beautiful lives
Marijke: “In de collegezaal met mijn vriendinnen Pieternel en Linda. Ze zijn allebei heel fanatiek met leren en ik leer graag samen met hen. We kunnen elkaar ook goed helpen zo.”
Studiesucces onder de loep Inzicht in de factoren die bepalend zijn voor succesvol propedeusejaar 2012264 – TU Delft - Faculteit 3mE - Leonie van de Boom & Ariska Jursche – Rapportage – November 2012
beautiful lives
1
Inhoudsopgave Inleiding De wereld van een 1e jaars op 3mE Motivationele strategieën De verschillende spelers in het veld Knelpunten en oplossingen I.
Leren studeren
II. Communicatie III. Motivatie vasthouden
IV. Faculteit & Faciliteiten Marleen: “Je verkleden is in Delft de normaalste zaak van de wereld. Iedereen doet het, iedereen heeft een verkleedkast n huis. En zo is de eerste verkleedparty al geweest. Mooi feest!” beautiful lives
Bijlage: gespreksgids
2
Inleiding In dit hoofdstuk wordt de achtergrond van het onderzoek uitgelegd. Vervolgens zetten we de doelstellingen uiteen, en laten we zien welke aanpak is gekozen om het onderzoek uit te voeren. Hierbij wordt tevens ingegaan op de criteria voor de rekrutering van de deelnemers.
beautiful lives
3
Achtergrond Project ‘Studiesucces’ om studierendement te borgen De faculteit 3mE (Werktuigbouwkunde, Maritieme Techniek & Technische Materiaalwetenschappen) van de Technische Universiteit Delft (TUD) is in 2011 het project ‘Studiesucces’ gestart om het studierendement van de opleidingen te borgen. Op dit moment rondt ongeveer 23% van de propedeusestudenten binnen 7 jaar de studie succesvol af, daar waar de studieduur nominaal gezien maximaal 5 jaar bedraagt.
De doorstroom in het eerste jaar stagneert De positieve ontwikkeling van het toenemend aantal inschrijvingen bij 3mE wordt hierdoor niet optimaal benut. Met name de doorstroom in het eerste jaar stagneert, terwijl een goede doorstroming in dat jaar in belangrijke mate bepalend is voor het afronden van de gehele studie en daarmee dus ook het rendement in belangrijke mate beïnvloedt. Maar liefst 34% van de eerstejaarsstudenten kreeg in 2011 een negatief bindend studieadvies. Met de aangescherpte eisen vanaf september 2012 (45 EC punten nodig voor een positief advies i.p.v. 30 EC punten) voorziet 3mE dat dit uitvalpercentage verder zal stijgen. Uiteraard is dit zeer onwenselijk, zowel vanuit maatschappelijk perspectief (tekort aan technici) alsook vanuit het perspectief van de faculteit en vanuit de student. 3mE wenst deze tendens dan ook te keren. Vanuit het project ‘Studiesucces’ wordt de komende jaren een aantal initiatieven uitgerold om het rendement te vergroten. beautiful lives
4
Achtergrond Houding en gedrag van de studenten Een van de werkgroepen in het project focust zich op ‘houding en gedrag’ van de studenten. Het lijkt namelijk alsof studenten zich zeer wel bewust zijn van de eisen die aan hen gesteld worden en de consequenties die het niet halen van deze eisen heeft. Dit bewustzijn wordt echter in veel gevallen (nog) niet omgezet in gedrag dat tot succes leidt. Het moeilijk vinden om te plannen, de hoge studiebelasting en slechte aansluiting tussen VWO en TUD lijken hiermee te maken te hebben. Het ontbreekt echter aan duidelijk inzicht in hoe studenten het eerste jaar daadwerkelijk ervaren en hoe het komt dat ze er, ondanks hun motivatie en bewustzijn van de eisen, (deels) niet in slagen het jaar tot een goed einde te brengen. Beautiful Lives (BL) heeft een kwalitatief onderzoek uitgevoerd waarmee inzicht wordt geboden in het gedrag, de beleving, de barrières en oplossingen m.b.t. het vergroten van het studierendement in het propedeuse jaar.
beautiful lives
5
Onderzoeksdoelstelling Hoofddoelstelling Het inzichtelijk maken van de (omgevings-)factoren die bepalend zijn voor het studiesucces van eerstejaarsstudenten en de wijze waarop 3mE daarop kan inspelen.
Subdoelstellingen Gedrag, perceptie en beleving van het eerste studiejaar Emotionele en rationele barrières die studiesucces in de weg staan Emotionele en rationele factoren die studiesucces bevorderen De rol van externe partijen in relatie tot het studieresultaat Evaluatie van de gewijzigde opzet van het eerste studiejaar
beautiful lives
6
Onderzoeksopzet (1/3) Onderverdeling in drie groepen studenten Om de eerstejaars studenten echt goed te kunnen begrijpen, is het van belang om inzicht te krijgen in hun aanvankelijke houding t.o.v. de studie, en in de manier waarop deze houding gedurende het eerste jaar verandert. Daarnaast willen we enerzijds grip krijgen op de succesfactoren tijdens het eerste jaar en anderzijds inzicht krijgen in de (mogelijke) barrières voor succes. Dit heeft geleid tot een onderzoeksopzet waarin drie groepen studenten zijn meegenomen: Nieuwe studenten die net zijn gestart met hun opleiding; Studenten die het eerste jaar succesvol hebben afgerond; Studenten die na het eerste jaar een negatief BSA hebben gekregen;
beautiful lives
7
Onderzoeksopzet (2/3) Groepsgesprekken en huiswerkopdracht Er is gekozen voor groepsgesprekken omdat de dynamiek tussen de studenten helpt om alle (mogelijke) succesfactoren en barrières goed in kaart te brengen. Tevens kon er zo samen worden nagedacht over concrete oplossingen voor 3mE. Iedere groep studenten is in twee gesprekken onderzocht, zodat het onderzoek in totaal bestond uit 6 groepsgesprekken met ieder 5 studenten. Elke groep duurde 3 uur. Voorafgaand aan de gesprekken hebben alle studenten middels een huiswerkopdracht al nagedacht over de factoren die invloed hadden op het al dan niet halen van het eerste jaar. Deze input vormde het vertrekpunt voor de groepsgesprekken. 10 x Nieuwe eerstejaars
beautiful lives
10 x Positief BSA
10 x Negatief BSA
8
Onderzoeksopzet (3/3) Extra aandacht voor nieuwe eerstejaarsstudenten Om goed grip te krijgen op de houding en het gedrag van de groep nieuwe eerstejaars ten aanzien van hun studieresultaat, hebben deze studenten een extra uitgebreide huiswerkopdracht gedaan. Ze zijn gevraagd om zowel tijdens de introductieperiode als tijdens de eerste zes weken van hun opleiding een dagboekje bij te houden. Eens per week noteerden ze hun ervaringen van die week, en welke aspecten zowel positief als negatief hadden bijgedragen aan succesvol studeren. De groepsgesprekken vonden plaats halverwege het eerste kwartaal van het studiejaar. Na afloop van het kwartaal zijn deze studenten nogmaals benaderd, deze keer via de telefoon. In dit laatste gesprek zijn de eerste 10 weken van hun studie kort geëvalueerd.
Tijd en locatie van de gesprekken De gesprekken vonden plaats in week 41 en 42, in de PEL-ruimte van de faculteit Industrieel Ontwerpen. Via een gesloten video-circuit heeft het projectteam de gesprekken live kunnen volgen.
beautiful lives
9
Selectie van de deelnemende studenten Voor de rekrutering van de deelnemers is gebruik gemaakt van de adressenbestanden van de TUD. Verder is rekening gehouden met de volgende selectiecriteria: Per gesprek 4 studenten Werktuigbouwkunde en 1 student Maritieme Techniek; Per gesprek minimaal 1 en maximaal 2 vrouwelijke studenten; Per gesprek 3 studenten die zelfstandig wonen en 2 studenten die nog thuis wonen; Per gesprek 2 studenten die lid zijn van een grote studentenvereniging (DSC, Virgiel, St.Jansbrug), 2 studenten die lid zijn van een kleinere vereniging, een studievereniging en/of een sportvereniging en 1 student die nergens lid is.
beautiful lives
10
beautiful lives
11
Inhoudsopgave Inleiding De wereld van een 1e jaars op 3mE Motivationele strategieën De verschillende spelers in het veld Knelpunten en oplossingen I.
Leren studeren
II. Communicatie III. Motivatie vasthouden
IV. Faculteit & Faciliteiten
Bijlage: gespreksgids
beautiful lives
12
Inleiding In dit hoofdstuk bieden we een kijkje in het leven van een eerstejaars student. Waar krijgt hij of zij allemaal mee te maken en hoe wordt deze periode beleefd? Aan de hand van deze context wordt het kernprobleem uiteengezet. Dit kernprobleem staat aan de basis van het hoge percentage studenten dat het eerste jaar afsluit met een negatief BSA.
beautiful lives
13
De stap van school naar TU
“De middelbare deed ik met twee vingers in m’n neus...”
De stap van middelbare school naar TU is heel groot. De studenten komen van onder moeder vleugels, uit een vertrouwde omgeving waar ze helemaal verzorgd werden en geen enkele verantwoordelijkheid droegen. School was makkelijk (voor de meeste van deze béta-VWO-ers), en de stof werd in overzichtelijke, hapklare brokjes opgedeeld.
Wanneer deze jongens en meisjes gaan studeren, vallen ze uit hun warme nest en zijn ze van de ene op de andere dag op zichzelf aangewezen. Ze laten alles en iedereen achter zich, komen in een onbekende omgeving en moeten voor het eerst voor zichzelf zorgen. De tentamens over drie maanden lijken nog mijlen ver weg. beautiful lives
14
Het 1e kwartaal wordt beleefd als een rollercoaster
Thuis
Relaties
Studie
Er wordt wel eens gezegd dat drie elementen bepalend zijn voor ons welzijn: Thuis, Relaties en Studie/Werk. Wanneer het met één van de drie mis gaat, kunnen we dat wel aan, zolang de andere twee stabiel zijn. Echter, zodra twee van de drie pijlers wankelen, hebben we grote moeite om onszelf staande te houden.
Voor een eerstejaars student vallen alle drie de pijlers tegelijkertijd om. Vrienden en familie laten ze achter, ze hebben vaak geen(!) huis meer en weten nog niet wat er studiegewijs van ze wordt verwacht. Na hun aankomst in Delft hebben ze er hun handen vol aan om zich te ‘stabiliseren’: alle drie de pijlers moeten tegelijkertijd overeind worden gezet. Er komt zoveel op ze af, dat het eerste kwartaal wordt beleefd als een rollercoaster! beautiful lives
15
Thuis Het vinden en creëren van een prettig thuis krijgt terecht prioriteit. Het hebben van een eigen plek als basis geeft rust, comfort en overzicht. Het is een randvoorwaarde om goed aan de slag te kunnen gaan met de studie. Deze randvoorwaarde prettig organiseren gaat echter niet vanzelf. Het vinden van een huis kost veel energie. Vaak logeert de student bij vrienden, of in onderhuur, terwijl er instemmingen worden gelopen. Keer op keer worden afgewezen is slopend, net als het vele reizen, logeren en het leven uit een rugzak. Zelf verantwoordelijk zijn voor het huishouden, vraagt meer dan studenten verwachten. De student moet leren om voor zichzelf te zorgen, maar onderschat de taken die hierbij komen kijken: boodschappen doen, koken, wassen, schoonmaken, huishoudgeld beheren... De student leeft hierdoor vaak relatief ongezond, en zit regelmatig op zwart zaad. Thuisblijvers verspillen veel tijd aan reizen en hebben moeite om los te komen van thuis en nieuwe relaties op te bouwen. Sommige studenten kiezen er in het eerste jaar bewust voor om nog even bij hun ouders te blijven wonen: zo blijft in ieder geval één pijler overeind. Echter, het reizen kost veel tijd en thuis wonen gaat vaak ten koste van het sociale leven in Delft. beautiful lives
16
Thuis Maarten: “Dan kwam ik thuis om 21:00, en dan bedacht ik dat ik niks te eten in huis had!”
beautiful lives
17
Relaties Het opbouwen van een nieuw sociaal leven vraagt veel tijd en energie. Ook dit is cruciaal in het vormgeven van het nieuwe bestaan van de student. Nieuwe vrienden dragen bij aan je (toekomstige) identiteit en bieden houvast: ze zitten in hetzelfde schuitje en samen is het gemakkelijker om de weg te vinden dan alleen. Sociaal netwerk draagt bij aan het vormgeven van je volwassen identiteit. De studenten zitten in een situatie waarin ze zichzelf ‘opnieuw uitvinden’: wie wil ik zijn, waar wil ik bij horen? De keuze voor nieuwe vrienden (ev. binnen verenigingen) is hierin heel bepalend. Samen wordt er plezier gemaakt en worden grenzen verkend. Het opbouwen van een sociaal leven kost veel tijd. De agenda van de student staan bol van de (verleidelijke) sociale verplichtingen: met huisgenoten, de studentenvereniging (incl. KMT en borrelavonden), sport- en studievereniging. Het sociale netwerk van de student is van groot belang voor het studieresultaat. In de rollercoaster van het eerste kwartaal zijn vrienden een grote steun m.b.t. de studie: je helpt elkaar de weg te vinden binnen de faculteit en stimuleert elkaar om toch maar wél mee naar dat college te gaan, ook al is het gister laat geworden. Juist diegenen die veel samen studeren lijken goede resultaten te behalen. Ouderejaars zijn hierin een grote steun, zij functioneren als gids en vraagbaak voor de eerstejaars. Ze helpen bij het vinden van informatie, leggen sommen uit, en zijn zo nu en dan even streng als dat nodig is. beautiful lives
18
Relaties
Marleen: “De jaarclub!!!! Het allerleukste groepje meisjes wat ik ooit heb gezien. We zijn nu een feit. En we gaan knallen dit jaar met allerlei leuke dingen en activiteiten. Elkaar steunen door dik en dun. Ik denk dat ik trots mag zijn hier aan deel te mogen nemen...” beautiful lives
19
Studie De studenten zijn heel enthousiast m.b.t. de studie: eindelijk datgene doen waar je zelf voor gekozen hebt! Ze beseffen echter veelal nog niet hoeveel zelfstandigheid en discipline er van ze wordt verwacht en de studiedruk wordt nog niet gevoeld: De verwachtingen zijn hoog gespannen De studenten zitten aan de start van het jaar boordevol motivatie en goede voornemens m.b.t. hun studie, veel zijn er zelfs van overtuigd dat ze dat BSA wel eventjes binnen gaan slepen. De middelbare school is ze immers makkelijk afgegaan, dus wanneer ze zich goed inzetten moet dit ook geen probleem vormen. Maar de tentamens zijn nog zo ver weg, pas over drie maanden! Daar maken ze zich voorlopig nog niet druk over... De student moet nog wennen aan de plotselinge zelfstandigheid Het referentiekader van de middelbare school blijkt echter niet te kloppen. De weinige contacturen lijken in eerste instantie ‘mee te vallen’, tot de student ontdekt dat het bijhouden van de vakken en projecten juist veel meer tijd vraagt, en grotendeels ‘in je vrije tijd’ moet gebeuren. Tijd voor studeren gaat op die manier concurreren met de tijd die nodig is voor het creëren van je eigen thuis, en het opbouwen van een sociaal leven.
beautiful lives
20
Studie
beautiful lives
21
Studie komt op de derde plaats, na huis en relaties Al met al komt er zo veel tegelijk op de student af, dat zijn tijd heel kostbaar wordt. Dit leidt ertoe dat er continue keuzes moeten worden gemaakt. De pijlers Relaties, Thuis en Studie concurreren met elkaar en studie delft daarin het onderspit.
Relaties
Thuis
Studie
beautiful lives
Het opbouwen van een thuis en nieuwe relaties voelt het meest urgent, komt dagelijks terug en bestaat uit veel korte termijn verplichtingen. De (sociale) druk om aan alles mee te doen is hoog, zodat de student sterk in zijn schoenen moet staan om zo nu en dan ‘nee’ te kunnen zeggen.
De studie daarentegen, wordt beleefd als een lange termijnproject met heel veel vrijheid. De student moet zelf plannen, maar beseft niet hoeveel er van hem wordt verwacht. De deadline is nog zo ver weg, dat de noodzaak om hier tijd voor vrij te maken nog niet wordt gevoeld. Hierdoor wordt de studie gemakkelijk uitgesteld: “Eerst even settelen, die vakken haal ik later wel in...” 22
“Ik ben blut, ik heb geen geld om kleren te kopen.”
“Het houdt nooit op, je kan nooit lekker even gaan zitten. Ik weet niet wat er morgen gaat gebeuren. Dan bel ik mijn moeder en zeg ik help me! Dan is het weer ok en ga ik weer verder...”
“Ik mag nu helemaal zelf weten wat ik doe!”
“Ik voel me een beetje dik, ik eet niet meer zo gezond als thuis”
beautiful lives
23
Eerste tentamenweek is koude douche
De eerste tentamenweek komt als een shock en een wake up call. Aan het eind van het eerste kwartaal, vlak voor de eerste witte week, begint de student serieus te studeren. De hoeveelheid lesstof blijkt dan vies tegen te vallen: het is zoveel meer dan op de middelbare school! Vaak moeten er keuzes gemaakt worden tussen vakken, omdat er niet meer genoeg tijd is om álle vakken goed te leren. En zelfs dan blijken de resultaten vaak behoorlijk tegen te vallen: veel tentamens worden niet gehaald. Dit is het moment waarop de student beseft dat de studie veel meer aandacht vraagt en dat een rigoureus andere aanpak nodig is. “Eén tentamen is ongeveer vergelijkbaar met een eindexamen op school..!” beautiful lives
24
Tweede tentamenweek is laatste kans
De student neemt zich voor om het tweede kwartaal te redden wat er te redden valt. Plotseling komt het besef dat, om het BSA nog te kunnen halen, het roer radicaal om moet: er moet veel meer tijd aan de studie worden besteed, en de student moet zich razendsnel een nieuwe studieaanpak aanleren. Ondertussen stapelt het werk zich op: na het tweede kwartaal wacht een dubbele hoeveelheid tentamens. Bovendien bouwen de vakken uit het tweede kwartaal voort op de (grotendeels gemiste) vakken uit het eerste kwartaal. Niet iedere student is flexibel en gedisciplineerd genoeg om deze ommezwaai te kunnen maken, met stress tot gevolg. De kerstvakantie komt als ‘het uur van de waarheid’: de eerste echte adempauze in een veeleisend jaar, met de beslissende tentamenuitslag. Dit is het moment waarop de student weet of hij het jaar gaat halen of niet. beautiful lives
25
Overzicht beleving eerste jaar
Kwartaal 1
Kwartaal 2
Balans vinden in de rollercoaster van je nieuwe bestaan
Keihard studeren: redden wat er nog te redden valt.
Resultaten eerste tentamenweek komen als een shock
beautiful lives
De tweede helft van het jaar is minder stressvol, hier hebben de meeste studenten hun ritme gevonden.
Tweede tentamenweek is het uur van de waarheid: doorgaan of stoppen? (Kerstvakantie als eerste echte adempauze.) 26
Kernprobleem Kernprobleem 1e kwartaal = Balans vinden in rollercoaster van nieuw bestaan
Woonsituatie en Relaties krijgen prioriteit Studielast nog niet direct voelbaar en abstract Studeren komt daardoor op de tweede plaats
Het besef dat ook de studiehouding drastisch aangepast moet worden, komt pas bij de 1e tentamenweek. Dit is voor velen te laat,
zeker wanneer het BSA straks naar 45 ECTS gaat.
beautiful lives
27
Inhoudsopgave Inleiding De wereld van een 1e jaars op 3mE Motivationele strategieën De verschillende spelers in het veld Knelpunten en oplossingen I.
Leren studeren
II. Communicatie III. Motivatie vasthouden
IV. Faculteit & Faciliteiten
Bijlage: gespreksgids
beautiful lives
28
Inleiding In dit hoofdstuk staan we stil bij de verschillende manieren waarop studenten hun weg zoeken in een nieuwe, onbekende wereld. Het hoofdstuk begint met het aangeven van de verklarende en gedragsbepalende dimensies die voor deze studenten spelen. Vanuit deze dimensies zijn in een motivationeel referentiekader de verschillende strategieën aangegeven die studenten hanteren in het omgaan met de ‘rollercoaster’ van hun eerste maanden in Delft.
Het hoofdstuk behandelt vervolgens elke strategie aan de hand van de motivatie van de studenten en hoe dit zich uit in hun studiehouding.
beautiful lives
29
Plotselinge vrijheid brengt zowel opwinding als angst “The sky is the limit!” “Eindelijk bevrijd uit het keurslijf, de wereld ligt voor me open!” “Eindelijk doen wat ik zelf leuk vind, mijn eigen beslissingen nemen!”
“Ik weet niet hoe alles werkt hier, misschien kan ik dit wel niet...” “Ik ken daar helemaal niemand, ik ben bang dat ik me heel alleen ga voelen...”
De plotselinge vrijheid die de student ervaart bij het verlaten van het ouderlijk huis, gaat samen met zowel opwinding als angst. Alhoewel iedere student beide ervaart, zien we dat het per student verschilt welke emotie overheerst. Opwinding en zelfvertrouwen overheerst Deze studenten zien reikhalzend uit naar hun vrijheid, en voelen zich zelfverzekerd genoeg om zich vol overgave in het avontuur te storten. Angst en onzekerheid overheerst Deze studenten vinden de sprong in het diepe best wel spannend, wat leidt tot een risicomijdende houding. Zij houden liever nog zo veel mogelijk vast aan het bekende. beautiful lives
30
Proactief of reactief je weg zoeken
Een tweede verschil tussen de studenten, komt tot uiting in de manier waarop ze omgaan met het maken van individuele keuzes in relatie tot hun sociale omgeving. Proactieve houding Sommige studenten zoeken proactief hun eigen weg. Zij gaan vanuit hun eigen kracht actief op zoek naar antwoorden en oplossingen, en maken zelfbewuste keuzes. Reactieve houding Andere studenten nemen een meer afwachtende houding aan t.o.v. de ‘omgeving’: ze laten de dingen meer op zich afkomen en volgen meer de groep in het maken van keuzes. beautiful lives
31
Motivationeel referentiekader We kunnen deze twee spanningsvelden weergeven als de assen in een figuur. Dit figuur noemen we het motivationeel referentiekader. Het geeft aan op welke verschillende manieren studenten hetzelfde doel nastreven: “je weg vinden in een nieuwe, onbekende wereld”. Zelfverzekerdheid overheerst: Je vol overgave in het avontuur storten
Proactief: ‘Mijn eigen weg zoeken’
Je weg vinden in een nieuwe, onbekende wereld
Reactief: ‘Me voegen naar mijn sociale omgeving’
Onzekerheid overheerst: Vasthouden aan het bekende beautiful lives
32
Vier manieren om je weg te vinden Op basis van deze 2 dimensies, onderscheiden we 4 motivationele strategieën, oftewel manieren waarop studenten hun weg vinden in een voor hen onbekende, nieuwe wereld: Zelfverzekerdheid overheerst: Je vol overgave in het avontuur storten Op de bonnefooi
Proactief: ‘Mijn eigen weg zoeken’
Met de stroom mee
Je weg vinden in een nieuwe, onbekende wereld Het secuur uitgestippelde pad
Reactief: ‘Me voegen naar mijn sociale omgeving’
De veilige weg
Onzekerheid overheerst: Terughoudend en voorzichtig beautiful lives
33
Op de bonnefooi Dankzij hun doelgerichte en flexibele mentaliteit, vinden deze studenten relatief snel hun weg. Studiehouding Pragmatisch, doel- en resultaatgericht Flexibel: leert van ervaringen Eigenwijs: komt voor eigen belang op Kracht Maakt duidelijke individuele keuzes Neemt initiatief, stapt op zaken af Durft nee te zeggen Valkuil Initiële ‘Ik zie wel-houding’ m.b.t. studie Aandacht verslapt als resultaat uitblijft
beautiful lives
“Ik vind dat ik zelf 100% verantwoordelijk ben. Ik had de eerste tentamens niet ge-haald. Dus heb ik me daarna even helemaal op m’n studie gestort om de schade in te halen. Zo simpel is het toch.” 34
Met de stroom mee Deze vrolijke studenten laten zich overspoelen door alle nieuwe indrukken. Ze hebben moeite te focussen. Studiehouding ‘We doen het samen’ Sociaal leven is leidend in keuzes Sociale druk noodzakelijk voor prestatie
Kracht Netwerken: op de hoogte van alles Werkt goed samen in groepjes Valkuil Kan geen nee-zeggen Is snel afgeleid van het werk Prestaties sterk afhankelijk van omgeving Afwachtende houding t.o.v. studie
beautiful lives
35
Het secuur uitgestippelde pad Deze kritische studenten hebben alles goed uitgezocht en gepland. Dit maakt ze echter weinig flexibel.
“Ik bleef maar boeken stampen, net als op het VWO. Ik besefte veel te laat dat ik beter sommen en tentamens kon oefenen.”
Studiehouding Individualistisch Veeleisend en serieus Berekenend, kritisch en individualistisch Maakt gedetailleerde planning Houdt vast aan bewezen methodes Kracht Laat zich niet verrassen Gedisciplineerd en georganiseerd Valkuil Weinig flexibel, past zich moeilijk aan Op eigen houtje, wil (te) veel zelf doen Geen team player Trots, staat beperkt open voor adviezen beautiful lives
36
De veilige weg Deze studenten maken duidelijke keuzes en vertrouwen op de ervaring en adviezen van hun naasten.
“Ik ben het eerste jaar expres nog thuis blijven wonen, er komt al zoveel nieuws op je af...”
Studiehouding Toegewijd, risicomijdend en voorzichtig Neemt een voorbeeld aan rolmodellen Beperkt sociaal leven bewust
Kracht Gebruikt ouderejaars als gids Staat open om te leren: past zich aan Discipline en toewijding Valkuil Durft niet op zichzelf te vertrouwen Houdt vast aan oude omgeving
beautiful lives
37
Ingrediënten voor succes Studenten die het eerst balans vinden in de rollercoaster... ...hebben flexibiliteit en aanpassingsvermogen Leren snel hun eigen weg te vinden Passen zich aan aan de nieuwe omgeving
... maken duidelijke eigen keuzes in alles wat op ze af komt Tonen initiatief Hebben discipline en focus Durven ‘nee’ te zeggen Dat betekent in grote lijnen dat de meer proactieve studenten, met de rode en groene strategie, gemakkelijker hun weg vinden en dus succesvoller zijn dan die met de blauwe en de gele strategie.
beautiful lives
Meest succesvol door combinatie van doelgerichtheid en flexibiliteit
Minst succesvol door gebrek aan discipline, focus en initiatief.
Redelijk succesvol, afhankelijk van aanpassingsvermogen
Weinig succesvol door gebrek aan durf en initiatief.
38
Bewust filteren op proactiviteit? In de bestaande situatie vallen de studenten die onvoldoende proactief zijn om zich al direct in het eerste kwartaal een goede studieaanpak aan te meten, uiteindelijk af. Dit kan bewust zo in stand worden gehouden, vanuit het oogpunt van een hoge universitaire kwaliteitsstandaard. In dat geval, bevelen wij aan om deze studenten al eerder (bij inschrijving) door de mand te laten vallen, zodat ze direct op een meer geschikte opleiding terecht komen. Een andere mogelijkheid, die wij bij deze aanraden, is om de overgang van school naar TU wat geleidelijker te laten verlopen, door in de eerste helft van het propedeusejaar extra overzicht te bieden en de stof op te delen in beter behapbare, gestructureerde parten. Zo krijgen meer studenten de kans om te bewijzen dat ze weldegelijk geschikt zijn voor deze opleiding.
beautiful lives
39
Inhoudsopgave Inleiding De wereld van een 1e jaars op 3mE Motivationele strategieën De verschillende spelers in het veld Knelpunten en oplossingen I.
Leren studeren
II. Communicatie III. Motivatie vasthouden
IV. Faculteit & Faciliteiten
Bijlage: gespreksgids
beautiful lives
40
Inleiding We beginnen dit hoofdstuk met een algemene motivationele typering van de studenten Werktuigbouwkunde en Maritieme techniek. Voor beide geldt dat het echte doeners zijn, die graag pragmatisch en competitief aan de slag gaan met grote bewegende objecten. (De aard van de projecten sluit hier heel goed op aan!) Binnen deze context zijn duidelijke nuanceverschillen aan te wijzen.
Vervolgens laten we zien welke personen om de student heen invloed hebben op het studiesucces, en op welke manier deze personen betekenis krijgen.
beautiful lives
41
De Werktuigbouwer
Werktuigbouwers hebben vaak hun studie gekozen vanuit een brede technische interesse. De studie staat dan ook bekend als een ‘gegronde basis’ met goed arbeidsperspectief, waarmee je later nog alle kanten op kunt. Daarnaast wordt Werktuigbouw ook gezien als één van de meest toegepaste studies in Delft. Dit trekt pragmatische VWO’ers die wel naar de universiteit willen, maar er niet van houden om met hun neus in de boeken te zitten: de echte klussers onder de Delftenaren. Het lijkt ze prachtig om te leren hoe je grote, bewegende machines bouwt. Werktuigbouwers hebben dan ook een hands-on, resultaatgerichte houding: het liefst vinden ze de oplossing op een vraagstuk al doende, via trial & error. beautiful lives
42
De Maritiemer
Maritiemers hebben meestal juist heel specifiek gekozen voor deze tak van sport: bijna allemaal hebben ze van huis uit al ruime ervaring met de scheepvaart. Wedstrijdzeilen is de gedeelde passie. De studie is een stuk kleiner dan werktuigbouw, wat eraan bijdraagt dat maritieme techniek kan worden gezien als een hechte groep eensgezinden.
Hun bewuste keuze voor dit vakgebied is relatief veilig: het is voor velen een ‘logische stap’ na de middelbare school. Maritiemers zul je in het motivationeel kader dan ook wat vaker aan de onderkant vinden, terwijl werktuigbouwers iets avontuurlijker zijn aangelegd. “Ik had een jongen in mijn projectgroepje die helemaal niet kon zeilen! Dan denk ik: wat doe je hier dan. Hij wist niet eens wat een gangboord is, super irritant.” beautiful lives
43
De rol van andere partijen om de student heen
De ouders Financier en rots in de branding om op terug te vallen. Ook stok achter de deur: je wilt ze niet teleurstellen.
De docent Staat als ‘goeroe’ hoog boven de student. Wordt alleen benaderd met serieuze vragen.
De Projectcoach Meest laagdrempelige aanspreekpunt op de faculteit.
Ouderejaars (Via huis of vereniging) Door de wol geverfd en laagdrempelig. Fungeren als ‘surrogaat-ouders’: helpen de eerstejaars hun weg te vinden. De student beautiful lives
De studieadviseur Wordt beschouwd als organisatiedeskundige en ‘therapeut’. Deze bezoek je m.b.t. regelgeving, of als je echt helemaal vastloopt.
De vrienden Steun en toeverlaat. Studie- club- en huisgenoten die in het zelfde schuitje zitten. 44
Inhoudsopgave Inleiding De wereld van een 1e jaars op 3mE Motivationele strategieën De verschillende spelers in het veld Knelpunten en oplossingen I.
Leren studeren
II. Communicatie III. Motivatie vasthouden
IV. Faculteit & Faciliteiten
Bijlage: gespreksgids
beautiful lives
45
Knelpunten Er liggen vier knelpunten aan de basis van het kernprobleem. Alle studenten lopen hier tegenaan, ook al weet de één er beter mee om te gaan dan de ander: 1) Student moet nog leren te studeren
2) Communicatie TU / Student verloopt moeizaam 3) Motivatie zakt in wanneer link met praktijk wordt gemist 4) Faculteit & Faciliteiten zijn niet optimaal Door deze knelpunten aan te pakken, kan 3mE de studenten helpen hun weg te vinden in de rollercoaster van hun nieuwe bestaan.
beautiful lives
46
Knelpunten We zullen deze vier aandachtsgebieden één voor één bespreken. Per knelpunt schetsen we waar het probleem vandaan komt en op welke manier het ten koste gaat van het studiesucces van de student. Vervolgens geven we aan hoe de verschillende stratgieën met dit knelpunt omgaan, en in hoeverre het voor sommige strategiën een grotere barriére vormt dan voor andere. Uiteindelijk geven we aan waar mogelijke oplossingen liggen: kansen om de studenten te helpen balans te vinden in de rollercoaster van hun eerste maanden in Delft.
beautiful lives
47
Inhoudsopgave Inleiding De wereld van een 1e jaars op 3mE Motivationele strategieën De verschillende spelers in het veld Knelpunten en oplossingen I.
Leren studeren
II. Communicatie III. Motivatie vasthouden
IV. Faculteit & Faciliteiten
Bijlage: gespreksgids
beautiful lives
48
1) Leren studeren Knelpunt 1 De student moet het studeren nog leren. A. De hoeveelheid werk is moeilijk in te schatten
B. Geen gevoel van urgentie C. Oude aanpak werkt hier niet: nieuw ritme vinden
beautiful lives
49
1a. De hoeveelheid werk is moeilijk in te schatten De student heeft bij aankomst in Delft geen idee wat er studiegewijs van hem wordt verwacht. Zijn enige referentiekader is de middelbare school, waar aanwezigheid bij de lessen en één avondje zelfstudie voldoende was om een proefwerk te kunnen halen. Hierdoor is de studielast niet direct voelbaar. Moeilijkheidsgraad van onbekende, nieuwe vakken is moeilijk in te schatten Studenten hebben vaak nog geen idee van wat voor vakken ze precies gaan krijgen. Ze beginnen met een open, nieuwsgierige blik aan het collegejaar, met de verwachting dat ze vanzelf wel zullen merken wat de vakken precies inhouden en hoe hard ze moeten werken om alle stof bij te kunnen houden. Ze hebben op dat moment nog geen idee van de moeilijkheidsgraad en studielast van de verschillende vakken. “Ik weet wel dat de middelbare school geen goede vergelijking biedt, maar het is het enige referentiekader dat ik heb!” “Iedereen zei wel dat het moeilijk zou worden, maar dat zeiden mijn ouders op de middelbare school ook steeds. En dat viel ieder jaar reuze mee. Dus ik dacht: ik zie wel hoe het deze keer uitpakt...”
beautiful lives
50
1a. De hoeveelheid werk is moeilijk in te schatten De student heeft niet helder voor ogen wat je precies moet kunnen bij het tentamen De studenten waren op school gewend aan een duidelijke portie huiswerk en deadlines van ongeveer een week, met regelmatige toetsmomenten. Op die manier was heel duidelijk waar het proefwerk uiteindelijk over zou gaan, en wat ze tegen die tijd moesten beheersen. Op 3mE is het tentamen pas over drie maanden, vaak zonder (verplicht) huiswerk of toetsmomenten* tussendoor. De grote hoeveelheden tentamenstof zijn vaak een mix van theoretische, praktische en rekenkundige kennis. In de lessen wordt niet altijd duidelijk structuur aangebracht in het toewerken naar het tentamen; dit wordt veelal overgelaten aan de studenten zelf. Het gevolg is dat de studenten moeite hebben om zich een goed beeld te vormen van wat ze moeten kunnen op het tentamen. Alleen assertieve studenten die al direct op zoek gaan naar proeftentamens, en van hieruit, in combinatie met het geleerde uit de colleges, ‘terug redeneren’, weten voor zichzelf overzicht te creëren in de lesstof die ze tot zich moeten nemen. “Bij materiaalkunde zit er totaal geen lijn in de colleges. Hij is wel heel enthousiast hoor, maar hij vertelt gewoon van alles. Dan heb je daarnaast een boek, met heel veel tekst. Dat staat daar eigenlijk los van. En op het tentamen moet je dan ineens sommen maken!” “Analyse en statica vind ik heel prettig opgebouwd: daar worden veel sommen uitgelegd, steeds moeilijker, zodat je echt toewerkt naar het examen. Er is ook veel ruimte om vragen te stellen.”
beautiful lives
*We komen later terug op de tussentoetsweek.
51
1a. De hoeveelheid werk is moeilijk in te schatten
“Bij Matlab heb je maar een paar lessen, daarin leer je een lijntje te tekenen. In het tentamen kwamen vervolgens de meest complexe figuren voorbij!”
beautiful lives
52
1a. De hoeveelheid werk is moeilijk in te schatten De benodigde studietijd voor een tentamen blijft daarmee abstract Doordat veel studenten geen duidelijk beeld hebben van waar ze precies naar toe werken, hebben ze ook geen zicht op wat ze precies moeten doen om de stof uiteindelijk te beheersen. Dit leidt ertoe dat ze niet goed aanvoelen hoeveel voorbereidingstijd een tentamen vraagt, laat staan wat dat dus betekent voor hun studielast per week. “Ik loop geloof ik al wel een beetje achter, het kwam er de afgelopen twee weken gewoon even niet van om aan dat vak te gaan zitten. Maar dat haal ik wel weer in hoor...”
beautiful lives
53
1b. Geen gevoel van urgentie Doordat de studielast ‘op het eerste gezicht’ lijkt mee te vallen en de student de leerstof niet overziet, wordt de studiedruk niet gevoeld. Hierdoor geeft de student gemakkelijk prioriteit aan andere zaken, terwijl hij de studie steeds verder uitstelt. De studielast lijkt ‘op het eerste gezicht’ mee te vallen Het aantal contacturen is lager dan op de middelbare school en er wordt geen verplicht ‘huiswerk’ gegeven, zoals de student dat gewend was. De tentamens zijn bovendien pas over drie maanden. Hierdoor duurt het even voordat wordt beseft dat de studielast niet lager, maar juist hoger is dan voorheen. Het grote verschil is alleen dat ze alles nu ‘in hun vrije tijd’ moeten doen! De student heeft geen beeld van ‘hoever je op welk moment zou moeten zijn’. Doordat de studenten de lesstof niet overzien, laten ze zich leiden door wat de docent aangeeft in de colleges. Dit geldt zeker voor de studenten met een meer passieve houding. Wanneer stof uit het boek besproken wordt, hebben ze wel het ‘gevoel’ dat ze dat gelezen zouden moeten hebben, maar dat lijkt nog gemakkelijk in te halen op een later tijdstip. Tegen het eind van het kwartaal blijkt dan dat het toch meer werk was dan gedacht, en dat ze misschien ook nog wel wat sommen hadden moeten oefenen... “Ik was wel een week voor het tentamen begonnen met leren! Een hele week! Op school was de lessen volgen en een dag leren genoeg...” beautiful lives
54
1b. Geen gevoel van urgentie De dit jaar ingevoerde tussentoetsweek is een grote verbetering! Bij het nabellen van de studenten, bleek dat de tussentoetsweek een duidelijk positief effect heeft gehad op de studiehouding van veel eerstejaars. Doordat ze tijdig ‘wakker geschud’ werden, hadden ze nog genoeg tijd om zich toch goed voor te bereiden op de eerste tentamenweek. Diegenen kunnen nu met een gerust gevoel aan het tweede kwartaal beginnen. Er is ook een aantal studenten, waarbij de tussentoetsweek niet heeft mogen baten. Zij schrokken wel even, maar dit leidde bij hen niet tot aanpassing van hun studiepatroon, zodat ze de echte tentamens uiteindelijk toch niet goed hebben gemaakt. Dit lijken vooral reactieve studenten te zijn, die zichzelf snel een slachtofferrol aanmeten. “Met die tussentoets had ik geen enkel vak gehaald, ik was ook zo druk geweest met de kmt... Maar toen ging er wel een belletje rinkelen en ben ik daarna heel hard gaan studeren! Gelukkig heb ik daardoor toch al mijn tentamens gehaald.” “De tussentoetsweek is wel fijn als je een goed cijfer hebt, maar ik had dat niet en het telt heel zwaar mee. Bovendien hadden wij maar één witte week voor de echte tentamens, en de rest twee. Daardoor moest ik zoveel in elkaar proppen, dat kon ik niet aan. Uiteindelijk ging het redelijk. Ik heb niets gehaald, maar ik was ook zó druk met Virgiel...”
beautiful lives
55
1b. Geen gevoel van urgentie Ook tussentoetsweek in tweede kwartaal lijkt nu al een succes Uit de nabelronde bleek ook, dat de studenten na de eerste tentamenweek alweer snel aan de slag gingen, omdat ze de druk van de volgende tussentoetsweek al voelden. Dit is een groot verschil met de studenten van vorig jaar: veel van hen gaven aan na een tentamenperiode altijd een paar weken weinig te studeren, om bij te komen van de tentamenperiode. Met als gevolg dat je gelijk alweer achterliep, en de tweede helft van het kwartaal weer heel hard moest blokken voor de tentamens. Het lijkt erop dat deze vicieuze cirkel doorbroken wordt met de tussentoetsweken: studenten gaan sneller na de tentamens weer aan het werk, zodat de de stof geleidelijker over het kwartaal verdelen. “Die tweede tussentoetsweek helpt wel goed om gelijk weer door te gaan. Ik dacht eigenlijk dat we nu even rust hadden, maar toen ik zag dat we al bijna weer toetsen hebben, ben ik toch maar snel weer begonnen.”
beautiful lives
56
1c. Oude aanpak werkt hier niet: nieuw ritme vinden Doordat de invulling van een kwartaal heel anders en veel zelfstandiger is dan op de middelbare school, moet de student zich een nieuwe aanpak aanleren en daar zijn eigen ritme in vinden. Dit lukt uiteraard niet van de ene dag op de andere. Er is een grote behoefte aan ‘tips & tricks’ m.b.t. effectief studeren De studenten hebben veel baat bij eenvoudige, praktische tips, zoals al vroeg proeftentamens bekijken, afspreken om op vaste tijden samen te studeren, en bij tijd tekort beter één vak goed te leren, dan twee vakken half. De grote verenigingen organiseren hier workshops over, dit wordt gewaardeerd door de studenten. Ook ouderejaars studie- en huisgenoten hebben een belangrijke rol in het geven van uitleg en tips. “Ik heb twee huisgenoten die ook WB doen. Die zeggen dan wel eens bij een vak, dat ik dat beter zus of zo kan aanpakken. En ze houden een beetje in de gaten of ik wel hard genoeg studeer, haha...”
beautiful lives
57
1c. Oude aanpak werkt hier niet: nieuw ritme vinden Studiesucces gerelateerde vakken te vaag en te weinig toepasbaar De pragmatische 3mE studenten geven aan dat ze weinig kunnen met de inhoud van het vak over teamwork. Het voelt kinderachtig en erg algemeen, ze zien niet in hoe ze hier in de praktijk baat bij hebben. Een uitzondering hierop is de conflicthanteringstheorie; die is bij de meesten wel blijven hangen. Het vak dat in het tweede kwartaal gegeven wordt, belooft meer op persoonlijke studiehouding gericht te zijn. De studenten hopen hier meer praktische en persoonlijke tips te leren.
“Wat een onnozel vak. Zonde van mijn tijd, ze vertellen allemaal dingen die ik al weet.” “Wat denken ze, dat we brugklassers van 12 zijn ofzo?”
beautiful lives
58
1) Leren studeren – Nuance per strategie Alle studenten lopen tegen deze moeilijkheden aan, alhoewel de studenten met de groene strategie (‘het secuur uitgestippelde pad’) er relatief goed mee om weten te gaan. Zij brengen immers uit zichzelf al veel structuur aan in hun studieaanpak. Zij hebben echter juist wel weer moeite om zich aan te passen en een nieuwe leerstijl aan te leren
Studenten met de blauwe en gele strategie hebben het meeste moeite met dit knelpunt. Door hun afwachtende houding hebben ze behoefte aan begeleiding en houvast. Doordat ze minder assertiviteit tonen, lopen ze al snel achter de feiten aan. Dit wijten ze veelal niet aan zichzelf, maar aan het gebrek aan begeleiding. Zeker de student met de gele strategie, die zich ook nog eens helemaal laat opslokken door het studentenleven, bouwt zo niet de discipline op die nodig is voor een goed studieritme. Alhoewel ook de studenten met de rode strategie (‘op de bonnefooi’) vaak in deze valkuilen stappen, zien zij het niet als de taak van de universiteit om de studenten hierin tegemoet te komen. Zij nemen hierin zelf verantwoordelijkheid. Dit neemt echter niet weg dat ook zij gebaat zouden zijn met een iets geleidelijkere overgang van school naar TU.
beautiful lives
59
1) Leren studeren – Aanbevelingen I.
Bij aanvang van een vak duidelijk aangeven waar naartoe wordt gewerkt en welke kennis en kunde je uiteindelijk moet beheersen om het vak succesvol te kunnen afronden.
II.
Overzicht creëren en de lesstof overzichtelijk, consistent en logisch opbouwen. (Dit lijkt het meest urgent bij materiaalkunde.)
III. De tussentoetsweken erin houden, deze zijn een groot succes! Eventueel zou er nog meer gewerkt kunnen worden met tussentijdse deadlines. (Maar let op. Zoiets heeft alleen effect onder twee voorwaarden: dat het bijdraagt aan het eindcijfer voor het vak, en dat de toets onder toezicht wordt gemaakt. De eerstejaars hebben namelijk een gezamenlijke Facebook-pagina, afgesloten voor docenten, waarop de antwoorden van iedere opdracht zo te vinden zijn.) IV. De studie-succes vakken vragen om een meer gerichte evaluatie. Het lijkt erop dat ze hun doel nu niet (of niet volledig) bereiken.
beautiful lives
60
Inhoudsopgave Inleiding De wereld van een 1e jaars op 3mE Motivationele strategieën De verschillende spelers in het veld Knelpunten en oplossingen I.
Leren studeren
II. Communicatie III. Motivatie vasthouden
IV. Faculteit & Faciliteiten
Bijlage: gespreksgids
beautiful lives
61
2) Communicatie Knelpunt 2 Communicatie TU / Student verloopt moeizaam, zowel organisatorisch als inhoudelijk
Informatie is versnipperd en moeilijk te vinden Grote afstand tot de docent
beautiful lives
62
2a. Informatie is versnipperd en moeilijk te vinden Om effectief te kunnen studeren, zijn efficiënte informatiestromen tussen de faculteit en de student van groot belang. Deze zijn immers nodig om op de hoogte te blijven m.b.t. vakinhoudelijke details, lesmateriaal, excursies, roosterwijzigingen, tentameneisen, studiereizen, cijfers etcetera. Op dit moment is de informatie-voorziening sterk versnipperd over verschillende kanalen. Hierin gaat veel energie verloren, en het leidt tot verwarring en miscommunicatie. Verwarring door wirwar aan informatieplatforms De informatievoorziening is voor ieder vak of onderwerp weer anders geregeld, waardoor de kersverse student zich een weg moet banen door een veelheid aan informatieplatforms (BB, TU-site, TU Webmail, Privé mail, Collegerama, Colleges, Post, Posters met mededelingen...). Blackboard alleen al kan worden beschouwd als een enorm doolhof waarin je gemakkelijk verdwaalt. Het kost de studenten op deze manier energie om uit te vogelen waar ze welke informatie kunnen vinden. Hierin gaat onnodig veel (kostbare) tijd verloren. Bovendien leidt het tot frustratie: het is lastig om alle media in de gaten te houden, zodat er regelmatig relevante informatie over het hoofd wordt gezien. “Het is heel moeilijk om oefententamens te vinden. Ze zijn er geloof ik ook niet voor ieder vak.” “Ik ben dyslectisch, en het lijkt erop dat ik bij ieder vak apart daar iets voor moet regelen!”
beautiful lives
63
2b. Grote afstand tot de docent Ook vakinhoudelijk verloopt de communicatie niet optimaal: de afstand tot de docent is groot en studenten weten niet goed waar ze met hun inhoudelijke vragen terecht kunnen. Hierdoor blijven ze soms onnodig lang ‘hangen’ op een lastig onderwerp, en zijn ze aangewezen op elkaar en ouderejaars vrienden. Studenten voelen zich bezwaard om vragen te stellen in (massale) colleges Om tijdens een college een vraag te durven stellen, voor het oog van een paar honderd medeleerlingen, is heel wat durf vereist. Bovendien moet je dan wel in de ‘hoofdzaal’ zitten, in een volgzaal is die mogelijkheid er uiteraard niet. Wie zijn vraag bewaart tot de pauze moet er snel bij zijn: hij is meestal niet de enige. Er zijn ook veel leerlingen die zich op zo’n moment bezwaard voelen om de docent ‘lastig te vallen’, die heeft immers ook wel even pauze verdiend. “Als ik niet uit een som kom, dan ga ik dat niet vragen tijdens het college nee. Dat kan toch niet? Dan moet hij die hele som gaan voordoen ofzo? Terwijl er vier zalen meekijken?” “Ik heb ook wel eens een vraag over een vorig hoofdstuk. Dan ga ik daar tijdens het college natuurlijk niet naar vragen, dan heb ik het gevoel dat ik er te laat mee ben.”
beautiful lives
64
2b. Grote afstand tot de docent De drempel om een docent buiten de colleges om te benaderen is hoog Assertieve studenten doen, wanneer ze ergens echt niet uit komen, wel eens een poging de docent persoonlijk te benaderen via email. Bij sommige docenten werkt dit, en wordt de student goed geholpen met een professioneel antwoord. Andere docenten lijken hier niet van gediend, en schepen de student af met een dooddoener. Vrijwel geen enkele eerstejaars student durft aan te kloppen bij de kamer van de docent: dit gedeelte van het faculteitsgebouw lijkt niet bedoeld voor studenten. Deze drempel weerhoudt veel studenten er ook van om te vragen of ze hun tentamens achteraf mogen inzien, om te kunnen leren van hun fouten. Studenten richten zich met met vragen vooral tot elkaar Al met al blijven studenten vaak lang in hun eentje puzzelen, en richten ze zich tot elkaar of een ouderejaars wanneer ze ergens niet uitkomen. Maar dit kost extra tijd, is vaak ontmoedigend, en de antwoorden van studiegenoten zijn niet altijd bevredigend. “Ze zitten ergens daarboven geloof ik, in het gangenstelsel van de faculteit... Mogen studenten daar überhaupt wel komen?” “Ik had echt alles al geprobeerd, het boek bestudeerd, met anderen ernaar gekeken, maar ik kwam er echt niet uit. Mailt de docent terug dat ik maar even in het boek moet kijken. Wat heb ik daar nou aan.” beautiful lives
65
2b. Grote afstand tot de docent Studentcoach wordt zeer gewaardeerd door de eerstejaars De studentcoach bij het project is binnen de universiteit het meest laagdrempelige aanspreekpunt voor de eerstejaars studenten. Alhoewel per coach de aanpak en toegevoegde waarde nogal lijken te verschillen, wordt deze hulp over het algemeen zeer gewaardeerd, zeker door de wat minder assertieve studenten aan de rechterkant van het motivationeel referentiekader. Dit komt doordat de studentcoach zijn pupillen echt kan leren kennen, wat vertrouwen wekt. Daarbij stapt hij actief op de studenten af, met concreet, persoonlijk advies, ook als dat niet direct gerelateerd is aan het project. (Het lijkt wel belangrijk dat de coach zelf redelijk succesvol studeert: anders nemen de eerstejaars zijn advies niet serieus.) “Mijn studentcoach had halverwege het kwartaal met ons allemaal een persoonlijk gesprekje ingeroosterd. Dat was heel fijn, hij kent je echt en weet wat je lastig vindt. Bovendien heeft hij het zelf ook allemaal meegemaakt, dus hij weet precies waar je het over hebt. Ik voelde me echt op mijn gemak om vanalles te vragen.”
beautiful lives
66
2) Communicatie – Nuance per strategie Hoewel alle studenten behoefte hebben aan soepelere communicatie op zowel organisatorisch als inhoudelijk gebied, zien we hier een duidelijke scheiding tussen de meer proactieve studenten en de meer reactieve studenten. De meer proactieve studenten zoeken graag en gemakkelijk hun eigen weg. Zij zijn daarom vooral gebaat bij een goed georganiseerde informatiestructuur, waarin ze doelgericht kunnen zoeken, en waarin het duidelijk is hoe ze antwoord op inhoudelijke vragen kunnen krijgen. De reactievere studenten hebben er meer moeite mee om uit zichzelf achter allerlei informatie aan te gaan. Zij hebben meer behoefte aan persoonlijke begeleiding in de vorm van een laagdrempelig aanspreekpunt, iemand die bij wijze van spreke dient als mentor en ‘gids’.
beautiful lives
67
2) Communicatie – Aanbevelingen I.
Meer eenheid en structuur in de informatievoorziening, zodat informatie m.b.t. vakken en regelgeving makkelijker te vinden is.
II.
Meer persoonlijke begeleiding, zowel inhoudelijk als organisatorisch. Bijvoorbeeld door d studentcoaches in te zetten als handreiking naar de minder assertieve studenten. Het is hierbij belangrijk dat de coaches zelf juist proactief zijn en dat ze niet al te veel eerstejaars onder zich hebben (max. 8). Op die manier kan de studentcoach echt persoonlijke aandacht geven aan wie dat nodig heeft.
III. Gelegenheid om hulp te vragen bij het oefenen van sommen in een laagdrempelig wekelijks docentenspreekuur / werkcollege (ev. met studentassistenten).
beautiful lives
68
Inhoudsopgave Inleiding De wereld van een 1e jaars op 3mE Motivationele strategieën De verschillende spelers in het veld Knelpunten en oplossingen I.
Leren studeren
II. Communicatie III. Motivatie vasthouden
IV. Faculteit & Faciliteiten
Bijlage: gespreksgids
beautiful lives
69
3) Motivatie vasthouden Knelpunt 3
Motivatie zakt in wanneer link met de praktijk wordt gemist Studie blijkt minder praktisch dan verwacht De praktijk, als stip op de horizon, vervaagt
beautiful lives
70
3a. Studie blijkt minder praktisch dan verwacht Een veel gehoorde motivatie om te kiezen voor 3mE, is de verwachting dat je, naar universitaire maatstaven, relatief pragmatisch aan de slag gaat om te leren ‘hoe je grote, bewegende machines bouwt’. Dit blijkt in mindere mate het geval te zijn dan de studenten hadden verwacht: het grote aandeel theorie vereist toch heel wat uurtjes boven de boeken.
De verwachting was een meer praktische insteek van de studie Deze studenten werden aangetrokken door het schijnbaar pragmatische en toegepaste karakter van 3mE, in vergelijking met andere universitaire studies. De mooie projecten die tijdens de voorlichtingsdagen werden getoond, voedden dit idee en spraken bovendien sterk tot de verbeelding. Menige student liep wel warm voor het idee binnenkort zijn eigen racewagen te kunnen bouwen! Maar uiteindelijk blijkt de studie toch een stuk theoretischer dan verwacht. Dit is een beetje een domper op het initiële enthousiasme, alhoewel de studenten er unaniem begrip voor tonen dat je die theoretische basis inderdaad wel nodig hebt. Maar voor hen blijven de competitieve projectvakken het leukst en meest uitdagend! “Je zit wel op een universiteit, dus eigenlijk is het wel logisch dat het veel theorie is. Ik had het alleen anders verwacht...” “We moesten een soort fiets maken die langs een touw omhoog ging, supergaaf was dat!”
beautiful lives
71
3a. Studie blijkt minder praktisch dan verwacht
“Ik had heel erg uitgekeken naar het eerste project, eindelijk aan de slag! Maar toen kregen we allemaal suffe theorievragen over een bureau“Het tweede project was wel leuk: we lamp, wat een deceptie...” moesten een autootje maken dat de potentiële energie opsloeg, en hoe hoger je autootje kwam, hoe hoger je cijfer. En je kon nog prijzen winnen ook!”
beautiful lives
72
3b. De praktijk, als stip op de horizon, vervaagt De studie mag dan theoretischer zijn dan verwacht; de studenten zijn wel bereid zich erdoor heen te slaan met het oog op de toekomst. Sommigen verliezen dit doel echter geleidelijk aan uit het oog, waarmee hun intrinsieke motivatie afneemt. Tijdens het curriculum is de link tussen theorie en praktijk niet altijd duidelijk. Niet bij alle vakken wordt duidelijk ingegaan op de vraag waar je deze kennis later voor nodig hebt. Dit is moeilijk te verkroppen voor de resultaatgerichte student: theorie gaat al snel vervelen als het geen duidelijk doel dient. “Bij lineaire algebra bijvoorbeeld, dan vraag ik me af waarvoor ik dat ooit ga gebruiken...” “Ik zou bij ieder vak willen kunnen zeggen: ik doe dit vak omdat...”
Extracurriculaire activiteiten vormen belangrijke inspiratiebron DreamTeams, excursies, stages, gastcolleges, studiereizen etc. zorgen ervoor dat de student helder op het netvlies houdt waar hij het allemaal voor doet. Dit soort studiegerelateerde activiteiten hebben een sterk positieve invloed op de betrokkenheid bij de studie, en de motivatie van de student. Helaas zijn ze erg vrijblijvend, en zijn er onder de eerstejaars maar weinig die aan dit soort activiteiten deelnemen. Dit heeft onder meer te maken met de versnipperde manier van communiceren: veel activiteiten blijven onopgemerkt of deelname wordt niet serieus overwogen. Daarnaast is de drempel soms vrij hoog: sommige studenten twijfelen of ze wel ‘goed genoeg’ zijn en durven zich daardoor niet op te geven. beautiful lives
73
3b. De praktijk, als stip op de horizon, vervaagt
“Het lijkt me echt zooo gaaf om aan zo’n DreamTeam mee te doen! Toen ik die auto zag op de open dag, was ik gelijk verkocht!”
beautiful lives
74
3) Motivatie vasthouden – Nuance per strategie Het blijven voeden van de intrinsieke motivatie is voor alle studenten van belang. Op die manier wordt er met meer interesse gestudeerd, en wordt er sneller prioriteit gegeven aan studie boven andere zaken. We zien echter wel verschillen in de manier waarop deze motivatie gevoed kan worden: De studenten die met een zelfverzekerde, avontuurlijke houding beginnen met hun studie, zijn vaak ook degenen met de hoogst gespannen verwachtingen van ‘stoere projecten’. De studenten met de rode strategie (‘Op de bonnefooi’) zijn daarbij ook nog eens het meest resultaatgericht. Voor deze twee groepen ligt desinteresse op de loer wanneer de stof te abstract en vaag blijft. Voor hen is het belangrijk dat er voldoende praktische projecten zijn, en dat er regelmatig wordt verwezen naar toepassing van de stof in de beroepspraktijk. Voor de wat meer voorzichtige studenten is dit minder van belang, omdat zij er sneller op vertrouwen dat de theorie in het curriculum een hoger doel dient, waar ze te zijner tijd wel achter zullen komen. Wat voor deze groep wel om aandacht vraagt, is dat ze weinig deelnemen aan extracurriculaire activiteiten. Niet per se omdat ze niet willen, of er niet van weten, maar vanwege onzekerheid t.o.v. hun eigen kunnen. beautiful lives
75
3) Motivatie vasthouden - Aanbevelingen I.
Wek bij de voorlichting aan aankomende eerstejaars reële verwachtingen m.b.t. de verhouding theorie / praktijk.
II.
Motiveer de student door bij ieder vak een duidelijke link te maken naar toepassing van de lesstof in de praktijk. o Praktijkvoorbeelden en gastcolleges o Stages en excursies o Toegepaste projecten
III.
Kies waar mogelijk voor een praktische, empirische, ev. zelfs competitieve aanpak van de vakken.
IV.
Stimuleer deelname aan extra curriculaire activiteiten zoals studiereizen en dream-teams, ook onder minder assertieve studenten.
beautiful lives
76
Inhoudsopgave Inleiding De wereld van een 1e jaars op 3mE Motivationele strategieën De verschillende spelers in het veld Knelpunten en oplossingen I.
Leren studeren
II. Communicatie III. Motivatie vasthouden
IV. Faculteit & Faciliteiten
Bijlage: gespreksgids
beautiful lives
77
4) Faculteit en faciliteiten Knelpunt 4
Faculteit & Faciliteiten zijn niet optimaal De massale colleges met volgzalen zijn slecht te volgen De faculteit is geen ideale werkplek
beautiful lives
78
4a. Massale colleges met volgzalen slecht te volgen De studenten zijn niet enthousiast over de colleges met volgzalen. Alhoewel ze begrijpen dat dit logistiek een handige oplossing is, gaat het in hun ogen ten koste van de kwaliteit van het onderwijs. Er wordt een groot verschil ervaren tussen ‘live’ college, en het volgen van de opnames in een volgzaal of op collegerama. Deze laatste twee lijken vrijwel inwisselbaar: wanneer je te laat bent om er nog bij te kunnen in de hoofdzaal, had je ‘net zo goed thuis kunnen blijven’. Volgzalen / Collegerama voelt als ‘TV kijken’: passief in plaats van actief College volgen in een volgzaal is een duidelijk andere beleving dan in de hoofdzaal. Ten eerste wordt de interactie met de docent gemist (energie en bevlogenheid) en er is geen gelegenheid tot het stellen van vragen. De afstandelijkheid van een presentatie op een scherm leidt daarmee tot een passieve en minder geïnteresseerde houding bij de studenten. Bovendien mist de autoriteit van de docent: in de volgzalen is er geen aanleiding om bij de les te blijven uit respect. Het gevolg is dat er wordt gepraat, geslapen en (vooral) heel veel gegamed. Dit is storend en demotiverend voor degenen die wel hun best doen om op te letten. Vooral als ze achterin zitten, omdat ze dan dus niet één scherm zien, maar tegelijkertijd ook met alle games meekijken. “Het is als het verschil tussen een live concert of een cd beluisteren. Dat is toch heel anders.”
beautiful lives
79
4a. Massale colleges met volgzalen slecht te volgen De gebruikte technologie is (nog) niet optimaal Een bijkomstigheid die bijdraagt aan de passieve houding in de volgzalen, is dat de gebruikte technologie nog het één en ander te wensen over laat. Ten eerste is het in de volgzaal meestal niet te verstaan als er vragen worden gesteld in de hoofdzaal, en niet iedere docent denkt eraan om de vraag te herhalen. Ten tweede is vaak niet te volgen wat de docent op het bord schrijft, of zijn de sheets niet goed te lezen. Deze zelfde euvels gelden natuurlijk ook voor collegerama. De studenten ergeren zich hieraan, omdat het onnodig lijkt. Zeker op een technische universiteit. “Zal ik het anders even komen fiksen? Dat is niet zo moeilijk hoor...”
Collegerama is (te) handig voor de student. De studenten zijn blij met de opnames op collegerama: als je een college onverhoopt hebt gemist, is het prettig om het later terug te kunnen kijken. Anderzijds is het op deze manier ook verleidelijker om niet naar college te gaan, zeker voor studenten die verder weg wonen. Het voornemen om het college netjes thuis te kijken op collegerama wordt dan, net als de overige ‘thuisstudie’, gemakkelijk steeds verder uitgesteld.
beautiful lives
80
4b. De faculteit is geen ideale werkplek De studenten geven aan dat thuis studeren vaak niet goed werkt: er is te veel gezelligheid en afleiding om je heen. Veel studenten geven aan om die reden bij voorkeur op vaste tijden op de universiteit te studeren: op de faculteit of in de bibliotheek. Dit lijkt inderdaad te werken: deze studenten zijn vaak succesvoller in hun studie. De werkomgeving op de faculteit is goed, maar zou nog beter kunnen.
Te weinig projecttafels, zeker buiten gereserveerde tijden De projecttafels worden gewaardeerd voor groepswerk: dit zijn geschikte plekken om samen te werken aan opdrachten en projecten. De eerstejaars zijn blij dat er op vaste tijden tafels gereserveerd zijn, zodat ze verzekerd zijn van een plekje. Op andere tijden zouden ze hier ook wel willen werken, hetzij met hun projectgroepje, het zij met een vriend om te studeren. Maar dan blijkt het vaak moeilijk om een tafel te vinden. (De tafels naast de collegezalen zijn impopulair, omdat het hier te rumoerig is om goed te kunnen werken.) Ze wijken dan veelal uit naar de (eveneens drukke) bibliotheek; slimmeriken reserveren hier een aparte kamer om met hun projectgroepje te kunnen werken. In de gang van Maritieme techniek speelt dit niet: daar is meestal wel een plekje te vinden. “Dan lopen we eerst een kwartier te zoeken naar een tafel, voordat we aan de slag kunnen.”
beautiful lives
81
4b. De faculteit is geen ideale werkplek De atmosfeer op de faculteit wordt door WB’ers beleefd als druk en rumoerig De sfeer in het faculteitsgebouw wordt beleefd als functioneel, massaal en rumoerig. Daarbij lijkt de lucht soms wat bedompt. Dit maakt de werkplekken prima geschikt voor groepswerk, of praktische opdrachten zoals het oefenen van sommen. Maar wanneer studenten even rust (en frisse lucht) nodig hebben om zich ergens echt goed op te kunnen concentreren, gaan ze liever ergens anders zitten, bijvoorbeeld in de eveneens drukke, maar stillere bibliotheek. “Ze mogen wel eens een raampje open zetten...”
De maritieme gang wordt zonder uitzondering positief geëvalueerd De maritiemers geven aan dat ze zich juist heel erg thuis voelen in ‘hun’ gang. Door de kleinschaligheid van de studie is de sfeer hier anders dan in het WB-gedeelte. De maritiemers kennen elkaar van gezicht, en richten zich daardoor gemakkelijk tot studiegenoten als ze ergens niet uitkomen. Dit maakt dat zij de faculteit een prettige plek vinden om te studeren. “De gang bij Maritiem is juist wel heel fijn, daar zit ik graag! Het is leuk dat iedereen elkaar helpt.”
beautiful lives
82
4) Faculteit en faciliteiten - Nuance per strategie Met betrekking tot de faculteit en faciliteiten zijn er geen relevante verschillen aan te wijzen tussen de strategieën: deze punten zijn voor alle studenten in dezelfde mate van belang.
beautiful lives
83
4) Faculteit en faciliteiten - Aanbevelingen
beautiful lives
I.
Gebruik volgzalen alleen als het echt niet anders kan, en zorg dat er ook voor deze studenten gelegenheid is om vragen te stellen. Bijvoorbeeld d.m.v. vaste inloop-spreekuren.
II.
Verbeter de techniek van de digitale opnames voor volgzalen / collegerama o Goed geluid, ook voor vragen uit de zaal o Aparte camera op presentatiesheets / schoolbord
III.
Maak van de faculteit een meer aantrekkelijke studieomgeving o Voldoende projecttafels o Prettig studieklimaat (met rust en frisse lucht)
84
beautiful lives
Jeroen: “De mooie faculteit, wilde deze foto nemen toen ik mijn eerste college had. Maar alle mensen leidden af van het gebouw vond ik. Dus toen ik zag dat er even niemand was heb ik deze snel geschoten. Vind het echt een mooi gebouw, ook van binnen. En ik vind het ook erg leuk dat ik in zo’n gebouw colleges mag volgen van hoogleraren, voelt wel als een eer vind ik.”
Beautiful Lives – Arendstraat 14 – 1223 RE Hilversum – 035 30 300 20 – www.beautifullives.com
beautiful lives
85