Studiemateriaal Droste B.V.
Studiemateriaal Inhoudsopgave GESCHIEDENIS DROSTE ...........................................................................................2 1863 1918 1939 1945 1975 1997
– – – – – –
1918: VAN KOEKENBAKKER TOT CHOCOLADEFABRIKANT.............2 1939: DROSTE KRIJGT WERELDFAAM ...................................................3 1945: DONKERE TIJDEN.............................................................................3 1975: DE NA-OORLOGSE PERIODE ........................................................4 1997: DROSTE NIET LANGER ZELFSTANDIG ......................................4 heden: DROSTE OPNIEUW ZELFSTANDIG ............................................5
VAN CACAOBOON TOT CHOCOLADE ...................................................................6 DE CACAOBOON ...........................................................................................................6 CACAOBOOM .................................................................................................................6 CACAOZIEKTEN ............................................................................................................7 CACAOPOEDER .............................................................................................................7 CHOCOLADE ..................................................................................................................7 OVERIGE INFORMATIE............................................................................................10 BEWAREN VAN CHOCOLADE ..................................................................................10 HET VERSCHIL TUSSEN CHOCOLADE EN CACAOFANTASIE ........................10 KWALITEITSCONTROLE ...........................................................................................10 HET DROSTE-EFFECT................................................................................................11
1
Studiemateriaal Droste B.V.
GESCHIEDENIS DROSTE 1863 – 1918: VAN KOEKENBAKKER TOT CHOCOLADEFABRIKANT In de zomer van 1863 opent de banket- en koekbakkerij van Gerardus Johannes Droste in Haarlem zijn deuren voor het publiek. De klanten kunnen er terecht voor een kopje waterchocolade en er worden allerhande zoetwaren verkocht, waaronder chocoladepastilles, officieel ‘Pastilles Droste’ geheten. In de volksmond worden ze ook wel ‘flikken’ genoemd. Droste bouwt in deze jaren een grote naambekendheid op en als gevolg wordt de eerste Droste-fabriek van de firma G.J. Droste geopend op 2 augustus 1890. Vanaf 1891 vindt het gehele chocoladeproces in de banket- en koekbakkerij plaats. De cacaobonen liggen op de zolder opgeslagen, terwijl de verkoop in het ‘détailmagazijn’ plaatsvindt. De verkoop vind hier plaats tot het jaar 1946. Door gebrek aan ruimte wordt de Droste fabriek in 1891 verplaatst naar het Noorder Buiten Spaarne in de Veerpolder. Hier gaat de productie van cacaopoeder en chocolade van start. De locatie is voor Droste bijzonder gunstig, aangezien het aan het water ligt kan de aanvoer van grondstoffen en vervoer van afgewerkte producten per schip plaatsvinden. Gerardus Johannes Droste doet op 1 maart 1897 de zaak officieel over aan zijn zonen; Jan Coenraad en Gerardus Johannes Droste jr.. Tot het assortiment behoren inmiddels talloze verschillende bonbons, repen, chocoladefiguren, pastilles en cacaopoeder. Ook de chocoladeletter wordt rond de eeuwwisseling al door Droste gemaakt. Ondanks de groeiende concurrentie van oudere en grotere chocoladefabrikanten uit binnen- en buitenland slaagt Droste erin om een stevige plek te veroveren in de chocolademarkt. In 1898 verkrijgt het bedrijf het recht tot het voeren van het wapen van koningin-weduwe Emma. Om de afzetmogelijkheden te vergroten wordt er rond de eeuwwisseling gestart met de export naar België, Duitsland en Frankrijk. Dit breidt zich al vrij snel uit naar andere landen. Zo wordt vanaf 1905 ook de Amerikaanse markt betreden. Rond 1900 verschijnt de verpleegster op de blikken cacaopoeder. Dit is vermoedelijk bedacht door de Haarlemse reclametekenaar Jan (Johannes) Musset, die zich heeft laten inspireren door een pastel van de Zwitserse schilder Jean Etienne Liotard: La serveuse de chocolat, ook wel La belle chocolatière genoemd. Hiermee wordt gewezen op de heilzame werking van chocolademelk. Dit beeldmerk zal vanaf nu onlosmakelijk verbonden zijn met de naam Droste. Jan Coenraad Droste trekt zich in 1909 om gezondheidsredenen terug uit het bedrijf. De zaken gaan dan nog steeds bergopwaarts en het aantal werknemers groeit gestaag.
2
Studiemateriaal Droste B.V.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog heeft Droste te maken met de schaarste aan grondstoffen en gaat het bedrijf over op de productie van zogeheten ‘Eenheidsrepen’; chocolade repen voor militairen en burgerbevolking.
1918 – 1939: DROSTE KRIJGT WERELDFAAM Na de Eerste Wereldoorlog trekken de productie en omzet onder leiding van Gerardus Johannes Droste junior langzaam maar zeker weer aan. Eind 1920 wordt de firma omgezet in een naamloze vennootschap: de N.V. Droste’s Cacao- en Chocoladefabrieken. Niet alleen de bedrijfsresultaten vertonen in die tijd een opwaartse lijn, ook het aantal werknemers neemt gestaag toe. Rond 1930 werken in de cacao- en chocoladefabriek aan het Spaarne meer dan 800 mensen. Bovendien bezit de vennootschap inmiddels een staf van 25 reizigers in het binnenland, die de taak hebben de Droste-producten aan te prijzen bij hun afnemers: speciaalzaken als banketbakkers, chocolaterieën en confiseurs. Ook buiten onze landsgrenzen timmert Droste aan de weg en neemt de naamsbekendheid in snel tempo toe. Er worden kantoren in Londen, Parijs, Praag, New York, Chicago en Boston geopend. In de jaren twintig en dertig Drosteartikelen per schip en trein vervoerd tot in de meest verre uithoeken van de wereld. Zowel in Rusland als in Zuid-Amerika leert men chocolade en cacao uit Haarlem kennen. In 1923 krijgt Droste een nieuw beeldmerk, het is ontworpen door Jan Wiegman en wordt het ‘pastille-mannetje’ genoemd. Dit beeldmerk heeft zich door de jaren heen tot het boegbeeld van de Droste-chocolade gemanifesteerd. De economische crisis van de jaren dertig laat ook Droste niet ongemoeid. Het bedrijf ziet zich in 1932 gedwongen de werkweek te verkorten van 48 naar 42 ½ uur. Een extra tegenslag is het overlijden van Gerardus Johannes Droste junior in 1936. Hij was de man die het bedrijf jarenlang op voortreffelijke wijze heeft geleid. Zijn weduwe, mevrouw H.J. Droste-Savrij, wordt in 1937 presidentdirectrice.
1939 – 1945: DONKERE TIJDEN Tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft Droste te maken met een geleidelijke inkrimping en stillegging van productie en verkoop. Bovendien wordt de kartonnageafdeling getroffen bij een bombardement door Engelse vliegtuigen, wat flinke materiële schade oplevert.
3
Studiemateriaal Droste B.V.
1945 – 1975: DE NA-OORLOGSE PERIODE Na de Tweede Wereldoorlog herstelt Droste zich van de schade die het in de oorlog heeft opgelopen. De eerste jaren worden Droste producten niet geëxporteerd, omdat door gebrek aan de juiste grondstoffen de vooroorlogse kwaliteit niet te evenaren is. Het bedrijf is uitsluitend aangewezen op de afzet in het binnenland. Door de beschikbaarstelling van benodigde deviezen komt daar verandering in en stijgt de export aanzienlijk. Pas vijf jaar na de oorlog is de aankoop van grondstoffen niet langer meer aan banden gelegd. Dat geldt tevens voor de verkoop in het binnen en buitenland. In 1947 worden Jan en Martinus Droste, kleinzonen van de oprichter, benoemd tot directeur. De derde generatie ‘in de chocola’ zal het nu moeten gaan waarmaken. Ook onder hun leiding gaan de zaken voor de wind en Droste heeft begin jaren zestig een topbezetting van ruim 1000 mensen. De machines draaien op volle toeren en zo’n 40 procent van de productie wordt geëxporteerd naar ruim 60 landen. In 1961 wordt er een nieuwe cacaofabriek in gebruik genomen. In 1964 krijgt de fabriek het predikaat ‘Koninklijke’. De nieuwe naam wordt: Koninklijke Droste Fabrieken N.V.
Ondertussen nemen machines steeds meer werk over van de fabrieksarbeiders en de handmatige productie gaat langzaam maar zeker tot het verleden behoren. De markt is erg aan het veranderen en de fabriek raakt in deze periode in moeilijkheden door de enorme stijging van productiekosten.
1975 – 1997: DROSTE NIET LANGER ZELFSTANDIG In 1975 neemt N.V. De Erven De Weduwe J. Van Nelle het aandelenkapitaal van de ‘Koninklijke’ over. Zo wordt het familiebedrijf onderdeel van deze zich snel uitbreidende levensmiddelen /tabaksindustrie. De wereldberoemde merknaam Droste blijft echter voortbestaan. Het Amerikaanse concern Standard Brands Incorporated uit New York is mede-eigenaar van Van Nelle. In 1977 komt Droste in Amerikaans bezit en vervalt hierdoor het predikaat ‘Koninklijke’. De naam wordt veranderd in Droste Fabrieken B.V. In het jaar 1985 maakt Van Nelle zich los van Standard Brands, dat inmiddels is overgenomen door Nabisco. In 1986 wordt de productie van Droste overgebracht naar het Gelderse Vaassen. De oude productielocatie in Haarlem gaat verder als Dutch Cocoa & Chocolate Company B.V. In 1988 wordt in Vaassen een nieuwe fabriek geopend waar ook de producten van Venz worden gemaakt. In ditzelfde jaar wordt Van Nelle overgenomen door Sara Lee|D.E. Twee jaar later wordt Droste overgenomen door het Nederlandse suiker- en voedingsmiddelenbedrijf CSM. Binnen CSM wordt Droste ondergebracht bij de businessunit zoetwaren waartoe ook Red Band en Venco behoren. Men wil minder nadruk leggen op kwaliteit, om het product zo toegankelijker te maken. Dynamische en vooruitstrevende commercials en een sterke verjonging van het imago waren een gevolg.
4
Studiemateriaal Droste B.V.
1997 – heden: DROSTE OPNIEUW ZELFSTANDIG 1 januari 1997 verkoopt CSM Droste aan het Duitse bedrijf Hosta en verhuisd Venz naar Koninklijke De Ruijter B.V. in Baarn. Droste B.V. blijft als zelfstandig bedrijf in Vaassen gevestigd. Sindsdien is de verkoop sterk gestegen en is Droste een van de grootste verbruikers van cacao in Nederland. Van de omzet wordt ruim 65% gerealiseerd in het buitenland. Ook binnen Hosta opereert Droste als zelfstandige business unit en bouwt zij verder aan haar chocolade assortiment. Droste focust zich met name op het ontwikkelen en introduceren van nieuwe smaken en vormen van overheerlijke chocolade, zonder ooit het fundamentele credo, ‘de echte smaak van chocolade’ uit het oog te verliezen.
5
Studiemateriaal Droste B.V.
VAN CACAOBOON TOT CHOCOLADE DE CACAOBOON Geschiedenis Dé smaakbepalende grondstof voor cacao en chocolade is de cacaoboon. De eerste kennismaking van de westerse wereld met cacao was in 1521 toen Herman Cortez in Mexico landde. Hij werd door Azteken binnengehaald als een reïncarnatie van hun god Quetzalcoatl. Ze boden hem grote hoeveelheden cacaobonen aan die zij als betaalmiddel gebruikten. In eerste instantie had Cortez weinig belangstelling voor de cacaobonen, maar nam toch het recept voor een cacaodrank mee naar Spanje, waar het recept meer dan 100 jaar geheim werd gehouden. De cacaobonen werden geroosterd, vermalen tot een dikke massa en aangelengd met water, door toevoeging van honing en suiker werd de drank smakelijker gemaakt. Pas in 1825 legde de Nederlander C.J. van Houten de basis voor de bereiding van cacaopoeder, cacaoboter en chocolade. Van Houten ontdekte een methode om de cacaoboter uit de cacaobonen te persen. Ook ontdekte hij het alkaliseren, een methode om zuren in de cacao te neutraliseren waardoor de smaak en kleur van cacaopoeder verbeteren. Vanaf het moment dat de cacaoboon is ontdekt werd er naar manieren gezocht om chocolade lekkerder te maken. Er werden bijvoorbeeld suiker, nootjes, rijst en rozijnen aan toegevoegd. In 1875 werd de melkchocolade uitgevonden en nog later de chocoladerepen met nootjes. Nu kennen wij chocolade in heel veel verschillende vormen. Van de cacaoboon worden er behalve repen en chocoladepasta ook bonbons, chocoladeletters, hagelslag en ijsjes gemaakt.
CACAOBOOM De cacaoboon wordt verbouwd in landen rond de evenaar. Bekende leveranciers zijn onder andere Ghana, Ivoorkust, Indonesië en Ecuador. De cacaoboom is een tropische boom. Hij groeit dus alleen in de tropen, in de streken rond de evenaar. Echter hij groeit daar niet overal. Bodem en klimaat moeten er geschikt voor zijn. De bodem moet vrij los zijn en het klimaat vochtig. Er mag niet te veel zon zijn, maar ook niet te veel schaduw. De temperaturen moeten tussen de 20 en 35 graden liggen. Het moet er regelmatig en ook veel regenen. In bergen hoger dan 600 meter kan geen cacao worden verbouwd. Het is dus een veeleisende boom en daarom wordt hij relatief in weinig landen gekweekt. Cacaobomen kunnen zo’n vijftien meter hoog worden. Tegenwoordig worden de bomen door snoeien klein gehouden. Ze zijn niet hoger dan vijf of zes meter en vaak nog lager. Zo kunnen de vruchten gemakkelijk geoogst worden, want men heeft daarvoor geen ladders of trappen meer nodig. De cacaoboom bloeit het hele jaar met kleine reukloze witte en roze getinte bloemetjes. Een schatting is dat het er 50.000 tot 100.000 zijn. Daarvan groeien er slechts 20 tot 30 uit tot vruchten. Ze hangen met een korte steel direct aan de stam en aan de dikke takken. De vruchten hebben de vorm van een kleine, dikke komkommer. Het groeiproces duurt vier tot acht maanden. De cacaovruchten groeien over de hele boom, zowel op de stam als op de dikke takken. Het duurt ongeveer vijf jaar voordat de cacaoboom goede vruchten heeft. In een cacaovrucht bevindt zich de cacaoboon. Cacaobonen zijn wit van kleur en hebben een zure smaak. Elk land heeft zijn eigen cacaovruchten, variërend in kleur en smaak. De cacaovruchten zijn niet allemaal tegelijk rijp; het oogsten duurt enkele maanden. Er is een hoofdoogst, die loopt van september tot maart en een tussenoogst. Cacao is een natuurproduct, dat door het weer beïnvloed kan worden. Slecht weer betekent een kleine of slechte oogst. De landen waar cacao groeit zijn vaak erg arm en een slechte oogst betekent minder inkomen. Daarnaast ontbreken vaak de ‘mooie’ machines die wij hier in Europa wel hebben. Veel werk gebeurt daarom handmatig, ook het plukken van de cacaovruchten. Maar vruchten die te hoog zitten worden met een zogenaamd snoeimes naar beneden gestoten. Met behulp van hakmessen slaat men de vruchten open en haalt men de cacaobonen er met de hand uit. De vruchtschaal of schil van de cacaovrucht wordt verbrand,
6
Studiemateriaal Droste B.V.
gebruikt als mest of aan het vee gevoerd. Men bewaart de vruchten een tijdje en dan worden de pitten (bonen) eruit gehaald. Ze worden in kisten gestort of op hopen gelegd en afgedekt. Dat afdekken gebeurt om de smaak te verbeteren. Om de bonen zit nog een laagje vruchtvlees, dat begint te broeien en te gisten. Daardoor wordt de smaak verbeterd. De geur (het aroma) wordt sterker en de bleke kleur van de boon verandert in donkerbruin. Men noemt dat het fermenteren van de cacaobonen Na de fermentatie worden de bonen gedroogd en verscheept naar bedrijven die de cacaoboon verder verwerken. Van oudsher is Nederland de grootse verwerker van cacaobonen, de industriële ontwikkeling in de Zaanstreek ligt hieraan ten grondslag. Tijdens de verdere industriële verwerking worden de bonen geroosterd (gebrand) waarbij zich de smaak verder ontwikkelt, micro-organismen worden bij dit proces gedood. Na het roosten worden de bonen gemalen, hierbij komt de cacaoboter vrij en er ontstaat een vloeibare donkerbruine stof, de cacaomassa. De cacaomassa is de grondstof voor de bereiding van cacaopoeder, cacaoboter en chocolade.
CACAOZIEKTEN Drie ziektes die bij cacaobomen voorkomen zijn: De Heksenbezem, een ziekte waarbij het wortelstelsel wordt aangetast door een schimmel. Zonder wortels kan de cacaoboom geen water of voedsel opnemen. Deze ziekte komt vooral voor in Zuid-Amerika en met name in Brazilië. De Zwarte pod, een schimmel die de cacaovrucht aantast. Hierdoor verliest de vrucht al haar bonen. ‘Podborer’, de ergste ziekte op dit moment. Een kevertje dringt zich, al etend, in de cacaovrucht. Dit beestje is te vergelijken met bijvoorbeeld het wormpje dat wel eens in appels voorkomt. Dit probleem doet zich vooral voor in Indonesië en Maleisië.
CACAOPOEDER Om cacaopoeder te produceren wordt uitgegaan van cacaomassa. Onder hoge druk wordt de cacaomassa uitgeperst, zo ontstaat cacaopoeder en cacaoboter. Cacaopoeder is in tal van kleur- en smaakvariaties te koop. Waaronder de wereldberoemde Droste cacaopoeder. De cacaobonen worden in een grote oven verhit. Dit roosteren is een belangrijk onderdeel van het proces. Het bevordert de smaak en het aroma en het zorgt ervoor dat de kleur verrijkt wordt. Bovendien wordt de dop erdoor gedroogd en het schilletje komt los van de boon. Dit schilletje wordt weggegooid. Hoe lang de bonen geroosterd worden is zeer belangrijk. Te lang is niet goed voor de smaak en geeft een bitter product, maar bij te kort roosteren kan het schilletje moeilijk verwijderd worden. Elke soort heeft een andere roostertemperatuur nodig. Hoe milder de soort, hoe lager de temperatuur. Na het branden worden de bonen zo snel mogelijk afgekoeld om te voorkomen dat ze van binnen doorgloeien. Na het afkoelen gaan de bonen door de schilmachine. Hier worden ze opengekraakt en de lichte schil wordt van de zwaardere kern afgeblazen. De gereinigde, geroosterde bonen gaan in de cacaomolen. Daar worden de bonen fijngemalen. Als je cacaobonen fijnmaalt krijg je een cacaobrij. Deze brij van cacaobonen noemen ze de cacaomassa. Daarin zit dus vet (de cacaoboter) en fijn gemaakte stukjes cacaoboon (de cacaopoeder). De smaak en kleur worden bepaald door de soort en de kwaliteit van de cacaobonen en de temperatuur van het roosteren. Daarnaast worden kleur en smaak van cacaopoeder in belangrijke mate bepaald door de zuurgraad van de gebruikte cacaomassa Het is mogelijk de zuurgraad van de cacaomassa tijdens het proces naar wens te veranderen. Dit proces staat bekend onder de naam alkaliseren. De cacaoboter die tijdens het persen ontstaat, is een belangrijke grondstof in de chocoladebereiding
7
Studiemateriaal Droste B.V.
CHOCOLADE Chocolade is bij een temperatuur boven 45°C een vloeibare substantie. Dat komt omdat dan de cacaoboter volledig is gesmolten In vloeibare vorm kan chocolade in vormen worden gegoten of gespoten. Door de vloeibare chocolade vervolgens onder nauwkeurige procescondities te koelen stolt en krimpt ze, zo ontstaan de bekende pastilles, tabletten enz. In de fabriek wordt er in een grote ketel bij de cacaomassa extra cacaoboter en suiker gedaan. Zo krijg je pure chocolade. Als je er witte melkpoeder aan toevoegt krijg je melkchocolade. Witte chocolade wordt gemaakt met cacaoboter, suiker, vanille en melkpoeder. Alle ingrediënten worden gekneed en met de wals fijngemalen. Zo fijn zelfs dat je de korreltjes niet meer kunt zien. Daarna wordt deze brij nog een keer goed geroerd en warm gemaakt. Nu smaakt de chocolade pas echt lekker. De vloeibare chocolade wordt in grote opslagtanks bewaard. Soms gaat de vloeibare chocolade meteen in tankauto’s naar de chocoladefabriek. De vloeibare chocolade wordt in een zogenoemde concheermachine langdurig geschommeld en gewreven. Bij dit procédé wordt de smaak van de chocolade ontwikkeld en verzacht; eventuele scherpe kantjes verdwijnen en de textuur bereikt het zo belangrijke stadium van fluweelachtige zachtheid. De duur van dit concheren kan variëren. Goedkope chocolade wordt soms twaalf uur geconcheerd. Duurdere chocolade soms wel een week. Tijdens het concheren worden verschillende smaken toegevoegd, zoals vanille, kruidnagel of kaneel. Na het concheren gaat de chocolade in temperketels. Hier wordt de chocolade al roerend gekoeld, maar blijft wel vloeibaar. Chocolade koelen is heel lastig omdat cacaoboter verschillende soorten vet bevat en deze elk een eigen smelt- en stolpunt hebben. Wordt de chocolademassa te langzaam gekoeld, dan zullen bepaalde vetten vloeibaar blijven en zich van de massa scheiden; dit geeft een waas op de chocolade. Tempereren koelt de chocolade echter snel af, wat een gelijkmatige verdeling van de vetten geeft. Chocolade die voor repen is bestemd, wordt hierna in gietmachines gedaan. Voordat we de massa in de vormen gieten, kunnen we bijvoorbeeld melkpoeder, noten, rozijnen en dergelijke toevoegen. Daarna wordt de massa in de vormen gegoten. De vormen zijn er in allerlei maten, zodat we de bekende pastilles kunnen maken, maar ook andere vormen en natuurlijk onze chocoladeletters. De volgende fase is de dribbelbaan. Op deze baan gaan de vormen met de chocolademassa heftig op en neer, zodat de luchtbelletjes in de massa verdwijnen en de massa goed in zijn vorm zakt. Vervolgens komt het koelen van de chocolade. Tijdens deze fase wordt de chocolade hard en krimpen zij een beetje. Dit is belangrijk, omdat zij dan makkelijker uit hun vorm te tikken zijn. Het uittikken gebeurt door hamertjes, nadat de vormen omgekeerd uit de koelmachines komen. Via de transportband eindigt de chocolade bij de inpakmachines. In een razendsnel tempo wordt de chocolade ingepakt, voor het blote oog bijna niet waarneembaar. Tijdens het inpakken krijgen de pastilles bijvoorbeeld eerst een zilverkleurig wikkel van papier met aluminium en vervolgens een verpakking met de naam Droste erop. Elke smaak heeft zijn eigen kleur verpakking. Vanuit de opslagplaats van Droste belanden de ingepakte dozen chocolade in gekoelde vrachtwagens en via grossiers en distributiecentra in winkels en supermarkten: klaar om eindelijk gegeten te worden!
8
Studiemateriaal Droste B.V.
De samenstelling van chocolade is in de Warenwet vastgelegd. Daarin is vermeld welke ingrediënten chocolade mag en moet bevatten en in welke hoeveelheden. Chocolade bestaat tenminste uit de volgende ingrediënten:
Pure Chocolade
Melkchocolade
Cacaomassa Cacaoboter Suiker Melkpoeder Melkvet Emulgator Lecithine Bij de bereiding worden de ingrediënten samen gemengd en daarna tussen walsen vermalen. Hierdoor worden de aanwezige poederdeeltjes zo fijn vermalen dat ze niet meer als deeltjes te proeven zijn. Zo ontstaat de zalige smaak van chocolade. De smaak wordt verder verfijnd door het concheerproces. Tijdens het concheren wordt de chocolade vele uren intensief gekneed en belucht. De temperatuur tijdens het proces bepaalt in grote mate de uiteindelijke smaak. De lecithine - gewonnen uit sojabonenwordt gebruikt om chocolade de gewenste vloeibaarheid en smeuiigheid te geven.
9
Studiemateriaal Droste B.V.
OVERIGE INFORMATIE BEWAREN VAN CHOCOLADE Chocolade kan goed bewaard worden: pure chocolade ongeveer anderhalf jaar, melk- en witte chocolade een jaar. Het is wel noodzakelijk dat de chocolade bewaard wordt bij een constante temperatuur. Als chocolade te lang of verkeerd bewaard wordt ontstaat een grijs/witte kleur. Als chocolade onderhevig is aan temperatuurverschil verschijnt er een (witte) waas. Dit verschijnsel wordt ook wel Bloom genoemd. Door temperatuurschommelingen komt er een beetje cacaoboter naar boven. Man kan de chocolade wel eten, maar de smaak is toch iets minder. Deze waas verdwijnt weer bij het smelten van de chocolade. Is de chocolade wit uitgeslagen door warmte, dan komt dat doordat cacaoboterkristallen naar de oppervlakte zijn gekomen en opnieuw zijn gekristalliseerd. Is de waas het gevolg van vocht, dan is dat duidelijker. In dat geval zijn suikerkristallen naar het oppervlak gekomen, waar ze in de vochtige atmosfeer zijn opgelost en uiteindelijk opnieuw zijn gekristalliseerd tot een onaantrekkelijke, grauwe laag. Zorg er dus voor dat de chocolade op een plek bewaard wordt die koel (tussen de 12 en 18 graden), droog en donker is.
HET VERSCHIL TUSSEN CHOCOLADE EN CACAOFANTASIE Chocolade bevat minimaal 35% aan cacaobestanddelen, als het minder is heet het cacaofantasie. Chocolade is trouwens alleen maar een beschermde naam zolang het gaat om repen, tabletten en hagelslag: als daar te weinig cacao in zit, heet het cacaofantasie. Broodsmeersels mag je dus al chocola noemen als het op kleur gebracht is met een snufje cacaopoeder. De producent mag overigens zelf uitmaken welke cacaobestanddelen (cacaomassa of cacaoboter) hij gebruikt in chocolade. Witte chocolade bevat alleen cacaoboter, bruine ook cacaomassa.
KWALITEITSCONTROLE Droste heeft vanaf de oprichting garant gestaan voor een hoge kwaliteit. Kwaliteit is zorgen dat de producten de juiste smaak en samenstelling hebben, er goed uitzien en keurig en houdbaar verpakt in de winkel aankomen. Echter, dat is niet het enige. Bij kwaliteit hoort ook de constantheid van het merkartikel: de consument moet ervan op aan kunnen dat het morgen even goed of zelfs beter is dan vandaag. Natuurlijk beoordeelt de consument kwaliteit op wat hij of zij ziet, voelt en proeft, de vormgeving van de verpakking en de smaak van het product, want het moet vooral lekker zijn. Kwaliteit is bij Droste een bedrijfsfilosofie, een doelstelling en een traditie. Het streven naar kwaliteit vereist constante zorg en aandacht.
10
Studiemateriaal Droste B.V.
HET DROSTE-EFFECT Het Droste-effect is een visueel effect, waarbij men het verschijnsel waarneemt dat een voorwerp telkens verkleind herhaald wordt op een afbeelding. Het bekendste voorbeeld is het zicht dat je krijgt wanneer men voor en achter zich een spiegel heeft, dat men zijn beeld oneindig verder ziet. Het effect werd vernoemd naar Droste. Op de cacaoblikken is een verpleegster (non) afgebeeld die een plateau vasthad met daarop hetzelfde blik cacao, waarop dan weer hetzelfde stond, enz. Zie de onderstaande afbeelding.
11
Studiemateriaal Droste B.V.
12