Studiegids Studentenstatuut Onderwijs- en ExamenReglement 2011 - 2012 Vastgesteld door de directeur van het Domein Bewegen en Educatie op 1 september 2011 na voorafgaand positief advies van de opleidingscommissie, examencommissie en decaan en met instemming van de deelraad van het domein. Het opleidingsdeel van het studentenstatuut voldoet aan het format zoals vastgesteld door het College van Bestuur op 9 juni 2011. De opleiding Master SEN is geaccrediteerd tot en met 30-12-2011. Op 27 en 28 april 2011 is de opleiding gevisiteerd in het kader van de nieuwe accreditatie door het NVAO. Het oordeel van het visitatiepanel is positief.
Opleidingen Speciale Onderwijszorg Domein Bewegen en Educatie MASTER SEN
augustus 2011
in samenwerking met: Hogeschool INHOLLAND Hoofddorp P.C. Hogeschool Marnix Academie Utrecht Stenden Hogeschool Leeuwarden
Windesheim Opleidingen Speciale Onderwijszorg (Campus 4-6) Postbus 10090 8000 GB Zwolle Tel. 088 – 4699151 Fax 088 – 4699020 e-mail
[email protected] www.oso-windesheim.nl In samenwerking met: Stenden Hogeschool (Rengerslaan 8) Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden Tel. 058 – 2441440 Fax 058 – 2441501 e-mail
[email protected]
Hogeschool INHOLLAND Saturnusstraat 2-24 2132 HB Hoofddorp 06 1144 9682 e-mail
[email protected]
P.C. Hogeschool Marnix Academie Marnix Onderwijscentrum Vogelsanglaan 1 3571 ZM Utrecht Tel. 030 – 2753538 Fax 030 – 2711324 e-mail
[email protected]
Inhoudsopgave
Pagina
Voorwoord
1
Leeswijzer
2
1. OMSCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS VAN DE OPLEIDING 3 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.6. 1.7. 1.7.1. 1.7.2. 1.8. 1.9.
De onderwijsvisie van Windesheim binnen de opleiding Missie van Windesheim OSO: onderwijs speciaal voor iedereen De onderwijsvisie van Windesheim OSO binnen de opleiding Doelstelling van de opleiding Inhoud van de opleiding De onderwijsleeractiviteiten Studie- en loopbaanbegeleiding PPOP (Persoonlijk Professioneel OntwikkelingsPlan) Het portfolio Kwaliteit en studeerbaarheid Vorm van de opleiding
2. DE RELATIE VAN DE OPLEIDING MET HET BEROEPENVELD 2.1. 2.2. 2.3.
3. 3.1. 3.2. 3.2.1. 3.3. 3.4. 3.4.1. 3.5. 3.5.1. 3.5.2. 3.5.3. 3.5.4. 3.5.5. 3.5.6. 3.5.7. 3.6. 3.6.1. 3.6.2. 3.6.3. 3.6.4. 3.6.5. 3.6.6. 3.6.7. 3.6.8.
3 3 3 4 5 5 5 6 6 8 8
10
Het beroep en zijn context De relatie tussen de opleiding en het beroepenveld De eindtermen c.q. eindcompetenties van de opleiding
10 11 11
INRICHTING VAN HET ONDERWIJS
13
Opleidingsstructuur en organisatie 13 Het curriculum 13 Toetsvormen 14 Overzicht van het curriculum 16 Cohort 2011 Leerlijnenmodel 16 Toelichting bij competentie-examens 16 Uitstroomprofiel Onderwijs en zorg 18 Gespec. leraar zorg PO (MOZGV), voor alle lesplaatsen 18 Gespec. leraar zorg PO (MOZGD), alleen lesplaats Zwolle 19 Gespec. leraar zorg jonge kind (MOZJK), alleen lesplaats Zwolle 20 Gespec. leraar zorg VO/MBO (MOZVD), alleen lesplaats Zwolle 21 Gespec. leraar zorg PO e-learning (MOZGDE), alleen lesplaats Zwolle 22 Gespec. leraar zorg SO (MOZRC), alleen lesplaats Zwolle 23 Gespec. leraar onderwijs, cluster 2 (MOZR2), alleen lesplaats Zwolle 24 Uitstroomprofiel Onderwijs en leerproblemen 25 Reken- en wiskundespecialist/dyscalculie (MOLPW en MOLVW), alleen lesplaats Zwolle 25 Reken- en wiskundespecialist/dyscalculie e-learning (MOLPWE en MOLVWE), alleen lesplaats Zwolle 26 Remedial teacher voltijd (MOLRV) voor alle lesplaatsen 27 Remedial teacher PO (MOLPR) voor alle lesplaatsen 28 Remedial teacher PO e-learning (MOLPRE), alleen lesplaats Zwolle 29 Remedial teacher VO/MBO (MOLVR), alleen lesplaats Zwolle 30 Remedial teacher VO/MBO e-learning (MOLVRE), alleen lesplaats Zwolle 31 Taalspecialist/dyslexie PO (MOLPT), alleen lesplaats Zwolle 32
3.6.9. Taalspecialist/dyslexie PO e-learning (MOLPTE), alleen lesplaats Zwolle 33 3.6.10. Taalspecialist/dyslexie VO/MBO (MOLVT), alleen lesplaats Zwolle 34 3.6.11. Taalspecialist/dyslexie VO/MBO e-learning (MOLVTE), alleen lesplaats Zwolle 35 3.7. Uitstroomprofiel Onderwijs en gedragsproblemen 36 3.7.1. Autisme Spectrum Stoornissen(ASS) (MOGAD), alleen lesplaats Zwolle 36 3.7.2. Gedrag (MOGGD), alleen lesplaats Zwolle 37 3.8. Uitstroomprofiel Begeleiden en innoveren 38 3.8.1. Ambulant begeleider (MBIAD), alleen lesplaats Zwolle 38 3.8.2. Intern Begeleider (MBIID), voor alle lesplaatsen 39 3.8.3. Zorgcoördinator (MBIZD), alleen lesplaats Zwolle 40 3.8.4. Dynamisch coachen op verschillen (MBDCD), alleen lesplaats Zwolle 41 3.8.5. School-video interactie begeleider (MBISD), alleen lesplaats Zwolle 42 3.8.6. Leerplannen, Vrije studierichting, alleen lesplaats Zwolle 43 3.9. Cohort 2011 Modulevariant voor de lesplaatsen Hoofddorp, Utrecht en Leeuwarden 44 3.10. Uitstroomprofiel Onderwijs en Zorg 45 3.10.1. Gespec. leraar zorg PO (MOZGD) 45 3.10.2. Gespec. leraar zorg VO (MOZVD) 45 3.10.3. Gespec. leraar zorg jonge kind (MOZJK) 46 3.10.4. Gespec. leraar zorg SO, cluster 3 (MOZRC) 46 3.10.5. Gespec. leraar onderwijs, cluster 2(MOZR2) 46 3.11. Uitstroomprofiel Onderwijs en leerproblemen 47 3.11.1. Reken- en wiskundespecialist/dyscalculie (MOLPW en MOLVW) 47 3.11.2. Remedial teacher VO/MBO ( MOLVR) 47 3.11.3. Taalspecialist/dyslexie PO ( MOLPT ) 47 3.11.4. Taalspecialist/dyslexie VO/MBO (MOLVT) 48 3.11.5. Autisme Spectrum Stoornissen (MOGAD) 48 3.11.6. Gedrag (MOGGD) 48 3.12. Uitstroomprofiel Begeleiden en innoveren 49 3.12.1. Ambulant Begeleider (MBIAD) 49 3.12.2. Zorgcoördinator (MBIZD) 49 3.12.3. Dynamisch coachen op verschillen (MBCD) 49 3.12.4. School-video interactie begeleider (MBISD) 50 3.13. Cohort 2010 Tweedejaars alle lesplaatsen 51 3.14. UITSTROOMPROFIEL ONDERWIJS EN ZORG 51 3.14.1. Gespec. Leraar zorg PO (9MOZGD) 51 3.14.2. Gespec. Leraar zorg VO (9MOZVD) 52 3.14.3. Gespec. Leraar zorg Jonge Kind (9MOZJK) 52 3.14.4. Gespec. Leraar zorg SO (9MOZRC) 52 3.14.5. Gespec. Leraar onderwijs cluster 2 (9MOZR2) 53 3.15. UITSTROOMPROFIEL ONDERWIJS EN LEERPROBLEMEN 53 3.15.1. Remedial Teacher PO (9MOLPR) 53 3.15.2. Remedial Teacher VO/MBO (9MOLVR) 53 3.15.3. Taalspec/dyslexie PO (9MOLPT) 54 3.15.4. Taalspec/dyslie VO (9MOLVT) 54 3.15.5. Reken/wis/dyscal PO VO (9MOLPW en 9MOLVW) 54 3.16. UITSTROOMPROFIEL ONDERWIJS EN GEDRAGSPROBLEMEN 55 3.16.1. Gedrag PO / VO (9MOGGD) 55 3.16.2. ASS PO / VO (9MOGAD) 55 3.17. UITSTROOMPROFIEL BEGELEIDEN EN INNOVEREN 56 3.17.1. Ambulant begeleider (9MBIAD) 56 3.17.2. Intern begeleider (9MBIID) 56 3.17.3. Zorgcoördinator (9MBIZD) 57 3.17.4. Dynamisch coachen op verschillen PO/VO (9MBDCD) 57 3.17.5. SVIB PO / VO (9MBISD) 57 3.17.6. Vrije Studierichting PO / VO (9MVSPD) 58 3.18. Alfabetisch overzicht van alle onderwijseenheden (OE) 59 3.19. Bijzondere leerwegen 61
4.
Praktische zaken 4.1. Bereikbaarheid medewerkers 4.1.1. Servicepoint School of Education 4.1.2. Gegevens per lesplaats 4.1.3. Alfabetische medewerkerslijst 4.2. ICT-voorzieningen: leren, informatie en communicatie 4.2.1. Inloggen 4.2.2. Windesheim netwerk 4.2.3. Windesheim ShareNet (http://sharenet.windesheim.nl) 4.2.4. Blackboard (http://blackboard.windesheim.nl) 4.2.5. E-mail (http://webmail.windesheim.nl) 4.2.6. Draadloos netwerk (wireless) 4.2.7. Servicedesk 4.3. Studievoortgang, roostering en tentamenorganisatie 4.3.1. Cijfers inzien 4.3.2. Roosters (incl. leslokaal) – hoe beschikbaar? 4.3.3. Studentenjaarrooster 2011-2012 4.3.4. (Tentamen)Rooster kennisbasistoets – hoe beschikbaar? 4.4. Docent/studenthandleidingen 4.1. Repro CHW 4.2. Aanwezigheid tijdens de bijeenkomsten 4.3. Adreswijzigingen en doorbelsysteem 4.4. Decanaat 4.5. Gemeenschappelijke studentenadministratie (GSA) 4.6. Tegemoetkoming studiekosten 4.7. Lerarenbeurs 4.8. Mediacentrum/Studielandschap Zwolle 4.9. Winkel 4.10. Catering 4.11. Arbo-wet 4.11.1. Arbeidsomstandighedenwet 4.11.2. Veiligheid en Gezondheid tijdens uw studie 4.11.3. Calamiteiten en bedrijfshulpverlening (BHV) 4.11.4. Beeldschermwerk 4.11.5. Machines en gevaarlijke stoffen 4.11.6. Informatie 4.12. Functiebeperking 4.13. Medezeggenschap binnen de opleiding
63 63 63 64 65 74 74 75 75 75 75 76 76 76 76 77 77 79 79 79 79 79 79 81 81 82 83 84 84 84 84 84 84 85 85 85 85 86
5. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING – RECHTEN EN PLICHTEN 87 5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5. 5.6. 5.7.
BEGRIPSBEPALINGEN TOEGANG EN TOELATING INRICHTING VAN DE OPLEIDING STUDIEBEGELEIDING (art. 7.13 lid 2 sub u WHW) TENTAMENS EN EXAMENS EXAMENCOMMISSIE SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
87 90 91 92 94 101 102
6.
REGELS EXAMENCOMMISSIE
107
7.
KLACHTENREGELING
109
Voorwoord Welkom bij Windesheim Opleidingen Speciale Onderwijszorg (OSO): Master Special Educational Needs (M SEN). U heeft een bacheloropleiding behaald en gaat nu starten met deze master. De opleiding heeft als missie dat we onderwijs willen verzorgen speciaal voor iedereen De persoonlijke kwaliteiten van studenten worden ingezet om pedagogische kwaliteit te ontwikkelen onder het motto „elk talent telt‟. Het curriculum is met name vormgegeven vanuit competentieleren, met veel aandacht voor (vak)kennis, een goede verhouding tussen theorie en praktijk en actuele thema‟s. We verbeteren voortdurend de kwaliteit van onze opleiding door afstemming met wetenschap, werkveld, en u als student . Dit doen we omdat onderwijs steeds verandert en we zo de actualiteit van de kennis willen toetsen en het niveau van onze opleiding willen verhogen en borgen. Goed onderwijs is: het beste halen uit iedereen. Wees nieuwsgierig, vraag, onderzoek, ontwikkel uzelf en daag uw docenten uit. Wij vragen u: durf te excelleren. In deze Studiegids, Studentenstatuut en Onderwijs- en examenreglement vindt u inhoudelijke, praktische en organisatorische informatie over uw studie en de formele regels rondom het programma. U mag van ons verwachten dat wij het onderwijs vormgeven zoals in deze Studiegids staat beschreven. Wij verwachten van u , dat u een actieve lerende houding heeft, dat u verantwoordelijkheid neemt voor uw eigen leerproces en dat u de studie goed plant en organiseert. Deze studiegids helpt u aan de informatie die u daarvoor nodig hebt. Heeft u vragen en/of opmerkingen wacht dan niet af. Praat niet over ons maar met ons. Neem initiatief, dat verwachten we van u. Maak gebruik van deze gids! Wij wensen u een actieve, uitdagende, inspirerende en succesvolle studie toe.
Namens het docententeam, Bert Meijer Directeur
1
Leeswijzer Hoe zit deze Studiegids in elkaar ? In deze Studiegids vindt u verschillende onderdelen. allereerst de beschrijving van de opleiding, hoofdstuk 1; vervolgens de relatie van de opleiding met het beroepenveld, hoofdstuk 2; hoofdstuk 3 behandelt de inrichting van het onderwijs; de praktische zaken vindt u in hoofdstuk 4; - hoofdstuk 5 is het Onderwijs- en ExamenReglement (OER), dit bevat onder andere informatie over regels en procedures en rechten en plichten. - vervolgens vindt u de regels van de examencommissie in hoofdstuk 6; - en tenslotte treft u de klachtenregeling aan in hoofdstuk 7.
2
1.
OMSCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS VAN DE OPLEIDING 1.1.
De onderwijsvisie van Windesheim binnen de opleiding
Windesheim is als brede instelling voor hoger onderwijs een maatschappelijke onderneming. De hogeschool vormt een gemeenschap waarin actieve en deskundige mensen elkaar ontmoeten. Windesheim is een innovatief kennis- en expertisecentrum dat individuen en mensen in organisaties uitdaagt zich te ontwikkelen tot verantwoordelijke, waarde(n)volle en zelfbewuste professionals, die over maatschappelijk relevante kennis en competenties beschikken, willen functioneren op hoger professioneel niveau daaraan gerelateerde persoonlijke groei realiseren, en bijdragen aan de ontwikkeling, verbetering en vernieuwing van bedrijven, maatschappelijke instellingen en overheden.
1.2.
Missie van Windesheim OSO: onderwijs speciaal voor iedereen
In samenspraak en samenwerking met het werkveld willen we docenten en scholen ondersteunen bij het vormgeven en uitvoeren van onderwijs dat speciaal is voor elk kind, elke jongere en elke student, zodat ieder op zijn of haar eigen niveau kan excelleren. Onderwijs, met een pedagogische kwaliteit, dat uitnodigt en uitdaagt tot leren, waardoor het beste uit ieder kind of iedere jongere naar boven wordt gehaald, en hij zijn talenten maximaal leert te ontplooien: daaraan willen wij een bijdrage leveren met onze opleidingen, cursussen en studiedagen, met onderzoek en programma‟s voor schoolontwikkeling. Bij dit onderwijs staat de ontwikkeling tot burger in deze samenleving centraal, terwijl het tevens een rijke voedingsbodem vormt voor de ontwikkeling van de eigen identiteit. Wij willen bijdragen aan landelijke, regionale en plaatselijke expertise- en beleidsontwikkeling op dit gebied.
1.3.
De onderwijsvisie van Windesheim OSO binnen de opleiding
De opleiding is gestoeld op een expliciete visie welke in een zevental begrippen is uitgewerkt. 1. Lerende organisatie Onderwijskundig houden we een organisatie voor lerend wanneer die er in slaagt onderwijs een permanente kwaliteitsontwikkeling (PDCA) te laten ondergaan waarbij emancipatie van de leerling het doel is. Het management stimuleert en inspireert. Er is geen foutenvermijdend gedrag. 2. Laten excelleren Onder laten excelleren verstaan we: de lerende in staat stellen om te presteren in de zone van de eigen naaste ontwikkeling en zichzelf daarmee te overtreffen. 3. Passend onderwijs De kern van Passend Onderwijs is dat voor alle leerlingen de kansen op de beste ontwikkeling centraal staan, voor „gewone‟ leerlingen maar ook voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben om het onderwijs te volgen. 4. Verantwoorde inclusie We leiden op voor onderwijs dat vanzelfsprekend uitgaat van verschillen. Scholen in Nederland worden in toenemende mate geconfronteerd met verschillen tussen leerlingen. Leerlingen die voorheen naar het Speciaal Onderwijs verwezen werden, blijven steeds vaker, al dan niet voorzien van een „rugzakje‟, in het reguliere onderwijs. Landelijk wordt de discussie gevoerd over inclusie, exclusie, integratie en segregatie. Inclusief onderwijs zien wij als een stip aan de horizon, als een wenkend perspectief; passend onderwijs is de politieke realiteit. In dit kader hanteren wij het begrip „verantwoorde inclusie‟. Dit betekent voor ons: de ontwikkeling van het kind en zijn behoefte aan ondersteuning staan centraal. Verantwoorde inclusie betekent voor ons ook: samen naar school waar het kan, apart waar het (nog) moet; niet alleen omgaan met verschillen, maar vooral uitgaan van verschillen.
3
Wij ondersteunen scholen, teams, docenten en onze studenten bij het hanteren van de dilemma‟s die dat met zich mee brengt. Net als de diversiteit bij kinderen zien, erkennen en waarderen wij de diversiteit in het onderwijsveld. 5. Onderzoekende houding Onder onderzoekende houding verstaan we een wij basishouding die zich kenmerkt door een gerichtheid op het vergroten van inzicht over zichzelf en de context waarbinnen men functioneert. Sleutelwoorden hierbij zijn nieuwsgierigheid, actief waarnemen en een positief vragende houding ten opzichte van zichzelf en de context waarin men verkeert. De onderzoekende houding zien we als de basis voor de professionele ontwikkeling die is gestoeld op (systematisch) praktijkgericht educatief onderzoek met als doel de (eigen) onderwijspraktijk te verbeteren. 6. Burgerschap Burgerschap gaat over begrippen als participatie, diversiteit, acceptatie en tolerantie. Voor de leraar is het van belang dat hij zich realiseert dat het niet alleen gaat om de leerling in het hier-en-nu, maar om perspectief op het volwaardig functioneren als burger. De leraar speelt voor zijn leerlingen hierin een belangrijke en stimulerende rol. De leraar is uiteindelijk gericht op empowerment van de leerling, op ondersteuning van de leerling om het uiteindelijk zo veel mogelijk zelf te kunnen doen. 7. Kwaliteit van leren en kennis De kwaliteit van het leerproces van de student wordt in sterke mate bepaald door de vaardigheden en kennisbasis van de docent. Uit onderzoek (Hattie, 2003) komt naar voren dat de excellente docenten zich onderscheiden van de ervaren docenten doordat zij de studenten meer en effectiever uitdagen, zij meer en specifieke gerichte feedback geven en zij gefocust zijn op diepe representatie van (sleutel)concepten. Met betrekking tot kennis richten wij ons op de volgende drie gebieden: kennis met betrekking tot de leerling, bijvoorbeeld: hoe is de onderwijsgeschiedenis van de leerling? hoe is de thuissituatie? wat is de relatie tussen de culturele achtergrond van een leerling en zijn functioneren op school? kennis met betrekking tot het leren, bijvoorbeeld: hoe leren leerlingen van een bepaalde leeftijdsgroep? hoe leert deze leerling? hoe weet ik of het leerproces stagneert? kennis met betrekking tot het vakgebied: vakinhoud. Wij leiden onderzoekende docenten op. Wij leren en stimuleren studenten op hoog niveau te reflecteren. Zij leren binnen een theoretisch kader hun beroepservaring te koppelen aan eigen persoon en professionaliteit. Reflectie is onontbeerlijk om tot een onderzoekende houding te komen. Vanuit deze onderzoekende houding leren studenten gericht en systematisch hun eigen praktijk te onderzoeken. Zo kunnen zij hun ontwikkeling verder zelf ter hand nemen en gefundeerd hun onderwijspraktijk verbeteren. Alle studenten studeren af door middel van een praktijkgericht onderzoek. Onze waarden De docenten van Windesheim OSO zijn professionals die op hun beurt professionals opleiden; professioneel werken staat dan ook hoog in ons vaandel. Windesheim OSO wil mens- en resultaatgericht werken. De docenten van Windesheim OSO hebben plezier in hun werk en stralen dit ook uit.
1.4.
Doelstelling van de opleiding
Windesheim OSO biedt opleidingen op het gebied van speciale onderwijszorg voor individuele studenten, schoolteams, specialistenteams en samenwerkingsverbanden. Met de opleiding wordt beoogd de student de vereiste algemene en specifieke competenties bij te brengen en/of zodanige integratie van kennis, vaardigheden en inzicht op het gebied van de speciale onderwijszorg, dat hij overeenkomstig de landelijk voor het beroep bestaande competenties of kwalificaties in staat is tot een zelfstandige beroepsuitoefening. De afgelopen jaren is onderzoek gedaan naar de specifieke competenties waarover een leraar die met zorgleerlingen werkt dient te beschikken. Dit onderzoek is gedaan in samenwerking met WOSO (Werkverband Opleidingen Speciale Onderwijszorg) en SBL (Stichting Beroepskwaliteit Leraren en ander onderwijspersoneel). Dit heeft geleid tot een vastgesteld generiek competentieprofiel voor speciale onderwijszorg, dat in januari 2005 aan de Minister van Onderwijs is aangeboden. Het versterken van deze competenties tot een hbo-masterniveau is het doel van de OSO-opleidingen.
4
Deze doelstellingen zijn te vinden in de publicatie: Bekwaam en speciaal, generiek competentieprofiel Speciale Onderwijszorg (De Bruïne, E.J., Claasen, W. & Siemons, H. (2004), Antwerpen – Apeldoorn, Garant, 90-441-1719-X). Dit profiel is bijgesteld en is opnieuw vastgesteld tijdens de LEOZ conferentie op 27 maart 2009. Dit competentieprofiel is te vinden in de publicatie: Inclusief Bekwaam, generiek competentieprofiel inclusief onderwijs (Claasen, W., Bruïne, EJ., Schuman, H., Siemons, H. & Velthooven, van, B. (2009). Inclusief Bekwaam, generiek competentieprofiel inclusief onderwijs. Antwerpen/Apeldoorn: Garant, ISBN 978-90-441-2472-9). Het competentieprofiel is geoperationaliseerd in een opleidingseigen competentie- en beoordelingsinstrument.
1.5.
Inhoud van de opleiding
Professionalisering binnen Windesheim OSO is gericht op het uitgaan van verschillen. Complexe situaties in de dagelijkse onderwijspraktijk vragen om probleemoplossend vermogen en om specifieke competenties; een geïntegreerde inzet van kennis, attitudes en vaardigheden. In onze leerroutes wordt u toegerust om in deze complexe situaties adequaat te kunnen handelen. Het doel van onze opleiding is het vergroten van ervaringskennis door een directe koppeling van theorie aan praktijk. Kennis vatten we op als gereedschap, als middel tot nadere professionalisering. De context waarbinnen u als student functioneert in uw werksituatie is een van de belangrijkste uitgangspunten van ons onderwijs. Hierbij staat een verdere ontwikkeling van noodzakelijke competenties voor het beroep centraal. Windesheim OSO gaat uit van zelfsturing van studenten. Als student staat u voor de uitdaging uw eigen leervragen en -wensen te formuleren, die als persoonlijk professioneel ontwikkelingsplan richting geven aan uw studieprogramma. Docenten van Windesheim OSO, veelal werkzaam of werkzaam geweest binnen de speciale onderwijspraktijk, hebben hierbij de rol van begeleider in het ontwikkelingsproces van studenten. Daarnaast wordt elke cursusgroep begeleid door een studiecoach.
1.6.
De onderwijsleeractiviteiten
Vanuit de eerder beschreven onderwijskundige opvattingen organiseren wij onderwijsleeractiviteiten in diverse werkvormen en groepssamenstellingen die gericht zijn op: Zelfsturen (zelfstandig leerteam, ZLT); samenwerkend leren; onderzoeken en ontwerpen; reflecteren; stimuleren van kennisconstructie en kenniscirculatie.
1.7.
Studie- en loopbaanbegeleiding
Studieloopbaanbegeleiding (SLB) heeft in een masteropleiding een ander karakter dan in de bacheloropleiding. Veruit de meeste studenten (deeltijd) zetten met het volgen van deze masteropleiding een stap in hun loopbaanontwikkeling. Tijdens de SLB staat de ontwikkeling van de (vernieuwde) beroepsidentiteit centraal. Daarbij ziet de opleiding de onderzoekende houding als het voertuig voor de persoonlijke ontwikkeling en als basis onder een levenslange bekwaamheid om zich als Master SEN te blijven ontwikkelen. Binnen de opleiding spreken wij over de studiecoach als begeleider van dit proces, maar verwachten wij van de studenten dat zij als critical friends elkaars leerproces coachen en van en met elkaar leren. Tijdens de studiecoachgesprekken staat de integrale competentieontwikkeling van de student centraal. De studiecoachgesprekken worden gekenmerkt door een dialoog naar aanleiding van persoonlijke dilemma‟s. De studiecoach begeleidt dit proces vanuit een metapositie. De studiecoach traint de studenten aan het begin van de opleiding tijdens een begeleide intervisiebijeenkomst in het onbegeleid collegiaal coachen. In de modulaire variant krijgen de studenten tijdens het eerste jaar van de opleiding minimaal drie studiecoachgesprekken. Twee studiecoachgesprekken vinden plaats in een groep van drie studenten. Deze gesprekken vinden plaats n.a.v. de beoordelingsresultaten in relatie tot de competentieontwikkeling. De gesprekken duren een uur en worden door de studenten voorbereid. De student geeft na afloop schriftelijk aan wat het gesprek voor de persoonlijke ontwikkeling betekent. Voor de voltijd vindt het derde studiecoachgesprek aan het eind van het studiejaar plaats, voor de deeltijd is dit uiterlijk aan het begin van het tweede studiejaar. Hierin staat de integrale competentieontwikkeling centraal en wordt vooruitgekeken naar het volgende jaar. Tijdens het tweede jaar vinden er vergelijkbare gesprekken plaats. Gedurende de studieperiode kunnen de studiecoach en de groep of individuele studenten afspraken maken naar behoefte.
5
In de leerlijnvariant is de SLB de rode draad tussen de verschillende opleidingsonderdelen en krijgt de student in groepsverband ongeveer 20 begeleide SLB bijeenkomsten in leerteams (voltijd 1 jaar, deeltijd 2 jaar). De SLB is ondersteunend voor het opbouwen van het portfolio ten behoeve van het competentieexamen. In de e-learningvariant vervullen studenten in de discussies voortdurend en intensief de rol van critical friend van elkaars leerproces. In de startbijeenkomst wordt geoefend in het elkaar online coachen en geven van feedback. Daarnaast monitort de studiecoach de studievoortgang en ontwikkeling van de student gedurende de looptijd van elke module. De studiecoach communiceert met de student over de professionele ontwikkeling en zo nodig is er telefonisch contact. Borging van informatie-uitwisseling tussen coach en docent met betrekking tot de ontwikkeling van een student verloopt via het online platform „highrise‟ waarin docent en coach belangwekkende zaken met betrekking tot een student opnemen. Elk studiejaar wordt afgesloten met een telefoongesprek tussen de studiecoach en de student waarin de integrale competentieontwikkeling centraal staat en wordt vooruitgekeken naar het volgend jaar.
1.7.1. PPOP (Persoonlijk Professioneel OntwikkelingsPlan) De student schrijft een professioneel, persoonlijk ontwikkelplan. De studiecoach en de student wisselen uit over dit plan. De studiecoaches monitoren de integrale competentieontwikkeling van de studenten. Dit doen zij door het voeren van ontwikkelingsgerichte gesprekken waarin feedback en vooral feedforward met betrekking tot de persoonlijke ontwikkeling gegeven wordt.
1.7.2. Het portfolio Er zijn 2 vormen van portfolio: Het portfolio in de leerlijnenmodel ten behoeve van competentie-examen Dit is gericht op kwalificatie en is zowel formatief als summatief. Dit portfolio wordt opgebouwd volgens de hierna vermelde componenten, voor de bijlagen wordt verwezen naar Blackboard. Een portfolio bestaat uit een gestandaardiseerd overzicht van individuele leer- en werkervaringen van studenten. Portfolio's vervullen uiteenlopende functies en worden gebruikt in allerlei opleiding- en begeleidingsituaties waarin het belangrijk is inzicht te verkrijgen in de door individuen verworven (beroeps)competenties. Het portfolio is een persoonlijk bezit. Over de inzage in en het gebruik van het portfolio door anderen zal overleg met de invuller moeten plaatsvinden. Voor e-learning studenten geldt, dat zij een portfolio aanleveren volgens de richtlijnen die op Blackboard geplaatst zijn. Het portfolio bestaat uit verschillende componenten geordend volgens onderstaande tabel:
6
volgorde 1 2 3 4 5
6
7
8
9
inhoud Checklist portfolio, eerst ondertekend voor compleet door een medestudent, daarna voor akkoord door de studiecoach Persoonlijke gegevens Gegevens huidige werkgever/leerwerkplek Authenticiteitsverklaring (leer)werkplek Overzichtsformulier van ontvangen feedback Dit overzicht vult de student in op basis van alle verkregen feedback. De student begint met een zelfbeoordeling in de kolom “Zelfbeoordeling student”. Daarna volgen de gemiddelde scores van diegenen, van wie feedback ontvangen is in de daarvoor bestemde kolommen. Als er andere personen gevraagd zijn dan in het formulier aangegeven zijn, wordt het formulier daarop aangepast. Beroepsproducten Inleiding beroepsproduct bij de verworven competenties (ingevuld tabblad) Beroepsproduct Beoordeling beroepsproduct door moduledocent Keuzebewijzen Inleiding beroepsproduct bij de verworven competenties (ingevuld tabblad) START formulier behorend bij de verworven competenties Beroepsproducten Let op: Geef bij elk ingevulde START formulier goed aan, om welke competentie(s) het gaat en bij welk(e) bewijsstuk(ken) het hoort. Zorg er voor, dat elk bewijsstuk/beroepsproduct een eigen voorblad met titel heeft. Geef hierop aan of het om een voorgeschreven dan wel zelf gekozen product (extra bewijs) gaat. Bij elk bewijsstuk/beroepsproduct wordt aangetoond op welke wijze de literatuur hierin verwerkt is. Het de bedoeling, dat u laat zien welke beroepsrelevantie het voor u heeft gehad. M.a.w.: welke betekenis heeft de literatuur voor u gehad t.a.v. het beroepsproduct en uw (toekomstige) functie in het onderwijs en de daarbij behorende competenties. Hiervoor hanteert u de verwijzing naar bronnen in uw eigen tekst volgens de APA richtlijnen. Feedbackformulier ( zie Blackboard) om diverse feedbackgevers te bevragen. Dit formulier wordt door de student gebruikt als leidraad voor feedbackgesprekken. De student vraagt mondeling gerichte feedback op basis van het formulier. De student verwerkt de verkregen feedback in het formulier en laat dit voor akkoord ondertekenen door de feedbackgever o Om schriftelijke feedback te vragen aan een leerling of een ouder of collega ontwerpt de student een eigen formulier, gebaseerd op de te verwerven competenties. Overzichtslijst alle bestudeerde literatuur volgens APA richtlijnen (de student stelt dit zelf op)
Bijlage formats Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5
Bijlage 6
Bijlage 6 en 7
Bijlage 9
Het portfolio in de modulaire variant (gericht op leerproces) Hierbij stelt u tijdens uw studie een portfolio samen. Dit is een verzameling van eigen werk, waarmee u kunt laten zien wat u weet en kunt, wat u belangrijk vindt en nog wilt leren. Het is een verzamelmap waarin u uw ontwikkeling duidelijk maakt. Het doel van het portfolio is zicht te hebben (te krijgen) op uw leerdoelen en uw persoonlijke en professionele ontwikkeling tijdens de opleiding. Zo kunt u zo nodig uw leerdoelen bijstellen met ondersteuning van uw studiecoach en/of medestudenten. Het portfolio bevat sleutelervaringen, eye-openers, waardevolle elementen m.b.t. het eigen leerproces. Vaste elementen in het portfolio zijn: PPOP; reflectie op intervisie; reflectieverslag uit de eindopdracht van de module; beoordelingsformulieren van de modules en (waar van toepassing) ook eigen beoordeling en 360 graden feedback. Voor de e-learningvariant geldt dat intervisie en reflectie een vast onderdeel zijn van elke module in plaats van aparte activiteiten. In de discussies behorend bij de opdrachten wisselen studenten intensief met elkaar uit. Studenten nemen in hun portfolio een aantal relevante bijdragen uit de gevoerde discussies op.
7
1.8.
Kwaliteit en studeerbaarheid
Voorwaarde voor het kunnen uitvoeren van de praktijkopdrachten is dat de student een baan of leerwerkplek ( stage) heeft in het onderwijs. Om de studie succesvol te kunnen doorlopen is het van belang dat de leerwerkplek voldoende mogelijkheden biedt om de opdrachten op masterniveau uit te kunnen voeren. Studiebelasting De opleiding Master SEN omvat volgens de Wet op het Hoger Onderwijs 60 EC. Eén EC staat voor een studiebelasting van 28 uur. De opleiding kan worden afgerond wanneer u 60 EC heeft behaald. Het aantal EC per module is afhankelijk van het aantal contacturen en het begrote aantal uren voor zelfstudie.
1.9.
Vorm van de opleiding
Het onderwijs in de opleiding wordt in voltijd en deeltijd verzorgd. Het wordt aangeboden in verschillende varianten, grotendeels in het leerlijnenmodel, maar ook modulair en via e-learning. Bij zowel de voltijd- als de deeltijdopleiding is een passende (leer)werkplek verplicht. Structuur onderwijsprogramma Windesheim OSO biedt een professionele masteropleiding. Het onderwijs is geclusterd in vier uitstroomprofielen. Binnen de uitstroomprofielen kennen we leerroutes. De programma‟s in deze leerroutes worden beschreven in hoofdstuk 3. Deeltijd De totale studietijd is inclusief de wekelijkse bijeenkomsten en activiteiten voor de studie buiten deze bijeenkomsten. U voert praktijkopdrachten uit en u verwerkt literatuur. Het uitvoeren van praktijkopdrachten zal voor een deel geïntegreerd in uw eigen werksituatie plaatsvinden. Voorwaarde voor deelname aan een opleiding in deeltijd is dan ook, dat u ten minste een dag per week werkzaam bent in het onderwijs of op basis van een leerwerk- of studiecontract minstens een dag per week praktijkopdrachten op een school kunt uitvoeren. Voltijd Als voltijdstudent besteedt u maximaal twee dagen per week aan colleges, werkgroepen en SLB. Daarnaast werkt u twee dagen per week op een school op basis van een leerwerkplekcontract. Daar voert u uw praktijkopdrachten uit. Een dag per week is bestemd voor zelfstudie en het verwerken van opdrachten. Voor alle opleidingsvarianten geldt het volgende: er vindt voor aanvang van de opleiding een intake plaats; tijdens de opleiding worden modules gevolgd; er is een doorlopende lijn praktijkgericht onderzoek (PO); er is een doorlopende lijn studieloopbaanbegeleiding(SLB). De opleiding wordt afgesloten met een praktijkgericht onderzoek binnen de context van de leerroute. De opleidingsvarianten verschillen van elkaar m.b.t. het volgende: 1. Leerlijnen Deze opleidingsvariant bestaat uit 6 modules. Daarnaast gebruikt de student een deel van de studietijd om onder begeleiding van de studiecoach (SLB) aanvullende bewijzen te verzamelen die met studiepunten gehonoreerd zullen worden. Iedere module wordt beoordeeld op productniveau en tijdens het competentie-examen (assessment) wordt het competentieniveau integraal geëxamineerd. De doorlopende leerlijnen PO en SLB worden geïntegreerd met het modulaire aanbod. De student bewijst de competentieontwikkeling middels een portfolio tijdens het competentie-examen. 2. E-learning Deze opleidingsvariant is gelijk aan de leerlijnen opleidingsvariant, maar wordt in de vorm van afstandsleren aangeboden. 3. Modulair Deze opleidingsvariant bestaat uit 7 modules. Daarnaast zijn er als doorlopende leerlijnen PO en SLB. Iedere module en het praktijkgericht onderzoek worden beoordeeld op productniveau. Programmaontwikkeling vindt op vier niveaus plaats: moduleniveau; leerrouteniveau; uitstroomprofielniveau; 8
curriculumniveau. Actuele ontwikkelingen en input vanuit het veld leiden voortdurend tot nieuwe programmaontwikkeling. Programmaverbetering vindt plaats op basis van systematische dataverzameling onder studenten, docenten, alumni en werkgevers. Daarnaast spelen ook de leden van de veldadviesraden een belangrijke rol. Ook de bij de opleiding betrokken lectoraten worden bij de programmaontwikkeling betrokken.
9
2.
DE RELATIE VAN DE OPLEIDING MET HET BEROEPENVELD 2.1.
Het beroep en zijn context
Windesheim OSO leidt studenten op voor de wetgevingsgebieden van PO (Primair Onderwijs), VO (Voortgezet Onderwijs), MBO (Middelbaar BeroepsOnderwijs Educatie), en WHW (Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek). Dat betekent dat er leerroutes worden aangeboden waarin studenten zich kunnen bekwamen om maatwerk te leveren voor alle leerlingen met als doel de leerling de beste kansen te bieden binnen het hele onderwijs. Windesheim OSO heeft als doel om studenten met een afgeronde HBO-opleiding toe te rusten voor de speciale onderwijszorg. De leerroutes zijn veelal in samenwerking met partners binnen het speciale onderwijsveld opgezet. Zo zijn er contacten met besturen, samenwerkingsverbanden en met andere aanbieders van OSO-opleidingen. De ontwikkelingen in het beroepenveld Tot nu toe wordt door middel van veldinitiatieven en experimenten uitvoering gegeven aan het overheidsbeleid inzake Passend Onderwijs. Passend Onderwijs is meer dan “wat structurele aanpassingen” en “wat extra aandacht voor rekenproblemen en taalachterstanden”. Wanneer er moet worden afgestemd op de behoeften, competenties en het niveau van de leerling, dan kan de leraar niet alleen afgaan op methoden. De leraar zal veel meer een pedagogisch-didactisch kenniswerker en onderzoeker moeten zijn, een „ontwerper‟ en „uitvoerder‟ van (eigen) onderwijs en een verbindende schakel met ouders en professionals in en buiten de school. De huidige leraar is niet voldoende opgeleid om adequaat om te gaan met verschillen. De brieven van de staatsecretaris aan de Tweede Kamer (25 juni 2009 en januari 2010) geven aan dat een forse kwaliteitsverbetering en extra ondersteuning in de klas gerealiseerd moet worden. 1 Uitgaande van de, mede door Nederland ondertekende, Salamanca verklaring van 2009 lijkt Passend 2 Onderwijs te moeten leiden tot inclusief onderwijs : Concreet betekent het dat onderwijsinstellingen moeten samenwerken met partners uit de jeugdzorg zoals instellingen voor jeugdgezondheid, bureaus jeugdzorg, jeugdhulpverlening, ouders en beroepsopleiders (bijvoorbeeld “brede scholen”). Deze gemeenschappelijke (maatschappelijke) opdracht wordt door alle partijen onderkend, wat echter nog niet wil zeggen dat deze opdracht ook door alle betrokken instanties en personen op dezelfde wijze wordt geïnterpreteerd. Vanuit verschillende belangen, visies, mogelijkheden, tradities, wettelijke kaders, etcetera, werken niet alle krachten dezelfde kant op en soms zelf tegengesteld aan elkaar. Windesheim leidt professionals op voor die complexe praktijk. Meer autonomie voor scholen Van oudsher verlopen vernieuwingen in het onderwijs top-down. Deze sturingsfilosofie is de laatste jaren onder druk komen te staan. Scholen ervoeren de voorgestelde vernieuwingen veelal als te generiek, en hadden onvoldoende vrijheid om in te spelen op lokale behoeften en randvoorwaarden.
1
In 1994 heeft de Unesco in Salamanca een wereldconferentie gehouden over „special needs education: access and quality‟, waaraan 92 landen, waaronder Nederland, participeerden. 2
UNESCO maakt zich sterk voor „Education for all‟ en heeft inclusie als ideaal. Inclusie wordt door UNESCO opgevat als: „a process of addressing and responding to the diversity of needs of all learners through increasing participation in learning, cultures and communities, and reducing exclusion within and from education (Booth, 1996). It involves changes and modifications in content, approaches, structures and strategies, with a common vision, which covers all children of the appropriate age range and a conviction that it is the responsibility of the regular system to educate all children. (UNESCO, 1994, p. 13).
10
In haar eindrapport “Tijd voor onderwijs” komt de commissie Dijsselbloem (2008) tot de conclusie dat de overheid zich in te veel detail bemoeid heeft met de inrichting van het onderwijs. De commissie beveelt aan dat het onderwijs, en niet de overheid, verantwoordelijk moet zijn voor de inrichting van het onderwijs en het pedagogisch klimaat. Scholen worden autonomer, hetgeen ruimte biedt voor de ontwikkeling en adoptie van noodzakelijke innovatie. Anderzijds moet de leraar een deel van zijn individuele autonomie prijsgeven om innovaties in de organisatie te kunnen initiëren, implementeren en evalueren. Immers, naarmate een organisatie haar kaders helderder formuleert, betekent dit concreet dat docenten zich eraan zullen moeten conformeren. Leven Lang Leren (kortweg LLL) In onze samenleving veroudert kennis in hoog tempo en werkwijzen en technieken veranderen voortdurend. In de Lissabon Strategie (2000, 2010) is beschreven ´dat de EU de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld moet worden, die in staat is tot duurzame groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang´. Alle met het onderwijs belaste instanties moeten zich toeleggen op de organisatie van permanent onderwijs. Ook OCW ziet leren als een blijvend onderdeel van leven en werken (employability). We maken onderscheid tussen: De primaire focus: LLL gericht op verhoging van de kwaliteit van de leraar in zijn primaire taak (lesgeven, begeleiden). De secundaire focus: LLL als professionele ontwikkeling, gericht op samenwerken, innoveren, structurele feedback vragen en geven, en de leraar als onderzoeker.
2.2.
De relatie tussen de opleiding en het beroepenveld
Bovengenoemde ontwikkelingen in het werkveld zijn onderwerp van gesprek in de veldadviesraden. Windesheim OSO maakt deel uit van de School of Education van Windesheim en heeft twee veldadviesraden (één raad voor het noorden en oosten van Nederland, gesitueerd in Zwolle en één raad voor het westen en midden van Nederland, gesitueerd in Utrecht). Deze raden dienen de opleidingen van advies bij het opereren op de markt, het ontwikkelen van leerroutes en het inspelen op vragen uit de onderwijsmarkt. In de veldadviesraden hebben directeuren en bestuurders van scholen en samenwerkingsverbanden zitting.
2.3.
De eindtermen c.q. eindcompetenties van de opleiding
Het beroepsprofiel van de Master SEN is vertaald in opleidingsdoelen. De Dublin-descriptoren vormen samen met de generieke competenties (Claasen, De Bruïne, Schuman, Simons, Van Velthooven, 2009) van het Landelijk expertisecentrum Onderwijs & Zorg het fundament voor de prestatie-indicatoren in de beoordelingsinstrumenten. Om te kwalificeren is in de bewijslast ten minste het niveau van startbekwaam master in alle competenties aangetoond. Bij het beoordelen wordt uitgegaan van situationele redelijkheid waarbij de bewijskracht van de beroepsproducten afhankelijk is van de complexiteit van de uitgevoerde beroepstaak. Daarvoor worden er in de opleiding 4 ontwikkelingsniveaus onderscheiden. Deze ontwikkelingsniveaus bevatten de handelingscomponent, de inhoudscomponent en de onderwijskundige context. De student wordt als startbekwaam master gekwalificeerd als alle competenties op ten minste niveau 3 beoordeeld zijn en de beroepsproducten ten minste op voldoende niveau beoordeeld zijn, zie hoofdstuk 5 artikel 5.7 voor de uitwerking van de niveaus. De onderwijskundige visie op opleiden De onderwijskundige visie op opleiden kan worden gedefinieerd als competentiegericht. Daarbij wordt een goede afstemming tussen leren, instructie en toetsen als een hefboom voor het leren van de student gezien. Competententiegericht onderwijs betreft alle aspecten van de opleiding. Gedurende de opleiding wordt de competentiegroei van de student een aantal keren gemeten. De focus ligt op een ontwikkelingsgerichte benadering waarbij het toetsen het leren ondersteunt en het leren het toetsen ondersteunt. Windesheim OSO heeft zijn opleidingsvisie ontwikkeld vanuit de brede opleidingsvisie van Windesheim, waarin vier elementen centraal staan: reflectie: de student ontwikkelt reflectief vermogen; zelfsturing: de student leert zijn werkzaamheden doelbewust te sturen; beroepsrelevantie: de student leert beroepsrelevante vraagstukken op te lossen; praktijkgericht onderzoek: de student verbetert zijn praktijksituatie op onderzoeksmatige manier. Voor onze opleiding betekent dit dat we vooral in scenario 4 van onderstaand model gepositioneerd zijn.
11
student stuurt, opleider faciliteert 3
schoolvakken centraal
4
beroepscontext centraal
scenario's
1
2
opleider stuurt, student volgt
Figuur 1: Scenariomodel: sturing en beroepsrelevantie
Windesheim OSO wil studenten leren theoretische en methodische concepten toe te passen in problematische opvoedings- en onderwijssituaties. Daarbij is het reflecteren op eigen handelen onmisbaar. De opleiding kiest voor ontwikkelingsgericht en onderzoeksmatig opleiden. Studenten worden gestimuleerd een onderzoekende houding te ontwikkelen en hun handelen te funderen met behulp van betrouwbare bronnen. De beroepspraktijk is leidend voor de opleiding. Opdrachten worden zoveel mogelijk in de praktijk uitgevoerd. Er wordt tijdens de opleiding veel belang gehecht aan literatuurstudie en het verwerven van een kennisbasis. Didactisch wordt dit vertaald in een sociaal-constructivistische benadering waarbij leren als volgt wordt gezien: Leren wordt gezien als een actief constructief proces waarbij de lerende nieuwe informatie interpreteert op basis van zijn bestaande kennisstructuur. Nieuwe informatie wordt ingepast in de bestaande kennisstructuren. Dit actieve proces van constructie en reconstructie wordt gedefinieerd als „leren‟. Van de lerende wordt verwacht dat hij in staat is te reflecteren op zijn eigen denken en handelen, en dit zelf te sturen. Het blijkt dat een goed georganiseerd kennisbestand een voorwaarde is voor succesvol probleem oplossen. Leren is contextgebonden Het betekenissen toekennen aan fenomenen wordt bepaald door individuele ervaringen. Daarbij wordt leren gezien als een sociaal proces dat plaatsvindt in een sociale context. De interactie met anderen bepaalt de manier waarop u aankijkt tegen de wereld. Interactie met anderen bepaalt de wijze waarop individuen kijken naar fenomenen. Leeruitkomsten zijn daarom altijd persoonlijk. Leren is niet enkel een cognitief proces. Motivationele, emotionele en sociale aspecten spelen een cruciale rol in het leerproces. Voorbeelden zijn: de doeloriëntatie van de lerende, zijn verwachtingen, de waarde die hij toekent aan de leertaak, de interacties met anderen en hoe de lerende zich voelt in het leerproces. Leren betreft dan ook niet alleen de cognitieve ontwikkeling, maar impliceert ook de ontwikkeling van deze aspecten. De manier waarop de student het opleidingsprogramma beleeft heeft invloed op de kwaliteit van leren. Dit heeft implicaties voor de manier waarop het onderwijs ontwikkeld en vormgegeven kan worden.
12
3.
INRICHTING VAN HET ONDERWIJS 3.1.
Opleidingsstructuur en organisatie
Hoewel de opleiding uit steeds dezelfde elementen bestaat, te weten: StudieLoopbaanBegeleiding (SLB); praktijkgericht onderzoek (PGO); ondersteunende onderwijseenheden (modules), en steeds totaal 60 ec‟s omvat, kent de organisatie van de opleiding verschillende varianten. Dit heeft enerzijds te maken met het feit dat de opleiding in een reguliere en een E-learningvariant wordt aangeboden, anderzijds is dit het gevolg van het ontwikkelen van een opleidingsstructuur met het doel de effectiviteit te maximaliseren. Sinds april 2011 bevindt de opleiding zich in de laatste fase van de kanteling naar een vernieuwd curriculum (leerlijnenmodel) waarbij een leerroute bestaat uit een startmodule, 4 leerroutespecifieke modulen, een generieke kennisbasistoets, een internationaliseringcomponent en vrije ruimte. Het praktijkgericht onderzoek is als leerlijn verweven door de gehele opleiding en kent een verdichting in het laatste deel van de opleiding. De SLB heeft zich ook ontwikkeld tot een leerlijn. Een deel van de „modulestudiepunten‟ wordt tijdens de competentie-examens getoetst. Daarbij wordt de mate van transfer en integratie van de opgedane kennis in het handelingsrepertoire en de beroepsidentiteit getoetst. Deze examens worden door twee onafhankelijke beoordelaars afgenomen waarbij één daarvan bij voorkeur uit het werkveld komt. Het cohort 2011 in de lesplaatsen Hoofddorp, Utrecht en Leeuwarden wordt grotendeels opgeleid in het „oude model‟, en heeft een volledig herzien toetsprogramma wat betreft de eisen die gesteld worden aan beroepsproducten. De internationaliseringcomponent is voor iedereen verplicht. Voor de studenten van de betreffende leerroutes geldt dat de module Internationalisering gekoppeld wordt aan een module naar keuze (niet zijnde module 1 en 2). De kennisbasistoets maakt geen deel uit van het curriculum. Daarnaast worden in deze lesplaatsen onderstaande leerroutes aangeboden volgens het leerlijnen model: voltijd gespecialiseerd leraar zorg PO, Remedial teacher en Intern Begeleider.
3.2.
Het curriculum
In alle opleidingsmodellen is er steeds sprake van horizontale en verticale verbinding tussen de opleidingselementen, weergegeven in onderstaand schema.
SLB on
der
module 1
zoek
module 2
s
module 3
leer
module 4
lijn
module 5
Figuur 2: Schematisch overzicht horizontale en verticale verbindingen in het programma.
13
module 6
Binnen-/buitenschoolscurriculum Het binnen- en buitenschools curriculum van de opleiding SEN zijn sterk met elkaar verweven en verlopen cyclisch. Doel van de opleiding is namelijk om de student in staat te stellen de praktijksituatie in onderwijskundige zin te verbeteren. De opleiding faciliteert dit leren door casuïstiek uit de praktijk van de student in de opleiding te brengen en daar te confronteren met de theorie. De student neemt het geleerde (de verrijkte casuïstiek) in de vorm van een praktijkopdracht weer mee naar zijn werksituatie. De ervaringen in de werksituatie komen weer terug in de opleiding waar de student zijn keuzes voor zijn handelingswijzen (toegepaste theorieën, methodieken) verantwoordt.
Figuur 3: weergave cyclische verbinding binnen- en buitenschoolcurriculum
3.2.1. Toetsvormen Om de betrouwbaarheid van de toetsing te vergroten wordt er naast het inzetten van verschillende beoordelaars ook gestreefd naar verschillende en gevarieerde toetsing. In de onderstaande tabel is af te lezen welke toetsvormen gebruikt worden. De student moet zich zowel voorafgaand aan de kennisbasistoets als voorafgaand aan de competentieexamens kunnen legitimeren.
14
Toetsvormen Competentie-examens Portfolio-competentie examen 1 met criteriumgericht interview Portfolio-competentie examen 2 met forumdiscussie (is indien nodig de herkansing van Portfoliocompetentie-examen 1) In een competentie-examen worden diverse resultaten van een student integraal en in samenhang met gewaardeerd en ontwikkelingsgericht beoordeeld. Praktijkgericht onderzoek De onderzoekscompetenties hebben primair betrekking op toepassingsgericht onderzoek, dat wil zeggen onderzoek dat gericht is op het ontwikkelen van kennis voor het ontwerpen van oplossingen van (typen van) veldproblemen. Voor de deadlines van de verschillende beoordelingsonderdelen van praktijkgericht onderzoek (PGO), wordt verwezen naar informatie op Blackboard. Kennisbasistoetsing In de beroepsproducten die behoren bij onderwijseenheden wordt o.a. de kennisbasis beoordeeld. Kennisbasistoetsing MC toets kennisbasis orthodidactiek en orthopedagogiek. Beroepsproduct Dit is een opdracht in de beroepspraktijk, uitgevoerd door een student. Het gaat om een product ten behoeve van de (leer)werkplek van de student zelf of een medestudent. Het is gericht op specifieke, vooraf vastgestelde beoordelingscriteria. Het ontwerpen en uitvoeren van een handelings/ groepsplan is bijvoorbeeld een beroepsproduct. Variëteit binnen beroepsproducten: Verslag Rapport Hands-on (in voltijd door studiecoach in de praktijk te beoordelen) Simulatie Beeld- en/of geluidsbewijs Literatuuronderzoek Reflectie Minipraktijkonderzoek Portfolio Het portfolio is een uitermate geschikt instrument om alle mogelijke prestaties van een student in de beoordeling mee te wegen. Het is geschikt binnen de opleiding, in de beroepspraktijk en bij een combinatie van beide. Het kan gedefinieerd worden als een verzameling van materialen, documenten en/of bestanden die bewijsmateriaal geeft voor de competentieontwikkeling van de student. De verantwoordelijkheid voor het verzamelen hiervan ligt volledig bij de student. Het portfolio is daarmee een instrument waarin de student een weergave van resultaten van zijn/haar leerproces geeft. Het biedt de student mogelijkheden en kansen van zelfsturing. Het portfolio heeft een lange termijn functie: er wordt zicht gehouden op de continuïteit in de ontwikkeling van de student. De student selecteert bewijsstukken, verantwoordt deze selectie, ordent het bewijsmateriaal en legt het voor ter beoordeling tijdens het competentie-examen. Portfoliopresentatie De student presenteert aan een opleidings- en een werkveldassessor (hands-on) de kritische leermomenten en betekenisvolle leerervaringen, waarbij de praktijktheorie tevens aandacht krijgt. Voorts presenteert de student beeldopnames voor de interpersoonlijke competentie. De student laat in deze presentatie zien hoe de competenties op meerdere manieren in verschillende situaties ontwikkeld zijn en hoe de student daarop reflecteert. Criteriumgericht interview Dit is een interview tussen twee onafhankelijke assessoren en een student en gaat over concrete ervaringen van een student. Het wordt afgenomen nadat de inhoud van een portfolio, de ontvangen 360graden feedback en de beroepsproducten bestudeerd zijn. Er wordt onderzocht of het resultaat naar wens was en het toegepaste gedrag adequaat. Het doel is informatie van de student te krijgen. Het is gericht op specifieke, door de assessoren vooraf bepaalde, onderwerpen. Na het interview bepalen de assessoren het waardeoordeel. Dit oordeel wordt in een eindgesprek door de assessoren toegelicht voor de student, voorzien van concrete feedback en/of adviezen voor verdere ontwikkeling. Daarna ontvangt de student een schriftelijke rapportage. Forumdiscussie Aan de hand van het portfolio wordt toegewerkt naar een eindcompetentie-examen in een reële situatie (hands-on): de aanvullende proeve van bekwaamheid m.b.t. competentie 5. In deze proeve vormen studenten een forum, waarin gediscussieerd wordt over inhoudelijke onderwerpen. Ze worden geobserveerd en beoordeeld door onafhankelijke opleidings- en werkveldassessoren.
15
3.3.
Overzicht van het curriculum
Hierna volgt een overzicht van het curriculum: leerplannen leerlijnenvariant Cohort 2011, alle leerroutes (hoofdstuk 3.3); leerplannen modulevariant Cohort 2011, alle leerroutes (hoofdstuk 3.4); leerplannen Cohort 2010, alle leerroutes (hoofdstuk 3.5); alfabetische lijst van alle onderwijseenheden (hoofdstuk 3.6). Behoort u niet tot een van deze cohorten, dan vindt u informatie over uw leerroute in de overgangsbepalingen, hoofdstuk 5.7.
3.4.
Cohort 2011 Leerlijnenmodel
Leerlijn StudieLoopbaanBegeleiding + Internationalisering en vrije ruimte 10 ec‟s: Internationalisering 3 EC e Supervisie of keuzebewijs 1 jaar 2 EC e Keuzebewijs 2 jaar 5 EC Leerlijn praktijkgericht onderzoek (14 ec‟s) Plan 2 EC Theoretisch kader + Instrumenten + Onderzoeksrapport 6 EC e Profileren 1 jaar 2 EC e Profilering 2 jaar 4 EC Module 1
3 ec‟s via competen tie examen
3 ec‟s Voor kenn is basis
Module 2
3 ec‟s via competen tie examen
3 ec‟s Voor kenn is basis
Module 3
3 ec‟s via competen tie examen
Module 4
3 ec‟s Voor kenn is basis
3 ec‟s Via competen tie examen
3 ec‟s Voor kenn is basis
Module 5
3 ec‟s Via competen tie examen
3 ec‟s Voor kenn is basis
Module 6 Kennisbasist oets 6 ec‟s 2 afname momenten per jaar
Figuur 4: Schematisch overzicht cohort 2011 leerlijnenmodel (alle leerroutes voor lesplaats Zwolle, Voor de overige lesplaatsen alleen voltijd en deeltijd Remedial teacher en intern begeleider.
3.4.1. Toelichting bij competentie-examens Elk competentie-examen bestaat uit een aantal onderdelen. De betreffende EC worden toegekend wanneer alle onderdelen zijn behaald. Competentie-examen 1 in leerroute ZONDER supervisie Verplichte beroepsproducten : 3 x 3 EC Keuze beroepsproducten: 2 EC Profilering: 2 EC (PGO) Competentie-examen 1 in leerroute MET supervisie Verplichte beroepsproducten : 3 x 3 EC Profilering: 2 EC (PGO) Competentie-examen 1: e-learning Verplichte beroepsproducten: 3 x 3 EC Leerverhaal: 2 EC Profilering: 2 EC (PGO) Competentie-examen 2: alle leerroutes m.u.v. e-learning Verplichte beroepsproducten: 2 x 3 EC Keuze beroepsproducten: 5 EC 16
Internationalisering: 3 EC Profilering : 4 EC (PGO) Forumdiscussie Competentie-examen 2: e-learning Verplichte beroepsproducten: 2 x 3 EC Leerverhaal: 5 EC Internationalisering (ENSO.INTORIE): 3 EC Profilering : 4 EC (PGO) Forumdiscussie
17
3.5. Uitstroomprofiel Onderwijs en zorg 3.5.1.
Gespec. leraar zorg PO (MOZGV), voor alle lesplaatsen
2011/2013 Gespecialiseerd leraar zorg PO (MOZGV) ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 6
13
18
REKEN ORTINT VLOLEZ BVLL PGOP PGO COMP 1 Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze competentiebewijs/zen Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2 Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze beroepsproducten Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u Voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
18
3.5.2.
Gespec. leraar zorg PO (MOZGD), alleen lesplaats Zwolle
2011/2013 Gespecialiseerd leraar zorg (MOZGD) ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 6
13
18
REKEN ORTINT VLOLEZ BVLL PGOP PGO COMP 1 Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze competentiebewijs/zen Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2 Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze beroepsproducten Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u Voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
19
3.5.3.
Gespec. leraar zorg jonge kind (MOZJK), alleen lesplaats Zwolle
2011/2013 Gespecialiseerd leraar zorg jonge kind (MOZJK) ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 2
13
18
SPELEN SPTAAL LEZKL KMATOM PGOP PGO COMP 1 Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze competentiebewijs/zen Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2 Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze beroepsproducten Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u Voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
20
3.5.4.
Gespec. leraar zorg VO/MBO (MOZVD), alleen lesplaats Zwolle
2011/2013 Gespecialiseerd leraar zorg VO/MBO (MOZVD) ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 6
13
18
PLWER ORTINT KRACHT BVLL PGOP PGO COMP 1 Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze competentiebewijs/zen Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2 Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze beroepsproducten Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u Voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
21
3.5.5.
Gespec. leraar zorg PO e-learning (MOZGDE), alleen lesplaats Zwolle
2011/2013 Gespecialiseerd leraar zorg e.-learning (MOZGDE) ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 6
13
REKEN ORTINT VLOLEZ BVLL PGOP PGO COMP 1 Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Leerverhaal Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2
18
Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Leerverhaal Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u Voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
22
3.5.6.
Gespec. leraar zorg SO (MOZRC), alleen lesplaats Zwolle
2011/2013 Gespecialiseerd leraar zorg ec Omschrijving bewijsstuk ENSO-C 6 KENNIS DIALOG 3 3 3 3 3 2 6
13
18
TOTCOM STIOND TEACH ARBEID PGOP PGO COMP 1 Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze competentiebewijs/zen Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2 Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze beroepsproducten Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
(MOZRC) beoordeling o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u Voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
23
3.5.7.
Gespec. leraar onderwijs, cluster 2 (MOZR2), alleen lesplaats Zwolle
2011/2013 Gespecialiseerd leraar onderwijs, cluster 2 (MOZR2) ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 6
13
18
TL-ESM TL-DSH BVLL LZ-ESM LZ-DSH COGNIT PGOP PGO COMP 1 Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze competentiebewijs/zen Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2 Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze beroepsproducten Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u Voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
24
3.6. Uitstroomprofiel Onderwijs en leerproblemen 3.6.1.
Reken- en wiskundespecialist/dyscalculie (MOLPW en MOLVW), alleen lesplaats Zwolle
2011/2013 Reken- en wiskundespecialist/dyslcalculie (MOLPW en MOLVW) ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 6
13
18
REKEN REKWIS WISDYS REKDYN PGOP PGO
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan o/v/g/u
COMP 1 Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze competentiebewijs/zen Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2 Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze beroepsproducten Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
25
3.6.2.
Reken- en wiskundespecialist/dyscalculie e-learning (MOLPWE en MOLVWE), alleen lesplaats Zwolle
2011/2013 Reken- en wiskundespecialist/dyscalculie e-learning (MOLPWE en MOLVWE) ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG.E o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 6
13
18
REKEN.E REKWIS.E WISDYS.E REKDYN.E PGOP PGO COMP 1 Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Leerverhaal Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan o/v/g/u
COMP 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Leerverhaal Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1: cesuur is niveau 2
26
3.6.3.
Remedial teacher voltijd (MOLRV) voor alle lesplaatsen
2011/2013 Remedial teacher voltijd (MOLRV) ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 6
13
18
LETTER REKEN LPBEL BEGRIP PGOP PGO COMP 1 Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze competentiebewijs/zen Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2 Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze beroepsproducten Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u Voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
27
3.6.4.
Remedial teacher PO (MOLPR) voor alle lesplaatsen
2011/2013 Remedial teacher PO (MOLPR) ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 6
13
18
LETTER REKEN LPBEL BEGRIP PGOP PGO6 COMP 1 Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze competentiebewijs/zen Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2 Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze beroepsproducten Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u Voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
28
3.6.5.
Remedial teacher PO e-learning (MOLPRE), alleen lesplaats Zwolle
2011/2013 Remedial teacher PO e-learning (MOLPRE) ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG.E o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 6
13
LETTER.E REKEN.E LPBEL.E BEGRIP.E PGOP PGO COMP 1 Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Leerverhaal Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2
18
Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Leerverhaal Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u Voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
29
3.6.6.
Remedial teacher VO/MBO (MOLVR), alleen lesplaats Zwolle
2011/2013 Remedial teacher VO/MBO (MOLVR) ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 6
13
18
VLOLEZ TDHV REKWIS WISDYS PGOP PGO
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan o/v/g/u
COMP 1 Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze competentiebewijs/zen Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2 Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze beroepsproducten Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
30
3.6.7.
Remedial teacher VO/MBO e-learning (MOLVRE), alleen lesplaats Zwolle
2011/2013 Remedial teacher VO/MBO ec Omschrijving bewijsstuk ENSO-C 6 KENNIS DIALOG.E 3 3 3 3 3 2 6
13
VLOLEZ.E TDHV.E REKWIS.E WISDYS.E PGOP PGO COMP 1 Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Leerverhaal Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2
18
Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Leerverhaal Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
e-learning (MOLVRE) beoordeling o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
31
3.6.8.
Taalspecialist/dyslexie PO (MOLPT), alleen lesplaats Zwolle
2011/2013 Taalspecialist/dyslexie PO (MOLPT) ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 6
13
18
LETTER VLOLEZ LPBEL BEGRIP PGOP PGO COMP 1 Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze competentiebewijs/zen Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2 Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze beroepsproducten Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
32
3.6.9.
Taalspecialist/dyslexie PO e-learning (MOLPTE), alleen lesplaats Zwolle
2011/2013 Taalspecialist/dyslexie PO e-learning ( MOLPTE) ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG.E o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 6
13
LETTER.E VLOLEZ.E LPBEL.E BEGRIP.E PGOP PGO COMP 1 Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Leerverhaal Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2
18
Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Leerverhaal Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
33
3.6.10. Taalspecialist/dyslexie VO/MBO (MOLVT), alleen lesplaats Zwolle 2011/2013 Taalspecialist/dyslexie VO/MBO (MOLVT) ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 6
13
18
VLOLEZ TDHV LPBEL BEGRIP PGOP PGO COMP 1 Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze competentiebewijs/zen Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2 Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze beroepsproducten Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
34
3.6.11. Taalspecialist/dyslexie VO/MBO e-learning (MOLVTE), alleen lesplaats Zwolle 2011/2013 Taalspecialist/dyslexie e-learning (MOLVTE) ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG.E o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 6
13
VLOLEZ.E TDHV.E LPBEL.E BEGRIP.E PGOP PGO COMP 1 Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Leerverhaal Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2
18
Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Leerverhaal Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
35
3.7. Uitstroomprofiel Onderwijs en gedragsproblemen 3.7.1.
Autisme Spectrum Stoornissen(ASS) (MOGAD), alleen lesplaats Zwolle
2011/2013 Leerplan leerroute 9MOGAD ec Omschrijving bewijsstuk Beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 2 6
11
18
ABEELD AMETH COMASS KRACHT Supvie PGOP PGO COMP 1S Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2 Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze beroepsproducten Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u Voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1S: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
36
3.7.2.
Gedrag (MOGGD), alleen lesplaats Zwolle
2011/2012 Leerplan leerroute 9MOGGD ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 2 6
11
18
GEDRAG METHOD ORTINT KRACHT Supvie PGOP PGO COMP 1S Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2 Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze beroepsproducten Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u Voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1S: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
37
3.8. Uitstroomprofiel Begeleiden en innoveren 3.8.1.
Ambulant begeleider (MBIAD), alleen lesplaats Zwolle
2011/2012 Leerplan leerroute 9MBIAD ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 2 6
11
18
COMMAF HUMAN COACH COGNIT SUPVIE PGOP PGO COMP 1S Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2 Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze beroepsproducten Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u Voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1S: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
38
3.8.2.
Intern Begeleider (MBIID), voor alle lesplaatsen
2011/2013 Leerplan leerroute 9MBIID ec Omschrijving bewijsstuk ENSO-C 6 KENNIS DIALOG 3 3 3 3 3 2 2 6
11
18
COMMAF HUMAN COACH SOVM SUPVIE PGOP PGO COMP 1S Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2 Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze beroepsproducten Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
beoordeling o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u Voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1S: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
39
3.8.3.
Zorgcoördinator (MBIZD), alleen lesplaats Zwolle
2011/2012 Leerplan leerroute 9MBIZD ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 2 6
11
18
BELORG COMMAF COACH HUMAN SUPVIE PGOP PGO COMP 1S Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2 Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze beroepsproducten Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u Voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1S: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
40
3.8.4.
Dynamisch coachen op verschillen (MBDCD), alleen lesplaats Zwolle
2011/2013 Dynamisch coachen op verschillen (MBDCD) ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 6
13
18
HUMAN COMMAF HDCO1 HDCO2 PGOP PGO COMP 1 Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze competentiebewijs/zen Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2 Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze beroepsproducten Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u Voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
41
3.8.5.
School-video interactie begeleider (MBISD), alleen lesplaats Zwolle
2011/2013 School-video interactie begeleider (MBISD) ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 6
13
18
DYNA BENA PGOP PGO COMP 1 Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze competentiebewijs/zen Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2 Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze beroepsproducten Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u Voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
42
3.8.6.
Leerplannen, Vrije studierichting, alleen lesplaats Zwolle
2011/2012 Leerplan Vrije studierichting ec Omschrijving bewijsstuk beoordeling ENSO-C SLB/leerverhaal 6 KENNIS o/v/g/u DIALOG o/v/g/u 3 3 3 3 3 2 6
13
18
OE OE OE OE PGOP PGO COMP 1 Het competentie-examen bestaat uit een criteriumgericht interview en een portfoliobeoordeling over ten minste de volgende bewijzen: 3 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze competentiebewijs/zen Profilering 1 PGO Praktijktheorie PPOP COMP 2 Het competentie-examen bestaat uit een portfoliobeoordeling en een forumdiscussie over ten minste de volgende bewijzen: 2 Verplichte beroepsproducten incl. beoordelingen Keuze beroepsproducten Internationalisering PGO Profilering 2 Forumdiscussie Praktijktheorie PPOP Bewijs behalen kennistoets
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u Voldaan/niet voldaan o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 1: cesuur is niveau 2
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4 COMP 2: cesuur is niveau 3
43
3.9. Cohort 2011 Modulevariant voor de lesplaatsen Hoofddorp, Utrecht en Leeuwarden Studieloopbaanbegeleiding (4 ec‟s) Leerlijn praktijkgericht onderzoek (14 ec‟s) Module 1
Module 2
Module 3
Module4
Module 5
Module 6
Module 7
6 ec‟s
6 ec‟s
6 ec‟s
6 ec‟s
6 ec‟s
6 ec‟s
6 ec‟s
Figuur 5: Schematisch overzicht cohort 2011 modulevariant voor de lesplaatsen Hoofddorp, Leeuwarden en Utrecht, met uitzondering van voltijd en deeltijd Remedial teacher en intern begeleider.
Studenten die de modulevariant van een leerroute volgen op één van de bovenstaande onderstaande lesplaatsen krijgen een leercontract waarin de leerroute compleet vermeld is. Het leercontract wordt door een vertegenwoordiger van de opleiding en de student ondertekend. Voor studenten van het cohort 2011 modulevariant is internationalisering (ENSO.INTORIE) verplicht, deze wordt gekoppeld aan een module naar keuze (niet zijnde module 1 en 2). Deze internationaliseringscomponent is vormgegeven als wildcard, die op twee manieren verzilverd kan worden: de zogenaamde georganiseerde - en de zogenaamde vrije variant. Bij de georganiseerde variant kan de student deelnemen aan een door de Master SEN opleiding georganiseerde reis naar Denemarken, Belfast/Zweden of de Verenigde Staten. Bij de vrije variant is de student vrij (rekening houdend met de voorwaarden die beschreven zijn in de lintmodule internationale oriëntatie én in overleg met de betrokken docent) om de wildcard gedurende het cursusjaar in te zetten voor een verdiepende opdracht bij een module die via internationalisering vorm en inhoud kan worden gegeven. Hierbij is uitgegaan van de volgende punten: 1. internationalisering is een verplichte component voor alle studenten; 2. internationalisering is een verdiepende dimensie bij een thema (dat wil zeggen: het gevraagde beroepsproduct bij een module, wordt in een internationale context verder bestudeerd); 3. het moment waarop de student deze extra verdieping toepast, wordt door de student zelf bepaald; 4. Studenten dienen zich digitaal aan te melden via de Blackboardsite; er volgt nog nadere informatie hierover. 5. de internationale verdieping heeft een omvang van 3 EC ( = 84 studiebelastinguren); 6. de internationale verdieping is een onderdeel van de opleiding en valt dus binnen de 60 EC van de opleiding; 7. met de geboden mogelijkheden* om de internationale verdieping uit te voeren, wordt tegemoet gekomen aan de vraagsturing van de student. Op het moment dat de student daar gebruik van maakt, wordt de omvang van de moduleopdracht met 3 EC verminderd en weer tot 6 EC aangevuld door de internationale oriëntatie aan de opdracht toe te voegen (zie figuur). Een en ander gebeurt uiteraard in overleg met de moduledocent. module opdracht X
module opdracht X 3 EC
6 EC wildcard 3 EC
moduleopdracht wordt op initiatief van de student aangepast Op het beoordelingsformulier dat de student ontvangt na afronding van de module, wordt melding gemaakt van het feit dat bij die module de internationale verdieping heeft plaatsgevonden. * De verschillende mogelijkheden zijn uitgewerkt in de module/wildcard “Internationale Oriëntatie” (ENSO.INTORIE), zie Blackboard.
44
3.10. Uitstroomprofiel Onderwijs en Zorg 3.10.1. Gespec. leraar zorg PO (MOZGD) Benaming Begeleiden van leerlingen met complexe problemen Dialogen rond onderwijsbehoeften Krachtig leren Meervoudige geletterdheid en leesbegrip Orthopedagogische interventies in de groep praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek rapportage Reflectie en Ontwikkeling 1e jaar Reflectie en Ontwikkeling 2e jaar Rekenhulp Vloeiend leren lezen Voorbereiding praktijkgericht onderzoek
3.10.2.
Code ENSO-BVLL ENSO-DIALOG ENSO-KRACHT ENSO-BEGRIP ENSO-ORTINT ENSO-PGOI ENSO-PGOPTK ENSO-PGOR ENSO-REFONT1 ENSO-REFONT2 ENSO-REKEN ENSO-VLOLEZ ENSO-PGOP
EC
ENSO-BVLL ENSO-DIALOG ENSO-REKWIS ENSO-KRACHT ENSO-ORTINT ENSO-PLWER ENSO-PGOI ENSO-PGOPTK ENSO-PGOR ENSO-REFONT1 ENSO-REFONT2 ENSO-SOCV ENSO-PGOP
6 6 6 6 6 6 2 2 6 2 2 6 4 60
6 6 6 6 6 2 2 6 2 2 6 6 4 60
Gespec. leraar zorg VO (MOZVD)
Begeleiden van leerlingen met complexe problemen Dialogen rond onderwijsbehoeften Hulp bij voortgezet realistisch reken-/wiskundeonderwijs Krachtig leren Orthopedagogische interventies in de groep Planmatig werken in het eigen vakgebied praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek rapportage Reflectie en Ontwikkeling 1e jaar Reflectie en Ontwikkeling 2e jaar Sociale vaardigheden Voorbereiding praktijkgericht onderzoek
45
3.10.3. Gespec. leraar zorg jonge kind (MOZJK) Benaming Beginnende geletterdheid bij kleuters Communicatie Dialogen rond onderwijsbehoeften Ontwerpen voor spelen Ontwerpen: kind en materiële omgeving Ontwerpen: kind en sociale omgeving Ontwerpen: spelen met taal praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek rapportage Reflectie en Ontwikkeling 1e jaar Reflectie en Ontwikkeling 2e jaar Voorbereiding praktijkgericht onderzoek
Code ENSO-LEZKL ENSO-COMM ENSO-DIALOG ENSO-SPELEN ENSO-KMATOM ENSO-KSOCEM ENSO-SPTAAL ENSO-PGOI ENSO-PGOPTK ENSO-PGOR ENSO-REFONT1 ENSO-REFONT2 ENSO-PGOP
EC
ENSO-TEACH ENSO-ARBEID ENSO-DIALOG ENSO-KMATOM ENSO-PGOI ENSO-PGOPTK ENSO-PGOR ENSO-REFONT1 ENSO-REFONT2 ENSO-STIOND ENSO-TOTCOM ENSO-VLOLEZ ENSO-PGOP
6 6 6 6 2 2 6 2 2 6 6 6 4 60
6 6 6 6 6 6 6 2 2 6 2 2 4 60
3.10.4. Gespec. leraar zorg SO, cluster 3 (MOZRC) Co-teaching Dagbesteding en arbeidstoeleiding Dialogen rond onderwijsbehoeften Ontwerpen: kind en materiële omgeving praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek rapportage Reflectie en Ontwikkeling 1e jaar Reflectie en Ontwikkeling 2e jaar Stimulerend onderwijs Totale Communicatie Vloeiend leren lezen Voorbereiding praktijkgericht onderzoek
3.10.5.
Gespec. leraar onderwijs, cluster 2(MOZR2)
*keuze uit een van de twee modulen afhankelijk van de doelgroep waarmee de student werkt ** keuze uit een van de twee modulen afhankelijk van de doelgroep waarmee de student werkt Begeleiden van leerlingen met complexe problemen Communicatie Dialogen rond onderwijsbehoeften Inclusief onderwijs Keuzemodule: - Lezen bij D/SH-leerlingen* - Lezen bij leerlingen met ESM* praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek rapportage Reflectie en Ontwikkeling 1e jaar Reflectie en Ontwikkeling 2e jaar Samenspel cognitie en leren Keuzemodule: - Taal bij D/SH-leerlingen** - Taal bij leerlingen met ESM ** Voorbereiding praktijkgericht onderzoek
46
ENSO-BVLL ENSO-COMM ENSO-DIALOG ENSO-INCOND ENSO-LEZ-DSH ENSO-LEZ-ESM ENSO-PGOI ENSO-PGOPTK ENSO-PGOR ENSO-REFONT1 ENSO-REFONT2 ENSO-COGNIT ENSO-TAALDSH ENSO-TAALESM ENSO-PGOP
6 6 6 6 6
2 2 6 2 2 6 6
4 60
3.11. Uitstroomprofiel Onderwijs en leerproblemen
3.11.1.
Reken- en wiskundespecialist/dyscalculie (MOLPW en MOLVW)
Benaming
Code
EC
Communicatie
ENSO-COMM
6
Dialogen rond onderwijsbehoeften
ENSO-DIALOG
6
Hulp bij voortgezet realistisch reken-/wiskundeonderwijs
ENSO-REKWIS
6
Leerproblemen en beleid
ENSO-LPBEL
6
Ontwerpen: kind en materiële omgeving
ENSO-KMATOM
6
praktijkgericht onderzoek instrumenten
ENSO-PGOI
2
praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader
ENSO-PGOPTK
2
praktijkgericht onderzoek rapportage
ENSO-PGOR
6
Reflectie en Ontwikkeling 1e jaar
ENSO-REFONT1
2
Reflectie en Ontwikkeling 2e jaar
ENSO-REFONT2
2
Rekenen / wiskunde en dyscalculie
ENSO-RWHV
6
Rekenhulp
ENSO-REKEN
6
Voorbereiding praktijkgericht onderzoek
ENSO-PGOP
4 60
3.11.2. Remedial teacher VO/MBO ( MOLVR) Begeleiden van leerlingen met complexe problemen
ENSO-BVLL
6
Communicatie
ENSO-COMM
6
Dialogen rond onderwijsbehoeften
ENSO-DIALOG
6
Hulp bij voortgezet realistisch reken-/wiskundeonderwijs
ENSO-REKWIS
6
praktijkgericht onderzoek instrumenten
ENSO-PGOI
2
praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader
ENSO-PGOPTK
2
praktijkgericht onderzoek rapportage
ENSO-PGOR
6
Reflectie en Ontwikkeling 1e jaar
ENSO-REFONT1
2
Reflectie en Ontwikkeling 2e jaar
ENSO-REFONT2
2
Rekenen / wiskunde en dyscalculie
ENSO-RWHV
6
Taal en dyslexie: handelen in de vakken
ENSO-TDHV
6
Voorbereiding praktijkgericht onderzoek
ENSO-PGOP
4
Voortgezet lezen en spellen
ENSO-VGLEZ
6 60
3.11.3. Taalspecialist/dyslexie PO ( MOLPT ) Aanvankelijk lezen en spellen
ENSO-ANVLEZ
6
Beginnende geletterdheid bij kleuters
ENSO-LEZKL
6
Communicatie
ENSO-COMM
6
Dialogen rond onderwijsbehoeften
ENSO-DIALOG
6
Leerproblemen en beleid
ENSO-LPBEL
6
Meervoudige geletterdheid en leesbegrip
ENSO-BEGRIP
6
praktijkgericht onderzoek instrumenten
ENSO-PGOI
2
praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader
ENSO-PGOPTK
2
praktijkgericht onderzoek rapportage
ENSO-PGOR
6
Reflectie en Ontwikkeling 1e jaar
ENSO-REFONT1
2
Reflectie en Ontwikkeling 2e jaar
ENSO-REFONT2
2
Voorbereiding praktijkgericht onderzoek
ENSO-PGOP
4
Voortgezet lezen en spellen
ENSO-VGLEZ
6 60
47
3.11.4. Taalspecialist/dyslexie VO/MBO (MOLVT) Benaming
Code
EC
Begeleiden van leerlingen met complexe problemen
ENSO-BVLL
6
Communicatie
ENSO-COMM
6
Dialogen rond onderwijsbehoeften
ENSO-DIALOG
6
Leerproblemen en beleid
ENSO-LPBEL
6
Meervoudige geletterdheid en leesbegrip
ENSO-BEGRIP
6
praktijkgericht onderzoek instrumenten
ENSO-PGOI
2
praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader
ENSO-PGOPTK
2
praktijkgericht onderzoek rapportage
ENSO-PGOR
6
Reflectie en Ontwikkeling 1e jaar
ENSO-REFONT1
2
Reflectie en Ontwikkeling 2e jaar
ENSO-REFONT2
2
Taal en dyslexie: handelen in de vakken
ENSO-TDHV
6
Voorbereiding praktijkgericht onderzoek
ENSO-PGOP
4
Voortgezet lezen en spellen
ENSO-VGLEZ
6 60
3.11.5. Autisme Spectrum Stoornissen (MOGAD) A.S.S. in beeld
ENSO-ABEELD
6
Autisme: methodiek
ENSO-AMETH
6
Communicatie A.S.S.
ENSO-COMMASS
6
Dialogen rond onderwijsbehoeften
ENSO-DIALOG
6
Krachtig leren
ENSO-KRACHT
6
Leraar als persoon en professional
ENSO-LAPPR
6
Orthopedagogische interventies in de groep
ENSO-ORTINT
6
praktijkgericht onderzoek instrumenten
ENSO-PGOI
2
praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader
ENSO-PGOPTK
2
praktijkgericht onderzoek rapportage
ENSO-PGOR
6
Reflectie en Ontwikkeling 2e jaar
ENSO-REFONT2
2
Supervisie
ENSO-SUPVIE
2
Voorbereiding praktijkgericht onderzoek
ENSO-PGOP
4 60
3.11.6. Gedrag (MOGGD) Communicatie
ENSO-COMM
6
Dialogen rond onderwijsbehoeften
ENSO-DIALOG
6
Gedrag: visie en beelden
ENSO-GEDRAG
6
Krachtig leren
ENSO-KRACHT
6
Leraar als persoon en professional
ENSO-LAPPR
6
Methodieken: (inter)nationale oriëntatie en toepassing
ENSO-METHOD
6
Orthopedagogische interventies in de groep
ENSO-ORTINT
6
praktijkgericht onderzoek instrumenten
ENSO-PGOI
2
praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader
ENSO-PGOPTK
2
praktijkgericht onderzoek rapportage
ENSO-PGOR
6
Reflectie en Ontwikkeling 2e jaar
ENSO-REFONT2
2
Supervisie
ENSO-SUPVIE
2
Voorbereiding praktijkgericht onderzoek
ENSO-PGOP
4 60
48
3.12. Uitstroomprofiel Begeleiden en innoveren
3.12.1. Ambulant Begeleider (MBIAD) Benaming Human dynamics Krachtig leren Leerproblemen en beleid praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek rapportage Reflectie en Ontwikkeling 2e jaar Supervisie Voorbereiding praktijkgericht onderzoek
Code ENSO-HUMAN ENSO-KRACHT ENSO-LPBEL ENSO-PGOI ENSO-PGOPTK ENSO-PGOR ENSO-REFONT2 ENSO-SUPVIE ENSO-PGOP
EC
6 6 6 2 2 6 2 2 4 60
3.12.2. Zorgcoördinator (MBIZD) Beleid en organisatie
ENSO-BELORG
6
Coaching
ENSO-COACH
6
Communicatie en afstemmen
ENSO-COMMAF
6
Dialogen rond onderwijsbehoeften
ENSO-DIALOG
6
Human dynamics
ENSO-HUMAN
6
Leerproblemen en beleid
ENSO-LPBEL
6
praktijkgericht onderzoek instrumenten
ENSO-PGOI
2
praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader
ENSO-PGOPTK
2
praktijkgericht onderzoek rapportage
ENSO-PGOR
6
Reflectie en Ontwikkeling 1e jaar
ENSO-REFONT1
2
Reflectie en Ontwikkeling 2e jaar
ENSO-REFONT2
2
Schoolontwikkeling/verandermanagement
ENSO-SOVM
6
Voorbereiding praktijkgericht onderzoek
ENSO-PGOP
4 60
3.12.3.
Dynamisch coachen op verschillen (MBCD)
Coach: kwaliteiten en verschillen Coach: kwaliteiten en verschillen (verdieping) Communicatie en afstemmen Dialogen rond onderwijsbehoeften Gedrag: visie en beelden Human dynamics Leraar als persoon en professional praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek rapportage Reflectie en Ontwikkeling 1e jaar Reflectie en Ontwikkeling 2e jaar Voorbereiding praktijkgericht onderzoek
49
ENSO-HDCO1 ENSO-HDCO2 ENSO-COMMAF ENSO-DIALOG ENSO-GEDRAG ENSO-HUMAN ENSO-LAPPR ENSO-PGOI ENSO-PGOPTK ENSO-PGOR ENSO-REFONT1 ENSO-REFONT2 ENSO-PGOP
6 6 6 6 6 6 6 2 2 6 2 2 4 60
3.12.4. School-video interactie begeleider (MBISD) Benaming Dialogen rond onderwijsbehoeften Gedrag: visie en beelden Human dynamics praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek rapportage Reflectie en Ontwikkeling 1e jaar Reflectie en Ontwikkeling 2e jaar Videocoaching: begeleidingstraject en nagesprek Videocoaching: dynamiek van beeld/(micro-)analyse Voorbereiding praktijkgericht onderzoek
50
Code ENSO-DIALOG ENSO-GEDRAG ENSO-HUMAN ENSO-PGOI ENSO-PGOPTK ENSO-PGOR ENSO-REFONT1 ENSO-REFONT2 ENSO-BENA ENSO-DYNA ENSO-PGOP
EC
6 6 6 2 2 6 2 2 12 12 4 60
3.13. Cohort 2010 Tweedejaars alle lesplaatsen Studieloopbaanbegeleiding (4 ec‟s) Leerlijn praktijkgericht onderzoek (14 ec‟s) Module 1
Module 2
Module 3
Module4
Module 5
Module 6
Module 7
6 ec‟s
6 ec‟s
6 ec‟s
6 ec‟s
6 ec‟s
6 ec‟s
6 ec‟s
Figuur 6: Schematisch overzicht cohort 2010 leerlijnenmodel M SEN.
Hieronder volgen voor cohort 2010 per leerroute de onderwijseenheden met bijbehorende European Credits e (EC). Voor cohort 2010 verwijzen wij naar artikel 5.7, waarin wijzigingen van modules in het 2 jaar zijn weergegeven. De vetgemarkeerde modules zijn de kernmodules. Deze kernmodules kunnen niet worden ingewisseld voor de module Master SEN kennisbasis, die wordt afgesloten met de kennisbasistoets (ENSO.TOETS), voor verdere uitwerking zie artikel 5.2 Met ingang van cohort 2010 is de internationaliseringcomponent van de opleiding opnieuw vormgegeven. Dit betekent dat internationalisering een verplichte component is voor alle studenten (ENSO.INTORIE), voor verdere uitwerking zie artikel 7.4.3.
3.14. UITSTROOMPROFIEL ONDERWIJS EN ZORG
3.14.1. Gespec. Leraar zorg PO (9MOZGD) Jaar 1 Het verhaal van het kind / de jongere Inclusief onderwijs Keuzemodule* - Leraar als persoon en professional - Communicatie Keuzemodule* - Voortgezet lezen en spellen - Hulp bij voortgezet realistisch reken-/wiskundeonderwijs e Reflectie en Ontwikkeling 1 jaar Kennisconstructie en praktijkgericht onderzoek Jaar 2 Krachtig leren Orthopedagogische interventies in de groep Aanvankelijk lezen en spellen e Reflectie en Ontwikkeling 2 jaar praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek rapportage
51
Code (ENSO.VKIND) (ENSO.INCOND)
EC 6 6 6
(ENSO.LAPPR) (ENSO.COMM) 6 (ENSO.VGLEZ) (ENSO.REKWIS) (ENSO.REFONT1) (ENSO.SEMIN) (ENSO.KRACHT) (ENSO.ORTHINT) (ENSO.ANVLEZ) (ENSO.REFONT2) (ENSO.PGOPTK) (ENSO.PGOI) (ENSO.PGOR)
2 4 6 6 6 2 2 2 6 60
3.14.2. Gespec. Leraar zorg VO (9MOZVD) Jaar 1 Het verhaal van het kind / de jongere Krachtig leren Keuzemodule* - Leraar als persoon en professional - Communicatie Keuzemodule* - Begeleiden van leerlingen met complexe problemen - Hulp bij voortgezet realistisch reken/wiskundeonderwijs e Reflectie en Ontwikkeling 1 jaar Kennisconstructie en praktijkgericht onderzoek Jaar 2 Orthopedagogische interventies in de groep Planmatig werken in het eigen vakgebied e Reflectie en Ontwikkeling 2 jaar praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek rapportage
Code (ENSO.VKIND) (ENSO.KRACHT)
EC 6 6 6
(ENSO.LAPPR) (ENSO.COMM) 6 (ENSO.BVLL) (ENSO.REKWIS) (ENSO.REFONT1) (ENSO.SEMIN)
2 4
(ENSO.ORTHINT) (ENSO.PLWER) (ENSO.REFONT2) (ENSO.PGOPTK) (ENSO.PGOI) (ENSO.PGOR)
6 6 2 2 2 6 60
Code (ENSO.SPELEN) (ENSO.INCOND)
EC 6 6 6
3.14.3. Gespec. Leraar zorg Jonge Kind (9MOZJK) Jaar 1 Ontwerpen voor spelen Inclusief onderwijs Keuzemodule* - Leraar als persoon en professional - Communicatie Ontwerpen: kind en sociale omgeving e Reflectie en Ontwikkeling 1 jaar Kennisconstructie en praktijkgericht onderzoek Jaar 2 Ontwerpen: spelen met taal Beginnende geletterdheid bij kleuters Ontwerpen: kind en materiële omgeving e Reflectie en Ontwikkeling 2 jaar praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek rapportage
(ENSO.LAPPR) (ENSO.COMM) (ENSO.KSOCEM) (ENSO.REFONT1) (ENSO.SEMIN)
6 2 4
(ENSO.SPTAAL) (ENSO.LEZKL) (ENSO.KMATOM) (ENSO.REFONT2) (ENSO.PGOPTK) (ENSO.PGOI) (ENSO.PGOR)
6 6 6 2 2 2 6 60
Code (ENSO.VKIND)
EC 6 6 6 6 6 6 2 4
3.14.4. Gespec. Leraar zorg SO (9MOZRC) Jaar 1 Het verhaal van het kind / de jongere Keuzemodule* - Beginnende geletterdheid bij kleuters - Rekenhulp Totale Communicatie Begeleiden van leerlingen met complexe problemen Supervisie Kennisconstructie en praktijkgericht onderzoek Jaar 2 Stimulerend onderwijs Orthopedagogische interventies in de groep Ontwerpen: kind en materiële omgeving e Reflectie en Ontwikkeling 2 jaar praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek rapportage
52
(ENSO.LEZKL) (ENSO.REKEN) (ENSO.TOTCOM) (ENSO.BVLL) (ENSO.SUPVI) (ENSO.SEMIN) (ENSO.STIOND) (ENSO.ORTHINT) (ENSO.KMATOM) (ENSO.REFONT2) (ENSO.PGOPTK) (ENSO.PGOI) (ENSO.PGOR)
6 6 6 2 2 2 6 60
3.14.5. Gespec. Leraar onderwijs cluster 2 (9MOZR2) Jaar 1 Het verhaal van het kind / de jongere Keuzemodule* - Taal bij leerlingen met ESM - Taal bij D/SH-leerlingen Begeleiden van leerlingen met complexe problemen Keuzemodule* - Lezen bij leerlingen met ESM - Lezen bij D/SH-leerlingen e Reflectie en Ontwikkeling 1 jaar Kennisconstructie en praktijkgericht onderzoek Jaar 2 Neurocognitieve functies en leren Communicatie Inclusief onderwijs e Reflectie en Ontwikkeling 2 jaar praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek rapportage
Code (ENSO.VKIND) (ENSO.TAAL-ESM) (ENSO.TAAL-D/SH) (ENSO.BVLL) (ENSO.LEZ-ESM) (ENSO.LEZ-D/SH) (ENSO.REFONT1) (ENSO.SEMIN) (ENSO.NAIV (ENSO.COMM) (ENSO.INCOND) (ENSO.REFONT2) (ENSO.PGOPTK) (ENSO.PGOI) (ENSO.PGOR)
EC 6 6 6 6 6 6 6 6 2 4 6 6 6 2 2 2 6 60
3.15. UITSTROOMPROFIEL ONDERWIJS EN LEERPROBLEMEN
3.15.1. Remedial Teacher PO (9MOLPR) Jaar 1 Het verhaal van het kind / de jongere Rekenhulp groep 3 t/m 6 Aanvankelijk lezen en spellen Hulp bij voortgezet realistisch reken-/wiskundeonderwijs e Reflectie en Ontwikkeling 1 jaar Kennisconstructie en praktijkgericht onderzoek Jaar 2 Voortgezet lezen en spellen Begrijpend lezen en NT2 Communicatie e Reflectie en Ontwikkeling 2 jaar praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek rapportage
Code (ENSO.VKIND) (ENSO.REKEN) (ENSO.ANVLEZ) (ENSO.REKWIS) (ENSO.REFONT1) (ENSO.SEMIN)
EC 6 6 6 6 2 4
(ENSO.VGLEZ) (ENSO.BLENT2) (ENSO.COMM) (ENSO.REFONT2) (ENSO.PGOPTK) (ENSO.PGOI) (ENSO.PGOR)
6 6 6 2 2 2 6 60
Code (ENSO.VKIND) (ENSO.TDHV) (ENSO.VGLEZ) (ENSO.REKWIS) (ENSO.REFONT1) (ENSO.SEMIN)
EC 6 6 6 6 2 4
(ENSO.BVLL) (ENSO.BLENT2) (ENSO.RWHV) (ENSO.REFONT2) (ENSO.PGOPTK) (ENSO.PGOI) (ENSO.PGOR)
6 6 6 2 2 2 6 60
3.15.2. Remedial Teacher VO/MBO (9MOLVR) Jaar 1 Het verhaal van het kind / de jongere Taal en Dyslexie: handelen in de vakken Voortgezet lezen en spellen Hulp bij voortgezet realistisch reken-/wiskundeonderwijs e Reflectie en Ontwikkeling 1 jaar Kennisconstructie en praktijkgericht onderzoek Jaar 2 Begeleiden van leerlingen met complexe problemen Begrijpend lezen en NT2 Rekenen / wiskunde en dyscalculie e Reflectie en Ontwikkeling 2 jaar praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek rapportage
53
3.15.3. Taalspec/dyslexie PO (9MOLPT) Jaar 1 Het verhaal van het kind / de jongere Begrijpend lezen en NT2 Aanvankelijk lezen en spellen Voortgezet lezen en spellen e Reflectie en Ontwikkeling 1 jaar Kennisconstructie en praktijkgericht onderzoek Jaar 2 Leerproblemen en beleid Beginnende geletterdheid bij kleuters
Code (ENSO.VKIND) (ENSO.BLENT2) (ENSO.ANVLEZ) (ENSO.VGLEZ) (ENSO.REFONT1) (ENSO.SEMIN)
Communicatie
(ENSO.COMM)
(ENSO.LPBEL) (ENSO.LEZKL)
e
Reflectie en Ontwikkeling 2 jaar praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek rapportage
EC 6 6 6 6 2 4 6 6
(ENSO.REFONT2) (ENSO.PGOPTK) (ENSO.PGOI) (ENSO.PGOR)
2 2 2 6 60
Code (ENSO.VKIND) (ENSO.TDHV) (ENSO.VGLEZ) (ENSO.BVLL) (ENSO.REFONT1) (ENSO.SEMIN)
EC 6 6 6 6 2 4
(ENSO.LPBEL) (ENSO.BLENT2) (ENSO.COMM) (ENSO.REFONT2) (ENSO.PGOPTK) (ENSO.PGOI) (ENSO.PGOR)
6 6
3.15.4. Taalspec/dyslie VO (9MOLVT) Jaar 1 Het verhaal van het kind / de jongere Taal en dyslexie: handelen in de vakken Voortgezet lezen en spellen Begeleiden van leerlingen met complexe problemen e Reflectie en Ontwikkeling 1 jaar Kennisconstructie en praktijkgericht onderzoek Jaar 2 Leerproblemen en beleid Begrijpend lezen en NT2 Communicatie e Reflectie en Ontwikkeling 2 jaar praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek rapportage
2 2 2 6 60
3.15.5. Reken/wis/dyscal PO VO (9MOLPW en 9MOLVW) Jaar 1 Code Het verhaal van het kind / de jongere (ENSO.VKIND) Rekenhulp groep 3 t/m 6 (ENSO.REKEN) Ontwerpen: kind en materiële omgeving (ENSO.KMATOM) Hulp bij voortgezet realistisch reken- en wiskundeonderwijs(ENSO.REKWIS) e Reflectie en Ontwikkeling 1 jaar (ENSO.REFONT1) Kennisconstructie en praktijkgericht onderzoek (ENSO.SEMIN) Jaar 2 Leerproblemen en beleid (ENSO.LPBEL) Rekenen / wiskunde en dyscalculie (ENSO.RWHV) Communicatie (ENSO.COMM) e Reflectie en Ontwikkeling 2 jaar (ENSO.REFONT2) praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader (ENSO.PGOPTK) praktijkgericht onderzoek instrumenten (ENSO.PGOI) praktijkgericht onderzoek rapportage (ENSO.PGOR)
54
EC 6 6 6 6 2 4 6 6 2 2 2 6 60
3.16. UITSTROOMPROFIEL ONDERWIJS EN GEDRAGSPROBLEMEN
3.16.1. Gedrag PO / VO (9MOGGD) Jaar 1 Het verhaal van het kind /de jongere Gedrag: visie en beelden Communicatie Methodieken: (inter)nationale oriëntatie en toepassing Supervisie Kennisconstructie en praktijkgericht onderzoek Jaar 2 Krachtig leren Orthopedagogische interventies in de groep De leraar als persoon en professional e Reflectie en Ontwikkeling 2 jaar praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek rapportage
Code (ENSO.VKIND) (ENSO.GEDRAG) (ENSO.COMM) (ENSO.METHOD) (ENSO.SUPVI) (ENSO.SEMIN)
EC 6 6 6 6 2 4
(ENSO.KRACHT) (ENSO.ORTHINT) (ENSO.LAPPR) (ENSO.REFONT2) (ENSO.PGOPTK) (ENSO.PGOI) (ENSO.PGOR)
6 6 6 2 2 2 6 60
Code (ENSO.VKIND) (ENSO.ORTHINT) (ENSO.ABEELD) (ENSO.AMETH) (ENSO.SUPVI) (ENSO.SEMIN)
EC 6 6 6 6 2 4
(ENSO.KRACHT) (ENSO.COMMASS) (ENSO.LAPPR) (ENSO.REFONT2) (ENSO.PGOPTK) (ENSO.PGOI) (ENSO.PGOR)
6 6 6 2 2 2 6 60
3.16.2. ASS PO / VO (9MOGAD) Jaar 1 Het verhaal van het kind / de jongere Orthopedagogische interventies in de groep A.S.S. in beeld Autisme: methodiek Supervisie Kennisconstructie en praktijkgericht onderzoek Jaar 2 Krachtig leren Communicatie A.S.S. De leraar als persoon en professional e Reflectie en Ontwikkeling 2 jaar praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek rapportage
55
3.17. UITSTROOMPROFIEL BEGELEIDEN EN INNOVEREN
3.17.1. Ambulant begeleider (9MBIAD) Jaar 1 Taak en functie AB Communicatie en afstemmen Keuzemodule* - Human dynamics - Coaching Keuzemodule* - Schoolontwikkeling/verandermanagement - Verdieping coaching Supervisie Kennisconstructie en praktijkgericht onderzoek Jaar 2 Krachtig leren Gedrag: visie en beelden Leerproblemen en beleid e Reflectie en Ontwikkeling 2 jaar praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek rapportage
Code (ENSO.TAFU) (ENSO.COMMAF)
EC 6 6 6
(ENSO.HUMAN) (ENSO.COACH) 6 (ENSO.SOVM) (ENSO.VCOACH) (ENSO.SUPVI) (ENSO.SEMIN)
2 4
(ENSO.KRACHT) (ENSO.GEDRAG) (ENSO.LPBEL) (ENSO.REFONT2) (ENSO.PGOPTK) (ENSO.PGOI) (ENSO.PGOR)
6 6 6 2 2 2 6 60
Code (ENSO.TAAK) (ENSO.COMMAF) (ENSO.COACH)
EC 6 6 6 6
3.17.2. Intern begeleider (9MBIID) Jaar 1 Taak en functie IB Communicatie en afstemmen Coaching Keuzemodule* - Schoolontwikkeling/verandermanagement - Verdieping coaching Supervisie Kennisconstructie en praktijkgericht onderzoek Jaar 2 Krachtig leren Gedrag: visie en beelden Human dynamics e Reflectie en Ontwikkeling 2 jaar praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek rapportage
(ENSO.SOVM) (ENSO.VCOACH) (ENSO.SUPVI) (ENSO.SEMIN) (ENSO.KRACHT) (ENSO.GEDRAG) (ENSO.HUMAN) (ENSO.REFONT2) (ENSO.PGOPTK) (ENSO.PGOI) (ENSO.PGOR)
56
2 4 6 6 2 2 2 6 60
3.17.3. Zorgcoördinator (9MBIZD) Jaar 1 Beleid en organisatie Communicatie en afstemmen Keuzemodule* - Coaching - Human dynamics Schoolontwikkeling/verandermanagement Supervisie Kennisconstructie en praktijkgericht onderzoek Jaar 2 Leerproblemen en beleid Gedrag: visie en beelden Planmatig werken in het eigen vakgebied e Reflectie en Ontwikkeling 2 jaar praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek rapportage
Code (ENSO.BELORG) (ENSO.COMMAF) (ENSO.COACH) (ENSO.HUMAN) (ENSO.SOVM) (ENSO.SUPVI) (ENSO.SEMIN) (ENSO.LPBEL) (ENSO.GEDRAG) (ENSO.PLWER) (ENSO.REFONT2) (ENSO.PGOPTK) (ENSO.PGOI) (ENSO.PGOR)
EC 6 6 6
6 2 4 6 6 6 2 2 2 6 60
3.17.4. Dynamisch coachen op verschillen PO/VO (9MBDCD) Jaar 1 Human Dynamics Communicatie en afstemmen Coach: kwaliteiten en verschillen Coach: kwaliteiten en verschillen (verdieping) e Reflectie en Ontwikkeling 1 jaar Kennisconstructie en praktijkgericht onderzoek Jaar 2 Inclusief onderwijs Gedrag: visie en beelden De leraar als persoon en professional e Reflectie en Ontwikkeling 2 jaar praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek rapportage
Code (ENSO.HUMAN) (ENSO.COMMAF) (ENSO.HDCO1) (ENSO.HDCO2) (ENSO.REFONT1) (ENSO.SEMIN)
EC 6 6 6 6 2 4
(ENSO.INCOND) (ENSO.GEDRAG) (ENSO.LAPPR) (ENSO.REFONT2) (ENSO.PGOPTK) (ENSO.PGOI) (ENSO.PGOR)
6 6 6 2 2 2 6 60
Code (ENSO.DYNA) (ENSO.BENA) (ENSO.REFONT1) (ENSO.SEMIN)
EC 12 12 2 4
(ENSO.INCOND) (ENSO.GEDRAG) (ENSO.HUMAN) (ENSO.REFONT2) (ENSO.PGOPTK) (ENSO.PGOI) (ENSO.PGOR)
6 6 6 2 2 2 6 60
3.17.5. SVIB PO / VO (9MBISD) Jaar 1 Videocoaching: dynamiek van beeld/(micro-)analyse Videocoaching: begeleidingstraject en nagesprek e Reflectie en Ontwikkeling 1 jaar Kennisconstructie en praktijkgericht onderzoek Jaar 2 Inclusief onderwijs Gedrag: visie en beelden Human Dynamics e Reflectie en Ontwikkeling 2 jaar praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek rapportage
57
3.17.6. Vrije Studierichting PO / VO (9MVSPD) Jaar 1 Het verhaal van het kind / de jongere Keuze* Keuze* Keuze* e Reflectie en Ontwikkeling 1 jaar Kennisconstructie en praktijkgericht onderzoek Jaar 2 Keuze* Keuze* Keuze* e Reflectie en Ontwikkeling 2 jaar praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek instrumenten praktijkgericht onderzoek rapportage
Code (ENSO.VKIND)
(ENSO.REFONT1) (ENSO.SEMIN)
(ENSO.REFONT2) (ENSO.PGOPTK) (ENSO.PGOI) (ENSO.PGOR)
58
EC 6 6 6 6 2 4 6 6 6 2 2 2 6 60
3.18. Alfabetisch overzicht van alle onderwijseenheden (OE) Hieronder volgt de lijst met alle onderwijseenheden (OE) met bijbehorende EC. De uitgebreide beschrijvingen van elke onderwijseenheid, zoals weergegeven binnen Educator, vindt u hier en een aanvullende literatuurlijst voor een aantal modules hier. Lange naam
OE
A.S.S. in beeld
ENSO-CABEELD
3
Autisme: methodiek
ENSO-CAMETH
3
Dagbesteding en arbeidstoeleiding
ENSO-CARBEID
3
Meervoudige geletterdheid en leesbegrip
ENSO-CBEGRIP
3
Meervoudige geletterdheid en leesbegrip
ENSO-CBEGRIP.E
3
Beleid en organisatie
ENSO-CBELORG
3
Videocoaching: begeleidingstraject en nagesprek
ENSO-CBENA
6
Begeleiden van leerlingen met complexe problemen
ENSO-CBVLL
3
Begeleiden van leerlingen met complexe problemen Begeleiden van leerlingen met complexe problemen
ENSO-CBVLL.E ENSO-CBVLL.E
3 3
Coaching
ENSO-CCOACH
3
Samenspel cognitie en leren
ENSO-CCOGNIT
3
Communicatie A.S.S.
ENSO-CCOMASS
3
Communicatie en afstemmen
ENSO-CCOMMAF
3
Competentie-examen 1
ENSO-CCOMP1
13
Competentie-examen 1S (met super) Competentie-examen 2
ENSO-CCOMP1S ENSO-CCOMP2
11 18
Dialogen rond onderwijsbehoeften
ENSO-CDIALOG
3
Dialogen rond onderwijsbehoeften
ENSO-CDIALOG.E
3
Videocoaching: dynamiek van beeld/(micro-)analyse
ENSO-CDYNA
6
Gedrag: visie en beelden
ENSO-CGEDRAG
3
Coachen: kwaliteiten en verschillen
ENSO-CHDCO1
3
Coachen: kwaliteiten en verschillen (verdieping)
ENSO-CHDCO2
3
Human dynamics Kennisbasistoets (zelfstudie) Onderdelen: gedrag, lezen en rekenen
ENSO-CHUMAN
3
ENSO-CKENNIS
6
Ontwerpen: kind en materiële omgeving
ENSO-CKMATOM
3
Krachtig Leren
ENSO-CKRACHT
3
Krachtig leren
ENSO-CKRACHT
3
Letters en leesbehandeling in groep 2 en 3
ENSO-CLETTER
3
Letters en leesbehandeling in groep 2 en 3
ENSO-CLETTER.E
3
Beginnende geletterdheid bij kleuters
ENSO-CLEZKL
3
Beginnende geletterdheid bij kleuters
ENSO-CLEZKL.E
3
Leerproblemen en beleid
ENSO-CLPBEL
3
Leerproblemen en beleid
ENSO-CLPBEL.E
3
Leerproblemen en beleid
ENSO-CLPBEL.E
3
Lezen bij D/SH-leerlingen
ENSO-CLZ-DSH
3
Lezen bij leerlingen met ESM
ENSO-CLZ-ESM
3
Methodieken: (inter)nationale oriëntatie en toepassing Orthopedagogische interventies Orthopedagogische interventies in de groep Praktijkgericht onderzoek Praktijkgericht onderzoek plan
ENSO-CMETHOD ENSO-CORTHINT.E ENSO-CORTINT ENSO-CPGO ENSO-CPGOP
3 3 3 6 2
59
EC
Lange naam
OE
Planmatig werken in het eigen vakgebied
ENSO-CPLWER
3
Rekendynamiek
ENSO-CREKDYN
3
Rekendynamiek
ENSO-CREKDYN.E
3
Rekenhulp
ENSO-CREKEN
3
Rekenhulp
ENSO-CREKEN.E
3
Rekenwiskunde
ENSO-CREKWIS
3
Rekenwiskunde
ENSO-CREKWIS.E
3
Schoolontwikkeling/verandermanagement
ENSO-CSOVM
3
Ontwerpen voor spelen
ENSO-CSPELEN
3
Ontwerpen: spelen met taal Stimulerend onderwijs
ENSO-CSPTAAL ENSO-CSTIOND
3 3
Supervisie
ENSO-CSUPVIE
2
Taal en dyslexie: handelen in de vakken
ENSO-CTDHV
3
Taal en dyslexie: handelen in de vakken
ENSO-CTDHV.E
3
Taal en dyslexie: handelen in de vakken
ENSO-CTDHV.E
3
Co-teaching
ENSO-CTEACH
3
Taal bij leerlingen met D/SH
ENSO-CTL-DSH
3
Taal bij leerlingen met ESM
ENSO-CTL-ESM
3
Totale Communicatie Vloeiend leren lezen Vloeiend leren lezen
ENSO-CTOTCOM ENSO-CVLOLEZ ENSO-CVLOLEZ.E
3 3 3
Dyscalculie in de vakken
ENSO-CWISDYS
3
Dyscalculie in de vakken
ENSO-CWISDYS.E
3
A.S.S. in beeld
ENSO-ABEELD
6
Autisme: methodiek
ENSO-AMETH
6
Aanvankelijk lezen en spellen
ENSO-ANVLEZ
6
Dagbesteding en arbeidstoeleiding
ENSO-ARBEID
6
Meervoudige geletterdheid en leesbegrip
ENSO-BEGRIP
6
Beleid en organisatie
ENSO-BELORG
6
Videocoaching: begeleidingstraject en nagesprek
ENSO-BENA
12
Begeleiden van leerlingen met complexe problemen
ENSO-BVLL
6
Coaching
ENSO-COACH
6
Samenspel cognitie en leren
ENSO-COGNIT
6
Communicatie
ENSO-COMM
6
Communicatie en afstemmen
ENSO-COMMAF
6
Communicatie A.S.S.
ENSO-COMMASS
6
Dialogen rond onderwijsbehoeften
ENSO-DIALOG
6
Videocoaching: dynamiek van beeld/(micro-)analyse
ENSO-DYNA
Gedrag: visie en beelden
ENSO-GEDRAG
6
Coach: kwaliteiten en verschillen
ENSO-HDCO1
6
Coach: kwaliteiten en verschillen (verdieping) Human dynamics Inclusief onderwijs
ENSO-HDCO2 ENSO-HUMAN ENSO-INCOND
6 6 6
Ontwerpen: kind en materiële omgeving
ENSO-KMATOM
6
Krachtig leren Ontwerpen: kind en sociale omgeving
ENSO-KRACHT ENSO-KSOCEM
6 6
Leraar als persoon en professional
ENSO-LAPPR
6
Lezen bij D/SH-leerlingen
ENSO-LEZ-DSH
6
60
EC
12
Lange naam
OE
Lezen bij leerlingen met ESM
ENSO-LEZ-ESM
6
Beginnende geletterdheid bij kleuters
ENSO-LEZKL
6
De leerling als onderwijspartner
ENSO-LLPART
6
Leerproblemen en beleid
ENSO-LPBEL
6
Methodieken: (inter)nationale oriëntatie en toepassing
ENSO-METHOD
6
Neurocognitieve functies en leren Oriëntatie internationaal
ENSO-NAIV ENSO-ORINT
6 6
Orthopedagogische interventies in de groep praktijkgericht onderzoek instrumenten Voorbereiding praktijkgericht onderzoek praktijkgericht onderzoek plan en theoretisch kader praktijkgericht onderzoek rapportage
ENSO-ORTINT ENSO-PGOI ENSO-PGOP ENSO-PGOPTK ENSO-PGOR
6 2 4 2 6
Planmatig werken in het eigen vakgebied
ENSO-PLWER
6
Reflectie en Ontwikkeling 1e jaar
ENSO-REFONT1
2
Reflectie en Ontwikkeling 2e jaar
ENSO-REFONT2
4
Rekenhulp
ENSO-REKEN
6
Hulp bij voortgezet realistisch reken-/wiskundeonderwijs
ENSO-REKWIS
6
Rekenen / wiskunde en dyscalculie
ENSO-RWHV
6
Kennisconstructie en praktijkgericht onderzoek Sociale vaardigheden Schoolontwikkeling/verandermanagement
ENSO-SEMIN ENSO-SOCV ENSO-SOVM
4 6 6
Ontwerpen voor spelen Ontwerpen: spelen met taal Stimulerend onderwijs
ENSO-SPELEN ENSO-SPTAAL ENSO-STIOND
6 6 6
Supervisie
ENSO-SUPVIE
2
Taal bij D/SH-leerlingen
ENSO-TAALDSH
6
Taal bij leerlingen met ESM
ENSO-TAALESM
6
Taal en dyslexie: handelen in de vakken
ENSO-TDHV
6
Co-teaching
ENSO-TEACH
6
Totale Communicatie
ENSO-TOTCOM
6
Verdieping coaching
ENSO-VCOACH
6
Voortgezet lezen en spellen
ENSO-VGLEZ
6
Vloeiend leren lezen
ENSO-VLOLEZ
6
3.19. Bijzondere leerwegen N.v.t.
61
EC
62
4.
Praktische zaken
De Christelijke Hogeschool Windesheim te Zwolle (CHW) werkt bij de uitvoering en ontwikkeling van leerroutes van de Opleidingen Speciale Onderwijszorg samen met: Stenden Hogeschool te Leeuwarden; P.C. Hogeschool Marnix Academie te Utrecht; Hogeschool INHOLLAND, vestiging Hoofddorp. Elke student van de master SEN opleiding is ingeschreven bij de CHW. Bij andere lesplaatsen en op locatie kunnen andere regelingen gelden voor het gebruik van faciliteiten. Daar zult u ter plaatse over geïnformeerd worden.
4.1.
Bereikbaarheid medewerkers
4.1.1. Servicepoint School of Education Bij het Servicepoint kunt u terecht voor allerlei vragen m.b.t. uw opleiding en de Hogeschool. Bijvoorbeeld: Vragen m.b.t. stage en studievoortgang: dagelijks spreekuur van 10.00-11.00 uur; aan-/afwezigheid van docenten lesplaats Zwolle; leslokaal voor Zwolle; een afspraak maken bij de decaan; waar kan ik terecht voor ……. Etc. Als u student bent in Zwolle en u kunt om een of andere reden (b.v. ziekte) de lessen niet bijwonen, meldt dit dan vóór 9.00 uur bij het Servicepoint, de balie op de tweede verdieping (B2.42B), tel. 088-469 9151. Het e-mailadres is:
[email protected]
63
4.1.2. Gegevens per lesplaats
Windesheim OSO Landelijk Chr. Hogeschool Windesheim Postbus 10090 8000 GB Zwolle tel.: 088-4699151 fax: 088-4609020 e-mail:
[email protected]
Afdelingsdirecteur Masters: drs. Bert Meijer MCM tel.: 06-51833405 e-mail:
[email protected]
Secretariaat: zie Zwolle tel.: 088-4699151
Managementassistente: Truus Busser tel. 088-4699452 e-mail:
[email protected]
Zwolle Chr. Hogeschool Windesheim Postbus 10090 8000 GB Zwolle tel.: 088-4699151 fax: 088-4699020 e-mail:
[email protected]
Zwolle Regiocoördinator, manager pr, marketing en operationele processen: Mw. Petra Vos MEM Tel : 0620004386 e-mail :
[email protected]
Secretariaat: Truus Busser (man.ondersteuning) Chantal Eversen (studentzaken) Carla Engelsman (studentzaken) Janny van de Werf (examencie.) Marleen Reinds (studentzaken) Karin Brink (Studievoortgang) Carla v.d. Berg (roostering)
Studieleiders drs. Dewi Piscaer Tel : 088-4699151 e-mail :
[email protected]
Leeuwarden Stenden Hogeschool Instituut Service Management Postbus 1298 8900 CG Leeuwarden tel.: 058-2441550 fax: 058-2441501 Secretariaat: Tel. 058-2441550 e-mail:
[email protected]
Leeuwarden Regiocoördinator: Willy Hoekstra tel.: 06-15319545 e-mail:
[email protected] Operationele processen: Erik op den Kelder tel: 058-2441141 e-mail:
[email protected]
Utrecht P.C. Hogeschool Marnix Academie Vogelsanglaan 1 3571 ZM Utrecht tel.: 030-2753400 fax: 030-2711324 Secretariaat: Lieneke van Rhee tel. 030-2753538 e-mail:
[email protected]
Utrecht Opleidingsmanager: drs. Peter Dijkxhoorn Tel.: 030-2753426 e-mail:
[email protected] Regiocoördinatoren: drs. Nettie van Trigt-van der Stelt tel. 06-54994600 e-mail:
[email protected]
Hoofddorp Hogeschool INHOLLAND Saturnusstraat 2-24 2132 HB Hoofddorp tel.: 06 1144 9682 e-mail:
[email protected] Secretariaat: tel.: 06 1144 9682
Hoofddorp Regiocoördinator: drs. Hans Troost MSc tel. 06-15279440 e-mail:
[email protected]
De heer Reinder Blok MA Tel : 06-10928064 e-mail :
[email protected]
64
4.1.3. Alfabetische medewerkerslijst
Naam: drs. W. (Wim) A.B.
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: A. (Anneke) Aantjes
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: (Marcel) Absil
E-mail werk: Marcel.Absil @inholland.nl
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: T. (Truuske) Bakema
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: A. (Anja) Bakker
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: K. (Klarian) van BarenLuiten
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: I.L. (Iris) Beenen-van Dongen
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: dr. J.I. (Judith) Bekebrede
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle/Amsterdam
Naam: EJ (Eric) Bekker
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: M. (Maike) de Block
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: R. (Reinder) Blok
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: Y. (Yvonne) Boksebeld
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: K. (Koos) Bolwijn
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: C.G. (Corrie) Bos
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: P.W.A. (Peter) van den Bosch
E-mail werk: PWA.vanden.Bosch@windes heim.nl
Lesplaats: Zwolle
Naam: drs. W. (Willy) Boschma
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: dr. T. (Tirza) Bosma
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle/Amsterdam
Naam: drs. Ada (A.P.) van Dalen
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
65
Naam: M. (Maria) Bouma
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: I.W.M. (Ingrid) Brinks Bouwmeester
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: A. (Albert) Brouwer
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: drs. B.J.M. (Bas) van der Bruggen
E-mail werk: BJM.van.der.Bruggen@winde sheim.nl
Lesplaats: Zwolle
Naam: drs. E.J. (Erica) de Bruïne
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: Daan (D.E.) Doïng
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: (Mike) Chirill
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: C.W. (Carla) CompagnieRietberg
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: (Inge) Dekker
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: drs. M. (Mieke) van Diepen
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: G. (Gerjan) van Dijken
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: K. (Kees) Dijkstra
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: B. (Belle) Dijkstra
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: drs. P.A. (Peter) Dijkxhoorn
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: D. (Durk) Douwes
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: drs. E.A.M. (Eveline) Feldbrugge
E-mail werk: eam.feldbrugge@windesheim .nl
Lesplaats: Zwolle
Naam: I.B.M. (Lonny) Fennis
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: H. (Heleen) Fluitman
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
66
Naam: drs. J.M. (Hannie) Fokkens
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: J.M. (Jacqueline) Frentrop
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: T. (Tanny) Geerse
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: E. (Elsa) Goedbloed
E-mail werk:
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: E.T.J. (Erica) de Goeij
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: C.J.P. (Hanneke) van der Goot
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: H. (Henk) Grit
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: J.L. (Jetske Lysbeth) de Groot
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: de F. (Greet) Groot-Stoker
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: (Bram) Guijt
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: T. (Tim) Gunkel
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: H.F.G. (Henk) van Haaren
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: W.J. (Wilmien) HaaskenNobel
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: drs. J.J.M. (Jan) Halin
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: dr. F.J.H. (Frits) Harinck
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: J.P. (Tiny) HekkenbergHam
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: F. (Fotine) HellemaZijlstra
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
67
Naam: M.Ed P. (Paulien) van der Helm
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: (Wilma) Hendriks
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle/Amsterdam
Naam: A. (Alie) van den Hengel
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: H. (Herman) Hoedemaker
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: W. (Willy) Hoekstra
E-mail werk: herman.hoedemaker@stende n.com E-mail werk:
[email protected]
Naam: H. (Herald) Hofmeijer
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: (Wieb) Hoksbergen
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: drs. F.B.K. (Froukje) Hoobroeckx
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: E. (Erik) Hoogenberg
E-mail werk:
[email protected] l E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: I. (Isabel) Hoogwater
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: J.H.M. (Anne-Marie) van der Horst
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: drs. R.M.P. (Rob) Horsthuis
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: R. (Regina) Huiszoon
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: E.M. (Eline) Iritié
E-mail werk:
[email protected].
Lesplaats: Zwolle
Naam: R. (Robert) Jansen
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: T. (Trijntje) JansmaHaven
E-mail werk: trijntje.jansma@schoollynden steyn.nl
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: J. (Joukje) de Jong
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: drs. H. (Henriëtte) Hoogenkamp
68
Lesplaats: Leeuwarden
Lesplaats: Utrecht
Naam: J. (Jael) de Jong Weissman
E-mail werk: j.de.jongweissman@windesh eim.nl
Lesplaats: Zwolle
Naam: drs. W. (Wilma) Jongejan
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle/Amsterdam
Naam: C.P.J. (Kees) Jongenelen
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: drs. J. (Joke) KiewietKester
Lesplaats: Utrecht
Naam: (Ria) Kleijnen
E-mail werk: j.kiewietkester@LERENenORGANIS EREN.nl E-mail werk:
[email protected]
Naam: drs. B. (Berber) Klein
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle/Amsterdam
Naam: (Catharina) Köhler
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: D.A.M (Diana) KolbeWesterhof
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: (Annemieke) Kornblum
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: A. (Annie) Kuiler-Pel
E-mail werk: annemieke.kornblum@inholla nd.nl E-mail werk:
[email protected]
Naam: S. (Surrenda) Kuut
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: (Josien) Laurita
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats:
Naam: drs. L. (Lourens) van der Leij
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: M (Miriam) Limpens
Lesplaats: Zwolle
Naam: J. (Jan) Linssen
E-mail werk:
[email protected] l E-mail werk:
[email protected]
Naam: drs. K. (Koen) Luijs
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: K. (Klaske) van Marrum
E-mail werk: klaske.van.marrum@stenden. com E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: drs. A (Bert) Meijer
69
Lesplaats: Zwolle
Lesplaats: Leeuwarden
Lesplaats: Leeuwarden
Lesplaats: Zwolle
Naam: M.J (Marie-Jeanne) Meijer
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: L.J. (Liesbeth) van der Meulen
E-mail werk: liesbeth.vandermeulen@inholl and.nl
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: drs. W. (Pim) Mol
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: M. (Margreeth) Mulder Bunk
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: R. (Rigt) Navis
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: drs. M.J.M (Monique) Nelen
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: M.M. (Monique) Nibbelink
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: K. (Koosje) Nieuwstraten
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: (Krista) Nieuwstraten
E-mail werk: koosje.nieuwstraten@inhollan d.nl E-mail werk:
[email protected]
Naam: drs. (Saskia) Noordewier
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle/Amsterdam
Naam: P. (Pieter) Oosterhof
E-mail werk:
[email protected] m E-mail werk: ma.van.oudheusden@windes heim.nl
Lesplaats: Leeuwarden
E-mail werk:
[email protected] E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: H.S. (Hans Sebastiaan) Petersen
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: drs. E.B. (Edith) PijpersStreefkerk
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: T. (Truus) van Pinxteren
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: drs. D. (Dewi) Piscaer
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: drs. M.A (Margreet) van Oudheusden Naam: I.M. (Ingrid) Paalman Naam: M. (Marjan) Pauw
70
Lesplaats: Hoofddorp
Lesplaats: Zwolle
Lesplaats: Utrecht
Naam: H. (Helena) Planting
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: G. (Geert) van de Plas
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: M.T.M. (Martien) Plekker
E-mail werk:
[email protected] l E-mail werk:
[email protected]
Naam: drs. A. (Annelies) Popma
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle/Amsterdam
Naam: dr. M.A. (Marian) van Popta-Erkelens
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: MSc M. (Maarten) Pronk
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: Dr. M.A. (Marianne) Punter - Eleveld
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: drs./MA P. (Petra) van de Ree
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: Z.H. (Zwanie) van Rij
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: J.B. (Jolanda) RoelfsemaCaspers
E-mail werk: jolanda.roelfsema@inholland. nl
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: drs. G. (Dianne) Roerdink
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle/Amsterdam
Naam: M.H. (Marijke) Ruijs
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: zwolle
Naam: A. (Antonio) de Ruiter
E-mail werk: a.deruiter@deprinsmauritssch ool.nl E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: J. (Joyce) Scheltens
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: B. (Bob) Schoorel
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: A.R (Letty) Schroen-Ario
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: J. (Janke) Sietsma
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: drs. A.W. (Annette) Schaafsma
71
Lesplaats: Hoofddorp
Lesplaats: Utrecht
Naam: M. (Michael) Slot
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: A. (Alies) Smid
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: A.E.H (Anneke) Smits
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: zwolle
Naam: J.J. (Jeanet) Spijksma
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: zwolle
Naam: (Marjoleine) Steensma
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: C. (Cora) Streumer
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: drs. M. (Mirjam) Stroetinga
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: drs. B. (Broer) Terpstra
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: J.P.L. (Hannie) Thijssen
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: M (Marjanne) Timmerman-Bosman
E-mail werk: Hannie.Thijssen@INHOLLAN D.nl E-mail werk:
[email protected]
Naam: M. (Mirjam) Treurniet
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: drs. A.J. (Nettie) van Trigtvan der Stelt
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: drs. J.A. (Hans) Troost
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: P. (Paula) Turfboer
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: T. (Ton) Uijl
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: drs. E. (Lisette) UiterwijkLuijk
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: A.F.D. (Dolf) van Veen
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: drs. MA G.J. (Gerard) Veerbeek
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
72
Lesplaats: zwolle
Naam: MA L.C. (Bert) van Velthooven
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: E.M. (Lieke) van Velze Franse
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: drs. A.H.F.M (Anjette) van de Ven
E-mail werk: AHFM.vande.Ven@windeshei m.nl
Lesplaats: Zwolle
Naam: W. (Wilma) Vermaak
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: drs. C.H.M. (Tineke) Vermeulen
E-mail werk: tineke.vermeulen@inholland. nl
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: JP (Josien) Verwoerd
E-mail werk:
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: M. (Marieke) van Vliet
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: drs. M.A. (Marijke) van Voorthuijsen
E-mail werk: m.vanvoorthuijsen@hsmarnix .nl
Lesplaats: Utrecht
Naam: J. (Jeanette) Vos
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: P. (Petra) Vos-van der Horst
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: A. (Anton) de Vries
E-mail werk:
[email protected] om E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: M.J.M. (Margreet) van de Water
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: drs. L.J. (Liesbeth) van Well-van Grootheest
E-mail werk:
[email protected].
Lesplaats: Zwolle/Amsterdam
Naam: (Marleen) van der Wetering
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: E.J. (Ellen) van Wetter
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: drs. K. D. (Keimpe Dirk) van der Wal
73
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: H.J. (Henk) Wiersma
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: E. (Eline) Wildeman
E-mail werk:
[email protected] E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: A. (Akke) de Witte
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Leeuwarden
Naam: I. (Irene) Witteman
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: D.T (Daniëlle) Wols
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle/Amsterdam
Naam: drs./MA E. (Eefje) van der Zalm
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Utrecht
Naam: (Rieke) Zantinge
E-mail werk:
Lesplaats: Hoofddorp
Naam: D.P. (Diana Petra) Zwart
E-mail werk:
[email protected]
Lesplaats: Zwolle
Naam: Drs. F.E. (Frans Eelco) Wilkens
4.2.
Lesplaats: Zwolle
ICT-voorzieningen: leren, informatie en communicatie
De computer is niet meer weg te denken in onderwijsland en in de beroepen waarvoor onze studenten worden opgeleid. Voor iedere student is een inlognaam gereserveerd: u kunt daarmee inloggen op het netwerk van de hogeschool om informatie te krijgen over organisatie, planning, cijfers, enz. Bijna alle programma‟s zijn webbased, hetgeen betekent dat u zowel thuis als op school toegang heeft tot de programma's. Iedere student kan onbeperkt gebruik maken van de mogelijkheden die de computerlandschappen van de hogeschool bieden, o.a. internetten, e-mailen, etc. De opleiding geeft geen ondersteuning bij de basiskennis en basisvaardigheden op ICT-gebied.
4.2.1. Inloggen Elke student van Windesheim heeft te maken met diverse ICT-faciliteiten. Iedere student ontvangt bij aanvang van de studie een collegekaart voorzien van een studentnummer. Dit nummer, voorafgegaan door een s, is tevens uw gebruikersnaam voor het netwerk bijv. s1234567. Het initiële wachtwoord wordt via een persoonlijke brief naar uw adres gestuurd (zoals u dat zelf in studielink heeft ingevuld). Wachtwoordwijzigingsverzoeken worden uitsluitend door de Dienst-ICT (Servicedeskbalie T209) uitgevoerd op vertoon van een geldige collegekaart of legitimatiebewijs. Het Windesheim studentenaccount geeft toegang tot: PC‟s in de studielandschappen/lokalen Sharenet http://sharenet.windesheim.nl E-Mail http://webmail.windesheim.nl Blackboard http://blackboard.windesheim.nl Surfspot, software voor thuisgebruik http://surfspot.nl Netwerk Eduroam www.eduroam.nl Educator http://educator.windesheim.nl Cijfers http://cijfers.windesheim.nl Print- (zwart/wit en kleur) en scanfaciliteiten http://printstud01 Windesheim draadloos (wireless) MySite (uw persoonlijke netwerkruimte op het Windesheim netwerk) Onderwijsapplicaties (o.a. Word, Excel etc.)
74
4.2.2. Windesheim netwerk Alle pc‟s voorzien van Windows XP (pro), zijn aangesloten op het Windesheim netwerk en hebben internet faciliteiten. Onderwijsapplicaties zijn beschikbaar via het “Start”menu. Data-opslag Alle studenten hebben 500Mb schijfruimte op MySite voor data opslag. Bestanden, die u hier opslaat, blijven bewaard gedurende uw studie. Bestanden die u op de harde schijf van een Windesheim pc wegschrijft (C:\schijf) worden regelmatig gewist. Om de veiligheid van uw data te waarborgen raden we het gebruik van diskettes af. Antivirussoftware: Alle pc‟s & studentenmail worden automatisch gecontroleerd op virussen.
4.2.3. Windesheim ShareNet (http://sharenet.windesheim.nl) ShareNet is de intranetsite van Windesheim en is tevens, hier op de hogeschool, uw startpagina. Deze site geeft algemene en actuele informatie over b.v. bestuurlijke zaken (C.v.B.), ICT- mededelingen en algemene informatie van uw eigen opleiding. Na inloggen op ShareNet heeft u o.a. inzage in uw cijfers en roosters. Wilt u zoeken in alle informatie die beschikbaar is op ShareNet, vul dan een zoekterm in, in de zoekregel boven aan de pagina.
4.2.4. Blackboard (http://blackboard.windesheim.nl) Blackboard is de digitale leeromgeving van Windesheim. Hier is lesinhoudelijke informatie te vinden. De readers worden digitaal aangeboden via Blackboard. We gebruiken Blackboard als digitaal onderwijs platform. Binnen Blackboard stellen we interactie, discussie en feedback centraal (verwijzing). Dit vergroot de deelname en de wisselwerking bij fysieke afwezigheid. Studenten leren bovendien om professionele zoekstrategieën te hanteren op internet, informatie te selecteren en te analyseren. Via Blackboard zijn relevante internationale educatieve databases beschikbaar. Alle modules maken gebruik van Blackboard ten behoeve van informatieverschaffing en het scheppen van een rijke leeromgeving. De keuzeliteratuur is steeds op Blackboard te vinden. In een beperkt aantal modules vindt ook daadwerkelijk begeleiding van het leerproces plaats via „discussion based online teaching‟. De docenten van deze modules treden aanvankelijk op als mediator van dit proces. Geleidelijk aan proberen zij de mediërende rol uit handen te geven aan studenten. Het is de functie van de docent om de discussie te stimuleren. Dit doet hij ondermeer door: uitnodigende mails te sturen, eerdere bijdragen samen te vatten, goede aanknopingspunten in de discussie te identificeren, tegenstrijdigheden in de discussie te identificeren, het gebruik van metaforen, etc. Naast het modulemateriaal is onder het tabblad Project de algemene “studie-informatie-master SEN” te vinden, zoals studentstatuut, beoordelingsformulier, etc. Bij aanvang van de studie wordt aandacht besteed aan het leren omgaan met Blackboard.
4.2.5. E-mail (http://webmail.windesheim.nl) Windesheim gebruikt een webbased mailprogramma (Outlook 2007). Dat wil zeggen dat u uw mail kunt benaderen via uw browser (Internet Explorer, Firefox etc.). Alle studenten van Windesheim krijgen een emailaccount, met een opslagcapaciteit van 100 MB. Let op! Uw Windesheim e-mailaccount is een officieel communicatiemiddel. Mededelingen van Windesheim krijgt u alleen via de Windesheim mail of sharenet.windesheim.nl. Veel gestelde vragen over de e-mail: Mijn e-mailadres? Dit wordt voor zowel intern als extern gebruik het studentnummer plus @student.windesheim.nl. Dus:
[email protected] Hoe vind ik het e-mailadres van personeel en studenten? In het ingebouwde adresboek staan alle e-mail adressen van medewerkers en studenten.
75
Kan ik mijn mail doorsturen? Ja, u kunt uw mail doorsturen vanuit Outlook/Webaccess op de volgende manier: 1. Ga naar http://sharenet.windesheim.nl > Mijn e-mail > Webaccess van Outlook wordt geopend. 2. Klik op rechtsboven op Options. 3. Klik op Rules 4. Kies voor „New rule‟ en vervolgens voor „Create a new rule for arriving messages‟. 5. Kies bij „Do the following‟voor „forward or redirect…‟ 6. Kies voor „Redirect the message to „people or distribution groups‟. 7. Klik bij „Rule description‟op de link „people or distribution groups‟. 8. Vul onderin bij To het e-mailadres in waar de mail naar doorgestuurd moet worden > klik op OK. 9. Geef eventueel deze rule een andere naam bij Name en Klik Save. Uw Windesheim mailbox is normaal gesproken 24 uur per dag bereikbaar. Let op! Indien het doorsturen niet werkt en u daardoor belangrijke informatie mist, is dat uw eigen verantwoordelijkheid.
4.2.6. Draadloos netwerk (wireless) Windesheim biedt de mogelijkheid, voor studenten met een eigen laptop, om via een wireless netwerk (max.54Mbit) over faciliteiten als mail, Blackboard en internet te beschikken. Het wireless netwerk is op de gehele campus beschikbaar. Om toegang te krijgen, heeft u een stukje authenticatie software nodig, genaamd securew2. Deze software en de bijbehorende installatie handleidingen, kunt u vinden op sharenet.windesheim.nl. Uw laptop dient voorzien te zijn van Windows XP met minimaal servicepack 1 of OSX 10.3 en een interne of externe wireless kaart.
4.2.7. Servicedesk Meer weten over wat de Dienst-ICT u te bieden heeft, vraag dan bij de Servicedesk naar de aangeboden diensten. Daarnaast is de Servicedesk er uiteraard voor alle Windesheim ICT-vragen. Locatie: Gebouw T, kamer T209 Telefoon: 088-4699070 Mail:
[email protected] SURFSPOT.NL (http://www.surfspot.nl) SURFSPOT.NL is de webwinkel waar ICT-producten tegen de laagste prijzen online worden aangeboden. De webwinkel is o.a. toegankelijk voor studenten en medewerkers uit het hoger- en universitair onderwijs
4.3.
Studievoortgang, roostering en tentamenorganisatie
Het team studievoortgang, roostering en tentamenorganisatie is verantwoordelijk voor de invoer van gegevens t.b.v. de studievoortgang van de studenten. Het gaat hierbij o.a. om invoer van cijfers, uitdraaien van diploma‟s. Het team van studievoortgang, roostering en tentamenorganisatie zit in B2.42a en is alleen bereikbaar via het servicepoint. Zij hebben elke werkdag spreekuur van 10.00 – 11.00 uur aan de balie van het servicepoint. E-mail Roostering voor lesplaats Zwolle*:
[email protected], tel: 088-469 8681 E-mail Studievoortgang voor alle studenten:
[email protected], tel: 088-469 9539 E-mail Tentamenorganisatie voor lesplaats Zwolle*:
[email protected], tel: 088-469 9606. Bij andere lesplaatsen kunnen aanvullende en/of andere regelingen gelden. Daar zult u ter plaatse over geïnformeerd worden.
4.3.1. Cijfers inzien Met ingang van het studiejaar 2011 worden van alle studenten de beoordelingen van (deel)tentamens vastgelegd in de cijferlijst in uw persoonlijk activiteitenplan (PAP). Om uw beoordelingen te kunnen zien gaat u via de internetbrowser naar https://educator.windesheim.nl en logt u in met uw Studentnummer en uw (netwerk-) wachtwoord. Op het tabblad Mijn Educator > Mijn PAP staan uw vakken en cijfers. Door verschillende weergaven te kiezen kunt u in de vorm van lijsten, tabellen en grafieken inzicht krijgen in uw eigen studievoortgang. Controleer regelmatig de cijferadministratie. Als een beoordeling die al enkele weken bekend is er nog niet in staat, neem dan contact op met de docent. Op Blackboard vindt u een korte studenthandleiding Educator.
76
4.3.2. Roosters (incl. leslokaal) – hoe beschikbaar? Voor lesplaats Zwolle: http://rooster.windesheim.nl Nadat u deze link heeft geopend kiest u daarna School of Education. Om uw lesrooster te kunnen opvragen vult u de leerroute van uw opleiding en uw startjaar (=cohort) in. Hieronder vindt u een uitleg van de verschillende codes, b.v.: OLPT2011: dit is leerroute Taalspecialist/dyslexie PO, cohort 2011 OLPR2010: is leerroute Remedial Teacher PO, cohort 2010. Naast de groepscode van uw leerroute heeft u ook nog een code voor o.a. uw SLB- en PGO bijeenkomsten. Deze code begint altijd met een “U” vervolgens 2 letters voor het uitstroomprofiel en nog een toevoeging A, B of C. Alle studenten worden namelijk voor een aantal onderdelen ingedeeld in groepen van 15 studenten binnen het uitstroomprofiel en startjaar (cohort): b.v. Onderwijs en zorg = code begint dus met U vervolgens OZ vervolgens A of B enz + cohort Onderwijs en leerproblemen = U vervolgens OL vervolgens A of B enz. + cohort Onderwijs en gedragsproblemen = U vervolgens OG vervolgens A of B enz. + cohort Begeleiden en innoveren = U vervolgens BI vervolgens A of B enz. + cohort. Voor een volledig rooster, dient u altijd 2 codes op te vragen. Uitleg over alle codes, zowel leerplannen als onderwijseenheden, vindt u in hoofdstuk 3. De docent heeft ook een code in dit rooster. Wilt u weten welke docent de onderwijseenheid verzorgt? Ga naar http://sharenet.windesheim.nl, ga naar contactgegevens rechtsbovenaan en type hier de code in (b.v. ZTD01), enter en de gegevens van de docent worden getoond. Het streven is om twee weken voor aanvang van elke periode de roosters zichtbaar te hebben met vermelding in welk lokaal de lessen plaatsvinden. Andere lesplaatsen en op locatie Bij andere lesplaatsen en op locatie gelden andere regelingen voor roosters. Daar zult u ter plaatse over geïnformeerd worden. 4.3.3.Studentenjaarrooster 2011-2012 Collegevrije dagen en overige activiteiten Iedere student moet in principe rekening houden met zijn/haar vaste lesdag/tijd. In onderstaande tabel zijn de zon/feestdagen vermeld die collegevrij zijn. Daarnaast zijn diverse activiteiten vermeld die voor grote groepen studenten belangrijk zijn, denk hierbij aan de data voor de kennisbasistoets, competentie-examens, etc. Lesplaatsen / Activiteit Publicatie rooster per. 1 Start Start lessen: in de week van Masterclass
Zwolle week 22-08-2011
Hoofddorp week Idem
Leeuwarden Week 14-09-2011
Utrecht Week 14-09-2011
10-09-2011 12-09-2011
Idem Idem
14-09-2011 21-09-2011
14-09-2011 20-09-2011
Extra afname kennisbasistoets, cohort 2010 Herfstvakantie
06-10-2011 17.00-19.00 uur
Idem
Idem
Vrijdagmatinee op 30-09-2011 13.30-16.15 uur Idem
15-10-2011 t/m 23-10-2011 31-10-2011
Idem
Idem
Idem
Idem
12-11-2011
14-11-2011
02-11-2011 23-11-2011 19.00-21.00 uur
Idem
Idem
24-12-2011 t/m 08-01-2012
Idem
Idem
Idem Vrijdagmatinee op 18-11-2011 13.00-16.15 uur Idem
Publicatie rooster per. 2 Vlootschouw Masterclass
Kerstvakantie
28-09-2011 19.00-21.00 uur
77
Lesplaatsen / Activiteit Competentie-examens Publicatie rooster per. 3 Extra afname kennisbasistoets, cohort 2010 Competentie-examens Masterclass
Competentie-examens Voorjaarsvakantie
Competentie-examens Internationaliseringswe ek , studiereizen Publicatie rooster per. 4 Masterclass
VO-zorg Conferentie te Zwolle Goede Vrijdag Tweede Paasdag Kennisbasistoets Koninginnedag Bevrijdingsdag Masterclass
Meivakantie Hemelvaartsdag Tweede Pinksterdag Masterclass
Kennisbasistoets OLRV2011, OZGV2011 inleveren portfolio Inleveren praktijkonderzoek e 2 jaars Forumdiscussie/ Competentie-examen
Zwolle week 09-01-2012 t/m 13-01-2012 16-01-2012
Hoofddorp week Idem
Leeuwarden Week Idem
Utrecht Week Idem
Idem
02-02-2012
23-01-2012
19-01-2012 17.00-19.00 uur
Idem
Idem
Idem
23-01-2012 t/m 27-01-2012 08-02-2012 19.00-21.00 uur
Idem
Idem
Idem
13-02-2012 t/m 24-02-2012 25-02-2012 t/m 04-03-2012
Idem
Idem
Vrijdagmatinee op 20-01-2012 13.30-16.15 uur Idem
18-02-2012 t/m 26-02-2012 n.t.b. 25-022012 t/m 04-03-2012
Idem
18-02-2012 t/m 26-02-2012
05-03-2012 t/m 09-03-2012 12-03-2012 t/m 16-03-2012 26-03-2012
Idem
Idem
Idem
Idem
Idem
Idem
Idem
12-04-2012
26-03-2012
29-03-2012 19.00-21.00 uur 30-03-2012
Idem
Idem
Vrijdagmatinee op 09-03-2012 13.30-16.15 uur Idem
6 april 2012 9 april 2012 11-04-2012 17.00-19.00 uur 30 april 2012 5 mei 2012 26-04-2012 19.00-21.00 uur
Idem Idem Idem
Idem Idem Idem
Idem Idem Idem
Idem Idem
Idem Idem
28 april 2012 t/m 6 mei 2012 17 mei 2012 28 mei 2012 30-05-2012 19.00-21.00 uur
Idem
Idem
Idem Idem Vrijdagmatinee op 20-04-2012 13.30-16.15 uur Idem
Idem Idem
Idem Idem
06-06-2012 17.00-19.00 uur 07-06-2012
Idem
Idem
Idem Idem Vrijdagmiddagmatinee op 0106-2012 13.30-16.15 uur Idem
Idem
Idem
Idem
18 t/m 22 juni 2012
Volgens stappenplan
Idem
Volgens stappenplan
20 t/m 29 juni 2012
18 t/m 29 juni 2012
Idem
18 t/m 22 juni 2012
78
4.3.4. (Tentamen)Rooster kennisbasistoets – hoe beschikbaar? De Kennisbasistoets maakt deel uit van het leerlijnenmodel en is een keuzemogelijkheid in de e modulevariant voor de 2 jaars(cohort 2010). In het leerlijnenmodel van de opleiding is de kennisbasistoets een verplicht onderdeel van het toetsplan. Studenten moeten voor het competentieexamen 2 de kennisbasistoets met een voldoende afgerond hebben. Studenten dienen zich digitaal aan te melden via Blackboard. De data voor deze kennisbasistoetsen staan in het studentjaarrooster (4.3.3). Bent u door ziekte verhinderd, meldt u zich dan af bij het Servicepoint van de School of Education (088469 9151). U behoudt hiermee uw kans. U mag zich per tentamen max. 2 keer inschrijven per jaar.
4.4.
Docent/studenthandleidingen
Er zijn twee varianten modulehandleidingen in gebruik:: modulen die bestaan uit een docenthandleiding met een aparte studenthandleiding; modulen met 1 docent/studenthandleiding. Voor alle modulen geldt dat de verplichte artikelen op Blackboard staan. Van de keuzeliteratuur staan 6-10 artikelen op Blackboard. De modulehandleiding omvat een overzicht van: de onderwerpen die in de betreffende module aan bod komen, de doelstellingen, een overzicht van eventueel aan te schaffen literatuur, de studiebelasting, de eindopdracht en de voorbereidingen die van de student per bijeenkomst worden verwacht.
4.1.
Repro CHW
Lesplaats Zwolle Bij de repro in Zwolle kunt u tegen betaling documenten laten vermenigvuldigen, inbinden enz. De repro is in C040 (bij de winkel). Andere lesplaatsen en op locatie Bij andere lesplaatsen en op locatie gelden andere regelingen voor het gebruik van faciliteiten. Daar zult u ter plaatse over geïnformeerd worden.
4.2.
Aanwezigheid tijdens de bijeenkomsten
Het onderwijsprogramma wordt gekenmerkt door een hoge mate van (begeleide) zelfwerkzaamheid, ook tijdens de bijeenkomsten. We kennen dan ook geen verplichte bijeenkomsten. Wel heeft u door het bijwonen van alle bijeenkomsten de beste voorbereiding op de eindopdracht en krijgt u een maximaal leerrendement. Mocht u onverhoopt verhinderd zijn te komen bij een bijeenkomst, dan overlegt u met de betreffende docent in hoeverre en op welke wijze u de tijdens de les besproken en behandelde stof verwerkt.
4.3.
Adreswijzigingen en doorbelsysteem
Van de studenten wordt verwacht dat ze: een telefoonlijn/sms/e-maillijn organiseren om elkaar indien nodig snel te kunnen bereiken; bijvoorbeeld bij uitval van een bijeenkomst; adreswijzigingen en/of veranderingen in de werksituatie (nieuwe school e.d.) zo spoedig mogelijk zelf invoeren via Studielink en doorgeven aan elkaar, de studiecoach, het secretariaat van uw lesplaats; de studiecoach en de betreffende docent informeren wanneer zij niet aanwezig kunnen zijn op een bijeenkomst.
4.4.
Decanaat
De studentdecaan is er voor de studenten. Elke student in het Hoger Onderwijs heeft een wettelijk recht op o.a. de diensten van een studentendecaan. De taak van een studentendecaan in het Hoger Onderwijs is kort gezegd: belangenbehartiging van studenten, zowel groepsgewijs als individueel. De studentendecaan heeft daarom een onafhankelijke positie binnen de hogeschool.
79
Wat houdt belangenbehartiging voor studenten in Studenten informeren inzake externe en interne wet- en regelgeving. Bij externe wetgeving moet u o.a. denken aan de Wet op het Hoger Onderwijs en het Wetenschappelijk Onderzoek (de WHW), de Wet op de Studiefinanciering (WSF 2000) en de Tegemoetkomingsregeling voor Leraren (TL). Bij interne regelgeving moet u denken aan specifieke regelingen op hogeschool- en opleidingsniveau. Daarbij gaat het direct om de rechtspositie van studenten, zoals weergegeven in het Studentenstatuut dat iedere instelling voor Hoger Onderwijs op grond van de WHW aan studenten moet uitreiken. Het studentenstatuut omschrijft alle rechten en plichten van zowel de hogeschool als de student (“de leveringsvoorwaarden”). Studenten adviseren en hulp verlenen bij studievoortgangsproblemen. Bij studievoortgangsproblemen moet u niet direct denken aan problemen met bepaalde studieonderdelen. Daarvoor is in eerste instantie de begeleidende docent de aangewezen persoon. Veel meer gaat het om situaties die de studievoortgang belemmeren en die zowel in de persoonlijke als in de begeleidingssfeer kunnen liggen. Men kan met de studentendecaan in alle vertrouwelijkheid overleggen hoe bepaalde belemmeringen mogelijk zouden kunnen worden opgeheven. Verschillen van mening met de hogeschool of studieleiding kunnen voor advies aan de decaan worden voorgelegd, evenals klachten over de opleiding. Zaken die niet tot een voor de student bevredigende uitkomst leiden, kan de student voorleggen aan een onafhankelijke instantie binnen de hogeschool, nl.: het College van Beroep of de Geschillenadviescommissie. Voordat een student deze stap neemt is het van belang dat hij onafhankelijk advies inwint bij de studentendecaan. Die kent de regelingen, procedures en de reeds opgebouwde jurisprudentie. Als het tot een zitting komt, kan de studentendecaan de student als raadsman bijstaan. Studenten adviseren en hulp verlenen bij persoonlijke problemen. Persoonlijke problemen kunnen van velerlei aard zijn. Soms is het fijn om daarover een gesprek te kunnen voeren met “een buitenstaander”, die misschien ook nog wat tips kan geven voor verdere begeleiding door een (studenten-)psycholoog, studie- of beroepskeuzeadviseur, allochtonenmedewerker of (studenten-)pastor. Ziekte of bijzondere familieomstandigheden kunnen een studieverloop soms zodanig in de war sturen, dat tussentijds uitschrijven op grond daarvan de enig juiste weg lijkt, maar is er dan restitutie van collegegeld mogelijk? Hoe zit het dan met de ontvangen studiefinanciering, etc, etc., vragen waar de decaan een antwoord op weet. Studenten adviseren bij uitschrijven Het kan gebeuren dat u de studie niet kunt of wilt vervolgen. Via www.studielink.nl kunt u aangeven dat u zich wilt uitschrijven. U wordt dan uitgeschreven per eind van de maand. Vanuit studielink ontvangt Windesheim bericht. Voor de overige maanden ontvangt u restitutie van collegegeld. Als u de studie staakt vanwege een beperking, ziekte of familieomstandigheden is het verstandig vooraf contact op te nemen met de studentendecaan voor informatie en advies over financiële en andere regelingen.
80
Studentendecanen adviseren het management van de opleiding en de hogeschool gevraagd en ongevraagd inzake studentenbeleid. Alle mogelijke zaken die van belang zijn voor studenten worden door de decaan in het oog gehouden om de rechtspositie van studenten zo goed mogelijk te waarborgen. Tenslotte Els Vegter is de studentendecaan van de lerarenopleidingen van Windesheim. U kunt haar telefonisch bereiken op 088 – 4698466 (kamer B143) of via e-mail:
[email protected]. Natuurlijk kunt u ook een afspraak maken voor een persoonlijk gesprek via het WIC: 0900-8899.
4.5.
Gemeenschappelijke studentenadministratie (GSA)
Bij de Gemeenschappelijke Studenten Administratie (GSA) kunt u terecht met vragen rondom o.a. aanmelding, toelating, in- en uitschrijving, veranderen van studierichting, correcties op uw persoonsgegevens en adreswijzigingen. De meeste van deze gegevens zult u zelf moeten regelen bij Studielink. Met vragen over de werking van Studielink kunt u terecht bij de helpdesk Studielink; vragen m.b.t. het opleidingsaanbod van Windesheim in Studielink kunt u stellen bij de GSA. Daarnaast kunt u bij de GSA terecht voor afgifte van collegekaarten, bewijzen van betaald collegegeld, ondertekening van formulieren zoals pensioenfondsen, ziekenfonds, verzekeringen en formulieren van de informatie Beheer Groep. Openingstijden balie Maandag 12.00 – 16.00 uur Dinsdag t/m donderdag 8.30 – 16.00 uur Vrijdag 8.30 – 12.00 uur e-mailadres:
[email protected]. Collegekaart Met de collegekaart kunt u zich identificeren bij het deelnemen aan het onderwijs en bij het afleggen van tentamens en examens. Als u de collegekaart bij tentamens of examens niet kunt laten zien, moet u een nieuwe kaart halen. U dient zich dan wel te kunnen legitimeren. Eénmalig wordt deze kaart kosteloos verstrekt. Als uw collegekaart kwijt, verloren of gestolen is, dan moet u bij de Gemeenschappelijke Studentenadministratie (C0.85) een nieuwe kaart kopen (de administratiekosten hiervoor bedragen € 5,00, tenzij u kunt aantonen dat u aangifte van verlies of diefstal hebt gedaan, dan krijgt u kosteloos een nieuw exemplaar).
4.6.
Tegemoetkoming studiekosten
Een jaar extra studiefinanciering! Studenten die in voltijd de opleiding Speciale Onderwijszorg willen volgen kunnen nog 12 maanden extra studiefinanciering ontvangen! Voorwaarde is dat u voorafgaand aan die opleiding een HBO- of WO-opleiding met succes hebt afgerond. Vaak gaat het om studenten die na de Pabo 1 jaar een voltijd opleiding willen volgen. Die studiefinanciering bestaat uit de gebruikelijke componenten: basisbeurs, aanvullende beurs (afhankelijk van ouderlijk inkomen), lening en OV-studentenkaart en heeft uiteraard de vorm van een prestatiebeurs: d.w.z. u moet uw getuigschrift van de Opleidingen Speciale Onderwijszorg behalen binnen 10 jaar, nadat u voor het eerst studiefinanciering voor een opleiding in het Hoger Onderwijs ontving. Slaagt u daarin niet, dan wordt de studiefinanciering niet omgezet in een gift.
81
Tenslotte: Geef duidelijk aan de DUO-Groep door dat u studiefinanciering aanvraagt voor de voltijd opleiding Master SEN van de Hogeschool Windesheim, Campus 2-6, 8017 CA Zwolle (ook al studeert u op een van de lesplaatsen!). De tegemoetkoming leraren bestaat uit een tegemoetkoming in het cursus- of collegegeld en een tegemoetkoming in de schoolkosten. Voor de hoogte van de bedragen van deze tegemoetkoming 20112012 verwijzen wij naar de website van de DUO-groep. Belangrijk om te weten: 1. Vanaf het studiejaar 2010-2011 telt het inkomen van uw partner mee in de berekening van de tegemoetkoming. 2. De tegemoetkoming is een gift (gekoppeld aan de inschrijving voor een lerarenopleiding, niet aan een bepaalde prestatienorm). 3. U kunt deze tegemoetkoming pas aanvragen als u staat ingeschreven als student aan een lerarenopleiding in deeltijd of voltijd als u geen recht meer hebt op studiefinanciering (dus vanaf 01.09.11). 4. Voor het invullen van de schoolgegevens kunt u zich persoonlijk wenden tot de Gemeenschappelijk Studenten Administratie (GSA) van de Hogeschool Windesheim. Ook kunt u uw formulier per post naar de GSA sturen (postbus 10090, 8000 GB Zwolle) met het verzoek de benodigde gegevens te willen invullen en het formulier daarna door te sturen naar de DUO-Groep te Groningen. 5. Gedurende het hele cursusjaar (dus van 01.09.11 tot en met 31.08.12) kunt u de tegemoetkoming aanvragen. 6. Wie gedurende het cursusjaar zijn studie staakt, moet naar rato van het aantal nog resterende maanden de tegemoetkoming terugbetalen aan de DUO-Groep. Wilt u meer informatie? Kijk op www.duo.nl onder tegemoetkoming leraren. Daar kunt u ook het aanvraagformulier bestellen.
4.7.
Lerarenbeurs
Sinds 2008 is het mogelijk met financiële ondersteuning van de lerarenbeurs de Master SEN te volgen. Voor regelingen hierover zie: www.duogroep.nl.
82
4.8.
Mediacentrum/Studielandschap Zwolle
Studenten kunnen gebruik maken van de bibliotheek- en mediatheekvoorzieningen van de Hogeschool Windesheim (gebouw B, begane grond). In het mediacentrum kunt u materialen lenen en informatie opzoeken. Ook heeft u er toegang tot Internet en verschillende databanken. U vindt er bovendien een ruime collectie boeken, dvd‟s en cd-roms. Zoekt u een boek of een artikel, kijk dan in de digitale catalogus. De catalogus kunt u raadplegen via terminals in het Mediacentrum, vanaf iedere PC in de hogeschool of vanuit huis. Plaats: Telefoon: Openingstijden:
B011 088 - 4699217 Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
8.00 8.00 8.00 8.00 8.00 -
19.30 uur 19.30 uur 19.30 uur 19.30 uur 17.00 uur
Tijdens schoolvakanties gelden er afwijkende openingstijden. Deze vindt u op het mededelingenbord bij de ingang van het Mediacentrum. e
De toegangsdeur op de 1 verdieping in het B-gebouw naar het Studielandschap is beperkt geopend. De tijden hierboven gelden alleen voor de hoofdingang. Via de hoofdingang is het Studielandschap ook te bereiken. Tijdens vakanties en vrije weken gelden afwijkende openingstijden. Actuele informatie is te vinden op de website van het Mediacentrum, toegankelijk via Sharenet van Windesheim. Studielandschap Het studielandschap is een plek met randvoorzieningen om lessen te ontwikkelen, een leeromgeving waar vaardigheden geoefend kunnen worden zoals gesprekstechnieken en presentaties. Verder is er ruimte voor overleg en ontmoeting. Het studielandschap is voor studenten en medewerkers van de Opleidingen speciale Onderwijszorg, primair onderwijs en voortgezet onderwijs. Het studielandschap is gekoppeld aan het centrale Mediacentrum van Windesheim waar ook veel materialen, tijdschriften, videobanden e.d. te vinden zijn. Wat kunt u verder allemaal in het Studielandschap? Voorbereiding (leerwerkplek)lessen Het studielandschap is de plek waar u uw (leerwerkplek)lessen kunt voorbereiden, waar de leermiddelen staan, waar u ideeën voor lessen kunt opzoeken, waar u de bijbehorende materialen kunt lezen of lenen. Het is ook mogelijk om voor leerwerkpleklessen of presentaties allerlei materialen te lenen. Oefenen vaardigheden Het is mogelijk om gemaakte producten in het Studielandschap te presenteren of voor te dragen op het podium. Verdere voorzieningen in het Studielandschap. Er staat een kopieermachine, printer, er zijn knip- en plakspullen, perforators in diverse maten en een nietmachine, een snijmachine, tv/video/dvd- en cd-speler/cassettedeck, enz. De hele hogeschool is wireless en dat houdt in dat u ook in het Studielandschap overal met uw laptop terecht kunt. Ook is er een uitgebreide collectie educatieve software aanwezig. In het Multimedia Practicum van het Mediacentrum heeft u de mogelijkheid informatie te bewerken en/of te verwerken. Zo staan hier scanners, digitale videomontagesets en computers met speciale software voor onder andere foto- en geluidsbewerkingen. Verder kunt u hier dvd's en cd's branden en kopiëren en printen op verschillende formaten (variërend van A4 tot een poster op A1). Daarnaast beschikt het Multimedia Practicum over een practicum waar u multimediawerkzaamheden kunt verrichten, evt. met ondersteuning van een van de medewerkers. Catalogus De collectie van het studielandschap en het Mediacentrum is toegankelijk via de catalogus. Deze is op elke computer binnen Windesheim te raadplegen en ook buiten Windesheim via Internet. Met uw speciale Mediacentrumkaart kunt u gratis materialen lenen. De uitleen en inname van boeken vindt plaats door middel van Zelfservice-apparatuur op de begane grond van het Mediacentrum. Zowel in het studielandschap als in het Mediacentrum mag niet gegeten en gedronken worden. Met uitzondering van de leeszaal op de begane grond. U bent welkom voor bovenstaande activiteiten maar ook als u met medestudenten afspreekt om samen ergens aan te werken, of als u een werkplek zoekt in een onverwacht tussenuur: Welkom in het studielandschap!
83
4.9.
Winkel
De campuswinkel biedt een ruim assortiment aan food en non-food producten. Van koffie, soep, frisdranken, snoepgoed tot een ruime keus aan verzorgingsproducten zoals deodorants, shampoo en tandpasta. Bovendien een ruime sortering kantoorartikelen en een uitgebreide collectie sportkleding. Elke maand brengt de campuswinkel een flyer uit met speciale en voordelige actieproducten. U vindt de pdf van deze flyer op Sharenet. Het gehele assortiment van de campuswinkel is ook online te raadplegen via de Webshop. Openingstijden campuswinkel: Maandag, dinsdag en donderdag Woensdag Vrijdag Zaterdag en zondag gesloten.
8.00 – 19.00 uur 8.00 – 17.30 uur 8.00 – 15.00 uur
In de voorjaarsvakantie, de meivakantie en de herfstvakantie is de Campuswinkel geopend van 09.00 – 13.00 uur. Op vrijdag in bovengenoemde vakantieperiodes is de Campuswinkel de gehele dag gesloten. In de zomervakantie en de kerstvakantie is de Campuswinkel in zijn geheel gesloten.
4.10.
Catering
Voor de koffievoorziening van medewerkers en studenten zijn op de hogeschool ruim 30 koffieautomaten beschikbaar. De koffieautomaten worden dagelijks schoongemaakt en bijgevuld door de cateraar. De meeste koffieautomaten werken met de reguliere chipknip. Ook beschikt de Hogeschool over een tweetal ruime kantines, waar van alles te verkrijgen is. Tevens zijn er ‟s avonds warme maaltijden te krijgen. Daarnaast zijn er 2 koffiecorners waar naast de reguliere koffievarianten ook vele specials verkocht worden en is er een bruin café.
4.11.
Arbo-wet
4.11.1. Arbeidsomstandighedenwet Werkend Nederland heeft te maken met de Arbeidsomstandighedenwet (Arbo-wet), het Arbeidsomstandighedenbesluit (Arbo-besluit), de Arbeidsomstandighedenregeling (Arbo-regeling) en de beleidsregels. De Arbo-wet vormt het algemeen wettelijk kader; materiële bepalingen zijn opgenomen in het Arbeidsomstandighedenbesluit. In de Arbo-beleidsregels is opgenomen hoe de arbeidsinspectie omgaat met bepaalde, meer globale voorschriften uit de Arbo-wet en het Arbo-besluit. Door deze wetgeving zijn er diverse verplichtingen van kracht. Enkele belangrijke verplichtingen voor de werkgever zijn: het opzetten en uitvoeren van een op schrift gesteld Arbo-beleid, in overleg met de personeelsvertegenwoordiging; het zorg dragen voor optimale veiligheid, een optimale bescherming van de gezondheid en de bevordering van het welzijn bij de arbeid; het voorlichten van alle medewerkers en studenten (ook uitzendkrachten en stagiaires) over de risico‟s van het werk en de maatregelen die zijn genomen om de risico‟s te verminderen.
4.11.2. Veiligheid en Gezondheid tijdens uw studie Studeren is meer dan een vak leren! Tijdens uw studie komt u in allerlei situaties terecht. Op school, tijdens bijeenkomsten en practica, maar ook bij projecten en leerwerkplek. Het is mogelijk dat u risico‟s loopt. Windesheim heeft maatregelen getroffen om de risico‟s te minimaliseren, maar uiteraard moet u zelf ook wat doen om uw gezondheid en uw veiligheid in de gaten te houden.
4.11.3. Calamiteiten en bedrijfshulpverlening (BHV) Brand! Wat doet u als het alarm afgaat? Waar moet u naartoe bij een ontruiming? Op de instructiekaarten die overal in de gebouwen aan de wand hangen kunt u zien waar de dichtstbijzijnde vluchtweg is en waar u vervolgens moet wachten. Dit verzamelen is belangrijk omdat de brandweer dan weet of er mogelijk nog mensen in het gebouw zijn. Bekijk eens zo‟n kaart, op het moment dat er haast bij is, komt u daar misschien niet aan toe. In Zwolle zijn de volgende secretariaatsmedewerkers opgeleide bedrijfshulpverleners (BHV-ers). Indien onze BHV-ers in functie zijn, kun u ze herkennen aan hun fluoriserende gele hesjes en witte helmen. Voor uw eigen veiligheid dient u hun aanwijzingen ten alle tijden op te volgen. Zo kan het namelijk gebeuren 84
dat het geen oefening betreft, maar daadwerkelijk een ontruiming, blussen van een brandje of een andere situatie die hun interventie vereist.
4.11.4. Beeldschermwerk Beeldschermwerk: informatie opzoeken, verslagen maken en mails checken. Al met al kunt u een behoorlijk deel van de dag achter een pc doorbrengen. Ook maken veel studenten gebruik van een laptop. Vanuit de Arbo-wet wordt gesteld dat een laptop zonder extra voorzieningen maar 2 uur per dag gebruikt mag worden. Het werken met een laptop brengt extra risico‟s met zich mee. Dit komt voornamelijk omdat een slechte houding wordt aangenomen. Zorg dat u de kans op klachten zo klein mogelijk maakt door een goede werkhouding aan te nemen en door het computerwerk af te wisselen met andere dingen. Meer tips over beeldschermwerk en het gebruik van een laptop kunt u vinden op Sharenet.
4.11.5. Machines en gevaarlijke stoffen Werken met machines of gevaarlijke stoffen? Let op uw eigen veiligheid en die van anderen. Houd u aan de instructies die worden gegeven of op machines en verpakking zijn aangegeven. Verwijder nooit een veiligheidskap. Maak gebruik van beschermingsmiddelen, zoals een veiligheidsbril of gehoorbescherming als dit wordt aangegeven. Vraag indien u een machine of gevaarlijke stoffen nog nooit hebt gebruikt, eerst een docent of assistent. Meld onveilige situaties bij de docent of assistent en volg bij calamiteiten altijd de instructies op!
4.11.6. Informatie Op Windesheim kun u voor vragen over arbeidsomstandigheden terecht bij de Arbo-adviseurs via
[email protected]. Op Sharenet is allerlei informatie opgenomen over arbeidsomstandigheden. Zo kunt u er informatie vinden over het Arbo-beleidsplan, beeldschermwerk, RSI, gevaarlijke stoffen en bijvoorbeeld links naar handige websites.
4.12.
Functiebeperking
Wat verstaan wij onder een functiebeperking? Het begrip functiebeperking is een verzamelnaam voor alle lichamelijke en psychische stoornissen die uw studie kunnen belemmeren. Voorbeelden hiervan zijn: o lichamelijke problemen, zoals visuele, auditieve of motorische beperkingen; o psychische problemen als fobieën, depressies, enz.; o neurologische beperkingen als autisme, AD(H)D, enz.; o stoornissen in taal (dyslexie), spraak, geheugen, en concentratie; o chronische ziekten zoals epilepsie, reuma, ME/CVS, ziekte van Crohn, e.d. Wat doet Windesheim hiermee? Van alle studenten in het hoger onderwijs heeft 10 tot 15% een functiebeperking, zo blijkt uit onderzoek. Bijna 60% van hen loopt hierdoor studievertraging op. Ook weten we dat veel van die vertraging voorkomen had kunnen worden, als er tijdig passende maatregelen getroffen waren. Daarom wil Windesheim graag zo snel mogelijk weten wat uw beperking inhoudt en met welke maatregelen we u kunnen helpen. Op die manier kunnen we samen voorkomen dat u onnodig studievertraging oploopt. Wat kunt u nu doen? a) Heeft u al een dyslexieverklaring en denkt u genoeg te hebben aan extra tentamentijd (een half uur of 20% verlenging) en/of tentamenopgaven op A3-formaat? Vul dan hiervoor een aanvraag formulier in (verkrijgbaar bij de decaan) en lever dat, samen met de dyslexieverklaring, in bij de decaan van uw opleiding (opsturen per post of zelf in het postvakje op de opleiding doen, zie hieronder). b) Heeft u een andere functiebeperking of heeft u dyslexie en méér nodig dan tentamenverlenging en/of opgaven op A3? Maak dan zo snel mogelijk een afspraak met de decaan van uw toekomstige opleiding, het liefst nog voor of aan het eind van de zomervakantie. c) Twijfelt u nog of u een functiebeperking heeftt? Of weet u niet zeker of u extra voorzieningen nodig hebt? Dan kunt u ook eerst telefonisch of per mail geheel vrijblijvend overleggen met uw toekomstige decaan. Hoe gaat het dan verder? Het beste kunt u zo snel mogelijk een afspraak maken met de studentendecaan voor een intakegesprek. Als u nog twijfelt, kunt u eerst overleggen per mail of telefoon.
85
In het intakegesprek gaat u samen met de decaan na welke problemen u kunt verwachten. En vervolgens welke oplossingen Windesheim kan bieden voor die problemen. Ons uitgangspunt is dat u het beste weet wat uw mogelijkheden en beperkingen zijn. En ook met welke aanpassingen u het meest geholpen bent. De decaan kan u helpen ervaringen te vertalen naar de mogelijkheden van Windesheim. Verder zal de decaan u informeren over speciale regelingen voor studenten met een functiebeperking (bijvoorbeeld binnen de studiefinanciering). Tot slot bespreekt u samen welke informatie er wel en niet aan de opleiding doorgegeven wordt. De decanen van Windesheim hebben een geheimhoudingsplicht. Zij informeren docenten en andere medewerkers nooit zonder uw uitdrukkelijke toestemming vooraf. Laten we er samen voor zorgen dat u uw aandacht en energie vooral op uw studie kunt richten. Want daarvoor komt u immers naar Windesheim!
4.13.
Medezeggenschap binnen de opleiding
Volgens de Wet op het Hoger en Wetenschappelijk onderwijs dient de medezeggenschap geregeld te zijn. Binnen de hogeschool Windesheim is er een centrale medezeggenschapsraad (CMR). Deze bestaat voor de helft uit personeel en voor de helft uit studenten. Ook elke afdeling heeft een medezeggenschapsraad (deelraad, DR). Beide raden hebben een reglement met daarin een aantal advies- en instemmingbevoegdheden. Als laatste heeft elke opleiding een opleidingscommissie (OC). Jaarlijks worden er in januari verkiezingen gehouden voor de CMR en DR en in oktober voor de OC. De opleidingscommissie is een overleg - en adviescommissie over onderwijszaken ten behoeve van de masteropleidingen en bestaat uit drie docenten en drie studenten. De formele taak van de commissie is “een bijdrage leveren aan kwaliteitsverbetering van het onderwijs”. Dit gebeurt onder andere doordat de opleidingscommissie gevraagd én ongevraagd advies uitbrengt aan het management van de opleiding. De afspraak is dat op alle adviezen beredeneerd gereageerd wordt. Omdat deze adviezen tot stand komen door gezamenlijke afstemming van studenten en docenten, wordt er veel waarde aan gehecht. Ook vraagt het management gerichte adviezen aan de opleidingscommissie, bijvoorbeeld over de totstandkoming van het zogenaamde ” leerlijnenmodel”, zoals dat met ingang met studiejaar 2011-2012 plaatsvindt. Verder heeft de Opleidingscommissie de formele taak om jaarlijks het Opleidings- en Examenreglement (OER) van de School of Education te beoordelen, en worden vanuit het Management van de School vragen gesteld en opdrachten gegeven. Windesheim OSO is hier niet uniek in. Elke opleiding heeft een Opleidingscommissie; het is een wettelijk verplicht orgaan. Er vindt dan ook regelmatig uitwisseling plaats met andere opleidingen van de School of Education. Sinds 2010-2011 functioneert de Opleidingscommissie OSO/MLI deels in de vorm van een „digitaal klankbord‟ met een eigen mailadres:
[email protected] Dat maakt het benaderen van de commissie makkelijk: ook digitaal zijn opmerkingen ten aanzien van de opleiding Master SEN welkom. Als meerdere studenten dezelfde opmerking hebben, voert de opleidingscommissie een onderzoek uit waaruit een mogelijk advies aan het Management vloeit. Ook de resultaten van de evaluaties worden bekeken: als hiertoe aanleiding is worden hieruit ook onderwerpen gehaald. Niet alleen studenten, ook docenten kunnen opmerkingen over de kwaliteit van de opleiding bij de opleidingscommissie kwijt. Zoveel mogelijk zal worden gezocht naar gezamenlijke aandachtspunten, maar dat is geen voorwaarde voor het uitbrengen van een advies Daarnaast vindt drie keer per jaar een regulier overleg plaats, zodat docenten en studenten elkaar ook daadwerkelijk treffen om ook op die manier met elkaar af te stemmen.
86
5.
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING – RECHTEN EN PLICHTEN
Deze regeling wordt vastgesteld door de directeur, na verkregen advies van de opleidingscommissie en na verkregen instemming van de deelraad.
5.1.
BEGRIPSBEPALINGEN
Artikel 1.1. - begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: Accreditatie: het keurmerk dat tot uitdrukking brengt dat de kwaliteit van een opleiding positief is beoordeeld (artikel 1.1 sub s WHW). Assessment:
een onderzoek naar de competenties die de student bezit.
Assessor:
examinator, degene die in een competentie-examen beoordeelt in welke mate de student competenties heeft verworven.
Associate degree:
een samenhangend geheel van onderwijseenheden binnen een opleiding, af te sluiten met een examen waaraan de graad associate degree is verbonden.
Bacheloropleiding:
zie HBO-bacheloropleiding
Beroepsvereisten:
vereisten die voor de uitoefening van een bepaald beroep op grond van een wettelijk voorschrift worden gesteld (artikel 7.6 WHW).
CMR:
Centrale Medezeggenschapsraad.
College van Beroep:
het College van Beroep Windesheim dat door het College van Bestuur is ingesteld (artikel 7:60 t/m 7:63 WHW).
Competentie:
het duurzaam vermogen tot handelen in een beroepscontext met waarneembaar resultaat, ter uitvoering van bepaalde verrichtingen in een omschreven beroepsrol.
Competentie-examen:
een onderzoek naar de competenties die de student bezit.
Competentiegericht onderwijs:
onderwijs dat gericht is op het koppelen van de leerdoelen en eindkwalificaties van de opleiding aan de beroepspraktijk.
Competentieniveau:
aanduiding van het niveau waarop de competentie beheerst wordt.
CROHO:
Centraal Register Opleidingen in Hoger Onderwijs, waarin de geaccrediteerde opleidingen in het Hoger Onderwijs zijn opgenomen (artikel 6.13 WHW);
Dag:
een werkdag met uitzondering van 1) de zondagen 2) de door de overheid als zodanig erkende alsmede in de CAO opgenomen feest- of gedenkdagen 3) de verplichte verlofdagen waarop de hogeschool voor personeel en studenten is gesloten.
Deeltijdse opleiding:
een deeltijdse opleiding is de opleidingsvorm die zodanig is ingericht dat de student werkzaamheden kan verrichten naast de onderwijsactiviteiten.
Diplomasupplement:
document dat verplicht aan het getuigschrift wordt toegevoegd, waarop wordt vermeld de naam, de aard, het niveau, de context en de inhoud van de opleiding (artikel 7.11 lid 3 WHW).
EVC:
eerder of elders verworven competenties.
87
Examen:
de verzameling van met goed gevolg afgelegde tentamens binnen een opleiding waarmee de masteropleiding wordt afgesloten.
Examencommissie:
de op grond van artikel 7.12 van de WHW ingestelde commissie voor de masteropleiding(en) van het domein.
Examinator:
het door de examencommissie aangewezen lid van het personeel dat belast is met het afnemen van tentamens.
HBO-bacheloropleiding:
een beroepsopleiding die aansluit op het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs en is geregistreerd in het CROHO. Zie ook: voltijdse opleiding, duale opleiding, deeltijdse opleiding.
HBO-masteropleiding:
een opleiding volgend op een bacheloropleiding (artikel 7.3, 7.3a lid 2 sub b en 7.3b sub b van de WHW).
Hogeschool:
de Christelijke Hogeschool Windesheim.
Onderwijseenheid:
een onderwijseenheid als bedoeld in artikel 7.13 van de WHW, bestaande uit - een kenmerkende beroepssituatie, waarbij de inrichting in beroepstaken rechtstreeks bijdraagt aan een te verwerven competentie dan wel - een ondersteunende onderwijseenheid, die niet rechtstreeks is gericht op het bereiken van een competentie.
Onderwijsperiode:
een periode van 10 weken onderwijs met een studielast van 15 studiepunten;
Opleiding:
een samenhangend geheel van onderwijseenheden gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken (artikel 7.3 WHW).
PAP:
Persoonlijk Activiteiten Plan: weergave van de door de student gevolgde en nog te volgen onderdelen.
Profileringsfonds:
voorziening betrekking hebbende op financiële ondersteuning studenten van Windesheim in de vorm van toekenning van afstudeersteun en bestuurs- en topsportsteun.
Semester:
twee opeenvolgende onderwijsperioden, die aanvangen in onderwijsperiode 1 en onderwijsperiode 3.
Semestervariantplan:
het onderwijs dat in één semester wordt gegeven in een variant van de opleiding.
Student:
degene die is ingeschreven aan de hogeschool voor het volgen van onderwijs en het afleggen van de tentamens en de examens van een opleiding.
Studiecoach:
degene die binnen de opleiding is belast met begeleiding van studenten.
Studiejaar:
het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende kalenderjaar.
Studiepunt:
één studiepunt omvat een studielast van 28 studie-uren, ook European Credit (EC) genoemd.
88
Studietraject:
een verzameling onderwijseenheden, die in de onderwijs- en examenregeling als leerroute of uitstroomprofiel is benoemd.
Tentamen:
een beoordeling van competenties van een student, waarin begrepen het onderzoek naar kennis, inzicht en vaardigheden als bedoeld in artikel 7.10 van de WHW, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek door ten minste één door de examencommissie aangewezen examinator.
Vraaggestuurd Onderwijs:
onderwijsvorm, waarbij de student bewuste en gemotiveerde keuzes maakt ten aanzien van de eigen studieloopbaan.
WHW:
de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.
89
5.2.
TOEGANG EN TOELATING
Artikel 2.1 - Toelatingseisen 1. Behaalde hbo- of wo-opleidingen geven toegang tot de Master SEN. De student moet opdrachten in de onderwijspraktijk kunnen uitvoeren. Dit betekent dat de student een passende werk- of stageplek heeft. 2. Aan de toelatingseis moet zijn voldaan voor de aanvang van de opleiding. Artikel 2.2 -Toelatingsbewijs en inschrijving 1. Iedereen die voldoet aan de criteria genoemd onder 2.1 heeft recht op een toelatingsbewijs. 2. Het toelatingsbewijs heeft een geldigheidsduur van een jaar. Artikel 2.3 - EVC-assessment (WHW art. 7.13 lid 2 sub r) n.v.t. Artikel 2.4 - Ontzegging toegang onderwijs - beëindiging inschrijving (art. 7.42a WHW) 1. Een student kan in bijzondere gevallen na advies van de examencommissie en na een zorgvuldige afweging van de betrokken belangen door het instellingsbestuur de inschrijving aan de opleiding worden geweigerd dan wel kan de inschrijving worden beëindigd, wanneer de student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem gevolgde opleiding hem opleidt, dan wel voor de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening. 2. Inschrijving of herinschrijving voor eenzelfde of verwante opleiding binnen of buiten de instelling kan worden geweigerd op basis van de gronden zoals genoemd in lid 1. 3. Wanneer sprake is van de situatie zoals genoemd in lid 1 kan worden besloten dat de student, die bij een andere opleiding een traject volgt dat overeenkomt met of, gelet op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening, verwant is aan de opleiding zoals bedoeld in lid 1, dat traject of andere onderdelen van die opleiding niet mag volgen. 4. De door het College van Bestuur terzake vastgestelde procedurele regels worden in acht genomen. Deze regels zijn te vinden in het Uitvoeringsreglement in- en uitschrijving. 5. De student wordt geïnformeerd over de beëindiging van de inschrijving.
90
5.3.
INRICHTING VAN DE OPLEIDING
Artikel 3.1 - Vraaggestuurd en Competentiegericht onderwijs De inrichting van de opleiding is zodanig dat studenten in staat worden gesteld het onderwijs vraaggestuurd te volgen en de vereiste algemene en beroepscompetenties te verwerven en in staat is tot zelfstandige beroepsuitoefening in overeenstemming met de landelijke voor het beroep bestaande kwalificaties. Artikel 3.2 - Inrichting van de opleiding 1. De opleiding wordt zowel in voltijd als in deeltijd verzorgd. Er zijn varianten in de manier waarop de colleges gevolgd kunnen worden (modulair, via het leerlijnenmodel en via e-learning) In hoofdstuk 3. worden alle leerroutes, onderverdeeld in onderwijseenheden weergegeven. Artikel 3.3 - Examens en graden van de opleiding 1. De opleiding wordt niet afgesloten met een afsluitend examen maar met het uitvoeren van een praktijkgericht onderzoek, dat verricht wordt binnen de context van de leerroute. 2. Aan degene die alle benodigde studiepunten en eindkwalificaties van de opleiding heeft behaald, wordt de Master Degree verleend met de door het College van Bestuur vastgestelde toevoeging. 3. De examencommissie stelt, in vergadering bijeen, vast of de student de eindkwalificaties van de opleiding heeft behaald. Artikel 3.4 - Studiepunten onderwijseenheid 1. Elke onderwijseenheid wordt uitgedrukt in hele studiepunten. 2. Een onderwijseenheid omvat ten hoogste 30 studiepunten. Artikel 3.5 - Onderwijsperioden per studiejaar 1. Een studiejaar bestaat uit 4 opeenvolgende onderwijsperioden. 2. De onderwijsperioden 1 en 2 en de onderwijsperioden 3 en 4 vormen elk een semester. Artikel 3.6 - Gedragscode Nederlandse taal 1. Het onderwijs in de onderwijseenheden van de opleiding wordt in de Nederlandse taal gegeven en de examens worden in de Nederlandse taal afgenomen tenzij: a. het onderwijs in de onderwijseenheid door een anderstalige docent wordt gegeven, dan wel b. de onderwijseenheid facultatief van aard is en als keuzeonderwijs wordt aangeboden, dan wel c. het noodzakelijk wordt geacht dat studenten vaardigheid verwerven in het spreken, lezen en schrijven in de betreffende taal ter voorbereiding op o.m. deelname aan internationale uitwisseling of het volgen van internationale onderwijsmodules, dan wel d. de onderwijseenheid voorafgaat aan en is bedoeld ter voorbereiding op een anderstalige opleiding, dan wel e. de opleiding als geheel niet in de Nederlandse taal wordt aangeboden, dan wel f. de opleiding een vreemde taal betreft. 2. Bij het onderwijs dat niet in de Nederlandse taal wordt gegeven, a. wordt bij de betreffende onderwijseenheid beschreven in welke taal het wordt gegeven; b. wordt het onderwijs gegeven op een zodanig niveau dat het door de gemiddelde student kan worden gevolgd; c. wordt op verzoek van studenten een samenvatting van de colleges in de Nederlandse taal verstrekt, behalve in het geval van lid 1 sub d en e; d. kan het schriftelijke tentamen op gemotiveerd verzoek van de student ook in de Nederlandse taal worden gemaakt, behalve in het geval van lid 1 sub d en e.
91
5.4.
STUDIEBEGELEIDING (art. 7.13 lid 2 sub u WHW)
Artikel 4.1 - Studiebegeleiding Veruit de meeste studenten (deeltijd) zetten met het volgen van deze masteropleiding, een stap in hun loopbaanontwikkeling. Tijdens de studieloopbaanbegeleiding (SLB) staat de ontwikkeling van de (vernieuwde) beroepsidentiteit centraal. Daarbij ziet de opleiding de onderzoekende houding als het voertuig voor de persoonlijke ontwikkeling en als basis onder een levenslange bekwaamheid om zich als M SEN te blijven ontwikkelen. Binnen de opleiding spreken wij over de studiecoach als begeleider van dit proces, maar verwachten wij van de studenten dat zij als critical friends elkaars leerproces coachen en van en met elkaar leren. Tijdens de studiecoachgesprekken staat de integrale competentieontwikkeling van de student centraal. De studieloopbaangesprekken worden gekenmerkt door een dialoog naar aanleiding van persoonlijke dilemma‟s. Het systeem van studieloopbaanbegeleiding wordt getypeerd door een afnemende sturing/scaffolding. De studiecoach begeleidt dit proces steeds meer vanuit een metapositie. SLB in de modulaire variant In de modulaire variant hebben studenten per jaar minimaal drie studieloopbaangesprekken. Deze gesprekken vinden plaats n.a.v. de beoordelingsresultaten in relatie tot de competentieontwikkeling. De student geeft na afloop schriftelijk aan wat het gesprek voor de persoonlijke ontwikkeling betekent. Het eerste jaar wordt afgesloten met een individueel studiecoachgesprek. Hierin staat de integrale competentieontwikkeling centraal en wordt vooruitgekeken. Gedurende de studieperiode kunnen de studiecoach, de groep of individuele studenten afspraken maken naar behoefte. SLB in de leerlijnenvariant In de leerlijn variant is de SLB de rode draad tussen de verschillende opleidingsonderdelen en krijgt de student in groepsverband ongeveer 20 begeleide SLB bijeenkomsten in leerteams. De SLB is ondersteunend voor het opbouwen van het portfolio ten behoeve van het competentie-examen. SLB in de e-learningvariant In de e-learningvariant vervullen studenten in de discussies voortdurend en intensief de rol van critical friend van elkaars leerproces. In de startbijeenkomst wordt geoefend in het elkaar online coachen en geven van feedback. Daarnaast monitort de studiecoach de studievoortgang en ontwikkeling van de student gedurende de looptijd van elke module. De studiecoach communiceert met de student over de professionele ontwikkeling en zonodig is er telefonisch contact. Verder schrijft de student een professioneel, persoonlijk ontwikkelplan. De studiecoach en de student wisselen uit over dit plan. Borging van informatie-uitwisseling tussen coach en docent met betrekking tot de ontwikkeling van een student verloopt via het online platform „Highrise‟ waarin docent en coach belangwekkende zaken met betrekking tot een student opnemen. Elk studiejaar wordt afgesloten met een telefoongesprek tussen de studiecoach en de student waarin de integrale competentieontwikkeling centraal staat en wordt vooruitgekeken naar het volgend jaar. Studenten worden geacht de begeleiding tijdens de lessen te volgen. Aanwezigheid tijdens de lessen wordt geregistreerd in de vorm van presentielijsten. Artikel 4.2 - Studiecoaching 1. De directeur draagt zorg voor de aanwijzing van een studiecoach aan elke student. 2. De student kan met zijn studiecoach overleggen over de voortgang van zijn leerproces.
92
Artikel 4.3 - Algemene studiebegeleiding 1. De algemene studiebegeleiding bestaat uit begeleidingsvormen die gericht zijn op de studievoortgang en het welbevinden van de student. 2. De algemene studiebegeleiding bestaat uit: a. De studentbegeleiding door de studentendecaan. b. De studentbegeleiding door de studentenpsycholoog. c. De diensten van het studieloopbaancentrum. Artikel 4.4 - Bijzondere studiebegeleiding 1. Een student kan in de gelegenheid worden gesteld om op een aangepaste wijze deel te nemen aan het onderwijs of de tentamens. Deze mogelijkheid wordt in elk geval geboden aan: a. studenten met een lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis of functiebeperking. Hierbij wordt het Uitvoeringsreglement studenten met een functiebeperking (SMF) in acht genomen. Het uitvoeringsreglement is hier te vinden; b. studenten met een niet-Nederlandse vooropleiding en/of studenten met een gebleken achterstand in de Nederlandse taal; c. studenten die behoren tot een etnische of culturele minderheid waarvan de deelname in het hoger onderwijs in betekenende mate achterblijft bij de deelname van Nederlanders die niet behoren tot een dergelijke minderheid; d. studenten met één van de hier vermelde Topsportstatussen conform de regeling Profileringsfonds dat hier te vinden is. 2. De student die gebruik wil maken van een voorziening, als bedoeld in lid 1, moet hiertoe een schriftelijk en gemotiveerd verzoek indienen (tenzij dit al in een overeenkomst met de student is vastgelegd). Zo‟n verzoek kan betrekking hebben op het onderwijs of de tentamens in het algemeen maar het kan ook een of meer specifieke onderwijseenheden en/of tentamens betreffen. 3. De student dient het verzoek in bij de examencommissie wanneer het gaat om aanpassing van het onderwijsprogramma en de tentamens/het examen van de opleiding en bij de directeur wanneer het gaat om het verstrekken van materiële faciliteiten en overige faciliteiten in de onderwijsvoorzienin-gen, waarin begrepen de begeleiding van de student bij het plannen van de studie. Het formulier voor de aanvraag bijzondere studiebegeleiding is te vinden op de infosite: studenten>begeleiding en advies>studeren met een functiebeperking>begeleiding > aanvraagformulier. 4. De beslissing wordt genomen met inachtneming van het Uitvoeringsreglement Studeren met een Functiebeperking. 5. De beslissing wordt schriftelijk meegedeeld aan de student en voor zover nodig aan de betrokken docenten en/of examinator(en).
93
5.5.
TENTAMENS EN EXAMENS
Artikel 5.1 - Vorm van de tentamens 1. De tentamens van de onderwijseenheden hebben de vorm van onderbouwde beroepsproducten dan wel kennisproducten. Voorbeelden hiervan zijn: kennisbasistoets; keuzebewijs; competentiebewijs; portfolio of werkstuk: voorbeelden: (video-opname van) een les of een lessenreeks, (videobewijs van) een professioneel gesprek, onderbouwd handelingsplan, ontwikkeld en onderbouwd protocol, klein innovatietraject, onderwijskundig advies (essay, paper); competentie-examen; internationalisering; praktijkgericht onderzoek binnen de context van de leerroute. 2. Op verzoek of met instemming van de student kan de examencommissie toestaan c.q. besluiten dat een tentamen op een andere wijze wordt afgelegd. 3. Aan studenten met een lichamelijke of zintuiglijke functiestoornis kan de gelegenheid worden geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. De voertaal van de tentamens is de Nederlandse taal. De beheersing van deze taal moet voldoende zijn. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. 4. De vorm van het tentamen wordt bij elke onderwijseenheid aangegeven. Artikel 5.2 - Schriftelijk tentamen 1. Een schriftelijk tentamen wordt afgenomen aan of onmiddellijk na het einde van de onderwijsperiode waarin het onderwijs in de onderwijseenheid is verzorgd. 2. De datum waarop het tentamen is afgelegd wordt als tentamendatum geregistreerd. 3. Een groepsgewijs tentamen is zodanig ingericht dat een individuele beoordeling kan worden gegeven. 4. Samenwerking studenten bij beroepsproducten en praktijkgericht onderzoek: studenten geven bij de inleiding aan dat een gedeelte samen met een collega is gemaakt. Wanneer beide studenten hierbij dezelfde formulering hanteren wordt dit door Ephorus gesignaleerd. Samenwerken kan en mag voor een gedeelte met vooraf verkregen toestemming van de docent. De motivatie is in de inleiding gegeven. Buiten het gezamenlijk gedeelte heeft iedere student zijn eigen persoonlijke verwerking. 5. De kennisbasistoets De Kennisbasistoets maakt deel uit van het leerlijnenmodel en is een keuzemogelijkheid in de e modulevariant voor de 2 jaars (cohort 2010). In het leerlijnenmodel van de opleiding is de kennisbasistoets een verplicht onderdeel van het toetsplan. Studenten moeten voor het competentieexamen 2 de kennisbasistoets met een voldoende afgerond hebben. Studenten dienen zich digitaal aan te melden via de Blackboardsite. De kennisbasistoets wordt voor de studenten volgens een van te voren vastgesteld toetsingsschema jaarlijks twee keer aangeboden. Bij de twee afnamemomenten wordt elk onderdeel: gedrag, taal en rekenen, apart beoordeeld. Elk met een voldoende gescoord onderdeel kan niet herkanst worden. Pas als alle drie onderdelen met minimaal een voldoende zijn afgerond kan de kennisbasistoets met minimaal een voldoende als eindwaardering worden afgerond. Voor de afsluitende beoordeling van de kennisbasistoets gelden de volgende normeringscriteria: onvoldoende: van het onderdeel zijn 0%– 69% van de vragen goed voldoende: van het onderdeel zijn 70% - 79% van de vragen goed goed: van het onderdeel zijn 80% - 89% van de vragen goed uitstekend: van het onderdeel zijn 90% - 100% van de vragen goed 6. Voor alle beroepsproducten, het praktijkgericht onderzoek en de portfolio‟s geldt dat de uitvoering ervan de volledige tekst in „Word‟ bevat. Het is dus niet toegestaan met links te verwijzen naar andere bronnen. Artikel 5.3 - Portfolio of werkstuk als tentamen Bij de beoordeling van een (onderdeel van een) portfolio of van een werkstuk wordt de datum waarop het onderdeel ter beoordeling is ingeleverd als tentamendatum geregistreerd.
94
Artikel 5.4 - Mondeling tentamen of competentie-examen 1. Bij een mondeling tentamen wordt als regel niet meer dan één persoon tegelijk getentamineerd. 2. Het mondelinge tentamen is openbaar, tenzij de examencommissie of de desbetreffende examinator in een bijzonder geval anders heeft bepaald, dan wel de student tegen de openbaarheid bezwaar heeft gemaakt. 3. De student kan de examencommissie schriftelijk verzoeken het tentamen te mogen afleggen in aanwezigheid van een tweede examinator dan wel het tentamen vast te leggen op een mediadrager. 4. De datum waarop het tentamen is afgelegd wordt als tentamendatum geregistreerd. Artikel 5.5 - Vrijstelling voor tentamens 1. Een student kan de examencommissie verzoeken vrijstelling te geven voor het afleggen van een of meer tentamens. 2. Voor praktijkgericht onderzoek en competentie-examen kan geen vrijstelling worden verleend. 3. Voor de module „Dialoog rond onderwijsbehoeften‟ wordt alleen vrijstelling verleend wanneer de Master SEN module ‟Het verhaal van het kind/de jongere‟ in de afgelopen drie jaar behaald is of wanneer de opleiding WO-bachelor/master (ortho-)pedagogiek is behaald en de match op inhoud en omvang positief is met de module „Dialogen rond onderwijsbehoeften‟ 4. De student dient aan te tonen dat hij op grond van elders in het hoger onderwijs behaalde tentamens of examens, dan wel op grond van buiten het hoger onderwijs opgedane kennis of vaardigheden, voldoet aan het leerdoel van die onderwijseenheid en deze deel uitmaakt van het examen van de student. 5. De vrijstelling voor een eerder in het hoger onderwijs afgelegd tentamen kan worden verleend, indien het tentamen qua inhoud, niveau en studielast gelijkwaardig is en het tentamen niet langer dan vijf jaar geleden is afgelegd. 6. De vrijstelling op grond van EVC kan worden verleend indien op basis van een overgelegd portfolio naar het oordeel van de examencommissie voldoende aannemelijk wordt gemaakt dat de student aan de eisen van de onderwijseenheid voldoet. 7. Aan een vrijstelling wordt geen beoordeling verbonden. 8. De student moet bij zijn verzoek gebruikmaken van het formulier “verzoek tot vrijstelling voor het afleggen van een of meerdere tentamens” en dient de gevraagde bewijsstukken toe te voegen. 9. Een vrijstelling wordt in de studievoortgangregistratie verwerkt, met de datum waarop de beslissing van de examencommissie is genomen. 10. Het toelatings- en vrijstellingenbeleid van de examencommissie is hier te vinden. Artikel 5.6 - Afleggen van tentamens 1. Een tentamen kan niet worden afgelegd indien niet aan de ingangseisen daarvoor is voldaan. 2. Elk tentamen kan tweemaal per jaar worden afgelegd. 3. Een tentamen dat met voldoende resultaat is afgelegd kan niet opnieuw worden afgelegd. Indien het cijfer van een onderwijseenheid is gebaseerd op de beoordeling van meer dan één onderdeel en één onderdeel meer dan eenmaal wordt afgelegd, telt het hoogst behaalde cijfer van elk onderdeel, onverlet lid 2. 4. De termijn voor herkansing is de deadline voor het inleveren van het beroepsproduct van de volgende periode 5. In bijzondere gevallen kan voorafgaand aan het studiejaar worden bepaald dat het tentamen voor een onderwijseenheid maar eenmaal per jaar kan worden afgelegd. 6. Als tentamen te beoordelen werk wordt als regel tijdens de tentamenperiode ingeleverd. 7. De student kan de examencommissie verzoeken wegens bijzondere omstandigheden het tentamen op een andere wijze af te leggen dan aangegeven bij de desbetreffende onderwijseenheid. 8. Aan studenten met een lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis of functiebeperking kan de gelegenheid worden geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. 9. In verband met bijzondere omstandigheden kan de student de examencommissie om uitstel van het tentamen verzoeken. Uitstel zal bij gegronde redenen worden verleend tot de deadline van de volgende periode. 10. De laatste versie van de onderwijseenheden en het beoordelingsformulier gelden voor studenten die tijdelijk gestopt zijn of een studievertraging van niet meer dan 1 jaar hebben opgelopen. 11. Een student moet bij de aanvang van de kennisbasistoets de presentielijst tekenen en zich kunnen legitimeren door middel van zijn collegekaart en een geldig identiteitsbewijs. Deze dienen op de werktafel te liggen. Bij het competentie-examens en het inleveren van het portfolio legitimeert de student zich ook door middel van zijn collegekaart en een geldig identiteitsbewijs.
95
cesuur
Artikel 5.7 - Cijfers 1. Ieder tentamen moet met goed gevolg worden afgelegd. 2. Bij de beoordeling van de tentamens wordt de volgende normering gehanteerd: a) Ontwikkelingsbasis MSEN gevorderd startbekwaam MSEN niveau MSEN Product-oordeel
Onvoldoende
basis MSEN gevorderd MSEN
Bachelorniveau Startbekwaam in ontwikkeling
startbekwaam MSEN
Startbekwaam master De student heeft aangetoond in meerdere en diverse complexe beroepssituaties – indien nodig - andere dan standaard benaderingen te hanteren, die leiden tot een wenselijk effect. Er is blijk gegeven van denken en handelen vanuit het besef deel uit te maken van verschillende systemen en een multidisciplinaire context. Het zelfstandig en onderzoeksmatig werken volgens de cyclus: ontwerpen, uitvoeren, reflecteren en evalueren is een kenmerkende beroepshouding. Deze vormt de basis voor de voortdurende, professionele ontwikkeling, waarbij het inzetten, gebruiken, genereren en delen van hoogwaardige kennis over de beroepspraktijk kenmerkend is. De geleverde bewijzen tonen goede verwerking van het aangeboden materiaal. Er is voldoende eigen materiaal en bronnenonderzoek toegevoegd en geïntegreerd in een samenhangende praktijktheorie. Er is sprake van een uitgebreide kennisbasis.
excellent MSEN
Startbekwaam plus
b) een oordeel V, NV of Ex c) een beoordeling vr d) een beoordeling Evr
Voldoende
Goed
excellent MSEN
Uitmuntend
= Voldaan, Niet Voldaan of Excellent = vrijstelling = vrijstelling op grond van EVC (erkenning van verworven competenties)
96
3. In het leerlijnenmodel krijgen de competentie-examens een waardering van niveau: basis MSEN, gevorderd MSEN, startbekwaam MSEN of excellent MSEN per competentie. De modules worden met o, v, g of u beoordeeld, de competentie-examens met niveau basis MSEN, gevorderd MSEN, startbekwaam MSEN of excellent MSEN. Voor een module kan de student 3 ec's halen. De overige 3 ec's worden als één cluster bij het competentie-examen toegekend. Bij praktijkonderzoek geldt dat planformulier, theoretisch kader/instrumenten met voldaan/ niet voldaan beoordeeld worden. De eindrapportage wordt beoordeeld met o,v, g of u. Supervisie wordt beoordeeld met o, v, g of u. 4. In het modulaire model worden alle modules beoordeeld met o, v, g, u. Voor de module kan de student 6 ec‟s halen. Bij praktijkonderzoek geldt dat planformulier, theoretisch kader/instrumenten met voldaan/ niet voldaan beoordeeld worden. De eindrapportage wordt beoordeeld met o,v, g of u. Supervisie wordt beoordeeld met o, v, g of u. Studenten die na competentie-examen 1 stoppen met hun studie krijgen 30 EC‟s op hun verklaring wanneer zij de competenties op gemiddeld gevorderd niveau MSEN hebben afgesloten, waarbij er maximaal twee competenties op basis niveau MSEN zijn behaald.en alle bijhorende beroepsproducten/onderwijseenheden op minimaal een voldoende niveau zijn afgesloten Artikel 5.8 - Tentamenuitslag 1. De examencommissie stelt regels vast voor de bekendmaking van de uitslag van de tentamens. Deze regels zijn te vinden in deel drie van dit studentenstatuut. 2. De student heeft digitaal toegang tot zijn studievoortgangoverzicht, waarop de uitslag van elk door hem afgelegd tentamen is opgenomen. Bij het verkrijgen van toegang wordt de student geïnformeerd over het recht op inzage zoals bedoeld in artikel 6.9 van deze regeling, alsmede op de mogelijkheid tegen de beoordeling van tentamens beroep in te stellen bij het College van Beroep. Artikel 5.9 - Inzage beoordeeld werk / kennisbasistoets 1. Nadat de toets gemaakt is kan de student na 18 werkdagen en binnen 31 dagen na de toets op zijn verzoek onder toezicht van de studiecoach individueel inzage krijgen in de toets. 2. De inzage geschiedt op een vaste plaats en op één vast moment. Indien de student kan aantonen door overmacht verhinderd te zijn op de vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden. 3. Tijdens de inzage mogen de studenten geen aantekeningen maken of informatie digitaal opslaan van de toets. Artikel 5.10 - Geldigheidsduur tentamens 1. De geldigheidsduur van tentamens is vijf jaar. 2. De geldigheidsduur kan op verzoek van een student door de examencommissie worden verlengd. Artikel 5.11 - Examen 1. De examencommissie stelt in vergadering bijeen de uitslag van het examen vast, nadat de examencommissie heeft onderzocht of de student aan alle voor het desbetreffende examen geldende verplichtingen heeft voldaan. 2. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Het getuigschrift vermeldt in ieder geval de opleiding waarin het examen is afgelegd, de onderdelen van het examen en de graad die is verleend. 3. De examencommissie reikt naast het getuigschrift een diplomasupplement uit. Artikel 5.12 - Cum laude 1. Het afsluitend examen van de master kan cum laude worden afgelegd. 2. Een examen in het leerlijnenmodel is cum laude afgelegd in het volgende geval: a. Minimaal 4 van de 6 onderstaande onderwijseenheden zijn met uitmuntend beoordeeld. De overige onderwijsheden zijn met goed beoordeeld. Het betreft: 5 onderwijseenheden horend bij de leerroute (modules); kennisbasistoets . b. Het PGO is met uitmuntend beoordeeld. c. Daarnaast geldt dat 5 van de 7 te beoordelen competenties op excellent niveau MSEN zijn afgesloten. Competentie 7 is één van de vijf competenties die op excellent niveau MSEN is afgesloten. 3. Een examen in de modulaire variant is cum laude afgelegd, indien: a. minimaal 5 van de onderwijseenheden zonder herkansing als “uitmuntend” zijn beoordeeld, daarvan is praktijkgericht onderzoek er één en overige onderwijseenheden zonder herkansing minimaal een “goed”.
97
Artikel 5.13 Regels voor het afnemen van tentamens die niet centraal afgenomen worden 1. Een week na de moduleperiode dient de moduleopdracht te zijn ingeleverd bij de docent. Werk dat na voornoemd tijdstip is ingeleverd wordt aangemerkt als herkansing. 2. Tenzij dit nadrukkelijk is aangegeven, mag er tijdens het tentamen geen gebruik worden gemaakt van studieboeken, dictaten en/of andere hulpmiddelen. 3. Tijdens (deel)tentamens is het niet geoorloofd dat studenten elkaars werk bekijken, praten of anderszins fraude plegen of pogingen daartoe doen. 4. De examinator is bevoegd om regels te stellen voor het inleveren van (deel)tentamens, zoals papier, typografie e.d. Ook het digitaal inleveren van het (deel)tentamen kan hier onder begrepen worden. Artikel 5.14a Inlevering tentamens/beroepsproducten De student dient elk eindwerkstuk als volgt in te leveren: 1. Een „uitgeklede‟ versie dient hij via Blackboard/Ephorus in te leveren i.v.m. plagiaatcontrole. 2. De student mailt het beoordelingsformulier separaat, niet via Ephorus, aan de beoordelende docent. 3. De student mailt de digitale volledige versie van het werkstuk naar de docent. 4. Voorschrift bij de benaming van werkstuk en beoordelingsformulier: a. modulecode ws (staat voor werkstuk) studentnr., tussenvoegsel achternaam. Voorbeeld: KRACHT ws S…… de Jong of PRAKT ws S…… Vries b. modulecode bf (staat voor beoordelingsformulier) voornaam tussenvoegsel achternaam. Voorbeeld: KRACHT bf S…… de Jong of PRAKT bf S…… Vries c. Bij zeer grote bestanden (in reeds gecomprimeerde vorm) die niet verstuurd kunnen worden via eigen provider, kan de student de site www.YouSendIt.com gebruiken. De docent van lesplaats Zwolle: 5. De docent voert de QuickScan uit. 6. De docent beoordeelt zowel de volledige versie als ook via Ephorus de „uitgeklede‟ versie. 7. Docent mailt het ingevulde beoordelingsformulier en het werkstuk met feedback retour naar de student (letop: in het “onderwerp” moet duidelijk het studentnr. staan) en naar het e-mailadres
[email protected] t.b.v. het digitale archief. Ook indien het een ONVOLDOENDE is! Op deze wijze komt in het studentarchief 1 mail per student binnen, hetgeen noodzakelijk is voor de verdere verwerking. 8. Afd. DIVA archiveert de digitale versies in DECOS t.b.v. de studentdossiers. De docent van lesplaats Hoofddorp, Utrecht en Leeuwarden: 9. De docent voert de QuickScan uit. 5. De docent beoordeelt zowel de volledige versie als ook via Ephorus de „uitgeklede‟ versie. 6. Docent mailt het ingevulde beoordelingsformulier en het werkstuk met feedback naar de student (let op: in het onderwerp moet duidelijk het studentnr. staan) en in c.c. naar: voor Utrecht:
[email protected], voor Leeuwarden:
[email protected], voor Hoofddorp:
[email protected], ook indien het een ONVOLDOENDE is! Het secretariaat van de lesplaats verwerkt de gegevens en stuurt het beoordelingsformulier en het werkstuk naar het studentarchief in Zwolle met duidelijke vermelding van het studentnr. en de naam van de student (voor elke student een aparte mail). 7. Afd. DIVA archiveert de digitale versies in DECOS t.b.v. de studentdossiers. Artikel 5.14b Inlevering tentamens/portfolio Voorwaarde voor deelname aan het competentie examen is dat het portfolio voldoet aan de volgende eisen (studenten maken hiervoor gebruik van surfmedia, de handleiding is op de infosite te vinden: De richtlijnen inleveren werkstukken, literatuurgebruik, schrijven van reflectie en papers etc. zie algemene studie--informatie op Blackboard; De portfolio‟s worden aangeleverd in Word-bestanden; In de portfolio‟s wordt géén gebruik gemaakt van actieve links; De aangegeven volgorde in de portfolioinstructie; Doorlopende paginanummering; Na elk onderdeel wordt een tabblad ingevoegd; Wanneer er verwezen wordt naar onderdelen binnen het portfolio, wordt de vindplaats aangegeven met de juiste paginanummers; De DVD‟s worden voorzien van een instructie m.b.t. vindplaats/ tijdsaanduiding van relevante fragmenten (zie Blackboard) en moeten afgespeeld kunnen worden met Windows mediaplayer. Er wordt gebruik gemaakt van de aangeboden digitale formulieren en formats; Het portfolio wordt één maal digitaal en in tweevoud op papier aangeleverd; ook de opnames zijn in tweevoud en voorzien van studentgegevens zoals naam, leerroute, cohort, studiecoach en studentnummer; 98
Het portfolio - exclusief de beroepsproducten behorend bij de modules - levert de student in bij Ephorus onder vermelding van: PF 1 (studentnummer/studentnaam), of PF 2 (studentnummer/studentnaam); Het portfolio wordt als één geheel aangeboden; Bewijzen uit het eerste portfolio komen niet in het tweede portfolio; Binnen het portfolio is copypaste van inhoudelijke onderdelen uit het betreffende portfolio niet toegestaan. Ephorus registreert dit; Het portfolio bevat de feedback van de studiecoach. Indien dit niet het geval is, kan de student niet deelnemen aan het competentie-examen. Voorwaarden voor bewijsstukken: Relevant Hoe relevant is het voor de beroepstaak binnen het kwalificatieprofiel? Dekken de bewijzen de belangrijkste elementen van een competentie? Actueel Hoe recent is het? Weerspiegelen de bewijzen het huidige competentieniveau van de student? Authentiek Zijn de bewijzen een juiste weergave van de ervaring en deskundigheid van de student? Kwantiteit Is er voldoende (maanden) ervaring in een bepaalde competentie, of de hoeveelheid werk- en opleidingsactiviteiten? Variatie Is er voldoende variatie van contexten? Hoe groter de variatie in contexten waarin de ervaring is opgedaan hoe groter de kans dat de competentie ontwikkeld is. Artikel 5.15 Praktijkgericht onderzoek Het praktijkgericht onderzoek (binnen de context van de leerroute) kent voorafgaand aan de onderzoeksrapportage ten minste twee beoordelingsmomenten die met een voldoende moeten worden beoordeeld voordat het praktijkgericht onderzoek de volgende fase in kan gaan. Beoordelingsonderdelen
Deadlines
Beoordeling door:
Onderzoeksplan
Voltijd: eind januari 2012 Deeltijd: juli 2012 Voltijd: maart 2012 Deeltijd: eind januari 2013 Voltijd en deeltijd: eind van de opleiding
Onderzoeksassessor
Instrumenten en theoretisch kader Onderzoeksrapportage
Onderzoeksassessor Onderzoeksassessor
1. De docent beoordeelt onderzoeksplan en instrumenten/theoretisch kader met voldaan of niet voldaan. Bij 'voldaan' kan de student beginnen met het volgende beoordelingsonderdeel. De onderzoeksrapportage wordt beoordeeld met onvoldoende, voldoende, goed of uitmuntend. e 2. Voldaan voor het onderzoeksplan levert de student in het 1 jaar 4 studiepunten op. 3. Voldaan voor instrumenten/theoretisch kader en een positieve beoordeling van de onderzoeksrapportage e (voldoende, goed of uitmuntend) leveren de student in het 2 jaar 10 studiepunten op. 4. Het stappenplan afstuderen dat tijdens het cursusjaar aan de studenten wordt verstrekt is bepalend voor de exacte datum van inleveren van de onderzoeksrapportage. Artikel 5.16 Voorwaarden deelname competentie-examens binnen leerlijnenmodel 1. Er jaarlijks twee ingeroosterde afnameperiodes voor respectievelijk competentie- examen 1 en 2. Voor de voltijd zijn deze periodes ingepland omstreeks februari en juni. Voor de deeltijd zijn deze periodes ingepland omstreeks juni in beide studiejaren. 2. Deelname aan een competentie-examen en forumdiscussie is alleen mogelijk als het portfolio aan alle beschreven eisen in artikel 1.7.2 van het OER voldoet. 3. Deelname aan een competentie-examen staat los van behaalde resultaten op beroepsproducten (modulebeoordelingen). 4. Studiepunten behorend bij competentie-examen 1 worden toegekend indien er gemiddeld een gevorderd niveau (2) is behaald. Daarbij geldt de beperking dat er maximaal 2 competenties met basisniveau (1) beoordeeld mogen zijn. Een niveau 3 beoordeling tijdens competentie-examen 1 kan het volgende betekenen: Er hoeven geen bewijzen meer geleverd te worden voor competentie-examen 2 omdat alle voorgeschreven toetsonderdelen uit het totale toetsplan van de leerroute zijn afgesloten en behaald. Er moeten nog wel bewijzen geleverd worden voor competentie-examen 2 omdat nog niet alle voorgeschreven toetsonderdelen uit het totale toetsplan van de leerroute zijn afgesloten en behaald. 99
5. Studiepunten behorend bij competentie-examen 2 worden toegekend indien er op alle competenties minimaal niveau 3 behaald is. 6. Indien er niet wordt deelgenomen aan het ingeroosterde moment voor competentie-examen 1 volgt automatisch een herkansing tijdens competentie-examen 2. Hierbij geldt dat: portfolio 1 en portfolio 2 als één portfolio worden aangeboden en wordt gevolgd door portfoliopresentatie voorafgaand aan het criterium gericht interview met opleidings- en werkveldassessor en gevolgd door mondelinge terugkoppeling; er wordt deelgenomen aan een forumdiscussie In het geval van overmacht ( te bepalen door de examencommissie) wordt competentie-examen 1 op een door de examen-commissie te bepalen moment afgenomen. 7. Herkansing van competentie-examen 1 vindt plaats tijdens competentie-examen 2. Competentieexamen 2 wordt herkanst op een door de examencommissie te bepalen moment. 8. Versneld/flexibel afstuderen kan bij de examencommissie worden aangevraagd wanneer alle in het totale toetsplan voorgeschreven eisen is voldaan en de productoordelen met minimaal een voldoende zijn afgerond en opgenomen in het portfolio. Indien er toestemming wordt gegeven wordt er voorafgaand aan het examen een video-opname van een forumdiscussie (op de (leer)werkplek) aangeboden. Het resultaat hiervan wordt door de assessoren meegenomen in het eindoordeel.
Artikel 5.17 Bewijs internationalisering bij competentie-examen 2. De Studieloopbaanbegeleider van de student geeft een fiat en feedback op het plan van aanpak Internationalisering. Deze feedback is gericht op inhoud en haalbaarheid. De student dient na uitvoering van het plan een bewijs hiervan op te nemen in het portfolio voor het 2e competentie-examen. De student koppelt het bewijs aan de relevante competenties door middel van het invullen van een startformulier. De opleidingsassessor benoemt het bewijs Internationalisering expliciet in de onderbouwing van het geconstateerde niveau bij de betreffende competenties. Artikel 5.18 Voorwaarden deelname tentamens e-learning Binnen de e-learning variant wordt het komend jaar gepilot met het baseren van een deel van het eindoordeel op de actieve bijdrage aan de groepsdiscussies en de kwaliteit van de bijdragen. Artikel 5.19 Beoordelingsvoorwaarden: de quickscan Voorafgaand aan iedere beoordeling wordt middels de quickscan bekeken of een product beoordeelbaar is. De criteria voor de quickscan staan beschreven in de algemene studie-informatie op Blackboard. Als het product niet voldoet aan de eisen wordt het teruggestuurd naar de student en kan deze dit product binnen een week opnieuw inleveren. Voldoet het product niet aan de eisen van de quickscan bij de eerste twee modules van het 1e studiejaar dan behoudt de student recht op twee kansen. Vanaf periode 3 wordt een niet beoordeelbaar product met een onvoldoende beoordeeld en telt dit als de eerste kans. Is een product tijdens de eerste twee moduleperiodes voor de tweede maal niet beoordeelbaar, dan geeft de docent inhoudelijk feedback op het product; de beoordeling is onvoldoende.
100
5.6.
EXAMENCOMMISSIE
Artikel 6.1 - Instelling en taken examencommissie 1. De directeur van het domein stelt voor de groep van opleidingen van het domein een examencommissie in. 2. De examencommissie heeft tot taak het afnemen van tentamens en examens, het vaststellen van de uitslag daarvan, de zorg voor de organisatie en de coördinatie van de tentamens en examens van de opleiding(en), het uitbrengen van het bindend studieadvies alsmede het verlenen van vrijstelling voor het afleggen van één of meer tentamens. 3. De examencommissie stelt richtlijnen en beoordelingsnomen vast voor de uitslag van tentamens en examens. Deze richtlijnen en beoordelingsnormen zijn te vinden in de Regels Examencommissie. 4. De Regels Examencommissie bevatten, naast hetgeen genoemd in lid 3, in elk geval bepalingen omtrent: a. het verlenen van vrijstellingen; b. fraude; c. het aanvragen en uitreiken van getuigschriften; d. de gang van zaken tijdens de tentamens. 2. De Regels van de examencommissie staan in deel drie van dit studentenstatuut. Artikel 6.2 - Benoeming en samenstelling examencommissie 1. De directeur van het domein benoemt de leden van de examencommissie waaronder begrepen de voorzitter, op basis van hun deskundigheid op het terrein van de opleiding. 2. Ten minste één lid is als docent verbonden aan de opleiding of aan een opleiding die tot de groep van opleidingen behoort. 3. Alvorens tot benoeming van een lid over te gaan, hoort de directeur de leden van de examencommissie. 4. De examencommissie bestaat uit ten minste vijf leden en vijf plaatsvervangende leden. 5. De benoeming geschiedt voor een periode van 3 jaar. De leden zijn opnieuw benoembaar. 6. Het lidmaatschap eindigt indien de betrokkene niet meer aan de opleiding of instelling is verbonden. 7. Aan een examencommissie kan een ambtelijk secretaris worden toegevoegd. Artikel 6.4 - Examinatoren 1. Ten behoeve van het afnemen van de tentamens en het vaststellen van de uitslag daarvan wijst de examencommissie examinatoren aan. 2. Als examinator kunnen worden aangewezen leden van het personeel die met het verzorgen van onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid zijn belast alsmede deskundigen van binnen of buiten de instelling. 3. De examinatoren verstrekken de examencommissie de gevraagde inlichtingen. Artikel 6.5 - Getuigschriften en verklaringen 1. Het getuigschrift wordt niet uitgereikt dan nadat de examencommissie heeft vastgesteld dat: a. de student gedurende de periode dat hij heeft deelgenomen aan de onderwijs- en examenvoorzieningen rechtmatig ingeschreven heeft gestaan; b. de student aan al zijn studieverplichtingen heeft voldaan; c. de student aan al zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan; d. de student aan de overige bij wet gestelde vereisten heeft voldaan. 2. De examencommissie voegt aan een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde afsluitend examen, een supplement toe. Het supplement wordt opgesteld in het Nederlands of Engels. 3. De examencommissie reikt op verzoek van de student een verklaring uit in de gevallen dat een student één of meerdere tentamens met goed gevolg heeft afgelegd, maar aan hem geen getuigschrift kan worden uitgereikt. 4. De examencommissie kan regels van procedurele aard vaststellen ten aanzien van de uitreiking van getuigschriften en verklaringen.
101
5.7.
SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 7.1- Bezwaar en beroep Tegen besluiten op grond van deze regeling genomen staat beroep open bij het College van Beroep Windesheim. Het reglement van het College van Beroep is hier te vinden. Artikel 7.2 - Wijziging van de regeling Tentamens van onderwijseenheden, die niet meer in het onderwijsprogramma zijn opgenomen, worden in het eerste daaropvolgende studiejaar voor de studenten die het onderwijs daarin al hebben gevolgd, nog ten minste één maal afgenomen. Artikel 7.3 - Bijlagen bij onderwijs- en examenregeling De bij deze regeling behorende uitwerkingen vormen tezamen met deze regeling de onderwijs- en examenregeling van de opleiding. Artikel 7.4 - Slot- en overgangsbepalingen 1. De overgangsbepalingen zijn beschreven in artikel 7.4.1 t/m 7.4.9, waarbij is aangegeven: a. op welke studenten (zo nodig per jaar van inschrijving) de regeling van toepassing is; b. voor welke minor en/of de onderwijsheden waarop de overgangsregeling van toepassing is; c. de jaren waarin het onderwijs uiterlijk nog wordt gegeven en de jaren waarin de tentamens uiterlijk nog kunnen worden afgelegd. 2. In de gevallen waarin deze onderwijs- en examenregeling niet voorziet, beslist de directeur van het domein.
102
Artikel 7.4.1 – Inschrijving cohort 2010 De volgende wijzigingen zijn doorgevoerd voor studenten cohort 2010 in de hieronder weergegeven leerroutes: Leerrou te MOZGD
MOZVD
MOZRC
MOZR2
Onderwijseenheid was Keuzemodule: - Begrijpend lezen en NT2 - Orthopedagogische interventies in de groep Keuzemodule: - Inclusief onderwijs - Sociale vaardigheden Keuzemodule - Aanvankelijk lezen en spellen - Ontwerpen: kind en materiële omgeving Keuzemodule: - Inclusief onderwijs - Oriëntatie internationaal
Onderwijseenheid is gewijzigd in
ENSO.BLENT2 Orthopedagogische interventies in de groep
ENSO.ORTHINT
Inclusief onderwijs
ENSO.INCOND
ENSO.KMATOM
Ontwerpen: kind en materiële omgeving
ENSO.KMATOM
ENSO.INCOND ENSO.ORINT
Inclusief onderwijs
ENSO.INCOND
ENSO.ORTHINT ENSO.INCOND ENSO.SOCV ENSO.ANVLEZ
alleen voor Hoofddorp, Leeuwarden en Utrecht
MOLPR Voortgezet lezen en spellen
ENSO.VGLEZ
Begrijpend lezen en NT2
ENSO.BLENT2
Communicatie
MOLPT
MOLVT
MOLPW
MOLVW
MBIID
Keuzemodule: - Communicatie - De leraar als persoon en professional Keuzemodule: - Communicatie - De leraar als persoon en professional Keuzemodule: - Communicatie - De leraar als persoon en professional Keuzemodule: - Communicatie - De leraar als persoon en professional Keuzemodule: - Gedrag: visie en beelden - Inclusief onderwijs
ENSO.LPBEL Keuzemodule: - Begrijpend lezen en NT2 - De leraar als persoon en professional
ENSO.BLENT2 ENSO.LAPPR
ENSO.COMM Keuzemodule: - Communicatie - De leraar als persoon en professional
ENSO.COMM ENSO.LAPPR
ENSO.COMM ENSO.LAPPR
Communicatie
ENSO.COMM
ENSO.COMM ENSO.LAPPR
Communicatie
ENSO.COMM
ENSO.COMM ENSO.LAPPR
Communicatie
ENSO.COMM
ENSO.COMM ENSO.LAPPR
Communicatie
ENSO.COMM
ENSO.GEDRAG
Gedrag: visie en beelden
ENSO.GEDRAG
ENSO.INCOND
103
Artikel 7.4.2 – Inschrijving cohort 2009 en eerder Mits aaneengesloten ingeschreven als student of bij onderbreking inschrijving wanneer er sprake is van persoonlijke en bijzondere omstandigheden (Wet Hoger en Wetenschappelijk onderwijs) geldt het volgende curriculum:
Module 1
Module 2
6 ec‟s
6 ec‟s
StudieLoopbaanBegeleiding (4 ec‟s) Module 3 Module 4 Module 5 Module 6
6 ec‟s
6 ec‟s
6 ec‟s
6 ec‟s
Module 7
6 ec‟s
Praktijkgericht onderzoek (ondersteund door seminars) 14 ec‟s
Figuur 7: Schematisch overzicht cohort vòòr 2009.
Opmerking: Wanneer een student gedurende een aantal jaren niet ingeschreven was als student van de opleiding en zich alsnog weer inschrijft, geldt het cohort van het jaar van de nieuwe inschrijving. Artikel 7.4.3 – Kennisbasistoets cohort 2010 Voor de studenten van cohort 2010 geldt dat voor de kennisbasistoets drie kansen worden geboden. Artikel 7.4.4 - Internationalisering Voor studenten van het cohort 2009 is internationalisering een keuze (ENSO.ORINT). M.b.t. het bewijs internationalisering bij Competentie-examen 2: de Studieloopbaanbegeleider van de student geeft een fiat en feedback op het plan van aanpak Internationalisering. Deze feedback is gericht op inhoud en haalbaarheid. De student dient na uitvoering van het plan een bewijs hiervan op te nemen in het portfolio voor het 2e competentie-examen. De student koppelt het bewijs aan de relevante competenties door middel van het invullen van een startformulier. De opleidingsassessor benoemt het bewijs Internationalisering expliciet in de onderbouwing van het geconstateerde niveau bij de betreffende competenties. Voor studenten van het cohort 2010 is internationalisering (ENSO.INTORIE) verplicht, deze wordt gekoppeld aan een module naar keuze (niet zijnde module 1 en 2). Deze internationaliseringscomponent is vormgegeven als wildcard, die op twee manieren verzilverd kan worden: de zogenaamde georganiseerde - en de zogenaamde vrije variant. Bij de georganiseerde variant kan de student deelnemen aan een door de Master SEN opleiding georganiseerde reis naar Denemarken, Belfast/Zweden of de Verenigde Staten. Bij de vrije variant is de student vrij (rekening houdend met de voorwaarden die beschreven zijn in de lintmodule internationale oriëntatie én in overleg met de betrokken docent) om de wildcard gedurende het cursusjaar in te zetten voor een verdiepende opdracht bij een module die via internationalisering vorm en inhoud kan worden gegeven. Hierbij is uitgegaan van de volgende punten: 8. internationalisering is een verplichte component voor alle studenten; 9. internationalisering is een verdiepende dimensie bij een thema (dat wil zeggen: het gevraagde beroepsproduct bij een module, wordt in een internationale context verder bestudeerd); 10. het moment waarop de student deze extra verdieping toepast, wordt door de student zelf bepaald; 11. Studenten dienen zich digitaal aan te melden via de Blackboardsite; er volgt nog nadere informatie hierover. 12. de internationale verdieping heeft een omvang van 3 EC ( = 84 studiebelastinguren); 13. de internationale verdieping is een onderdeel van de opleiding en valt dus binnen de 60 EC van de opleiding; 14. met de geboden mogelijkheden* om de internationale verdieping uit te voeren, wordt tegemoet gekomen aan de vraagsturing van de student. Op het moment dat de student daar gebruik van maakt, wordt de omvang van de moduleopdracht met 3 EC verminderd en weer tot 6 EC aangevuld door de internationale oriëntatie aan de opdracht toe te voegen (zie figuur). Een en ander gebeurt uiteraard in overleg met de moduledocent.
104
module opdracht X
module opdracht X 3 EC
6 EC wildcard 3 EC
moduleopdracht wordt op initiatief van de student aangepast Op het beoordelingsformulier dat de student ontvangt na afronding van de module, wordt melding gemaakt van het feit dat bij die module de internationale verdieping heeft plaatsgevonden. * De verschillende mogelijkheden zijn uitgewerkt in de module/wildcard “Internationale Oriëntatie” (ENSO.INTORIE), zie Blackboard. Artikel 7.4.5 - Bouwstenen Studenten hebben Master SEN modules (Bouwstenen) afgerond met een verklaring voor 6 EC (behaald voor 01-09-2011). Wanneer de bouwsteen past binnen de leerroute krijgt de student 3 EC vrijstelling voor het beroepsproduct. Het beroepsproduct krijgt een plaats in het portfolio en zal geen onderwerp van gesprek meer zijn bij het competentie-examen (overige 3 EC vrijstelling). Bewijs van vrijstelling van de examencommissie is opgenomen in het portfolio. Studenten hebben een bouwsteen behaald die in een eerder cohort nog onderdeel was van de betreffende leerroute waarvoor de student zich inschrijft en in het cohort 2011 niet meer: vrijstelling voor 6 EC voor competentiebewijs/keuzebewijs en e.v.t. vrijstelling voor (onderdelen van de) kennisbasistoets. Module met dezelfde code is inhoudelijk fors gewijzigd: zie vorig punt. Artikel 7.4.6 – Contractstudenten leerroute Intern Begeleiden (geldend t/m 2014) Contractstudenten voor de leerroute Intern Begeleiden die in 2009 zijn begonnen aan een traject met bouwstenen vallen onder cohort 2009. Het gaat hierbij om de volgende onderwijseenheden: Taak en functie (6 EC), Communicatie (6 EC), Coaching (6 EC), Schoolontwikkeling/ Verandermanagement (6 EC), Human Dynamics (6 EC), Krachtig leren (6 EC), Gedrag: visie en beelden (6 EC), Inclusief Onderwijs (6 EC), Supervisie (2 EC) , Intervisie en reflectie (2 EC) en Praktijkgericht onderzoek (14 EC). Opmerking: uit het aanbod van modules die cursief zijn weergegeven worden 7 van de 8 modules gekozen zodat het leerplan uit 60 EC bestaat. Artikel 7.4.7 – Meerjarig scholingstraject met gefaseerde instroom vanaf 2010-2014 Studenten van organisaties waarmee op verzoek van de opdrachtgever vanaf 2010 afspraken zijn gemaakt m.b.t. een meerjarige scholingstraject met een gefaseerde instroom tot 2014 vallen onder het cohort 2010. Het gaat hierbij om de volgende onderwijseenheden: Het verhaal van het kind/Dialoog rond onderwijsbehoeften (6 EC), Totale communicatie (6 EC), Orthopedagogische interventies in de groep (6 EC), Stimulerend onderwijs (6 EC), Begeleiden van leerlingen met complexe problemen (6 EC), A.S.S. in beeld (6 EC), Autisme: methodiek (6 EC), Rekenhulp (6 EC), Aanvankelijk lezen (6 EC), Intervisie en reflectie (4 EC) en Praktijkgericht onderzoek (14 EC). en Supervisie (2 EC). Internationalisering is een verplicht onderdeel van het curriculum volgens het „wildcard‟-model. Opmerking: uit het aanbod van modules die cursief zijn weergegeven worden 7 van de 9 modules gekozen zodat het leerplan uit 60 EC bestaat. Artikel 7.4.8 – Contractstudenten 2010 en daarna ingeschreven voor de leerroute Gespecialiseerd leraar speciaal onderwijs, cluster 2 (geldend t/m 2014) Contractstudenten van bovenstaande leerroute die in 2010 contractstudent waren en zich in 2011 hebben ingeschreven als student vallen onder cohort 2010. Het gaat hierbij om de volgende onderwijseenheden: Verhaal van het kind/ de jongere (6 EC), Module Taal voor D/SH of Module Taal voor ESM(6 EC), Begeleiden van leerlingen met complexe problemen (6 EC), Lezen voor D/SH of Lezen voor ESM (6 EC), Samenspel cognitie en leren (6 EC), Communicatie (6 EC), Inclusief Onderwijs (6 EC), Intervisie en reflectie (4 EC) en Kennisconstructie en Praktijkgerichtonderzoek: (14 EC). Internationalisering is een verplicht onderdeel van het curriculum volgens het „wildcard‟-model.
105
Artikel 7.4.9 - Contractstudenten leerroute Gespecialiseerde leraar zorg PO vanaf 2010 (geldend t/m 2014) Contractstudenten voor de leerroute Gespecialiseerde leraar zorg PO die in 2010 zijn begonnen aan een traject met bouwstenen vallen onder cohort 2010. Het gaat hierbij om de volgende onderwijseenheden: Verhaal van het kind (6 EC), Communicatie (6 EC), Krachtig leren (6 EC), Voortgezet lezen en spellen (6 EC) , Orthopedagogische interventies (6 EC), Begeleiden van leerlingen met complexe problemen (6 EC), Inclusief onderwijs (6 EC), Reflectie en ontwikkeling (4 EC) en Praktijkgericht onderzoek (10 EC) en Masterseminars (4 EC). Internationalisering is een verplicht onderdeel van het curriculum volgens het 'wildcard'-model.
106
6.
REGELS EXAMENCOMMISSIE
Artikel 1 - Inschrijven voor de tentamens Studenten schrijven zich op de aangegeven wijze via Blackboard in voor deelname aan de kennisbasistoets. Voor de overige vormen van toetsing is inschrijving niet van toepassing. Artikel 2 - Afnemen van tentamens 1. Een student moet bij de aanvang van het tentamen de presentielijst tekenen en zich kunnen legitimeren door middel van zijn collegekaart en een geldig identiteitsbewijs. Deze dient op de werktafel te liggen. 2. Indien in de tentamenzaal jassen, tassen, agenda‟s en/of mediadragers, zoals mobiele telefoons, iPods, geavanceerde horloges e.d. worden meegenomen, moeten deze buiten bereik van de student blijven, waarbij de aanwijzingen van de surveillant dienen te worden gevolgd. 3. Tenzij dit nadrukkelijk anders is aangegeven, mag er tijdens het tentamen geen gebruik worden gemaakt van studieboeken, dictaten en/of andere hulpmiddelen. Deze mogen ook niet in de tentamenzaal worden meegenomen. 4. In de tentamenzaal liggen opgaven, uitwerkpapier, kladpapier en eventueel een schrapformulier klaar aan het begin van het tentamen. Men mag uitsluitend van het door de opleiding verstrekte papier gebruik maken. Alle uitgewerkte papieren dienen aan het eind van elk tentamen te worden ingeleverd, met inbegrip van het kladpapier. Alle uitwerkingen moeten voorzien zijn van naam en inschrijfnummer. De tentamenopgaven moeten bij de surveillant worden ingeleverd, tenzij anders is vermeld. 5. Studenten mogen het eerste half uur en het laatste kwartier van het tentamen de tentamenzaal niet verlaten. 6. Tijdens het tentamen mogen studenten de zaal niet verlaten met de bedoeling er later ter voortzetting van het tentamen terug te keren, tenzij de surveillant toestemming geeft. 7. Bij tussentijds verlaten van de tentamenzaal dienen alle papieren onleesbaar voor andere studenten te worden achtergelaten. 8. Uitwerkingen op kladpapier worden nooit in de beoordeling meegenomen. 9. Tijdens tentamens is het niet geoorloofd dat studenten elkaars werk bekijken, praten of anderszins fraude plegen of pogingen daartoe doen. Het is niet geoorloofd dat studenten iets van elkaar lenen. Artikel 3 - Verhindering bij tentamens 1. Ingeval een student door overmacht of op grond van persoonlijke omstandigheden verhinderd is deel te nemen aan een tentamen, kan hij een extra tentamengelegenheid krijgen dan wel in de gelegenheid worden gesteld een vervangende opdracht te doen. 2. Een student die op grond van het bepaalde in het eerste lid is verhinderd aan een tentamen deel te nemen, meldt dit direct bij het secretariaat van de opleiding. 3. Indien een student op grond van het bepaalde in het eerste lid in aanmerking wil komen voor een extra tentamenmogelijkheid, dan dient hij hiertoe een schriftelijk en met redenen omkleed verzoek in bij de examencommissie. 4. De examencommissie toetst de oorzaak van de verhindering en stelt de student schriftelijk op de hoogte van haar beslissing. 5. Het bepaalde in het eerste lid dient zodanig te worden ingevuld dat een student per studiejaar in elk geval twee tentamenmogelijkheden per onderdeel krijgt aangeboden.
107
Artikel 4 - Bekendmaking uitslag tentamens 1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een schriftelijke verklaring uit. 2. De uitslag van de overige tentamens wordt vastgesteld en bekend gemaakt binnen 15 dagen na het afleggen van het tentamen. 3. In bijzondere, individueel af te leggen tentamens, gevallen bepaalt de examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de uitslag bekend wordt gemaakt. Artikel 5 - Fraude 1. De aanwezigheid van onderwijsmiddelen bij een student tijdens het tentamen wordt als fraude aangemerkt. 2. Indien bij een student tijdens het tentamen wordt geconstateerd dat hij in enig opzicht in strijd met de voorschriften handelt dan wel zich aan enig bedrog schuldig maakt, wordt hem de constatering van dit feit onmiddellijk meegedeeld. Het feit wordt aan de examencommissie meegedeeld onder overlegging van een protocol (verslag) van het geconstateerde feit. 3. Indien de examinator bij de beoordeling van het tentamen of als tentamen ingeleverd werk vermoedt dat fraude is gepleegd al dan niet in de vorm van plagiaat, stelt hij de examencommissie hiervan op de hoogte door overlegging van een protocol (verslag) van zijn waarneming. 4. Indien zich een feit als bedoel in lid 1, 2 of 3 voordoet, stelt de examinator geen cijfer vast dan nadat de examencommissie terzake een beslissing heeft genomen. 5. Overname uit al eerder door de student zelf ingeleverde toetsopdrachten zonder bronvermelding is ook fraude. Advies:Maakt de student gebruik van eerder eigen werk, dan zorgt hij voor een bronvermelding en vat kernachtig samen i.p.v. letterlijk over te nemen. Artikel 6 - Procedure vaststelling fraude 6. Indien een feit als bedoeld in het vorige artikel is gemeld, wordt de student door de examencommissie schriftelijk in kennis gesteld van het gerezen vermoeden van fraude onder overlegging van het protocol. De student wordt in de gelegenheid gesteld daarover te worden gehoord op een daarbij aan te geven datum en tijdstip. 7. Indien de examencommissie tot het oordeel komt dat er sprake is van fraude, kan zij besluiten tot het opleggen van een sanctie overeenkomstig het bepaalde in artikel 7. 8. Indien de examencommissie tot het oordeel komt dat er geen sprake is van fraude, stelt de examinator alsnog op een zo kort mogelijke termijn de beoordeling van het tentamen vast. Artikel 7 - Sancties bij fraude De maatregelen kunnen uiteenlopen van het niet meetellen van het werk tot het ontzeggen van een of meer tentamens voor ten hoogste een jaar. Het mailadres van de examencommissie is:
[email protected].
108
7.
KLACHTENREGELING
Artikel 1 - Instellen commissie 1. De domeindirecteur stelt voor de groep van opleidingen waarvoor de directeur verantwoordelijkheid draagt, een klachtencommissie in. 2. De klachtencommissie bestaat uit twee of vier gewone leden en een voorzitter 3. Als gewoon lid wordt/worden één of meer student-leden benoemd, met dien verstande dat het aantal student-leden minimaal gelijk is aan het aantal overige gewone leden. 4. De domeindirecteur benoemt een niet aan het domein verbonden voorzitter van de klachtencommissie. 5. De voorzitter en leden worden benoemd voor een periode van twee jaren. Het student-lid wordt benoemd voor een periode van één jaar. 6. De voorzitter en de leden van de commissie zijn éénmaal hernoembaar, het student-lid is tweemaal hernoembaar. 7. Indien de klacht betrekking heeft op een besluit of een gedraging, waarbij een lid van de commissie betrokken is (geweest), wijst de domeindirecteur voor de behandeling van die klacht een vervanger voor dat lid aan. Artikel 2 - Indienen klacht 1. Een klacht kan betrekking hebben op het nemen van een besluit, het niet nemen van een besluit indien de student heeft verzocht om een besluit of een feitelijke handeling. 2. Een klacht kan door de student worden ingediend, indien hij direct belanghebbende is. 3. Geen klacht kan worden ingediend over een besluit en/of gedraging waartegen rechtstreeks beroep kan worden ingesteld bij het College van Beroep voor de examens van de hogeschool, bij de Geschillen Adviescommissie van de hogeschool dan wel een klacht kan worden ingediend bij de Klachtencommissie ongewenst gedrag van de hogeschool. 4. Alvorens een klacht kan worden ingediend, dient de klager zich te wenden tot degene die het desbetreffende besluit heeft genomen of had moeten nemen dan wel over wiens handeling hij klaagt, teneinde het besluit of de handeling te bespreken. 5. De klacht wordt vertrouwelijk en schriftelijk of digitaal ingediend door het schrijven van een (digitale) brief aan de klachtenloket Windesheim, uiterlijk zes weken nadat het betreffende besluit is genomen dan wel de handeling is verricht. Indien de klacht het niet nemen van een besluit betreft, wordt de klacht binnen een redelijke termijn ingediend. 6. In bijzondere gevallen kan van de in lid 5 genoemde termijn worden afgeweken. In de klacht dient in dat geval de termijnoverschrijding te worden gemotiveerd. 7. De klacht vermeldt in ieder geval: (1) naam, adres en woonplaats van degene die de klacht indient; (2) het besluit dan wel de handeling waarover wordt geklaagd; (3) de datum van het besluit of de datum/periode van de handeling(en); (4) een duidelijke beschrijving van het besluit en/of de handeling, alsmede de gronden (redenen) van de klacht; (5) de gewenste voorziening ter opheffing van de klacht; 8. Bij de klacht worden zo mogelijk de relevante schriftelijke stukken gevoegd. 9. De klager kan zich desgewenst wenden tot de studentendecaan en verzoeken om ondersteuning bij de behandeling van de klacht. 10. Vanuit het klachtenloket wordt de klacht doorgegeven aan de domeindirecteur, welke de klacht onmiddellijk in handen stelt van de klachtencommissie, met een verzoek hierover een advies uit te brengen. 11. Het indienen van een klacht over een besluit, schorst de werking van het besluit niet.
109
Artikel 3 - Behandeling klacht 1. Indien de klacht niet voldoet aan het bepaalde in artikel 2 sub 6, 7 en 8 van deze regeling wordt klager binnen een door de voorzitter van de klachtencommissie te stellen termijn in de gelegenheid gesteld de klacht aan te vullen. 2. Indien de aanvulling niet aan de te stellen eisen voldoet dan wel niet op tijd wordt ontvangen, kan de voorzitter de domeindirecteur adviseren de klacht niet ontvankelijk te verklaren. 3. De klachtencommissie onderzoekt binnen drie weken of de klacht alsnog via minnelijke schikking kan worden opgelost en hoort daarvoor beide partijen gezamenlijk, tenzij dit een zorgvuldige behandeling van de klacht in de weg staat. 4. Indien een minnelijke schikking niet mogelijk is, geeft de klachtencommissie binnen zes weken na ontvangst van de klacht een oordeel over de klacht. Deze termijn kan eenmaal met vier weken worden verlengd. Indien verlenging in de maanden juli of augustus geschiedt, bedraagt de verlenging ten hoogste acht weken. 5. Het advies van de commissie kan inhouden (1) Niet-ontvankelijkheid van de klacht; (2) Gegrondverklaring van de klacht; (3) Ongegrondverklaring van de klacht. 6. Indien de klacht gegrond wordt verklaard geeft de commissie aan de domeindirecteur van de opleiding een advies over de afhandeling van de klacht. 7. De domeindirecteur neemt binnen twee weken na het advies van de klachtencommissie een besluit met betrekking tot de afhandeling van de klacht. 8. Indien de domeindirecteur bij de afhandeling van de klacht van het advies afwijkt, motiveert de domeindirecteur de afwijking. Artikel 4 - Voorlopige voorziening 1. De student kan de klachtencommissie verzoeken om een voorlopige voorziening, indien er een spoedeisend belang is voor het treffen van een voorziening. 2. De voorzitter van de klachtencommissie neemt daarover binnen drie dagen een besluit, gehoord de klager en het desbetreffende personeelslid en/of orgaan. 3. Tegen het besluit van de voorzitter staat geen beroep open. Artikel 5 - Beroep Tegen het advies van de klachtencommissie ex artikel 3 lid 5 van dit reglement en/of tegen het besluit van de domeindirecteur ex artikel 3.7 van dit reglement is geen beroep mogelijk. Artikel 6 - Slotbepaling 1. Deze klachtenregeling gaat in per 1 september 2011 2. Deze klachtenregeling komt in de plaats van de eerder vastgestelde klachtenregeling. 3. Dit reglement maakt deel uit van, en wordt gepubliceerd in het Studentenstatuut Opleidingsdeel. 4. De interne werkwijze van de klachtencommissie is uitgewerkt in “Het Reglement van orde Klachtencommissie”. Deze kunt u hier vinden.
110