DE VLAAMSE MINISTER VAN FINANCIEN, BEGROTING, WERK, RUIMTELIJKE ORDENING EN SPORT,
Subsidiereglement 2011-2012 Subsidiering van investeringen in of renovatie van kleinschalige sportinfrastructuur van lokale overheden
Artikel 1 Binnen de perken van de daartoe voorziene begrotingskredieten , kunnen subsidies worden verleend aan de gemeenten, met inbegrip van hun verzelfstandigde agentschappen, hierna ‘lokale overheden’ genoemd, voor onroerende investeringen in en duurzame renovatie van de in artikel 2 bepaalde types van sportinfrastructuur, volgens de voorwaarden bepaald in dit reglement. Artikel 2 Volgende types van sportinfrastructuur komen in aanmerking voor een investeringssubsidie: -
de aanleg van Finse pistes ; de vervanging of aanleg van vaste sportvloeren in bestaande overdekte sportruimten. De nieuwe sportvloeren moeten voldoen aan de EN 14904. Het accent van de kwaliteit van de sportvloeren dient te liggen op het gezondheidsrisico beperkende of blessure preventieve karakter.
Onder ‘Finse piste’ wordt verstaan : een in lusvorm aangelegd verlicht loop- en joggingpad met een minimale lengte van 800 meter en een minimale netto - breedte van 1,5 meter tussen de afboording. De opbouw bestaat uit een drainerende onderlaag en een toplaag uit houtsnippers of boomschors. Tussen de verschillende materialen wordt een geotextiel geplaatst. De technische doorsnede van een ‘Finse piste’ is te vinden op : http://www.bloso.be/sportinfrastructuur/adviesverlening/aks/Pages/Finsepiste.aspx. Onder ‘overdekte sportruimte’ wordt verstaan : een indoor sportaccommodatie, met een minimale netto sportoppervlakte van 150 m², uitsluitend gebruikt voor sportbeoefening.
Artikel 3 De lokale overheden moeten op het ogenblik van de subsidieaanvraag eigenaar of houder zijn van zakelijke of genotsrechten op de overdekte sportruimte of op de grond waarop de Finse piste zal worden gerealiseerd. Projecten die reeds gerealiseerd of in uitvoering zijn op het ogenblik van de subsidieaanvraag, alsook projecten die gerealiseerd en gesubsidieerd worden in het kader van het decreet van 23 mei 2008 betreffende een inhaalbeweging in sportinfrastructuur via alternatieve financiering (het zogenaamde Vlaams Sportinfrastructuurplan), komen niet in aanmerking voor toekenning van subsidies bij toepassing van dit subsidiereglement. Een lokale overheid kan per type sportinfrastructuur slechts voor één project een subsidieaanvraag indienen in het kader van dit subsidiereglement. Artikel 4 § 1. Voor de in artikel 2 vermelde types van sportinfrastructuur bedraagt het subsidiepercentage 50 % van de in aanmerking komende uitgaven voor de aanleg of de vervanging. Dit percentage wordt toegepast op het bedrag van de goedgekeurde eindafrekening van de werken die betrekking hebben op de in artikel 2 bedoelde infrastructuur, inclusief de BTW voor zover deze niet recupereerbaar is door de lokale overheid , en exclusief de studie- en aanbestedingskosten en de eventuele prijsherzieningen. § 2. M.b.t. de aanleg of vervanging van vaste sportvloeren, komen volgende posten in aanmerking voor subsidiëring voor zover ze betrekking hebben op de eigenlijke sportruimte, met uitsluiting van de eventuele bergruimte(n) : - draagvloer; - vochtscherm; - grondpotten en ankers ; - belijningen; - plinten; - sportvloer. Komen onder meer niet in aanmerking : de uitgaven m.b.t. de eventuele uitbraak van de te vervangen vloer, de aanpassing van de niveau’s van de aangrenzende lokalen, sportmateriaal en toestellen, valkuilen, matten, netten en andere losse uitrustingsbestanddelen. § 3. M.b.t. de aanleg van Finse pistes komen volgende posten in aanmerking voor subsidiëring : - uitgravingen ; - grond- en funderingswerken;
- geotextiel; - afwerkingslaag; - verlichting en bekabeling; - afboordingen; - signalisatie en infobordjes. Komen onder meer niet in aanmerking : de afvoer van grond in functie van het grondverzet, parking, omgevingsaanleg, afsluitingen, nivelleringen van het terrein en bijkomende elektriciteitswerken. § 4. Ingeval dat de lokale overheid de realisatie van de in artikel 2 bedoelde sportinfrastructuur geheel of gedeeltelijk zelf in eigen beheer uitvoert, komen de materiaalkosten in aanmerking voor subsidiëring met uitsluiting van de loonkosten. Het subsidiepercentage wordt voor de in eigen beheer uitgevoerde werken toegepast op het totaalbedrag van de aankoopfacturen inclusief de BTW voor zover deze niet recupereerbaar is door de lokale overheid. § 5. Het maximumbedrag van de aan de lokale overheid toe te kennen subsidie bedraagt voor de in artikel 2 bedoelde types van sportinfrastructuur 60.000 € voor een Finse piste en 60.000 € voor een vaste sportvloer. Artikel 5 De lokale overheden richten hun subsidieaanvraag tot het Agentschap voor de Bevordering van de Lichamelijke Ontwikkeling, de Sport en de Openluchtrecreatie, hierna genoemd ‘Bloso’, t.a.v. het afdelingshoofd van de afdeling infrastructuur en logistiek, Arenbergstraat 5, 1000 Brussel. De subsidieaanvragen bevatten alleszins de gegevens en inlichtingen volgens het model van aanvraagdocument dat als bijlage bij dit reglement is gevoegd. De subsidieaanvragen 2011 moeten ten laatste op 14 oktober 2011 om 17 uur zijn ingediend op straffe van onontvankelijkheid. De subsidieaanvragen 2012 moeten ten laatste op 30 maart 2012 om 17 uur zijn ingediend op straffe van onontvankelijkheid. Artikel 6 Rekening houdend met de daartoe beschikbare begrotingskredieten, worden de ontvankelijke subsidieaanvragen geselecteerd en gerangschikt op basis van de volgende selectiecriteria in volgorde van afnemend belang : Met betrekking tot de vervanging of aanleg van vaste sportvloeren: 1. aanleg van een vaste sportvloer in een overdekte sportruimte die nog geen sportvloer heeft ; 2. vervanging van een sportvloer van minstens 10 jaar oud; 3. aanleg of vervanging van een sportvloer door een vaste sportvloer voor polyvalent sportgebruik ;
4.
goede geografische spreiding volgens de regionale behoeften inzake overdekte sportruimten ; 5. goede geografische spreiding van de aanvragen over de verschillende regio’s.
Met betrekking tot de aanleg van Finse pistes : 1. goede geografische spreiding volgens de regionale behoeften inzake Finse pistes ; 2. goede geografische spreiding van de aanvragen over de verschillende regio’s; 3. het project is opgenomen in het sportbeleidsplan dat door de Vlaamse minister bevoegd voor sport is aanvaard, overeenkomstig het decreet van 9 maart 2007 houdende de subsidiëring van gemeente- en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een sport voor allen - beleid ; Artikel 7 De selectie en rangschikking van de ontvankelijke en volledige aanvraagdossiers op basis van de in artikel 6 bepaalde selectiecriteria, gebeurt door een ad hoc samengestelde selectieadviescommissie. Volgens het type sportinfrastructuur kunnen vertegenwoordigers van Bloso, de Vlaamse Sportraad, de Vlaamse Sportfederatie vzw, de Vlaamse Atletiekliga vzw,… deel uitmaken van deze selectieadviescommissie. Bloso legt het selectieverslag voor aan de minister bevoegd voor Sport, hierna ‘de minister’ genoemd. Naar gelang het geval betekent de minister binnen de maand na ontvangst van het selectieverslag de subsidiebelofte aan de aanvrager of de gemotiveerde beslissing tot afwijzing van de subsidieaanvraag. De subsidiebelofte is de verbintenis, die op het lopende begrotingsjaar wordt vastgelegd, om voor een bepaalde investering binnen de perken van de beschikbare kredieten een subsidie toe te kennen onder de voorwaarden van dit reglement. Artikel 8 De aanvrager dient de werken, waarvoor de subsidiebelofte werd afgeleverd, op straffe van verval van de subsidie, te voltooien of te laten voltooien ten laatste één jaar na ontvangst van de subsidiebelofte. De lokale overheid kan een gemotiveerde aanvraag tot verlenging met maximaal één jaar van deze vervaltermijn binnen deze laatst bedoelde termijn indienen bij Bloso, die de minister adviseert over deze afwijkingsaanvraag. De afwijkingsaanvraag dient gebaseerd te zijn op redenen van overmacht. De lokale overheid kan het dossier bevattende het technisch ontwerp van de werken voor advies voorleggen aan of bespreken met Bloso. Bloso adviseert binnen de 30 dagen na ontvangst van het dossier. Deze termijn is vervat in de vervaltermijn vermeld in het eerste lid.
Artikel 9 § 1. Om aanspraak te maken en te behouden op een subsidie, moet de onroerende investering gebeuren met in acht name van alle toepasselijke wettelijke, reglementaire en normatieve bepalingen, inzonderheid en in voorkomend geval : 1° de regelgeving op de stedenbouw en de ruimtelijke ordening; 2° de regelgeving op de milieuvergunningen; 3° de regelgeving op de overheidsopdrachten; 4° m.b.t. de sportvloer : de EN 14904 en de sporttechnische normen van de erkende Vlaamse sportfederaties. § 2. De lokale overheid mag de sportinfrastructuur die is gerealiseerd met toepassing van de in dit reglement bedoelde subsidies, niet vervreemden of de zakelijke of genotsrechten er op niet overdragen aan derden of de bestemming ervan niet wijzigen binnen de 10 jaar na het verkrijgen van de subsidies, op straffe van terugbetaling ervan. Er kan in de periode van 10 jaar na de voorlopige oplevering van de werken geen nieuwe subsidie worden aangevraagd of verkregen voor dezelfde sportinfrastructuur of delen ervan .
Artikel 10 Het overeenkomstig artikel 4 bepaalde subsidiebedrag wordt aan de lokale overheid in één keer uitbetaald op basis van het eindafrekeningsdossier dat aan Bloso wordt voorgelegd na de voorlopige oplevering van de werken. Dit eindafrekeningsdossier bevat minstens : 1. een overzicht van de uitgevoerde werken m.b.t. de in artikel 2 bedoelde types van sportinfrastructuur en de financiële eindvorderingsstaat van deze werken, postgewijs ingedeeld; 2. een bewijs of attest van goedkeuring van deze eindstaat door de lokale overheid of het bewijs van goedkeuring van de aankoopfacturen van materialen voor de in eigen beheer uitgevoerde werken ; 3. een afschrift van het PV van voorlopige oplevering; 4. een kopie van de subsidiebelofte; 5. een verklaring op eer dat voldaan is aan de voorwaarden van artikel 9 § 1. De lokale overheid dient het afrekeningsdossier, op straffe van verval van de subsidie, in te dienen ten laatste drie maanden na de datum van de voorlopige oplevering van de werken. De lokale overheid kan een gemotiveerde aanvraag tot verlenging met maximum drie maanden van deze vervaltermijn binnen deze laatst bedoelde termijn indienen bij Bloso. De afwijkingsaanvraag dient gebaseerd te zijn op redenen van overmacht. De subsidie wordt uitbetaald binnen de 50 dagen vanaf ontvangst van het afrekeningsdossier, mits dit volledig is en conform bevonden met de voorwaarden en bepalingen van dit reglement.
Artikel 11 Bloso kan controle ter plaatse of op stukken uitvoeren op de naleving van de voorwaarden en bepalingen van dit reglement.
Philippe Muyters Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport