Stuur- en werkgroep dyslexie Walcheren Informatiebulletin nr. 3; juni 2010 testen af en stelt een handelingsplan op. Rond de kerstvakantie in de brugklas zorgt het VO voor een terugkoppeling naar het basisonderwijs.” Het onderzoek… “Om begeleiding van leerlingen goed af te kunnen stemmen op de instructie- en ondersteuningsbehoeften is het nodig om ernstige lees- en/of spellingproblemen en/of dyslexie tijdig te signaleren en te diagnosticeren. Een dyslexieonderzoek levert hiertoe een onderkennende, een verklarende en een indicerende diagnose.” De dyslexieverklaring… “De dyslexieverklaring geeft recht op alle hulpmiddelen en ondersteuning (compenserend, remediërend en dispenserend) die zijn beschreven in de indicerende diagnose.” Info… Afspraken, protocollen en documenten omtrent dyslexie vind je op de websites van de diverse scholen voor Voortgezet Onderwijs. www.cswalcheren.nl www.nehalennia.nl www.scheldemond.nl
Bron: Lectrr.be;Comic House
“Ook een rivier begint met de eerste druppel” Wat waren de highlights uit het afstemmingsdocument “Ernstige lees en/of spellingsproblemen en/of dyslexie”? Waarom vonden we het als primair onderwijs en voortgezet onderwijs op Walcheren belangrijk om goede afspraken met elkaar te maken omtrent dyslexie? Hoe zat het ook alweer? In vogelvlucht door het document.
Kurzweil…van tekst naar spraak Anneke Wisse uit Biggekerke is een doordouwer. Ze zit in het tweede jaar HAVO/VWO van het CSW, locatie Bestevaer. Dat lijkt niet bijzonder, maar Anneke is dyslectisch en dan gaat het leren niet altijd van een leien dakje. Gelukkig kan ze op haar laptop gebruik maken van het programma Kurzweil.
De visie… “Zowel het Primair Onderwijs als het Voortgezet Onderwijs op Walcheren gaat op professionele wijze om met leerlingen waarbij sprake is van ernstige lees- en/of spellingproblemen en/of dyslexie. Dit betekent dat deze leerlingen niet worden afgerekend op hun ‘handicap’. Dit is geen gunst maar een recht.” De overdracht… “Om de doorgaande aanpak te realiseren is een goede overdracht van gegevens van PO naar VO noodzakelijk. Daarin maken we onderscheid tussen leerlingen met een dyslexieverklaring en leerlingen met ernstige lees en/of spellingproblemen.” De werkwijze… “De basisschool levert een onderwijskundig rapport, waarna de school voor VO het dossier screent. Het Voortgezet Onderwijs organiseert een warme overdracht, neemt waar nodig aanvullende
Anneke vertoonde al vroeg op de basisschool kenmerken van dyslexie of op zijn minst stevige taalproblemen. Ze was een late lezer, haalde de letters b en d door elkaar, had problemen met spelling, kortom voor de school en haar ouders signalen genoeg om actie te ondernemen. Vanaf groep 3 van de basisschool kreeg ze remediërende hulp en twee jaar later werd Annekes dyslexie middels onderzoek vastgesteld. Bij de Cito-entreetoets, eind groep 7, deden haar ouders een bijzondere ontdekking. Hun dochter legde de toets af met auditieve ondersteuning en dat leverde een percentielscore van 82 op! Met de juiste
1
hulpmiddelen kon ze blijkbaar goed presteren. Eerder al had Anneke bij de remedial teacher een schoolgenoot zien werken met een programma dat teksten hardop verklankte. Vanaf dat moment was de link met Kurzweil snel gelegd. Anneke: “In groep 8 en de brugklas nam ik mijn laptop ook mee naar school, maar nu gebruik ik hem alleen thuis bij aardrijkskunde, geschiedenis, bio en nask. Bij die vakken komt veel tekst kijken. Op school is het met Kurzweil moeilijk om het tempo van de les bij te houden. Zeker als een leraar uitstapjes maakt naar een volgend hoofdstuk of aparte oefeningen, die ik dan net niet op de laptop heb staan.” Het importeren van teksten vereist heel wat aandacht en discipline. In de zomervakantie besteedt Anneke zeker een week tijd aan het scannen van de leerstof voor de eerste periode van het nieuwe schooljaar. Dat betekent dat Anneke haar boeken al voor de vakantie in bezit moet hebben. Het scannen heeft het voordeel dat de structuur van de leerboeken duidelijk wordt. Dyslectici hebben, nog meer dan hun klasgenoten, baat bij ordening en structuur. Er is ondertussen wel een databank waar VMBOKurzweilgebruikers gebruik van kunnen maken, zodat het arbeidsintensieve scannen niet meer nodig is, maar deze is nog niet beschikbaar voor HAVO/VWO. Het handigst zou het zijn als uitgevers vaste bestanden aanleveren, die eenvoudig op de computer geïnstalleerd kunnen worden.
ondergesneeuwd door allerlei tekst en beeld eromheen en spectaculaire layout. Voor een kind met dyslexie is juist die eenduidige structuur en essentie van groot belang. Uitgevers zouden dyslecten moeten inschakelen bij de ontwikkeling van nieuw lesmateriaal.” Ondertussen laat Anneke zien wat er allemaal mogelijk is met Kurzweil. Teksten importeren vanaf internet en deze laten voorlezen, het voorleestempo aanpassen aan jouw behoefte, spraaknotities in tekstballonnen invoegen, Engelse teksten verklanken, invuloefeningen in het werkboek maken. “Er zijn volgens mij nog veel meer mogelijkheden”, zegt Anneke, “maar ik heb genoeg aan de dingen die ik nu gebruik. Je moet je goed inwerken in de mogelijkheden om handig en vlot te worden in Kurzweil.” Kurzweil heeft Anneke geholpen haar taalproblemen te overwinnen, waardoor ze zekerder en zelfbewuster is geworden. Daardoor kwam er ruimte voor andere talenten zoals de hoofdrol in een musical. Anneke Wisse uit Biggekerke is een doordouwer. Ze gaat voor VWO3!
Vlgones een oznrdeeok op een Eglnese uvinretsiet mkaat het niet uit in wlkee vloogdre de ltteers in een wrood saatn, het einge wat blegnaijrk is is dat de eretse en de ltaatse ltteer op de jiutse patals saatn. De rset van de ltteers mgoen wllikueirg gpletaast wdoren en je knut vrelvogens gwoeon lzeen wat er saatt. Dit kmot odmat we niet ekle ltteer op zcih lzeen maar het wrood als gheeel. Delystci zein vaekr de leterts door eklaar saatn. Bron: www.spreekbeurtenstartpagina.nl
Annekes moeder: “Wat ons opvalt in de leerboeken is dat de essentie vaak is
2
De vergoedingsregeling vanaf 1 januari 2009 geldt voor leerlingen met ernstige, enkelvoudige dyslexie. ‘Enkelvoudig’ betekent dat er bij de leerling naast dyslexie geen sprake is van een of meer andere (leer)stoornissen. Dit wordt ook wel ‘co-morbiditeit’ genoemd. Het Protocol Dyslexie Diagnostiek & Behandeling (voor de Zorg) geeft aan dat het bij co-morbiditeit gaat om stoornissen die bovengemiddeld vaak samen met dyslexie voorkomen. Een dergelijke stoornis hoeft geen gemeenschappelijke oorzaak te hebben met dyslexie, maar heeft wel een negatieve invloed op de prestaties op lezen en spellen van de dyslectische leerling. De stoornis heeft dus wel een zekere relatie tot de dyslexie en/of leervaardigheden; een gebroken been wordt niet gezien als comorbiditeit. Het is aan de diagnosticus (een gedragswetenschapper) aan de zorgkant om te bepalen of er sprake is van comorbiditeit. Overigens is het niet zo dat kinderen waarbij sprake is van comorbiditeit geen recht hebben op zorg; de vergoeding van deze zorg valt alleen niet onder deze specifieke regeling. Als er sprake is van ernstige dyslexie in combinatie met een andere GGZ-stoornis, bestaat er – al vóór 2009 – recht op vergoede hulp op grond van de algemene regels voor de GGZ-hulpverlening in de basisverzekering. Als er sprake is van ernstig dyslexie in combinatie met de diagnose auditieve of visuele stoornis, bestaat er al langer – al vóór 2009 – recht op hulp in de vorm van leesbegeleiding (bijvoorbeeld leestraining door een logopedist) vanuit de vergoeding die deze leerling krijgt voor die andere (niet-GGZ-)stoornis.
Dyslexie in de zorg Sinds 1 januari 2009 zijn diagnose en behandeling van ernstige, enkelvoudige dyslexie opgenomen in het basispakket van de zorgverzekering. Vergoeding van dyslexiezorg is mogelijk onder bepaalde voorwaarden. Grondslag voor de vergoeding vormen de Protocollen Diagnostiek en Behandeling van Dyslexie. Ernstige dyslexie Om in aanmerking te komen voor vergoeding moet er sprake zijn van ernstige, enkelvoudige dyslexie. Dat wil zeggen dat er géén bijkomende stoornissen zijn naast dyslexie en de ernst van de lees- en spellingproblemen is vastgesteld aan de hand van toetsen. Het zijn met name leerlingen met een E-score voor lezen en leerlingen met een D-score voor lezen én een E-score voor spellen, voor wie de vergoeding van dyslexiezorg bedoeld is. School is poortwachter Om te voorkomen dat alle kinderen met leesproblemen aangemeld worden voor een dyslexie-onderzoek heeft de school de functie van een poortwachter. De school stelt een leerlingdossier samen om het vermoeden van ernstige dyslexie bij een leerling te onderbouwen. Dit dossier bevat een overzicht van de lees- en spellingtoetsen en een beschrijving van de geboden hulp op school. Vervolgens kunnen ouders hun kind aanmelden bij een dyslexiebehandelaar voor diagnose en behandeling. De behandelaar beoordeelt of in het dossier het vermoeden van ernstige enkelvoudige dyslexie voldoende is onderbouwd om tot diagnostiek en behandeling over te kunnen gaan. Met andere woorden: de inspanningen van de school, samengevat in het leerlingdossier en het deskundig oordeel van de deskundige zijn medebepalend voor een vergoeding van de dyslexiezorg.
Wat is de leeftijdsgrens van een leerling om voor vergoeding in aanmerking te komen? De vergoedingsregeling voor ernstige, enkelvoudige dyslexie geldt in het primair en het speciaal onderwijs voor leerlingen van 7 jaar en ouder. De regeling wordt geleidelijk, over een aantal jaren,
Wat wordt bedoeld met ‘enkelvoudige’ dyslexie?
3
ingevoerd. Dat betekent dat in 2009 diagnostiek en behandeling worden vergoed voor alle leerlingen waarbij de zorg (inclusief diagnostiek) start op de leeftijd van 7 of 8 jaar. Elk jaar wordt de leeftijdsgrens met een jaar opgetrokken totdat in 2013 alle leerlingen van 7 jaar en ouder in het primair en speciaal onderwijs in aanmerking komen voor vergoede zorg in het kader van deze regeling, mits zij voldoen aan de voorwaarden die de regeling stelt. Wat de leeftijdsgrenzen betreft is dus het moment waarop de zorg (inclusief diagnostiek) aanvangt bepalend. De regeling geldt niet voor leerlingen in het voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs. jaar 2009 2010 2011 2012 2013
Weeweewee…informatieve sites www.dyslexie.startpagina.nl www.stichtingdyslexienederland.nl www.steunpuntdyslexie.nl
Successen vieren en beter worden Scholen betrokken bij de samenwerkingsverbanden voor Primair en Voortgezet Onderwijs op Walcheren hebben enkele jaren geleden een convenant gesloten over de begeleiding van leerlingen met ernstige lees- en/of spellingproblemen en/of dyslexie. Praktisch is dit onder andere vertaald in concrete acties rondom de overgang van basisonderwijs naar voortgezet onderwijs, testen op het juiste moment, afstemming van de afspraken rondom dyslexie en de ontwikkeling van protocollen. Wat merkt Evelyn Wiers, remedial teacher met een eigen praktijk en betrokken bij de screening brugklassers van de CSW in Middelburg, van dit convenant.
Leeftijd bij aanvang van de zorg 7 of 8 jaar 7, 8 of 9 jaar 7 t/m 10 jaar 7 t/m 11 jaar 7 jaar of ouder
Evelyn: “Er wordt veel meer gediagnosticeerd op de basisschool en dat vind ik een enorme verbetering. Voordien zagen basisscholen vaak af van een dyslexieonderzoek, omdat het een aanslag deed op het budget van de school. Er werd dan pragmatisch gekozen om de leerling extra hulp te bieden zonder dyslexieverklaring. Dat officiële onderzoek moest dan nog plaatsvinden in het voortgezet onderwijs. Deze benadering vond ik niet altijd gunstig. Het is erg belangrijk dat er zo vroeg mogelijk zekerheid is of er sprake is van dyslexie of
Bron: www.modelbouwforum.nl
4
stap voor stap door bijvoorbeeld de werkwoordspelling of grammatica Engels, Frans of Duits heen loodsen een enorme steun. Ik ben een groot voorstander van deze kaarten. Je hoeft niet bang te zijn dat een leerling zo niets leert. Integendeel, de leerling doet het meestal veel beter en na verloop van tijd kan hij de stappen ook zonder kaart uitvoeren.
niet. Voor alle partijen, maar natuurlijk voor de leerling zelf in de eerste plaats.” De ‘warme overdracht’ is volgens Evelyn Wiers zeker een vooruitgang. “De faciliteiten en de begeleiding, als die nodig lijkt, kunnen nu direct bij aanvang van de brugklas beginnen. Mooi is ook dat leerlingen die nog geen dyslexieverklaring hebben, maar volgens de basisschool vermoedelijk wel dyslectisch zijn, ook een (tijdelijke) faciliteitenkaart kunnen krijgen. Daarmee kan een hoop narigheid voorkomen worden. Wel is het zo dat het er in de begeleiding in het voortgezet onderwijs meestal anders aan toegaat dan op de basisschool. Er zijn grote verschillen in de leerstof en de manier van werken in beide onderwijssoorten. Daardoor kunnen de handelingsadviezen van de basisschool niet altijd zomaar opgevolgd worden. Ik heb de indruk dat daar tussen de basisschool en het voortgezet onderwijs nog wel eens misverstanden over zijn.” Evelyn vindt het ook een goede zaak dat er in het VO dyslexiecoaches zijn gekomen. “Het is voor leerlingen heel fijn een vast aanspreekpunt te hebben.”
De faciliteitenkaart krijgt een steeds duidelijker plek in het onderwijs. Heel goed, de pas verschaft, naast de dispensatie- en compensatiemogelijkheden, duidelijkheid over de faciliteiten die je een leerling biedt. Het uitvoeren van die faciliteiten is in de praktijk echter niet altijd even simpel, dat begrijp ik goed. Hoe organiseer je extra tijd en voorkom je ruis en storing als een leerling langer moet doorwerken, of hoe ga je om met spelfouten in het Engels, Frans of Duits.” Evelyn Wiers blikt in de toekomst: “Er komt steeds meer aandacht voor handicaps en belemmeringen in het leren. Dat is een positieve ontwikkeling. Er is natuurlijk veel meer dan dyslexie. Denk bijvoorbeeld aan dyscalculie. Daar is nog een enorme slag te maken.”
De brugklassers worden op alle scholen voor voortgezet onderwijs op Walcheren gescreend op lees- en spellingproblemen. Evelyn: “We constateren dat er bij het dictee ‘Het wonderlijke weer’ in deze screening, te veel leerlingen als problematisch uit de hoge hoed komen. Denk aan percentages van rond de twintig procent. Dat is uiteraard niet reëel. Daarom zijn de RT’ers toch ook weer gaan kijken naar het soort fouten dat leerlingen maken in dit dictee en in de samenvatting die ze moeten schrijven. De groep die verder onderzocht wordt, maken we zo kleiner. Grensgevallen markeren we dan als ‘verdacht’. Die leerlingen moeten in de gaten worden gehouden.”
Stuur- en werkgroep hebben op 3 juni jongstleden het afstemmingsdocument geëvalueerd. In het najaar van 2010 hopen we een bijgestelde versie te verspreiden onder alle betrokkenen. Deze zal met name voor de collega’s van groep 8 een tijdsbesparing betekenen.
Projectleiding: Albert de Bruijn; RPCZ Stuurgroep: Hann Timmermans, Pim van Kampen, Janneke Minnaar, Dick Hoeksema
Evelyn Wiers vindt dat zeker in praktische zin verbeteringen gerealiseerd kunnen worden: “Er wordt soms te weinig bij stilgestaan of een aan te schaffen methode wel prettig werkt voor dyslecten. Voor deze leerlingen is een rustige lay-out van belang, ze hebben baat bij minder lange teksten, een heldere structuur, duidelijke samenvattingen, veel visualisatie. Gatenteksten, die vaak gebruikt worden bij oefeningen en toetsen, kunnen voor dyslectische leerlingen heel verwarrend zijn. Daarentegen zijn hulpkaarten die je
Werkgroep: Hann Timmermans , Pim van Kampen, Albert de Bruijn, Janneke Minnaar, Ad Osté, Christine van der Meule, Dennis Feij, Evelien Corbein, Ita Vis, Jozien Barth, Margo van der Meer, Dick Hoeksema, Marriët Krijger, Ria Borgs
5
Bron: ’t Tussenstation; praktijk voor remedial teaching
6