Studieavond 8 en 9 februari 2012 Otto van Tuijl Aviagen EPI
Ross ouderdieren tot 30 weken • • • • • • •
Genetische ontwikkelingen Alle begin is moeilijk goede start Conditioneren in de opfok Entingen, hoe, wat, waar en effecten. Van opfok naar productie Ook het tweede begin is moeilijk 2e start Samenvatting
Genetische ontwikkelingen • • • • • • •
Mijlpalen Selectie op robuustheid Pootsterkte Uitval Gebalanceerde vooruitgang Maximalisatie ouderdier Ontwikkeling: productie, vruchtbaarheid en uitkomsten
1
Verwachte jaarlijkse vooruitgang
• Ouderdieren • Eieren • Uitkomst % • Kuikens
0 tot 0.20 0.20 tot 0.25 0.30 tot 0.40
Alle begin is moeilijk ……(1). • Start van de opfok = start vleeskuikens maar zijn 10x zoveel waard. • Kengetallen: - temperatuur van stal / vloer / strooisel. - beschikbaarheid van water en voer. - goed stalklimaat = verse lucht.
Alle begin is moeilijk …….(2) • Meet temperatuur 24 uur voor ontvangst. Vloertemperatuur 28°C • Controleer voer en wateropname: 18, 24 en 36 uur na ontvangst. • Meet CO2 Voor en 6 uur na ontvangst
2
Alle begin is moeilijk …….(3) • Voorkomen van stress is belangrijk maar: - een eendagskuiken kent alleen maar stress de 1e 24 uur. • Uitkomen uit het ei • Afrapen, gesekst worden, marek enting. • Infrarode snavel behandeling: - noodzakelijk kwaad of niet ( meer) nodig
InfraRode SnavelBehandeling ( IRSB) • IRSB: -verschil per dier - kuikengrootte binnen - koppel afstelling per leeftijd • Opvang belangrijk. - aantal dieren pijn sensatie - bereikbaarheid voer en water - extra aandacht 0-5 dagen • Opvangen met pijnstiller. - verbeterd uniformiteit - verlaagt uitval 1e week • Uitval - tot 0,5% extra uitval - koppels van jonge koppels meer.
Kuiken temperatuur na ontvangst • Streef naar cloaca temperatuur van 41°C • Onder normale omstandigheden daalt de cloaca temperatuur gemeten na 4-6 uur naar 40,5°C • Temperatuur dient binnen 48 uur terug te zijn op 41°C. • Als de cloaca temperatuur 41°C is kan de staltemperatuur dalen.
3
Watermanagement 1st week • Stilstaand water van rond 34°C is een ideale voedingsbodem voor bacteriele groei. • Spoel de leidingen de 1e 10dagen twee maal daags door. • Begin hiermee een paar uur voor ontvangst van de kuikens
Winterventilatie • Pas de minimumventilatie aan afhankelijk van de buiten temperatuur. Buitentemperatuur: -10°C 0°C Min.vent. m3/kg 0,75 1,0 • Pas de ventilatie openingen aan: - minimum opening altijd 3 cm - pas het aantal open ventielen aan.
+10°C 1,25
Wat is een goede opfok…..? • Gecontroleerde voerhoeveelheden tijdens de opfok is essentieel voor vleeskuikenouderdieren • • • •
Controleert lichaamsgewicht Stelt de geslachtsrijpheid uit Verbetert de eiproductie Beperkt de uitval
Programma´ Programma´s varieren maar uniformiteit is belangrijk. belangrijk.
4
Wat is belangrijk voor een goede opfok… • Goed ingerichte stal: - voersysteem ( ketting). snelle verdeling - drinkwater systeem ( nippels) schoon en minder vermorsing. • Aparte voorzieningen voor hennen en hanen. • Tijdig = vanaf 7 dagen beginnen met: - wekelijks wegen - selecteren voor behoud uniformiteit
Kritische tijdspunten bij een goede opfok • De 1e week: ontwikkeling maag-darmkanaal en immuniteit. • De periode tussen 4-7 weken: snelle skelet ontwikkeling, gewicht met 6 wkn. • De periode vanaf 15 weken: reactief op licht intensiteit en tijd. vertraging in groei vertraagd ontwikkeling snelle groei stimuleert ontwikkeling • Met name vanaf 15 weken ook: Gelijklopende ontwikkeling van hennen en hanen
Ontwikkeling eierstok
Normale stimulering Te snelle stimulering
5
Ontwikkeling zaadballen
15 weken: <0.5g
20 weken: 0.5-2.0g
Ontwikkeling zaadballen
Vas Defs
30 weken: 40g+ 23 weken: >12g start sperma productie
Entschema voor opfokvleeskuikenouderdieren.. • • • • • • • •
Dag 0 Dag 0 Dag 6-7 Dag 7-9 Dag 10-14 Dag 27 Dag 28 6 weken
• • • •
8 weken 10 weken 12 weken 14 weken
• • • •
16 weken 18 weken 19 weken 21 weken
Marek-injectie (op broederij) IB Primer spray (op broederij) ND-C2 i.c.m. Rhino CV spray Coccidiose drinkwater IB 4/91 spray Gumboro drinkwater NCD Clone 30 atomist injectie: Reo-levend, PD+AE, Salenvac-T, E.coli-stalvaccin NCD Clone 30 atomist TAD ILT oogdrppel IB MA5 spray injectie: RT-IBmulti+ND+EDS, Reo-Inac, CAV P4, OR-Inac, Salenvac-T, NCD Clone 30 atomist injectie: OR-Inac en E. coli-stalvaccin IB H52 spray TRT spray
6
Invloed van entschema op opfok(1) • Iedere enting is een stress moment. • Ook zonder uiterlijke tekenen is er een lichamelijke reactie • Immuniteitsopbouw wordt gestimuleerd • Vraagt 1: Energie 2: Eiwit. • Wegingen direct voor en na de enting zijn belangrijk om te komen tot een juiste voeraanpassing voor een goede doorgaande ontwikkeling
Invloed van entschema op opfok(2) • Met name de geinactiveerde entingen geven extra stress. • Beter niet uitvoeren tussen 8-15 weken. • Waarom niet: Dieren reageren slecht op verhogingen in de voergift.. • Vanuit het dier gezien beste tijdstip voor geinactiveerde entingen. - 6-8 weken - 16-20 weken
Coccidiose en Necrotiserende Enteritis • Waarom na enting toch coccidiose. - geen enkele enting geeft 100% bescherming. - verschil tussen Eimeria stammen. - onderken te sterke entreactie. - ondersteund vanaf 4 weken na enting. • Waarom NE. - verstoring balans darmflora - combinatie met sterke coccidiose reactie • Effect bij NIET tijdig ingrijpen. - mindere groei/ ontwikkeling - slechtere uniformiteit
7
Van opfok naar productie • Einde opfok: - Zorg dat hennen en hanen het juiste gewicht hebben voor de leeftijd. - Zorg dat de hennen en hanen niet verschillen in ontwikkeling. • Er zijn alleen dieren in de stal die overgeplaatst kunnen worden. • Als er nog veel kleinere dieren zijn houdt dee in overleg met de afnemer apart.
Van opfok naar productie • Wanneer overplaatsen en de 1e lichtstimulatie geven. • Overplaatsen rond 20 weken geeft op basis van onze gegevens het beste resultaat voor de vermeerderaar. • 1e lichtstimulatie. Tussen 126 en 143 dagen is er weinig verschil in de technische resultaten. • Een vroegere lichtstimulatie geeft: - kleinere eieren begin productie = kleinere kuikens. - meer kans op eileiderontsteking ( E Coli)
Lichaamsgewicht
Overplaaten / stimuleren met 14 weken
Eileider ontsteking EERSTE EI OVERPLAATSEN
14
23
8
Van opfok naar productie • Praktische tips: - verstrek de dag voor overplaatsen minimaal 50% van de dagelijkse voergift. - laat de dieren die dag goed aandrinken. • Te weinig voer en water op de dag voor overplaatsen: - meer kans op pikkerij. • Werk rustig met vangen en laden. • Beperk de stress voor de dieren.
Alle begin is moeilijk tweede start • Zorg voor een bedrijf met stallen: - die goed schoon en ontsmet zijn. - waarvan alle stalinrichting gecontroleerd is op goed functioneren. - die op de juiste temperatuur zijn ( 18-20°C) - waarin een minimale strooisel laag is aangebracht ( 0,5-1kg/m2 vloeroppervlak). - waarvan de waterleidingen kort voor aankomst van de dieren nog zijn doorgespoeld.
De 2e start • Laat dieren na aankomst wennen aan het drinkwater systeem • Voer na ontvangst van de dieren als de meeste dieren drinken of gedronken hebben. • Zorg dat de dieren de beun gebruiken. • Begin tijdig met ventileren om vocht opbouw te voorkomen = strooisel slaat dicht! • Voer de eerste dagen 20-30 g extra.
9
De 2e start • • • •
Weeg zowel hanen als hennen 3 dagen na ontvangst. Voergift afstemmen op de toename van de gewichten. Dieren niet meer laten groeien dan gewenst. Voer volgens lichaamsgewicht - tot 5% dagproductie/stal. • Stem de waterhoeveelheid af op de voeropname snelheid - 2 uur na voersysteem leeg.
De juiste voerhoeveelheid?? • Te veel vroeg voeren kan de ontwikkeling van gele dooiers op de eierstok over stimuleren. • Grootste risico bij start eiproductie • Vergrote kans op buikvleis ontsteking ( E Coli) Renema & Robinson 2004
De 2e start • Lichtprogramma. • Geef een eerste verlenging van de daglengte van 3 uur ( 8 naar 11) • Afhankelijk van uniformiteit met 20 of 21 weken. (Kan dus wisselen per stal) • Verhoog daarna met 1 uur per week tot 14 uur. • Verhoging boven 14 uur in stallen die goed donker zijn ( < 0,5 lux met licht uit en buiten volle zon), levert niet meer eieren op en is nadelig voor de late bevruchting
10
Energy vleeskuikenmoederdieren requirement Energiebehoefte
Egg production Eiproductie Growth Groei
62
Onderhoud Maintenance
57
52
47
42
37
32
Onderhoud: • 60 – 70% • afhankelijk van lichaamssamenstelling
27
22
500.0 450.0 400.0 350.0 300.0 250.0 200.0 150.0 100.0 50.0 0.0
De 2e start. • Voeren volgens dagproductie. • Vanaf 5% dagproductie. • Maximale theoretische voergift bij 60% dagproductie. • Theoretische voergift is afhankelijk van: - energie gehalte van voer. - staltemperatuur. • Na bereiken top voergift met name voeren naar gewichtstoename/productie.
Aantal kuikens !
Kuikenkwaliteit !
11
De 2e start • Indien er historische problemen zijn met kuikenkwaliteit ( voer/bedrijf/broederij). • Topvoergift bereiken bij 40% dagproductie. • Voorkomt dat: - hennen in een negatieve energiebalans komen. - kuikenkwaliteit negatief wordt beinvloed.
Dagelijkse eiwit opname in g. Voeropname (g/dier/dag) Ruw Eiwit
%
160
165
170
175
14.0
22.4
23.1
23.8
24.5
14.5
23.2
23.9
24.7
25.4
15.0
24.0
24.8
25.5
26.3
15.5
24.8
25.6
26.4
27.1
16.0
25.6
26.4
27.2
28.0
16.5 26.4 27.2 28.1 28.9 Hoge eiwit opname: – Meer borstvleesaanzet -> verhoogt energiebehoefte (‘vieze reuze cirkel’) – Drijft eiproductie (niet kuikenkwaliteit) – Hogere wateropname -> slechtere mestkwaliteit – Negatief effect op vruchtbaarheid en uitkomsten
Apart hanenvoer Grootouderdieren Uitkomst
Aantal stallen
1. Bedrijf 1 2. Bedrijf 2 3. Bedrijf 3 4. Bedrijf 2
2 –vs- 2 2 –vs- 2 1 –vs -1 2 –vs- 2
+ 0.75% + 0.35% + 0.80% + 1.10%
Grootste effect in het laatste deel van de productie periode Voorbeeld bedrijf 2: 28 – 35 weken: geen verschil 35 – 52 weken: + 0.6% 53 – 60 weken: + 5.1% -> totaal : + 1.1% Let op: wel vanaf het begin van de productie voeren
12
Praktijk gegevens apart hanenvoer • Praktijkgegevens Ross 308 Koppels geboren 2009 Controle
Apart hanenvoer
Aantal koppels
310
67
Uitkomst %
79,6
80,3
• Voordeel: 0,7% uitkomst!
Samenvatting • Fokkerij: Welzijn en reproductie kenmerken nu belangrijker dan vleeskuiken kenmerken. • Management: Ieder detail telt van voer, water en lucht. • Voerhoeveelheid bepaald door: gewichtsontwikkeling, productie en een goed en sterk kuiken en voor bevruchting een apart hanenvoer • Stress: beperking voor het dier bij alle handelingen
Dank u voor uw aandacht.
13