Subsidiereglement duurzaam bouwen Wat is duurzaam bouwen? Duurzaam bouwen steunt op drie principes: Ga zo efficiënt mogelijk om met energie, water, ruimte en materialen. Gebruik zoveel mogelijk duurzame materialen en bronnen. Beperk de vraag tot het essentiële, tot de werkelijke behoefte. Wie ervoor kiest om duurzaam te bouwen of te verbouwen krijgt van de stad via het subsidiereglement een extra duwtje in de rug. Wat komt in aanmerking? Het reglement geeft subsidies bij renovatie van de woning voor: het vervangen van enkel of dubbel glas door superisolerende beglazing het plaatsen van (bijkomende) dak-, vloer- en buitenmuurisolatie met gebruik van gewone isolatiematerialen. Het reglement geeft subsidies bij renovatie van de woning en bij nieuwbouw voor: het plaatsen van (bijkomende) dak-, vloer- en buitenmuurisolatie met gebruik van isolatiematerialen uit nagroeibare grondstoffen het plaatsen van een zonneboiler het plaatsen van een (combi)warmtepompsysteem het gebruik van FSC-gelabeld hout voor daktimmerwerk en buitenschrijnwerk het gebruik van natuurverven en aanverwante afwerkingsproducten voor binnen- en/of buitentoepassingen. Artikel 1: definities Duurzaam bouwen:
bouwen met aandacht voor het gebruik van milieuvriendelijke materialen en bronnen en waarbij zo efficiënt mogelijk wordt omgegaan met energie, water en ruimte.
Bio-ecologisch bouwmateriaal: een bouwmateriaal dat bestaat uit (quasi) onuitputtelijke en/of nagroeibare basisgrondstoffen, zonder of met zo weinig mogelijk chemische toevoegstoffen, zonder zware milieubelasting en zonder schadelijke gevolgen voor de menselijke gezondheid. Woning:
onroerend goed dat als zelfstandige woongelegenheid bestaat uit een lokaal of geheel van aansluitende lokalen hoofdzakelijk bestemd voor de huisvesting van een persoon of een groep van samenlevende personen, al dan niet in gezinsverband. In de geest van dit reglement worden afzonderlijke woongelegenheden in een meergezinswoning gedefinieerd als woning.
Bestaande woning:
een onroerend goed waarvan het bouwjaar minstens 5 jaar geleden is. Het bouwjaar is het eindjaar volgens de kadastrale legger op het ogenblik van de aanvraag.
Nieuwe woning:
een onroerend goed waarvoor een geldige stedenbouwkundige vergunning voor de oprichting van de woning werd afgeleverd de afgelopen 5 jaar.
Eigenaar-bewoner:
de eigenaar van de woning gebruikt de woning als hoofdverblijfplaats.
Gemeenteraad 26-11-2010
1
Eigenaar-niet-bewoner:
de eigenaar verhuurt de woning of geeft het gebruik van de woning aan een persoon of een groep van samenlevende personen, al dan niet in gezinsverband.
Huurder:
persoon of groep van samenlevende personen, al dan niet in gezinsverband, die overeenkomstig een geregistreerde huurovereenkomst de woning gebruikt als hoofdverblijfplaats. De erfpachter of vruchtgebruiker wordt in dit reglement beschouwd als huurder en moet geen huurovereenkomst voorleggen.
Erkend aannemer:
een geregistreerde aannemer, die in orde is met de btw en een registratienummer gekregen heeft van de overheid (wordt vermeld op de documenten van de aannemer).
Hoogrendementsbeglazing:
superisolerende beglazing glas dat het warmteverlies door de ramen aanzienlijk vermindert in vergelijking met enkele beglazing of met gewoon dubbel glas.
Veranda:
uitbouw van de woning, waarvan de verticale wanden hoofdzakelijk bestaan uit ramen en het dak gesloten en doorzichtig is, zonder roofing.
Buitenmuur:
muur die in contact staat met de buitenlucht of met een nietverwarmde of niet tegen vocht beschermde ruimte.
U-waarde:
warmtedoorgangscoëfficiënt van een constructiedeel (W/m2K) (vroeger k-waarde). Dit is de isolatiewaarde van bijvoorbeeld beglazing. Hoe lager de U-waarde, hoe beter het materiaal isoleert.
-waarde (lambda-waarde):
warmtegeleidingscoëfficiënt van een materiaal (W/mK). De λ-waarde geeft aan in welke mate het materiaal de warmte geleidt. Hoe lager de λ-waarde, hoe beter het materiaal isoleert.
R-waarde:
warmteweerstandscoëfficient van een materiaal (m2K/W). De R-waarde wordt berekend door de dikte van het isolatiemateriaal (d, in meter) te delen door de λ-waarde ervan, met R = d/λ. Hoe groter de R-waarde, hoe beter de isolatielaag isoleert.
Nagroeibare grondstof:
elke grondstof die gekweekt kan worden op aarde. Deze grondstoffen komen uit bosbouw en/of landbouw en zijn plantaardig of dierlijk.
Zonneboiler:
systeem waarbij warm water wordt aangemaakt door zonnewarmte. De zonnestraling wordt opgevangen door een zonnecollector op het dak van de woning.
Fotovoltaïsche zonnepanelen:
PV(photovoltaic)-panelen. Systeem dat zonlicht omzet in elektrische energie via zonnecellen die geschakeld zijn in zonnepanelen.
FSC-label:
een FSC (Forest Stewardship Council)-label op een product toont aan dat dit product afkomstig is uit een duurzaam beheerd bos. Enkel bedrijven die in het bezit zijn van een Chain of Custody-certificaat mogen hout(producten) met FSC-label verkopen. Meer info: www.wwf.be/fsc
Buitenschrijnwerk:
houten timmerwerk uitgevoerd in verticale vlakken van de woning, bijvoorbeeld raamwerk, deuren en gevelplanken. Terrasplanken en tuinmeubilair komen niet in aanmerking.
Gemeenteraad 26-11-2010
2
Warmtepompsysteem:
systeem dat warmte op relatief laag temperatuurniveau onttrekt aan lucht, grond of water en door middel van een warmtepomp deze warmte op een hoger temperatuurniveau terug afgeeft.
COP:
Coefficient of Performance, globale prestatiecoëfficiënt. De winstfactor van een warmtepomp: de verhouding van de geleverde nuttige energie ten opzichte van de opgenomen elektrische energie van de compressor. Bijvoorbeeld: COP = 3: voor elke kWh elektriciteit die de compressor verbruikt, wordt 3 kWh nuttige warmte geleverd.
Natuurverf:
elke verf die voor het overgrote deel bestaat uit natuurlijke grondstoffen. Hiermee wordt bedoeld: oppervlaktedelfstoffen en nagroeibare grondstoffen.
VIBE vzw:
Vlaams Instituut voor Bio-Ecologisch Bouwen & Wonen VIBE vzw promoot mens- en milieuvriendelijke bouwwijzen en woonvormen bij ontwerpers, aannemers, handelaars, consumenten,… Meer info: www.vibe.be
Artikel 2: algemene bepalingen Binnen de perken van de jaarlijks in het stadsbudget uitgetrokken kredieten, zal een stedelijke subsidie voor duurzaam bouwen verleend worden voor de uitvoering van werken opgesomd onder de punten 1 tot en met 7, uitgevoerd in woningen op het grondgebied van Sint-Niklaas met de nodige bouwvergunningen en volgens de geldende stedenbouwkundige voorschriften. Het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen van de woning waarvoor de aanvraag wordt ingediend, bedraagt hierbij maximum 1.200 EUR. De punten 1 en 2 zijn enkel geldig voor werken uitgevoerd in bestaande woningen. De punten 3, 4, 5, 6 en 7 zijn geldig voor werken uitgevoerd in bestaande en nieuwe woningen.
1)
Het vervangen van enkel of dubbel glas door hoogrendementsbeglazing
De stedelijke subsidie bedraagt 10 EUR per m² met een maximum van 500 EUR per woning, op voorwaarde dat: -
het glas een U-waarde heeft van maximaal 1,1 W/m²K; het geen veranda betreft; de U-waarde vermeld staat op de factuur.
2) Het plaatsen van (bijkomende) isolatie a. Het plaatsen van (bijkomende) dakisolatie Er wordt een subsidie toegekend van 10 % van de gefactureerde kosten van het isolatiemateriaal en de plaatsing ervan, met een maximum van 500 EUR per woning, behoudens het gebruik van nagroeibare grondstoffen waarvoor de subsidieregeling geldt zoals bepaald onder punt 3 van dit artikel. Volgende voorwaarden zijn geldig: -
de dakisolatie heeft een R-waarde groter dan of gelijk aan 4 m²K/W ; de R-waarde en de dikte van het isolatiemateriaal moeten op de factuur vermeld staan.
Gemeenteraad 26-11-2010
3
Indien het een onbewoonde zolder betreft, wordt de vloer van de zolder aangezien als dakisolatie. Enkel woongelegenheden, direct onder het dak gelegen, komen in aanmerking voor deze subsidie. De gebruikte isolatiematerialen moeten voorkomen in de databanklijsten van Butgb (Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw) en/of NIBE (Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie). b. Het plaatsen van (bijkomende) vloerisolatie Er wordt een subsidie toegekend van 10 % van de gefactureerde kosten van het isolatiemateriaal en de plaatsing ervan, met een maximum van 500 EUR per woning, behoudens het gebruik van nagroeibare grondstoffen waarvoor de subsidieregeling geldt zoals bepaald onder punt 3 van dit artikel. Volgende voorwaarden zijn geldig: de vloerisolatie heeft een R-waarde groter dan of gelijk aan 2 m²K/W; de R-waarde en de dikte van het isolatiemateriaal moeten op de factuur vermeld staan.
-
Indien het een onbewoonde zolder betreft, wordt de vloer van de zolder aangezien als dakisolatie. De gebruikte isolatiematerialen moeten voorkomen in de databanklijsten van Butgb (Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw) en/of NIBE (Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie). c. Het plaatsen van (bijkomende) buitenmuurisolatie Er wordt een subsidie toegekend van 10 % van de gefactureerde kosten van het isolatiemateriaal en de plaatsing ervan, met een maximum van 500 EUR per woning, behoudens het gebruik van nagroeibare grondstoffen waarvoor de subsidieregeling geldt zoals bepaald onder punt 3 van dit artikel. Volgende voorwaarden zijn geldig: -
in het geval van spouwmuurisolatie: de R-waarde van het gebruikte materiaal is groter dan of gelijk aan 1,3 m²K/W; in het geval van isolatie van binnen- of buitenzijde van de buitenmuur: de R-waarde van het gebruikte materiaal is groter dan of gelijk aan 2 m²K/W; de R-waarde, het feit of het over spouwmuurisolatie of isolatie van binnen- of buitenzijde van de buitenmuur gaat en de dikte van het isolatiemateriaal moeten op de factuur vermeld staan.
De gebruikte isolatiematerialen moeten voorkomen in de databanklijsten van Butgb (Belgische Unie voor de technische goedkeuring in de bouw) en/of NIBE (Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie). 3)
Het plaatsen van (bijkomende) isolatie uit nagroeibare grondstoffen
Volgende isolatiematerialen vallen onder de noemer nagroeibaar: Cellulose-isolatie (ingeblazen papiervlokken of halfstijve platen) Houtvezelisolatie (halfstijve of stijve platen) Vlasisolatie (op rol of halfstijve platen) Hennepisolatie (op rol of halfstijve platen) Kurkisolatie (stijve platen of los gestorte korrels, exclusief kurkafwerking, kurken vloeren of wanden) Schapenwolisolatie Pluimenisolatie (op rol of halfstijve plaat) Stro en stroleem Isolatie op basis van een combinatie van deze materialen.
Gemeenteraad 26-11-2010
4
Indien de gebruikte producten voorkomen op de databanklijst van VIBE vzw komen de producten steeds in aanmerking voor subsidie. In geval van een nieuw product dat niet voorkomt in de databank, stelt de bevoegde ambtenaar vast of het product voldoet aan de criteria voor bioecologische isolatiematerialen. Indien niet voldaan wordt aan de onderstaande voorwaarden voor de R-waarde, geldt de subsidie met bijbehorende voorwaarden vermeld onder punt 2 van dit artikel. a. (Bijkomende) dakisolatie uit nagroeibare grondstoffen Er wordt een subsidie toegekend van 15 % van de gefactureerde kosten van het isolatiemateriaal en de plaatsing ervan met een maximum van 800 EUR per woning, onder volgende voorwaarden: -
de dakisolatie moet een R-waarde hebben groter dan of gelijk aan 5 m²K/W; de R-waarde en de dikte van het isolatiemateriaal moeten op de factuur vermeld staan.
Indien het een onbewoonde zolder betreft, wordt de vloer van de zolder aangezien als dakisolatie. Enkel woongelegenheden, direct onder het dak gelegen, komen in aanmerking voor deze subsidie. b.
(Bijkomende) vloerisolatie uit nagroeibare grondstoffen
Er wordt een subsidie toegekend van 15 % van de gefactureerde kosten van het isolatiemateriaal en de plaatsing ervan met een maximum van 800 EUR per woning, onder volgende voorwaarden: -
de vloerisolatie heeft een R-waarde groter dan of gelijk aan 3 m²K/W; de R-waarde en de dikte van het isolatiemateriaal moeten op de factuur vermeld staan.
Indien het een onbewoonde zolder betreft, wordt de vloer van de zolder aangezien als dakisolatie. c. (Bijkomende) buitenmuurisolatie uit nagroeibare grondstoffen Er wordt een subsidie toegekend van 15 % van de gefactureerde kosten van het isolatiemateriaal en de plaatsing ervan met een maximum van 800 EUR per woning, onder volgende voorwaarden: -
de buitenmuurisolatie heeft een R-waarde groter dan of gelijk aan 3 m²K/W; de R-waarde en de dikte van het isolatiemateriaal moeten op de factuur vermeld staan.
4) Het plaatsen van een zonneboiler Er wordt een forfaitair bedrag van 500 EUR per woning toegekend, op voorwaarde dat: -
de installatie goed gedimensioneerd is; de zonneboiler gebruikt wordt voor het verwarmen van sanitair water en/of voor het verwarmingssysteem. De premie geldt niet voor het verwarmen van een zwembad; de collector getest is volgens en conform de norm EN 12975 is of één systeem uit het gamma van geprefabriceerde systemen getest is volgens en conform de norm EN 12977 is; bovenvermelde gegevens op de factuur vermeld staan.
De aanvrager zal op eenvoudig verzoek alle inlichtingen verstrekken over de installatie. 5) Het plaatsen van een warmtepompsysteem a. Er wordt een subsidie toegekend van 15 % op de gefactureerde kosten voor een warmtepompsysteem voor de verwarming van sanitair water met een maximum van 500 EUR per woning. Gemeenteraad 26-11-2010
5
b. Er wordt een forfaitair bedrag toegekend van 750 EUR per woning voor een warmtepompsysteem voor de verwarming van de woning. c.
Er wordt een forfaitair bedrag toegekend van 1.000 EUR per woning voor een combiwarmtepompsysteem voor woningverwarming en verwarming van sanitair water.
Voorwaarden: Warmtepompsysteem voor de verwarming van sanitair water De -
subsidie wordt toegekend, op voorwaarde dat: de COP minstens 2 bedraagt, gemeten volgens EN 255-3; bovenvermelde gegevens vermeld staan op de factuur; de warmtepomp niet wordt gebruikt voor het verwarmen van een zwembad.
Warmtepompsysteem voor enkel woningverwarming en warmtepompsysteem voor woningverwarming én verwarming van sanitair water (combiwarmtepompsysteem) De -
subsidie wordt toegekend op voorwaarde dat: de warmtepomp instaat voor de hoofdverwarming van het gebouw; water zorgt voor de warmteafgifte; de COP van de warmtepomp minstens 3,5 bedraagt, gemeten volgens EN 14511; bovenvermelde gegevens vermeld staan op de factuur; de warmtepomp niet wordt gebruikt voor het verwarmen van een zwembad.
De warmtepompsystemen worden door een erkende aannemer geïnstalleerd volgens de ‘Code van goede praktijk voor de toepassing van warmtepompsystemen in de woningbouw’, uitgegeven door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie (ANRE ). 6) Het gebruik van FSC-gelabeld hout of een gelijkwaardig label voor daktimmerwerk en buitenschrijnwerk Er wordt een forfaitair bedrag van 250 EUR per woning toegekend, op voorwaarde dat: -
het FSC-label, of een gelijkwaardig label aantoont dat het hout afkomstig is van bossen waarvan het duurzaam beheer door een onafhankelijke instelling volgens internationaal erkende criteria werd gecertificeerd. het label duidelijk vermeld staat op de factuur.
7) Het gebruik van natuurverven en aanverwante afwerkingsproducten voor binnenen/of buitentoepassingen Er wordt een subsidie toegekend van 15 % van de gefactureerde kosten met een maximum van 250 EUR per woning. De
subsidie is toepasbaar op het gebruik van volgende producten: Verven, lakken, vernissen, beitsen en aanverwante Oliën, wassen en aanverwante Leempleisters.
Indien de gebruikte producten voorkomen op de databanklijst van VIBE vzw komen de producten steeds in aanmerking voor subsidie. In geval van een nieuw product dat niet voorkomt in de databank, stelt de bevoegde ambtenaar vast of het product voldoet aan de criteria voor natuurverven.
Gemeenteraad 26-11-2010
6
Artikel 3 De aanvrager moet een natuurlijke persoon zijn. Voor elke subsidie voorzien in artikel 2, kan slechts één natuurlijke persoon een aanvraag indienen. Deze natuurlijke persoon is de eigenaar-bewoner, de eigenaar-niet-bewoner of de huurder van een woning. Artikel 4 De werken mogen uitgevoerd worden in eigen beheer of door een erkende aannemer. De installatie van een warmtepompsysteem moet echter gebeuren door een erkende aannemer. Artikel 5 Voor elk van de werken bedoeld in artikel 2, kan slechts eenmaal per 10 jaar en per woning een stedelijke premie aangevraagd worden. Artikel 6 De subsidies voorzien in artikel 2 mogen onderling gecumuleerd worden. Deze subsidies zijn ook cumuleerbaar met andere bouw- of renovatiesubsidies (zowel federale, Vlaamse, provinciale, als andere) maar niet met andere stedelijke premies. Artikel 7 De subsidie wordt aangevraagd na uitvoering van de werken en uiterlijk 12 maanden na factuurdatum. Hierop zal geen enkele afwijking worden toegestaan, behoudens de bijzondere bepalingen in artikel 14. De subsidie moet worden aangevraagd door de eigenaar of huurder van de woning. Indien de huurder een aanvraag verricht, moet hierbij een overeenkomst gevoegd worden waaruit blijkt dat de eigenaar van de woning: - instemt met de geplande werken - hem een recht van gebruik en genot van de woning waarborgt gedurende een termijn van minimum 6 jaar ingaande op de dag dat met de werken wordt gestart - voor de bedoelde periode afziet van huurverhoging (uitgezonderd de indexaanpassingen) of vergoeding op grond van de uit te voeren renovatiewerken. Artikel 8 Het totaal bedrag van de bekomen stedelijke subsidie mag nooit hoger zijn dan 90 % van de gefactureerde kosten. Is dit wel het geval, dan zal de stedelijke subsidie verminderd worden tot een gecumuleerde subsidie van 90 %. De totale stedelijke subsidie duurzaam bouwen zal maximaal 2.500 EUR per woning bedragen, binnen een periode van 10 jaar. Artikel 9 De aanvrager verbindt zich ertoe, behoudens in het geval waarin hij als eigenaar van de woning waarin of waaraan de installatie is geplaatst dit goed verkoopt, en behoudens het geval van onherstelbare slijtage of beschadiging ongeacht de oorzaak ervan, de installatie vermeld onder artikel 2, punten 4 en 5 niet te verwijderen, te verkopen of buiten gebruik te stellen binnen een termijn van 10 jaar nadat de subsidie(s) werd(en) bekomen. Bovendien moet de aanvrager de installatie gebruiken en onderhouden als een goede huisvader en deze in optimale staat van werking houden. De vaststelling van inbreuken op het bovenstaande, kan leiden tot het geheel of gedeeltelijk terugvorderen van de toekende subsidie inclusief verwijlinteresten.
Gemeenteraad 26-11-2010
7
Artikel 10 De aanvraag van de stedelijke subsidie gebeurt aan de hand van een formulier dat daartoe door het stadsbestuur van Sint-Niklaas ter beschikking gesteld wordt. Artikel 11 De aanvrager wordt binnen de 60 dagen na ontvangst van de aanvraag schriftelijk in kennis gesteld of de subsidieaanvraag is goedgekeurd. Artikel 12 De subsidie wordt uitbetaald na uitvoering van de werken en voorlegging van de officiële facturen van de uitvoerende aannemer(s) en/of de aankoopfacturen van de materialen in het geval van aanvragers die de werken zelf uitvoeren. Deze officiële facturen moeten het bewijs omvatten dat voldaan werd aan de technische voorwaarden (U-waarde, R-waarde, dikte isolatie,…). De facturen moeten gedetailleerd worden opgemaakt op datum, naam van de aanvrager van de subsidie én met vermelding van het adres waar de werken zijn uitgevoerd, teneinde controle mogelijk te maken. Bestelbons, leveringsbons en kastickets worden niet als aankoopbewijs aanvaard. Indien binnen een periode van 3 maanden na het opvragen van ontbrekende gegevens door de stedelijke diensten, deze ontbrekende gegevens niet door de aanvrager werden bezorgd, wordt de aanvraag nietig verklaard. Artikel 13 De aanvrager van de stedelijke subsidie moet toelating geven aan de aangestelde ambtenaren van de stedelijke diensten, tot het ter plaatse controleren van de door hen verstrekte gegevens. Weigering van deze controle brengt het verval van het recht op een stedelijke subsidie met zich mee. Artikel 14 Bij afkeuring van de aanvraag of van de installatie heeft de particulier steeds de mogelijkheid aanpassingen uit te voeren of bijkomende gegevens te bezorgen om alsnog in aanmerking te komen voor de subsidie. De termijn waarbinnen de subsidie moet aangevraagd worden, kan wegens aanpassingswerken eenmalig met 3 maanden verlengd worden. Artikel 15 Behoudens de bijzondere bepalingen in artikel 14 wordt een tweede aanvraag voor dezelfde werken of installatie binnen de 10 jaar steeds onontvankelijk verklaard. Artikel 16 Alle betwistingen in verband met de toepassing van dit reglement zullen zonder verhaal door het college van burgemeester en schepenen beslecht worden. Artikel 17 Dit reglement treedt in voege op 1 april 2011. Het subsidiereglement duurzaam bouwen vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 23 oktober 2009, wordt bij het in voege treden van dit reglement opgeheven. Artikel 18 Het college van burgemeester en schepenen wordt met de uitvoering van dit reglement belast. Gemeenteraad 26-11-2010
8