Studiegids
Postgraduaat Bio-Ecologisch Bouwen en wonen Duurzaam bouwen en wonen volgens bio-ecologische principes
Academiejaar 2016-2017
Dit programma kwam tot stand dankzij een intense samenwerking tussen VIBE vzw, Odisee, KU Leuven Faculteit IIW.
Inhoud
I.
DOELSTELLING ............................................................................... 3 1. Vraag uit het werkveld ........................................................................................................................... 3 2. Doelgroep .............................................................................................................................................. 3 3. Doelstelling ............................................................................................................................................ 3
II.
OPLEIDINGSCONCEPT ......................................................................... 4 1. Opleidingscommissie ............................................................................................................................ 4 2. Opleidingscoördinator ........................................................................................................................... 4 3. Praktische organisatie ........................................................................................................................... 4 4. Structuur van de opleiding .................................................................................................................... 5 5. Tijdsindeling........................................................................................................................................... 6 6. Paper ...................................................................................................................................................... 6 7. Evaluatie ................................................................................................................................................ 8 Schriftelijk examen ......................................................................................................................................... 8 Integratieoefeningen ...................................................................................................................................... 9 Paper ............................................................................................................................................................. 10 Slagen voor de opleiding .............................................................................................................................. 10 Mededeling examenresultaten en intern beroep ......................................................................................... 10 8. Getuigschrift ......................................................................................................................................... 11
III.
INSCHRIJVINGSMODALITEITEN ................................................................. 11 1. Toelatingsvoorwaarden ........................................................................................................................ 11 2. Inschrijvingsgeld ................................................................................................................................... 11 3. Subsidiemogelijkheden ........................................................................................................................ 11
IV.
PROGRAMMA ............................................................................... 12
I. Doelstelling 1. Vraag uit het werkveld Duurzaam bouwen is in. Het is alomtegenwoordig in de media en ook beleidsmakers vermelden graag die term. Vaak wordt dit ‘Duurzaam bouwen’ vernauwd tot ‘energiezuinig’ bouwen, waardoor het al snel een hol begrip werd. Een studie van de UA (2008) heeft duidelijk gemaakt dat informatie over duurzaam bouwen ontbreekt in de hogere opleidingsinstituten, en dat daar nochtans veel nood aan is. Vanuit het werkwereld – bouwwereld, ruimtelijke ordening en vastgoed - komt daarom de vraag naar een opleiding die alle facetten benadert om tot een echt bio-ecologisch bouwproject te komen, het te beheren en te evalueren. De opleiding wil ook komen tot een ‘hoger ambitieniveau’ van duurzaamheid. Niet alleen op vlak van energiezuinigheid, maar ook als geïntegreerde benadering (rationeel energie- en watergebruik, gezonde en milieuverantwoorde materialen en afval, duurzame stedenbouw, welzijn en gezondheid). Deze opleiding wordt aangeboden als een postgraduaat en werd ontwikkeld als door het Vlaams Instituut voor Bio-Ecologisch bouwen en wonen (http://www.vibe.be) i.s.m. KU Leuven Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen (IIW).
2. Doelgroep Het postgraduaat richt zich tot architecten en ontwerpers, studiebureaus en aannemers, gebouwbeheerders, bestekschrijvers, overheidsinstanties en institutionele bouwheren, financieel deskundigen, onderzoekers en bedrijven in de bouwsector.
3. Doelstelling In deze opleiding wordt vanuit een studie van de ecologie (als een wetenschappelijke deeldiscipline van de biologie) en van de milieukunde, de wetenschappelijke motivatie bij de cursisten aangebracht om daadwerkelijk bij te dragen aan het creëren, beheren en evalueren van bioecologische projecten en processen. Dergelijke projecten dienen te voldoen aan een aantal voorwaarden in volgende domeinen: 1. 2. 3. 4.
WELZIJN EN GEZONDHEID ENERGIE: koolstofneutraal, klimaatneutraal. WATER: (hemel)waterneutraal. MATERIALEN en AFVAL: kringlopen (cradle to cradle) in de biosfeer en de technosfeer. 5. OMGEVING: Relaties van het project met stedenbouwkundige thema’s als mobiliteit, oriëntatie, collectieve voorzieningen, organisatie buitenruimte, klimaatbestendigheid...
Het postgraduaat ‘Bio-Ecologisch Bouwen: Duurzaam bouwen en wonen volgens bio-ecologische principes’ biedt een duidelijke en integrale visie op gezond en milieuverantwoord (ver)bouwen. In het postgraduaat zien we het bouwproces niet als een los gebeuren en staan bouwen en wonen steeds in een ecologische gebouwomgeving. De synergie van een brede omkadering, samen met de aandacht voor het ontwerp, de uitvoeringsdetails tot en met de meet- en beheerssystemen maakt het postgraduaat sterk en volledig. Vooral omdat ook economische en sociale aspecten praktisch belicht worden en de praktijk van dit postgraduaat geïllustreerd wordt met een aantal plaats- en werfbezoeken, een workshop en praktijkoefeningen. De opleiding bio-ecologisch bouwen is geslaagd als de cursisten niet alleen in staat zijn (internationale) evaluatie-instrumenten te gebruiken, maar (via de theoretische milieukunde en ecologie) ook weten en begrijpen wat de wetenschappelijke achtergrond is, van al de gestelde vragen in deze evaluatie-instrumenten.
II. Opleidingsconcept 1. Opleidingscommissie De opleidingscommissie houdt de vinger aan de pols van de opleiding en de evoluties in het werkveld. De opleidingscommissie bepaalt de inhoud van programma, bouwt het programma uit en trekt experten aan om les te geven in de opleiding. De opleidingscommissie bewaakt de evaluatieprocedure. Ze neemt de definitieve beslissing over het al dan niet slagen van de cursist. De opleidingscommissie bestaat uit: Bart Humbeeck (VIBE vzw) Trui Maes (Odisee) Erik Rombaut (Odisee) Alexis Versele (KU Leuven Faculteit IIW / Domus Mundi vzw) Heleen Vandromme (Odisee)
2. Opleidingscoördinator De opleidingscoördinator is Heidi Poelman van Odisee. Deze heeft als taak de inhoudelijke opvolging te doen van de opleiding: • • • • • •
planning programma opvolging evaluaties opvolging paper en eindproef opvolging ECTS-fiches contacten met de opleidingscommissie contacten met de docenten en cursisten
3. Praktische organisatie De opleiding wordt inhoudelijk en didactisch ontwikkeld en geëvalueerd door de opleidingscommissie.
De dienst Voortgezette opleidingen van Odisee ondersteunt de uitwerking van het opleidingsconcept en de praktische organisatie: • Lesplanning • Administratie en facturatie • Praktische organisatie (lokaal, catering, cursussen, attesten Betaald Educatief Verlof, etc.)
4. Structuur van de opleiding Het postgraduaat bestaat uit drie opleidingsonderdelen. De drie opleidingsonderdelen vormen samen een onlosmakelijk geheel (25 studiepunten - STP). Dit geheel kenmerkt de geïntegreerde visie van het postgraduaat, een totaalvisie op duurzaam en volhoudbaar bouwen en wonen. Het eerste opleidingsonderdeel start met een globale blik op duurzaam wonen & bouwen en milieu. Hierin wordt de materie van bouwen en wonen vanuit ecologisch en sociaal perspectief verkend en uitgediept. Ook concrete mogelijkheden voor het gebruik van hernieuwbare energiebronnen worden belicht. In het tweede opleidingsonderdeel zoomen we in op het bio-ecologische gebouw zelf en komen de technieken samen met de praktijk van bio-ecologisch bouwen en verbouwen aan bod. Naast de theorie, de tekeningen en bouwfysische details is ook aandacht besteed aan de lerende praktijk. We bezoeken enkele praktijkvoorbeelden, demo’s en volgen een workshop. De lesonderdelen ‘gezond binnenmilieu’ en ‘bioklimatische architectuur’ zijn vanzelfsprekend ook aan de orde. Met het laatste opleidingsonderdeel stedenbouw en ruimtelijke ordening trekken we de cirkel rond en verbinden we de opleiding tot één geheel. We zoomen uit op de omgeving en plaatsen een gebouw in een sociale, ecologische en ruimtelijke planning. U leert in het postgraduaat denken vanuit een breed perspectief waarin milieu, materialen, energie, water, techniek, constructie, gezondheid en stedenbouw duidelijk een samenhang vormen. Facultatief wordt aan het einde van het academiejaar een excursie ingericht naar duurzame voorbeeldsteden in Nederland, namelijk de fietsstad Houten en de ecowijk van Culemborg EVALanxmeer. I. Duurzame ontwikkeling toegepast in de specifieke domeinen ‘bouwen en wonen’ (4 studiepunten) . Hoe duurzame ontwikkeling toepassen in de dagelijkse realiteit van de bouwwereld ? . Bouwen en wonen volgens duurzaamheidsprincipes die leiden tot een volhoudbare economie II. Een bio-ecologisch bouwproject ontleed (10 studiepunten) · Bio-ecologische materialen · Bio-ecologische constructies · Bio-ecologisch renoveren
· Duurzame en rationele energieconcepten . Welzijn en gezondheid . Gebouwen beheren en evalueren . Plaatsbezoek en praktijkverdieping
III. Een gebouw en zijn omgeving (6 studiepunten) · Planning en ordening . Sociale aspecten · Ecologische stedenbouw volgens Ecopolis-principes . Plaatsbezoek en integratieoefening IV. Paper (5 studiepunten) · Thema en onderzoek naar eigen interesse en praktijk
5. Tijdsindeling De studielast per studiepunt wordt vastgelegd op 25 uur. De opleiding heeft dus een studielast van 625 uren (25u x 25 STP). Er worden twee semesters georganiseerd met 22 lesdagen. Er wordt gedurende het tweede semester gewerkt aan een paper (5 STP). De lessen worden gegeven op dinsdagnamiddag en -avond. De eerste les start op dinsdag 13 september 2016. Einde van de lessen: april 2016. De lessen gaan door als volgt: 13u15 - 17u00 : lessessie 17u00 – 17u45 : broodjesmaaltijd 17u45 – 21u30 : lessessie
6. Paper Op de eerste lesdag wordt het concept van het eindproject uitgelegd. U maakt een paper over een eigen project, binnen uw interesse en werkveld, dat relevant is voor het postgraduaat BioEcologisch bouwen en wonen. Het onderwerp van de paper wordt in samenspraak met de opleidingscommissie vastgelegd. Ter voorbereiding hiervan schrijft de cursist een oriënterende nota (voorstel) waarin volgende aspecten worden uitgeschreven:
. . . . . . .
Werktitel Schets context (bedrijf, dienst, organisatie, uw functie) Beschrijving onderwerp Motivatie Doelstellingen van het werk (wat en waarom) Eerste ontwerp van mogelijke structuur Bronvermelding
De student stelt zijn voorstel voor aan de opleidingscommissie (zie planning). Deze nota wordt besproken en eventueel aangevuld met aanbevelingen van de opleidingscommissie. Elke cursist krijgt een promotor toegewezen. Het is de taak van de promotor om in overleg met de student de kwaliteit en haalbaarheid van het wetenschappelijk georiënteerd onderzoeksprobleem te bespreken en op te volgen. De promotor maakt van bij het begin duidelijke afspraken omtrent tussentijdse deadlines en houdt zijn/haar agenda open voor het tijdig geven van feedback. De student neemt zelf het initiatief voor de contacten met de promotor. Hij/zij draagt de eindverantwoordelijkheid voor het uitwerken van zijn/haar paper. De student heeft het recht op regelmatige overlegmomenten met de promotor (zie planning). De paper wordt bij voorkeur geschreven door één auteur en heeft een omvang van 15 tot 60 bladzijden. Het werk is logisch opgebouwd en bevat een duidelijke integratie met de opleiding, is wetenschappelijk gefundeerd, heeft voldoende diepgang en bevat een persoonlijke inbreng van de student (lees hiervoor zeker: http://www.kuleuven.be/plagiaat/).
Opbouw van de paper • Inleiding – Probleemstelling – Belang / doelstelling – Beschrijving van onderzochte probleem – Opbouw van het werk • Inhoudstafel (met verwijzing naar bladzijden) • Het eigenlijke werk (ingedeeld in hoofdstukken) • Besluit • Literatuurlijst (overzicht geraadpleegde werken; weergegeven volgens de geldende APAnormen – zie: http://bib.kuleuven.be/mgas/studenten/ww/citeren/APA) • Bijlagen (bv. enquête, meetresultaten, jaarverslagen,…) Inleveren van de paper De volledige paper (inclusief bijlagen) wordt digitaal ingediend als PDF-bestand gericht aan
[email protected] (1ste zit: 6/6/2017; 2de zit: 5/9/2016 voor 16u). Paperverdediging De paper wordt voorgelegd aan een jury samengesteld uit leden van de opleidingscommissie en externe juryleden. Elke student krijgt 10 minuten de tijd om zijn/haar paper mondeling voor te stellen waarbij in hoofdzaak de nadruk gelegd wordt op de resultaten, interpretatie van de resultaten en een
duidelijke conclusie (met eventuele nieuwe vragen en waar toekomstig onderzoek naar kan worden gevoerd). De juryleden krijgen 10 minuten tijd voor vragen en dialoog. De mondelinge verdediging van de paper is openbaar. De student voorziet een afdruk van de paper in 4 exemplaren, ingebonden (geen ringen) bij voorkeur recto/verso – recyclagepapier en brengt dit mee naar de paperverdediging.
7. Evaluatie De mate waarin een cursist de vooropgestelde leerdoelstellingen bereikt, wordt beoordeeld aan de hand van drie evaluatieonderdelen. Bij de eindbeoordeling hanteert de examencommissie volgende puntenverdeling voor onderstaande drie onderdelen: 1. Schriftelijk examen 2. Integratieoefeningen 3. Paper TOTAAL
50 punten 15 punten 35 punten 100 punten
Herkansbaar Niet herkansbaar Herkansbaar
U bent geslaagd op een evaluatieonderdeel als u ten minste 50% behaalt op dit onderdeel. Bij het niet-slagen in een 1ste zittijd is een 2de zittijd voorzien voor het schriftelijk examen en/of het eindwerk. Er is geen mogelijkheid tot herkansen voor één van de integratieoefeningen. Ingeval van een onvoldoende voor de integratieoefeningen beslist de examencommissie op basis van de resultaten voor het geheel van de prestaties.
Schriftelijk examen Op het einde van elk semester legt u een schriftelijk examen af. Het betreft een examen met grotendeels multiple choice-vragen. Giscorrectie wordt NIET toegepast. Het eerste examen wordt afgenomen op in februari (zie planning voor juiste datum) en bevraagt de aangereikte stof van OPO1 Duurzame ontwikkeling toegepast in de specifieke domeinen ‘bouwen en wonen’ en van OPO2 Een bio-ecologisch bouwproject ontleed. Het examen omvat één open vraag en een reeks multiple choice-vragen. Het tweede examen wordt afgenomen in mei (zie planning voor juiste datum) en bevraagt de aangereikte stof van OPO3 Een gebouw en zijn omgeving. Het examen omvat een reeks multiple choice-vragen. De schriftelijke examens worden als volgt gequoteerd:
OPO1 OPO2 OPO3
Studiepunten (totaal: 20) 4 10 6
Punten (totaal: 50) 10 25 15
Bij herkansing in de tweede zittijd legt de cursist examen af over de volledige leerstof van de opleiding (OPO1+2+3).
Integratieoefeningen In de opleiding zijn twee integratieoefeningen en een debat opgenomen die ook gequoteerd worden. De opdracht wordt toegelicht tijdens de les en uitgewerkt in kleine groepjes. Aan het eind van de les wordt elke groep beoordeeld op uitwerking van de opdracht volgens de criteria die hieronder vermeld worden. Aanwezigheid is verplicht. Indien de student niet aanwezig kan zijn behaalt hij/zij 0/5 voor deze oefening. De deelpunten worden als volgt gequoteerd: Oefening 1: ‘Uitwerken van voorontwerp naar uitvoeringsontwerp in 5 punten bouwteam a.d.h.v. duurzaamheidsmeter met aandacht voor energieprestatieniveau, materiaalkeuze, uitvoeringsdetails en waterbeheer’ Oefening 2: ‘Stedenbouwkundig ontwerp en duurzame wijken’ 5 punten Afsluitend Debat 5 punten TOTAAL: 15 Het totale puntenaantal van de integratieoefening wordt op 15 punten gequoteerd. De integratieoefening 1 wordt als volgt beoordeeld (groepswerk): • • •
Structuur en opbouw van het verslag Proces en inhoud: van voorontwerp naar uitvoeringsontwerp: energieprestatieniveau, materiaalkeuze, uitvoeringsdetails, waterbeheer Integratie van alle aspecten
De integratieoefening 2 wordt volgens onderstaande criteria beoordeeld (groepswerk): • • • •
De benadering van de twee cases (integrale kijk) voor analyse & aanpak met zinvolle inhoud/oplossing: juiste vraagstelling per case, mogelijke sterktes/zwaktes van de case actieve deelname aan de oefening actieve deelname aan de groepspresentatie en repliceren op de vragen van de jury
Deelname aan het afsluitend debat wordt volgens onderstaande criteria beoordeeld (individuele beoordeling): • •
Actieve deelname aan de discussie waarbij je ook impliciet aangeeft mee te zijn met de discussie Zelf doordenkers inbrengen, kritische vragen waarbij je aangeeft dat je ook verder (mee) denkt
Paper U schrijft een voorstel tot paper. U kan zelf het onderwerp kiezen. Het onderwerp moet door de opleidingscommissie worden aanvaard. (zie onder punt 6. over de paper) De paper wordt gequoteerd op 35 punten van het eindtotaal op 100. De jury bestaat uit de leden van de opleidingscommissie. Verder krijgen medestudenten en geïnteresseerden de mogelijkheid om de voorstelling en de verdediging van de paper bij te wonen. De jury beoordeelt in overleg volgende aspecten: - Proces: inzet, contacten met de promotor,… - Product: inhoud, eigen bijdrage, kritische ingesteldheid wetenschappelijke kennis i.v.m. vakdomein, logische opbouw, taal en bronverwijzing, juist en helder communiceren,… - Presentatie: to the point (duidelijke probleemstelling, aanpak, conclusie), logische opbouw, juist en helder communiceren, kritische vragen kunnen beantwoorden,…
Slagen voor de opleiding Het onderwijs- en examenreglement van de Permanente Vorming van Odisee is van toepassing. U bent geslaagd voor de opleiding als u ten minste 50% behaalt in totaal EN als u geslaagd bent voor Schriftelijk examen en Paper. De data van de herkansing vindt u terug in de planning (september).
Mededeling examenresultaten en intern beroep Na het eerste schriftelijk examen delen we mee of de cursist voor dit onderdeel geslaagd is of niet. De finale punten van alle evaluatieonderdelen worden op het einde van het academiejaar vastgelegd door de examencommissie en meegedeeld per brief en per mail aan de cursist. U kan volgens de onderstaande procedure beroep instellen tegen een examenbeslissing. Een verzoekschrift moet op straffe van onontvankelijkheid de identiteit van de betrokken student, de bestreden beslissing(en) en de feitelijke omschrijving van de ingeroepen bezwaren bevatten en moet tijdig bij aangetekend schrijven worden ingediend t.a.v. mevrouw Sandra Verbruggen, Odisee, Warmoesberg 26, 1000 Brussel. De student stuurt op hetzelfde ogenblik als zijn aangetekende brief ook een elektronische versie van het beroepsschrift ten titel van inlichting via email aan
[email protected]. Als datum van het beroep geldt de datum van postmerk van de aangetekende zending. Het beroep moet worden ingesteld binnen een vervaltermijn van vijf kalenderdagen die ingaat de dag na de bekendmaking van de resultaten. Een student die overweegt om een beroep in te dienen tegen een examenbeslissing, maar die zijn beslissing terzake wenst uit te stellen tot na een gesprek met de examinator, moet eveneens binnen de vervaltermijn beroep aantekenen. Als hij de eerstvolgende vijf kalenderdagen na het indienen van zijn verzoekschrift geen uitgebreidere motivering geeft van zijn klacht, wordt zijn beroep automatisch als ongegrond geklasseerd.
8. Getuigschrift Cursisten die de volledige opleiding hebben gevolgd én voor de drie evaluatieonderdelen slagen krijgen het postgraduaat-getuigschrift ‘Postgraduaat Bio-Ecologisch Bouwen en Wonen’ uitgereikt. Beschikt u niet over een bachelor-diploma dan ontvangt u een getuigschrift van de opleiding ‘BioEcologisch Bouwen en Wonen’.
III. Inschrijvingsmodaliteiten 1. Toelatingsvoorwaarden U beschikt bij voorkeur over een diploma bachelor of master.
2. Inschrijvingsgeld De prijs van de volledige opleiding (25 STP) bedraagt €2.550 (prijs inclusief catering en digitaal cursusmateriaal).
3. Subsidiemogelijkheden 1. KMO-portefeuille U kan voor deze opleiding gebruik maken van subsidies d.m.v. de KMO-portefeuille. Dit betekent dat de opleiding voor 30% (kleine ondernemingen) of 40% (middelgrote ondernemingen) wordt betaald door de Vlaamse Gemeenschap, mits u aan de gestelde voorwaarden voldoet. De projectaanvraag kan gebeuren tot maximum 14 kalenderdagen na de aanvang van de opleiding. U kan de aanvraag al opstarten voor ontvangst van de factuur. Het erkenningsnummer van de instelling Odisee te vermelden bij de projectaanvraag is DV.O215752. Gelieve ook de naam van de cursist en de opleiding bij de projectaanvraag te vermelden. Inlichtingen over KMO-portefeuille: http://kmo-portefeuille.be OPGELET: wijzigingen sinds 1 april 2016! 2. Educatief verlof De opleiding is erkend in het kader van Betaald Educatief Verlof. Aanwezigheid op alle lesmomenten is verplicht. Bij afwezigheid dient u een attest van gewettigde afwezigheid in. Betaald Educatief Verlof geeft de werknemers van de privé-sector de mogelijkheid om hun opleiding af te maken, zich professioneel te heroriënteren, bijkomende competenties te verwerven en zich om te scholen. Zij kunnen hierbij een jaarlijks aantal verlofuren genieten, betaald door de werkgever (120 uur). De brochure van FOD WASO (zie website) licht het principe van het betaald educatief verlof toe en gaat in op de opleidingen waarvoor het verlof kan toegekend worden. Ze behandelt de duur, de spreiding, de vergoeding en de modaliteiten van het betaald educatief verlof
en verklaart de te vervullen formaliteiten. Onze opleiding valt onder beroepsopleidingen erkend door de erkenningscommissie voor Betaald Educatief Verlof. De werkgevers krijgen een bedrag terug van het maandloon van de betreffende werknemer. Hoeveel hangt af van de sector, stelsel, enz. Info op website van FOD WASO via deze brochure: http://www.werk.belgie.be/publicationDefault.aspx?id=3636
3. Opleidingscheques Opleidingscheques: wijziging regelgeving 1 maart 2015 De regelgeving met betrekking tot het aanvragen en aanvaarden van opleidingscheques is gewijzigd. De belangrijkste wijziging houdt in dat een persoon met een hoger diploma die een opleiding wenst te volgen, geen gebruik kan maken van opleidingscheques tenzij de opleiding kadert in een POP (Persoonlijk OpleidingsPlan) van VDAB.
Indien u opleidingscheques wenst aan te vragen, neem dan zeker op voorhand contact op met de VDAB . De VDAB zal nagaan of u in aanmerking komt om opleidingscheques te gebruiken. Odisee kan op die manier enkel nog opleidingscheques ontvangen die rechtmatig werden toegekend conform de nieuwe regelgeving. Wij moeten ook een kopie van uw POP ontvangen, samen met de opleidngscheques. Bijkomende info kan u vinden op http://www.vdab.be/opleidingscheques/werknemers.shtml . Vindt u hier geen antwoord op uw vragen, mail dan naar opl.cheque@vdab be of bel naar het gratis nummer 0800 30 700 (elke werkdag van 8 tot 19 uur).
IV. Programma Het programma is beschikbaar op het leerplatform vanaf 10 september 2016.