Subsidieregel voor P+R projecten
Vastgesteld door het Dagelijks Bestuur van de Stadsregio Amsterdam op 7 mei 2009
1
Subsidieregel voor P+R projecten
Inhoud 1. Aanleiding 2. Beleid en ambitie 3. Subsidieregel voor P+R projecten 4. Bronnen Bijlagen: - Basis PvE voor P+R terreinen - Toekomstplannen P+R locaties vanuit div. beleidsstukken - Kaartmateriaal
2
1. Aanleiding Er is in toenemende mate aandacht voor P+R (Parkeer+Reis) in onze en andere regio’s. Gemeenten, provincies, stadsregio’s en het Rijk willen het gebruik stimuleren vanuit bereikbaarheids- en leefbaarheidsdoelen en vervoerder NS ziet P+R als aantrekkelijke service voor automobilisten die de keuze voor de trein ipv de auto maken. Met wegbeheerders en andere overheden en partijen wordt steeds vaker gesproken over de diverse P+R projecten in de regio en het beleid, (kosten)effectiviteit en de noodzaak van deze projecten. De P+R terreinen kunnen ook geschikt zijn voor carpoolers, naast de overstap op OV is het gezamenlijk reizen per auto ook mogelijk van deze terreinen. Ten aanzien van de financiering van P+R projecten zijn er verschillende budgetten beschikbaar, waaronder ook de BDU voor kleine infrastructuurprojecten van de Stadsregio Amsterdam. Er ontbreekt echter een helder en eenduidig beleid t.a.v. de inzet van BDU, zoals de Stadsregio die bijvoorbeeld wel kent op het gebied van fietsinfrastructuur of verkeersveiligheid. De verwachte ontwikkelingen vragen om een actuele subsidieregel voor P+R projecten. Hiermee kan de Stadsregio toekomstige projectaanvragen zuiver en eenduidig beoordelen.
2. Beleid en ambitie Dit hoofdstuk behandelt kort het vastgestelde beleid en de ambitie van de bij P+R betrokken partijen. De Stadsregio is op verschillende manieren betrokken bij het opzetten en uitbreiden van P+R terreinen. Stadsregio en Metropoolregio Het Regionaal Verkeer en Vervoerplan (RVVP) uit 2005 heeft aandacht voor de overstap tussen auto en OV. Vanuit die gedachte wordt P+R gestimuleerd op plekken met voldoende marktpotentie en waar mensen nu al overstappen. Voor het woon-werkverkeer betekent dat het uitbreiden en verbeteren van kleine herkomst P+R terreinen dicht bij de woning en een goede overstap op regionaal openbaar vervoer. Vooral in corridors met dikke vervoerstromen, relatief hoge congestiekans en relatief lage woningdichtheden is deze vorm van P+R kansrijk, aangezien de auto daar meestal het logische eerste vervoermiddel is. Daarnaast wordt gewerkt aan grotere bestemmings P+R terreinen of stadsrandtransferia1 voor sociaalrecreatief en zakelijk verkeer. Voornaamste doel: plaatselijk de parkeerdruk verminderen ten gunste van de leefbaarheid in binnensteden. Het stimuleren van P+R heeft volgens het RVVP een bescheiden effect, maar kan in samenhang met andere maatregelen (zoals beprijzen) toch positief uitpakken voor het terugdringen van congestie. De onderzoeken van MUconsult (2006), Mingardo (Erasmus Universiteit 2007) en Metz (2008) bevestigen dit beeld. Daarbij wordt het onderscheid duidelijk tussen de twee in onze Regio voorkomende verschijningsvormen: 1. Herkomst P+R: klein terrein dicht bij de woning met goede overstap op regionaal OV en gericht op dagelijks woon-werkverkeer. Draagt bij aan regionale bereikbaarheid door terugdringen aantal autokm’s ten gunste van OV km’s. Hoe verder van de stad gelegen, hoe meer autokm’s bespaard kunnen worden. Voorbeelden: NS-station Heiloo, busstation Almere ’t Oor, Zuidtangenthalte Nieuw-Vennep, Getsewoud en Purmerend Noord. 2. Bestemmings P+R: groot terrein aan de rand van de stad met snelle OV-verbinding naar het centrum, gericht op sociaalrecreatief en zakelijk verkeer. Doel is het terugdringen van autoverkeer (waaronder ook bijv. Touringcars) uit de binnenstad ten gunste van de
1.
1 NB: de term ‘transferium’ verdwijnt langzaam uit het vocabulaire. De ANWB spreekt nog slechts over P+R en andere partijen nemen dit over. Ook bij de buitenlandse weggebruiker is de term onbekend. In deze beleidsregel wordt ook nog slechts over (herkomst/bestemmings) P+R gesproken.
3
leefbaarheid (luchtkwaliteit) en bereikbaarheid op lokaal (binnenstedelijk) schaalniveau. Voorbeelden: Arena, Zeeburgereiland. 3. Er wordt tegenwoordig gesproken over een derde variant: de ‘Weide P+R’ of ‘Grote P+R langs toevoerwegen’ op grotere afstand van de stad. Voorbeelden zijn grote terreinen bij Best of Veenendaal de Klomp, bedoeld om forensen al ver voor de stedelijke gebieden vanuit de auto het OV in te krijgen. De OV-visie 2010-2030 van de Stadsregio Amsterdam heeft als ambitie om ‘op logische plekken een ring van P+R terreinen en verzamelpunten waar auto’s en streekbussen aansluiten op het HOV’. Het ontwikkelen van P+R verdient ook volgens de OV visie extra aandacht. De typologie van terreinen sluit aan bij het RVVP. In de OV-visie wordt een aantal toekomstige locaties genoemd waar P+R kansrijk kan zijn (bijlage 2). Actieplan Ketenintegratie Metropoolregio Amsterdam Eén van de doelstellingen van het Actieplan Ketenintegratie is het beter koppelen van automobiliteit met OV door middel van het opstarten van een (aanvullend) P+R programma. Het actieplan heeft niet alleen aandacht voor nieuwe locaties, maar kijkt ook naar aspecten als de verbetering van de aantrekkelijkheid, sociale veiligheid, dynamische verwijzing, etc. In het eind 2007 vastgestelde Actieplan is een compleet overzicht gemaakt van bestaande P+R voorzieningen en toekomstige opgaven. Aangevuld met de meest recente initiatieven en programma’s van verschillende partijen die gericht zijn op de aanleg en verbetering van P+R vormt dit het totale overzicht. In de bijlage zijn per programma ook de al gerealiseerde P+R terreinen en de gewenste nieuwe terreinen en uitbreidingen opgenomen. Bonroute terreinen In de afgelopen jaren is vanuit Fonds BONRoute circa €10 miljoen geïnvesteerd in 10 nieuwe of uitgebreide P+R terreinen. Hierbij zijn 1.300 nieuwe parkeerplaatsen ontstaan. In navolging van het goede gebruik (en de stijgende bezettingen van de terreinen) wordt, eveneens vanuit BONRoute, een aantal extra terreinen en uitbreidingen gefinancierd (start uitvoering 2008). Quick Wins programma Noordvleugel De partijen in de Noordvleugel zetten het programma graag door en hebben eind 2007 met succes een beroep gedaan op de Quick-Wins middelen van het Rijk voor een 50% financiering van 7 terreinen in de Metropoolregio (uitvoering 2008-2010). Vanuit het Actieplan Ketenintegratie wordt verder gekeken na 2010. Er komen dan nog zo’n 10 locaties in beeld waarvan de financiering nog niet is geregeld. NS en Actieplan Groei op het Spoor (min. V&W) De terreinen nabij NS-stations worden in samenwerking met NS ontwikkeld, waarbij NS vaak meefinanciert, grond beschikbaar stelt en/of exploitatie op zich neemt (bijv. via uitbesteding aan Q-park). Als stelregel geldt hierbij dat bij een P+R voorziening pas betaald parkeren wordt aangeboden als de omliggende omgeving ook betaald parkeren kent. Veel van de eerder genoemde terreinen zijn i.s.m. NS tot stand gekomen. Door het ministerie V&W is eind 2008 €30 miljoen uitgetrokken vanuit ‘Groei op het spoor’. Dit geld wordt landelijk ingezet als cofinanciering voor P+R terreinen bij NS-stations. Het Rijk draagt evenredig bij met Regio en NS (dat betekent bijv. 1/3, 1/3, 1/3). Aan de decentrale overheden is verzocht om in februari 2009 met voorstellen te komen. Gemeente Amsterdam: voorrang voor een gezonde stad De vier bekende terreinen liggen in een ring om het centrum van Amsterdam aan de A10: Arena, Zeeburgereiland, Sloterdijk en Olympisch Stadion. In het luchtkwaliteitplan ‘Voorrang voor een Gezonde Stad’ is veel aandacht voor P+R: •
Er wordt gewerkt aan een nieuwe marketingformule met als doel een extra tien procent bezetting van de terreinen
4
•
Uitbreiden van bestaande P+R Zeeburg en Sloterdijk en realisatie van 2 nieuwe terreinen in 2008 (NB: Bos & Lommerplein zomer 2008 geopend). Voor de periode na 2008 zijn nog 10 locaties in beeld.
3. Subsidieregel voor P+R projecten De beleidsuitgangspunten van de Stadsregio Amsterdam maken financiering vanuit de BDU mogelijk. Dit is in 2005 in de staf met de portefeuillehouder bekrachtigd. Tot dusverre zijn twee P+R terreinen (Sloterdijk en Zeeburgereiland in Amsterdam) medegefinancierd door de Stadsregio. Dit is gebeurd zonder specifieke subsidieregeling voor P+R. De grondslag voor de subsidieberekening is in bijlage 1 opgenomen. Met de toekomstige opgaven ontstaat de noodzaak tot een simpel hanteerbare subsidieregeling die recht doet aan de beleidsuitgangspunten van RVVP en OV-visie. De eerder besproken typologie van ‘herkomst- en bestemmings P+R’ wordt toegepast. Gezien de bezettingscijfers, het aantal autokm’s dat kan worden gereduceerd en de investeringskosten is een keuze voor investeren in ver afgelegen herkomst P+R bij snel en comfortabel OV (bij voorkeur trein) de meest logische. Hoe meer autokilometers worden omgezet in OV-kilometers, hoe meer daarbij ook regionale milieu- en leefbaarheiddoelen worden behaald. Dit kan zelfs betekenen dat investeren in P+R terreinen buiten de Stadsregio (kop van NoordHolland, Flevoland) een gunstiger effect heeft op de bereikbaarheid van onze Regio dan wanneer wordt ingezet op terreinen binnen de regio. De mogelijkheid om vanuit de Stadsregio bij te dragen aan dit soort projecten buiten de grenzen moet niet op voorhand worden uitgesloten. Ambitie Stadsregio: kwaliteitsniveau De Stadsregio schrijft met deze beleidsregel geen uitgebreid PvE voor ten aanzien van het ontwerp van een P+R terrein. Het is de verantwoordelijkheid van de wegbeheerder om tot een functioneel ontwerp te komen, en o.a. het CROW heeft hier goede richtlijnen voor opgesteld (Zie: Ontwerpwijzer overstappunten, CROW publicatienummer. 235). Een subsidieaanvraag wordt wel getoetst aan een paar belangrijke eisen vanuit de Stadsregio. Deze zijn kort samengevat: • • • • • • •
Locatiekeuze in lijn met regionaal beleid (RVVP, OV-visie etc) Bij Herkomst P+R een hoogwaardige regionale OV-ontsluiting en bij Bestemmings P+R ten minste een hoogwaardige lokale OV-ontsluiting richting centrum (frequentie in de spits minimaal 6 X per uur), OV-alternatief concurrerend aan de auto. Parkeerregime (tariefstelling) op het terrein afgestemd met directe omgeving Aandacht voor toegankelijkheid OV, reisinformatie en goede voorzieningen voor reizigers (wachtruimtes, etc.) Sociale veiligheid door goede verlichting, surveillance en/of cameratoezicht Duidelijke beheersafspraken Kortst mogelijke afstand tussen OV-haltes en parkeerplaatsen, max. 250 mtr
In bijlage 1 zijn deze eisen opgenomen. Beleidsprioritering In het RVVP staat bereikbaarheid voorop. Een prioriteit van het regionale verkeer- en vervoerbeleid bestaat uit het verbeteren van het functioneren van de regionale netwerken. De herkomst P+R’s passen goed als strategie binnen dit beleid omdat ze de overstap auto-OV versoepelen en omdat er een (geringe) afname van het aantal autokm’s wordt gerealiseerd met gunstige effecten op de doorstroming op de hoofdwegen. Dit kan verder worden versterkt bij de geplande invoering van een vorm van betaald rijden. Gezien de relatief lage investeringskosten (want: op maaiveld) is een keuze voor investeren in ver afgelegen herkomst P+R bij snel en comfortabel OV (bij voorkeur trein) de meest kosteneffectieve om bij te dragen aan regionale bereikbaarheidsdoelen. Auto’s worden vanuit deze gedachte zo ver mogelijk van de bestemmingen in de regio afgevangen. Hoe meer 5
autokilometers worden omgezet in OV-kilometers, hoe meer daarbij ook regionale milieu- en leefbaarheiddoelen worden behaald. Investeren in bestemmings P+R aan de stadsrand maakt het aantrekkelijk voor bezoekers om aan de stadsrand te parkeren in plaats van door te rijden naar bestemmingen in de binnenstad, o.a. door aanbieden van comfortabele parkeerplekken en voordelige P+R arrangementen van en naar de binnenstad. Hiermee worden bereikbaarheid- en leefbaarheiddoelen plaatselijk gerealiseerd. Vanuit leefbaarheidoverwegingen in de binnenstad zijn Stadsrand P+R slimme maar soms relatief kostbare (want soms inpandige) oplossingen, met mogelijk een minder gunstig effect op de regionale bereikbaarheid. Aantrekkelijke P+R terreinen kunnen in een aanzuigende werking van autoverkeer richting de stadsrand resulteren (extra trips), waarbij in het uiterste geval zelfs een verdringingseffect op OV-km’s kan optreden (immers: het kan sneller of voordeliger zijn dan de hele reis per OV af te leggen). Hierover loopt nader onderzoek (Mingardo, Erasmus universiteit). Voor Stadsrand P+R terreinen kan de koppeling gezocht worden met parkeerplaatsen voor grote publiekstrekkers zoals de Amsterdam ArenA. Normbedrag voor P+R plekken De subsidiebijdrage voor herkomst en bestemming P+R is € 4.500,- per plaats, ongeacht de locatie en de totale kosten. Dit is een normbedrag gebaseerd op een ruime reeks ervaringscijfers van sober en doelmatige ontwerpen op maaiveld, vanuit de gedachte van 95% financiering (OV investering). Uitgaande van de gemiddelde kosten van een herkomst P+R zoals die in de regio zijn gerealiseerd en het basis PvE dat wordt gehanteerd (bijlage 1) kunnen de kosten in veel gevallen (bijna) volledig worden vergoed. Voor een bestemmings P+R (met een parkeerdek of parkeergarage) zijn de kosten € 12.500 tot € 30.000, het bijdragepercentage is dan ergens tussen de 15% tot 35%. In uitzonderlijke gevallen en vanuit een goede motivatie kan van het normbedrag worden afgeweken. Dit geldt bijvoorbeeld voor toekomstige opgaven op beleidsmatig gewenste locaties waar dubbelgebruik van de ruimte genoodzaakt is en daardoor hogere investeringskosten ontstaan. Indien gekozen wordt voor een P+R terrein als onderdeel van een parkeerterrein met andere functie zal hier bij subsidietoekenning rekening worden gehouden met het aandeel bestemd voor P+R gebruikers en de bijdragen derden. Een voordeel van deze subsidieregeling met het gehanteerde normbedrag is dat met een bijdrage van € 4.500.- de aanleg van herkomst extra P+R wordt gestimuleerd terwijl ook de aanleg van bestemmings P+R een impuls krijgt. Gebleken is dat de voorzieningen aan de herkomst maar moeilijk van de grond komen en gemeenten er niet of nauwelijks geld voor reserveren. Dit komt onder andere omdat veel gemeenten met herkomst P+R inwoners uit omliggende gebieden zien profiteren. Deze moeten een langere afstand tot het station afleggen en kiezen vaker de auto als voortransport. Met een normbedrag dat toereikend zou moeten zijn om P+R op maaiveld (nagenoeg) volledig te financieren is het knelpunt van de eigen bijdrage uit de weg geruimd. Dit financieringsprobleem speelt minder aan de herkomstzijde. Hier is vanuit bijvoorbeeld het Amsterdamse programma ‘Voorrang voor een Gezonde Stad’ wel budget gereserveerd. Een groot voordeel van deze methode is verder dat de subsidiebijdrage duidelijkheid schept. Het biedt voor zowel de aanvrager als de Stadsregio zekerheid en kan leiden tot snellere besluitvorming. De Stadsregio probeert met het normbedrag te sturen op kosteneffectieve investeringen op maaiveld. Er wordt een vast bedrag betaald voor het realiseren van een P+Rplaats, ongeacht de locaties. De gedachte is dat hiermee de beleidsdoelstellingen sneller kunnen worden gerealiseerd doordat een vastgestelde beleidsregel met een normbedrag de financiële belemmeringen om in P+R te investeren wegneemt. In de evaluatie van het RVVP (2009) wordt de effectiviteit van de beleidsregel tegen het licht gehouden.
6
4. Bronnen • • • • • • • • • •
Actieplan Ketenintegratie Noordvleugel – Samenwerkende overheden platform bereikbaarheid (2007) Regionaal Verkeer en Vervoerplan – Stadsregio Amsterdam (2005) OV visie - Stadsregio Amsterdam (2008) Actieplan Groei op het Spoor – Ministerie V&W (2007) Artikel Verkeerskunde – Giuliano Mingardo, Erasmus Universiteit (2007) P+R, Schakel in de mobiliteitsketen – Johan Metz, ministerie V&W (2008) Evaluatie BONroute terreinen – MUconsult 2006 Stafstuk PvE stadsrandtransferia – Stadsregio Amsterdam (2005) Nota Parkeer en Reisvoorzieningen – Stadsregio Rotterdam (2002) Aan de slag met P+R beleid - CROW/KPVV (2005)
Bijlagen • • •
Basis PvE voor P+R terreinen Toekomstplannen P+R locaties vanuit div. beleidsstukken Kaartmateriaal
7
Bijlage 1 Basis PvE voor P+R terreinen Bereikbaarheid • Goede en directe aansluiting hoofdwegennet/Provinciaal wegennet/Fietsnetwerk • Bij Herkomst P+R een hoogwaardige regionale OV-ontsluiting en bij Bestemmings P+R ten minste een hoogwaardige lokale OV-ontsluiting richting centrum (frequentie in de spits minimaal 6 X per uur), OV-alternatief concurrerend aan de auto. • Weinig omrijtijd met de auto • P+R aanduiding via ANWB-borden op de toeleidene route. Indien mogelijk en nuttig: dynamische displays, aanduiding vol/vrij/kruis / hoge P+R zuil. • Max. 250 mtr loopafstand tot OV-overstappunt via overzichtelijke, bewegwijzerde en sociaal veilige looproute Voorzieningen • Duidelijke interne circulatie • Parkeren buiten de vakken in principe onmogelijk • Aanduiding aantal vrije parkeerplaatsen • Aparte parkeerplaatsen voor invaliden • Indien er een toezichthouder aanwezig is > beheerdersgebouw • Beschutting/overdekte wachtruimte nabij OV-halte • Overzichtelijk/transparant • Prullenbak(ken) • Toiletten • Toegankelijke OV-haltes Veiligheid • Bewaking (minimaal camera’s) • Verlicht • Fysieke barrière (slagboom) ingang/uitgang terrein bij betaalde P+R Informatie • Informatie OV • Reisinformatie • Aanwezigheid van klokken Flankerend beleid • Voorkomen oneigenlijk gebruik door parkeerders die geen gebruik maken van natransport • Parkeerregime (tariefstelling) op het terrein is afgestemd met de omgeving. • Aanwezigheid van fietsparkeervoorzieningen (bij herkomst P+R) en mogelijk uitgifte huurfiets (bij Bestemmings P+R) en aansluiting op fietsroute. • Loopvoorzieningen • Duidelijke beheersafspraken en zekerheid van continuïteit in exploitatie
8
Illustratie: Toetsing stadsrandtransferia P+R Zeeburg Projectinformatie Het project ligt naast de halte van de IJtram (rail) en nabij de ring A10 (auto). De locatie is door middel van een nieuw beheerdersgebouw, nieuw maaiveld en een verlichtingsweb aantrekkelijk gemaakt voor personen die naar Amsterdam komen en de auto bewaakt willen parkeren. In het tarief (€5.50/24 uur) zijn 2 tram/buskaarten inbegrepen om met het O.V. naar de binnenstad door te reizen. Het aantal autoparkeerplaatsen bedraagt 204 incl. 4 gehandicapten plaatsen en 21 parkeerplaatsen t.b.v. coaches. Totale geraamde projectkosten € 1.349.612 ex. BTW. Gevraagde GDU bijdrage: 30% = €404.884. Beoordeling Het gerealiseerde P+R Zeeburg voldoet aan het PvE stadsrandtransferia. De aanvraag tot erkenning/beschikkingsaanvraag kan worden ingediend bij het ROA. Berekening indicatieve bijdrage gebaseerd op definitieve uitvoeringskosten* * - maaiveld - verlichting en bebording - beheerdersgebouw - wasruimte - camera’s
euro 442.000 euro 125.500 euro 223.190 euro 71.500 euro 22.630 Euro 884.820
50% subsidiabel 10% onvoorzien Subtotaal subsidiabele kosten 16% VAT 19% BTW Indicatieve subsidiebijdrage
euro 442.410 n.v.t. euro 442.410 euro 70.786 n.v.t. (BTW euro 84.058 verrekenbaar bij fiscus) euro 513.196 (incl. VAT)
* * in overleg met Jeroen Langkemper
9
Bijlage 2 Toekomstplannen P+R locaties vanuit div. beleidsstukken Bonroute De elf bestaande terreinen: P+R Almere Oostvaarders P+R Almere Buiten P+R Getsewoud P+R Castricum
P+R Spaarnwoude P+R Spaarne Ziekenhuis P+R Koog-Zaandijk
P+R Heiloo P+R Krommenie-Assendelft P+R Heerhugowaard
Nieuwe terreinen en uitbreidingen gefinancierd (start uitvoering 2008): P+R Almere Parkwijk P+R Heiloo
P+R Obdam
P+R Heerhugowaard
Quick Wins programma Noordvleugel (uitvoering 2008-2010 met 50% cofinanciering vanuit Quick Wins): P+R Halfweg P+R Weesp P+R Hoogkarspel
P+R Haarlem Spaarnwoude P+R Anna Paulowna
P+R Uitgeest P+R Den Helder
Ambitie na 2010 (financiering nog niet geregeld): P+R Purmerend P+R Blaricum P+R Lelystad Zuid
P+R Schagen P+R Hoofddorp NS P+R Alkmaar Noord
P+R Bovenkarspel P+R Amstelveen Westwijk P+R Amsterdam Buikslotermeerplein
OV-Visie Stadsregio Amsterdam Ambitie na 2010 / zoeklocaties P+R Aalsmeer Legmeerdijk
P+R Sassenheim
P+R toekomstig station Oosthuizen
P+R Halfweg
NS / Actieplan Groei op het Spoor Mogelijk aan te melden projecten voor een bijdrage vanuit ‘Groei op het Spoor´ P+R station Hoorn NS
P+R station Hoofddorp NS
P+R station Amsterdam Lelylaan NS
P+R station Amsterdam Sloterdijk NS
Gemeente Amsterdam: voorrang voor een gezonde stad Bestaande terreinen: P+R Bijlmer Arena P+R station Amsterdam Sloterdijk NS
P+R Zeeburgereiland P+R Bos en Lommerplein
P+R Olympisch Stadion
Ambitie: Uitbreiden van bestaande P+R Zeeburg en Sloterdijk. Aanleg nieuwe terreinen. Gedacht wordt aan: Afslag Watergraafsmeer en Gaasperplas Oude Haagseweg Lutkemeerpolder Overamstel
Middenberm transormatorweg
Station Lelylaan
Stadionplein Surinameplein
Nieuwe Leeuwarderweg Utrechtse brug
10
Bijlage 3 Kaartmateriaal
11