l★
p e ci a
c u raç a weekblad voor de hogeschool van amsterdam / 26 15 oktober november 2008 2008 nr. nr. 08 13
studiebeurs in willemstad casa400 tegen de vlakte studeren met autisme huismeester met principes
p e ci a
0s
u ra ç a
0s
c l★
-advertenties-
2
havana
inhoud 10
studeren met autisme De UvA organiseerde afgelopen week een congres over autisme, een allesomvattende en vooral alles belemmerende handicap. Toch lukt het een klein percentage autisten te gaan studeren. Maar niet zonder een flinke dosis steun en begeleiding, weten studenten Nicky en Reguillo.
16 - 24
hva goes curaçao Vrijwel elke Antilliaanse scholier droomt van een studie in het buitenland. Hoe realistisch hun wens om in Nederland hartchirurg of piloot te worden is, kunnen ze te weten komen op de Studie- en Beroepenmarkt in het WTC van Willemstad. De HvA was er vanzelfsprekend met een delegatie. Over dromen van studeren in Nederland, het opzetten van de opleiding Social Work en hoe chill is stagelopen op het eiland nu écht? Havana was erbij. Ayo!
8 slingers in de fik Hotel en studentenflat Casa400 is na vijftig jaar versleten en gaat eind 2010 tegen de vlakte. Op zaterdag 22 november was er een reünie voor alle oud-bewoners. “Als de kakkerlakken in de koekenpannen zaten, kwam de insectenbestrijding de boel platspuiten.”
vaste rubrieken 04 nieuws 06 prijsvraag 06 knip/plak 06 vraag van de week 07 column gijs
12 grijs en groen Vergrijzing in het onderwijs dreigt. Maar is dat wel zo erg? Er zijn toch ook frisse jonge docenten? Het slot van een serie dubbelinterviews met jonge en oudere docenten. Deze keer docenten Peta Eisberg (60) en Keith Groot (26) van de lerarenopleiding Engels.
07 ondertussen in… 26 recensies 27 zwartwit 27 eten 28 wat waar wanneer 29 1234 30 dobbertjes 31 weekgast Reinier van der Marel
15 ‘organiseren ligt me wel’
32 passie
Elke hogeschool heeft ze. Prominent aanwezig of in stilte nuttig werk verrichtend. Ze vormen de parels van de organisatie. Ronald Arts, huismeester in het Jan Bommerhuis, is een principieel mens. “Ik zeg altijd: stick to de waarheid.”
colofon
curaçao, deel 2 Foute club, dat Wereldstage, foute club. Binnen de HvA roept de naam van het bedrijf dat bemiddelt tussen stagiairs uit Nederland en bedrijven op Curaçao nogal wat hoofdschuddende reacties op. Ze vragen veel te veel geld en wat doen ze ervoor? Niks. Ze stoppen studenten in veel te dure woningen met kakkerlakken en die bedrijven stellen ook niks voor. Op Curaçao had ik het genoegen om met een vestigingsmanager van Wereldstage te praten en die schetste natuurlijk een heel ander beeld. Het is nog geen zevenhonderd euro dat de aspirant stagiair moet betalen en dat is eigenlijk een koopje. Daarvoor regelen we een stage, onderdak, een werkvergunning én organiseren we allerlei sportieve en culturele activiteiten. We houden stevige intakegesprekken om te zorgen dat we alleen geschikte kandidaten sturen. En als je bedenkt dat we tweehonderd euro korting op het vliegticket regelen, kom je eigenlijk uit op 475 euro. De waarheid zal zoals altijd wel ergens in het midden liggen. Er zal vast wel eens een Wereldstage-stagiair
Een scala aan tegenstrijdige associaties terechtkomen bij een verkeerd bedrijf of in een woning waar zelfs voor de tropen bovengemiddeld veel kakkerlakken rondlopen. Maar waar gehakt wordt, vallen spaanders. Als eenvoudige Havana-journalist heb ik noch de tijd noch de capaciteiten om tot op de bodem uit te zoeken welke spaanders gerechtvaardigd zijn en welke niet. Wat hier in ieder geval een rol lijkt te spelen, is het cultuurverschil tussen een commerciële club als Wereldstage en een overheidsinstelling als de HvA. Wereldstage durft – nee, moet zelfs – een paar honderd euro aan zijn klanten vragen. Voor de ambtenaren aan de HvA – die de tucht van de markt niet kennen, zoals iemand dat laatst zo mooi verwoordde – klinkt dat meteen vies en verdacht. Daarbij wordt ook even vergeten dat Wereldstage in een gat springt dat de hogescholen open laten liggen: de begeleiding van stagiairs in den vreemde. En dat terwijl de student van tegenwoordig die begeleiding hoe langer hoe meer nodig heeft. Ik hoop dat mijn zoon (bijna twee, smeert graag zijn eigen brood) over een jaar of achttien, twintig mans genoeg is om het allemaal zelf uit te zoeken, maar in de praktijk blijkt dat studenten in het buitenland vaak veel hulp nodig hebben, of het nou gaat om praktische zaken of heimweebestrijding. Curaçao, het onderwerp van de special verderop in het blad, roept een heel scala van soms tegenstrijdige associaties en emoties op. Tropisch feesteiland en problematische ex-kolonie. Afstammelingen van slaven en welgestelde Hollandse pensionados. Ella Vogelaar en Gerard Joling. Beschermd opgevoede aspirant-studenten en bolletjesslikkers. Een aantal minder voor de hand liggende, voor de HvA relevante aspecten hebben we proberen te belichten in de special.
Wim de Jong chef redactie
Havana is het weekblad voor studenten en medewerkers van de Hogeschool van Amsterdam 26 november 2008 jaargang 14, nummer 13
Redactieadres: Weesperzijde 190 (kamer B.2.18), 1097 DZ Amsterdam, tel 595 24 90 e-mail:
[email protected]. ■ Hoofdredactie/management: Paul van de Water
[email protected] ■ Chef redactie: Wim de Jong
[email protected] ■ Eindredactie: Annemarie Vissers
[email protected] ■ Redactie: Tomoko Claringbould
[email protected], Jobien Groen
[email protected], Thijs den Otter m.d.den.
[email protected], Linde Arts (stagiaire), Selina van Loon (redactie-assistent)
[email protected] ■ Medewerkers: Kim Bos, Gijs Hardeman, Mario Verhoeven, Hans van Vinkeveen, Sebastiaan van de Water ■ Redactieraad: Maroesja Perizonius, Wijnand Scholtens, Evelien Spaan, Jerke van der Woerdt ■ Fotografen: Amber Beckers, Fred van Diem, Marc Deurloo, Paco Weekenstroo ■ Coverbeeld: Carlo Wallé ■ Illustratoren: Bas Kocken, Pascal Tieman ■ Vormgeving: Pascal Tieman ■ Ontwerp Lay-out: Death Valley / Amsterdam ■ Advertenties: Bureau Van Vliet, Postbus 20, 2040AA, Zandvoort, telefoon 023-571 47 45 fax: 023-571 76 80 of
[email protected] ■ Abonnementen: € 18,15 per jaar, opgave via de redactie-assistent of per e-mail. ■ Drukkerij: Dijkman Offset Diemen. ■ Havana: Auteursrecht voorbehouden. Het is verboden zonder toestemming van de hoofdredacteur artikelen of illustraties geheel of gedeeltelijk over te nemen. ISSN - 1385-5670 ■ Havana heeft een samenwerkingsverband met Folia. Redactie: Nadine Böke, Mirna van Dijk, Anne Rose Haverkamp (stagiair), Jim Jansen, Dirk Wolthekker ■ De volgende Havana verschijnt woensdag 3 december ■
havana
3
nieuws linde arts / tomoko claringbould / thijs den otter / paul van de water / jobien groen
[email protected]
GROTER KAMERTEKORT VERWACHT ■ De kamernood onder studenten in Amsterdam wordt niet hard genoeg aangepakt, vindt VU-studentenbond SRVU. De club vreest dat het de komende jaren zelfs erger wordt: meer dan vijftienhonderd studenten moeten volgend jaar hun containerwoning verlaten, en nog niet de helft van de groep weet zich straks verzekerd van een dak boven zijn hoofd.
Vooral de stadsdelen zorgen voor problemen, oordeelt de studentenbond. Die houden bij hun bestemmingsplannen te weinig rekening met studentenhuisvesting, terwijl het centrale stadsbestuur ze dat wel heeft opgedragen. Amsterdam wilde immers tussen 2006 en 2010 7600 permanente studentenwoningen gebouwd zien. In de praktijk zijn het er een kleine vierduizend. Directeur Remco de Maaijer van het landelijke studentenhuisvestersnetwerk Kences bevestigt de problemen. “Er is in Amsterdam maar weinig grond voorhanden. Bouwen is daardoor een stuk moeilijker dan bijvoorbeeld in Rotterdam. Daarbij komt dat ook de studentenhuisvesters minder geld hebben: ook wij hebben een bijdrage moeten leveren aan het wijkenbeleid van het kabinet.”
Dat het met de nieuwbouw niet wil lukken, heeft geen invloed op de deadline van de tijdelijke woningen: zo moeten de containerwoningen in Westerpark volgend jaar weg. “De wet is daar duidelijk in. Als wij met de gemeente een afspraak hebben om ergens vijf jaar een paar containers neer te zetten, dan kunnen we niet langer blijven. Buurtbewoners zouden dat ook niet accepteren. In veel andere steden is nog wel braakliggend terrein te vinden waar je met je containers naar toe kunt, maar in Amsterdam staan eigenlijk alle geschikte plaatsen nu vol. Dat geeft in 2010 grote problemen.” Een woordvoerder van woningbouwvereniging De Key laat echter weten dat de houtskeletwoningen die de organisatie nu in Westerpark heeft staan volgend jaar worden verplaatst
VERMOGENS ONDER DE LOEP ■ De Rotterdamse professor Henk Don gaat de commissie leiden die het
vermogensbeheer van onderwijsinstellingen onder de loep moet nemen. Financieel directeur Oege de Jong ziet zijn komst met vertrouwen tegemoet. De commissie zal onderzoeken wat de ‘optimale financieringsstructuur’ voor onderwijsinstellingen kan zijn, ‘gegeven de financiële risico’s’, melden minister Plasterk (OCW) en minister Bos (Financiën) in een brief aan de Tweede Kamer. De Hogeschool van Amsterdam houdt zich volgens Oege de Jong keurig aan de regels. “Wij zetten onze reserves niet weg op rekeningen in het buitenland, maar gedragen ons helemaal conform de afspraken.” De HvA sloot
2007 af met een reserve van 67, 5 miljoen euro. Vorige week werd bekend dat de Vrije Universiteit wellicht tien miljoen euro heeft verloren in een obligatie van de IJslandse bank Kaupthing. Die bank heeft te lijden onder de kredietcrisis en dreigt om te vallen. Domme pech, zei de VU tegen universiteitskrant Ad Valvas. OCW wil dit soort akkefietjes in de toekomst liever voorkomen. Plasterk had in antwoord op Kamervragen al gezegd dat hij de commissie ging instellen. (HOP/TdO)
OPENBARE LES EDITH HOOGE
■ Voetbalcoach Guus Hiddink bracht afge-
lopen maandag een bezoek aan de Leeuwenburg. Voor de Johan Cruyff University besprak hij – samen met zijn advocaat – de gevolgen die de ‘affaire Hiddink’ hebben gehad op de beeldvorming van Hiddink in de media. De succesvolle trainer is verwikkeld in een slepend conflict over mogelijke belastingontduiking. (TdO) 4
havana
Grotestadsscholen kunnen niet volstaan met hun reguliere onderwijstaak; een grootstedelijke context vraagt om méér. Dat stelde lector Edith Hooge vorige week woensdag in haar openbare les getiteld ‘Op de grenzen van het onderwijs’, over professioneel onderwijs in de grote stad. Wat dat méér precies inhoudt en hoe leraren, managers en bestuurders dat kunnen waarmaken, zijn de vragen waar haar lectoraat zich op richt. De bijdragen aan de ontwikkeling van kinderen vanuit onderwijs, welzijn, zorg, en andere sectoren zijn het meest effectief als ze in samenhang en afstemming plaatsvinden, aldus Hooge. Edith Hooge is lector ‘School en omgeving in de grote stad’ bij het domein Onderwijs en Opvoeding sinds 1 oktober 2007. (WdJ)
naar de Antony Fokkerweg en het Zeeburgereiland. Daarmee blijven 715 van de ruim 1500 woningen in gebruik als studentenkamer. Voor de andere studenten is het dus hopen op betere tijden. Remco de Maaijer: “Politiek Den Haag werkt momenteel aan een wet die het eenvoudiger moet maken om kantoorpanden te verbouwen tot woonunits. Ook moet het voor ondernemers aantrekkelijker worden woonruimte te creëren boven winkels, en wordt leegstand wellicht aangepakt met een taks. Maar of het op de korte termijn in Amsterdam gaat helpen? Vorig jaar kwam de stad met een waslijst aan panden die geschikt zijn voor een woonbestemming, maar die moeten bijna allemaal worden omgebouwd tot hotel. Kennelijk ziet de stad meer in toeristen dan in studenten.” (TdO)
MIEDEMA PROMOVEERT ■ Wietske Miedema (Onderwijs en Opvoeding) en Martin Stam (Maatschappij en Recht) promoveren deze week samen op hun proefschrift ‘Leren innoveren’. Het onderzoek dat ze hiervoor deden, toont aan dat docenten extra werkdruk ervaren door onderwijsvernieuwing. Stam en Miedema kwamen tot die conclusie op basis van vier studies in het vmbo en het hbo. Docenten hebben vaak het idee dat ze de competenties die ze nodig hebben voor het ‘nieuwe leren’ niet voldoende beheersen, terwijl ze wel les moeten geven volgens de laatste mode. De onderzoekers constateren dat vernieuwing de meeste kans van slagen heeft als docenten daar zelf veel invloed op hebben. Met het doctoraat van Miedema werpt de promotieregeling voor hbo-docenten voor het eerst zijn vruchten af binnen de HvA. De docent kreeg vrijstellingen om haar onderzoek te doen. (TdO)
CASA D’ORO GECERTIFICEERD ■ Cursusorganisatie Casa d’OrO heeft een
Cedeo-erkenning bemachtigd. Dit betekent dat een docent of medewerker een nationaal certificaat ontvangt bij een training van C’asa d’OrO dat binnen én buiten de HvA van waarde is. Cedeo is een onafhankelijke keuringsinstantie die de kwaliteit van de dienstverlening in de human resources-sector meet. Het certificaat is geldig tot en met september 2010. Casa d’OrO heeft het certificaat ontvangen op basis van een tevredenheidsonderzoek onder cursusdeelnemers. De club kreeg het certificaat omdat 95 procent van de ondervraagden aangaf ‘tevreden’ tot ‘zeer tevreden’ te zijn. De norm is 80 procent. Casa d’OrO verzorgt sinds 2005 workshops en trainingen voor docenten en medewerkers van de HvA. (LA)
HOOGSTE PUNT NIEUWBOUW ALO ■ De nieuwbouw van de ALO-Fase II heeft
afgelopen vrijdag zijn hoogste punt bereikt. In mei wordt het pand opgeleverd. Anders dan bij het in 2005 opgeleverde deel van het ALO-pand is het nieuwe deel wel op de groei gebouwd: als het pand gereed is, kan de HvA er maximaal 2400 studenten in kwijt. Nu zijn dat er volgens directeur bedrijfsvoering Simon Gribling zo’n tweeduizend. “In september nemen we de nieuwbouw in gebruik”, laat hij weten. “Een jaar later dan gepland: de oorspronkelijke aannemer die we voor de klus hadden ingehuurd, ging failliet.” (TdO)
START TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE ■ In februari 2009 gaat de nieuwe opleiding Toegepaste Psychologie van start. De opleiding spitst zich toe op de grootstedelijke thematiek. Dit betekent dat de student zich specialiseert in thema’s als gedrag in relatie tot verschillende etnische, culturele en religieuze achtergronden, agressie en criminaliteit. Opleidingsmanager Marja Blaazer verwacht dat de opleiding het goed zal gaan doen. “Er zijn inmiddels negen locaties in Nederland waar deze oplei-
ding te volgen is. Ze hebben bijna allemaal een capaciteitsfixus die elk jaar wordt gehaald.” De HvA start dan ook niet uit onzekerheid met 150 eerstejaars. “We willen niet te snel, te groot worden. Dan kunnen we de kwaliteit van het onderwijs niet garanderen. Bovendien moeten de studenten meteen in het eerste jaar stagelopen. Het is maar de vraag of er, als we de instroom vrij laten, zo veel stageplaatsen beschikbaar zijn”, aldus Blaazer. (LA)
nieuws ROUVOET HELPT MOEDERS NIET ■ Het blijft een lastige combinatie: studeren en kinderen krijgen. Volgens minister Rouvoet van Jeugd & Gezin is er een cultuuromslag nodig. Maar hij zegt verder niet wat er moet gebeuren.
“Studerende moeders voelen zich vaak niet begrepen en hebben moeite om zorg en studie te combineren”, schrijft Rouvoet in zijn Nota Gezinsbeleid 2008. Hij hoopt dat dit kan veranderen dankzij ‘rolmodellen, good practices en voorlichting’. Rouvoet noemt enkele financiële regelingen die ook voor studerende vaders en moeders gelden: huurtoeslag, kinderopvangtoeslag en kinderbijslag. De studiefinanciering houdt geen rekening met zwangerschapsen bevallingsverlof, maar studenten kunnen wel een beroep doen op het ‘profileringsfonds’ van hun instelling, zegt hij. De moeders blijven dus afhankelijk van de goede wil van universiteiten en hogescholen. Einde verhaal. “Hier had Rouvoet juist moeten beginnen”, zegt Annemiek de Jong van het Steunpunt Studerende Moeders. “In zijn nota worden gezinsvriendelijke werkgevers gestimuleerd om de
combinatie van arbeid en gezin te vergemakkelijken. Waarom betrekt hij daar het onderwijs niet bij?” Het probleem is dat het onderwijs helemaal geen rekening houdt met studenten die kinderen hebben. “Ik noem maar wat: je hebt niet eens recht op een kolfruimte. Bovendien veranderen de roosters het hele jaar door, zodat je in de knel komt met de kinderopvang. Waarom doet Rouvoet daar niets aan?” Lydie van de Laar, studentendecaan aan de HvA, sluit zich bij De Jong aan. “Studerende moeders hebben vooral iets aan meer flexibel onderwijs. Dat er bijvoorbeeld niet te moeilijk gedaan wordt als je twee of drie verplichte lessen mist omdat je een ziek kind hebt.” Verder mist Van de Laar de vaders in dit verhaal. “Waar zijn de papa’s, denk ik dan. Ik vind het zo flauw dat er zo traditioneel over gedaan wordt. Dat snap ik niet zo goed van de politiek.” (HOP/WdJ)
NA VIJF JAAR RECHT OP BUITENLANDSE STUDIEFINANCIERING
ROTS-VAST HUISJESMELKER VAN HET JAAR ■ Kamerbemiddelingsbedrijf Rots-Vast Groep kreeg vandaag de
Gouden Kaartenbak voor de huisjesmelker van het jaar. “Studenten raken hun geld kwijt aan een bemiddelaar die hier nauwelijks iets voor hoeft te doen.” Ieder jaar kiezen de Landelijke Studenten Vakbond en SP-jongerenclub ROOD uit allerlei nominaties de huisjesmelker van het jaar. De makelaarsketen Rots-Vast stak er volgens de jury bovenuit. Want Rots-Vast vraagt ‘honderden euro’s aan bemiddelingskosten’. Bovendien: “Rots-Vast leidt mensen rond door het huis dat wordt bezichtigd, hangt een mooi verhaal op, maar laat huurders in de steek zodra blijkt dat er toch meer mankementen zijn.” Directeur Ed Kimmel van Rots-Vast vind zichzelf geen huisjesmelker: “Wij bemiddelen alleen. We verhuren niet en zijn geen eigenaar. Als er klachten over de woning zijn, horen die bij de huiseigenaar thuis. Het contract wordt tussen de verhuurder en de huurder getekend. Na de bemiddeling staan wij er verder bui-
ten, afgezien van de paar panden waarvan wij het beheer verzorgen. Iedereen weet van tevoren waar hij aan toe is.” Rots-Vast rekent veertig euro inschrijfkosten. Als de bemiddeling slaagt (en dat gebeurt in 65 procent van de gevallen, aldus de website van Rots-Vast) betaalt de woningzoekende één maand huur voor de bemiddeling, waar negentien procent BTW bovenop komt. De borg (soms één maand huur, soms twee maanden) en de huurprijs worden vastgesteld door de verhuurder. Het bedrijf kan overigens niet overal studentenkamers aanbieden. In Utrecht, waar ROOD en de LSVb de prijs uitreikten, blijken momenteel geen kamers beschikbaar. In Amsterdam-Centrum heeft het bedrijf alleen appartementen vanaf zo’n duizend euro. Dat zijn de steden met de hoogste woningnood. (HOP)
■ Studenten in de Europese Unie die vijf jaar of langer in een ander EU-land wonen, kunnen voortaan aanspraak maken op plaatselijke studiefinanciering. Dat bepaalde het Europese Hof gisteren. In Nederland bestond de regel al.
pese hof kwam tot zijn oordeel naar aanleiding van een zaak tegen de Nederlandse IB-Groep, die in 2000 werd aangespannen door de Duitse student Jacqueline Förster. Zij woonde drie jaar in Nederland maar kon geen aanspraak maken op een beurs. Förster vond dat discriminerend. Het Europese Hof is dat acht jaar na dato dus niet met haar eens. Overigens hebben individuele lidstaten de mogelijkheid om af te wijken van de richtlijn. “Een student die zijn opleiding volgt in het Verenigd Koninkrijk komt bijvoorbeeld al na drie jaar in aanmerking voor studiefinanciering. De Europese bepaling van vijf jaar is eigenlijk bedoeld als maximum”, aldus de woordvoerder van de IB-Groep. (HOP)
■ Birgit Bemelmans (IT Services) trof dit bordje aan in de kantine van de Fraijlemaborg op maandagochtend. “Ik heb er maar een foto van genomen om niet achteraf te hoeven twijfelen of ik het wel echt goed had gezien.”
beeld bram belloni
De uitspraak lijkt op het eerste gezicht niet erg relevant voor Nederlandse studenten: die kunnen immers hun studiefinanciering meenemen sinds 2007. Maar iemand die vijf jaar in het buitenland verblijft, valt zelden onder die regeling. Een woordvoerder van de IB-Groep: “Wie zijn beurs wil meenemen naar het buitenland, moet van de voorafgaande zes jaar minimaal de helft van de tijd in Nederland hebben gewoond.” Alleen voor diplomatenkinderen of mensen die in de grensstreek wonen, geldt die regel niet. Zij kunnen kiezen. “Het is niet toegestaan studiefinanciering in Nederland aan te vragen terwijl een student ook een toelage krijgt in het land waar hij woont.” Het Euro-
VRAAG/ANTWOORD
VERSIER VEILIG OF VERSIER NIET ■ De HvA waarschuwt voor onveilige kerstverlichting door middel
van een e-mail met een versier-ABC van de brandweer. Versieren schijnt zo simpel nog niet te zijn! We vragen kwaliteits-, arbo- en milieucoördinator Maarten Hoogland hoe het zit. Hebben jullie een versierstappenplan opgesteld? “Nee, je moet het zien als een soort tip: weet waar je op moet letten bij het versieren. Waar moet je aan denken bij het plaatsen van kerstbomen enzovoorts. Veel medewerkers versieren hun werkkamer of gang met bomen en dergelijke.” Oh oh, mijn kerstboom raakt de tl-buis. “Dat kan niet, dan moet je er een kleinere boom neerzetten of er een ander plekje voor zoeken. Als het echt acuut gevaar oplevert, en ik of de teamleiders gebouwbeheer of de locatiemanager zien het, kunnen we hem à la minute weghalen.” Wat gebeurt er dan met mijn groene vriend? “Dan is-ie weg. Hij kan niet blijven staan. Je krijg eerst een waarschuwing, maar het kan zijn dat we genoodzaakt zijn hem weg
te halen. Ach, dat gaat al jaren zo. Iedereen plaatst zijn spullen waar hij wil. Een kerstklokje hier, een kerstboompje daar…” Deze waarschuwing dempt mijn versierplezier wel een beetje. “Nou, ik zou niet zeggen dat het minder wordt als je het goed doet. We hebben in Volendam gemerkt wat er kan gebeuren als je je niet houdt aan de veiligheidsvoorschriften.” Versiert de HvA zelf wel veilig? “Dat is wel de bedoeling, ja. Ik ga ervan uit. Ik geloof dat de teamleiders ook een deel van de gebouwen versieren. Onder andere in de Leeuwenburg en in de Wenckebachweg komt een kerstboom te staan. Ik heb een mailtje gestuurd naar alle medewerkers, zodat iedereen kan nagaan of ze veilig versieren. Voor de rest wens ik iedereen veel versierplezier!” (LA) havana
5
prijsvraag
knip en plak GEWEIGERD? STUUR EEN SMS! Stappers die in Utrecht aan de deur van discotheek of café geweigerd worden, kunnen vanaf deze week met een sms direct hun klacht indienen bij het panel Deurbeleid Utrecht. Dat neemt de eerstvolgende werkdag contact op om het geschil te bespreken. Met de hotline wil het panel Deurbeleid jongeren bewegen vooral meer te melden als ze het gevoel hebben dat portiers inconsequent zijn aan de deur. UBlad, 20 november
CONDOOMAUTOMAAT
VRIJKAARTEN MAKE MORE MUSIC Op 27 november vindt in de The Nox in Almere de finale van Make More Music plaats. Make More Music is een muziekwedstrijd waarin jonge bands, met uitsluitend eigen composities, tegen elkaar strijden. In de finale staan Jessy (hard-rock), District Lyons (reggae), LOTM (punk/metal), Marock And Roll (rock/hiphop), Too Loud For Granny (punk) en Gematria (metal). Havana mag vrijkaarten weggeven. Beantwoord de volgende vraag:
Hoe vaak heeft Make More Music al plaatsgevonden? Mail naar
[email protected] (alleen vanaf je HvA-mailadres) De winnaars van de vrijkaarten van Essence uit Havana nummer 12 zijn: Erik van der Zande en Nicolien Nauta
In Leiden is vorige week ingebroken in het studiecentrum Plexus. De inbrekers wisten niet meer buit te maken dan de inhoud van de condoomautomaat. Volgens beveiligingsmanager André Morsman is de kwetsbaarheid van Plexus al langer bron van zorg. “Vroeger werd er vaker
ingebroken. Dat waren dan junks die na een shot heroïne behoefte hadden aan zoetigheid. Die hadden het voorzien op limonade.” Mare, 20 november
LIEFDESLESSEN Samen met Slowaakse universitaire studenten zijn de studenten van Fontys Lerarenopleiding Tilburg bezig geweest met het verzorgen van ‘liefdeslessen’ op middelbare scholen. Tijdens het project ‘World of love’ discussiëren leerlingen over thema’s als abortus, homoseksualiteit, overspel, echtscheiding en de invloed van familierelaties. Op een landkaart van Europa werd vervolgens aangeduid hoe er in de verschillende landen over deze zaken wordt gedacht en daardoor werden verbanden zichtbaar. Het doel: de leerlingen over de eigen grenzen te laten kijken. Fontysnieuws, 13 november
hva 7.40
tekst sebastiaan van de water
Op zoek naar de vroege vogels binnen de HvA. Deze week Willem Brouwer (52), sinds 1984 verbonden aan de HvA, tegenwoordig als docent Informatica. “De voordelen van vroeg beginnen zijn duidelijk. Ik kan naar klassieke muziek luisteren zonder dat iemand zich eraan stoort, ik krijg veel werk af en aan het eind van de middag bepaal ik zelf hoe laat ik weer naar huis ga. Momenteel ben ik vooral bezig met het opzetten van een game-development opleiding. Met de nadruk op development. Het zou natuurlijk leuk zijn om hier wat oude Pong-kasten neer te zetten, maar we zitten niet te wachten op studenten die denken onder het mom van een studie de hele
dag games te kunnen spelen. Sowieso heb ik regelmatig te maken met studenten die niet bepaald vaart achter hun studie zetten. De recordhouder is iemand die op dit moment bezig is aan zijn zeventiende studiejaar. Een beetje lastig in dit vakgebied, want het gros van de stof waar die man zijn studiepunten mee heeft verdiend is allang weer achterhaald. Maar toevallig heb ik hem recentelijk nog gesproken en hij had er goede hoop op dit jaar af te studeren. Daar moeten we dan maar op vertrouwen.”
vraag van de week Drieënveertig Amsterdamse coffeeshops die in de buurt staan van middelbare scholen moeten sluiten. Burgemeester Cohen vindt het onnodig en ziet vooral een probleem in de aanvoer van de drugs. Eindhoven en Terneuzen willen een eigen wietkwekerij als leverancier voor de shops. Goed plan?
6
Heb je een mening? Reageer zelf op havanaweb.nl tekst linde arts
Robert Hüttig (58)
Bo Petit (25)
Lisa Bos (18)
Mark Groen (20)
Robert Hoff (22)
Trainer coach Johan Cruyff University “Ik vind het een goed idee; om te voorkomen dat het de illegaliteit in gaat en om te voorkomen dat de echte criminelen die veel macht hebben, nog meer macht krijgen. Dat ze coffeeshops in de buurt van scholen gaan sluiten vind ik onzin, wat is dichtbij? 250 meter is het criterium, 400 meter mag wel. Daar lopen die kids ook wel naar toe. Als er behoefte aan is, maakt de plek niet uit.”
Medewerker Externe betrekkingen “Er moet dichtbij scholen gewoon streng gecontroleerd worden, en volgens mij gebeurt dat al jaren goed. Nu komen er al heel veel illegale drugs binnen in coffeeshops, dat stop je sowieso niet. Als je het gaat verbieden wordt die illegale sector alleen maar groter. Nu vind ik het ook prima. Ik had nergens last van tijdens mijn middelbareschooltijd, ik ben ook pas later begonnen.”
Eerstejaars Bouwkunde “Ik denk niet dat het zal werken. Je houdt altijd mensen die zelf wiet kweken, sommigen worden opgepakt, maar niet iedereen. Er blijft altijd iemand over die het illegaal gaat verkopen. Als je het verbiedt, wordt het alleen maar erger. Ik vind het niet goed dat ze die shops gaan sluiten omdat kinderen er dan niet mee in aanraking zouden komen. Ik denk dat het niet veel invloed heeft of je school in de buurt staat van een coffeeshop. Je hoort er toch wel van.”
Tweedejaars Business & Logistics “Als je dat plan door gaat voeren, verdwijnen de drugs vanzelf. Op een gegeven moment zegt de gemeente: ‘We doen het niet meer’, en dan wordt het illegaal. Het zit er al wel aan te komen dat het helemaal verboden wordt. Mensen blijven toch gebruiken, dus gaat het de illegaliteit in. Ik vind dat het nu wel prima gaat. Wat betreft het sluiten van die shops, ik denk wel dat kinderen er sneller mee in aanraking komen als ze op een school zitten dichtbij de coffeeshop.”
Eerstejaars Commerciële economie “Zoals het nu gaat, is absurd. De verkoop wel legaal, maar de teelt niet. Hoe kan dat? Van mij mogen ze alles legaliseren. Shops moeten drugs van illegale kwekerijen halen, door dit plan komt er misschien minder illegaliteit. De teelt legaliseren is een goede zaak, maar ik denk niet dat je er problemen mee oplost, iedereen komt toch wel aan wiet.”
havana
strip
column Gijs SM&O-student Gijs Hardeman (28) won Havana’s columnistenwedstrijd en schrijft sindsdien wekelijks over wat hem op het hart ligt.
Blauw op straat
ondertussen in curaçao 21 HES-studenten waagden de sprong en reisden af naar China voor de minor Building partnerships. Frank den Dulk (22, Commerciële Economie) is een van hen.
Roken is uit. Accepteer het
Shanghai Knights ‘The country of oppurtunities’, ‘het geld ligt op straat, je moet alleen niet te beroerd te zijn om het op te rapen’, ‘de toekomst’, goedkope nepkleren en horloges. Allemaal clichés over China, allemaal waar. Eerst even de minor Building partnerships with China in een notendop: Zoek een bedrijf dat een opdracht voor je kan opstellen en maak hier een succes van. Dit in combinatie met colleges om je klaar te stomen voor de Chinese zakenwereld. 21 studenten gingen naar Shanghai, met allemaal een ander idee van China, en allemaal een andere motivatie. Desalniettemin werd het de eerste avond teambuilding (lees: zuipen). Een obscure kroeg om de hoek bleek een heerlijk bruin café met een podium waar menig liveband graag zou spelen. Binnen het uur wist de groep een band op te zetten met de naam Minchin. Het werd een lekker ordinaire Nederlandse avond. Grappig proberen te doen door Schatje mag ik je foto te spelen, om vervolgens gevoelig Stand by me te zingen. Alle aanwezige Chinezen (de barman en zijn vrouw) vonden het verdacht normaal. Waarschijnlijk waren we niet de eerste internationale studenten die dachten de leukste groep ooit te zijn. Twee weken en een hele hoop Chinezen verder (het zijn er echt heel veel) is iedereen nog even gemotiveerd als in het begin. Colleges, bedrijfsbezoeken en meerdere avonden teambuilding hebben van de groep een gezellig zooitje ongeregeld gemaakt. Shanghai is een wereldstad, een mekka van business, geld verdienen en guanxi, het principe van gunnen. De enige manier om succesvol te zijn in Shanghai, is mensen kennen. It’s not know how, but know who is in China het grootste understatement dat je kunt maken. Cijfers, intelligentie en uiterlijk maken hier niets uit. Vrienden en loyale partners, daar verdien je RMB’s mee (lokale munt, shillings of roepies). Maar als je graag
De roker is een paria geworden maar slaat terug. De winter staat voor de deur. Zelf is hij niet van plan nog voor diezelfde deur te blijven koukleumen. Niks naar buiten, bij nul graden of tijdens een regenbui. Geen luifels, parasols, winterjassen en koude klauwen. Gewoon weer binnen aan de bar, aan een tafeltje of op de dansvloer. Rokers komen in opstand, en mede in de frontlinie de noodlijdende kroegeigenaren. Elk discussieprogramma heeft wel een hoogblonde en kroegbezittende suikerspin aan tafel die er tabak van heeft. Want een roker is altijd gezellig, behalve als het over roken gaat. Een aanval op het roken is voor de paffer gelijk aan discrimineren. Een fort om fanatiek te verdedigen. Dit brandje zal voorlopig niet geblust zijn. Tien jaar terug rookte ik op de Sneekweek drie pakjes per dag onder het motto: “Er is maar één weg naar de longen en die moet ook geasfalteerd worden!” Het was een topweek voor een tiener. Tien minuten wakker en in bed al de eerste sigaret aansteken. Daarna de hele dag peukenneukend verder, vaak gepaard met een biertje. Elke dag patat, elke avond dronken, af en toe een chickie en vooral veel lol. Dat kettingroken zorgde er uiteindelijk wel voor dat ik de laatste dag nog nauwelijks een glas water kon drinken, slikken werd een hels karwei. Een paar jaar later kreeg ik mijn eerste klaplong en lag ik op de longafdeling van het ziekenhuis. Sindsdien weet ik wel beter. De meeste mensen die daar terechtkomen kunnen niks meer. Hoesten en proesten, en zelfs daar hebben ze hulp bij nodig. Ook ooit allemaal dat verhaal verteld van die oud-tante die op haar tachtigste nog lekker een sigaretje rookte? Jammer joh, andere bloedlijn zeker? Roken is gewoon uit, accepteer het. Waarom is het normaal dat je wel mag roken als er geen verbod staat aangegeven, en niet andersom? Een sigaret hoort vanaf dit jaar thuis in het rijtje van de sigaar en de pijp. Af en toe eentje, bij een geboorte of when the fat lady sings. En niet binnen in huis of de kroeg. Zet de straat maar blauw. En als je dronken bent en echt niet meer anders kunt. Dan biets je er één. Dan is het heerlijk; klaplongen of niet. Als morgen in de krant staat dat roken gezond is, begin ik direct weer.
als een god wilt leven in Nederland van geld dat je in Shanghai hebt verdiend, word je hier blij gemaakt met een dode mus. Alles wat je verdient, moet je hier uitgeven, en nergens anders. Kies je dus voor zaken in Shanghai, dan kies je voor een leven in Shanghai. Met een beetje mazzel, zitten we over een paar jaar met 21 man in een gezellig decadent expatwijkje te wachten op de eerstvolgende Holland party. havana
7
SLINGERS IN DE FIK reünie casa400
Hotel en studentenflat Casa400 is na vijftig jaar versleten en gaat eind 2010 tegen de vlakte. Op zaterdag 22 november was er een reünie voor alle oud-bewoners. Casa400 is een driesterren zomerhotel vlakbij station Amstel met – de naam zegt het al – vierhonderd kamers. Op elke verdieping zijn vier afdelingen met op elke afdeling een gedeelde keuken. In de studiemaanden worden de kamers, met eigen badkamer, verhuurd aan studenten, die met zijn tienen de afdelingskeuken delen. In juli en augustus moeten de studenten plaatsmaken voor toeristen. Sommige studenten blijven in de zomer in het hotel werken, zodat ze er kunnen blijven wonen, maar velen keren terug naar hun ouders of gaan een paar maanden uit logeren. Daar werd door studenten nogal eens tegen geprotesteerd, maar zonder de hotelfunctie zou Casa400 financieel niet kunnen blijven bestaan. Omdat de vraag naar zowel hotel- als studentenkamers stijgt, wil Casa400 uitbreiden. Er wordt al gebouwd op de hoek van de Ringdijk en de Eerste Ringdijkstraat. Als het nieuwe gebouw klaar is, gaat het oude Casa400 tegen de vlakte om plaats te maken voor appartementen. In het nieuwe gebouw zullen 520 kamers komen, waarvan er 151 het hele jaar door open zullen blijven voor toeristen en zakenmensen. Het krijgt ook een ondergrondse parkeergarage, een ruime lobby, een restaurant en bar, dertien vergaderzalen en een studentenlounge. Hoewel er meer kamers zullen komen in het nieuwe gebouw, blijft de naam Casa400 gehandhaafd. Casa400 heeft woelige tijden gekend, met veel studentenprotesten: tegen het verbod om anti-Vietnamposters op te hangen, tegen huurverhoging en tegen de jaarlijkse gedwongen verhuizing in het toeristenseizoen. Ook liepen er nog al eens wat feestjes uit de hand, zodat brandweer en politie eraan te pas moesten komen. Wat dat betreft zijn de studenten van nu, volgens Casa400directeur Hans Vugts, rustiger en minder betrokken dan vroeger. Ze trekken zich eerder terug op hun kamer om hun eten op te warmen in de magnetron, dan dat ze in de algemene keuken gaan koken. Ook de computer en de iPod zijn goede vrienden anno 2008. Hoe was dat vroeger? Hadden de Casastudenten toen veel contact met hun medebewoners? We kijken met enkele oud-bewoners terug op hun tijd in Casa400 en praten met een huidige bewoonster over haar ervaringen met Casa400 nu.
8
havana
tom thobe (33) ● deed Pabo aan de HvA en studeerde onderwijskunde
aan de UvA ● woonde in Casa400 van 1999 tot 2001
“Voor mij was het een fantastische tijd. Ik ben opgegroeid in Lelystad, en kon via een vriend een kamer in Casa400 krijgen. Dat was voor mij een mogelijkheid om Amsterdam binnen te komen. In Casa400 leerde ik allemaal mensen kennen die in dezelfde leeftijdsfase zaten, mensen met wie ik een klik had. Het was een belangrijke tijd voor de opbouw van vriendschappen. De kracht van Casa400 is dat je een eigen kamer en een eigen badkamer hebt, maar de keuken deelt met zijn tienen. Daar kom je samen om af en toe met elkaar te koken. In zo’n gezamenlijke keuken kom je ook mensen tegen die niet jouw type zijn. Zo leer je een beetje begrijpen hoe anderen in elkaar zitten. Het werd in die keukens wel een gore troep natuurlijk, met kakkerlakken in de koekenpannen. Dan moest de insectenbestrijding weer komen om de boel plat te spuiten. In de zomer moest je uit je kamer. Dan ging ik terug naar mijn ouders in Lelystad. Dat was een ramp. Niet dat mijn ouders zo vreselijk waren, maar in Amsterdam genoot ik enorm van mijn vrijheid. Lekker mijn eigen ding doen en alles kon. Elk weekend was er Casa-kroeg. Dat waren enorme zuipfestijnen op donderdagavond. Soms was ik daar dj, dan feestten we tot diep in de nacht door, en zat ik de volgende ochtend met een kater in de collegezaal. Soms liepen de feesten van Casa-kroeg zo uit de hand en werden er zo veel dingen gesloopt, dat ze Casa-kroeg dreigden dicht te gooien. Tijdens een feest stapten we met een aantal dronken gasten in de lift en zetten we op een afdeling de brandspuiten open. De hele afdeling werd blank gezet. Toen gingen ze onderzoeken wie dat had gedaan, maar daar kwamen ze natuurlijk niet achter. Zo was er altijd wel strijd tussen de directie en de feestende bewoners. Maar de directie deed het eigenlijk wel prima.”
‘Terug naar mijn ouders was een ramp’
tekst anne rose haverkamp en linde arts beeld henk thomas
kari ruitenberg (35) ● studeerde Lerarenopleiding Wiskunde HvA en Peda-
gogiek aan de UvA ● woonde in Casa400 van 1992 tot 1996
“Ik heb op twee verschillende afdelingen gewoond. De eerste was een feestafdeling, waar veel werd gefeest en weinig werd afgewassen. De afwas stond tot aan het plafond, maar het was wel enorm gezellig. We waren goede maatjes met de schoonmakers. Zij haalden op maandag de vuilnis op en dan checkten ze ook of de keukens goed schoon waren. Als het smerig was, kreeg je een gele kaart. Dan moest je zorgen dat het er de dag erna opgeruimd was, anders kreeg je een rode kaart en een fikse boete. Onze keuken was heel smerig, maar we kregen nooit een gele kaart. Tijdens een van onze feesten gingen de slingers in de fik. Toen kregen we wel een officiële waarschuwing, want dat was natuurlijk hartstikke gevaarlijk. In de zomer ging ik soms terug naar mijn ouders, soms logeerde ik bij vriendinnen. Je kon ook ‘overzomeren’ bij Casa400, als er weinig reserveringen waren. Dat heb ik ook een jaar gedaan. Na de zomer werd je teruggeplaatst in je eigen kamer en was het altijd weer de vraag wie er nog meer terugkwam. De kamers waren drie bij vier, dat paste allemaal precies. Je mocht niet schilderen, maar er hingen wel posterstrips aan de muren, zodat je posters op kon hangen. Je zat wel vast aan de Casa400-meubels, maar toch had iedereen er zijn eigen ding van gemaakt. Je had je eigen badkamertje en de keuken deelde je. Dat vond ik juist gezellig, je hoefde nooit alleen te eten.”
‘Goede maatjes met de schoonmakers’ britt ouwehand (20) ● Reclame, Marketing & Communicatie aan de HvA ● woont voor het tweede jaar in Casa400
“Ik heb deze kamer via de opa van een vriendin van me. Hij was vroeger directeur van Casa400. Hij woonde hier ook, het hele jaar door met zijn gezin. Hij gaf me Casa als tip en binnen een maand had ik een kamer, dat komt vooral doordat de bewoners in de zomer zo snel wisselen. In de zomer stal ik mijn hele inboedel in een opslagruimte in de stad. Ik moet dan wel terug naar mijn ouders in Breda. Op 1 juni moet je er uit zijn en 1 oktober mag je er weer in. Dat vind ik het enige grote nadeel aan hier wonen. Als dat niet zo was, zou ik hier zeker vier jaar blijven wonen. Op den duur zal ik wel op zoek gaan naar iets vasts. Op dit moment is het heel gezellig. Elk jaar zitten er andere mensen op onze gang, dit jaar zijn ze echt super leuk! We koken samen, gaan samen op stap en naar De wereld draait door. Het is heel relaxed dat je hier gewoon overal in je pyjama rond kunt lopen en bij iedereen naar binnen kunt stappen. De huisfeestjes zijn in onze gezamenlijke keuken, die delen we met tien man. Ik ben ook wel eens bij een huisfeestje in een keuken verderop in de gang geweest. Veel contact met de andere bewoners van Casa heb ik niet. Café Casa schijnt een paar keer per jaar feesten te organiseren voor alle bewoners. Ik heb ze zelf nog nooit meegemaakt, maar die schijnen echt bruut te zijn.”
‘Overal in je pyjama rondlopen’
havana
9
SOCIALE HANDICAP studeren met autisme
De UvA organiseerde afgelopen week een congres over autisme, een alles omvattende en vooral alles belemmerende handicap. Toch lukt het een klein percentage van deze groep om te gaan studeren. Maar niet zonder een flinke dosis steun en begeleiding vanuit hun omgeving, weten ook de studenten Nicky en Reguillo.
“Ehm.” Het valt stil. De vraag ‘wat Reguillo precies heeft’ blijft in de lucht hangen. Hij lijkt verdwaald in zijn gedachten. Dan probeert hij het nog een keer. “Nou, kijk...” Maar hij maakt zijn zin niet af. Hij kijkt achter zich, naar het groepje studenten dat daar een gesprek zit te voeren. “Dat is een deel van mijn handicap”, zegt hij verontschuldigend. “Ik hoor alles daar. Ik kan me niet meer concentreren op ons gesprek.” Reguillo (30, student Engineering, Design and Innovation aan de HvA) is autistisch. Problemen met het verwerken van prikkels uit de omgeving is een van de kenmerken hiervan. Voor hem is de wereld één grote chaos aan informatie waarin hij geen hiërarchie kan aanbrengen. 10
havana
Autisme komt bij ongeveer acht procent van de bevolking voor. Iemand met autisme ziet weinig samenhang in de dingen om hem heen en kan daardoor moeilijk begrijpen wat zich in de omgeving afspeelt. Ook hebben autisten moeite met sociale interactie en kunnen ze
gesprekken werkt hij met een soort gespreksprotocollen, net als computers. Als iemand A zegt, dan hoort iemand anders antwoord B te geven. Het werkt goed, totdat iemand een ander woord gebruikt. Dan gaat het mis.
bekaf
‘Ik kan niet over koetjes en kalfjes praten’ moeilijk verbale en non-verbale communicatie interpreteren. Moeite met veranderingen en daardoor extreme behoefte aan structuur en duidelijkheid is ook een veel voorkomend kenmerk. De uitingsvormen van autisme en het niveau waarop iemand nog verstandelijk kan functioneren verschillen van persoon tot persoon. Als we even verderop een rustiger hoekje gevonden hebben vertelt hij hoe hij ook geen vat heeft op normale sociale omgangsregels. “Het is alsof mensen een andere taal spreken. Een taal die ik niet begrijp,” vertelt Reguillo. Als hij in een groep staat weet hij niet wanneer hij moet spreken. Om toch vat te krijgen op het voeren van
Nicky is ook autistisch en studeert aan de UvA (om privacy redenen worden zijn echte naam en studie niet genoemd). Ook hij heeft last met het verwerken van omgevingsprikkels. Alleen al de reis naar de universiteit is hierdoor een hele onderneming. Van tevoren gaat hij alle scenario’s na die er onderweg kunnen gebeuren. Eenmaal onder de mensen kan hij niet ophouden iedereen te observeren. “Ik kan me helemaal in details verliezen. Ik ben bezig met het gezicht van mensen, met hoe ze eruitzien, zelfs tot aan hun botstructuur.” Alle informatie die hij hierdoor op een dag te verwerken krijgt, zorgt ervoor dat hij aan het einde van de dag bekaf is. Als Nicky eenmaal de universiteit bereikt heeft, is hij er nog niet. Autisme is ook een sociale handicap. Hij begrijpt de ongeschreven sociale regels niet en weet niet wat hij wel en niet kan zeggen. “Ik kan niet over koetjes en kalfjes praten. En dit is blijkbaar de essentie van sociaal contact bij de massa. Dat je heel veel zegt, maar eigenlijk niks vertelt. Als iemand iets tegen me zegt in de werkgroep en we komen toch per ongeluk in een gesprek terecht, dan kan ik snel veel te persoonlijk
tekst jobien groen beeld freek van de ven
worden. Dus dat is nooit zo’n succes.” Ook kan hij geen hoofdzaak van bijzaak onderscheiden. “Ik heb een keer geprobeerd college aantekeningen te maken, maar toen schreef ik alles letterlijk op wat de docent zei.” Vanuit de UvA is er speciale hulp opgezet voor studenten van de UvA en de HvA met autisme. Er zijn groepsbijeenkomsten en studenten worden persoonlijk begeleid met het plannen van hun studie en met de communicatie met docenten en medestudenten. Toen Nicky voor verlenging van zijn studiefinanciering naar een studentendecaan ging, legde deze hem een aantal keuzes voor. Daar kon hij niet mee omgaan dus heeft hij de informatie doorgespeeld naar zijn begeleidster. Die heeft hem toen geholpen met zijn keus.
thuisfront Reguillo krijgt zelfs wekelijks begeleiding. Zijn tentamens beginnen binnenkort. Zijn grootste struikelblok is het beginnen met de tentamenstof. Hij heeft nu met zijn begeleidster afgesproken dat als het niet gaat, hij met zijn werk bij haar gaat zitten om er aan te beginnen. Ook de docenten worden ingelicht dat ze een autistische student in de klas hebben en ze worden geïnformeerd hoe ze hier het beste mee om kunnen gaan. Maar ondanks alle hulp, gaat er toch nog wel het een en ander mis. Autisme is namelijk geen makkelijke handicap om rekening mee te houden. “Autisten worden nogal eens
overschat”, vertelt Ineke Bostelaar, projectleider van het project waarin de autisten worden begeleid. “Je kunt het niet altijd even goed aan iemand zien. Sommige autisten zijn ook nog eens ontzettend intelligent en kunnen verbaal heel goed zijn.” Ze vertelt hoe een autistische student was vastgelopen met zijn studie. Dan haal je je informatie toch van internet, had de begeleider gezegd. Dus had de student alles letterlijk van internet gekopieerd. Daarmee kwam het bijna tot een plagiaatzaak. “Dan kun je denken: je weet toch dat het niet mag? Je bent toch intelligent? Maar zo werkt het dus niet.”
‘Zonder mijn moeder zou ik niet kunnen studeren’ Nicky benadrukt dat ook het hulp van het thuisfront heel belangrijk is. “Zonder mijn moeder zou ik niet kunnen studeren. Zij haalt en brengt me van het station. Ze zorgt dat mijn kamer aan kant is en dat het eten op tafel staat. Mensen denken dat dat niet belangrijk is, maar het maakt juist alles mogelijk. Het is de beste hulp
die je kunt hebben.” En Nicky heeft het geluk dat hij een vriend heeft overgehouden aan de middelbare school, één waarvan hij ook veel leert. “Als we samen op stap zijn geweest vraag ik hem hoe hij het vond gaan. En wat ik de volgende keer anders kan doen. Dan geeft hij me tips over lichaamstaal en small talk. Het is wel heel moeilijk om alles tegelijk te doen. Als ik het dan in de praktijk probeer, merk ik dat ik heel onhandig ben. Ik zei bijvoorbeeld hallo tegen iemand en gaf diegene een klap op z’n schouder terwijl ik achter hem liep. Dat hoort natuurlijk niet, maar daar denk ik op dat moment niet bij na. Dan denk ik alleen: ik moet iedereen gedag zeggen.” Reguillo zit inmiddels in het laatste jaar van zijn studie. Dat zit hij al een aantal jaren maar hij hoopt het dit jaar echt af te kunnen ronden. “Dan komen er weer andere problemen”, merkt hij op. En zal hij werk moeten gaan zoeken. Maar hij heeft al een oplossing in gedachten. Hij gaat voor zichzelf werken. “Dat is ideaal voor mij. Zo kan ik mijn eigen werkplek inrichten en zijn de sociale contacten meestal één op één. Alleen een netwerk opbouwen zal lastig worden.” Nicky wil misschien een boek schrijven of artikelen voor een tijdschrift. Of eventueel doorstuderen, voor zijn master gaan en daarna promoveren. Maar eigenlijk weet hij het nog niet. “Ik was vroeger heel toekomstgericht”, besluit hij, “maar nu leef ik meer van dag tot dag.” ■ havana
11
GROEN
Vergrijzing in het onderwijs dreigt. Maar is dat wel zo erg? Er zijn toch ook frisse jonge docenten? Het slot van een serie dubbelinterviews met jonge en oudere docenten. Na wat omzwervingen kwam Keith Groot (26) dan toch in het onderwijs terecht. Door zijn eigen zoektocht naar de juiste bestemming, snapt hij de tobbende student helemaal. Of het docentschap nu trendy is of niet: “Studenten moeten kiezen wat ze echt leuk vinden.” Even maakt een lichte paniek zich van me meester, daar op de zesde verdieping van de Wenckebachweg. In kamers en koffiehoeken: de complete afdeling lerarenopleiding Engels – studenten niet uitgezonderd, spreekt vlug en vloeiend… Engels. Dit gegeven, gecombineerd met de on-Nederlandse voornaam van docent Engels Keith Groot, doet me vrezen mijn stoffig steenkolenengels van stal te moeten halen. Wanneer Keith me echter een kop automatenkoffie aanbiedt in oer-Hollandse taal, verdwijnt de verwarring. Met al dat Engels om hem heen is het af en toe even zoeken naar het juiste Nederlandse woord, maar ook het standaard Nederlands rolt er dankzij zijn tweetalige opvoeding vrijwel moeiteloos uit. Verwarring over die buitenlandse naam is hem overigens niet onbekend. Maandenlang sprak een studente hem aan met ‘meneer Keith’. Totdat ze terloops vertelde iemand op haar stage te hebben ontmoet met ‘Keith’ als voor- in plaats van achternaam. Groot vond het wel grappig: “Studenten reageren vanuit een vrij conventionele modus, gaan er in eerst instantie van uit dat jij als 12
havana
docent vrij ver van ze vandaan staat.” Die afstandelijkheid is deels intrinsiek, maar toch iets waar hij mee aan de slag is gegaan. Want als hij íets heeft geleerd de afgelopen paar jaar als docent, dan is het: zelf je rol bepalen. Makkelijk ging dat niet, want hij is iemand die ‘graag de kat uit de boom kijkt’. “Ik heb moeten leren dat alleen jij als docent alles in beweging zet. Jij bepaalt wat er gebeurt en wanneer dat gebeurt. Die afwachtende houding moest ik daarom loslaten.” Groot studeerde zelf ook aan de HvA. Dat gebeurde pas na wat omzwervingen, want Groot droomde van een
‘Die afwachtende houding heb ik afgeleerd’ carrière in de luchtvaart. Helaas bleken zijn ogen minder geschikt voor die loopbaan. Van een studie scheikunde ging zijn hart ook niet sneller kloppen, moest hij na een jaartje vaststellen. De studie Engels werd het scheepsrecht. “Dat zoeken naar de juiste studie neem ik nu mee in mijn werk. In mijn mentorschap praat ik met studenten over de moeilijke keuzes die ze moeten maken. Ik begrijp de tobbende studenten daardoor helemaal. Die persoonlijke zoektocht levert me nu een groot voordeel op: ik durf me als mentor ook kwetsbaar op te stellen.” Dat voordeel werd hem ook gegund, merkte hij toen hij zijn loopbaan voortzette aan de Educatieve Hogeschool van Amsterdam (EHvA), sinds dit studiejaar. Doceerde Groot eerder vooral aan ‘goedgebekte’ mbo-studenten op niveau 2 en 4 op grote ROC’s, de hbo-student blijkt een stuk ‘vergevingsgezinder’. Waar de mbo’er nog wel eens de hakken in het zand wil zetten als hij zich nieuwe informatie eigen moet maken, gaat dat bij hbo-studen-
ten op een meer open en reflectieve manier. Iets waar hij op zijn beurt meer voldoening van krijgt: “Hier ben ik met kennisoverdracht bezig, kan ik de diepte in. Met jonge mbo’ers ben je meer opvoedend bezig. Sommigen vinden het behoorlijk moeilijk iets van een docent aan te nemen en zijn erg direct. Toch zijn het vaak kleine dingen die zorgen dat je beeld over bepaalde leerlingen compleet verandert. Toen ik vader werd, stonden de lastigste mbo’ers in de rij om me de hand te schudden. Met het vaderschap verdien je als docent respect in deze groep.” Kennisoverdracht mag dan voldoening geven, dat is niet wat hem primair drijft. Dat er docenten zijn die – ‘soms de oudere garde maar lang niet altijd, hoor’ – die overdracht het belangrijkst en mooiste van het docentenvak vinden, snapt hij niet helemaal. “Dan zou een kennistoets waar iedereen een tien voor haalt, je ultieme doel zijn. Ik richt me veel liever op het totale proces. Wat leert een student op de lange termijn? Hoe komt iemand binnen en met welke competenties vertrekt diegene? Het competentiegericht onderwijs is – zeker bij taalonderwijs – geen slechte onderwijsvernieuwing. Ik verbaas me wel eens over de moeilijkheid waarmee docenten meegaan in vernieuwende ontwikkelingen. Mensen die overal hun vraagtekens bij zetten. Maar misschien hebben we ze ook nodig om de te enthousiaste voorhoede wat af te remmen.” Hij is zich ervan bewust dat hij de welbekende onderwijsslogan uit de kast trekt: in het onderwijs is elke dag anders. “Dat is wat het in de praktijk ook echt leuk maakt. Ik heb studenten die doodleuk zeggen dat ze voor deze studie hebben gekozen omdat ze het “het makkelijkste vak vonden.” Ik begrijp dat wel, maar gemak zou niet je keuze moeten bepalen.” Dat is het beste advies dat hij zijn mentees mee kan geven: “Het is niet trendy om voor het docentenvak te kiezen, inderdaad. Maar kies wat je echt leuk vindt, ook als dat niet sexy is.”
tekst annemarie vissers beeld marc deurloo
EN GRIJS De inkt op haar laatste tentamens was nog niet droog, of docente Peta Eisberg (60) werd al uit de collegebanken geplukt. Ruim dertig jaar zit ze in het vak en wat ‘groenpluk’ betreft is er niet veel veranderd. “Vernieuwingen vond ik altijd eerder logische ontwikkelingen.”
“Groenpluk, zo noemen ze dat tegenwoordig toch?” Peta Eisberg doelt op het uit de collegebanken plukken van studenten nog voordat ze afgestudeerd zijn. Nieuw is die ‘pluk’ allerminst. In de jaren zeventig werden docenten in spe al ingezet tegen het dreigende lerarentekort. Zo ook supervisor, assessor (‘iemand die kijkt of mensen geschikt zijn voor het leraarschap, ongeveer’) en tevens docent Peta Eisberg (60, lerarenopleiding Engels). Daar ging ze: jong, en vooral groen gaf ze haar allereerste les. Zonder kleerscheuren kwam ze die door, daar op de Eerste Christelijke Amsterdamse Nijverheidschool voor Meisjes. En dat mag op zijn minst opmerkelijk genoemd worden, aangezien Eisbergs voorgangsters vol overgave en met succes weggebonjourd waren door de huishoudmeisjes. Eisberg pakte ze compleet in, met haar ultieme seventies uiterlijk: lang haar, leren jasjes, wijde jurken. Maar bovendien: haar persoonlijke manier van lesgeven. Weinig werd er uit boekjes gehaald, want strijken dat leerde ze haar leerlingen door het te doen. Dus nam ze ze mee naar de strijkkamer om via de praktijk kennis te maken met het Engels. De leerlingen liepen met haar weg, ze vonden het prachtig. Die klik die er toen al was met haar studenten, is er nu – ruim dertig jaar na dat spannende debuut – nog steeds. En dat is meteen waar ze het al die jaren voor doet: de liefde voor leerlingen, voor studenten en voor het vak. Zoals gezegd, al voor haar kandidaats weggeplukt van de studie Engelse Taal- en Letterkunde aan de UvA, haalde ze veel later alsnog haar doctoraal aan de Universiteit van Utrecht. Via diverse lesplekken kwam ze, na twintig
jaar voortgezet onderwijs terecht bij de FOO, de Algemene Hogeschool Amsterdam (AHA), de opvolgers van lerarenopleiding d’Witte Lelie en vervolgens de EFA, de EHvA, nu het domein DOO. En hoewel de functies die ze al die jaren bekleedde wisselden – soms meer een begeleider of coach – met hart en ziel docent: dat is Eisberg. En ze herkent het op haar beurt meteen bij studenten, die ook die zo moeilijk uit te leggen ‘klik’ met leerlingen hebben. Van nature, bijna argeloos. “Dat wil helemaal niet zeggen dat ze alles foutloos doen, maar
Met hart en ziel docent ik zie de liefde voor kinderen bij die studenten.” Wat ook niet veranderd is in al die jaren is de zoektocht van studenten en hun onzekerheden. De docente probeert ook daar hulp te bieden: “Dat gaat vaak maar om kleine duwtjes in de rug of tips. Zo kwam een student laatst naar me toe om te vertellen dat hij inderdaad een net overhemd en jasje had gekocht. Het gaf hem meer zelfvertrouwen voor de groep op zijn stage.” Ze benijdt ze overigens niet, de huidige generatie die voor het docentenvak kiest. Want die student van nu moet bijkans een schaap met vijf poten zijn: “Ze moeten teamplayers zijn, maar ook zelfstandig kunnen werken. Ze moeten oog hebben voor opvoedingsvraagstukken, voor pedagogische zaken en daarbij ook organisatorisch sterk zijn. Ze moeten goed contact kunnen leggen, het overzicht houden maar tegelijk op details letten. Empatisch zijn, en lef hebben. Ga er maar aan staan.” Ze vindt het wel fijn dat studenten anno nu niet meer ‘precies en braaf doen wat de meester of juf zegt’. Prima is het dat ze beter weten wat ze willen en ze veel meer te kiezen hebben dan haar generatie. Nee, van haar zul
je niet horen dat het vroeger allemaal veel beter was. Eisberg: “Dingen werden anders aangepakt, maar lang niet altijd beter.” Talloze zogenaamde onderwijsvernieuwingen, die dan wat later weer met het grootste gemak teruggedraaid, of in ieder geval gedeeltelijk aangepast werden: Eisberg werd er allerminst cynisch of zurig van. “Het voelt niet als een voortdurende stroom veranderingen, maar als heel logische, vloeiende ontwikkelingen.” Typisch praktisch poldergedrag? Dat kan zijn, maar Eisberg ís ook van het harmoniemodel, van de nuance. Daar wil ze overigens niet mee gezegd hebben dat ze zich niet druk maakt om zaken: “Zeker word ik boos als ik hoor dat, onder het mom van die ‘onderwijsvernieuwingen’, de klassen groter worden. Natuurlijk is dat gewoon een keiharde budgettaire maatregel. En ook dat gemopper van docenten over salarissen. Dat salaris valt best mee, denk ik dan. Het heeft meer te maken met onvrede over de enorme werkdruk.” Vernieuwingen of niet; studenten van nu zijn in ieder geval massaal opgegroeid met de Engelse taal. Dat zorgt ook dat het kennisniveau omhoog ging, al meent Eisberg dat ze ook nog veel moeten leren: “Jongeren van nu hoeven de tv maar aan te zetten en ze horen en lezen Engels, worden daar veel meer mee geconfronteerd. Dat zorgt ervoor dat de gespreksvaardigheid enorm is verbeterd. Ze zijn minder bang om te spreken in een vreemde taal, dat scheelt al enorm. Hebben we het over andere vaardigheden dan hebben ze nog wel wat voor de boeg. Ach, ervaring leert dat dat ook wel goed komt.” ■
havana
13
-advertenties-
ning.com/files/Du3P1vRyGEDo3Q00vNG201-UD*iE6U9hMnDCyUU2vpzNB5jAxGgEyP-
SPAANS LEER JE BIJ ANIMO ACADEMIA DE ESPAÑOL Cursussen in Amsterdam en Spanje Bel 020-6752293 of kijk op www.spaans-bij-animo.nl voor alle informatie.
Studenten 50% korting
Neem een abonnement ■ Surf naar volkskrant.nl/studenten
(dit aanbod geldt alleen voor uitwonende studenten t/m 27 jaar)
volkskrant.nl/studenten
-./# .1#$ &- 1. (/ 3TUDIETWIJFELSõOFõGESTOPTõMETõJEõSTUDIEõ ENõJEõWEETõNIETõHOEõJEõVERDERõMOETõ :OEKõJEõKOERSõ$OEõDEõ(/4 sõ (ERORIÔNTATIEõ4RAINING õWAARINõJEõ õ JEõVERDIEPTõINõJEõEIGENõKWALITEITEN sõ $RIEõMAANDEN õVIJFõDAGENõPERõWEEK sõ 3TARTõJANUARIõ sõ $Eõ(/4õVINDTõPLAATSõINõ$RIEBERGENõ sõ (UISVESTINGõINõDEõBUURTõISõMOGELIJK
OOO NJAB=@G?=K;@GGD FD
Op zoek naar een leuke bijbaan naast je studie? Of ben je bijna klaar met studeren en ben je op zoek naar een goede startersfunctie?
Schrijf je dan in bij
StudiJob Uitzendbureau!
StudiJob heeft verschillende parttime en fulltime functies in de aanbieding voor studenten, afgestudeerden en werkzoekenden in het algemeen!
Benieuwd? Bekijk onze website www.studijob.nl voor het actuele aanbod. t4UVEJ+PCJTHFPQFOEWBOVVS t7PPSNFFSJOGPSNBUJFLVOKFPPLCFMMFOOBBS
14
havana
‘IK NEEM HET VOORTOUW ALS HET MOET’
tekst hans van vinkeveen beeld fred van diem
Elke hogeschool heeft ze. Prominent aanwezig of in stilte nuttig werk verrichtend. Ze vormen de parels van de organisatie. Ronald Arts, huismeester in het Jan Bommerhuis, is een principieel mens. “Ik zeg altijd: stick to de waarheid.” “Ik heb veel gedoken en ben duikinstructeur geweest. Een uit de klauwen gelopen hobby. Onder water is het alsof je herboren wordt. Op een aantal meters diepte zwevend om je heen zitten te kijken, dat is rustgevend. Een ontspannende inspanning. Maar de veiligheid is er bij mij ingepompt. Je kunt met duiken niet door oranje gaan. Er zijn regels, en daar hou je je aan. Dat past bij mij: de boel onder controle houden, consequent zijn. “Ja, ik ben vrij principieel. Plakken op ramen en deuren is verboden. Rommel op de gang, we hebben afgesproken dat het niet mag. Ik spreek mensen erop aan. Studenten of docenten, dat maakt niet uit. Natuurlijk ben je wel eens flexibel. Maar ik vind: een precedent moet altijd verdedigbaar zijn. “Ik ben twaalf jaar huismeester bij de Hogeschool. Elke ochtend het gebouw openen, de controle van de schoonmaak. Meedenken over een verbouwinkje. Er is de categorie gekke verzoekjes: een fiets wil niet van het slot of een auto niet gestart. Studenten willen een hardlooprace door de gangen. Ga zo maar door. We hebben er voor de aardigheid eens een lijst van opgesteld. Vier volle A4’tjes! In principe zeg je nooit ‘nee’. Het is twee stappen vooruitdenken, mensen informeren, knopen doorhakken. Organiseren kortom, dat ligt mij wel. “Primair is onze taak te zorgen dat het onderwijs te allen tijde doorgaat. Stel: een stroomleiding gaat kapot. Dat komt voor. Dan moet je doortastend optreden. Als de situatie het vereist, neem ik het voortouw. Het kan zo ver komen dat jij moet besluiten om te ontruimen. Ik hoor achteraf wel of ik goed of fout zat. Er gebeuren soms onverwachte dingen: een invalidenwagen is een keer door de lift gezakt. Iemand krijgt een epileptische aanval. Heel vervelend was het betrappen van een inbreker. Gevoelsmatig wil je zo iemand neerhoeken, want hij
moet van andermans spullen afblijven. Maar je weet dat je dan zelf de sigaar bent. Zo is geen dag hetzelfde. “Voordat ik huismeester werd, heb ik in de horeca gezeten. Ik zat als jochie op de brood- en banketschool, werkte later in de banketbakkerij van Dirk van den Broek, ben jarenlang kok geweest. Daar leerde je buffelen, tien uur per dag, zeven dagen in de week. Toen ik zag dat de kelners vaak thee zaten te drinken, heb ik de switch naar voren gemaakt. Gevogelte aansnijden of een kreeftcocktail maken, een tafel van tien personen leeg-
‘Laat mij maar oud worden bij de Hogeschool’ ruimen, ik heb nog een echt vak geleerd. Successievelijk kwam ik te werken in een sterrenrestaurant, waar grote jongens, captains of industry, kwamen. Met hen kon ik goed opschieten; het is wat eronder hangt dat lastig is. Van die figuren die met hun vingers naar je knippen. Dan draaide ik me op mijn hakken om en vroeg met grote ogen wat ik voor ‘meneer’ kon betekenen. Ik won dat spel altijd op een beleefde manier. “Een kelner is dienstbaar maar niet onderdanig. Je helpt mensen een fijne avond te beleven. Die instelling heb ik behouden. Mensen blij maken, waarvan jij dan weer blij wordt. Hoe je zelf bent, krijg je van anderen terug. Ik heb wel een hekel aan mensen die ouwehoeren en
zich profileren ten koste van anderen. Ik zeg altijd: stick to de waarheid. Maar mijn stelling is dat er geen lastige mensen bestaan. Je moet gewoon net even anders op ze reageren. Dat lukt me ook niet altijd hoor. “We hebben in het Jan Bommerhuis een hechte ploeg van huismeesters. Fijne collega’s die alles tegen elkaar kunnen zeggen. Er zijn weinig irritaties. Je praat over het werk, de actualiteit, en de politiek natuurlijk. Af en toe is het tijd voor goeie grap. Zo moest het bureau van een vrij lange dame van de Arbo een centimeter verhoogd worden, maar dat lukte niet. Zij mekkeren. In een gekke bui hebben we toen stiekem kindermeubilair bij de Pabo vandaan gehaald en bij haar neergezet. Het geweldige was dat zij geen krimp gaf. Ze riep gewoon een vergadering bijeen met hoofden van dienst, waaronder een corpulent figuur, die in de kinderstoeltjes moesten gaan vergaderen. “Elke dag ga ik met plezier naar mijn werk. Ik kan er mijn ei in kwijt, heb veel verantwoordelijkheid. Mij hoor je niet klagen. Alleen vind ik dat je – hoe zeg ik dit zonder mensen op hun tenen te trappen – te weinig van het hogere echelon hoort. Ik zou het leuk vinden als een directeur zijn gezicht laat zien. Dat hij uit zijn ivoren toren eens koffie komt drinken en vraagt hoe het ermee gaat. Ik ben loyaal aan mijn werkgever. Waarom zou je weggaan als je het ergens naar je zin hebt. Maar ik ben best wel ambitieus. Zouden er intern mogelijkheden zijn, dan zou ik die aangrijpen. Een functie waarin ik nog beter mijn organisatorische kwaliteiten tot hun recht te laten komen, zou bij me passen. Nee, laat mij maar oud worden bij de Hogeschool.” ■ havana
15
PENNEN, PEPERMUNTJES EN POLSBANDJES Vrijwel elke Antilliaanse scholier droomt van een studie in het buitenland. Hoe realistisch hun wens om in Nederland hartchirurg of piloot te worden is, kunnen ze te weten komen op de Studie- en Beroepenmarkt in het WTC van Willemstad.
Grote gele schoolbussen – zoals bekend van Amerikaanse films – rijden af en aan bij het World Trace Centre in Willemstad, Curaçao. Ze droppen hele middelbareschoolklassen die een bezoekje komen brengen aan de Studie- en Beroepenmarkt die dit jaar voor de vijftiende keer wordt gehouden. Buiten is het dertig graden, binnen brengt de airco de temperatuur tot onder het punt waar de gemiddelde HvA-medewerker een klacht zou indienen bij gebouwenbeheer. Zo’n vijftien Nederlandse onderwijsinstellingen, ongeveer evenveel Antilliaanse onderwijsinstellingen en een aantal bedrijven laten zien wat ze te bieden hebben. Ze beantwoorden alle vragen die de scholieren maar zouden kunnen hebben, variërend van “Welke opleidingen hebben jullie eigenlijk?” tot “Wat is precies het verschil tussen Information Engineering en “Engineering, Design & Innovation”. Ook de Hogeschool van Amsterdam is vertegenwoordigd met een delegatie, onder leiding van Hanneke Stasse, die vanuit het domein Onderzoek en Opvoeding al jaren naar Curaçao gaat. Zij wordt ondersteund door Lydie van de Laar (studentendecaan) en Jerke van der Woerdt (projectleider Studentmentorenprogramma). 16
havana
Ashwant Gonesh (18, tweedejaars Aviation), zelf van Antilliaanse afkomst, is meegevraagd om uit eigen ervaring te vertellen hoe het is om in Nederland te studeren. Aviation mag zich wel voorbereiden op een verhoogde instroom in 2009, zo enthousiast verkondigt Ashwant de blijde boodschap van zijn studie. Van alle opleidingsniveaus komen scholieren naar de studie- en beroepenmarkt: vwo, havo, maar ook (voorbereidend) secundair beroepsonderwijs (sbo en vsbo, vergelijkbaar met mbo en vmbo in Nederland). Er is veel interesse voor praktische opleidingen als Economie en Recht. Ook Toegepaste Psychologie gooit hoge ogen. Dankzij de onrust aldaar hebben vragen ook vaak betrekking op overstappen van de University of the Netherlands Antilles.
bezoeken aan scholen om vragen van scholieren te beantwoorden. De ‘geeltjes’ waar de leerlingen hun vragen op mogen schrijven, bevatten vaak vergelijkbare teksten: “Hoe zit het met huisvesting?”, “Hoe regel ik studiefinanciering?”, “Hoe duur is het leven in Nederland?”, “Hoe ziet een dag in het leven van een student eruit?”, “Hoe is het studentenleven in Amsterdam?” Ook hier optimisme. Bij de voorlichting die de HvA-delegatie geeft op een havo-vwo-school, steken van een groep van twintig leerlingen er maar twee hun hand op bij de vraag wie problemen verwacht met het Nederlands. Toch wordt voorlichtingsveteraan Stasse nog wel eens verrast door een vraag. “Vorig jaar kwamen er bijvoorbeeld vragen over racisme, mede dankzij alle negatieve publiciteit over Antillianen.”
optimisme
rapgroep
Opvallend is het optimisme van veel jongeren. Jongens en meisjes van de laagste opleidingsniveaus die dromen van een carrière als oogarts of hartchirurg zijn geen uitzondering. Ondanks waarschuwingen wil het er bij de Curaçaose scholieren maar moeilijk in dat het ‘Nederlandse Nederlands’ anders is dan wat zij op school geleerd hebben en dat het dus nogal eens voor problemen kan zorgen. ‘We leren Nederlands op school, de boeken zijn in het Nederlands, dus wat kan het probleem zijn?’ Moederland Nederland is een aantrekkelijke optie. Het opleidingsaanbod is breder en hoogwaardiger, er wordt een taal gesproken die ze op school gehad hebben en veel scholieren hebben al vrienden en/of familie hier wonen. De Verenigde Staten en Zuid-Amerika zijn dichterbij, maar vaak duurder en met minder goede banden. Gedurende de week op het eiland brengt de HvA-delegatie – net als de andere Nederlandse delegaties – ook
Zo bedeesd als de scholieren op de beurs hun vragen stellen, zo gretig grissen ze de pennen, pepermuntjes en polsbandje van tafel. (“Hé, een paarse, die had ik nog niet!”) Aan de kleur van de poloshirts is te zien van welke school de jongeren komen. De shirts zijn de verplichte schooluniformen, om te voorkomen dat de scholieren elkaar de ogen uitsteken met blingbling en merkkleding. Bij de avondopenstelling van de beurs, van zes tot half tien, is het beeld anders. Bij de meisjes reiken de decolletés soms tot aan de navel, jongens dragen hiphopoutfits met broeken zo’n beetje op de knieën. Maar ook keurige kinderen met hun ouders en meisjes met een kind op hun arm. Met een optreden van rapgroep Los 3scogidos en de finale van een wedstrijd voor jonge ondernemers wordt donderdagavond de vijftiende Studie- en Beroepenmarkt feestelijk afgesloten. De organisatie spreekt van een groot succes.
tekst wim de jong beeld carlo wallé
★
‘Als het maar niet te streng is’
‘Wennen aan de taal’
Timoty Kleinmoedig (16, 4 havo)
Elvis Chan (19, havo 4)
“Ik heb net informatie opgevraagd over International Business & Languages. Waarom? Het lijkt me wel interessant. Reizen naar Europa, de Verenigde Staten, Zuid-Amerika…Wat ik ga studeren weet ik nog niet precies, ik verzamel nog informatie. In welk land ik ga studeren weet ik ook nog niet. Als het er maar leuk is, niet te streng. Ik heb al vijf jaar in Rotterdam gewoond, dus de stap naar Nederland of de ‘grote stad’ is voor mij niet zo eng. Ik wil in ieder geval weg van Curaçao, een andere experience, verandering.”
“Nog voordat ik naar de havo ging, was ik al bezig met grafische dingen en elektro, dus ik wil graag een technische opleiding gaan doen. Of iets met media. Ik ben goed in wiskunde, maar niet in taal. Ik ben me nog aan het oriënteren, wacht nog even met kiezen. Er is ook zo veel keus. Je maakt in het leven één keuze, en daar moet je bij blijven. Het maakt mij niet uit of ik nou in de Verenigde Staten of in Nederland ga studeren, als ik de opleiding van mijn keuze er maar kan volgen. In het buitenland wonen lijkt me vooral lastig in het begin: woonruimte vinden, wennen aan de taal, dat soort dingen. Maar daarna moet het wel lukken. Of ik na mijn studie terug wil naar Curaçao? Misschien voor vakantie.”
‘Nederland is spannend’
‘In ieder geval niet op Curaçao’
Stephany Adelina (17, 4 vsbo)
Kimberly Cohen (15, 4 havo)
“Ik wil graag laborant worden. Daar hebben we hier geen opleiding voor. Daarvoor moet ik eerst nog een mbo-opleiding volgen. Na mijn studie wil ik weer terug naar Curaçao om hier te werken. Ik vind het wel spannend om naar Nederland te gaan. Het is voor mij voor het eerst dat ik zelfstandig zou wonen, en ik weet nog niet zo heel veel van Nederland. Gelukkig heb ik een zus in Eindhoven en een tante in Tilburg. De taal wordt misschien een klein beetje een probleem. Thuis praat ik toch vooral Papiaments.”
“Het liefst zou ik patholoog worden. Maar ja, ik ben niet goed in natuurkunde, dus wordt het economie. Daar ben ik goed in. Of ik nu in Nederland ga studeren, in de VS of in Zuid-Amerika, dat maakt me niet zo veel uit, maar in ieder geval niet hier op Curaçao. Het niveau van de opleidingen is me hier te laag en de kans op een goede baan te klein. Ik vind het spannend om naar het buitenland te gaan, maar ik denk dat ik het wel overleef. In Nederland heb ik veel familie wonen: in Amsterdam, Rotterdam en Maastricht.” ■ havana
17
18
havana
AVONTUUR OP EEN EILAND
tekst wim de jong beeld carlo wallé
hva helpt bij opzetten opleiding Eén jaar heeft Tannetje ’t Hooft om de opleiding Social Work op Curaçao van de grond te trekken. Daarna moet iemand van ’t eiland het overnemen. “Het is natuurlijk wel een avontuur.” Als ze wil, kan Tannetje ’t Hooft in de middagpauze zo een duik nemen in de oceaan. Ze hoeft namelijk alleen maar de straat over te steken om vanuit het World Trade Centre, waar haar werkkamer is, op Marriott Beach te komen. ’t Hooft is in augustus naar Curaçao gekomen om een opleiding Social Work op te zetten. De opleiding is onderdeel van de University of the Netherlands Antilles (UNA). ’t Hooft is voor een jaar gedetacheerd door de HvA. “Mijn opdracht als projectleider is om de opleiding in dit eerste jaar gestalte te geven. Het raamwerk is klaar, maar het vullen met onderwijs moet werkendeweg nog gebeuren. De bedoeling is dat na dit jaar iemand van het eiland als opleidingsmanager de kar verder gaat trekken.” De nieuwe opleiding kent drie afstudeerprofielen: Maatschappelijk en Sociaal Juridisch Werk, Pedagogische Hulpverlening en Human Resource Management. In Nederland zijn dat gescheiden opleidingen. Social Work aan de UNA kent een gemeenschappelijk programma in de eerste twee jaar. ’t Hooft: “Dat heeft met de schaalgrootte te maken, maar ook met arbeidsmarktperspectieven. Anders loop je het risico dat je studenten opleidt voor een beroep waar nou net geen werk in is. Met een bredere opleiding kun je ook nog in een verwant beroep aan de slag.” Over specifieke problemen – of liever ‘thema’s’ – die relevant zijn voor sociaal werk op de Antillen is ’t Hooft voorzichtig. “De basics van Social Work zijn tamelijk universeel, maar je linkt het natuurlijk aan lokale gegevens. De studenten doen bijvoorbeeld een project over eenoudergezinnen. Dat is hier zo ongeveer het meest actuele onderwerp dat je kunt verzinnen.” De lijst van onderwerpen is veel langer. Niet voor niets wekt de naam Curaçao associaties op met bolletjesslikkers, tienermoeders en probleemjongeren, om maar wat te noemen. Omdat de UNA met ruimtegebrek kampt en de nieuwbouw pas volgend jaar klaar is, bivakkeert de opleiding tijdelijk in kantoortje met kale muren in het ‘multifunctioneel zakencentrum’ WTC. “We hadden eerst hele vieze oude tafels en stoelen, nu hebben we nieuw meubilair. Nu is het ineens een serieus kantoor.” We blijven in de kamer van ’t Hooft zitten, omdat de rector elk moment kan bellen. In de week dat Havana op Curaçao is, keert zij juist terug na een maand afwezigheid, om de onrust op de UNA wat te laten betijen (zie kader).
indammen Het idee voor een opleiding Social Work komt voort uit een overeenkomst die de HvA met de UNA heeft gesloten om studenten en docenten uit te wisselen. ’t Hooft: “Er gaan nogal wat studenten van ons een tijdje naar Curaçao voor een stage. Het zou misschien nog wel mooier zijn als ze hier ook nog een tijdje studeren.
En we denken dat het voor Curaçaose studenten ook interessant kan zijn om een stukje van hun opleiding in Nederland te doen – een stage of een afstudeerproject – in plaats van de hele opleiding.” Veel Nederlandse studenten die naar Curaçao komen, doen dat voor ‘zon, zee en strand en dan ook wat stage’ erkent ‘t Hooft. “Dat mag, daar is niks op tegen. Het wordt natuurlijk aardiger als je ook wat leert van de cultuur. Of dat niet in elk willekeurig ander land van de wereld kan? Ik denk het wel. Maar het voordeel van Curaçao of Suriname is dat je toch een stapje de wereld in zet, een heel end buiten Amsterdam, maar het is een minder grote stap dan wanneer je naar bijvoorbeeld Guatemala afreist. Het is relatief eenvoudig, door de taal, door de verbindingen, doordat er zo veel meer Nederlandse studenten zijn.” De HvA wil ook investeren in het onderwijsklimaat op Curaçao. ’t Hooft: “Zo kun je het vertrek van al die mensen naar Nederland indammen. Antilliaanse studenten die eenmaal naar Nederland vertrokken zijn, komen vaak niet meer terug. Terwijl ze hier wel nodig zijn. Maar wij hebben bij Social Work ook studenten die nooit in Nederland zouden zijn gaan studeren. Die best door willen studeren, maar het eiland niet af kunnen of willen. Bijvoorbeeld omdat ze het geld niet hebben, niet gestimuleerd worden of anderszins niet in de omstandigheden zijn.” De opleiding Social Work van de UNA is een ‘doorstart’ van de voormalige deeltijdopleiding Hoger Onderwijs Gedrag en Maatschappij (HOGMA). ‘Hooft: “De UNA heeft de HOGMA overgenomen en bouwt ‘m nu af. Daarvoor in de plaats komt deze bachelor-opleiding. De HOGMA was een echte deeltijdopleiding, de nieuwe niet, al is het onderwijs wel ’s avonds. Veel studenten werken overdag, maar er is ook een flinke groep die net van de havo of het mbo komt. Het loopt op tot studenten in de veertig die al een baan hebben in het welzijnswerk. We hebben ervoor gekozen om de groepen op leeftijd in te delen. Daardoor zitten ze toch redelijk in dezelfde omstandigheden. De oudsten hebben een serieuze baan als politieagent of gevangenbewaarder, de jongsten komen net van de middelbare school, en de andere twee groepen zitten er een beetje tussenin.”
beetje rafelig Voordat ’t Hooft ja zei tegen deze opdracht, is ze een week naar Curaçao gegaan om te kijken wat het zou inhouden. “Het is natuurlijk wel een avontuur. Maar ik vond er meteen iets aantrekkelijks in zitten. Ik had heel snel dat eilandgevoel, meteen de eerste keer toen ik van vliegveld Hato wegreed. Dat je zo rondkijkt en de geiten in de berm ziet lopen. De weg is redelijk maar toch een beetje rafelig. De afwisseling van heel eenvoudige bebouwing met luxere villa’s. Dan weet je meteen: oh ja, dat is een eiland, dat is een beetje wild. Ik had er meteen een leuk gevoel bij. Het is een boeiend eiland en ook mooi, met prachtige natuur en koloniale architectuur.” Van de onrust op de UNA merkt ’t Hooft weinig. “Het is heel fijn dat we hier in de luwte zitten. De studenten hebben zich er weinig over uitgelaten, hooguit dat ze het gênant vonden hoe studenten van de Sociaal Economi-
sche Faculteit tekeergingen.” Om zes uur, als het interview afgelopen is, loopt ’t Hooft naar de grote hal, waar de studiebeurs is. Tijd om voorlichting te geven aan middelbare scholieren. De rector heeft nog niet gebeld.
●
UNA & Accreditatie
De University of the Netherlands Antilles (UNA) werd in 1979 opgericht. De UNA telt vijf faculteiten: Educatieve beroepen en Cultuurstudies, Rechtsgeleerdheid, Sociale en Economische Wetenschappen, Technische Wetenschappen en Maatschappij- en Gedragswetenschappen. Het aantal studenten is in de afgelopen jaren sterk gegroeid: van 686 in 1999-2000 via 1041 in 2003-’04 tot 2032 in 2006-‘07. De UNA is een universiteit in de Anglo-Amerikaanse betekenis van het woord: er worden academische en professionele opleidingen aangeboden. Rechten en Economie moeten worden beoordeeld als academische (wo) opleidingen, de andere als professionele (hbo) opleidingen. De UNA wil in 2010 al haar opleidingen geaccrediteerd hebben door de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO).
●
Crisis op de UNA
Honderden studenten bezetten begin oktober dagenlang de Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA), de hoogste onderwijsinstelling van de Nederlandse Antillen. Inzet was het vertrek van rector magnificus Jeanne de Bruijn, in 2006 uit Nederland overgevlogen om de UNA naar een hoger wetenschappelijk plan te tillen, en de door haar benoemde decaan van de Sociaal Economische Faculteit (SEF). Hun vertrek zou de weg moeten vrijmaken om de roosterproblemen op te lossen. De Bruijn, op het eiland controversieel wegens haar Nederlandse managementstijl, moest door de politie worden bevrijd en op een onderduikadres worden ondergebracht. Vervolgens ging ze een maand met vakantie. Na de acties van de studenten ging een deel van het personeel in staking. Het UNA-bestuur probeert al jaren een einde te maken aan de belangenverstrengeling tussen SEF en Curaçao Institute for Social and Economic Studies (Curises) een door SEF-docenten opgerichte stichting binnen de UNA voor masteropleidingen en commerciële studieprojecten. Enkele SEF-docenten verdienen daar een aardig zakcentje bij. De Bruijn wilde haast maken met de verzelfstandiging van Curises. Het gesteggel ging tot aan de rechter, die wilde dat de partijen er samen uitkomen. Voor toenmalig SEF-decaan Paul van Bladel was de situatie voldoende reden om zijn functie neer te leggen; de roosterplanning voor het nieuwe schooljaar bleef de hele zomer liggen. Volgens de SEF-docenten gaat de inzet van het conflict veel verder. Waar De Bruijn zich inzette voor deugdelijk bestuur, menen enkele SEF-docenten dat het belangrijker is kritisch bewustzijn bij de studenten te stimuleren, om daarmee het hele eiland te emanciperen. ■ havana
19
-advertenties-
The Talent company zoekt jou! HET bemiddelingsbegeleidings- en uitzendbureau voor HBO/WO-studenten tijdens en na je studie!
Schrijf je in op www.thetalentcompany.nl, of bel gewoon even naar 020-4352610 of 030-2381919
#2%! IS DE CULTURELE ORGANISATIE VAN DE 5V! EN (V! 4URFDRAAGSTERPAD 84 !MSTERDAM
WO ZA NOVEMBER
-UZIEK
#2%! /RKEST OLV "AS 0OLLARD
0ROGRAMMA "RUCKNER 6IERDE @2OMANTISCHE 3YMFONIE 2AVEL 4WEEDE SUITE UIT $APHNIS ET #HLOÏ 0LAATS NOV $OMINICUSKERK !MSTERDAM 4OEGANG +AARTVERKOOP AAN DE DEUR VANAF UUR 0LAATS NOV "EURS VAN "ERLAGE !MSTERDAM 4OEGANG +AARTVERKOOP AAN DE DEUR VANAF UUR
DO NOVEMBER
-UZIEK #2%! +LASSIEK
%EN PODIUM VOOR INFORMELE CONCERTEN WAARBIJ AMATEURMUSICI DE GELEGENHEID KRIJGEN IN HET OPENBAAR OP TE
TTc heeft haar opdrachtgevers in Amsterdam, Utrecht e.o.
Gespecialiseerd in het vinden van werkplekken, stageplekken.
TREDEN :ELF OPTREDEN 3TUUR EEN E MAIL NAAR KLASSIEK
MA DECEMBER
CREAUVANL 0LAATS #2%! -UZIEKZAAL 4OEGANG GRATIS
&ILOSOlE