieve functie inhoudt. B. de kunstzinnige vorming Artikel 4:
Om als zodanig te worden erkend moet de organisatie aan volgende voorwaarden voldoen : 1. Zij moet een doel nastreven dat positief en uitsluitend is gericht op de culturele, staatsburgerlijke, morele en/of wetenschappelijke vorming of op de vrijetijdsbesteding met vormende of creatieve functie, met volwassenen. Haar doel mag geen beroepsopleiding of vervolmaking noch enig winstbejag beogen. 2. De werking moet buiten alle schoolverband om gebeuren. 3. Zij dient te participeren aan de werking van de Stedelijke Culturele Raad. 4. Zij dient door het privé-initiatief te zijn opgericht. 5. Zij moet geleid worden door een bestuurscomité van ten minste 5 leden van Belgische nationaliteit, die wettelijk gedomicilieerd zijn in de Stad Menen. 6. Zij moet haar zetel hebben op het grondgebied van de Stad Menen. 7. Zij moet de administratieve en financiële controle van de Stad aanvaarden met inbegrip van onderzoek ter plaatse. Een vijftal steekproeven worden jaarlijks onder verenigingen gehouden op initiatief van de Culturele Raad door de Cultuurdienst m.b.t. hun aangekondigde aktiviteiten. 8. Zij moet aantonen dat zij gedurende tenminste een jaar in de Stad werkzaam is, met minimum zes prestaties ten bate van de eigen inwoners. Voor elke subsidieerbare activiteit dient vooraf een uitnodiging gestuurd te worden aan het Stadsbestuur t.a.v. de Cultuurdienst. Een jaarprogramma vooraf volstaat echter ook. Wijzigingen dienen steeds gemeld te worden.
9. Zij dient haar activiteiten uit te oefenen in de taal van de streek in overeenstemming met de vigerende taalwetten. Artikel 5: De erkenning dient aangevraagd te worden bij het College van Burgemeester en Schepenen voor 1 juli van het jaar waarin voor de eerste maal om een subsidie zal verzocht worden. Deze aanvraag dient om aan te tonen dat de organistie voldoet aan de voorwaarden gesteld in art. 3 en 4. Artikel 6: Voor de erkenning wint het College van Burgemeester en Schepenen vooraf het advies in van de Stedelijke Culturele Raad. HOOFDSTUK III: DE AANVRAGEN OM TOELAGEN Artikel 7: Bij de jaarlijkse aanvraag om toelagen zenden de organisaties binnen de maand na afsluiten van het werkjaar (1 september tot 31 augustus), dus uiterlijk tegen 30 september aan het College van Burgemeester en Schepenen : a. een verslag met evaluatie over de activiteiten van het werkjaar op het daartoe voorziene modelformulier, b. een bondig financieel verslag met vermelding van inkomsten en uitgaven, c. de samenstelling van het bestuur en de opgave van het aantal leden, d. de naam, het adres en het rekeningnummer van de persoon die gemachtigd is de toelage in ontvangst te nemen. Artikel 8: Aan de door het Stadsbestuur aan te wijzen ambtenaren of verantwoordelijken dienen alle gevraagde bescheiden te worden getoond en alle inlichtingen verstrekt die zij onder ambtsgeheim noodzakelijk achten voor de vervulling van hun taak. Artikel 9: Naast een gewone jaarlijkse toelage kan een erkende culturele organisatie een buitengewone tussenkomst of subsidie bekomen voor een manifestatie of activiteit van uitzonderlijke aard, d.w.z. die niet geregeld ondernomen wordt. De belanghebbende organisatie moet daartoe alle door het Stadsbestuur vereiste bescheiden voorleggen. HOOFDSTUK IV: HET BEDRAG VAN DE TOELAGEN Artikel 10:
Het bedrag van de toelage die kan verleend worden aan de culturele organisaties wordt berekend volgens de hierbijgevoegde vermelde puntenschalen.
HOOFSTUK V: DE UITBETALING VAN DE TOELAGEN Artikel 11:
De subsidie wordt aan de organisatie uitgekeerd overeenkomstig de gedragsregelen van de gemeentelijke comptabiliteit, door overschrijving op de post- of bankrekening.
Artikel 12 :
Indien blijkt dat onjuiste gegevens zijn verstrekt, of indien de voorwaarden van dit besluit niet zijn nageleefd, kan het College van Burgemeester en Schepenen op grond van deze regeling de toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de betrokken organisatie en deze van verdere subsidiëring uitsluiten.
2
HOOFDSTUK VI: UITVOERING VAN HET REGLEMENT Artikel 13: Het College van Burgemeester en Schepenen wordt belast met de uitvoering van onderhavig reglement en de nodige uitvoeringsbesluiten na advies van de Stedelijke Culturele Raad. HOOFDSTUK VII: SLOTBEPALING Artikel 14:
In alle gevallen niet voorzien in dit reglement beslist het College van Burgemeester en Schepenen na advies van de Culturele Raad.
Artikel 15: Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 oktober 1986 PUNTENSCHAAL Algemene voorwaarde: de vereniging moet aantonen dat zij gedurende 1 jaar in de Stad werkzaam is met minimum zes prestaties ten bate van de eigen inwoners. 1. VOLKSONTWIKKELING EN VRIJE TIJDSBESTEDING a. Ledenvergaderingen -Algemene Ledenvergaderingen (max. 3 per jaar) -Voordracht (studiekring met inleider van buiten de vereniging max. 10 per jaar) -Studiereis (max. 2 één of meerdaagse reizen per jaar)
200 P 200 P 500 P
b. Lessenreeksen -per les (max. 20 per jaar)
100 P
c. Activiteiten integraal gewijd aan de discipline van de vereniging (max. 10 per jaar)
200 P
d. Studiedag : -arrondissementeel, provinciaal of nationaal (max. 6 per jaar) - per deelnemer (max. 5) attest bij te voegen e. Uitgebreide manifestatie van algemeen vormende aard (concert, tentoonstelling of film met inleiding en/of debat) - per manifestatie f.
Inrichten van een toneelopvoering door toneelgroep van buiten de Stad.
g. Voordracht gericht tot de gehele bevolking
50 P
500 P 1000 P 300 P
h. Eigen tijdschrift (uitgavenreeks bij te voegen)
3
-per nummer
200 P
Bij samenwerking tussen verschillende organisaties van dezelfde strekking worden de punten verdubbeld voor deze activiteit en daarna als volgt verdeeld : -bij samenwerking tussen 2 verenigingen : gedeeld door 2 -bij samenwerking tussen 3 verenigingen : gedeeld door 3 -bij samenwerking tussen 4 verenigingen : gedeeld door 4 Wordt met meer dan 4 verenigingen samengewerkt, dan blijft max. 1/4 van de punten per vereniging toegekend. Bij samenwerking tussen verenigingen van verschillende strekking wordt de helft van de punten toegekend. 2. KUNSTZINNIGE VORMING I Muziekmaatschappijen Onder muziekmaatschappijen worden verstaan : 1. Harmonieën, fanfares en gezelschappen voor symfonisch muziek. 2. Muziekgroepen, die gewoonlijk in het openbaar optreden, geen winstoogmerken nastreven en minimaal 20 spelende leden tellen. A. Vaste Toelage - basistoelage - bijkomende toelage volgens rangschikking en nog geldende provinciaal tornooi (datum vermelden) * superieure afdeling * ere-afdeling * uitmuntendheid * eerste afdeling * tweede afdeling * derde afdeling * niet geclasseerd
10.000 P
12.000 P 10.000 P 8.000 P 6.000 P 5.000 P 4.000 P 2.500 P
B. Premies voor spelende leden (gedetailleerde lijst met adres en instrument bijvoegen) - per lid (vaandrig - grote trom - tamboermajoor inbegrepen - per majorette - per trommelaar
200 P 100 P 50 P
ledencontrole gebeurt door attest van de verzekeringsmaatschappij
C. Vergoeding voor openbaar optreden
4
1/ Onder openbaar optreden wordt verstaan : een concert, een wandelconcert, optocht of opmars binnen de grenzen van de stad van minimum 1 uur. -per optreden in deelgemeente 2.000 P -per optreden in andere deelgemeente via bemiddeling van de Culturele Raad 4.000 P 2/ deelname aan provinciaal kwalificatietornooi 3/ Inrichting van muziekfestival -per deelnemende maatschappij (max.5)
2.000 P 1.000 P
De toelage aan de muziekmaatschappijen kan slechts toegekend worden op voorwaarde dat twee optredens werden uitgevoerd in opdracht van het College van Burgemeester en Schepenen en geregeld in afspraak met de Culturele Raad. II Toneelkringen Onder toneelkringen wordt verstaan een vaste groep die per seizoen minstens 2 volle avondprogramma's toegankelijk voor de gehele bevolking, monteert . A. Vaste toelage -basistoelage -bijkomende toelage volgens rangschikking in laatste en nog geldend provinciaal tornooi (datum vermelden) *eerste afdeling *tweede afdeling *derde afdeling *vierde afdeling *niet geclasseerd B. Premie voor deelnemende leden -per lid ledencontrole gebeurt door attest van de verzekeringsmaatschappij C. Vergoeding per openbare opvoering -per gemonteerd stuk in eigen deelgemeente -per bijkomende vertoning in dezelfde zaal -per optreden in andere deelgemeente via bemiddeling Culturele Raad -per gastvertoning door kring van buiten de Stad (met uitsluiting van gastvoorstellingen onder auspiciën van het Ministerie van Cultuur) -deelname aan provinciaal kwalificatietornooi
5.000 P
12.000 P 10.000 P 7.000 P 5.000 P 2.000 P
250 P
6.000 P 2.000 P 3.000 P 1.500 P 2.000 P
III Koren
5
A. Vaste toelage -Basistoelage
2.500 P
B. Premie per lid -per lid (gedetailleerde lijst met adres bijvoegen ledencontrole gebeurt door attest van verzekeringsmaatschappij
100 P
C. Optreden in het openbaar -deeloptreden of medewerking -zelfstandig optreden of medewerking aan een activiteit
250 P 500 P
IV Choreografische Groepen A. Vaste toelage -basistoelage B. Premie voor spelende leden -per lid (gedetailleerde lijst met adres bijvoegen) ledencontrole gebeurt door attest van de verzekeringsmaatschappij.
5.000 P
50 P
C. Optreden in het openbaar -per gemonteerd stuk a)balletstuk b)balletrecital -per bijkomende vertoning -gastvertoning -deelname aan nationaal tornooi -optreden in andere deelgemeente -inrichten balletkwalificaties
8.000 P 4.000 P 2.000 P 1.500 P 2.000 P 3.000 P 2.000 P
V Organisaties voor creatieve ateliers, beeldende expressie, film en fotografie A. Ledenvergaderingen -Algemene ledenvergaderingen (max. 3 per jaar) -voordracht (studiekring met inleider van buiten de vereniging max. 10 per jaar) -Studiereis (max. 2 één of meerdaagse reizen per jaar)
200 P 500 P
B. Lessenreeksen -per les (max. 20 per jaar)
100 P
200 P
C. Activiteiten integraal gewijd aan de discipline van de vereniging
6
(max. 10 per jaar) D. Studiedag : arrondissementeel, provinciaal of nationaal (max. 6 per jaar) -per deelnemer (max. 5) attest bij te voegen
200 P
50 P
E. Uitgebreide manifestatie van algemeen vormende aard (concert, tentoonstelling of film met inleiding en/of debat) -per manifestatie
2.000 P
F. Inrichten van een toneelopvoering door toneelgroep van buiten de Stad
1.000 P
G. Voordracht gericht op de gehele bevolking
300 P
H. Eigen tijdschrift (uitgavenreeks bij te voegen) -per nummer
200 P
Bij samenwerking tussen verschillende organisaties van dezelfde strekking worden de punten verdubbeld voor deze activiteit en daarna als volgt verdeeld : bij samenwerking tussen 2 verenigingen : gedeeld door 2 bij samenwerking tussen 3 verenigingen : gedeeld door 3 bij samenwerking tussen 4 verenigingen : gedeeld door 4 Wordt met meer dan 4 verenigingen samengewerkt, dan blijft max. 1/4 van de punten per vereniging toegekend. Bij samenwerking tussen verenigingen van verschillende strekking wordt de helft van de punten toegekend. VI Jeugdharmonieën A. Vaste Toelage -Basistoelage
5.000 P
B. Premies voor spelende leden (gedetailleerde lijst met adres en instrument bijvoegen) -per lid (vaandrig - grote trom - tamboermajoor inbegrepen) -per majorette -per trommelaar ledencontrole gebeurt door attest van de verzekeringsmaatschappij
200 P 100 P 50 P
C. Vergoeding voor openbaar optreden 1) Onder openbaar optreden wordt verstaan : een concert, een wandelconcert, optocht of opmars binnen de grenzen van de Stad van minimum 1 uur. -per optreden in deelgemeente 2.000 P
7
-per optreden in andere deelgemeente via bemiddeling van de Culturele Raad
4.000 P
2) deelname aan provinciaal kwalificatietornooi
2.000 P
3) inrichting van een muziekfestival -per deelnemende maatschappij (max. 5)
1.000 P
8