ASOP - Onderwijs- en examenreglement In dit onderwijs - en examenreglement (OER) is het onderwijsprogramma en toetsingsreglement vastgelegd met betrekking tot de opleiding doktersassistent. Deze opleiding wordt aangeboden in de Beroepsopleidende leerweg (BOL).
Naam Kwalificatie : Crebonummer : Niveau : Leerweg : Ingangsdatum :
doktersassistent 91310 4 Beroepsopleidende leerweg (BOL) 1 augustus 2012
Vastgesteld door het bevoegd gezag van de ASOP Amsterdam, 3 maart 2012
ASOP 2012-2014
1 van 15
Onderwijs- en Examenreglement OPLEIDING DOKTERSASSISTENT
Onderwijsregeling 1. Vooropleiding----------------------------------------------------------------------------------------- 3 2. Diplomering ------------------------------------------------------------------------------------------- 3 3. Onderwijs- en vormingsdoelen ------------------------------------------------------------------- 3 4. lesrooster en aanwezigheid ----------------------------------------------------------------------- 5 5. Examenprogrammering ---------------------------------------------------------------------------- 6 6. Toetsvormen ----------------------------------------------------------------------------------------- 6 7. Toetsinhouden --------------------------------------------------------------------------------------- 6 8. Hulpmiddelen----------------------------------------------------------------------------------------- 6 9. Uitslagregels------------------------------------------------------------------------------------------ 7 10. Bekendmaking --------------------------------------------------------------------------------------- 7
Examenreglement 1. Algemeen --------------------------------------------------------------------------------------------- 8 2. Examencommissie ---------------------------------------------------------------------------------- 8 3. Examinatoren ---------------------------------------------------------------------------------------- 8 4. Toelating en inschrijving --------------------------------------------------------------------------- 8 5. Examenprogramma --------------------------------------------------------------------------------- 8 6. Deelname examens / herkansen ---------------------------------------------------------------- 9 7. Afwijkende toetsen ---------------------------------------------------------------------------------- 9 8. Vrijstellingen ------------------------------------------------------------------------------------------ 9 9. Onrechtmatigheden ------------------------------------------------------------------------------- 10 10. Bepalen uitslag ------------------------------------------------------------------------------------- 11 11. Uitslagen --------------------------------------------------------------------------------------------- 11 12. Bewaartermijn en inzagerecht ------------------------------------------------------------------ 12 13. Bezwaar ---------------------------------------------------------------------------------------------- 12 14. Beroep ------------------------------------------------------------------------------------------------ 13 15. Overzicht resultaten ------------------------------------------------------------------------------- 13 16. Bewijsstukken --------------------------------------------------------------------------------------- 13 17. Geheimhouding ------------------------------------------------------------------------------------- 13 18. Rechtsbescherming deelnemers --------------------------------------------------------------- 13 19. Strijdigheid bepalingen ---------------------------------------------------------------------------- 13 20. Slotbepaling ----------------------------------------------------------------------------------------- 13
Bijlagen Bijlage 1 Gedragscode -------------------------------------------------------------------------------- 14 Bijlage 2 Verzuimprotocol ---------------------------------------------------------------------------- 15 Bijlage 3 Rooster --------------------------------------------------------------------------------------- 16
ASOP 2012-2014
2 van 15
ONDERWIJSREGELING 1. VOOROPLEIDING Starten met de opleiding is mogelijk als men in het bezit is van een van onderstaande bewijzen of diploma’s: - Diploma vmbo kaderberoepsgerichte, gemengde of theoretische leerweg - een diploma mavo of havo vwo - Mbo-diploma niveau 3 - Overgangsbewijsvan 3 naar 4 havo - Bewijs van een gelijkwaardig diploma. Het bevoegd gezag kan in bijzondere gevallen hiervan afwijken, indien de deelnemer naar verwachting het onderwijs met voldoende resultaat zal kunnen volgen. 2. DIPLOMERING Om het diploma doktersassistent, niveau 4 uitgereikt te krijgen dient de deelnemer: alle proeven van bekwaamheid behaald te hebben, én voor alle overige kwalificerende toetsen een voldoende behaald te hebben, én alle opdrachten bij de kerntaken m.b.t. Leren, Loopbaan en Burgerschap ingeleverd en behaald te hebben, én de beroepspraktijkvorming afgesloten te hebben met de vereiste omvang en een gunstige beoordeling, alsmede de beroepspraktijkvorming met voldoende resultaat te hebben afgesloten. 3. ONDERWIJS - EN VORMINGSDOELEN Competentiegericht Onderwijs De inhoud van de opleiding doktersassistent is o.a. gebaseerd op het kwalificatiedossier doktersassistent van Calibris en de wettelijke eisen Taal en Rerkenen. De drie beroepsgerichte kerntaken die onderdeel zijn van bovengenoemd kwalificatie doktersassistent zijn: - zorgdragen voor intake, voorlichting en advies; - bijdragen aan medische zorg; - uitvoeren van “organisatie- en professie gebonden” taken. Tijdens de opleiding komen niet alleen de drie bovengenoemde beroeps kerntaken met competenties aan bod, maar ook de algemene kerntaken en competenties die horen bij Nederlands, Engels, Rekenen en Leren, Loopbaan en Burgerschap (LLB).
ASOP 2012-2014
3 van 15
De kerntaken van LLB die aan de orde komen zijn: kerntaak 1 2 3 4 5 6 7
Titel Eigen ontwikkelingen benoemen Eigen loopbaan sturen Participeren in politiek domein Als werknemer functioneren Als kritisch consument functioneren Deelnemen aan sociale verbanden Zorgen voor eigen gezondheid
Nederlands Voor de opleiding doktersassistent gelden er uitstroomeisen ten aanzien van de beheersing van het Nederlands. Deze eisen zijn vastgelegd in het kwalificatiedossier voor het beroep. Daarnaast gelden er landelijke eisen voor Nederlands. Voor de opleiding is de uitstroomeis 3F Engels Voor de opleiding doktersassistent gelden er uitstroomeisen ten aanzien van de beheersing van het Engels. Deze eisen zijn vastgelegd in het kwalificatiedossier voor het beroep. Voor de opleiding is de uitstroomeis B1 (is een niveaubeheersing). Rekenen Voor de opleiding doktersassistent gelden er uitstroomeisen ten aanzien van de beheersing van het rekenen. Deze eisen zijn vastgelegd in het kwalificatiedossier en in het ‘Referentiekader taal en rekenen’. Voor de opleiding is de uitstroomeis 3F De bovengenoemde vakken/kerntaken worden in een tweetal vormen van onderwijs gegeven, te weten: 1. Docentafhankelijk (contact-) onderwijs (= begeleide uren) 2. Docentonafhankelijk onderwijs (thuisstudie, huiswerkopdrachten, beroepspraktijkvorming) (= onbegeleide uren) Beroepspraktijkvorming (BPV) Onderdeel van de opleiding is de beroepspraktijkvorming (BPV), deze moet met goed gevolg worden afgesloten. De beroepspraktijkvorming vindt plaats in het werkveld van de deelnemer. De beroepspraktijkvorming heeft een studiebelastingsomvang van 520 uren. Het leerbedrijf is verplicht om aan bepaalde eisen te voldoen. Wanneer het leerbedrijf aan deze gestelde eisen voldoet wordt het erkend door Calibris, het kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport. Alle erkende leerbedrijven staan in het bedrijvenregister van dit orgaan. Voor de beroepspraktijkvorming moet een praktijkovereenkomst worden afgesloten. Dit is een overeenkomst tussen de student, het leerbedrijf en de ASOP. In de overeenkomst staat dat het leerbedrijf de beroepspraktijkvorming van de opleiding gaat uitvoeren. In de praktijkovereenkomst staat onder andere wie de praktijkbegeleider van de student is en hoelang de overeenkomst geldt. Wanneer de student tussentijds wisselt van leerbedrijf moet er een nieuwe praktijkovereenkomst worden afgesloten en de voorafgaande praktijkovereenkomst worden ontbonden. De praktijkbegeleider begeleidt de student op zijn of haar werkplek. Hij of zij beoordeelt ook de taken die de desbetreffende student als doktersassistent uitvoert het kwalificatiedossier. Om te toetsen of de student in de praktijk de door hem of haar geleerde theorie toe kan passen wordt dit toetsinstrument gebruikt. Vanuit de opleiding is een praktijkbegeleider verantwoordelijk voor de begeleiding van de deelnemer in de beroepspraktijkvorming.
ASOP 2012-2014
4 van 15
Aan het begin van de BPV-periode wordt aan de deelnemer de BPV-map uitgereikt. In de BPV-map staan per kerntaak opdrachten beschreven die de deelnemer tijdens zijn of haar BPV kan uitvoeren. De praktijkbegeleider zal de deelnemer hierbij helpen door middel van zogenaamde praktijklessen, trainingen en begeleiding op de werkvloer. Alle bepalingen met betrekking tot de beroepspraktijkvorming zijn opgenomen in de BPVovereenkomst voor deze opleiding. De plaats van de BPV is zoals dat passend is in een competentiegerichte opleiding. Het uitgangspunt daarbij is de beroepspraktijk. Theorie en praktijk zijn daarom verweven, geen twee losstaande identiteiten. Een deelnemer krijgt een bepaalde opdracht die hij/zij in de praktijk moet uitvoeren, maar heeft kennis en inzichten nodig om dat goed te kunnen doen. Competentiegericht leren gaat uit van de leervragen van de deelnemer, zonder een tekort te doen aan het verwerven van de kennis en inzichten die noodzakelijk zijn om te verworden tot een competente doktersassistent. 4. LESROOSTER EN AANWEZIGHEID Lesrooster Het lesrooster wordt op de eerste lesdag aan de deelnemers uitgereikt. Roosterwijzigingen De opleiding kent vrijwel geen lesuitval. Bij vervanging van docenten staat er een andere docent voor de klas welke dan zijn of haar les geeft. De lesuren worden op een ander moment weer “teruggewisseld”. Aanwezigheid Je wordt geacht voor 100% aanwezig te zijn bij de begeleide onderwijsactiviteiten op school en tijdens de bpv. Je aanwezigheid wordt elk lesblok geregistreerd. Als je zonder bericht of toestemming afwezig bent, is dit ongeoorloofd verzuim. Te laat komen is ook ongeoorloofd verzuim en wordt geregistreerd. Drie keer verzuim is reden voor een gesprek met de directeur en de docent en kan gevolgen hebben voor het voortzetten van je opleiding. De directeur kan je aanspreken op ongeoorloofd verzuim. Wanneer dit niet tot verbetering leidt, dan wordt een afsprakenformulier opgesteld. Het niet nakomen van de afspraken kan leiden tot een bindend negatief studievoorschrift. De school is wettelijk verplicht om ongeoorloofd verzuim van deelnemers te melden bij de afdeling Leerplicht van de gemeente. Je valt onder de Leerplichtwet tot je 18e verjaardag. Tot je 23e verjaardag zijn wij verplicht, wanneer je nog geen startkwalificatie hebt gehaald, teveel verzuim te melden bij de overheid. Ongeoorloofd verzuim wordt na 2 weken gemeld bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO).
ASOP 2012-2014
5 van 15
Programma van toetsing en afsluiting 5. EXAMENPROGRAMMERING Alle examenonderdelen, mondelinge toetsen, praktijktoetsen en schriftelijke toetsen worden aangeboden volgens het plan van toetsing en afsluiting (PTA). In het PTA staan de tijdvakken voor het afleggen van de toetsen, het examen of onderdelen daarvan. Waar is het PTA in te zien? 6. TOETSVORMEN Binnen de opleiding zijn de volgende toetsvormen en procedures omtrent het toetsen gangbaar. Bij een schriftelijke toets: - zitten de deelnemers aan solitair opgestelde tafels; - minimaal 1 examinator (afhankelijk van aantal deelnemers); - mag er niemand meer binnenkomen nadat de toets begonnen is; - mag er niemand binnen 30 minuten na het begin van de toets vertrekken; - moeten de toets en alle uitwerkbladen ingeleverd worden op het vooraf door de examinator aangegeven moment; - moet er volstrekte rust heersen. Bij een vaardigheidstoets: - moet de deelnemer uiterlijk 10 minuten voor het begin van de toets in de hal aanwezig zijn; - moet de deelnemer beschikken over het benodigde materiaal ten behoeve van het uitvoeren van de vaardigheden; - mag er niet gepraat worden, behalve wanneer dit noodzakelijk is voor de uitvoering. Bij een mondelinge toets: - moet de deelnemer uiterlijk 10 minuten voor het begin van de toets in de hal aanwezig zijn; - zijn er twee examinatoren aanwezig of er wordt een schriftelijk protocol gemaakt of een bandopname. Bij een toetsmoment op het praktijkadres: - is de bevoegde BPV-mentor verantwoordelijk voor de correcte toetsafname. 7. TOETSINHOUDEN Theorietoetsen - De toetsstof staat per vak in een leerplan - Eventuele wijzigingen worden door de docent tenminste 2 weken voor de toetsdatum bekend gemaakt. Praktijktoetsen - De planning van de toetsing van eigen vaardigheden/praktijkbeoordeling wordt aan de school overgelaten. - De docent maakt van tevoren duidelijk welke onderdelen er beoordeeld en getoetst gaan worden.
ASOP 2012-2014
6 van 15
8. HULPMIDDELEN De instelling draagt zorg voor een dusdanige inrichting dat de deelnemer binnen de gestelde termijn aan de prestatie-indicatoren van de werkprocessen van de opleiding kan voldoen. De instelling neemt de verantwoordelijkheid voor het verzorgen van hulpmiddelen die nodig zijn om aan de correcte uitvoering van de werkprocessen te kunnen voldoen. 9. UITSLAGREGELS Indien geen cijfers maar beoordelingen/waarderingen worden gegeven, wordt aan de hand van een protocol een minimum vastgesteld. Deze omvat de aspecten die getoetst zullen worden. De deelnemer wordt tijdig op de hoogte gesteld aan welk minimum men moet voldoen voor een positieve beoordeling. 10. BEKENDMAKING Alle gegevens met betrekking tot de planning, organisatie en de vorm van de toetsen worden ruim voor aanvang -minimaal 14 werkdagen- aan de deelnemers medegedeeld. De resultaten/ beoordelingen worden binnen zes weken schriftelijk aan de deelnemer kenbaar gemaakt. 11. INZAGERECHT EN RECHT OP BESPREKING Gedurende 10 werkdagen na bekendmaking van een beoordeling hebben belanghebbenden deelnemers recht op inzage en hebben de deelnemers recht op bespreking van het materiaal en motivering van de beoordeling.
ASOP 2012-2014
7 van 15
EXAMENREGLEMENT Het examenreglement van de competentiegerichte mbo-opleiding ASOP is vanaf 1 augustus 2012 van toepassing op de examinering van deelnemers aan kwalificerend beroepsonderwijs op basis van de competentiegerichte kwalificatiestructuur. Voor zaken rond examinering, zoals regeling en organisatie van examens, richtlijnen voor samenstellen en beoordeling van examens, procedure externe legitimering, procedures rond bezwaar en beroep en de samenstelling van examencommissie en commissie van beroep wordt naar dit examenreglement verwezen. 1. ALGEMEEN Het examen omvat alle beroepsgerichte- en algemene kerntaken, werkprocessen en competenties, van het kwalificatiedossier doktersassistent, Nederlands, Engels, Rekenen en LLB die de deelnemer zich bij het afronden van de opleiding moet hebben eigen gemaakt. Het examen vindt plaats in de vorm van één of meer Proeve(n) van Bekwaamheid (PvB) en aanvullende toetsen. 2.
EXAMENCOMMISSIE
2.1 Het bevoegd gezag stelt ten behoeve van de organisatie en het afnemen van de examens een examencommissie in. Deze bestaat uit tenminste twee leden, die deskundig zijn op het gebied van examinering. 2.2 De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van deze commissies zijn beschreven in het "kwaliteitshandboek". 3.
EXAMINATOREN De examencommissie van de ASOP wijst de examinatoren aan.
4.
TOELATING EN INSCHRIJVING De deelnemer heeft, na correcte inschrijving en in het bezit van een geldige onderwijsovereenkomst, toegang tot alle onderdelen van het examen van de opleiding waarvoor zij/hij een onderwijsovereenkomst met de ASOP heeft gesloten.
5.
EXAMENPROGRAMMA
5.1 Algemene informatie met betrekking tot de planning, inhoud en inrichting van de examens is beschreven in deze Onderwijs- en Examenregeling (OER). 5.2 Gegevens met betrekking tot het programma en examens voor het betreffende schooljaar worden aan de deelnemers bekend gemaakt middels een jaarrooster. 6.
DEELNAME / HERKANSEN
6.1 Je bent verplicht aan een gepland examen deel te nemen. Wanneer je een onvoldoende behaalt of niet aan het geplande examen hebt deelgenomen, dan dien je je in te schrijven voor het eerstvolgende examenmoment dat wordt aangeboden. De eerste gelegenheid voor herkansen is september 2013, de tweede en tevens laatste herkansing is in november 2013. Aan herkans 6.2 Wanneer je te laat bent bij het examenonderdeel, wordt je de toegang tot dit examenonderdeel ontzegd. Je krijgt een onvoldoende resultaat voor dit examenonderdeel.
ASOP 2012-2014
8 van 15
6.3 Verschijn je niet bij een examenonderdeel dan betekent dit een onvoldoende voor dit examenonderdeel. 6.4 Voor elk vak(onderdeel) waarvan het cijfer lager is dan 5,5 is herkansing mogelijk binnen de daarvoor gestelde termijn. Deelname aan de eerstvolgende examengelegenheid dient schriftelijk gemeld te worden. Hiertoe wordt bij de cijferlijst een herexamenformulier gevoegd met daarin vermeldt wanneer inschrijving en betaling voor deelname aan de herkansing binnen moeten zijn. 6.5 Indien een deelnemer een toets inhaalt/herkanst, wordt het oorspronkelijke cijfer van de toets vervangen door het herkansingscijfer. 6.6 Indien je na herkansing(en) het examenonderdeel nog steeds niet behaald hebt dan betekent dat dat je het diploma niet meer kan halen. 7.
AFWIJKENDE TOETSEN
7.1 De examencommissie kan een deelnemer met een lichamelijke of zintuiglijke handicap die daardoor niet in staat is het examen af te leggen conform de examenregeling, in staat stellen het examen op een andere wijze of plaats af te leggen. De afwijking van de examenregeling is zodanig, dat de eisen voor alle deelnemers zoveel mogelijk gelijkwaardig blijven. Als de afwijking van de examenregeling zodanig is, dat de aanpassing van het examen zou leiden tot een examen dat niet meer voor alle deelnemers gelijkwaardig is, kan de kandidaat, zoals hierboven beschreven niet slagen voor het examen. Hij/zij doet dan die onderdelen van het examen waartoe hij/zij wel in staat is en ontvangt dan een cijferlijst. Het verzoek om een afwijkende vorm van examinering dient een maand voor aanvang van de examens schriftelijk te worden gedaan aan de voorzitter van de examencommissie onder bijvoeging van een verklaring van een arts of andere ter zake kundige, waaruit blijkt dat afwijkende examinering is geïndiceerd en eventueel waaruit deze dient te bestaan. Deze verklaring mag niet ouder zijn dan één jaar. Indien er sprake is van dyslexie dient het verzoek vergezeld te gaan van een verklaring van een algemeen erkend testbureau inzake dyslexie. Het is aan de examencommissie van de ASOP te beoordelen of een aangepaste examenvorm nodig en/of mogelijk is. 7.2 De afwijkende vorm van examinering is niet meer geldig wanneer de indicatie ophoudt te bestaan dan wel de verklaring afloopt. 8.
VRIJSTELLINGEN
8.1 Een deelnemer kan een verzoek indienen bij de examencommissie voor vrijstelling van een PvB of kwalificerende toets. De examencommissie neemt over het verzoek een besluit.
ASOP 2012-2014
9 van 15
9.
ONRECHTMATIGHEDEN DEELNEMER
9.1 Bepaalde gedragingen en handelingen van een deelnemer vóór of tijdens het examen kunnen door de examinator of de surveillant als onregelmatigheid worden aangemerkt. Dit geldt in ieder geval voor: - het gebruik maken van informatie uit niet toegestane bronnen; - het plegen van plagiaat en/of gebruiken van vervalste documenten; - het niet (correct) opvolgen van aanwijzingen en instructies van de examinator of surveillant; - het niet verschijnen bij of niet deelnemen aan een op een bepaalde tijd, dag en datum vastgesteld examen, zonder opgave van een geldige reden. Gedragingen, handelingen etc. kunnen op basis van een onderbouwing door de examencommissie worden aangemerkt als onregelmatigheid in de zin van dit artikel. 9.2 De examinator of surveillant heeft het recht om een deelnemer die haar/zijns inziens een onregelmatigheid pleegt de toegang tot de examenlocatie te weigeren of hem daaruit te verwijderen. 9.3 Indien een examinator of surveillant bij toetsing een onregelmatigheid constateert, meldt hij dit schriftelijk aan de voorzitter/secretaris van de examencommissie en geeft desgevraagd een mondelinge toelichting. De examencommissie stelt op grond hiervan vast of er daadwerkelijk sprake is van een onregelmatigheid in de zin van dit artikel. De examencommissie kan vervolgens een sanctie toepassen zoals vermeld in lid 9.4. 9.4 De sancties bedoeld in dit artikel kunnen zijn: - uitsluiting van de eerste (reguliere) examengelegenheid; - ongeldig verklaring van de uitslag van de betreffende proeve van bekwaamheid of (kwalificerende) toets; - uitsluiting van (verdere) deelname aan het examen van het betreffende onderdeel; - algehele uitsluiting van verdere deelname aan examens. 9.5 Voordat de sanctie door de examencommissie wordt opgelegd, wordt de deelnemer gehoord. De deelnemer kan zich laten bijstaan door een meerderjarige; bij een minderjarige deelnemer is dit zijn wettelijk vertegenwoordiger. 9.6 De bij de onregelmatigheid betrokken partijen worden binnen twee schoolweken door de examencommissie schriftelijk van de sanctie in kennis gesteld. 9.7 Externe oorzaken kunnen ook tot onregelmatigheden leiden. Bij onregelmatigheden door onverwachte externe oorzaken handelt de examinator of surveillant naar bevind van zaken en doet hiervan verslag in het protocol. 9.8 Indien de onregelmatigheid te wijten is aan het gedrag van personeel van de instelling of van hulpkrachten die door de instelling zijn aangetrokken, hetzij door handelen of nalaten, hetzij door het verstrekken van verkeerde informatie, worden sancties als bedoeld in lid 9.4 niet toegepast. 9.9 Een ieder die betrokken is bij het examen en vermoedt dat er sprake is van onregelmatigheden is verplicht dit te melden aan de examencommissie.
ASOP 2012-2014
10 van 15
10. BEPALEN UITSLAG 10.1 Examendossier In het examendossier van de deelnemer worden de bewijsstukken verzameld waarmee de deelnemer aan kan tonen dat het gehele examen met goed gevolg is afgelegd. Het gaat daarbij om: 1. de resultaten van de proeven van bekwaamheid 2. de resultaten van de overige kwalificerende toetsen 3. de beoordeling van de beroepspraktijkvorming 10.2 Proeve van bekwaamheid Een proeve van bekwaamheid wordt beoordeeld door meerdere assessoren. Het resultaat van de proeve van bekwaamheid kan zijn: "voldoende" of "onvoldoende". De deelnemer ontvangt hiervan een schriftelijk bewijs. Het uiteindelijk eindresultaat van deze proeven moet voldoende zijn. De assessoren zijn van tevoren op de hoogte gesteld indien sprake is van toestemming om een proeve van bekwaamheid bij een bepaalde kandidaat in afwijkende vorm af te nemen. De deelnemer dient in de proeve te tonen dat hij, met de voor hem gebruikelijke hulpmiddelen/aanpassingen, minimaal kan functioneren als startend beroepsbeoefenaar. 10.3 Overige kwalificerende toetsen Bij overige kwalificerende toetsen gaat het om kennis en vaardigheden die een noodzakelijk deel van de kwalificatie uitmaken maar die niet in de proeve van bekwaamheid beoordeeld kunnen worden. Het eindresultaat van deze toetsen moet voldoende zijn. 10.4 BPV Door de examencommissie wordt vastgesteld of de beroepspraktijkvorming (BPV) de vereiste omvang heeft. Ook dient de beoordeling van de beroepspraktijkvorming (BPV) voldoende te zijn. Indien er meerdere beoordelingen moeten plaatsvinden omdat er sprake is van meerdere BPV-bedrijven, worden de (woord-)beoordelingen gemiddeld. 10.5 Gekwalificeerd voor een opleiding Een kandidaat is gekwalificeerd de opleiding doktersassistent indien: - én alle proeven van bekwaamheid behaald zijn - én voor alle overige kwalificerende toetsen een voldoende is behaald - én alle opdrachten bij de kerntaken m.b.t. Leren, Loopbaan en Burgerschap zijn ingeleverd en behaald - én de beroepspraktijkvorming is afgesloten met de vereiste omvang en een gunstige beoordeling 11.
UITSLAGEN
11.1 De uitslag van een proeve van bekwaamheid wordt direct na afname bekend gemaakt door of namens de examencommissie. 11.2 De uitslag van een kwalificerende toets wordt zo spoedig mogelijk, maar in ieder geval binnen een termijn van vijf schoolweken na afname bekend gemaakt door of namens de examencommissie. 11.3 De uitslag van het examen van een opleiding voor een deelnemer wordt binnen vijf weken na completering van het examendossier door de examencommissie vastgesteld en aan de deelnemer bekend gemaakt. Uitzondering is hierop is de zomervakantie. Is een examendossier in de zomervakantie compleet dan volgt de uitslag in september.
ASOP 2012-2014
11 van 15
12.
BEWAARTERMIJN EN INZAGERECHT
12.1 Bewijsstukken met betrekking tot examinering worden vanaf het afleggen van de proeve van bekwaamheid of kwalificerende toets tot en met zes maanden na de eind uitslag van het examen bewaard. 12.2 Een verzoek om inzage van examenwerk m.b.t. overige kwalificerende toetsen kan worden gedaan bij de administratie. 12.3 Inzage in examenwerk m.b.t. overige kwalificerende toetsen is alleen mogelijk in het schoolgebouw met toezicht door of namens de examencommissie.
13.
BEZWAAR
13.1 Een deelnemer kan binnen vijf werkdagen na afname van een proeve van bekwaamheid of van een toets bij de voorzitter van de examencommissie bezwaar aantekenen tegen het resultaat van de beoordeling en/of de gang van zaken tijdens de toetsing. 13.2 De voorzitter van de examencommissie neemt, de deelnemer en de examinator/surveillant gehoord hebbende, binnen twee schoolweken een beslissing inzake dit bezwaar en deelt dit de deelnemer en de examinator/surveillant schriftelijk mede. 13.3 Een deelnemer kan binnen vijf werkdagen nadat hij door de voorzitter van de examencommissie schriftelijk in kennis is gesteld van een sanctie naar aanleiding van onrechtmatigheden (artikel 9) bij de voorzitter van de examencommissie bezwaar aantekenen tegen de betreffende sanctie. 13.4 De voorzitter van de examencommissie neemt, de deelnemer(s) en de examinator/surveillant gehoord hebbende, binnen tien werkdagen een beslissing inzake dit bezwaar en deelt dit de deelnemer(s) en de examinator/surveillant schriftelijk mede. 13.5 Indien enige vorm van bezwaar gerelateerd is aan de handicap van de leerling dient een ter zake deskundige geraadpleegd te worden over de uiteindelijke beslissing.
14.
BEROEP
14.1 Deelnemers kunnen na een bezwaarprocedure binnen tien werkdagen - na het ontvangen van schriftelijk bericht van de beslissing van de voorzitter van de examencommissie, zoals vermeld in artikel 13 lid 2, of - het ontvangen van schriftelijk bericht van de beslissing van de voorzitter van de examencommissie, zoals vermeld in artikel 13 lid 4, beroep aantekenen bij de Commissie van Beroep van de ASOP, p/a Donker Curtiusstraat 7 unit 200, 1051 JL Amsterdam
15.
OVERZICHT RESULTATEN Deelnemers krijgen binnen vijf weken na een examenperiode een resultatenoverzicht.
ASOP 2012-2014
12 van 15
16.
BEWIJSSTUKKEN Deelnemers die geslaagd zijn voor (delen van) het examen, ontvangen bij het verlaten van de opleiding de desbetreffende bewijsstukken. Bij een kwalificatie behoort een diploma met een overzicht van de kerntaken en de overige kwalificerende toetsen. Bij een gedeelte van een opleiding behoort een verklaring met een overzicht van de behaalde proeven van bekwaamheid, overige kwalificerende toetsen en beroepspraktijkvorming.
17.
GEHEIMHOUDING Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van de examinering en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van de examinering noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
18.
RECHTSBESCHERMING DEELNEMERS Rechten en plichten van deelnemers en onderwijsinstelling zijn in dit examenreglement opgenomen. Hierbij geldt dat deelnemers gelijk worden behandeld ongeacht hun (culturele en levensbeschouwelijke) achtergrond (artikel 1.3.7 Wet Educatie - en Beroepsonderwijs).
19.
STRIJDIGHEID BEPALINGEN Indien enige bepaling uit de Onderwijs- en Examenregeling (OER) strijdig is met de bepalingen uit overige reglementen van de ASOP hebben de bepalingen uit dit reglement voorrang.
20.
SLOTBEPALING In geval van omstandigheden waarin het reglement niet voorziet, beslist de examencommissie en de commissie van beroep in samenspraak.
Opgesteld door het bevoegd gezag van de ASOP, 5 maart 2012
ASOP 2012-2014
13 van 15
Bijlage 1 Gedragscode Binnen de ASOP hanteren we een gedragscode. Deze code is voor deelnemers en medewerkers belangrijk omdat zij zich veilig en prettig moeten voelen op school. Deze gedragsregels zijn van toepassing op alle deelnemers van de ASOP. Respect en gemeenschapszin leiden tot de volgende afspraken: - we volgen aanwijzingen van docenten en ander personeel c.q. leidinggevenden op - we intimideren, discrimineren en pesten niet; we gebruiken geen enkele vorm van geweld noch fysiek, noch verbaal - we komen afspraken na - we nemen elkaar serieus en helpen elkaar; we kleineren niet - we spreken elkaar aan op ongewenst gedrag en zijn bereid ons eigen gedrag te verklaren - we communiceren duidelijk; we spreken Nederlands - we gaan zorgvuldig om met de privacy van anderen - we houden rekening met de gevoelens van anderen - we houden ons aan de veiligheidsvoorschriften - als we iets weten, waardoor anderen gevaar lopen, melden we dat aan de leidinggevende, of begeleider - we zorgen voor een goede voorbereiding van de lessen; we komen op tijd en spijbelen niet - we gaan zorgvuldig om met middelen (tijd en materialen) van anderen en/of de organisatie - we maken niets zoek, kapot of vies; we verspillen niets - we verzorgen ons uiterlijk en dragen kleding die past bij de functie. We dragen geen aanstootgevende kleding. - we ruimen onze rommel op en spreken iedereen die dat niet doet erop aan - we begroeten elkaar - het gebruik dan wel verhandelen van alcohol of drugs is niet toegestaan - het in bezit hebben van wapens is niet toegestaan Het niet volgen van de gedragsregels kan leiden tot het volgende: de 1e keer: bij ongewenst gedrag (o.a. te laat komen/werk niet op tijd inleveren) een waarschuwing; hiervan wordt aantekening gemaakt in de administratie. Je mag nog wel de klas in. de 2e keer: bij ongewenst gedrag (o.a. te laat komen/werk niet op tijd inleveren) een (gele kaart); hiervan wordt aantekening gemaakt in de administratie. Je mag ook nu nog de klas in. de 3e keer een rode kaart. Er volgt een gesprek tussen de directeur, jou en de docent. Dit kan leiden tot: - het maken van een afspraakformulier (waarin afspraken staan waaraan jij je dient te houden). Dit moet worden ondertekend door de directeur, door jou en de docent. - een negatief studieadvies - jou, na een gesprek, van school verwijderen - jou van school verwijderen op basis van een disciplinaire maatregel, wanneer jij betrokken bent bij diefstal, bedreiging, racisme, drugs bezit of drugsgebruik. De disciplinaire maatregel kan direct ingaan, zonder schriftelijke aanzegging en duurt maximaal een week. Daarna neemt de voorzitter van het bestuur een besluit of jij verwijderd wordt of weer toegelaten. Bij het vermoeden van betrokkenheid bij strafbare feiten, wordt altijd de politie ingeschakeld. Tegen de beslissing van de voorzitter wat betreft disciplinaire maatregel of verwijdering kun je binnen 2 weken nadat het besluit genomen is in beroep gaan bij de Klachtencommissie.
ASOP 2012-2014
14 van 15
Bijlage 2 VERZUIMPROTOCOL Verzuim kan consequenties hebben voor het vervolgen van de opleiding. -
-
-
-
-
Indien een student jonger dan 23 zonder bericht niet op school komt, neemt de school direct contact op met de student of ouder/verzorger. Bij voortdurend verzuim stuurt de school een waarschuwingsbrief naar de student en/of de ouders. Er is sprake van ongeoorloofde afwezigheid indien de student zonder bericht of zonder toestemming afwezig is of indien de student wel op school is maar niet aanwezig is in lessen waar hij/zij behoort. Verzuim wordt besproken in de gesprekken met de directeur/manager, student en evt. docent waarin gezocht wordt naar oplossingen om het verzuimgedrag te veranderen. Indien er daarna geen verbetering optreedt wordt er een afsprakenformulier opgesteld. Het niet nakomen hiervan kan leiden tot een studieadvies om de opleiding te beëindigen. De directeur/manager kan maatregelen nemen tot verwijdering van school. Bij leerplichtige deelnemers gaat daar nog een gesprek met ouders en leerplichtambtenaar aan vooraf. Voor leerplichtig deelnemers tot 18 jaar zonder startkwalificatie is, bij verzuim van 16 uur Iesof praktijktijd gedurende een periode van 4 opeenvolgende lesweken de school wettelijk verplicht de leerplichtambtenaar in te schakelen. Dit geldt dus ook voor het verzuim op de stageplaats. Ouders en student worden dan door een leerplichtambtenaar van de gemeente opgeroepen voor een gesprek. Bij deelnemers van 18 - 23 jaar zonder startkwalificatie gaat bij 2 schooldagen verzuim of eerder een melding naar de afdeling Voortijdig Schoolverlaten van de gemeente. Een VSV casemanager van deze afdeling roept de student dan op voor een gesprek. Te laat komen geldt eveneens als een vorm van verzuim. Ook hier kan de leerplichtambtenaar worden ingeschakeld.
Deelnemers en ouders/verzorgers van deelnemers zijn verplicht zich aan de volgende regels te houden: -
-
Bij ziekte moet de student zelf of ouder/verzorger van de student (bij minderjarigheid) telefonisch voor 09.00 uur ziek gemeld worden bij de administratie. Indien een student door een andere reden dan ziekte niet in staat is naar school te komen, moet dit ook telefonisch gemeld worden en achteraf schriftelijk worden bevestigd. Voor elk ander verzuim dat van tevoren al bekend is bij student of ouder/verzorger moet zes weken vooraf schriftelijk toestemming worden gevraagd en verkregen. Afspraken met artsen dienen zoveel mogelijk buiten schooltijd plaats te vinden. Een verzoek voor extra verlof moet zes weken van te voren worden aangevraagd bij de directeur/manager van de opleiding. Student en ouder/verzorger zijn verplicht ervoor te zorgen dat de school een recent telefoonnummer en/of e-mailadres heeft waarmee de school, indien noodzakelijk, contact kan opnemen met student en ouder/verzorger. Bij minderjarige deelnemers zijn de ouders/verzorgers medeverantwoordelijk, bij meerderjarige deelnemers ligt de verantwoordelijkheid bij de deelnemers zelf.
ASOP 2012-2014
15 van 15