Studiewijzer Onderzoek van Onderwijs (10 ECTS) Studiejaar 2012-2013
Versie bestemd voor studenten aan TUE (Eindhoven School of Education)
1. Inhoud van de cursus Algemeen
Doelgroep:
Studenten Science Education van de Master Science Education and Communication.
Verzorgd door:
Eindhoven School of Education (eindverantwoordelijk)
Docenten:
Prof. Dr. P. J. den Brok (eindverantwoordelijk) Dr. J. C. Perrenet Dr. M. Koopman
Inlichtingen:
Secretariaat ESoE - TR 3.43 -
[email protected] - tel. 3095 Prof. Dr. P. J. den Brok (
[email protected]) - tel .4702
Cursusmateriaal
Verplicht (digitaal beschikbaar via OASE): - Akker, J. van den (1999). Principles and Methods of Development Research. In Akker, J. van den, R.B. Brach, K. Gustafson, N. Nieveen & T. Plomp (Eds.), Design Approaches in Education and Training. Dordrecht: Kluwer Academic Publishers, pp. 1-14. -
De studiewijzer.
-
Hand-outs bijeenkomsten.
-
Checklists vragenlijst, interview en observatie.
-
Gravemeijer, K. & Cobb, P. (2006). Design research from the learning design perspective. In Akker, J. van den, K. Gravemeijer, S. McKenney & N. Nieveen (Eds.) Educational Design Research: The design, development and evaluation of programs, processes and products. London: Routledge, pp. 4585.
Aanbevolen: - Baarda, B. & De Goede, M. (2006). Basisboek Methoden en Technieken (vierde druk). Groningen: Wolters-Noordhoff. -
Baarda, B. & De Goede, M. (2007). Basisboek Kwalitatief Onderzoek. Groningen: Wolters-Noordhoff; hoofdstuk 9. (wordt ter beschikking gesteld)
2
Leerdoelen
In het vak Onderzoek van Onderwijs, met een omvang van 10 EC, leren studenten sociaalwetenschappelijk onderzoeksvaardigheden gebruiken in de praktijk. Problemen worden in de schoolpraktijk vaak 'opgelost' en vernieuwingen vaak ingevoerd zonder dat er een goede analyse aan is vooraf gegaan. Een academisch opgeleide docent is kritisch, signaleert problemen en kan die op een wetenschappelijk verantwoorde manier benaderen. Hiertoe maakt de docent gebruik van wetenschappelijke methoden van informatieverzameling en -analyse evenals van wetenschappelijke literatuur. Aangezien een universitair opgeleide docent een vakspecialist is, zal deze onderzoekskwaliteit van de docent vaak op het gebied van de didactiek van het schoolvak liggen. De student wordt tevens geacht om het onderzoek(splan)te presenteren en te verantwoorden voor een collegiaal forum. Reflectie op het hele onderzoek is tevens een belangrijk leerdoel. Onderwerp en vorm onderzoek
De student doet (in principe) ontwerpgericht onderzoek naar een vak- of profiel didactisch onderwerp, dat zoveel mogelijk aansluit bij andere vakken van de opleiding. Die aansluiting kan ervoor zorgen dat een deel van het werk al binnen dat vak gedaan kan worden, bv. ontwikkelwerk of literatuurstudie. Het onderwerp past bij voorkeur binnen een van de hieronder genoemde thema’s en kan zich richten op zowel een praktisch probleem of materiaal voor enkele leerlingen als om een probleem dat een grotere groep en langere duur betreft. In overleg met de verantwoordelijke docent(en) en (beoogde) begeleider(s) kiest de student het onderwerp. Thema’s waarop de 3TU lerarenopleidingen zich in dit verband speciaal op richten zijn: 1. Context concept onderwijs. De opzet en implementatie van onderwijs dat meer contextgericht is. Dit is een breed thema waarin onderzoeksvragen aan de orde kunnen komen variërend van (her)ontwerpen, leeropbrengsten, opvattingen van leerlingen tot samenwerkend leren. 2. Technasium. Scholen voor VO werken soms vanuit het predicaat Technasium, waarbij ze niet alleen met nieuwe onderwijsruimtes en materialen werken, maar ook met nieuwe vakken (onderzoek, ontwerpen). Bij dit thema gaat het bijvoorbeeld om het inrichten van specifieke onderdelen van opdrachten voor een technasium en de leereffecten hiervan. 3. ICT en didactiek. Op dit gebied zijn veel ontwikkelingen zichtbaar die het onderzoeken en ontwerpen waard zijn, zowel binnen vakken met het gebruik van digitale middelen zoals digibord, applet en modelleerprogramma, als binnen scholen en jaarlagen met invoeringen en gebruik van ELO’s, laptopklassen en tablet computers. 4. Practica. Bij de natuurwetenschappelijke vakken spelen practica een belangrijke rol. Maar wat is het leerrendement van een practicum, en welke factoren beïnvloeden dat? 5. Modelleren. Zowel het gebruik van modellen als het zelf opstellen van modellen zijn in de natuurwetenschappen gemeengoed. Hoe zet je goede lessen op en voer je die uit, en welk effect hebben die? 6. Specifieke didactische werkvormen. Docenten en scholen experimenteren nogal eens met nieuwe didactische werkvormen, zoals concept maps, concept cartoons en samenwerkend leren. Hoe zien lessen er uit die daar effectief gebruik van maken; wat werkt wel en wat werkt niet? 7. Technisch ontwerpen. Bij NLT (Natuur Leven & Techniek), bij Technasia en bij profielwerkstukken speelt technisch ontwerpen een rol. Dit thema biedt ook veel mogelijkheden voor onderzoek naar de opzet en effecten van dergelijk onderzoek en van ontwerpen. 3
8. Sensible mathematics. ‘Sensible mathematics’ is het fasegewijs gevoelig maken voor wiskundige begrippen en bewerkingen daarmee. De ontwikkeling start bij waarnemingen en eigen ervaringen, gaat over in het gebruik van visualisaties op grond van beschrijvingen en eindigt en het gebruik van symbolen (wiskunde). 9. Lesson study als methodiek. Lesson study is een specifieke methode, waarbij docenten als team samenwerken aan een serie lessen, deze lessen opnemen en plannen en vervolgens samen bekijken om ze te verbeteren. Een interessante vraag is wat de effecten van ‘lesson study’ in de praktijk van het lesgeven zijn. (Specifieke expertise is aanwezig bij de TU Twente). 10. Wiskundig denken stimuleren; omgaan met meer- en hoogbegaafde leerlingen. Het wiskundig denken van meerbegaafde leerlingen krijgt recentelijk meer aandacht. In het algemeen geldt dat docenten en scholen meer bezig zijn met het stimuleren van excellentie binnen hun vakken. Hoe zien lessen en opdrachten er uit waar dergelijk werken wordt gestimuleerd? Welk effect heeft dat op begaafde leerlingen, maar ook op de andere leerlingen? (Specifieke wiskundige expertise is aanwezig bij de TU Twente). 11. Self-study. Tegenwoordig wordt ook van docenten en scholen verwacht dat ze ‘evidence based’ handelen, waarbij het bereiken van goede opbrengsten bij leerlingen centraal staan. Binnen de lerarenopleiding is dat al gemeengoed. Docenten (in opleiding) verzamelen dan systematisch materiaal en analyseren dat met het oog op verbetering van het eigen (vak)didactisch handelen. 12. Havo – vwo. Differentieren is een aspect waar veel docenten mee worstelen. In het eerste graads gebied gaat het dan onder meer om Havo versus Vwo leerlingen. Hebben Havo leerlingen een andere aanpak en didactiek nodig? Hoe ziet materiaal er uit dat goed rekening houdt met deze differentiatiemogelijkheden? 13. Aansluitingsvraagstukken op het terrein van de bètavakken. Zowel in de overgang van BO naar VO, als van VO naar HBO/WO spelen allerlei vraagstukken, bijvoorbeeld m.b.t. techniekonderwijs, rekenonderwijs (o.a. breuken, algebra). Weten docenten uit de verschillende domeinen wat en hoe ze onderwijzen? Welke strategieën worden aangeleerd bij leerlingen? Maken ze daarvan gebruik? Is deze aansluiting binnen diverse onderwerpen te verbeteren?
Procedure
Onderstaande procedure heeft betrekking op Onderzoek van Onderwijs met een studielast van 10 EC1. Dit vak doorloop je door een aantal stappen te zetten2. 1 Volgen workshops (o.a. over methoden en technieken) 2 Onderwerpkeuze 3 Onderzoeksplan + goedkeuring daarvan (go / no go) 4 Accorderen van te gebruiken instrumenten (go / no go) 5 Uitvoeren van het onderzoek 6 Verslagleggen 7 Beoordeling
1
De opleiding kent ook het afstudeeronderzoek van 30 EC (voor studenten van de twee-jarige variant). Daarvoor is een aparte studiewijzer. 2 De precieze invulling van deze stappen kan op details per 3TU vestiging verschillen.
4
8
Archivering voor gebruik door anderen
In principe heb je ‘recht op’ 6 begeleidingsgesprekken: - twee keer bij de ontwikkeling van het onderzoeksplan - bij de totstandkoming van het theoretisch kader - bij de ontwikkeling van de van de instrumenten - bij de data-analyse en beschrijving van de resultaten - bij het conceptverslag Ad 1. Workshops methoden en technieken
Je neemt deel aan bijeenkomsten en colleges die georganiseerd worden over het doen van ontwerpgericht onderzoek binnen het onderwijs. Daarin komen aan de orde: - Opzet van het vak, het belang van onderzoek, het onderzoeksprogramma van de opleiding en een aantal voorbeelden van onderzoek door leraren in opleiding (oriëntatiebijeenkomst). - Methoden en technieken van sociaal wetenschappelijk onderzoek. o De aard en mogelijkheden van ontwerpgericht onderzoek; inventarisatie van mogelijkheden aan te sluiten bij (vak)didactiek en onderwijskunde (bijeenkomst methodologie 1). o Instrumentatie en analyse (bijeenkomst methodologie 2). Ad 2. Onderwerpkeuze
Je kiest een onderwerp (zie de thema’s die op blz. 3-4 zijn beschreven). Je oriënteert je op de onderwerpen door te overleggen met stafleden en/of promovendi. Je kiest een onderwerp en een (beoogd) begeleider. Ad 3. Onderzoeksplan + goedkeuring daarvan (go / no go)
Je werkt in overleg met je begeleider je onderzoeksplan uit. In bijlage 1 vind je het format dat je hiervoor moet gebruiken. Vervolgens zorg je ervoor dat het onderzoeksplan wordt goedgekeurd door je begeleider. Je geeft ten minste twee collega studenten feedback op hun plan. Leg je plan ook voor aan de verantwoordelijke docenten voor het vak (je ontvangt dikwijls ook nog wat feedback). De verantwoordelijk docent registreert de goedkeuring (aftekenen). Laat het plan na goedkeuring ondertekenen en registreren (het wordt opgenomen in je persoonlijk dossier bij de opleiding)3. De begeleiding en beoordeling mag in overleg met de begeleider en examencommissie ook gezocht worden bij de andere 3TU vestigingen van de Master SEC. Ad 4. Accordering te gebruiken instrumenten (go / no go)
Je bereidt het ‘veldwerk’ van het onderzoek voor. De onderzoeksinstrumenten die je gaat gebruiken leg je voor aan je begeleider. Pas nadat je expliciet toestemming van je begeleider hebt gekregen om de instrumenten te gebruiken kun je verder gaan met de uitvoering van je onderzoek. Ad 5. Uitvoering van het onderzoek
Je voert het onderzoek (zoveel mogelijk) conform het onderzoeksplan uit. Hou je begeleider(s) in deze fase op de hoogte van je vorderingen. Verder, het is belangrijk dat je het onderzoek uitvoert conform de richtlijnen en ethiek voor wetenschappelijk onderzoek en dat je dit ook in de inleiding van je verslag kort vermeldt. Deze richtlijnen zijn te vinden via: http://www.tue.nl/universiteit/over-de-universiteit/eindhoven-school-of-
3
Inleveren bij prof. dr. P. den Brok:
[email protected] (of in diens postvakje bij het secretariaat van ESoE).
5
education/onderzoek/wetenschappelijke-integriteit/. Belangrijkste aspecten van deze richtlijnen
zijn dat zorgvuldig met respondenten en hun informatie wordt omgegaan, dat toestemming wordt verkregen voor data verzameling binnen de betreffende context, en dat de verzameling, analyse en rapportage van deze gegevens (inclusief hun theoretische achtergrond) zorgvuldig gebeurt. Het is mogelijk dat je begeleider ook een kopie van of inzage in je onderzoeksgegevens vraagt. Ad 6. Verslaglegging + presentatie
Je rapporteert over je onderzoek in de vorm van een verslag (maximaal 30 blz. zonder de bijlagen) of (wetenschappelijk) artikel. In bijlage II vind je een voorbeeld van de inhoudsopgave van het verslag. Ad 7. Beoordeling
Je voert een eindgesprek met je begeleider(s) als het verslag is beoordeeld. Bij de eindbeoordeling wordt ook een tweede (bij voorkeur onafhankelijke) beoordelaar betrokken. Voor de beoordeling wordt het formulier in bijlage III gebruikt. Begeleider(s) kunnen – in overleg met de student – een tweede beoordelaar voorstellen aan de verantwoordelijk docenten voor het vak. Na het eindgesprek met de begeleider(s) geeft de begeleider het (beoogde) eindcijfer door aan de verantwoordelijk docenten van het vak, die het vak vervolgens met een tentamenbriefje aftekent. Ad 8. Archivering
Je goedgekeurde verslag of artikel in pdf-vorm krijgt een plaats in de repository van de Universiteitsbibliotheek. Dit betekent dat je een schriftelijke toestemming geeft voor opname van het verslag in de bibliotheekcollectie (zie bijlage V) en dit formulier met je verslag (waarbij namen van scholen en deelnemende participanten mogelijk geanonimiseerd dienen te worden) inlevert bij de eindverantwoordelijke docent4 van het vak, die het vervolgens naar de bibliotheek stuurt. Vermeld duidelijk op de titelpagina dat het om je verslag van Onderzoek van Onderwijs gaat met een omvang van 10 ECTS. Onderwijsvormen
Tijdens de oriëntatiefase en de planningsfase worden de bijeenkomsten aangeboden in de vorm van hoorcollege en werkcollege. In de planningsfase en het uitvoeringstraject is er individuele begeleiding. Het traject kan individueel doorlopen worden, maar samenwerken in tweetallen of kleine groepen wordt aanbevolen. In dat geval dien je in een bijlage bij je verslag een korte reflectie op deze samenwerking bij te voegen. Relatie met voorkennis
Basiskennis van onderzoeksmethodologie in de sociale wetenschappen (bij voorkeur onderwijskunde) is een vereiste voordat gestart kan worden met het uitvoeren van het onderzoek zelf. Daarom moeten de (methodologie-)bijeenkomsten zijn gevolgd om aan de uitvoering te kunnen beginnen. Tevens kan de uitvoering en beoordeling van je onderzoek pas
4
Stuur je formulier voor goedkeuring en plaatsbare (geanonimiseerde) pdf versie van je verslag naar prof. dr. P. den Brok (
[email protected]).
6
plaatsvinden nadat het vakinhoudelijk deel (en/of deficiëntie- of brugpakket) is afgerond5. Om je met specifieke vragen op weg te helpen zijn korte ondersteunende bestanden op de elektronische leeromgeving gezet.
2. Opzet van de cursus Data en inhoud bijeenkomsten Oriëntatiebijeenkomst Datum: Tijd: Docenten:
Inhoud en doel:
Opdracht voor de volgende bijeenkomst:
10 oktober 2012 10.45 – 12.30 uur (met mogelijke uitloop in de lunchpauze) Prof. dr. P. den Brok Dr. M. Koopman Dr. J. Perrenet Presentatie vakoverzicht en richtlijnen; Discussie over belang onderzoek; Presentatie onderzoeksthema’s. Het doel is dat de student een overzicht verkrijgt van het vak en de randvoorwaarden, de doelen en het belang van onderzoek van onderwijs en een overzicht van de meest relevante onderzoeksthema’s. Presentatie van voorbeelden van lopend of afgerond onderzoek. Het doel is dat de student een indruk krijgt van mogelijke onderzoekstopics, ervaringen van studenten met onderzoek, omvang en opzet van onderzoek. De bedoeling is dat vanaf dit moment de student gaat werken aan de keuze van een onderwerp, een begeleider en een plan (zie Bijlage I: Opzet plan). De eerste schetsmatige versie van het plan wordt ingeleverd een week voor de eerste methodologiebijeenkomst (dus uiterlijk 7 november 2012).
Bijeenkomst (methodologie) 1 Datum: Tijd: Docenten: Inhoud en doel: Opdracht voor de volgende bijeenkomst:
14 november 2012 10.45 – 12.30 uur Dr. J. Perrenet Dr. M. Koopman Aard en mogelijkheden van ontwerpgericht onderzoek. Inventarisatie mogelijke onderwerpen, begeleiders en samenwerking. - De tweede versie van het plan wordt ingeleverd een week voor de tweede methodologiebijeenkomst (dus uiterlijk 9 januari 2013). - Lezen artikelen over ontwerpgericht onderzoek (Van den Akker)
5
De begeleider kan hiertoe bij het secretariaat inzage plegen in dossiers, waarin studieovereenkomsten zijn opgenomen.
7
Bijeenkomst (methodologie) 2 Datum: Tijd: Docenten: Inhoud en doel: Opdracht voor vervolg:
16 januari 2013 10.45 – 12.30 uur Dr. J. Perrenet Dr. M. Koopman Inventarisatie stand van zaken onderzoeksplannen. Overzicht soorten instrumenten en analyses. - Lezen checklists instrumenten en analyse. Aanbevolen: lezen Baarda & De Goede, voor het betreffende onderzoek relevante hoofdstukken. - Feedback geven op onderzoeksplannen van twee collega studenten(groepjes) via de digitale leeromgeving (nadere uitwerking hiervan zal tijdens college worden toegelicht). - Verdere uitwerking van het plan met begeleider(s) . Inleveren bij docenten Onderwijs van Onderzoek uiterlijk 20 februari 2013.
8
Bijlage I: opzet plan Formulier onderzoeksplan 3TU (Dit plan dient te worden ingediend bij en goedgekeurd door één van de coördinatoren6 voor het vak Onderzoek van Onderwijs voordat met het onderzoek zelf kan worden begonnen.) 1. Titel van je project:
2. Naam student (studentnummer) :
(indien van toepassing) Naam student 2 (studentnummer) :
(indien van toepassing) Naam student 3 (studentnummer) :
(indien van toepassing) Naam student 4 (studentnummer) :
3. Naam begeleider:
(indien van toepassing) Naam begeleider 2 (indien niet verbonden aan 3TU: instituut, functie) :
6
Betreffende coördinatoren zijn: Prof. P. J. den Brok, Dr. M. Koopman, & Dr. J. Perrenet. Zorg ook voor een eigen kopie en een kopie voor de begeleider(s). In ieder geval gaat een digitale versie naar:
[email protected]
9
4. Omvang ECTS (doorhalen wat niet van toepassing is)
5. Beoogde startdatum uitvoering onderzoek:
6. Beoogde einddatum (inlevering verslag):
7. Probleemstelling en onderzoeksvragen (ongeveer 400 woorden) (Waarom wil je dit onderzoek uitvoeren, wat is je (persoonlijke) motivatie, welk praktisch en/of wetenschappelijk probleem pakt het aan? Welke opbrengst verwacht je (materiaal, adviezen, aanpak)? Wat is de hoofdvraag en uit welke subvragen bestaat de hoofdvraag? Welk soort onderzoek beoog je te doen? Eventueel: welke uitkomst verwacht je?)
10
8. Theoretische inbedding (ongeveer 300 woorden): (Wat zijn belangrijke begrippen gerelateerd aan je probleem en onderzoeksvragen? Wat zijn belangrijke zoektermen voor de literatuur? Wat zijn definities van de belangrijke begrippen (eventueel: welke keus heb je daarin gemaakt)? In welk domein ligt je onderzoek, waar/bij wie kun je eventueel aan expertise komen?)
9. Referenties (geef ten minste 3 referenties die je van plan bent te gebruiken. Geef de referenties conform APA stijl. Zie: Publication Manual of the American Psychological Association, 5th ed. (Washington, DC: American Psychological Association, 2001). Gebruik indien mogelijk een bibliografieprogramma voor je referenties, zoals Endnote (add-on by word).
Ref 1:
Ref 2:
Ref 3:
11
10. Methode (ongeveer 300 woorden) (Hoe ga je de onderzoeksvragen beantwoorden? Wat zijn belangrijke (on)afhankelijke variabelen? Welke procedure ga je volgen? Hoe ga je data verzamelen – met welke instrumenten of verzamelingsmethoden, bij wie? Hoe ga je de data verwerken en/of analyseren?)
11. Globale tijdsplanning (ongeveer 100 woorden) (Welke activiteiten ga je uitvoeren, wanneer en hoeveel tijd zullen ze nemen (reken voor het schrijven van dit plan en de workshops ongeveer 3 EC)? Hoe zien achtereenvolgende fases van je onderzoek eruit in de tijd? (begin- en eindpunten) Wanneer heb je gepland data te verzamelen van welke soorten respondenten?)
12
Datum en handtekening coördinator Onderzoek van Onderwijs/Afstudeeronderzoek:
Nb. Controle voorkennis/behaalde vakken dient te zijn uitgevoerd.
13
Bijlage II: Opzet verslag Eisen aan het verslag: -
Maximaal 30 pagina’s (exclusief bijlagen) Samenvatting 100 tot 150 woorden Bevat de structuur en de elementen zoals hieronder aangegeven.
1.
Titelpagina - Titel van je onderzoek - Naam - Studentnummer - Vak waarin je lesgeeft - Geef duidelijk aan dat het gaat om je Verslag van Onderzoek van Onderwijs (10 EC variant)
2.
Samenvatting - Kort overzicht van je onderzoek en de belangrijkste resultaten
3.
Inleiding - Wat is het onderwerp van je onderzoek? - Waarom is dit onderzoek belangrijk voor onderzoekers, docenten in opleiding/ docenten/lerarenopleiders, de school, samenleving? - Wat is de algemene onderzoeksvraag?
4.
Theoretisch kader7 - Wat zijn de belangrijkste begrippen en hoe kunnen die worden gedefinieerd of beschreven? - Wat is al bekend ten aanzien van je onderzoeksvraag (resultaten van eerder onderzoek, noem relevant onderzoek/onderzoekers en hum resultaten of ideeën)?
5.
Onderzoeksvragen8 - Formuleer je specifieke onderzoeksvragen die je met dit onderzoek wil beantwoorden. - Formuleer indien mogelijk hypothesen of verwachtingen.
6.
Methode9 6.1 Respondenten - Welke respondenten spelen een rol in je studie? Beschrijf ze in termen van sexe, leeftijd, klas, vak, ervaring enz. - Hoe veel respondenten heb je gebruikt? - Hoe heb je de respondenten geselecteerd en waarom? - Had je respondenten die niet meewerkten? Hoeveel? Heb je daar in de studie last van gehad? Hoe? 6.2 Procedure - Beschrijf je onderzoeksopzet.
7
Kies je voor een ontwerpgericht onderzoek, dan zal deze paragraaf het programma van eisen bevatten en de literatuur waaruit die eisen zijn afgeleid. 8 Bij een ontwerpgericht onderzoek zijn dit ontwerpvragen. 9 Bij een ontwerpopdracht kunnen de paragrafen anders zijn.
14
-
Hoe heb je data verzameld en in welke volgorde heb je ze verzameld? Which steps were undertaken for data collection and in what order? - Welke respondenten heb je benaderd en met welke instrumenten. 6.3 Instrumenten - Welke instrumenten heb je gebruikt? - Hoe zijn de instrumenten ontworpen? - Beschrijf de instrumenten: geef voorbeelden van items en schalen en van concepten die een rol spleen. 6.4 Analyse - Hoe heb je de instrumenten geanalyseerd om tot antwoorden op je onderzoeksvragen te komen. - Beschrijf je observatie- of analyse- categorieën. - Wat heb je gedaan om de validiteit en betrouwbaarheid te waarborgen (geef indien mogelijk statistische parameters)? 7.
Resultaten - Presenteer je resultaten, liefst per onderzoeksvraag. Let op dat je geen interpretaties met je resultaten vermengd.
8.
Conclusie en discussie - Wat zijn je conclusies. Beantwoord in ieder geval je onderzoeksvragen. - Kun je je resultaten uitleggen. Zijn er interpretaties, en sluiten die aan bij wat in de literatuur al bekend was? Zijn er alternatieve interpretaties mogelijk? - Wat zijn de limitaties van je studie? Denk aan repondenten, instrumenten, procedure. - Wat zijn de implicaties van je studie. Wat voor aanbevelingen en suggesties gebaseerd op jouw resultaten heb je voor docenten, lerarenopleiders of andere belanghebbenden? - Heb je suggesties voor verder onderzoek?
9.
Literatuur/Referenties - Maak een referentielijst waarbij je de richtlijnen van de APA (American Psychological Association) gebruikt. Hier twee voorbeelden, voor een boek en een tijdschrift: Book: author name, first initial., & other authors (year). Title. City: Publisher. e.g. Brekelmans, M. (1989). Interpersoonlijk gedrag van docenten in de klas. Utrecht: W. C. C. Journal: author name, first initial., & other authors (year). Title. Journal, issue (number), pages. e.g. Martinot, M., Kuhlemeier, H., & Feenstra, H. (1988). Het meten van affectieve doelen: de validering en normering van de belevingsschaal voor Wiskunde (BSW). Tijdschrift voor Onderwijsresearch, 13, 65-76.
10. Bijlagen - Gebruikte instrumenten. - Gebruikte andere materialen (bv lesmaterialen) die in je studie een belangrijke rol spelen. - Alle andere relevante informatie die niet in het verslag past.
15
Bijlage III: beoordelingsformulier Onderzoek van Onderwijs
Beoordelingsformulier 3TU Onderzoek van Onderwijs/afstudeeronderzoek10
Naam student:……………………………………………………..
Studentnummer:……………………………………………………
Titel verslag:……………………………………………………………………………………
Naam Beoordelaar:…………………………………………………
Commentaar (eventueel bijlage toevoegen indien nodig)
Eindcijfer:…………………….
Datum en handtekening beoordelaar:
10
Een kopie van dit formulier dient te worden gemaakt voor: (1) begeleider/beoordelaar, (2) student, (3) Verantwoordelijke vak Onderzoek van Onderwijs/Afstudeeronderzoek. Naamgeving van het vak verschilt ietwat per 3TU locatie.
16
Uitgevoerde onderzoek
OV
V
RV
G
ZG
(1-5)
(6)
(7)
(8)
(9-10)
OV
V
RV
G
ZG
n.v.t.
Probleemstelling/aanleiding (relevantie, helderheid, verbinding met vraagstelling) Doelstelling/beoogde opbrengst (helderheid, verbinding met praktijk/theorie) Onderzoeksvragen (helderheid, specificiteit, onderlinge verbinding) Kernbegrippen/vakinhoud (definiëring, consequentheid, juistheid) Omvang en kwaliteit theorie en literatuur (omvang, actualiteit, eigen formulering, relevantie) Kwaliteit design/product/interventie Keuze/uitvoering analysemethoden (procedure, instrumenten, verzameling data, verwerking en analyse data) Onderzoekstechnische elementen (betrouwbaarheid, validiteit, steekproef en nonrespons) Bespreking resultaten (structurering, relatie tot vragen) Conclusie/discussie/reflectie (relatie tot vragen, beperkingen methode, implicaties praktijk, eigen leerproces) Verslaglegging
n.v.t.
Logische/consistente structuur verslag Lay-out, taalgebruik, leesbaarheid, referenties en bijlagen (conform APA) Afstudeervoordracht / verdediging (betoog: inhoud, vorm, helderheid; omgaan met vragen) Functioneren student
X
OV
V
Zelfstandigheid / inzet Planning en management werk Sociale vaardigheden/ samenwerking Creativiteit / initiatief
17
RV
G
ZG
n.v.t.
Scoringsinstructies: -
-
Aankruisen wat van toepassing is. Bij OV of ZG het specifieke cijfer aangeven (zijn namelijk meerdere mogelijkheden). n.v.t. wordt gescoord indien het niet bij het betreffende onderzoek past, of indien de beoordelaar zich niet competent voelt te oordelen over dat aspect. Bij ESoE (Eindhoven) geldt dit bijvoorbeeld voor de mondelinge presentatie/verdediging. Toelichting rubrieken: OV=onvoldoende, V=voldoende, RV=ruim voldoende, G=goed, ZG=zeer goed (tussen haakjes het bijbehorende cijfer). Alle aspecten tellen even zwaar, en middelen op het eind tot een totaalcijfer. Dit cijfer kan op basis van een toelichting nog enigszins naar boven of naar beneden worden bijgesteld.
18
Bijlage IV: Procedure Onderzoeksprijs ESoE De beste onderzoeksverslagen (criterium: cijfer 8 of hoger) worden jaarlijks voorgelegd aan een commissie van drie personen: iemand uit het betrokken onderwijsveld (bij voorkeur een vakdocent), iemand van de betrokken faculteiten van de TU/e en een in het onderzoek van de ESoE betrokken staflid (de laatste fungeert als voorzitter). De leden ordenen onafhankelijk van elkaar de verslagen op kwaliteit, daarbij lettend op • De waarde voor het voortgezet onderwijs • De wetenschappelijke waarde • De waarde voor het TU/e-onderwijs en rekening houdend met de omvang in ECTS. De docenten voor Onderzoek van Onderwijs bepalen, in geval van twijfel in overleg met de voorzitter van de commissie, op grond van de drie ordeningen, welk verslag de prijs verdient. De prijs wordt uitgereikt ter gelegenheid van de diploma-uitreiking in het eerste semester.
19
Bijlage V: Formulier toestemming publicatie verslag.
Toestemming publicatie onderzoeksverslag
Hierbij geef ik ……………………………………………………………………………….. student identiteitsnummer ……………………….. de ESoE toestemming het verslag van mijn onderzoek, uitgevoerd binnen de opleiding SEC, op te nemen in de digitale collectie van de TU/e. Hiermee bevestig ik, dat er geen belastende informatie of informatie die niet vanuit de opdrachtgever mag worden vrijgegeven, is opgenomen. Plaats ……………………………………………………………… Datum …………………………………………………………….. Handtekening …………………………………………………
20