Studeren met een functiebeperking
15 oktober 2013 Directie Hoger onderwijs en studiefinanciering Ministerie van OCW
Anja van den Broek, Marjolein Muskens & Jeroen Winkels
Meerjarig onderzoek 2008-2012 Hoofdvragen
1. Hoeveel studenten met een functiebeperking zijn er en welke ontwikkelingen hebben zich voorgedaan?
2. Hoe verloopt de opstap van voortgezet naar hoger onderwijs? 3. Wat bieden hoger onderwijsinstellingen aan ondersteuning voor studenten met een functiebeperking? 4. Welke oorzaken zijn er voor studievertraging en -uitval van studenten met een functiebeperking?
Wat komt aan bod vandaag?
1. Hoeveel studenten met een beperking zijn er in het hoger onderwijs (ho)? 2. Wat gebruiken zij aan voorzieningen: behoefte, noodzaak, aanbod, gebruik, tevredenheid? 3. Welke relatie bestaat er tussen studiesucces, studie-uitval en gebruik van voorzieningen? 4. Zijn er aangrijpingspunten om vertraging en uitval terug te dringen … ?
5. … en welke suggesties heeft u?
Basispublicaties
Severiens, et al. Studeren met functiebeperking. Resultaten van een onderzoek onder eerstejaarsstudenten. Ministerie van OCW, Den Haag, 2009. (SEOR/RISBO) Poels-Ribberink, et al., Maken ze meer mogelijk. Studeren met een functiebeperking 2010. Vervolgmeting. Ministerie van OCW, 2011. (ITS/ResearchNed) Van den Broek, et al., Studeren met een functiebeperking. De relatie tussen studievoortgang, studieuitval en het gebruik van voorzieningen. Eindmeting onderzoek ‘studeren met een functiebeperking’. Ministerie van OCW, 2013. (ITS/ResearchNed)
1. Hoeveel studenten met een beperking zijn er in het hoger onderwijs (ho)? 2. Wat gebruiken zij aan voorzieningen: behoefte, noodzaak, aanbod, gebruik, tevredenheid? 3. Welke relatie bestaat er tussen studiesucces, studie-uitval en gebruik van voorzieningen? 4. Zijn er aangrijpingspunten om vertraging en uitval terug te dringen … ? 5. … en welke suggesties heeft u?
Hoeveel studenten met functiebeperking zijn er? Antwoord hangt af van definitie van functiebeperking en wijze van meting: variatie in vraagstelling beïnvloedt schatting sterk. (Ribberink et al. (2011): 12 enquêtes met 7 methoden na 2000)
Advies na tweede meting aan ‘stakeholders’: standaardiseer de vraagstelling en kies voor tweetrapsvraag (niet voor filtervraag): Eerste trap: leg lijst van functiebeperkingen voor. Levert schatting van aandeel studenten met een functiebeperking in 2012: 30%
Tweede trap: vraag naar mate van belemmering bij studie. Levert schatting van aandeel studenten dat in 2012 is belemmerd door een functiebeperking: 10%
Categorie
Functiebeperking
ADHD
ADHD Beperking in concentratie
Autisme
Autisme/verwante stoornis
Dyslexie
Dyscalculie
aandoening/ziekte
Onder andere: (Langdurige) pijn Migraine Long-/ademhalingsprobleem
Psychische
aandoening/ziekte
Psychisch probleem/aandoening Eetstoornis
Onder andere: Beperking in zien Beperking in horen Beperking in beweging
Chronische
Functionele beperking
Overige functiebeperking
Andere aandoening/ziekte Andere functiebeperking
Meest voorkomende functiebeperkingen onder studenten (tussen vijf en zeven procent van alle studenten): - dyslexie - chronische vermoeidheid - migraine - beperking in concentratie - long-ademhalingsproblemen Minst voorkomende beperkingen (minder dan 0,5 procent van alle studenten)
- epilepsie - spierziekte - andere neurologische aandoening - kanker - gebonden aan rolstoel
Meest belemmerd (tussen 50 en 65 procent) in studie: studenten met: - chronische vermoeidheid - beperking in concentratie - long- en ademhalingsproblemen - psychisch probleem - ADHD - gebonden aan rolstoel Minst belemmerd (tussen 0 en 12 procent) in studie: studenten met: - Long-ademhalingssproblemen - huidaandoening - hart- /vaatziekte - beperking in zien - beperking in horen - suikerziekte - epilepsie
En hoe zit het dan met dyslexie? 26% belemmerd En met autisme? 32% belemmerd En de overige beperkingen? (zeer weinig voorkomend, niet in de lijst van 29 beperkingen) 52% belemmerd
• Studenten met functiebeperking vormen een heterogene groep: grote variatie in de aanwezigheid van een beperking en grote variatie in de mate van belemmering. • De onzichtbare gebreken brengen vaker een grotere mate van belemmering met zich mee • 10 procent van de studenten is belemmerd vanwege een functiebeperking, maar geen trends sinds 2000 waarneembaar. Schattingen in 2008 en 2010 met licht afwijkende vraag (toevoeging: ‘ondanks hulpmiddelen’: 7-8%. • Ontbreken van een trend kan het netto resultaat zijn van twee tegengesteld werkende ontwikkelingen: meer doorstroom van studenten met functiebeperking vanuit voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs naar het hoger onderwijs. grotere aandacht in het ho voor studeren met een functiebeperking waardoor belemmeringen (soms) kunnen worden weggenomen.
1. Hoeveel studenten met een beperking zijn er in het hoger onderwijs (ho)? 2. Wat gebruiken zij aan voorzieningen: behoefte, noodzaak, aanbod, gebruik, tevredenheid? 3. Welke relatie bestaat er tussen studiesucces, studie-uitval en gebruik van voorzieningen? 4. Zijn er aangrijpingspunten om vertraging en uitval terug te dringen … ? 5. … en welke suggesties heeft u?
Gebruik en waardering voorzieningen Aanpassing in het onderwijs Categorie
Voorzieningen
Aanpassing in het
Persoonlijk tijd- en examenschema (bijvoorbeeld aanwezigheidsplicht,
op tijd aanwezig zijn, individueel rooster)
onderwijs
Extra studieloopbaanbegeleiding (voor studenten met een functiebeperking)
Beschikbaarheid van aangepaste onderwijsmaterialen
Opgeknipte stages (stage met kortere dagen, over een langere tijd verspreid)
Andere inhoud van curriculumonderdelen (bijvoorbeeld aangepaste opdrachten)
Gebruik en waardering voorzieningen Begeleiding, advies en ondersteuning Categorie
Voorzieningen
Begeleiding
Medewerkers van de hogeschool of universiteit die helpen bij het volgen van de colleges/lessen
Medewerkers van de hogeschool of universiteit die helpen bij het maken
van opdrachten
Begeleiding bij psychische belemmeringen
Begeleiding bij dyslexie
Lotgenotengroep
Voorlezers, notitiemakers of schrijfassistenten
Studententolken
Persoonlijke begeleiders (bijvoorbeeld student-buddy systeem of assistenten)
Advies en ondersteuning in contact met of doorverwijzing naar integratie-instanties (zoals UWV)
Advies en ondersteuning van begeleiders naar werk (bijvoorbeeld trainingen om zelfbeeld te versterken, sollicitatietraining, beroepentest)
Handboek of literatuur over functiebeperkingen
Gebruik en waardering voorzieningen Materiële voorzieningen Categorie
Voorzieningen
Materiële voorzieningen
Aangepaste apparatuur en technologie
Voorzieningen voor goede toegankelijkheid
Aangepaste liften
Aangepast vervoer binnen de instelling
Gesproken leerboeken
Rustruimte
Digitale helpdesk, speciaal voor studenten met een functiebeperking
Fysieke helpdesk, speciaal voor studenten met een functiebeperking
Digitale aanvraagprocedure voor voorzieningen
Papieren aanvraagprocedure voor voorzieningen
Test om dyslexie vast te stellen
Gebruik en waardering voorzieningen Aanpassing in tentamens/examens Categorie
Voorzieningen
Aanpassing in tentamens/
Extra tijd bij tentamens/examens
examens
Alternatieve toetsvormen
Vergrote letters
Aangepaste opdrachten
Op individuele mogelijkheden aangepaste tentamenplanning
Bijzondere tentamen/examenvoorzieningen (bijvoorbeeld aparte ruimte, afwijkingen van organisatorische regels bijvoorbeeld met betrekking tot toiletgang)
Behoefte aan voorzieningen Percentage van studenten met een functiebeperking dat voorzieningen nodig heeft ten opzichte van alle studenten met een functiebeperking 90% 80% 70% 60%
50% 40% 30% 20% 10%
0% 2008
2010
2012
Hbo
Onderwijs
2008 -
Begeleiding
2010 Wo
Materieel
Examens
2012
Aanbod voorzieningen Percentage van studenten met een functiebeperking dat voorzieningen nodig heeft en deze ook daadwerkelijk aangeboden krijgt naar jaar en soort hoger onderwijs 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2008
2010
Hbo Onderwijs
2012 Begeleiding
2008
-
Materieel
2010
Wo Examens
2012
Gebruik voorzieningen: Percentage van studenten met een functiebeperking dat voorzieningen aangeboden krijgt en deze ook daadwerkelijk gebruikt naar jaar en soort hoger onderwijs 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2008
2010
2012
Hbo Onderwijs
2008 -
Begeleiding
2010 Wo
Materieel
Examens
2012
Tevreden over voorzieningen: Percentage van studenten met een functiebeperking dat voorzieningen gebruikt en daar ook tevreden over is naar jaar en soort hoger onderwijs 100% 90% 80% 70% 60%
50% 40%
30% 20%
10% 0% 2008
2010
2012
Hbo Onderwijs
2008 -
Begeleiding
2010 Wo
Materieel
Examens
2012
1. Hoeveel studenten met een beperking zijn er in het hoger onderwijs (ho)? 2. Wat gebruiken zij aan voorzieningen: behoefte, noodzaak, aanbod, gebruik, tevredenheid 3. Welke relatie bestaat er tussen studiesucces, studie-uitval en gebruik van voorzieningen? 4. Zijn er aangrijpingspunten om vertraging en uitval terug te dringen … ? 5. … en welke suggesties heeft u?
Studievertraging en –uitval Resultaten uit de publicaties 2011 en 2013: 1. Over het algemeen is de tijd die studenten besteden aan de studie gestegen. 2. Studenten met beperking besteden meer tijd aan de studie en steken minder tijd in betaalde arbeid. 3. Studenten met een functiebeperking hebben een slechtere studievoortgang en behalen iets minder studiepunten. 4. Meer studievertraging bij studenten die zich belemmerd voelen door hun functiebeperking. 5. Motivatie van studenten met een functiebeperking is gemiddeld genomen iets lager dan die van de andere studenten. 6. Bijna de helft geeft aan dat hulp en ondersteuning nooit volledig de functiebeperking kan compenseren.
Studievertraging en –uitval Percentage uitvallers onder studenten die wel en geen voorzieningen gebruiken naar soort hoger onderwijs
.
18% 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0%
9% 7%
5%
3%
4% 1%
Geen gebruikgemaakt van voorziening Hbo
Wo
Gebruikgemaakt van voorziening Ho
Hoe gaat het in het vijfde ‘studiejaar’ ? Studenten najaar 2007 gestart en in april-mei 2012 gevraagd, dus 4,5 jaar na start Van de Hbo-studenten zonder functiebeperking is (in deze steekproef ) 63% afgestudeerd. Van de studenten met beperking: 46% Van de Wo-studenten zonder functiebeperking is 27% afgestudeerd. Van de studenten met beperking: 23% Van de Hbo-studenten zonder functiebeperking is 3% zonder diploma uitgevallen. Van de studenten met beperking: 14% Van de Wo-studenten zonder functiebeperking is) 2% zonder diploma uitgevallen. Van de studenten met beperking: 7%
Hoe gaat het in het vijfde ‘studiejaar’ ?
Hbo-studenten met functiebeperking hebben gemiddeld 6 ECTS minder dan studenten zonder beperking Wo-studenten met functiebeperking hebben gemiddeld 21 ECTS minder dan studenten zonder beperking
Studenten met een functiebeperking die zijn gestopt geven niet vaker dan de anderen aan dat hun studiestaken te voorkomen was geweest. In hun motivatie voor de studie en het studeren verschillen beide groepen studiestakers evenmin van elkaar.
Hoe gaat het in het vijfde ‘studiejaar’ ?
Een derde van de studenten met functiebeperking is niet tevreden met hun huidige situatie. Bij de studenten zonder beperking is dit aandeel lager: een kwart.
20% van de studenten met een functiebeperking zit thuis (zonder maatschappelijke bezigheid), ‘op de bank’. Bij de studenten zonder beperking is dit 0%
1. Hoeveel studenten met een beperking zijn er in het hoger onderwijs (ho)? 2. Wat gebruiken zij aan voorzieningen: behoefte, noodzaak, aanbod, gebruik, tevredenheid 3. Bestaat er een relatie tussen studiesucces, studieuitval en gebruik van voorzieningen? 4. Zijn er aangrijpingspunten om vertraging en uitval terug te dringen … ? 5. … en welke suggesties heeft u?
Zes aangrijpingspunten om vertraging en uitval terug te dringen 1. Verbeter de voorlichting (websites; vooral over leerroutes) met aandacht voor heterogeniteit én onzichtbare functiebeperkingen. 2. Nodig als universiteit of hogeschool op verschillende momenten studenten uit om functiebeperking te melden. 3. Communiceer intern de resultaten van individueel maatwerk. Wissel ‘good/bad practices’ uit (bv over examenreglementen, studentenplatforms) tussen en binnen instellingen.
4. Vergroot de flexibiliteit van medewerkers: -
functiebeperkingen kunnen veranderen,
-
in bepaalde studiefasen meer of minder belemmerend zijn,
-
en studenten vinden vaak tegelijkertijd een voorziening nodig en gebruiken deze niet, nog niet of niet meer.
Aangrijpingspunten (vervolg) 5.
Maak duidelijk wat wordt verwacht van: studentendecaan <> studieadviseur/studiebegeleider <> docent <> student. Zorg voor ‘voelsprieten’ onder docenten.
6.
Verzamel en analyseer gegevens studievoortgang (ook nodig voor accreditatie) als verplicht onderdeel in managementrapportages (op diverse niveaus) én zorg voor feedback. Op niveau van instelling, faculteit, opleiding én student.
Zeven stellingen tot slot 1.
‘Men’ onderschat in het hoger onderwijs vaak de omvang van de groep studenten die belemmerd worden door een functiebeperking.
2.
De grote variatie in beperkingen (1), het geringe voorkomen van veel beperkingen (2), én de onzichtbaarheid van veel beperkingen (3) houden deze onderschatting (mede) in stand.
3.
Waar generiek beleid wordt gevraagd is het antwoord: lever maatwerk (instellingen, opleidingen) en vraag/accepteer maatwerk (studenten).
4.
Als voorzieningen nooit worden gebruikt/gevraagd moeten twee vragen worden gesteld: communiceren we duidelijk (instellingen, opleidingen) en oriënteren we ons goed (studenten)?
Zeven stellingen tot slot 5.
Er is “leerwinst’ te boeken door studenten met een functiebeperking minder vaak te laten uitstromen zonder diploma.
6.
Geen enkele student met een functiebeperking die het hoger onderwijs zonder diploma heeft verlaten zou zonder maatschappelijke bezigheid moeten zijn.
7.
Studenten met een functiebeperking – die gemiddeld genomen langer over hun studie doen – bouwen in een leenstelsel zonder studiebeurs meer studieschuld op.
… en welke suggesties heeft u?